HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stop-
contact steken (zie pa-
g
ina 11). Zoek naar de
aan/uit knop bij het
snoer van de loopband.
Plaamts de aan/uit
knop in de aan positie.
Sta op de zijrails van de loopband. Neem de klip
die aan de sleutel vast zit (zie pagina 12) en doe
de klip om uw taille. Steek vervolgens de sleutel in
het bedieningspaneel. De display zal oplichten.
Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand
komt. Test de clip door voorzichtig een paar
stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit
het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de
sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel
dan de lengte van de clip bij.
Aandacht: Draag alleen schone schoenen wan-
neer u de loopband gebruikt om beschadiging aan
het loopplatform te voorkomen. Inspecteer wan-
neer u voor het eerst de loopband gebruikt af en
toe de ligging van de band. Centreer deze mocht
het nodig zijn (zie pagina 27).
Voor de instellingen van het bedieningspaneel bestaat
er een gebruikersmodus zodat u een naam aan de ver-
schillende gebruikers kunt geven: Gebruiker 1 of
Gebruiker 2. U kunt ook uw oefengeschiedenis bekij
-
ken en persoonlijke gegevens invoeren voordat u be-
gint met uw oefening.
Op het bedieningspaneel kunt u ook kiezen welke mee-
teenheid u zult gebruiken bij het instellen van het oe-
fentoestel. U kunt de demonstratie in- en uitschakelen,
de audio-instellingen regelen, het volume bijstellen, het
contrastniveau van het bedieningspaneel kiezen en het
welkomstscherm in- of uitschakelen.
Volg de stappen hieronder om de instellingen van het
bedieningspaneel bij te stellen.
Selecteer de gebruikersmodus.
Om de gebruikersmodus te selecteren, druk op de
Gebruikerstoets [USERS]. In het bedieningspaneel
kunnen gegevens over de oefengeschiedenis van
twee verschillende gebruikers worden opgeslagen.
Als de Gebruikerstoets wordt ingedrukt, verschij-
nen de woorden
USER 1 SELECTED
(gebruiker 1
geselecteerd) of
USER 2 SELECTED
(gebruiker 2
geselecteerd) op de display. Om te kiezen tussen
Gebruiker 1 en 2, druk één of twee keer op de
Gebruikerstoets.
Belangrijk: Om de opties van het menu te doen
oplichten, druk op de Omhoog- en omlaagtoets
voor Gegevensinvoer [DATA ENTRY].
Bekijk uw oefengeschiedenis als u dat wilt.
Op de display wordt het totaal aantal mijlen of kilo-
meters [TOTAL DISTANCE] dat u op de loopband
hebt gewandeld, getoond, samen met het totaal
aantal uur [TOTAL TIME] dat u de loopband hebt
gebruikt en het totaal aantal calorieën [TOTAL CA-
LORIES] dat de gebruiker hebt verbrand.
Om de opgeslagen waarden te resetten, kies eerst
het totaal aantal dat u wilt resetten en druk dan op
de ENTER-toets. Kies dan
NO
(neen) of
YES
(ja)
en druk op de ENTER-toets.
Voer de gegevens van de gebruiker in.
Klik op de woorden
USER WEIGHT
(gewicht van
de gebruiker) en druk op de ENTER-toets. Druk
dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor
Gegevensinvoer om uw gewicht aan te geven.
Druk vervolgens op de ENTER-toets.
Als u een maximale doelhartslag wilt invoeren (raad-
pleeg HOE EEN CARDIOPROGRAMMA TE GE-
BRUIKEN op pagina 21), klik eerst op
MAX HEART
RATE
(max. hartslag) en druk dan op ENTER-toets.
Druk dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor
Gegevensinvoer om uw maximale doelhartslag aan
te geven. Druk vervolgens op de ENTER-toets.
Om de gebruikersmodus te verlaten, klik op de
START-toets en druk dan op de ENTER-toets.
Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te selecteren, verwijder
eerst de sleutel van het bedieningspaneel. Houd
dan de Stop-toets ingedrukt als u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt.
4
3
2
1
2
1
Reset
P
ositie
13
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENING-
SPANEEL TE PERSONALISEREN