Weslo Cadence 450v Treadmill Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
Sticker met
Serienummer
Modelnummer WETL13606.1
Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor
-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa
-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan con-
tact op met de winkel waar u dit
produkt hebt gekocht.
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
Aandacht: U vindt een TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN, een GEDETAILLEERDE TEKENING
en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
3
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 115 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 10). Geen elk ander appa
-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie ONDERHOUD
EN PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 17
als de loopband niet goed werkt.)
14. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg GEBRUIK EN BIJSTELLEN
op pagina 10).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
17. Laat de loopband nooit alleen als het oefen-
toestel ingeschakeld is. Verwijder altijd de
sleutel en trek de stekker uit het stopcontact
als u de loopband niet gebruikt.
18. Voltooi eerst de montage van de loopband vo-
ordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie
MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND
INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina
15.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de
loopband te kunnen uitklappen, inklappen of
verplaatsen.
19. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig ges-
loten is voordat u de loopband inklapt of ver-
plaats.
20. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
4
De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt.
Let erop dat de tekst op de stickers in het Engels is.
Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over
de engelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet
leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u
dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze
handleiding). Plak de stickers op de aangegeven plaat-
sen.
2
4. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
26. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
t
act. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
h
et bijregelen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
h
oud dan datgene wat vermeld staat in deze
handleiding moet door een technicus uitge-
voerd worden.
2
7. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de nieuwe WESLO
®
CADENCE 55 loop-
band gekozen heeft. De CADENCE 55 loopband is
ontworpen om uw oefening thuis aangenamer en ef-
fectiever te maken. En wanneer u de loopband niet ge-
b
ruikt kunt u de CADENCE 55 loopband inklappen
zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere
loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Neem
mocht u nog vragen hebben contact op met de winkel
waar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u
het modelnummer en het serienummer bij de hand
heeft. Het modelnummer is WETL13606.1. Het serien-
u
mmer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie
kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Sluitknop
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Stroomonderbreker
Hellingpen/Hellingpoot
Loopband
Kap
Wiel
Voetkussentje
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Houder voor de Waterfles
(fles niet inbegrepen)
RECHTERKANT
Aan/uit Knop
6
MONTAGE
D
e montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren.
P
laats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Voor de montage hebt u een zeskantsleutel , een phillips schroevendraaier , twee moer-
sleutels en draadsnijtangen nodig.
Opmerking: Kijk in het ONDERDELENIDENTIFICATIEDIAGRAM in het midden van deze handleiding om de
kleine onderdelen bij de montage te herkennen. Sommige onderdelen kunnen vooraf gemonteerd zijn.
1. Laat een tweede persoon de Basis (54) op de
aangegeven plaats vasthouden.
Neem de Linker Staander (55) (de Rechter Staander
heeft een groot gat aan het laagste uiteinde).
Houd de Linker Staander (55) zo vast dat de krom-
ming aan de aangegeven kant zit. Steek twee Bouten
van de Staander (2) in de houder op de Linker
Staander. Maak de Linker Staander aan de Basis (54)
vast met de Bouten voor de Staander, twee Tussenring
voor het Onderstel (14),
en twee Moeren voor de Staander
(16). Draai de Moeren voor de Staander nog niet vast.
Maak de Rechter Staander (56) op dezelfde manier aan
de Basis (54) vast.
2. Schuif de twee Wielbehuizingen (64) op de Basis (54).
Maak de Wielbehuizingen met twee Bouten voor de
Wielbehuizing (6), twee Tussenringen voor de
Wielbehuizing (11) en twee Moeren voor de
Wielbehuizing (15) vast.
54
55
56
16
14
14
14
1
2
2
16
2
54
Groot
Gat
6
11
64
15
11
6
64
15
Kromming
7
3. Met de hulp van een tweede persoon, til de
Handleuningen (55, 56) op zodat de Basis (54) plat op de
g
rond staat zoals getoond.
P
laats de voorkant van het Onderstel (53) van de loop-
band tussen de Handleuningen (55, 56) zoals getoond.
Neem dan de lange draad aan de binnenkant van het
laagste uiteinde van de Rechter Handleuning (raadpleeg
de inzet-tekening). Bind het uiteinde van de draad aan
het uiteinde van de Draadkoker (97) door middel van een
plastic opbinddraad. Trek dan aan het andere uiteinde
van de draad totdat het uiteinde van de draadkoker aan
het aangegeven gat in het bovenste uiteinde van de
Rechter Handleuning verschijnt.
Laat een tweede persoon de voorkant van het Onderstel
(53) optillen. Maak de Rechter Staander (56) en het
Tussenstuk van het Onderstel (111) aan het Onderstel
vast met een Schakelbout voor het Onderstel (1), een
Tussenring voor het Onderstel (14) en een Sterring voor
het Onderstel (9).
Herhaal deze stap aan de linkerkant van de loopband.
9
111
54
14
1
56
53
Groot
Gat
Gat
3
55
4. Laat een tweede persoon het Onderstel van de loopband
(niet getoond) optillen.
Neem de Gasveer (101). Merk op dat de Gasveer een
dik cilinderuiteinde en een dun zuigeruiteinde heeft.
Raadpleeg de twee kleine inzet-tekeningen. Neem de
Veerklem (52) aan het cilinderuiteinde van de Gasveer.
Met uw nagel of het uiteinde van een schroevendraaier,
druk op het uiteinde van de Veerklem om ze te lossen,
draai de Veerklem en trek dan de Veerklem uit de
Gasveer. Zorg ervoor dat u de Veerklem niet verliest.
Opmerking: Er worden extra Veerklemmen bijgeleverd.
Houd dan het cilinderuiteinde van de Gasveer (101) bij
de houder in het midden van de Basis (54). Druk het
uiteinde van de Gasveer zo ver mogelijk op de bol van
de houder.
Raadpleeg tekening 4a. Steek de Veerklem (52) in de
twee aangegeven gaatjes in het uiteinde van de Gasveer
(101). Draai de Veerklem dan totdat ze op de Gasveer
vastklikt.
52
101
101
54
54
Gaten
52
4a
Houder
Cilinder
Zuiger
Houder
52
52
4
97
56
Opbind-
draad
Draad
97
8
7. Houd het Bedieningspaneel (90) bij de Rechter Staander
(56). Raak de Rechter Handleuning aan om de statis-
che energie te ontladen.
Steek het uiteinde van de Draadkoker (97) in het gat aan
de onderkant van de Rechter Handleuning (57) en trek
het uit het grote gat in de zijkant. Steek dan het uiteinde
van de Draadkoker door de twee plastic opbinddraden.
Druk het uiteinde van de Draadkoker (97) in het
aangegeven aansluitstuk aan de achterkant van het
Bedieningspaneel (90).
Het uiteinde van de Draadkoker
moet zacht in het aansluitstuk worden geschoven en
vastklikken. Als dat niet het geval is, draai het uiteinde
van de Draadkoker dan om en probeer het opnieuw.
ALS
DE VERBINDINGSKLEM NIET GOED WORDT
AANGESLOTEN, DAN KAN HET BEDIENINGSPA
-
NEEL WORDEN BESCHADIGD ALS U HET TOESTEL
AANZET.
Plastic
Opbinddraden
Aansluitstuk
90
57
97
56
6. Draai het Bedieningspaneel (90) naar beneden. Zorg er-
voor dat de voorkant van het Bedieningspaneel niet
wordt beschadigd.
Neem de Rechter Handleuning (57) met een groot gat
aan een zijkant.
Maak de Rechter Handleuning (57) aan het
Bedieningspaneel (90) vast met twee Schroeven voor het
Bedieningspaneel (4), een Schroef voor de Dwarsstang
(5) en een Sterring voor de Dwarsstang (12).
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) op dezelfde
manier vast.
12
90
4
Groot Gat
5
57
7
6
97
5. Draai het zuigeruiteinde van de Gasveer (101) naar de
aangegeven positie. Verwijder de Veerklem (52) van het
z
uigeruiteinde van de Gasveer.
B
reng dan het zuigeruiteinde van de Gasveer (101) op
dezelfde lijn met de houder in het midden van het
Onderstel (53). Druk het uiteinde van de Gasveer op de
bol van de houder. Opmerking: U moet waarschijnlijk het
Onderstel licht naar voren of naar achteren draaien om
het uiteinde van de Gasveer op dezelfde lijn als de bol te
brengen.
Raadpleeg tekening 5a. Steek de Veerklem (52) in de
twee gaatjes in de zijkant van de Gasveer (101) die het
dichtst bij het Onderstel (53) zijn. Draai dan de Veerklem
totdat ze op de Gasveer vastklikt.
Met de hulp van een tweede persoon, laat het Onderstel
(53) op de grond zakken.
101
52
101
52
53
53
H
ouder
Houder
5a
5
108
55
7
9. Plaats het Bedieningspaneel (90) op de Rechter
Staander (56) en de Linker Staander (niet getoond).
Draai vier Bouten voor de Handleuning (3) met vier
Tussenringen voor de Handleuning (13) en vier
Sterringen voor de Handleuning (10) (er worden slechts
twee getoond) in de Rechter en de Linker Staander.
Draai daarna de vier Handleuningbouten strak vast.
Steek het losse stuk van de Draadkoker (97) in de
Rechter Staander (56).
Maak de Achterkant van het Bedieningspaneel (92) aan
het Bedieningspaneel (90) vast met vier Schroeven voor
de Achterkant van het Bedieningspaneel (7). Zorg er-
voor dat de Draadkoker (97) in de aangegeven gleuf
zit aan de Achterkant van het Bedieningspaneel
zodat de draden niet gekneld zitten.
10. Laat de Handleuningen (57, 58) zacht op de grond za-
kken. Centreer het Onderstel (53) tussen de
Handleuningen en draai de vier Bouten voor de
Staander (2) vast. Plaats de Handleuningen dan op-
nieuw in verticale positie.
Raadpleeg tekening 10a. Maak het Veerslot (108) aan
de Linker Staander (55) vast met twee Schroeven voor
het Veerslot (7).
Zorg ervoor dat het Veerslot georiën-
teerd is zoals getoond.
Raadpleeg DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERAN-
DEREN op pagina 14. Verander de helling van de loop-
band als u dat wenst.
11.
Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid
voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra delen
kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde
(zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de
grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te
stellen (zie pagina 18). Leg een matje onder de loop
-
band om uw vloerbedekking te beschermen.
90
56
7
7
10
97
Gleuf
13
3
92
9
10
10a
57, 58
53
2
8. Steek het losse stuk van de Draadkoker (97) in de
Rechter Staander (56). Maak dan de twee plastic opbind-
d
raden rond de Draadkoker vast en snijd de uiteinden
van de plastic opbinddraden af.
97
Plastic
Opbinddraden
56
8
9
Schakelbout van het Onderstel (1)–2
Bout voor de Staander (2)–4
Bout van de Handleuning (3)–4
Schroef van het
Bedieningspaneel (4)–4
Bout voor de Wielbehuizing (6)–4
Dwarsstang Schroef (5)–2
Schroef van het Veerslot/
Schroef voor de Achterkant van
het Bedieningspaneel (7)–6
Sterring voor het
Onderstel
(9)–2
Sterring van
Handleuning
(10)–4
Tussenring voor
de Wielbehuizing
(11)–4
Sterring voor de
Dwarsstang (12)–2
Tussenring voor
de Handleuning
(13)–4
Tussenring voor
het Onderstel
(14)–6
Moer voor de
Wielbehuizing
(15)–4
Moer voor de
Staander (16)–4
Haal deze kaart uit de handleiding en gebruik ze om de kleine onderdelen te identificeren tijdens de mon-
t
age. Bewaar deze GEDETAILLEERDE TEKENING/LIJST MET ONDERDELEN voor verdere raadpleging.
TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL13606.1 R
0606A
Onder-
N
r. Aantal Beschrijving
Onder-
N
r. Aantal Beschrijving
Onder-
N
r. Aantal Beschrijving
1
2 Schakelbout van het
Onderstel
2
4 Bout voor de Staander
3 4 Bout van de
H
andleuning
4 4 Schroef van het
B
edieningspaneel
5 2 Dwarsstang Schroef
6
4 Bout voor de
Wielbehuizing
7 6 Schroef van het
Veerslot/Schroef voor
de Achterkant van het
Bedieningspaneel
8 0 (Niet gebruikt)
9 2 Tussenring voor het
Onderstel
10 4 Stertussenring van
Handleuning
11
4 Tussenring voor de
Wielbehuizing
12 2 Sterring voor de
Dwarsstang
13 4 Tussenring voor de
Handleuning
14 6 Tussenring voor het
Onderstel
15 4 Moer voor de
Wielbehuizing
16 4 Moer voor de Staander
17 1 16 mm Inbussleutel
18 1 4 mm Inbussleutel
19 2 Schroef van de
Houder
20 13 Schroef van de
Voetkussentje
21 5 Schroef van de Kap
22 18 Schroef
23 1 Bijstelbout van de
Voorste Roller
24
1 Geaarde Schroef
25 2 Bout voor het
Aansluitpaneel
26 10 Schroef voor de
Voetleuning
27
6
Schroef voor het
Kussentje van de Basis
28 2 Moer van de Motor
29
4 Schroef van Loopband
Geleider
30
2
Bijstelbout van de
Achterroller
31 2 Bout van Motorhouder
32 1 Schakelbout van de
Motor
33 2 Incline Leg Bolt
34 4 Schroef van Isolator
35 2 Bout van de Motor
36 2 Bout van het Wiel
37 2 Sterring vand de
Achterroller
3
8 0 (Niet gebruikt)
39 1 Sterring van de
V
oorroller
40 2 Ster-tussenring van de
M
otor
41 2 Tussenring voor het
A
ansluitpaneel
42 1 Sterring voor de Aarding
4
3 0 (Niet gebruikt)
44 6 Sterring voor de
Elektronica
45 2 Moer van de Motor
46 2 Moer voor de
Onderstelspil
47 5 Moeren
48 5 Klip van de Kap
49 4 Moer voor de
Handleuning
50 3 Kleine Moer
51 2 Moer voor het Wiel
52 2 Veerklem
53 1 Onderstel
54 1 Basis
55 1 Linkerstaander
56 1 Rechter Staander
57 1 Rechter Handleuning
58 1 Linker Handleuning
59 1 Beugel voor Elektronica
60 1 Stofscherm
61 1 Beugel voor Motor
62 1 Houder voor de Linker
Achterrol
63 1 Houder voor de Rechter
Achterrol
64 2 Wielbehuizing
65 6 Kussen voor de Basis
66 1 Sluiting
67 1 Kap
68 1 Onderkap
69 1 Linker Voetkussentje
70
1 Kap rechter
Voetkussentje
71 2 Hellingstelpoot
72 2 Wiel
73
4
Tussenstuk van de Wiel
74
4
Staander
Beschermkapje
75 2 Beschermkapje voor
de Staander
76 4 Beschermkapje voor de
Handleuning
77 4 Platformkussen
78 1 Aandrijvings Motor
79
4
Opbinddraad voor de
bedrading
80
4
8” Opbinddraad
81 1 Houder voor de
Opbinddraad
82
1
Snelheidsensorclip
83 1 Metalen oog voor de
Voorste Bemanteling
8
4 1 Pakkingring
85 0 (Niet gebruikt)
8
6 1 Controller
87 1 Transformator
8
8 1 Filter
89 1 Electrische Snoer
9
0 1 Bedieningspaneel
91 1 Dwarsstang voor het
B
edieningspaneel
92 1 Bedieningspaneel
93 0 (Niet gebruikt)
94 1 Aarde-kabel
95 1 Aarde-kabel
96 1 Bladveershakelaar
97 1 Draadharnas
98 1 Montage van de
Aansluitdoos
99 1 Loopoppervlak
100 1 Loopband
101 1 Gasveer
102 0 (Niet gebruikt)
103 2 Loopband Geleider
104 1 Wieltje/Katrol
105 1 Riem van de Motor
106 1 Achteroller
107 1 Waarschuwingsticker
108 1 Montage van de
Veerslotpen
109 1 Sleutel/Klip
110 2 Hellingspen
111 2 Tussenstuk van het
Onderstel
112 1 Electrische snoer
Adapter
113 1 Magneet
114 1 Motorisolatie
115 2 Doorvoer voor Motor
116 4 Tussenring voor de
Hellingstelpoot
117 1 Schroef voor de
Opbinddraadhouder
# 1 Rode Draad van 6”,
M/F
# 1 Zwarte Draad van 4”,
M/F
#
1
Blauwe Draad von
4”,
M/F
# 1 Blauwe Draad von 8”, 2F
#
1 Blauwe Draad von 10”,
2F
#
1
Witte Draad van
6”, 2F
# 1 Witte Draad van 10”, 2F
# 1 Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet ge-
toond. Deze technische gegevens kun-
nen zonder voorafgaande verwittiging
worden gewijzigd.
79
22
22
103
17
80
99
53
28
100
69
29
113
96
22
82
103
109
56
54
36
72
36
51
67
107
111
55
14
1
9
46
46
30
97
1
111
14
9
65
27
75
3
92
35
40
45
32
78
47
65
27
65
27
27
65
26
22
22
26
26
26
26
30
26
26
105
7
108
35
26
77
77
20
31
74
74
66
20
61
40
104
70
63
62
39
23
29
18
47
19
106
37
37
71
110
33
47
116
116
71
110
47
33
116
116
44
19
44
68
89
83
25
21
20
20
21
21
22
60
41
41
50
21
77
20
34
77
28
59
86
87
22
88
73
73
51
72
73
73
65
27
97
75
98
112
52
101
7
7
7
7
76
58
76
57
76
76
20
20
20
91
49
34
3
4
5
6
10
10
10
10
3
3
11
6
12
13
13
13
13
15
22
22
22
22
22
95
24
27
65
42
44
44
44
47
48
48
48
48
50
64
64
84
90
94
115
114
81
22
20
20
5
12
25
49
4
34
34
117
81
11
15
2
2
34
34
11
15
15
11
21
48
16
16
14
14
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. WETL13606.1 R0606A
10
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
1
1
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband heeft verschil-
lende functies zodat u uw oefeningen doeltreffender
kunt maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de
snelheid van de loopband veranderen door een druk
op een toets. Het bedieningspaneel zal U tijdens uw
oefening voortdurend feedback geven.
Op het bedieningspaneel kunt u kiezen tussen vier ver-
schillende snelheidsprogramma’s. Elk programma
regelt automatisch de snelheid van de loopband terwijl
u een doeltreffende oefening uitvoert.
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plas-
tic. Om schade aan de loopband te vermijden, ge-
bruik altijd propere schoenen als u de loopband
gebruikt. Als u de loopband voor het eerst ge-
bruikt, controleer of de band recht loopt en cen-
treer de loopband als dat nodig is (zie pagina 18).
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stopcontact
steken (zie pagina 10). Zoek
naar de aan/uit knop bij het
snoer van de
Rechter
Staander
. Plaamts de aan/uit
knop in de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning boven) en maak de clip aan de tailleband van uw
kleding vast. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de piste en de drie displays oplichten.
Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleu-
tel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
BEDIENINGSPANEEL
Aan
Positie
Sleutel
Clip
12
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel in het
oefentoestel steekt,
wordt de handmatige in-
stelling ingeschakeld.
Als u een snelheidspro-
gramma hebt gekozen,
kies dan opnieuw de handmatige instelling door
herhaaldelijk op de Programmakeuzetoets te
drukken totdat er alleen nullen op de displays ver-
schijnen.
Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets,
de Versnellingstoets of een van de vier genum-
merde snelheidstoetsen.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt, zal de loopband beginnen te draaien
met 2 km/u. Terwijl u loopt, kunt u de snelheid van
de loopband naar wens veranderen door op de
Versnellings- of Vertragingstoetsen te drukken.
Telkens als u op de toetsen drukt zal de snelheid
met 0,1 km/u. worden bijgesteld. Als u de toetsen
ingedrukt houdt, dan zal de snelheid met 0,5
km/u. worden bijgesteld. Opmerking: Als u de
toetsen hebt ingedrukt, kan het enkele seconden
duren voordat de gewenste snelheid wordt
bereikt.
Als u op een van de vier genummerde snelheid-
stoetsen drukt, dan zal de snelheid van de loop
-
band geleidelijk verhogen totdat de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de
Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op
een van de displays. Om de loopband opnieuw te
starten, druk op de Starttoets, de
Versnellingstoets of een van de genummerde
snelheidstoetsen.
Uw vordering op de piste en de drie displays
volgen.
De Piste [RACE
TRACK]—De piste stelt
e
en afstand van 400
meter voor. De indicators
rond de piste zullen tij-
dens uw oefening na el-
kaar oplichten totdat de hele piste brandt. De piste
zal dan doven en de indicators zullen opnieuw op-
lichten. Het aantal voltooiden rondes verschijnt in
het midden van de piste.
De display linkson-
der—
Terwijl u oefent,
worden op de display
linksonder de verlopen
tijd en de gewandelde of
gelopen afstand
getoond.
De display rechtson-
der—Op de display
rechtsonder worden de
snelheid van de loop-
band en het aantal ver-
brande calorieën bij be-
nadering getoond.
De prioriteitsdisplay—
De bovenste display is
de
prioriteitsdisplay
. Op
de prioriteitsdisplay wor-
den de verlopen tijd, de
gewandelde of gelopen
afstand, de snelheid van de loopband of het aantal
verbrande calorieën bij benadering getoond. Druk
herhaaldelijk op de Prioriteitsdisplay-toef [PRIOR-
ITY DISPLAY] totdat de prioriteitsdisplay de infor-
matie toont die u wenst. Opmerking: Als de infor-
matie op de prioriteitsdisplay wordt weergegeven,
zal die informatie niet op de displays links- en
rechtsonder verschijnen.
4
3
2
1
13
Om de displays te resetten, druk op de Stoptoets,
verwijder de sleutel en steek de sleutel opnieuw in
h
et toestel bedieningspaneel.
O
pgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in mijlen of kilometers tonen. Om te
zien welke meeteenheid geselecteerd is, houd de
Stoptoets ingedrukt,
steek de sleutel in het
bedieningspaneel en
laat dan de Stoptoets
los. De Snelheid display
zal een “E” aangeven
(voor engelse mijlen) of
een “M” aangeven (voor kilometers). Druk op de
Versnellingstoets om de meeteenheid te wijzigen.
Wanneer u de gewenste eenheid hebt gekozen
haal dan de sleutel uit en steek deze weer in.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets,
knop en haal de sleutel uit het bedieningspaneel.
Bewaar de sleutel op een veilige plaats. Zet de
aan/uit-schakelaar dan op “uit” en trek het elektri-
citeitssnoer uit het stopcontact.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies een van de vier snelheidsprogramma’s.
Om een snelheidspro
-
gramma te kiezen, druk
herhaaldelijk op de
Programmakeuzetoets
[PROGRAM SELECT];
“P-1”, “P-2”, “P-3” of “P-
4” zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay
verschijnen en het gekozen programma
aangeven. De maximale snelheid van het
gekozen programma zal ook enkele seconden op
een van de displays verschijnen.
Elk programma bestaat uit 30 tijdsegmenten van
één minuut. U kunt een snelheid instellen voor elk
t
ijdsegment. Opmerking: U kunt dezelfde snelheid
instellen voor twee of meer opeenvolgende tijd-
s
egmenten. Op de profielen links naast de
Programmakeuzetoets wordt de snelheid van de
loopband tijdens de programma’s getoond.
Druk op de Starttoets of de Versnellingstoets
om het programma te starten.
Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband au-
tomatisch de snelheid aanpassen aan de in-
stelling die voor het eerste tijdsegment gepro-
grammeerd is. Houd de handleuning vast en
begin te stappen.
Als het eerste tijdsegment van het programma
voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een
nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment ge-
programmeerd is, dan zal de snelheidsinstelling
op een van de displays beginnen te knipperen om
u te verwittigen.
De snelheid van de loopband
zal dan worden gewijzigd als er een nieuwe
snelheid voor het tweede tijdsegment gepro-
grammeerd is. Het programma zal doorgaan tot-
dat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn. De loop-
band zal dan vertragen en tot stilstand komen.
Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het
programma, dan kunt u de snelheid handmatig bi-
jstellen door op de Versnellings- of Vertragings-
toets te drukken. Als het volgende tijdsegment
start, dan zal de loopband de snelheid automa-
tisch aanpassen aan de snelheid die voor dat
tijdsegment geprogrammeerd is.
Om het programma te stoppen, druk op de
Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op
een van de displays. Om het programma opnieuw
te starten, druk op de Starttoets of op de
Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te
draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het vol
-
gende tijdsegment start, dan zal de loopband de
snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid
die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
Uw vordering op de piste en de drie displays
volgen.
Raadpleeg stap 4 op pagina 12.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Raadpleeg stap 5 links.
5
4
3
2
1
5
HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GE-
BRUIKEN
14
DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN
O
m de intensiteit van uw oefening te variëren kunt u
de helling van de loopband aanpassen. De loopband
k
ent drie verschillende standen.
V
oordat u de helling
verandert moet u wel eerst de sleutel verwijderen
en de stekker uit het stopcontact trekken.
Klap ver-
volgens de loopband in (zie pagina 15).
Verwijder om de helling aan te passen de pen voor de
helling uit het rechter been voor de helling. Stel het
b
een voor de helling op de gewenste hoogte en steek
de pen weer volledig in. Stel het linker been voor de
h
elling op dezelfde manier bij.
O
PGELET: Voordat u
de loopband gebruikt, zorg ervoor dat beide hel-
lingstelpoten op dezelfde hoogte staan en beide
hellingspennen volledig in de hellingstelpoten zit-
ten.
Als u de hellingstelpoten hebt bijgesteld, laat de loop-
band dan zakken (raadpleeg pagina 16).
Pen voor
de Helling
Hellingstelpoot
Pen voor
de Helling
15
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
De stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U
moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kun-
n
en uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd
uw rug recht. Zorg ervoor dat u de kracht van uw
benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband
te tillen.
Til de loopband half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de
loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker
hand, de veerslotknop naar links en houdt deze vast. Til
het onderstel op totdat de grendelstop voorbij het veer-
slotpen is. Laat de veerslotknop langzaam los.
Zorg er-
voor dat de veerslotpen helemaal in het onderstel zit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe-
dekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de grendel tegen de veerslotpen steunt.
1. Houd de handleuningen vast en plaats uw voet tegen een
van de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voor-
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats. Verplaats de loopband nooit zonder
het onderstel op te klappen. Wees heel voorzichtig tij-
dens het verplaatsen van de loopband zodat u het
risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de
loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet tegen een van de wielen en kantel
de loopband tot deze weer rechtop staat.
Veerslotpen
Handleuning
Wiel
Onderstel
Veerslotknop
Grendelstop
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangege-
ven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de sluitknop
naar links en houdt deze vast. Draai het onderstel totdat
de grendel voorbij de veerslotpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat
de loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet
op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u
rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermij-
den.
16
S
luitpin
Sluitknop
Veerslotpen
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Z
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 10).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loop-
band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop
uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonder-
breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk
de schakelaar opnieuw in om de stroomonder-
breker opnieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electrici-
teitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet
zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM:
De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a. Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspa-
neel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON
-
TACT.
Verwijder de vijf aangegeven Schroeven
(21) en de twee Schroeven voor de Voetleuning
(26). Verwijder dan voorzichtig de Kap (67).
Zoek de Bladveerschakelaar (96) en de Magneet
(113) aan de linkerkant van de Katrol (104). Draai
de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met
de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de af-
stand tussen de Magneet en de Bladveerscha-
kelaar ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (22) wat los en verplaats de Bladveer-
schakelaar enigszins. Draai de Schroef weer vast.
Maak de Kap weer vast en laat de loopband een
paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te
kijken.
26
21
21
21
21
67
a
113
22
96
Zicht van
Boven
3 mm
104
Doorgeslagen
c
Resetten
Aan
Positie
d
17
18
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
O
PLOSSING: a
. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b
. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal
de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEK-
KER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achter-
roller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5
à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg er-
voor dat de band goed in het midden ligt. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loopband
een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling
tot de loopband goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Als de loopband naar links verschoven is, verwi-
jder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Gebruik een bussleutel,
draai de bout van de linker achterste rol een halve
draai met de klok mee. Zorg ervoor dat de loopband
niet te strak wordt gespannen. Als de loopband
naar rechts verschoven is, draai dan de bout van
de linker achterste rol een halve draai tegen de klok
in. Steek dan de stekker in het stopcontact, steek de
sleutel in het toestel en laat de loopband enkele minuten draaien. Herhaal deze stappen totdat
de loopband gecentreerd is.
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achter-
roller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7
cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor
dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop
-
band goed ligt.
b
a
b
5–7cm
Bouten van
Achterroller
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet Verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
koolhydraten
. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam
vet
als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
HOE UW HARTSLAG TE METEN
O
m uw hartslag te meten, stop met uw oefening en
plaats twee vingers op uw pols zoals getoond. Tel uw
hartslag gedurende zes seconden en vermenigvuldig
het resultaat met tien om uw hartslag te berekenen. (U
moet uw hartslag slechts gedurende zes seconden
tellen omdat uw hartslag vermindert als u stopt met oe-
fenen).
RICHTLIJNEN VOOR
UW OEFENING
Iedere oefening moet
uit de volgende drie
onderleden bestaan:
Opwarming—Begin
iedere oefening met
een opwarmfase door 5 à 10 minuten de spieren te
strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste
opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur ,
uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbe-
reiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten).
Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem
in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
m
ensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
19
Onderdeel Nr. 243429 R0506A
Gedrukt in China
©
2006 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
p
araat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het produkt (WETL13606.1)
de NAAM van het produkt (WESLO
®
CADENCE 55 loopband)
het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel (zie GETAILLEERDE TEKE-
NING en LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Weslo Cadence 450v Treadmill Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor