Medisana MediTouch mmol/L de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Medisana MediTouch mmol/L de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
Bloedsuikermeter
MediTouch
Gebruiksaanwijzing
A.u.b. zorgvuldig lezen!
Art. 79026
Inhoud
1 Verklaring tekens
2 Veiligheidsaanwijzingen
5.1.1 Waarom moet de test
met controlevloeistof
gebruikt worden?.......
5.1.2 Test met controlevloeistof
gebruiken
5.1.3 Controletest-resultaat
evalueren
5.2 Bloedsuikertest voorbe-
reiden
5.2.1 Gebruik van de
prikhulp
5.2.2 Aanbrengen van de
lancet in de prikhulp
5.2.3 Gebruik van de AST-
dop
5.2.4 Gebruik van de
alcohol-pads
5.3 Bloedsuikerwaarde bepalen
5.3.1 Bloedsuikertest met
bloedstaal van de
vingertop
5.3.2 Evaluatie van een
testresultaat
5.3.3 Bijzondere testresultaten
5.3.4 Vergelijkbaarheid van een
testresultaat met een
labotest
........................
1
............
4
2.1 Waarop u zeker dient te letten
2.2 Aanwijzing voor gezondheid
2.3 Aanwijzing voor gebruik van
de bloedsuiker teststrips
2.4 Aanwijzing voor gebruik van
de controlevloeistof
4
5
7
8
...
.........
.................
3 Wat u moet weten.......................
9
3.1 Leveringsomvang en ver-
pakking
3.2 Bijzonderheden van de
MEDISANA bloedsuiker meter
MediTouch
9
10
...................................
..............................
4 In gebruik nemen........................
11
4.1 Accu aanbrengen
4.2 Instellen van datum en uur
(eerste instelling)
11
12
....................
....................
5 Gebruik........................................
14
5.1 Gebruik van de
controlevloeistof
14
......................
14
14
17
18
18
18
21
23
24
24
27
........
..........................
...........................
...................................
..............................
...........
....................................
......................
.
............................
.......................
27
28
....
...............................
6 Geheugen...................................
29
6.1 Opslaan van de test-
resultaten
6.2 Oproepen en verwijderen
van de testresultaten
29
30
...............................
.............
7 Diversen .....................................
32
7.1 Display-signalen en
fouten verhelpen
7.2 Reiniging en verzorging
7.3 Technische gegevens
7.4 Toebehoren
MEDISANA MediTouch
7.5 Afvalbeheer
32
36
37
38
38
....................
.........
............
..........
............................
8 Garantie......................................
39
Toestel en bedieningselementen
Meter en prikhulp
kan door de AST-dop vervangen worden
Dopuiteinde (aanpasbaar)
Invoergleuf voor teststrips
-Toets voor bevestiging/selectie
Prikhulp-spanner
Prikhulp
Schuiver voor uitwerpen van lancet (achterkant)
Druktoets
Beschermingsdop (samen met afneembaar)
Accugedeelte (achterkant)
Meter
Display
Teststrips
-Toets voor inschakelen en voor invoer/
selectie
e
1e
7
8
9
0
q
w
5
2
3
4
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
q
w
e
Bovenkant Onderkant
Display
r
t
z
u
i
o
p
a
Bloedsuikermeetwaarde
Accu-symbool (zwakke accu)
Teststrips invoeren
Bloed of controlevloeistof aanbrengen
Systeemfout
Datum (maand:dag)
Tijd (uur:minuten)
Aantal (nummer) van het testresultaat
j
a
p
o
i
r
t
u
z
j
s
d
f
g
h
Teststrips
s
d
f
g
h
j
(absorberende strip)
Reactiecel
Greep/handvat-gedeelte
In pijlrichting invoeren
Contact-elektrode
Verklaring van de symbolen op pagina 3
Bloedopname-gedeelte
Toestel en bedieningselementen
1 Verklaring tekens
De volgende tekens en symbolen op het toestel, verpakkingen en in de gebruiksaanwijzingen geven
belangrijke informatie:
Deze gebruiksaanwijzing behoort bij
dit toestel. Deze bevat belangrijke
informatie over de ingebruikneming
en het gebruik. Lees deze gebruiks-
aanwijzing helemaal. Het niet naleven
van deze instructie kan zware
verwondingen of schade aan het toestel
veroorzaken.
1
WAARSCHUWING
Deze waarschuwingen moeten in acht
genomen worden om mogelijk letsel van
de gebruiker te vermijden.
OPGELET
Deze aanwijzingen moeten in acht
genomen worden om mogelijke schade
aan het toestel te vermijden.
AANWIJZING
Deze aanwijzingen geven u nuttige
aanvullende informatie bij de installatie
of het gebruik.
LOT-nummer
Producent
Productnummer
Serienummer
1 Verklaring tekens
2
<n>
Geneeskundig „In vitro“- diagnose-
toestel (enkel voor uitwendig gebruik)
Deze bloedsuikermeter voldoet
aan de EG-richtlijn 98/79 voor „ In Vitro”
diagnosetoestellen en is van het CE-teken
(conformiteitsteken) „CE 0483“ voorzien.
Biogevaar
enkel voor eenmalig gebruik
CR2032 lithium-accu ( 3 V )
Vervaldatum
Bewaartemperatuur
Inhoud voldoende voor <n> tests
Controlevloeistof
tegen zonlicht beschermen
tegen vochtigheid beschermen
Systeemfout
Toets voor bevestiging/selectie
Toets voor invoer/selectie
3
voor het eten (AC)
na het eten (PC)
Morgen, van 4:00 tot 10:00 u.
Middag, van 10:00 tot 16:00 u.
Avond, van 16:00 tot 22:00 u.
Nacht, van 22:00 tot 04:00 u.
1 Verklaring tekens
Hypoglycemie (te lage bloedsuikerspiegel)
1,1 - 3,3 mmol/L (20 - 60 mg/dl)
2 Veiligheidsaanwijzingen
4
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN!
ABSOLUUT BEWAREN!
Lees de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsinstructies,
zorvuldig door voordat u het apparaat gebruikt en bewaar de ge-
bruiksaanwijzing voor verder gebruik. Als u de meter aan derden
doorgeeft, geef dan deze gebruiksaanwijzing mee.
2.1 Waarop u zeker dient te letten
Deze meter meet in mmol/L
Gebruik de meter enkel waarvoor deze bestemd
is en volgens de gebruikershandleiding.
Bij onbestemd gebruik vervalt de garantie.
G
Enkel toebehoren die aangewezen worden door de
fabrikant (teststrips, lancetten, controlevloeistof)
mogen met de meter gebruikt worden.
Deze meter is niet bedoeld voor gebruik door per-
sonen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
G
G
G
Reglementair gebruik
Het systeem is bedoeld voor het meten van de
bloedsuiker door middel van een prikje in de
vingertop of, bij wijze van alternatief, in de muis
van de hand of in de onderarm. Bedoeld voor
volwassenen.
Contra-indicaties
Het systeem is niet geschikt voor het meten
van het bloeduikergehalte bij kinderen jonger
dan 12 jaar. Vraag uw arts infomatie over ge-
bruik ervan bij oudere kinderen.
Niet geschikt voor de diagnose van diabetes of
voor bepaling van het bloedsuikergehalte bij
pasgeborenen.
2 Veiligheidsaanwijzingen
5
fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden
of ontbrekende ervaring en/of ontbrekende kennis
tenzij ze door een persoon die instaat voor hun
veiligheid begeleid worden of van deze laatste aan-
wijzingen krijgen over het gebruik van het toestel.
Kinderen moeten onder begeleiding zijn om zeker
te zijn dat ze niet spelen met de meter.
len, de garantie vervalt hierdoor. Laat de reparaties
enkel door bevoegde service-desks uitvoeren.
Houdt de meter schoon en bewaar deze op een
veilige plaats. Bescherm de meter tegen directe
zonnestralen voor een langere levensduur.
G
G
G
Gebruik de meter niet in de buurt van sterke zend-
signalen zoals bv. magnetron- en kortegolftoestellen.
Gebruik de meter niet als deze niet correct werkt,
als deze op de grond gevallen of in het water
gevallen is of beschadigd is.
Bescherm de meter tegen vochtigheid. Mocht er
toch water in de meter zijn gedrongen, moet de
accu meteen verwijderd worden en verder gebruik
vermeden worden. Neem contact op met de ser-
vice-desk.
Probeer bij storingen het toestel niet zelf te herstel-
G
G
Bewaar de meter en de teststrips niet in een
voertuig, badkamer of koelkast. G
Extreem hoge luchtvochtigheid kan invloed hebben
op de testresultaten. Een relatieve luchtvochtigheid
van meer dan 90% kan leiden tot foutieve resultaten.
Bewaar de meter, de teststrips en de prikhulp uit de
buurt van kinderen en huisdieren.
Verwijder de accu als u de meter langer niet gebruikt.
G
2.2 Aanwijzingen voor uw gezondheid
Deze bloedsuikermeter is bestemd voor de actieve
bloedsuikercontrole van individuele personen. De
meting met een bloedsuiker-zelftest-systeem vervangt
geen professioneel laboratoriumonderzoek.
De meter is enkel voor uitwendig gebruik (in vitro)
bestemd.
Het is niet geschikt voor het vaststellen van dia-
betes en voor de bloedsuikerbepaling van pas-
geborenen.
Gebruik voor de test enkel vers, capillair bloed van de
vingertop.
G
G
G
G
6
Bij producten voor eigen gebruik en/of ter controle
mag u de betreffende behandeling enkel aanpassen
als u daarvoor vooraf de respectievelijke scholing
hebt gekregen.
Wijzig op basis van uw bloedsuiker meetwaarden
geen therapeutische maatregelen zonder overleg
met uw arts.
Uw systeem heeft slechts een klein bloeddruppeltje
nodig om een test te doen. Dit kunt u van uw vinger-
top afnemen. Gebruik voor elke test een andere
plaats. Herhaalde prikken op dezelfde plaats kunnen
ontstekingen en gevoelloosheid veroorzaken.
Meetresultaten, onder 3,3 mmol/L (60 mg/dl), zijn
een teken voor "Hypoglycemie", te lage bloedsuiker-
spiegel. Liggen de meetresultaten boven 13,3 mmol/
L (240 mg/dl), kunnen symptomen van een te hoge
bloedsuikerspiegel ("Hyperglycemie") optreden. Be-
zoek een arts als uw meetresultaten regelmatig
boven of onder deze grenswaarden liggen.
Als de meetresultaten “HI” of “LO” vertonen, voert u
dan de meting opnieuw uit. Als de meetwaarden
opnieuw “HI” = boven 600 mg/dl (33,3 mmol/L) of
“LO” = onder 20 mg/dL (1,1 mmol/L) vertonen, be-
zoek dan meteen uw arts en volg zijn aanwijzingen.
G
G
G
G
Watergebrek of veel vloeistofverlies (bijv. door zwe-
ten) kunnen leiden tot foutieve meetwaarden. Als u
denkt dat u aan dehydratie, dus vloeistofgebrek lijdt,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts!
Is uw aandeel aan rode bloedlichaampjes (hemato-
crietwaarde) zeer hoog (boven 55%) of zeer laag (on-
der 30%), dan kan dit uw meetresultaten beinvloeden.
Als u alle aanwijzingen in deze gebruikershandleiding
hebt gevolgd en er toch nog symptomen optreden, die
niet met uw bloedsuikerspiegel of uw bloeddruk
samenhangen, bezoek dan uw arts.
Voor aanvullende aanwijzingen inzake uw gezondheid
leest u de gebruikershandleiding van de teststrips
zorgvuldig door.
G
G
G
WAARSCHUWING
voor mogelijk ontstekingsgevaar
Gebruikte teststrips en lancetten worden als
gevaarlijk, biologisch en niet afbreekbaar afval
beschouwd. Bij het wegwerpen moet u erop
letten dat bij onzorgvuldig handelen infecties
overgedragen kunnen worden. Vraag dit eventu-
eel na bij uw plaatselijke afvalverwerker, uw arts
of uw apotheker.
2 Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING voor mogelijk
ontstekingsgevaar (vervolg)
Werp de gebruikte teststrips en lancetten zorg-
vuldig weg. Als u de gebruikte onderdelen bij het
afval weg wilt werpen, verpak ze dan mogelijk zo
dat een verwonding van en/of een infectie van
andere personen uitgesloten is.
Medisch personeel en anderen die dit systeem bij
meerdere patiënten inzetten, moeten zich ervan
bewust zijn dat alle producten en voorwerpen, die
met menselijk bloed in contact komen ook na het
schoonmaken moeten worden behandeld op een
manier alsof ze virussen zouden kunnen over-
dragen.
Gebruik een lancet of de prikhulp nooit samen
met andere personen.
Gebruik voor elke test een nieuwe steriele lancet
en een nieuwe teststrip.
Teststrips, lancetten en alcohol-pads zijn bestemd
voor eenmalig gebruik.
Zorg ervoor dat er geen handlotion, olie of vuil in
of op lancetten, prikhulp en teststrips komt.
2.3 Aanwijzingen voor het gebruik van
de bloedsuiker-teststrips
Enkel in combinatie met de MediTouch-bloedsui-
kermeter gebruiken.
Bewaar de teststrips in hun oorspronkelijke ver-
pakking.
Om alles zo steriel mogelijk te houden, raakt u de
teststrips enkel aan met schone, droge handen.
Als u de strips uit de verpakking haalt en in de
meter wilt plaatsen, raak ze indien mogelijk aan
de greep (handgedeelte) aan.
Sluit de verpakking meteen daarna zo dat de
teststrips droog en stofvrij blijven.
Gebruik de teststrips binnen drie minuten
nadat u ze uit de verpakking hebt genomen.
De teststrip is enkel voor eenmalig gebruik be-
doeld. Gebruik deze nooit opnieuw.
Schrijf de openingsdatum op het etiket van de ver-
pakking als u deze voor de eerste keer openmaakt.
Let op de houdbaarheidsdatum. De teststrips blij-
ven vanaf de opening van de verpakking ca. drie
maanden of tot en met de houdbaarheidsdatum
bruikbaar, afhankelijk van welke het eerst optreedt.
G
G
G
G
G
7
2 Veiligheidsaanwijzingen
8
Gebruik geen teststrips waarvan de houdbaarheids-
datum reeds overschreden is, omdat deze het meet-
resultaat beïnvloedt. De houdbaarheidsdatum is ge-
print op de verpakking.
Bewaar de teststrips op een koele en droge plaats,
maar niet in de koelkast.
Bewaar de teststrips tussen 2 °C en 30 °C (35.6 °F
- 86 °F). Vries de teststrips niet in.
Bescherm de strips tegen vochtigheid en direct zon-
licht.
Druppel geen bloed of controlevloeistof op de test-
strips, voordat deze in het meettoestel ingevoerd
zijn.
Breng enkel bloedstalen of de bijgevoegde controle-
vloeistoffen op het streepje van de teststrip aan.
Het aanbrengen van andere substanties leidt tot
niet nauwkeurige of foute meetwaarden.
Die teststrips mogen niet gebogen, gesneden of op
geen enkele manier veranderd worden.
Houdt de verpakking met teststrips verwijderd van
kinderen! Door de afsluitdop bestaat verstikkings-
gevaar. Verder bevat de afsluitdop uitdrogende
stoffen, die schadelijk kunnen zijn als ze ingeademd
of ingeslikt worden. Hierdoor kunnen huid- en
oogirritaties optreden.
G
G
G
G
G
G
G
G
Gebruik enkel de MediTouch-controlevloeistof.
Enkel samen met MediTouch- teststrips gebruiken.
Schrijf de openingsdatum op het etiket van de ver-
pakking. De controlevloeistof blijft vanaf de opening
van de verpakking ca. drie maanden of tot de houd-
baarheidsdatum bruikbaar, afhankelijk van de vol-
gorde.
Gebruik de controlevloeistof niet langer dan de
houdbaarheidsdatum.
De omgevingstemperatuur bij het gebruik van de
controlevloeistof mag tussen 10 °C – 40 °C (50 °F –
104 °F) liggen.
De maximale temperatuurwaarden voor bewaring
en transport van de controlevloeistof liggen tussen
2 °C en 30 °C (35.6 °F 86 °F). Bewaar de vloei-
stof niet in de koelkast en vries deze niet in.
Het flesje met testvloeistof goed schudden alvorens
deze te openen. Veeg de eerste druppeltjes af en
gebruik het tweede om een goede staal voor exacte
meetresultaten te krijgen.
Opdat de controlevloeistof niet verontreinigd wordt,
G
G
G
G
G
G
2.4 Aanwijzingen voor het gebruik van
de controlevloeistof
2 Veiligheidsaanwijzingen
2 Veiligheidsaanwijzingen / 3 Wat u moet weten
veegt u de vloeistofresten met een schoon doekje
van de punt van de verpakking alvorens u deze
weer afsluit.
De controlevloeistof kan vlekken veroorzaken op
kleding. Was de vuile kleding indien nodig uit met
water en zeep.
Overtollige controlevloeistof niet terug in de verpak-
king doen.
Sluit de verpakking goed af na elke gebruik.
G
G
G
G
3 Wat u moet weten
Hartelijk dank
voor uw vertrouwen en van harte gefeliciteerd met
uw aankoop! Met de bloedsuikermeter MediTouch
hebt u een kwaliteitsproduct van MEDISANA ge-
kocht. Voor een succesvol gebruik en lang plezier
van uw MEDISANA bloedsuikermeter MediTouch,
raden we u aan om de volgende aanwijzingen
vóór het gebruik en het onderhoud zorgvuldig
door te lezen.
G
G
Het verpakkingsmateriaal kan opnieuw worden ge-
bruikt of gerecycled. Zorg ervoor dat het gebruikte
verpakkingsmateriaal bij de daarvoor bestemde
afvalverwerking terechtkomt. G
Gelieve eerst te controleren of het instrument vol-
ledig is en volledig vrij van beschadigingen is. In
geval van twijfel neemt u het apparaat niet in ge-
bruik en zendt u het naar een servicepunt. Bij de
levering horen: G
3.1 Levering en verpakking
1 MediTouch bloedsuikermeter (mmol/L)
1 Medisana prikhulp
10 MediTouch- bloedsuiker-teststrips
10 MediTouch-lancetten
1 controlevloeistof
5 alcohol-pads
1 AST-dop
1 CR2032 lithium-accu
1 etui
1 gebruikershandleiding
1 beknopte handleiding
1 dagboek voor diabetici
Medisana
9
3 Wat u moet weten
10
Indien u tijdens het uitpakken transportschade
constateert, neem dan direct contact op met uw
leverancier. G
WAARSCHUWING
Let er op dat het verpakkingsmateriaal niet in
handen komt van kinderen. Zij kunnen er in
stikken!
3.2 Bijzonderheden van het MEDISANA
bloedsuiker meettoestel MediTouch
Het regelmatige meten van uw bloedsuikerwaarde
kan een grote hulp zijn bij de behandeling van uw dia-
betes. Deze bloedsuiker-meter werd op die manier
vervaardigd, zodat u het gemakkelijk, regelmatig en
overal kunt gebruiken. De prikhulp kan individueel in-
gesteld worden aan de hand van de gevoeligheid van
uw huid. Het meegeleverde dagboek voor diabetici
helpt u om de invloed op de testresultaten van eet-
gewoontes, sport of medicatie te herkennen en vast
te leggen. Bespreek de testresultaten en behandeling
altijd met uw arts. Het meettoestel is voor de actieve
bloedsuikercontrole van personen in de private sfeer
bedoeld. Het dient niet om diabetes vast te stellen en
de bloedsuikerbepaling van pasgeborenen. Uw bloed-
suiker meetsysteem MediTouch van MEDISANA be-
staat uit vijf hoofdcomponenten: De bloedsuikermeter,
de prikhulp, de lancetten, de teststrips en de controle-
vloeistof. Deze componenten zijn speciaal op elkaar
afgestemd en zijn getest op kwaliteit, zodat nauwkeu-
rige testresultaten gegarandeerd zijn. Gebruik voor
uw bloedsuiker meetsysteem MediTouch enkel toe-
gelaten teststrips, lancetten en controlevloeistof.
Enkel het correcte gebruik van het systeem kan nau-
wkeurige testresultaten garanderen. Gebruik voor de
test capillair bloed, indien mogelijk van de vingertop.
Het toestel meet de bloedsuiker met zeer hoge nauw-
keurigheid. Het beschikt over een automatische ge-
heugencapaciteit voor 360 meetwaarden met datum
en tijd. Verder berekent het toestel de gemiddelde
waarde, op basis van de bloedsuiker meetwaarde van
de voorbije 7, 14, 30, 60 en 90 dagen. Zo kunt u de
wijzigingen goed volgen en overleggen met uw arts.
11
4 In gebruik nemen
Symbool voor zwakke accu
4.1 Accu aanzetten
Het toestel werkt met een
3 V CR2032 lithium-accu.
Een enkele accu is in de
regel voldoende voor ca.
1000 tests. Diverse types
van CR2032 lithium-accu's
hebben verschillende ca-
paciteiten. Breng de mee-
geleverde accu aan als u
het toestel voor de eerste
keer gebruikt en vervang
deze door een nieuwe als
“LP” en/of het accu-sym-
bool op de display ver-
schijnt. Open het accu-vakje aan de achterkant van
het toestel door zacht te drukken tegen het klepje in
de pijlrichting en leg de knop-accu (3 V CR2032 lithi-
um-accu) erin. Let op dat de pluspool (+) naar boven
ligt. Breng het accu-dekseltje weer aan en druk erop
zodat het hoorbaar inklikt. Bij het vervangen van de
accu blijven de opgeslagen waarden bewaard. G
Het kan echter voorkomen dat na het vervang-
en van de accu, uur en datum opnieuw inge-
steld moeten worden. R
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN T.A.V.
DE BATTERIJ
• Batterijen niet uit elkaar halen!
• Lege batterijen onmiddellijk uit het toestel
verwijderen!
• Verhoogd uitloopgevaar, contact met huid, ogen
en slijmhuid vermijden! Bij contact met accuzuur
de betreffende plaatsen onmiddellijk met over-
vloedig helder water spoelen en onmiddellijk een
arts opzoeken!
• Mocht er een batterij ingeslikt zijn, dan moet
onmiddellijk een arts opgezocht worden!
Altijd alle batterijen tegelijk vervangen!
Alleen batterijen van hetzelfde type gebruiken,
geen verschillende types of gebruikte en nieuwe
batterijen door elkaar gebruiken!
• Plaats de batterijen correct, neem de polariteit in
acht!
4 In gebruik nemen
12
• Houd het batterijvak goed gesloten!
• Batterijen bij langer niet-gebruik uit het
toestel verwijderen!
• Batterijen uit de buurt van kinderen houden!
• Batterijen niet heropladen! Er bestaat
explosiegevaar!
• Niet kortsluiten! Er bestaat explosiegevaar!
• Niet in het vuur werpen! Er bestaat
explosiegevaar!
• Bewaar onverbruikte batterijen in de verpak-
king en niet in de buurt van metalen voor-
werpen om een kortsluiting te vermijden!
• Geef verbruikte batterijen en accu's niet met
het gewone huisvuil mee, maar met het
speciale afval of in een batterijverzamelstation
in de vakhandel!
4.2 Instellen van tijd en datum (Eerste
instelling)
Als u de geheugen-
functie van het toestel
wilt gaan gebruiken,
is het belangrijk om
tijd en datum in te
stellen.
1. Als u een accu aanbrengt,
wordt het toestel auto-
matisch ingeschakeld.
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN T.A.V.
DE BATTERIJ (vervolg)
13
2. De beide laatste eenheden
van het jaartal knipperen op
de display. Druk om het
jaartal in te voeren en druk ,
om de invoer te bevestigen.
3. Herhaal stap 2, om tijd en
datum in te stellen.
Het gedeelte waarin u iets
wilt gaan instellen knippert
telkens.
4 In gebruik nemen
5 Gebruik
14
5.1 Gebruik van de
controlevloeistof
5.1.1 Waarom moet een test met
controlevloeistof uitge-
voerd worden?
Bij het uitvoeren van een test
met controlevloeistof kunt u vast-
stellen of uw meter en test-
strips correct werken en exacte
resultaten leveren. In de volgende
gevallen moet een controletest
uitgevoerd worden:
G
U hebt de test reeds herhaald en
de resultaten zijn nog altijd lager
of hoger dan u verwacht had.
U oefent het testproces.
U gebruikt uw meter voor de
eerste keer.
U opent een nieuwe teststrip-
verpakking.
U vermoedt dat de meter of
teststrips niet juist werken.
De meter is gevallen.
5.1.2 Test met controlevloeistof
uitvoeren
WAARSCHUWING
Als u een test met controlevloei-
stof uitvoert, lees dan hoofd-
stuk 2 Veiligheidsaanwijzingen
(p. 4 - 9), in het bijzonder de
gedeeltes 2.3 Aanwijzingen voor
het gebruik van de bloedsuiker
teststrips (p. 7 - 8) en 2.4 Aan-
wijzingen voor het gebruik van
de controlevloeistof (p. 8 - 9).
1. Breng een teststrip in, in
de pijlrichting in het toestel.
Het -symbool verschijnt
automatisch.
15
5 Gebruik
2. Druk twee keer ,
CtL” verschijnt op de dis-
play. Druk , om de invoer
te bevestigen.
3.
taal oppervlak bijvoorbeeld een tafel.
4. Draai de dop van de vloeistofver-
pakking en veeg de verpakkingspunt
met een schone doek af.
Leg het meettoestel op een horizon-
AANWIJZINGEN
dat de meetgegevens met
de controlevloeistof niet in
de opslag van de bloedsui-
ker meetwaarden mee-
genomen worden.
Als op de display of
blijven staan en geen ver-
dere invoer uitgevoerd
wordt, worden de testresul-
taten steeds in de respectie-
velijk opslag met of
bewaard.
Kies de instelling “CtL”, zo-
5. Druk op de verpakking, zodat er
een klein druppeltje aan de punt
van de verpakking gevormd wordt.
6. Breng een druppeltje aan op het
gedeelte voor de bloedopname
op het einde van de teststrip.
7. Breng geen vloeistof aan op de
bovenkant van de teststrip.
16
8. Als er genoeg controlevloei-
stof van de reactiecel opge-
nomen is, hoort u een
pieptoon. Het toestel begint
een countdown van ca. 5 sec.,
die aflopend op de
display getoond wordt.
9. Op de display verschijnt een
testresultaat. Voordat u de test-
strip eruit neemt, vergelijkt u of
het testresultaat binnen het be-
reik ligt, zoals aangegeven op
de teststrips-verpakking.
10.
waarde, zoals aangegeven op
de teststrips-verpakking ver-
geleken heeft, neemt u de test-
strip eruit en werpt u deze weg.
Nadat u de testwaarde met de
5 Gebruik
17
5.1.3 Resultaat van controletest
evalueren
Op het etiket van de teststrip-verpakking
wordt het toegelaten waardebereik voor
de controlevloeistof aangegeven. Uw
testresultaat moet binnen het aange-
geven bereik liggen. Verzekert u zich
ervan dat u het testresultaat met het juis-
te waardebereik vergelijkt.
Als het resultaat van de controletest
binnen het op de teststrip-verpakking
aangegeven bereik ligt, werken de meter
en de teststrips nauwkeurig.
Als het resultaat van de controletest niet
binnen het op de teststrip-verpakking
aangegeven bereik ligt, kunnen de
volgende mogelijkheden het probleem
oplossen:
G
G
G
Oorzaak Oplossing
Lag de teststrip ergens al geruime
tijd geopend?
Was de teststrip-verpakking
niet goed afgesloten?
Werkt het meettoestel
juist?
Herhaal de test met een correct
bewaarde teststrip.
De teststrips zijn vochtig gewor-
den. Vervang de teststrips.
Is de controlevloeistof niet schoon
of is de houdbaarheidsdatum
afgelopen?
Zijn teststrip en controlevloei-
stof op een koele, droge plaats
bewaard?
Hebt u alle teststappen
goed gevolgd?
Herhaal de test, zoals beschreven
in 5.1.2. Als u verdere problemen
ondervindt, neemt u dan contact
op met de service-desk.
.
Gebruik nieuwe controlevloeistof,
om de werking van het toestel te
controleren.
Herhaal de controletest met een
correct bewaarde vloeistof en
strip.
Herhaal de test, zoals beschreven
in 5.1.2. Als u verdere problemen
ondervindt, neemt u dan contact
op met de service-desk.
5 Gebruik
18
5.2 Bloedsuikertest
voorbereiden
5.2.1 Gebruik van de prikhulp
Met de prikhulp kunt u eenvoudig,
snel, schoon en pijnloos een druppeltje
bloed voor de bloedsuikertest verkrijgen.
De prikhulp kan individueel op de ge-
voeligheid van uw huid ingesteld worden.
De aanpasbare punt is in 5 verschillende
prikdieptes instelbaar. Draai het dop-
uiteinde in de betreffende richting tot de
pijl op het cijfer met de gewenste prik-
diepte wijst. G
Bepaal uw gewenste prikdiepte:
- 1 - 2 voor zachte of dunne huid
- 3 voor normale huid
- 4 - 5 voor dikke of cornea huid
WAARSCHUWING
Gebruik de lancet of de prik-
hulp nooit samen met andere
personen. Gebruik voor elke
test een nieuwe steriele lan-
cet. Lancetten zijn bedoeld
voor eenmalig gebruik. Ge-
bruikte teststrips en lan-
cetten worden beschouwd
als gevaarlijk, biologisch
niet afbreekbaar afval.
Werp de gebruikte teststrips
en lancetten zorgvuldig weg.
Als u de gebruikte onderde-
len bij het afval weg wilt wer-
pen, verpak ze dan mogelijk
zo dat een verwonding van
en/of een infectie van andere
personen uitgesloten is.
5.2.2 Aanbrengen van de
lancet in de prikhulp
Voor het gebruik van de prik-
hulp, moet u een lancet
aanbrengen.
WAARSCHUWING
Voordat u een bloedsuiker-
test uitvoert en voor het
gebruik van de prikhulp, leest
u hoofdstuk 2 Veiligheids-
aanwijzingen (p. 4 - 9), in het
bijzonder de delen 2.2 Aan-
wijzingen voor uw gezond-
heid (p. 5 - 7) en 2.3 Aan-
wijzingen voor het gebruik
van de bloedsuiker-teststrips
(p. 7 - 8) grondig door.
5 Gebruik
19
1. Was uw handen met zeep
en warm water. Grondig
afspoelen en afdrogen. Als u
niet thuis bent of op reis of
zich niet in een situatie bevindt
waar u uw handen kunt wassen,
kunt u het huidplekje waarvan
het bloedtestje genomen moet
worden ook met speciale reini-
gingspads voorbereiden
(zie 5.2.4, p. 23).
2. Open de prikhulp, door de
beschermdop in de richting
van de klok te draaien en te
verwijderen.
Breng de lancet tot het stop-
streepje (zonder ze daarbij te
draaien) in de prikhulp aan.
3. Draai het beschermhulsje
voorzichtig van de lancet af.
5 Gebruik
20
Markering voor prikdiepte
4. Zet de beschermdop weer
op de prikhulp en draai deze
tegen de richting van de klok
in (niet te vast) vast.
5. Stel de voor u gepaste
prikdiepte in, zoals op p. 18
beschreven.
6. Span de prikhulp, door deze
uit elkaar te trekken tot deze
zich met een “klik” vastklikt.
Als deze niet vastklikt betekent
dit dat deze waarschijnlijk reeds
bij het inzetten van de lancet
gespannen is.
De prikhulp is klaar voor gebruik.
Niet in de vingers prikken voor-
dat de meter en de teststrip
goed voorbereid zijn.
5 Gebruik
21
7. Als de meter en de teststrip
klaar voor gebruik zijn en
het huidplekje schoonge-
maakt is, brengt u de prik-
hulp naar de vingertop toe
(het beste aan de zijkant) en
drukt u op de druktoets.
Door zachtjes op het plekje te
masseren, krijgt u een bloed-
druppeltje. Let op dat het
bloeddruppeltje niet uitge-
smeerd wordt en voer de test
uit, zoals beschreven in 5.3.1
”Bloedsuikertest uitvoeren”,
(vanaf p. 24) uit.
5.2.3 Gebruik van de AST-
dop
Voor de afname van een bloed-
staal voor de bloedsuikertest
thuis, wordt in de regel de af-
name uit de vingertop aangeraden.
Als een bloedafname aan de vinger-
top niet mogelijk is kunt u met de
prikhulp ook een bloedstaal uit een
ander lichaamsdeel (AST) zoals
handpalm, onderarm, bovenarm,
b o v e n d i j o f k u i t n e m e n .
In dit geval moet de beschermdop
aan de prikhulp door de AST-dop
vervangen worden. Daartoe zet u
na het invoeren van de lancet in
plaats van de beschermdop, de
transparante dop op de prikhulp en
draait u deze vast. Let op dat de
AST-dop niet voor de bloedafname
aan de vingertop bedoeld is. G
WAARSCHUWING
Bij een lage bloedsuiker-
spiegel (Hypoglycemie) moet
het bloedstaal uit de vinger-
top genomen worden omdat
met een bloedafname uit de
vingertop wijzigingen van de
bloedsuikerspiegel sneller
te meten zijn dan op
andere lichaamsplaatsen.
De metingen aan de vinger-
top en op een andere plaats
op het lichaam kunnen ster-
ke, onderling afwijkende
meetwaarden veroorzaken.
Het is daarom noodzakelijk
dat u praat met uw arts,
voordat u een bloedsuiker-
test met een andere bloed-
staal op een andere plaats op
het lichaam uitvoert.
5 Gebruik
22
Onderarm
Bovenarm
Dij
Kuit
Handpalm
In plaats van de vinger-
top kan het bloedstaal
ook afgenomen
worden aan:
De vingertop
van elke vinger en van beide
handen voor de bloedafname
gebruikt worden.
Vingertop (voorbeeld)
Werk als volgt:
1. Kies een zachte, niet al te sterk
behaarde plaats op het lichaam
uit, die niet in de buurt van een
gebeente of een ader ligt.
2. Ter voorbereiding van de
huid en voor een betere bloed-
somloop, masseert u de plaats
zacht.
3. Houdt de prikhulp enkele
seconden tegen de prikplek aan
vóór het prikken en druk dan op
de druktoets.
4. Wacht tot er zich onder AST
dop een bloeddruppeltje met de
diameter van ca. 1,4 mm ge-
vormd heeft.
5. Neem de prikhulp voorzichtig
weg van de huid en ga verder
zoals bij de het gebruik van de
normale beschermdop beschre-
ven (zie 5.3.1 ”Bloedsuikertest
uitvoeren”, vanaf p. 24).
G
G
G
G
G
G
5 Gebruik
23
5.2.4 Gebruik van de alcohol-
pads
AANWIJZING
Bij de startkit van uw bloed-
suikermeter MediTouch
zitten 5 alcoholpads.
De pads zijn in 75% ethyl-
alcohol gedoopt. Gebruik
alcohol-pads ter voorberei-
ding van het huidoppervlak
voor de bloedafname, als u
onderweg bent en niet de
gelegenheid hebt om uw
handen te wassen. Na het
gebruik van een alcohol-
pad moet de huid volledig
droog zijn.
Maak de verpakking van een
alcohol-pad open. Neem het
alcohol-pad eruit en maak het
huidplekje schoon waar u bloed
wilt afnemen door zachtjes te
drukken. Wacht een paar
seconden, tot de alcohol zich-
zelf volledig op het huidopper-
vlak opgelost heeft om meet-
fouten te vermijden. Gebruik
het pad niet verder en werp
het meteen weg na gebruik.
Opmerking:
U kunt de alcohol-pads ook
voor het schoonmaken van
de meter gebruiken (zie 7.2
Reiniging en verzorging,
p. 36).
G
G
WAARSCHUWING
De alcohol-pads zijn enkel
bestemd voor uitwendig
gebruik! Vermijd contact
met ogen, lippen en
slijmhuid! De alcohol-pads
zijn enkel bestemd
voor eenmalig gebruik!
5 Gebruik
5.3 Bloedsuikerwaarde bepalen
5.3.1 Bloedsuikertest uitvoeren
WAARSCHUWING
Voordat u een bloedsuikertest
uitvoert en voor het gebruik van
de prikhulp en bloedsuiker-test-
strips, leest u hoofdstuk 2 Veilig-
heidsaanwijzingen (p. 4 - 9), in het
bijzonder de gedeeltes 2.2 Aan-
wijzingen voor uw gezondheid
(p. 5 - 7) en 2.3 Aanwijzingen voor
de bloedsuiker-teststrips (p. 7 - 8).
De meter is niet geschikt voor
het vaststellen van diabetes en
voor bloedsuikerbepaling van
pasgeborenen.
24
1. Breng de teststrip in
pijlrichting in de meter
aan. Let op dat de teststrip
nadat deze uit de verpakking
genomen is binnen 3
minuten gebruikt moet
worden. Het symbool
verschijnt automatisch.
2.
het eten) of (na het eten)
in te stellen en druk op ,
om uw invoer te bevestigen.
Druk op , om (voor
5 Gebruik
25
3. Als het bloeddruppel-sym-
bool op de display knip-
pert, neemt u een druppeltje
bloed van uw vingertop (zoals
in gedeelte 5.2.2, punt 7., p.
21 wordt beschreven).
4. Het plekje zacht masseren
om de bloedsomloop te
stimuleren.
5. Breng een druppeltje aan
op het bloedopname-punt
op het einde van de teststrip.
6. Breng geen bloed aan op de
bovenkant van de teststrip.
7. Als door de reactiecel van
de teststrip voldoende bloed
is opgenomen, hoort u
een piepsignaal. Na ca. 5
seconden verschijnt dit op
de display.
5 Gebruik
26
WAARSCHUWING
Wijzig nooit zelf de voor-
geschreven medicatie-
dosering of een therapie op
basis van een enkel test-
resultaat van uw
bloedsuikermeting.
8. Open de prikhulp opnieuw,
door de beschermdop met de
wijzers van de klok mee te
draaien en eraf te halen.
Verwijder de gebruikte lancet,
door de lancet-ingang met twee
vingers vast te houden. Beweeg
dan de schuiver, die op de tegen-
overliggende zijde van de druk-
toets aangebracht is naar
boven en haal de lancet eruit.
9.
om verwondingen aan andere
personen te vermijden.
Breng de beschermdop weer
aan op de prikhulp en draai
deze tegen de klok in (niet te
strak) vast.
Werp de lancet zorgvuldig weg,
5 Gebruik
5.3.2 Evaluatie van een testresultaat
De MediTouch bloedsuiker-teststrip functioneert
door middel van plasma en is voor een eenvoudigere
vergelijking met laboratoriumtests gecalibreerd.
De normale bloedsuikerwaarde van een volwassene
zonder diabetes ligt tussen 3,9 - 6,7 mmol/L (70 en
120 mg/dl). Twee uren na een maaltijd moet ligt de
bloedsuikerwaarde van volwassenen zonder dia-
betes bij minder als 7,8 mmol/L (140 mg/dl). Voor
personen met diabetes geldt: Bespreek met uw arts
het bereik van de bloedsuikerwaarde dat voor u van
toepassing is. G
5.3.3 Bijzondere testresultaten
Als uw testresultaat niet met uw verwachtingen over-
eenkomt, doet u het volgende:
1. Voer de controletest uit, hoofdstuk 5.1.2 "Test met
controlevloeistof uitvoeren", p. 14.
2. Herhaal de bloedsuikertest, hoofdstuk 5.3.1
"Bloedsuikertest uitvoeren”, p. 24.
3. Als uw testresultaat naar uw gevoel nog steeds
afwijkt, neem dan contact op met uw arts.
AANWIJZINGEN
invloed hebben op de testresultaten.
Een relatieve luchtvochtigheid van
meer dan 90% kan leiden tot foutieve
resultaten.
Is het aandeel van de rode bloed-
lichaampjes (Hematocrietwaarde)
heel hoog (boven 55%) of zeer laag
(onder 30%), dan kan dit de meet-
resultaten negatief beïnvloeden.
Studies hebben aangetoond dat
elektromagnetische velden invloed
kunnen hebben op de testresultaten.
Voer de test niet uit in de buurt van
toestellen die sterke elektromagne-
tische straling kunnen afgeven (bij
voorbeeld magnetron-golven, mo-
biele telefoons etc.).
Extreem hoge luchtvochtigheid kan
27
5 Gebruik
28
5.3.4 Vergelijkbaarheid van uw testresultaten
met een laboratoriumresultaat
Een vaakgestelde vraag is hoe men de bloedsuiker-
waarde van de meter met de resultaten van het
laboratorium vergelijkt. Uw bloedsuikerwaarde
kan heel snel veranderen, vooral na het eten, na
het innemen van medicatie en lichamelijke inspan-
ning. Uw bloedsuiker is onderhevig aan diverse in-
vloeden en toont respectievelijk op verschillende
tijdstippen van de dag verschillende waarden.
Wilt u het testresultaat van uw meter met de
resultaten van het laboratorium, vergelijken, moet u
bij de uitvoering van uw bloedsuikertest nuchter
zijn (lege maag). U kunt dit het best 's morgens
doen. Neem uw meter mee naar uw arts en test
uzelf binnen vijf minuten, voor- of nadat het medisch
personeel bloed werd afgenomen.
Vergeet niet dat de technologie van het laboratori-
um niet dezelfde is als die van uw meter en dat de
bloedsuikermeter voor het persoonlijke gebruik in
de regel meer afwijkende waarden dan die in het
G
AANWIJZING
laboratorium kunnen vertonen. Voor correctheid
en nauwkeurigheid en om de voor u belangrijke
informatie te garanderen, leest u ook de aan-
wijzingen bij de bloedsuiker-teststrips. G
Bij het bijhouden van uw diabetici dagboek,
is het belangrijk, dat u uw testresultaten
steeds met datum en tijd aangeeft en deze
met de respectievelijke symbolen voor
markeert.
voor het eten , na het eten ,
Morgen , Middag ,
Avond , Nacht
5 Gebruik
6 Geheugen
6.1 Opslaan van de testresultaten
Uw meter bewaart tot en met 360 meetresultaten
met datum en tijd van de test. U kunt deze waarden
altijd oproepen.
Als het geheugen vol is en er een nieuw testresultaat
toegevoegd moet worden, wordt de oudste waarde
automatisch verwijderd. Daarom is het belangrijk dat
u de datum en tijd juist in uw meter invoert.
G
G
AANWIJZINGEN
• De opgeslagen gegevens gaan niet verloren
als u de accu vervangt. U moet wel contro-
leren of de tijd en datum nog juist ingesteld
zijn. Het kan voorkomen dat na het vervang-
en van de accu de tijd en datum opnieuw
ingesteld moeten worden. Lees daarvoor
4.2 " Instellen van tijd en datum (Eerste in-
stelling)" (p. 12 – 13).
Als het geheugen 360 meetresultaten bevat
en er een nieuw testresultaat toegevoegd
moet worden, wordt de oudste opslagwaarde
automatisch verwijderd.
• Gemiddelde waarde:
Op basis van de bloedsuiker-meetwaarden
van de voorbije 7, 14, 30, 60 en 90 dagen
berekent het MediTouch-toestel de ge-
middelde waarde, gemeten vanaf het
recentste (360) tot en met het eerste (001)
testresultaat en die van alle AC (voor het
eten)- en PC (na het eten)-testresultaten van
de voorbije 30 dagen.
29
6 Geheugen
30
6.2 Oproepen en verwijderen van de testresultaten
U kunt de testresultaten altijd
oproepen, zonder een teststrip in
te voeren. Testresultaten, die aan
de hand van bepaalde criteria zijn
ontstaan, worden met de respec-
tievelijke symbolen getoond. Bij
het oproepen van opgeslagen
testresultaten kan een selectie
met betrekking tot deze criteria
gemaakt worden, als u het res-
pectievelijke symbool selecteert:
1. Schakel de meter in, door
ca. 3 sec. de –toets te
drukken.
2. Druk , om de doorsnee-
waarde van de met of
opgeslagen testresultaten
van de voorbije 30 dagen op te
roepen.
3.
alle opgeslagen testresul-
taten in de volgorde van
360 tot 001 op te roepen,
d.w.z. de recentste invoer
wordt als eerste getoond
en de oudste het laatste.
Druk , om opeenvolgend
voor het eten
na het eten
Morgen
Middag
Avond
Nacht
31
4. Om een testresultaat te ver-
wijderen, druk gedurende
3 seconden in en de display
toont “dEL”.
5. Druk , om de volgende
invoer te tonen.
6. Als u niet op een volgende toets
drukt, schakelt het toestel na
ca. 2 minuten automatisch uit.
7. Druk , om de gemiddelde
waarde van de met , ,
of opgeslagen test-
resultaten van de voorbije 30
dagen op te roepen.
8. Druk , om de
waarde van de voorbije
7, 14, 30, 60 of 90 dagen
te tonen.
gemiddelde
6 Geheugen
6 Geheugen / 7 Diversen
32
9. Druk , om terug naar
te gaan.
10. Als u niet op een volgende
toets drukt, schakelt de
meter na ca. 2 minuten
automatisch uit.
7 Diversen
7.1 Displaysignalen en fouten
verhelpen
Display
Telkens wanneer de meter inge-
schakeld wordt, controleert het
automatisch zijn eigen systemen
en toont eventuele onregelmatig-
heden op de display. Om zeker te
zijn dat de display correct werkt
schakelt u de meter in. Houdt
ca. 3 seconden ingedrukt, om het
gehele display te kunnen zien.
Alle display-elementen moeten
duidelijk herkenbaar zijn en moe-
ten overeenkomen met de geto-
onde afbeelding. Als dit niet over-
eenkomt, dan neemt u contact op
met de service-desk.
G
F
G
De beschrijving van de
afgebeelde symbolen, vindt
u in het begin van deze
gebruikershandleiding.
7 Diversen
33
Foutmeldingen
Probeer de foutmeldingen niet
zelf op te lossen. Neemt u con-
tact op met de service-desk als
u twijfelt.
G
G
Oorzaak Vochtige/gebruikte
teststrips
Oplossing Een nieuwe teststrip
gebruiken.
Zwakke accu
Vervangen door een
nieuwe accu.
34
Systeemfout
Eerst een nieuwe accu
plaatsen. Als opnieuw fout
001 getoond wordt, dan
neemt u contact op met de
service-desk.
Testresultaat is hoger
dan 33,3 mmol/L
Herhaal de test. Als het
resultaat niet verandert,
neemt u dan contact op
met uw arts.
Testresultaat ligt tussen
3,3 en 1,1 mmol/L
Het symbool voor Hypo-
glycemie (lage bloedsuiker-
spiegel) verschijnt. Neem
contact op met uw arts.
H
7 Diversen
35
Testresultaat is lager dan
1,1 mmol/L
Herhaal de test. Als het resul-
taat ongewijzigd blijft, neem dan
contact op met uw arts.
“Ht” / “Lt” verschijnt. Temperatuur is te hoog of te laag, d.w.z.
niet binnen het bereik van de noodzakelijke 10 °C - 40 °C
(50 °F - 104 °F). De gebruiker wordt gewaarschuwd voor een
mogelijk foutief testresultaat, indien de test uitgevoerd wordt.
Gebruik de meter op een plaats met een temperatuur
tussen 10 °C en 40 °C (50 °F - 104 °F).
7 Diversen
36
7.2 Schoonmaken en onderhoud
Bloedsuikermeter
Uw bloedsuikermeter is een precisie-
instrument. Behandel het met zorg om de elektroni-
ca niet te beschadigen en om functiestoringen te
vermijden. Om uw meter te onderhouden is geen
speciale reiniging nodig, als het niet met bloed of
controlevloeistof in aanraking komt. Bescherm de
meter tegen vuil, stof, bloeden watervlekken. Let
op volgende aanwijzingen:
Controleer of de meter uitgeschakeld is.
De meter kunt u met een licht vochtig doekje
(met water en een mild reinigingsmiddel) reinigen.
Gebruik nooit hardnekkige schoonmaakmiddelen
of harde borstels.
Besproei de meter nooit met schoonmaakmid-
delen.
De meter niet in water onderdompelen. Er mag
geen water of andere vloeistof in de meter binnen
dringen. Na het schoonmaken de meter afdrogen
met een pluisvrije handdoek.
Voor de reiniging of desinfectie van de meter
kunt u ook een van de meegeleverde alcohol-
MediTouch
pads gebruiken. Lees 5.2.4 “Gebruik van
de alcohol-pads” op p. 23 en volg de aanwijzingen.
Let op dat er geen vuiligheid, stof, bloed, controle-
vloeistof, water of alcohol door de gleuf van de
test-strip of aan de toetsen in de binnenkant van
de meter terecht komt.
De meter niet blootstellen aan extreme tempera-
turen.
Bewaar de meter na elk gebruik in het meege-
leverde etui.
Bewaar de meter en de teststrips niet in de
auto, badkamer of koelkast.
Verwijder de accu, als u de meter een maand of
langer niet gebruikt.
Prikhulp
De prikhulp kunt u met een vochtige doek (met
water en een mild schoonmaakmiddel) reinigen.
Dompel het niet in water of een andere vloeistof
en laat in geen geval water of een andere vloei-
stof in de binnenkant van de prikhulp lopen. Om
de beschermdop te ontsmetten, legt u deze een-
maal per week na de reiniging gedurende 10
minuten in 70% - 75% reinigingsalcohol. Laat de
beschermdop na de ontsmetting goed drogen in
de open lucht.
7 Diversen
37
7.3 Technische gegevens
Naam en model
Meetmethode
Meetbereik
Meetduur
Geheugen
Calibratie
Gebruiksvoorwaarden
Opslag- en transportvoorwaarden
Staalvolume
Staalmateriaal
Hematocrietwaarde(Htc)
Stroomvoorziening
Accu-werkingsduur
Automatische uitschakeling
Afmetingen display
Afmetingen L x B x T
Gewicht
Artikel-nummer
EAN-nummer
MEDISANA bloedsuikermeter MediTouch
elektro-chemische biosensor-technologie
1,1 - 33,3 mmol/L
ca. 5 seconden
360 testresultaten met tijd en datum
Plasma
Temperatuur 10 °C – 40 °C (50 °F – 104 °F),
relatieve luchtvochtigheid tot 90 %
Temperatuur 2 °C – 30 °C (35.6 °F - 86 °F),
relatieve luchtvochtigheid tot 90 %
0,6 µl
vers bloed van de vingertop, handoppervlak of arm
(capillair bloed)
30 – 55 %
1 x 3 V CR2032 lithium-accu
voor ca. 1000 metingen
na ca. 2 minuten
ca. 42 x 32 mm
ca. 75 x 44 x 10 mm
ca. 40 g zonder accu
79026
40 15588 79026 3
In het kader van onze voortdurende inspanningen naar verbeteringen, behouden wij ons het recht
voor om qua vormgeving en op technisch gebied veranderingen aan ons product door te voeren.
7 Diversen
38
Elektromagnetische veiligheid:
Het toestel voldoet aan de vereisten van de norm
EN 60601-1-2 voor elektromagnetische veiligheid.
Details over deze meetgegevens kunnen bij MEDISANA
opgevraagd worden.
De meter is volgens de normen van de EG-richtlijn
98/79 voor “In Vitro” diagnostische toestellen ge-
certificeerd.
7.4 Toebehoren MEDISANA MediTouch
7.5 Afvalbeheer
Teststrips
Werp de teststrips, lancetten en alcohol-
pads altijd weg zodat een verwonding
of een infectie van andere personen uit-
gesloten is. Als u vragen hebt over het
wegwerpen, neemt u contact op met de
plaatselijke instantie of uw handelaar.
G
Dit apparaat mag niet samen met
het huishoudelijk afval worden
aangeboden. Iedere consument is
verplicht, alle elektrische of elek-
tronische apparaten, ongeacht of
deze schadelijke stoffen bevatten
of niet, bij een milieudepot in zijn stad of bij de
handelaar af te geven, zodat ze op een milieu-
vriendelijke manier kunnen worden verwerkt.
Haal de batterijen uit het apparaat voordat u
het apparaat weggooit. Gooi gebruikte bat-
terijen niet bij het huisvuil, maar breng deze
naar de daarvoor bestemde afvalverwerking
of lever deze in bij een speciaal daarvoor be-
stemd inzamelstation bij de supermarkt of
elektrowinkelier. Wendt u zich inzake afvalbe-
heer tot uw gemeente of handelaar. G
7 Diversen
Vraag dit bij uw specialist of uw service-centrum
na of bestel het via blutzucker-shop@medisana.de:
100 lancetten Artikel-nr. 79028
1 Medisana prikhulp Artikel- nr. 79002
1 Medisana controlevloeistof Artikel- nr. 79029
50 MediTouch-teststrips Artikel-nr. 79027
MediTouch-
8 Garantie
39
8.1 Garantie en reparatievoorwaarden
Wendt u zich voor garantiegevallen altijd tot uw
leverancier of tot onze klantendienst. Moet u het
apparaat opsturen, stuur het dan samen met de
klacht en een kopie van de aankoopbon naar onze
klantendienst. Voor garantie gelden de volgende
voorwaarden:
1. Voor de producten van MEDISANA geldt een
garantietermijn van drie jaar vanaf de datum van
aankoop. Deze kan door middel van de verkoop-
bon of factuur worden aangetoond.
2. Alle klachten, die het gevolg zijn van materiaal of
fabricagefouten worden binnen de garantietermijn
gratis verholpen.
3. Een geval van garantie leidt niet tot automatische
verlenging van de garantietermijn, noch voor het
apparaat zelf noch voor de vervangen onderdelen.
4. Uitgesloten van garantie zijn:
a. Alle schade die ontstaan is door ondeskundige
behandeling, b.v. het niet op de juiste wijze
volgen van de gebruiksaanwijzing
b. Beschadigingen, die zijn ontstaan door repara-
ties door de koper of een ander onbevoegd
persoon.
c. Transportschade, die is ontstaan op weg van
de verkoper naar de verbruiker of tijdens het
opsturen naar de klantendienst.
d. Toebehoor-onderdelen die normale slijtage
hebben, zoals accu, prikhulp en artikelen voor
eenmalig gebruik etc..
5. De fabrikant neemt geen verantwoording voor
directe of indirecte vervolgschade die door het
apparaat veroorzaakt wordt. Ook niet als de
schade aan het apparaat als garantiegeval
erkend is.
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19
41468 NEUSS
Duitsland
eMail: info@medisana.de
Internet: www.medisana.de
Voor het service-adres zie volgende pagina.
Service-adres:
Medisana Benelux NV, Euregiopark 30
NL-6467 JE Kerkrade, Nederland
Tel: 00 31 45 5470860
e-mail: Info@medisana.nl
Internet: www.meditouch.eu
1/184