Contrôle de qualité : vérification du système
Un test doit être pratiqué avec la solution de contrôle EuroFlash :
• La première fois que vous utilisez un nouveau flacon de bandelettes réactives
• Au moins une fois par semaine
• Chaque fois qu’un dysfonctionnement du lecteur ou des bandelettes réactives est suspecté
• Lorsque les résultats du test de glycémie ne semblent pas en adéquation avec votre état de santé
apparent, ou s’ils ne semblent pas exacts
• Si vous laissez tomber le lecteur.
Les résultats obtenus lors de l’application de la solution de contrôle sur la zone de test de la bandelette
EuroFlash doivent être inclus dans l'intervalle prévu imprimé sur le flacon de bandelettes. Dans le cas
contraire, répéter le test. L’obtention de résultats ne se situant pas dans l'intervalle peut être expliqués par :
• Une erreur dans la réalisation du test
• Une agitation insuffisante du flacon de solution de contrôle
• L’emploi d’une solution de contrôle altérée ou dont la date d’expiration a été dépassée
• Un codage erroné du lecteur
• Une détérioration de la bandelette réactive
• Un dysfonctionnement du lecteur
• Une température trop élevée ou trop basse de la solution de contrôle
• La non-élimination de la première goutte de solution de contrôle.
Restrictions
L’utilisation des bandelettes réactives EuroFlash donne des résultats fiables à partir du
moment où les restrictions suivantes sont prises en compte :
• Les bandelettes réactives sont à usage unique. Ne pas les réutiliser.
• Les bandelettes réactives sont spécifiques au D-glucose et ne réagissent pas avec les autres sucres pou-
vant être présents dans le sang.
• Utiliser exclusivement du sang total capillaire frais (prélevé au bout du doigt). Ne pas employer de
sérum ou de plasma.
• Des valeurs d’hématocrite extrêmes peuvent modifier les résultats du test.
2
Des taux d’hématocrite infé-
rieurs à 30 % peuvent être à l’origine de mesures faussement élevées, tandis que des valeurs supé-
rieures à 55 % peuvent entraîner des lectures faussement faibles. Si le taux d’hématocrite du patient est
inconnu, consulter un médecin.
• Les bandelettes réactives EuroFlash peuvent être utilisées jusqu'à 3 000 mètres d’altitude sans altération
des résultats. Lors d’études cliniques, des résultats exacts ont été obtenus à des altitudes allant jusqu'à
500 mètres et des altitudes simulées allant jusqu'à 3 000 mètres.
Professionnels de la santé, veuillez prendre note des restrictions supplémentaires suivantes :
• Le sang capillaire frais peut être recueilli dans des tubes à essai contenant de l’héparine, à condition
d’être utilisé dans un délai de 10 minutes. Ne pas utiliser d’autres anticoagulants ou conservateurs.
•
Interférences : Le paracétamol, les salicylates, l’acide urique, l’acide ascorbique (vitamine C) et les
autres substances réductrices (présentes en concentration sanguine normale ou en concentration thé-
rapeutique normale) ne modifient pas les résultats de manière significative. Toutefois, des concentra-
tions sanguines anormalement élevées peuvent entraîner l’obtention de résultats faussement élevés.
• Les résultats obtenus chez les patients sous oxygénothérapie peuvent être faussement bas.
• Les résultats de tests peuvent être faussement bas en cas de déshydratation sévère, d’état de choc, ou
d’hyperosmolarité (avec ou sans acido-cétose). Il est recommandé de ne pas utiliser de lecteur de gly-
cémie chez les patients gravement malades.
•
Echantillons lipémiques : un niveau de cholestérol allant jusqu'à 600 mg/dL et des triglycérides allant
jusqu'à 400 mg/dL n'affectent pas les résultats. Aucun dosage n’a été réalisé sur des échantillons préle-
vés chez des patients fortement lipémiques, chez qui l’utilisation du système EuroFlash est déconseillée.
Principe du test
Le glucose contenu dans l’échantillon sanguin se mélange avec des composants chimiques présents sur la
bandelette réactive, et un léger courant électrique est produit. Ce courant est mesuré par le lecteur
EuroFlash qui traduit et affiche votre taux de glycémie. La force du courant varie en fonction de la quantité
de glucose présente dans l’échantillon sanguin.
Composition du réactif
Chaque bandelette réactive EuroFlash contient : glucose oxydase (Aspergillus niger) ≥ 1.8 UI; autres composants
(médiateur, tampon, etc.) ≥ 0,05 mg. Le bouchon du flacon contient environ 1,4 g de gel de silce.
Caractéristiques de performance
Les performances des bandelettes réactives EuroFlash ont été évaluées en laboratoire, ainsi que dans le
cadre d’essais cliniques.
2
Echelle de mesure : L'échelle de mesure du lecteur de glycémie EuroFlash est comprise entre 20 et
600 mg/dL.
Exactitude : L’exactitude du lecteur EuroFlash a été évaluée en comparant les résultats de glycémie obte-
nus par des patients à ceux fournis par l’analyseur de glucose YSI Modèle 2300, qui est un système de labo-
ratoire. Les résultats suivants ont été obtenus auprès de 116 patients diabétiques, dans 3 centres cliniques :
Cette étude montre une bonne correspondance entre les résultats obtenus avec le lecteur EuroFlash et ceux
obtenus en utilisant une méthode de laboratoire.
Cette étude montre une variabilité du dosage de 6,6 % ou moins entre bandelettes. Le pourcentage de diffé-
rence tolérée par rapport à la méthode de référence est de +/- 20 % ou +/- 15 mg / dL. 100 % des échantillons
se trouvent dans la zone A de la grille de Clarke (+/- 20 %).
Bibliographie
1. Krall, L.P. and Beaster, R.S.: Joslin Diabetes Manual. Philadelphia: Lea and Febiger (1989), 138
2. Données non publiées.
*Conformément à l'article 27 de la loi N°78-17 du 6 janvier 1978, vous disposez d'un droit d'accès et de
rectification auprès de LifeScan, division d'Ortho Clinical Diagnostics France.
Voor het zelftesten van glucose in volbloed
Gebruiksdoel
EuroFlash
®
teststrips worden gebruikt met de EuroFlash
®
bloedglucosemeter tijdens het zelf-testen van de
kwantitatieve hoeveelheid glucose in volbloed. De EuroFlash
®
-meter leest het glucosegehalte af nadat een
druppel volbloed op een EuroFlash
®
-teststrip werd aangebracht. Het EuroFlash
®
-systeem is gekalibreerd om
resultaten te geven die een eenvoudige vergelijking met de resultaten van het laboratorium mogelijk maakt.
EuroFlash
®
-teststrips zijn uitsluitend geschikt voor uitwendig gebruik (in vitro diagnostisch).
Hoe te bewaren en te gebruiken
• Bewaar de teststripverpakking op een koele, droge plaats onder 30°C. Niet aan
direct zonlicht of hitte blootstellen. Niet koelen.
• De teststrips moeten in de originele verpakking worden bewaard. Breng de test-
strips nooit over in een andere verpakking.
• Nadat u een EuroFlash
®
-teststrip uit het buisje genomen heeft, de dop terug op
het buisje plaatsen en goed sluiten.
• Gebruik een teststrip meteen nadat u hem uit het buisje heeft genomen.
• Noteer de datum wanneer u de strips niet meer mag gebruiken op het buisje
wanneer je het buisje de eerste maal opent. EuroFlash
®
-teststrips mogen 3
maanden na opening van het buisje niet meer gebruikt worden.
• Voorkom vuil op het testpunt.
• Gebruik geen teststrips waarvan de vervaldatum (geprint op het buisje) verstre-
ken is, want dit kan leiden tot onnauwkeurige resultaten.
• Vouw, beschadig of verander nooit de EuroFlash
®
-teststrip.
• Neem algemeen geldende voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met bloed in acht bij gebruik en
afvoer van producten voor het controleren van de bloedglucosespiegel. Alle bij patiënten afgenomen
monsters en de producten waarmee deze in aanraking komen, worden beschouwd als biologisch gevaar-
lijk en moeten worden behandeld als zijnde besmettelijk. Neem de betreffende voorzorgsmaatregelen in
overeenstemming met de lokale voorschriften in acht bij het afvoeren van al dit soort producten.
Voorzorgsmaatregelen om nauwkeurige resultaten te bekomen
• Breng het codenummer van de EuroFlash
®
-bloedglucose-
meter in overeenstemming met het codenummer vermeld
op het buisje van de EuroFlash
®
-teststrips.
• Gebruik enkel EuroFlash
®
-teststrips met de EuroFlash
®
meter om verzekerd te zijn van nauwkeurige en precieze
resultaten.
• Als u symptomen ervaart, die niet overeenstemmen met de
resultaten van uw bloedglucosetests EN u hebt alle instruc-
ties gevolgd die beschreven zijn in de EuroFlash
®
-handlei-
ding, neem dan contact op met uw arts.
• Breng nooit belangrijke wijzigingen aan in uw behandelings-
schema of negeer nooit fysieke symptomen zonder uw arts te raadplegen.
Testprocedure voor bloedglucosemeting
Bijgeleverde benodigdheden: EuroFlash
®
-teststrips
Benodigde, doch niet bijgeleverde materialen: EuroFlash
®
-bloedglucosemeter met handleiding;
Penlet
™
Plus Automatische prikpen voor bloedmonsterafname; nieuw, steriel lancet (naald).
Bloedmonsterafname
EuroFlash
®
-teststrips zijn gemaakt om gebruikt te worden met vers volbloed uit een vinger. Om een druppel
bloed te verkrijgen, volg de volgende stappen:
Stap 1: Was uw handen met warm water en zeep. Droog ze goed af. Warm water stimuleert de
doorstroming van het bloed naar de vingers. Het laten hangen van uw arm naast het lichaam gedurende
ongeveer 20 seconden, zal u ook helpen bij het verkrijgen van een voldoende grote bloeddruppel.
Stap 2: Prik in de vinger. Gebruik de Penlet
™
Plus Automatische prikpen om een druppel bloed te ver-
krijgen. Stuw niet te extreem op de prikplaats. Als u een alcoholdoekje gebruikt, zorg er dan voor dat uw
vinger goed droog is voor u in uw vinger prikt.
Bloedglucosemeting
Stap 1: Breng teststrip in.
Neem een teststrip uit het buisje. Sluit het buisje onmiddellijk. Met het
“elektroden-einde” van de strip naar boven gericht, brengt u de strip in de meterpoort. De meter schakelt
automatisch in. Alle schermsegmenten zullen kort verschijnen gevolgd door datum en tijd. Dan verschijnt
“code 12” (voorbeeld) gevolgd door dit symbool R, dat aangeeft dat u bloed mag aanbrengen. Zorg
ervoor dat het codenummer op het scherm overeenstemt met het codenummer op het buisje teststrips. Als
de codenummers niet overeenstemmen, codeer dan de meter.
Stap 2: Breng bloed op. Neem een bloeddruppel af zoals hierboven beschreven. Terwijl dit symbool
R verschijnt, brengt u een kleine druppel bloed aan op het witte testpunt van de teststrip. Als voldoende
bloed is opgezogen in de “reactie-cel” van de teststrip, zal de meter met de aftelling beginnen. (Als de
meter niet begint af te tellen, neem dan contact op met de LifeScan-klantendienst.)
Stap 3: Nauwkeurige resultaten in slechts 15 seconden. Uw bloedglucoseresultaat zal in slechts
15 seconden op het scherm verschijnen. De bloedglucoseresultaten worden automatisch opgenomen in
het geheugen van de meter. Zet de meter uit door de strip weg te nemen.
Gedetailleerde informatie over de testprocedure, vindt u in de EuroFlash
®
-handleiding.
Testresultaten
• Bloedglucose-testresultaten worden weergegeven in milligram per deciliter (mg/dL) of millimol per
liter (mmol/L), afhankelijk van welke maateenheid u gekozen heeft.
• De EuroFlash
®
meter toont resultaten tussen 20 en 600 mg/dL (1,1–33,3 mmol/L). Als uw testresultaat
lager is dan 20 mg/dL (1,1 mmol/L), verschijnt “
T” op het meterscherm. Dit wijst op ernstige hypog-
lycemie (laag bloedglucosegehalte).
U dient een hypoglycemie onmiddellijk te behandelen
zoals aanbevolen door uw arts. Als uw testresultaat hoger is dan 600 mg/dL (33,3
mmol/L), verschijnt “S” op het scherm. Dit wijst op ernstige hyperglycemie (hoog bloed-
glucosegehalte). U dient onmiddellijk medische hulp te vragen
.
• Als uw bloedglucosegehalte tussen 240 en 600 mg/dL (13,3–33,3 mmol/L) ligt, verschijnt “
ketones?”
op het scherm. Deze boodschap betekent niet dat het systeem ketonen heeft opgemerkt maar dat een
test met een ketonen-strip aangewezen kan zijn.
Marges van te verwachte grenswaarden
Het meten van uw bloedglucosegehalte dient uitgevoerd te worden in overleg met uw arts. Samen kunt u bepa-
len wat de aanvaardbare grenswaarden mogen zijn, en het tijdstip waarop u de test het beste uit kunt voeren.
Bovendien kunt u samen de resultaten bespreken. Aanvaardbare bloedglucosegehaltes voor mensen zonder
diabetes:
1
Kwaliteitscontrole : controle van het systeem
Voer een test met controlevloeistof uit:
• telkens wanneer u aan een nieuwe verpakking teststrips begint;
• minstens éénmaal per week;
• telkens u vermoedt dat de meter of strips niet goed werken;
• wanneer uw bloedglucoseresultaten niet overeenstemmen met hoe u zich voelt, of wanneer u denkt dat
uw resultaten niet nauwkeurig zijn;
• wanneer u de meter hebt laten vallen
Wanneer controlevloeistof op het testpunt van de EuroFlash
®
-teststrip wordt opgebracht, zou u resultaten
moeten krijgen die binnen de grenswaarden liggen, die op het buisje strips staan aangegeven. Als deze
resultaten buiten de grenswaarden vallen, herhaal dan de test met een nieuwe strip. Resultaten die buiten
de grenswaarden vallen, kunnen het gevolg zijn van:
• een fout uitgevoerde test;
• een slecht geschud flesje controlevloeistof (goed schudden is noodzakelijk);
• vervallen of onzuivere controlevloeistof;
• een foutieve codering van de meter;
• een beschadigde teststrip;
• een slechte werking van de meter;
• te warme of te koude controlevloeistof;
• niet verwijderen van eerste druppel controlevloeistof van het flesje.
Beperkingen
EuroFlash
®
-teststrips geven betrouwbare resultaten als de volgende beperkingen in acht
worden genomen:
• De teststrips zijn voor éénmalig gebruik. Hergebruik ze niet!
• De teststrips zijn specifiek voor D-glucose en reageren niet met andere suikers die in het bloed aanwe-
zig kunnen zijn.
• Gebruik enkel vers capillair volbloed (uit een vingerprik). Gebruik geen plasma of serum.
• Extreme hematocrietwaarden kunnen uw testresultaten beïnvloeden. Hematocrietwaarden lager dan
30% kunnen leiden tot foutief hoge resultaten en hematocrietwaarden hoger dan 55% kunnen leiden
tot foutief lage resultaten. Als u uw hematocrietwaarde niet kent, gelieve u tot uw arts te wenden.
• EuroFlash
®
-teststrips kunnen tot op 3000 meter hoogte gebruikt worden zonder een effect te hebben
op de nauwkeurigheid. Nauwkeurige resultaten zijn aangetoond in klinische studies, uitgevoerd op
hoogten tot ongeveer 550 meter en in studies die hoogten tot 3000 meter simuleerden.
Bericht aan de professionelen: Gelieve de volgende beperkingen aandachtig te lezen:
• Vers capillair volbloed mag u opvangen in een buisje dat heparine bevat als het bloed binnen de 10
minuten gebruikt wordt. Gebruik geen antistollingsmiddelen of andere bewaarmiddelen.
•
Interferenties: Acetaminophen, salicylaat, urinezuur, ascorbinezuur (vitamine C), en andere reduce-
rende substanties (wanneer ze voorkomen in normale bloed- of normale therapeutische concentraties)
hebben geen significant effect op de testresultaten. Abnormaal hoge concentraties in het bloed kunnen
onnauwkeurig hoge resultaten veroorzaken.
• Patiënten die een zuurstoftherapie ondergaan kunnen foutief, lage resultaten verkrijgen.
• Testresultaten kunnen foutief laag zijn bij extreme dehydratie, shock, of een toestand van hyperosmola-
riteit (met of zonder ketosis). Zieke patienten in kritieke toestand worden best niet getest met bloedglu-
cosemeters.
•
Lipemische monsters: Cholesterolconcentraties tot 15.5 mmol/L and triglyceriden tot 4.52 mmol/L
hebben geen effect op de resultaten. Extreem lipemische patiëntenmonsters zijn niet getest en zijn niet
aanbevolen om te gebruiken met het EuroFlash
®
-systeem.
Testprincipe
Glucose in het bloedmonster vermengt zich met speciale chemische stoffen op de teststrip waardoor een
kleine elektrische stroom wordt geproduceerd. Deze stroom wordt door de EuroFlash
®
-meter gemeten en
wordt getoond als de waarde van uw bloedsuiker. De grootte van deze stroom varieert naargelang van de
hoeveelheid glucose in uw bloedmonster.
Samenstelling van het reagens
Elke EuroFlash
®
-teststrip bevat: glucose-oxidase (Aspergillus niger) ≥ 1.8 IE; andere ingrediënten
(mediator, buffer, enz.) ≥ 0,05 mg. De dop van het flesje bevat ongeveer 1,4 g silicagel.
Eigenschappen
De eigenschappen van EuroFlash
®
-teststrips werden zowel in het laboratorium als in klinische tests geëva-
lueerd
2
.
Meetgebied: het meetgebied van het EuroFlash
®
-systeem bedraagt 1,1–33,3 mmol/L (20 tot 600 mg/dL).
Nauwkeurigheid: de nauwkeurigheid van het EuroFlash
®
-systeem werd geëvalueerd door het vergelijken
van de bloedsuikerwaarden bij patiënten met de waarden verkregen met een YSI Model 2300 Glucose
Analyzer, d.i. een laboratoriuminstrument. De volgende resultaten werden bij 116 patiënten met diabetes
in 3 klinische centra verkregen:
Uit deze studie blijkt dat het EuroFlash
®
-systeem gunstig kan vergeleken worden met een laboratoriummethode.
Deze studie wijst op een variabiliteit tussen de strips bij bloedtests van 6,6% of minder.
Referenties
1. Krall, L.P. and Beaster, R.S.: Joslin Diabetes Manual. Philadelphia: Lea and Febiger (1989),138
BELANGRIJK: Raadpleegt u voor een uitvoerige beschrijving van gebruiksinstructies en andere
belangrijke technische informatie uw EuroFlash
®
-handleiding. ALS U VRAGEN HEEFT OVER EENDER
WELK LIFESCAN-PRODUCT, GELIEVE CONTACT OP TE NEMEN MET ONZE KLANTENDIENST OP HET
GRATIS NUMMER: 0800-15325 (BELGIE) 0800-0222445 (NEDERLAND)
Totale precisie Controle 40 mg/dL (2,2 mmol/L) CV = 7,5%
Controle 167 mg/dL (9,3 mmol/L) CV = 3,9%
Controle 356 mg/dL (19,8 mmol/L) CV = 3,1%
Precisie: Binnen de tests:
Bloed
av
32 mg/dL (1,8 mmol/L) CV=6,6%
Bloed
av
80 mg/dL (4,4 mmol/L) CV=4,1%
Bloed
av
138 mg/dL (7,7 mmol/L) CV=2,8%
Bloed
av
211 mg/dL (12,0 mmol/L) CV=2,8%
Bloed
av
326 mg/dL (18,0 mmol/L) CV=2,0%
Helling 0,97
Snijpunt met x-as 2 mg/dL (0,1 mmol/L)
Correlatiecoëfficiënt (r) 0,995
Aantal monsters 116
Getest gebied 58–505 mg/dL (3,2 – 28,0 mmol/L)
BELANGRIJK: Als u resultaten blijft krijgen die buiten de grenswaarden vallen van de
EuroFlash
®
controlevloeistof (vermeld op het buisje strips), is het mogelijk dat het EuroFlash
®
-sys-
teem niet goed werkt. Gebruikt het systeem NIET om uw bloedglucosegehalte te meten totdat u een
resultaat met controlevloeistof verkrijgt dat binnen de grenswaarden valt.
Als u onverwachte resultaten krijgt:
BELANGRIJK: Lage of hoge bloedglucosewaarden kunnen een serieus medisch probleem bete-
kenen. Als uw bloedglucoseresultaat abnormaal laag of hoog is, of uw resultaat stemt niet overeen
met hoe u zich voelt, voer dan opnieuw een test uit met een nieuwe strip. Als uw resultaat niet over-
eenstemt met hoe u zich voelt of als uw bloedglucoseresultaat lager is dan 60 mg/dL (3,3 mmol/L)
of hoger dan 240 mg/dL (13,3 mmol/L), zou u contact moeten opnemen met uw arts en zijn/haar
advies volgen.
Tijdstip
Voor ontbijt
Voor middag-of avondeten
1 uur na de maaltijd
2 uur na de maaltijd
Tussen 02:00 en 04:00 uur
grenswaarde, mg/dL
70 –105
70 –110
minder dan 160
minder dan 120
hoger dan 70
grenswaarde, mmol/L
3,9 –5,8
3,9 –6,1
minder dan 8,9
minder dan 6,7
hoger dan 3,9
WAARSCHUWING: Bewaar het buisje met teststrips buiten het bereik van kinderen. De dop
bevat droogstoffen die schadelijk kunnen zijn bij inademen of inslikken en kunnen huid-of oogirrita-
tie veroorzaken.
BELANGRIJK: Gelieve deze informatie te lezen alsook de EuroFlash handleiding alvo-
rens de EuroFlash
®
-teststrips te gebruiken.
NOTRE ENGAGEMENT : Notre objectif est de vous fournir des produits de qualité et de vous
assurer un service clientèle disponible et compétent. Si ce produit ne vous donne pas entière satisfac-
tion ou si vous avez des questions sur l’utilisation de l’un de nos produits, n’hésitez pas à contacter le
Service Clientèle LifeScan au 0800-14660.
IMPORTANT : Pour obtenir des informations détaillées sur l’utilisation du lecteur de glycémie
ainsi que d’autres informations techniques importantes, consulter le Manuel d’utilisation EuroFlash.
POUR TOUTE QUESTION SUR L’UTILISATION DES PRODUITS LIFESCAN, CONTACTER LifeScan Services
au N° vert 0800 459 459* en France, au 0800- 14660 en Belgique.
Précision : Précision intra-dosage
Sang
av
32 mg/dL CV = 6,6 %
Sang
av
80 mg/dL CV = 4,1 %
Sang
av
138 mg/dL CV = 2,8 %
Sang
av
211 mg/dL CV = 2,8 %
Sang
av
326 mg/dL CV = 2,0 %
Précision totale Témoin 40 mg/dL CV = 7,5 %
Témoin 167 mg/dL CV = 3,9 %
Témoin 356 mg/dL CV = 3,1 %
Pente 0,97
Ordonnée à l’origine 2 mg/dL
Coefficient de corrélation (r) 0,995
Nombre d’échantillons 116
Echelle testée 58–505 mg/dL
IMPORTANT : Si les résultats obtenus avec la solution de contrôle demeurent en
dehors des limites prévues, cela peut signifier que le lecteur EuroFlash ne fonctionne
pas correctement. Ne pas réaliser de test de glycémie tant que la mesure réalisée avec la
solution de contrôle ne se situe pas dans les l'intervalle prévu.
En cas de résultats inattendus :
IMPORTANT : Des glycémies faibles ou élevées peuvent indiquer la présence d’une pathologie
potentiellement grave. En cas de valeur anormalement faible ou anormalement élevée, ou en cas
de suspicion d’une anomalie, répéter le test avec une nouvelle bandelette. Si les résultats obtenus
ne sont pas en adéquation avec les symptômes ou s’ils sont inférieurs à 60 mg/dL (3,3 mmol/L) ou
supérieurs à 240 mg/dL (13,3 mmol/L), vous devez contacter un médecin.
(Voorbeeld)
Origineel
buisje
“
(Voorbeeld)
AW 061-680-01A
© LifeScan, Inc. 2000
Revidiert/Date de révision/Datum van herziening: 2003/05
Patentiert/Breveté/Gepatenteerd
0336
LifeScan, Inc.
1000 Gibraltar Drive
Milpitas, CA 95035 U.S.A.
IVDD (98/79/EC)
Bevollmächtigter des Herstellers/Mandataire/
Geautoriseerde afgevaardigde:
LifeScan Regulatory Affairs Europe
Division of Ortho-Clinical Diagnostics France
1, rue Camille Desmoulins
92787 Issy-les-Moulineaux
Cedex 9 France
Vertrieb in Deutschland/Distribué par/Verdeeld door/:
LifeScan Deutschland
Geschäftsbereich der
Ortho-Clinical Diagnostics GmbH
PF 1340, D-69141 Neckargemünd
LifeScan France
Div.d'Ortho-Clinical Diagnostics
1, rue Camille Desmoulins
92787 Issy les Moulineaux, France
LifeScan Benelux
Division of Ortho-Clinical Diagnostics NV
Antwerpseweg 19-21
B-2340 Beerse
Symbole/Symboles/Symbolen:
Chargenbezeichnung/Lot No./Lotnr.
In-vitro-Diagnostikum
Dispositif Médical de Diagnostic in Vitro
In vitro diagnostisch medisch hulpmiddel
Verfallsdatum/Date de
péremp./Vervaldatum
06168001A_EF_TSI_DEFRBENL 5/12/03 11:26 AM Page 2