NL
Deze teststrips voor bloedglucosetests voldoen aan de eisen van de EU-richtlijn 98/79
voor in-vitro-diagnostische apparatuur en komen ook overeen met DIN EN ISO
15197:2015-12 "Eisen aan bloedglucosemetingssystemen voor zelftesten bij diabetes
mellitus" en zijn voorzien van de CE-markering (conformiteitslabel) "CE 0483".
BELANGRIJKE AANWIJZING
Lees eerst het bijgevoegde blad en de gebruikershandleiding van de MediTouch bloed-
®
2
glucosemeter zorgvuldig door alvorens u de MediTouch teststrips gebruikt. Mocht u daarna
®
nog vragen hebben of als u hulp nodig heeft, neemt u dan contact op met de service-
desk van MEDISANA.
Ÿ Bewaar de teststrips niet in de koelkast of vriesvak.
Ÿ Bewaar de teststrips op een koele, droge plaats tussen 2 °C en 30 °C (35.6 °F tot 86 °F).
Ÿ Bewaar de teststrips enkel in hun originele verpakking. Stop ze nooit in een nieuwe of
alternatieve verpakking.
Ÿ Bescherm de teststrips goed tegen direct zonlicht en andere warmtebronnen.
Ÿ Bescherm de teststrips goed tegen hoge luchtvochtigheid.
Ÿ Noteer de datum waarop u de verpakking voor de eerste keer geopend hebt, op de teststrip-
verpakking.
Ÿ De teststrips vervallen 6 maanden na het openen. Werp de teststrip-verpakking samen met de
laatste teststrip(s) uit een verpakking weg.
Ÿ Gebruik elke teststrip direct nadat u deze uit de verpakking heeft genomen. Sluit de verpakking
meteen nadat u er een nieuwe strip hebt uitgenomen. Het deksel gesloten houden.
Ÿ Een teststrip moet binnen 3 minuten nadat u deze uit de verpakking neemt, gebruikt worden.
Ÿ Raak de teststrip enkel aan met droge, schone handen. Bescherm de teststrips goed tegen vuil.
Ÿ De teststrips niet buigen, versnijden of veranderen. Gebruik uitsluitend MediTouch - teststrips.
®
Ÿ Uitsluitend voor het gebruik bij de “In vitro” diagnose (enkel voor uitwendig gebruik)!
Ÿ Niet in de mond nemen of inslikken!
Ÿ Gebruik de teststrip niet na de houdbaarheidsdatum.
De teststrips zijn enkel voor eenmalig gebruik bedoeld. Gebruik ze nooit opnieuw.
Ÿ Medisch personeel en anderen, die dit systeem bij meerdere patiënten inzetten, moeten zich
ervan bewust zijn dat alle producten en objecten, die met menselijk bloed in contact komen, ook
na het schoonmaken moeten behandeld worden op een manier alsof ze virussen zouden
kunnen overdragen.
Ÿ Als u symptomen opmerkt, die niet overeenkomen met uw testresultaten, en u hebt goed gelet
op alle aanwijzingen in de gebruikershandleiding van de meter, neemt u dan contact op met uw
arts.
Ÿ Bij producten voor eigen gebruik en/of controle mag u de behandeling enkel aanpassen als u
hiervoor een scholing hebt gehad.
®
Ÿ MediTouch 2 bloedglucose-teststrips zijn enkel bedoeld voor gebruik met een verse, capillaire
bloedtest. Gebruik geen serum of plasma.
Ÿ GEBRUIK GEEN anticoagulans NaF of kaliumoxalaat voor de bereiding van veneuze monsters.
Ÿ Gebruik de teststrips nooit voor tests bij pasgeborenen.
Ÿ Extreme vochtigheid kan invloed hebben op de testresultaten. Een relatieve luchtvochtigheid
van meer dan 90 % kan tot foutieve resultaten leiden.
Ÿ De werkingstemperatuur van het systeem ligt tussen 10 °C en 40 °C (50 °F - 104 °F). Buiten dit
temperatuurbereik kunnen foutieve testresultaten voorkomen.
Ÿ Hematocriet: De testresultaten worden niet beïnvloed bij een hematocrietspiegel tussen 20 %
en 60 %. Een hematocrietspiegel onder 20 % kan een foutief (te hoog) testresultaat, een
hematocrietspiegel boven 60 % kan een foutief (te laag) testresultaat veroorzaken. Als u uw
hematocrietspiegel niet kent, vraag u dit dan na bij uw arts.
® ®
De MediTouch 2 teststrips worden samen met de MediTouch 2 bloedglucosemeter voor de meting
van het suikergehalte in het bloed aan de tastbal, alternatief aan de bal van de hand of onderarm bij
volwassenen bepaald. Daarbij gaat het om de snelle, elektrochemische bepaling van de
bloedglucosespiegel. De FAD-bindende glucose-dehydrogenase zet de in het bloed aanwezige
glucose om in gluconolactone. De meter meet de door deze reactie vrijgezette stroom, die
proportioneel het bloedsuikervolume is. Het systeem is bestemd voor uitwendig gebruik (in vitro) en
kan voor eigen gebruik bij personen, die aan diabetes lijden of voor de controle van een klinische
diabetescontrole door medisch opgeleid personeel worden gebruikt.
Ÿ Metabolieten: de invloed van verlagende middelen hangt af van de concentratie. Volgende
substanties kunnen het testresultaat beïnvloeden. Tot voor de vermelde testconcentratie hebben de
substanties geen invloed op het testresultaat:
Ÿ Patiënten die behandeld worden met zuurstof-therapie kunnen onnauwkeurige testresultaten krijgen.
Ÿ De teststrips kunnen zonder invloed op de testresultaten op hoogten tot en met 3048 m gebruikt
worden.
Ÿ Foutieve testresultaten ontstaan als de patient sterk dehydrateert, een erg lage bloeddruk heeft of
zich in een shocktoestand bevindt, alsook bij hypoglycemie of Hyperosmolariteit (met of zonder
ketose).
Ÿ Lipemie-effecten: Sterk verhoogde bloedvetwaarden in de bloedstalen kunnen bepaalde
methodologieën schaden. Om dit uit te sluiten moet de patiënt zijn basiswaarden onder toezicht
van de arts in een klinische labotest laten bepalen voordat hij de zelftest thuis uitvoert. Daarna
moeten de bloedglucose-basiswaarden van de patiënt regelmatig gecontroleerd en eventueel
opnieuw bepaald worden.
Ÿ Verhoogde cholesterinewaardes en triglyceride kunnen onder bepaalde omstandigheden tot
foutieve testresultaten leiden.
Ÿ Studies hebben aangetoond dat elektromagnetisme de elektronische werking en precisie van
geneeskundige toestellen kunnen aantasten en zo een foutieve diagnose kunnen veroorzaken.
Ÿ U gebruikt uw meter voor de eerste keer.
Ÿ U opent een nieuwe teststrip-verpakking.
Ÿ U hebt de test al herhaald en de resultaten zijn nog steeds hoger of lager dan u verwacht had.
Ÿ U vermoedt dat de meter of teststrips niet juist werken.
Ÿ De meter is gevallen.
Ÿ De teststrips werden blootgesteld aan temperatuur buiten het bereik zoals aangegeven in de
bepalingen voor opslag (2 °C - 30 °C en/of 35.6 °F - 86 °F).
Ÿ Voer de controletest minstens een keer per week uit.
Ter controle van de nauwkeurigheid van de meter en de teststrips wordt een controletest met
controlevloeistof uitgevoerd. Doe dit aan de hand van de beschrijvingen in de gebruikershandleiding
van de bloedsuikermeter . De MediTouch controlevloeistof is enkel bedoeld voor gebruik
® ®
MediTouch 2
in combinatie met de bloedsuikermeter van MEDISANA. Andere controlevloeistoffen
®
MediTouch 2
kunnen foutieve testresultaten veroorzaken. Als het resultaat bij een test met controlevloeistof binnen
het bereik valt, zoals geprint op de verpakking van de teststrips, bevestigt dit de perfecte compatibiliteit
van de meter met de teststrips. Als het testresultaat buiten het aangegeven controlebereik ligt, herhaalt
u de controletest. Als het testresultaat opnieuw buiten het aangegeven controlebereik ligt, controleert u
dan de voorschriften voor gebruik van de meter, controlevloeistof en teststrips volgens de gebruik-
ershandleiding. Als u nog steeds foutieve resultaten krijgt, neemt u dan contact op met de service-
desk.
Testresultaten die afwijken van het controlebereik kunnen de volgende oorzaken hebben:
Gebruik de bloedglucosemeter nooit voor de meting van uw bloedglucosespiegel, voordat u een
controletest-resultaat binnen het toegelaten bereik hebt verkregen.
Ÿ De houdbaarheidsdatum van de controlevloeistof is afgelopen of de controlevloeistof is onrein.
Ÿ Bij het doorvoeren van de test is een fout opgetreden.
Ÿ De meter werkt niet correct.
Ÿ De houdbaarheidsdatum van de teststrip is verstreken of de teststrip is beschadigd.
AANWIJZING
Het op de teststrip-verpakking aangegeven controlebereik kan bij elke nieuwe verpakking
wijzigen. Let bij een vergelijkingstest altijd op de waarden die op het etiket zijn aangegeven.
AFNAME VAN EEN BLOEDSTAAL
De bloedglucosemeter MediTouch is voor het gebruik van vers capillair bloed bedoeld. Een
®
2
bloedstaal moet meteen na afname voor de test gebruikt worden. Voor een bloedglucosetest met de
MediTouch meter is een bloedstaal van minstens 0,6 µL nodig. Om een bloeddruppeltje te
®
2
verkrijgen, gaat u als volgt te werk:
1.
2.
3.
4.
Was uw handen met zeep en warm water. Grondig afspoelen en afdrogen.
Maak de prikpen klaar zoals in de gebruiksaanwijzing voor de bloedsuikermeter MediTouch 2
®
(Art. 79030 / 79034) beschreven.
Let erop dat de huid volledig droog is, alvorens te prikken.
Gebruik de prikhulp om een bloeddruppeltje te verkrijgen. Niet te hard knijpen rond het prikplekje.
UITVOEREN VAN EEN BLOEDSUIKERTEST
Om uw bloedglucosewaarde te bepalen, gaat u als volgt te werk:
1.
Teststrips aanbrengen: Neem een teststrip uit de verpakking en sluit meteen daarna de verpakking.
Gebruik de teststrip binnen drie minuten. Breng de teststrip in de daarvoor bestemde gleuf in de meter
aan. De meter schakelt automatisch in. Selecteer de instellingen zoals beschreven in de
handleidng.
2.
3.
4.
Bloedstaaltje aanbrengen: Neem een druppeltje bloed af zoals beschreven in het gedeelte
“BLOEDSTAAL AFNEMEN”. Als het bloeddruppel symbooltje op de display verschijnt, brengt u
de staal aan op het bloedafname-gedeelte (absorberende streep) op de teststrip. Het bloed wordt
automatisch in de reactiecel gezogen. De meter begint met de evaluatie van de bloedstaal.
Testresultaat: Uw bloedglucose-testresultaat verschijnt na ca. 5 seconden op de display. De
testresultaten worden automatisch in het geheugen van het toestel opgenomen. Verwijder de
teststrip en de meter schakelt automatisch uit.
Wegwerpen: Werp de gebruikte teststrips en lancetten zorgvuldig weg (in een gesloten verpakking
in het huisvuil), om verwonding of infectie van andere personen te vermijden. Bij het gebruik van de
meter in geneeskundige instellingen werpt u de teststrips en lancetten volgens de voor-
schriften voor mogelijk infectueus materiaal in een daarvoor geschikte container weg.
Voor verdere informatie over het uitvoeren van een bloedglucosetest leest u de gebruikershandleiding.
TESTRESULTATEN
Uw bloedglucosemeter toont het testresultaat in milligram suiker per deciliter (millimol per liter) bloed in
een bereik van 20 tot 630 mg/dL (1.1 - 35.0 mmol/l). Als “LO” op de display verschijnt, heeft het toestel een
bloedglucosevolume van minder dan 20 mg/dL (1.1 mmol/l) vastgesteld. Als “HI” verschijnt, heeft
het toestel een bloedglucosevolume van meer dan 630 mg/dl (35.0 mmol/l) gemeten. Voor uw eigen
veiligheid moet u de aanwijzingen in de gebruikershandleiding van de meter volgen. Als u verdachte of
naar eigen gevoel onjuiste testresultaten verkrijgt, let dan op de volgende punten en herhaal de test.
Ÿ Controleer of de houdbaarheidsdatum van de teststrip verstreken is.
Ÿ Controleer of er zich voldoende bloed in de reactiecel van de teststrip bevindt.
Ÿ Controleer de werking van de meter en de teststrips door middel van een test met controlevloeistof.
Als het testresultaat opnieuw eigenaardigheden vertoont, neemt u contact op met uw arts.
Referentiewaarden van volwassenen zonder diabetes en niet zwangere vrouwen: Nuchtere bloedglucose
ligt tussen 70 en 110 mg/dl (3.9 - 6.7 mmol/l). Twee uren na een maaltijd moet de bloedglucosewaarde in
de regel onder 120 mg/dl (7.8 mmol/l) liggen.
WERKINGSPARAMETERS
De kwaliteit van de MediTouch bloedglucose-teststrips werd door laboratorium- en klinische tests
®
gecontroleerd.
WAARSCHUWING
Testresultaten die een onverwacht lage of hoge bloedglucosespiegel vertonen, kunnen mogelijk
wijzen op een ernstige aandoening. Als uw bloedglucosetest ongewoon lage of hoge waardes
vertoont of als u het niet zo aanvoelt, herhaalt u de test met een nieuwe teststrip. Als het
testresultaat opnieuw niet overeenkomt met de door u verwachte waarde of de waarde onder
60 mg/dL (3.3 mmol/L) of boven 240 mg/dL (13.3 mmol/L) ligt, dan neemt u contact op met
uw arts.
Precisie
Drie partijen van de -bloedglucoseteststrips zijn getest om de precisie van het
®
MediTouch 2
bloedglucosemeetsysteem te beoordelen. Dit omvat een herhalingsonderzoek met veneus bloed en een
laboratorium-precisieonderzoek met gebruik van het controlemateriaal. Het bloedglucosegehalte van de
monsters veneus bloed strekt zich van uit 42,7 tot 418,0 mg/dl en er is controlemateriaal uit drie
concentraties gebruikt. Resultaten van de herhaalde precisiemetingen:
Resultaten van de tussentijdse precisiemeting:
Totale
Groot gemiddelde Totale variatie-
Mons- Veneus bloed waarde standaard- coëfficiënt
ter mg/dL (mmol/L) mg/dL (mmol/L) afwijking (%)
1 43 (2,4) 36 (2,0) 2,0 5,6
2 62 (3,4) 59 (3,3) 3,5 5,9
3 121 (6,7) 127 (7,1) 4,1 3,2
4 201 (11,2) 214 (11,9) 6,7 3,1
5 317 (17,6) 330 (18,3) 10,1 3,1
6 418 (23,2) 433 (24,1) 14,5 3,3
Totale
Groot gemiddelde Totale variatie-
Mons- waarde standaard- coëfficiënt
ter mg/dL (mmol/L) afwijking (%)
1 71 (3,9) 1,0 1,4
2 136 (7,6) 1,4 1,1
3 351 (19,5) 2,8 0,8
Systeemnauwkeurigheid
De bloedglucosemeter in vergelijking met de YSI.
®
MediTouch 2
Er zijn drie partijen MDT2-bloedglucoseteststrips getest om de systeemnauwkeurigheid van het
®
MediTouch 2-bloedglucosemeetsysteem te beoordelen en te vergelijken met de referentiemethode
waarbij capillaire volbloedconcentraties van 32,4 tot 511,8 mg/dl zijn gebruikt.
Resultaat van de systeemnauwkeurigheid van glucoseconcentraties <100 mg/dl (<5,55 mmol/l):
Resultaat van de systeemnauwkeurigheid van glucoseconcentraties ≧100 mg/dL (≧ 5,55 mmol/L):
Resultaten van de systeemnauwkeurigheid voor gecombineerde glucoseconcentraties tussen 34,4
mg/dl (1,9 mmol/l) en 442,8 mg/dl (24,6 mmol/l):
binnen ± 5 mg/dl
(binnen ± 0,28 mmol/l)
binnen ± 10 mg/dl
(binnen ± 0,56 mmol/l)
binnen ± 15 mg/dl
(binnen ± 0,83 mmol/l)
Binnen ± 15 mg/dl of ±15%
(Binnen ± 0,83 mmol/l of ±15%)
In vergelijking met de YSI voldoet de aan de norm EN ISO 15197:2015, waarbij 95% van de
®
MediTouch 2
gemeten bloedglucosewaarden binnen de volgende zones moeten vallen: ±0.83 mmol/l (±15 mg/dl) van de
gemeten gemiddelde waarde bij gebruik van de referentiemeetprocedure voor bloedglucoseconcentraties
<100 mg/dl (<5,55 mmol/l) of ±15% voor bloedglucoseconcentraties van ≧100 mg/dl (≧5,55 mmol/l). 99%
van de individueel gemeten bloedglucosewaarden moet binnen zone A en B van het Consensus Error Grid
(CEG) voor diabetes type 1 vallen.
Beoordeling van de prestaties door de gebruiker
Een onderzoek ter bepaling van de glucosewaarden van bloedmonsters van capillair bloed van de
vingertoppen, die werden verkregen van 103 personen die geen speciale opleiding hadden gehad, leverde de
volgende resultaten op: 96,9% binnen ±15 mg/dl (± 0,83 mmol/l) en 96,2% binnen ± 15% van de waarden die
zijn verkregen in het medisch laboratorium met glucoseconcentraties van ten minste 100 mg/dl (5,55 mmol/l)
Meer informatie en informatie over bloedglucoseresultaten en verschillende technieken vindt u in de
algemeen relevante medische vakliteratuur.
Professionals in de gezondheidszorg – Houd rekening met deze extra beperkingen
1. Als de patiënt een van de volgende condities heeft, kan het resultaat mislukken:
- Ernstige uitdroging
- Ernstige hypotensie (lage bloeddruk)
- Shock
- Een hyperglykemisch-hyperosmolaire toestand (met of zonder ketose)
2. Lipemische monsters: Een cholesterolgehalte tot 400 mg/dl (10,32 mmol/l) en triglyceriden tot 800
mg/dl (9,04 mmol/l) zijn niet van invloed op de resultaten. Monsters van ernstig lipemische patiënten
zijn niet getest en worden niet aanbevolen voor het testen met -glucosemeter.
®
MediTouch 2
3. Kritisch zieke patiënten mogen niet getest worden met glucosemeters.
®
MediTouch 2
4. NIET gebruiken tijdens een xylose-absorptieonderzoek. Xylose in het bloed stoort het zelfcontrolerende
bloedglucosesysteem.
Teststrips voor eigen gebruik voor bloedglucosemeter voor de bloedglucosetest met capillair bloed MediTouch 2
®
Gebruiksaanwijzing A.u.b. zorgvuldig lezen!
De volgende tekens en symbolen op het toestel, verpakkingen en in de gebruiksaanwijzingen geven
belangrijke informatie:
Deze gebruiksaanwijzing behoort bij deze teststrips. Ze bevat belangrijke informatie over
de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing helemaal. Het niet
naleven van deze instructie kan zware verwondingen of schade aan de teststrips
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Deze waarschuwingen moeten in acht genomen worden om mogelijk letsel van de
gebruiker te vermijden.
OPGELET
Deze aanwijzingen moeten in acht genomen worden om mogelijke schade aan het toestel
te vermijden.
AANWIJZING
Deze aanwijzingen geven u nuttige aanvullende informatie bij de installatie of het gebruik.
Verklaring van de symbolen
Geneeskundig „In vitro“- diagnosetoestel (enkel voor uitwendig
gebruik).
6 maanden na openen niet Inhoud voldoende voor
meer gebruiken <n> tests
Enkel voor eenmalig gebruik LOT-nummer
Vervaldatum Productnummer
Bewaartemperatuur Producent
<n>
Beschermen tegen zonlicht
TOEPASSING
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR OPSLAG EN GEBRUIK
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR PATIENTEN
BEPERKINGEN
CONTROLETEST VOOR HET VERZEKEREN VAN CORRECTE RESULTATEN
Een controletest voor het verzekeren van exacte resultaten van de bloedglucosemeter
MediTouch 2 moet plaatsvinden in de volgende gevallen:
®
CHEMISCHE BESTANDDELEN
Elke teststrip bevat volgende reagentia:
TECHNISCHE GEGEVENS
Bewaringstemperatuur
Werkingstemperatuur
Hematocrietwaarde (Htc)
Bloedvolumes
EAN-Code
Inhoud
: 79038 / 79040
:
:
:
:
:
:
2°C - 30°C (35,6°F - 86°F)
10°C - 40°C (50°F - 104°F)
20 - 60 %
0,6 µl
4015588 79038 6 / 4015588 79040 0
art. 79038: 50 teststrips
art. 79040: 10 teststrips
MEDISANA GmbH
Jagenbergstraße 19
41468 NEUSS
Duitsland
eMail: info@medisana.de
Internet: www.medisana.com / www.meditouch.eu
Servicedienst:
l
6 gew. % FAD glucosedehydrogenase (aspergillus sp.; 2.0 IE/teststrip)
56 gew. % Kalium ferrocyanide
38 gew. % Niet-reactieve bestanddelen
MEDISANA Benelux N.V.
Euregiopark 30
6467 JE Kerkrade
Nederland
Tel.: +31 / 45 547 0860
Fax : +31 / 45 547 0879
Internet: www.medisana.be/fr/nl
50-100 mg/dL
(2,8-5,6 mmol/L)
250-350 mg/dL
(13,9-19,4
mmol/L)
Paracetamol
Ascorbinezuur
Bilirubine - ongeconjugeerd
Cholesterol
Creatinine
Dopamine
Galactose
Gentisinezuur
Glutathion
Hemoglobine
Ibuprofen
Icodextrine
L-Dopa
Maltose
Methyldopa
Pralidoxime
Jodidenatriumsalicylaat
Tolbutamide
Tolazamide
Triglyceriden
Urinezuur
Xylose
Vertekening glucose niveau
7 mg/dL (0,46 mmol/L)
4 mg/dL (0,26 mmol/L)
3,3 mg/dL (0,056 mmol/L)
400 mg/dL (10,32 mmol/L)
30 mg/dL (2,7 mmol/L)
2,2 mg/dL (0,14 mmol/L)
20 mg/dL (1,11 mmol/L)
7 mg/dL (0,45 mmol/L)
1 mg/dL (0,03 mmol/L)
300 mg/dL (0,05 mmol/L)
50 mg/dL (2,43 mmol/L)
1094 mg/dL (0,66 mmol/L)
2 mg/dL (0,10 mmol/L)
278 mg/dL (7,78 mmol/L)
4 mg/dL (0,19 mmol/L)
5 mg/dL (0,14 mmol/L)
40 mg/dL (2,5 mmol/L)
100 mg/dL (3,70 mmol/L)
2,5 mg/dL (0,08 mmol/L)
800 mg/dL (9,04 mmol/L)
16,5 mg/dL (0,99 mmol/L)
9,5 mg/dL (0,63 mmol/L)
8,1 5,3 %
6,6 5,8 %
0,2 5,2 %
9,6 7,2 %
1,3 1,6 %
8,0 3,2 %
6,2 2,5 %
9,8 3,6 %
3,7 6,5 %
3,8 5,2 %
3,9 2,7 %
5,4 4,8 %
10,0 8,7 %
2,7 4,4 %
9,0 3,7 %
2,8 3,3 %
4,3 2,2 %
1,4 2,3 %
2,5 3,6 %
9,3 5,6 %
7,2 4,0 %
7,0 7,5 %
Concentraties van de geteste storende stof