Boss DD-200 de handleiding

Categorie
Muzikale uitrusting
Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
Lees zorgvuldig “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de
Gebruikershandleiding (p. 17)) voordat u het apparaat gaat gebruiken. Na het lezen bewaart u de documenten op een plaats waar u deze
later makkelijk kunt raadplegen.
© 2019 Roland Corporation
2
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
2
3 4
5
6
7
8
9 10 11 12
13 14
1 Display
Toont de delaytijd, enz.
2 [TIME]-regelaar
Stelt de vertragingstijd in of verandert van geheugen.
Het display verandert telkens wanneer u op de regelaar
drukt.
Voorbeeldweergaven
Vertragingstijd (tijd)
1 ms = “1”, 100 ms = “100”, 1 s = “1.00
Vertragingstijd (tempo)
Tempo: 120 = “120.”, Tempo: 1000 = “1K.”,
Tempo: 99000 = “ggK.”, Tempo: 100000 = “10.K.
Geheugen
MANUAL = “MAN”, memory 1–9 = “M-1”–“M-g”, memory
10–99 = “M10”–“Mgg”, memory 100–127 = “M.00”–“M.27
3 [FEEDBACK]-regelaar
Past de hoeveelheid feedback (hoeveelheid herhaling)
aan.
* Afhankelijk van het geluid dat wordt ingevoerd en de positie van
de regelaar, kan oscillatie optreden.
Paneelbeschrijvingen
3
4 [E.LEVEL]-regelaar
Wijzigt het volume van het eectgeluid.
Als de modus REVERSE is, wordt het directe geluid
weggedrukt door E.LEVEL te maximaliseren.
5 [MODE]-regelaar
Selecteert de delaymodus
Modus Beschrijving
STANDARD
Heldere digitale delay.
ANALOG
Milde analoge delay.
TAPE
Geluid met de kenmerkende vertraging
van een tape-echo-apparaat. Repliceert de
Roland RE-201.
DRUM
Repliceert de Binson EchoRec2.
SHIMMER
Delay die een in toonhoogte verschoven
geluid combineert.
TERA ECHO
Echogeluid dat noch reverb noch delay is,
met ruimtelijkheid en beweging.
PAD ECHO
Delay met een afdrijvend gevoel.
PATTERN
Geluid dat 16 delays combineert.
LO-FI
Vet geluid met enige vervorming.
DUAL
Twee delays verbonden in serie.
DUCKING
Het volume en de feedback worden
automatisch aangepast op basis van de
input. Staat uw spel niet in de weg, ook niet
als u dit intensief toepast.
REVERSE
Delay die achteruit speelt.
6 [PARAM]-regelaar
Past een geschikte parameter aan voor elke modus.
Modus Beschrijving
STANDARD
Past de attack voor het delaygeluid aan.
ANALOG
Past het karakter van het delaygeluid en het
gevoel van vervorming aan.
TAPE
Selecteert de combinatie van de drie
afspeelkoppen.
Als een decimale punt . wordt weergegeven
voor het laagste cijfer, wordt vervorming
toegevoegd aan het geluid.
DRUM
Selecteert de combinatie van de vier
afspeelkoppen.
Als alle afspeelkoppen gecombineerd zijn,
geeft het display “ALL aan.
Als een decimale punt . wordt weergegeven
voor het laagste cijfer, wordt vervorming
toegevoegd aan het geluid.
SHIMMER
Wijzigt de scherpte van het delaygeluid.
TERA ECHO
Past de hoeveelheid onderscheidend
karakter aan voor het eectgeluid.
PAD ECHO
Regelt de attack van het eectgeluid.
PATTERN
Selecteert het delaypatroon.
LO-FI
Regelt de hoeveelheid vervorming van het
eectgeluid.
DUAL
Regelt de tweede delaytijd. Dit wordt
opgegeven als een verhouding (%) ten
opzichte van de eerste vertraging.
Paneelbeschrijvingen
4
Modus Beschrijving
DUCKING
Regelt de gevoeligheid waarmee het
volume automatisch wordt aangepast
afhankelijk van de input. Door deze waarde
te verhogen, wordt de respons gevoeliger bij
lagere volumes.
REVERSE
Past de attack voor het delaygeluid aan.
7 [TONE]-regelaar
Regelt de toon van het eectgeluid.
Als de regelaar in de middenpositie staat, is het geluid
vlak. Door de regelaar naar rechts te draaien, wordt het
bereik van de hoge frequenties versterkt en door naar
links te draaien, wordt het bereik met hoge frequentie
onderbroken.
8 [MOD DEPTH]-regelaar
Past de diepte aan waarop het eectgeluid wordt
gemoduleerd.
9 [TAP DIVISION]-knop
Geeft de delaytijd op in een nootlengte ten opzichte
van BPM.
Voorkomen van onbedoelde bediening
(paneelvergrendeling)
Door langdurig op de [TAP DIVISION]-knop te drukken,
kunt u schakelen tussen het activeren (ontgrendelen)
of uitschakelen (vergrendelen) van de regelaars en
knoppen.
Als u een handeling probeert terwijl het apparaat
vergrendeld is, geeft het display LCK aan.
10 TAP DIVISION-indicator
Deze geeft de vertragingstijd aan als een nootwaarde;
het interval waarmee u op het pedaal drukt, wordt
beschouwd als een kwartnoot (100%)
TAP DIVISION-indicator
Beschrijving
ˇ ¸ ˙
TRI DOT
( (
Gepuncteerde halve noot (300%)
(
Halve noot (200%)
( (
Gepuncteerde kwartnoot (150%)
( (
Triool van halve noten (133%)
(
Kwartnoot (100%)
( (
Gepuncteerde achtste noot (75%)
( (
Triool van kwartnoten (67%)
(
Achtste noot (50%)
( (
Triool van achtste noten (33%)
Paneelbeschrijvingen
5
11 [MEMORY]-knop
Schakelt tussen geheugens of slaat deze op (MANUAL,
1-127) (p. 8).
Het geheugen verandert telkens wanneer u op de
[MEMORY]-knop drukt. U kunt ook van geheugen
veranderen door de [MEMORY]-knop ingedrukt te
houden en aan de [TIME]-regelaar te draaien.
12 MEMORY-indicator
Geeft het huidige geselecteerde geheugen aan.
Als een geheugen 5–127 is geselecteerd, is de indicator
niet verlicht.
13 [ON/OFF]-schakelaar
Schakelt de delay in en uit.
14 [MEMORY/TAP]-schakelaar
Schakelt tussen geheugens (p. 8).
Druk lang op de [MEMORY/TAP]-schakelaar om de
tapmodus te selecteren.
Door op de schakelaar te drukken in het tempo van het
nummer dat u aan het spelen bent, kunt u hiermee een
bijpassende delaytijd instellen.
MEMO
De functie van de voetschakelaar kan worden gewijzigd
door “MFC(MEMORY FUNCTION).
Paneelbeschrijvingen
6
Achterpaneel (de apparatuur aansluiten)
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit alvorens
deze aan te sluiten om defecten of storingen aan de apparatuur te
voorkomen.
A B C
D
A
INPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Sluit hier uw gitaar, bas of eectapparaat aan.
Gebruik de A- en B-aansluitingen als u een
eectapparaat met stereo-uitvoer aansluit. Gebruik
alleen de A-aansluiting als u dit apparaat in mono
gebruikt.
De stroom in- en uitschakelen
De INPUT A-aansluiting dient ook als stroomschakelaar.
Het apparaat wordt ingeschakeld wanneer u een
instrument aansluit op de INPUT A-aansluiting.
Bij het inschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als
laatstein.
Bij het uitschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als
eersteuit.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt uitgezet, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
B OUTPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Verbind deze aansluiting met de luidsprekers van uw
versterker of monitor.
Gebruik alleen de OUTPUT A-aansluiting als u dit
apparaat in mono gebruikt. Zelfs geluid dat in stereo
wordt ingevoerd, wordt in mono uitgevoerd.
Paneelbeschrijvingen
7
C CTL 1, 2/EXP-aansluiting
De aansluiting gebruiken als CTL 1/2
U kunt een voetschakelaar (apart verkrijgbaar: FS-5U,
FS-6, FS-7) aansluiten en deze gebruiken om van
geheugen of kanaal te wisselen (p. 10).
De aansluiting als EXP gebruiken
U kunt een expressiepedaal (apart verkrijgbaar: EV-30,
Roland EV-5, enz.) aansluiten en gebruiken om de
vertragingstijd of het volume van het eectgeluid te
regelen (p. 12).
* Gebruik alleen het in deze handleiding beschreven
expressiepedaal. Het aansluiten van een expressiepedaal van een
ander type kan leiden tot defecten en/of schade aan het apparaat.
D DC IN-aansluiting
Een netstroomadapter (apart verkrijgbaar: PSA-S-serie)
kan op deze aansluiting worden aangesloten.
* Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter (apart
verkrijgbaar: PSA-S-serie) en steek de stekker in een stopcontact
met de juiste spanning.
* Als de netstroomadapter is aangesloten terwijl het apparaat
is ingeschakeld, gebruikt het apparaat de voeding van de
netstroomadapter.
Zijpaneel (de apparatuur aansluiten)
E
F
E
MIDI-aansluitingen
Gebruik een TRS/MIDI-verbindingskabel (apart
verkrijgbaar: BMIDI-5-35) om een extern MIDI-apparaat
aan te sluiten. U kunt een extern MIDI-apparaat
gebruiken om de geheugens van dit toestel te wisselen.
* Sluit hier geen audioapparaat op aan. Als u dit wel doet, zal dit
leiden tot defecten.
F USB-poort
Sluit uw computer aan met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel die USB 2.0 ondersteunt.
* Gebruik geen micro-USB-kabel die alleen ontworpen is om een
apparaat op te laden. Kabels voor alleen laden kunnen geen
gegevens doorsturen.
* Dit wordt alleen gebruikt voor programma-updates.
8
Opslaan naar geheugen
U kunt door u bewerkte delay-instellingen als volgt
opslaan.
1. Druk lang op de [MEMORY]-knop.
Het display geeft Wrt aan.
2. Draai aan de [TIME]-regelaar om de
opslaglocatie te selecteren (MAN, 1–127).
U kunt de opslaglocatie ook selecteren door op de
[MEMORY]-knop te drukken.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [TAP DIVISION]-
knop.
3. Druk lang op de [MEMORY]-knop om de
opslagbestemming te bevestigen.
Het geheugen is opgeslagen.
* Als u onder MAN opslaat, worden de instellingen van het paneel
toegepast als waarden voor MODE, FEEDBACK, E.LEVEL, PARAM,
TONE en MOD DEPTH.
Schakelen tussen geheugens
U kunt als volgt een opgeslagen geheugen oproepen.
1. Druk op de [MEMORY]-knop om een geheugen
te selecteren.
Elke keer dat u op de knop drukt, doorloopt u de
geheugens in de volgorde “MAN (handmatig) 0
10 2 0 3 0 4 ...1270 MAN...
U kunt ook van geheugen veranderen door de
[MEMORY]-knop ingedrukt te houden en aan de
[TIME]-regelaar te draaien.
* De MEMORY-indicator brandt niet als een geheugen 5–127 is
geselecteerd.
MEMO
U kunt het geheugenomschakelingsbereik opgeven door
de instellingen voor ETF (EXTENT FROM - bereik van) en
ETT (EXTENT TO - bereik tot) te bewerken (p. 12).
Wat is “MAN” (handmatig)?
Als u “MAN” selecteert, is de vertraging hoorbaar met
instellingen die de werkelijke posities van de regelaars
weergeven. De vertragingstijd en TAP DIVISION gebruiken
de instellingen die u in het geheugen hebt geschreven.
Geheugens opslaan en wisselen
9
U kunt de looper gebruiken om te spelen terwijl u opneemt en het geluid in realtime afspeelt om lagen te creëren.
Hiermee kunt u lagen van geluid creëren terwijl u delay gebruikt.
Spelen met phraseloops
Loopermodus inschakelen (uitschakelen): Druk tegelijkertijd op de [ON/OFF]-schakelaar en de [MEMORY/TAP]-schakelaar.
Wanneer de looper start, geeft het display LoP aan.
* Maximale opnametijd: ongeveer 60 seconden (mono)
Stop
Druk tijdens overdubben of
afspelen van de loop op de
schakelaar om te stoppen.
De opname wissen
Houd in de stopstand de [MEMORY/TAP]-schakelaar twee seconden of
langer ingedrukt om de opname te wissen.
* Wanneer u de loopermodus verlaat, wordt de opgenomen inhoud gewist.
* De opgenomen inhoud wordt niet opgeslagen.
Afspelen in loops
De opname wordt als een
loop afgespeeld.
Druk op de schakelaar om
over te schakelen naar
overdubben.
Overdubben
Terwijl uw opname als een
loop afspeelt, kunt u een extra
uitvoering overdubben en
opnemen.
Druk op de schakelaar om naar
afspelen te schakelen.
Opnemen
Neem uw gitaar- of
basspel op.
REC DUB PLY
* Als er opgenomen gegevens zijn, licht de ON/OFF-indicator op. Als er geen gegevens zijn, is de indicator niet verlicht.
10
Algemene instellingen (Menu)
Basisbediening
1. Druk tegelijkertijd op de [TAP DIVISION]-knop
en de [MEMORY]-knop.
U gaat naar de menumodus.
2. Draai de [TIME]-regelaar om een parameter te
selecteren en druk vervolgens op de [TIME]-
regelaar.
De waarde wordt weergegeven.
3. Draai de [TIME]-regelaar om de waarde te
wijzigen.
4. Druk op de [TIME]-regelaar.
5. Druk tegelijkertijd op de [TAP DIVISION]-knop
en de [MEMORY]-knop.
U verlaat de menumodus.
Een functie toewijzen aan een extern pedaal
U kunt voetschakelaars (apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-6, FS-7)
aansluiten op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting en deze gebruiken om
van geheugen of kanaal te wisselen.
Gebruik de menu-items C1F of ”C2F om deze instellingen te
prepareren (p. 11).
FS-5U FS-6/FS-7
CTL 2 CTL 1
CTL 2 CTL 1
CTL 2
CTL 1
CTL 1
FS-5U×2
FS-5U
FS-6/FS-7
Algemene instellingen (Menu)
11
Menu-parameterlijst
Parameter
Beschrijving
Cry
(CARRYOVER)
Geeft aan of het eectgeluid wordt
overgedragen (on) of niet wordt
overgedragen (oFF) wanneer u van
geluid wisselt of de delay uitschakelt.
tHd
(TEMPO HOLD)
Geeft aan of het tempo (BPM) wordt
aangehouden (on) of veranderd (oFF)
wanneer u van geluid wisselt.
SWF
(ON/OFF FUNCTION)
MFC
(MEMORY FUNCTION)
C1F
(CTL1 FUNCTION)
C2F
(CTL2 FUNCTION)
Geven de functies op van de [ON/OFF]-
schakelaar, de [MEMORY/TAP]-schakelaar
en de voetschakelaars die op de CTL 1, 2/
EXP-aansluiting zijn aangesloten.
* De functies die kunnen worden toegewezen,
verschillen afhankelijk van de schakelaar.
oFF: Uitgeschakeld.
SW
(ON/OFF SWITCH): Schakelt het eect in/uit.
MoM
(MOMENT): Voert het delaygeluid alleen
uit wanneer ingedrukt.
Fad
(FADE): Laat het delay-geluid in-/
uitfaden.
Parameter
Beschrijving
SWF
(ON/OFF FUNCTION)
MFC
(MEMORY FUNCTION)
C1F
(CTL1 FUNCTION)
C2F
(CTL2 FUNCTION)
MAN (MANUAL): Handmatig selecteren.
M-1M.27
(MEMORY1–127): Geheugen 1-127
selecteren.
MUP, Mdn
(MEMORY UP, DOWN): Geheugens
selecteren conform MEMORY EXTENT
(p. 12). Druk lang op de schakelaar om
de tikmodus te selecteren (de indicator
knippert in het tempo).
MUP.
(MEMORY UP, IN/UIT): Het
geheugennummer verhogen volgens de
MEMORY EXTENT-instelling. Druk lang op de
schakelaar om het eect in/uit te schakelen.
MDN.
(MEMORY DOWN, IN/UIT): Het
geheugennummer verlagen volgens de
MEMORY EXTENT-instelling. Druk lang op de
schakelaar om het eect in/uit te schakelen.
tAP
(TAP TEMPO): Tik om het tempo in te
voeren (tikmodus).
HLd
(HOLD): Herhaalt het delaygeluid
wanneer ingedrukt (aanhoudmodus).
WAP
(WARP):
Regelt tegelijkertijd de
feedbackhoeveelheid en het volume van het
delaygeluid, zodat u een fantasie-achtige
delay kunt produceren (warpmodus).
tSt (TWIST): Produceert een agressief
roterend eect (twistmodus).
rL2
(ROLL 1/2), rL4 (ROLL 1/4), rL8 (ROLL 1/8):
Stelt de delaytijd in op 1/2-1/8 (rolmodus).
LPS
(LOOP ON/OFF): Schakelt de looper in
en uit.
Algemene instellingen (Menu)
12
Parameter
Beschrijving
SWF
(ON/OFF FUNCTION)
MFC
(MEMORY FUNCTION)
C1F
(CTL1 FUNCTION)
C2F
(CTL2 FUNCTION)
LPC (LOOPER CONTROL): Bestuurt de looper.
Tikken: Schakelt de looper om tussen afspelen/
overdubben/stoppen.
Tweemaal tikken: Stopt de looper.
Lang indrukken terwijl gestopt: Wist de opname.
LPP (LOOPER PLAY/DUB/STOP): Schakelt de
looper om tussen afspelen/overdubben/
stoppen
LSt
(LOOPER STOP): Stopt de looper. Houd
twee seconden of langer ingedrukt om de
opname te wissen.
EPF
(EXPRESSION FUNCTION)
Geeft de functie aan van een
expressiepedaal dat is aangesloten op de
aansluiting CTL 1, 2/EXP.
oFF: Uitgeschakeld.
tiM
(TIME/BPM): Dezelfde functie als de
[TIME]-regelaar.
Fdb
(FEEDBACK): Dezelfde functie als de
[FEEDBACK]-regelaar.
Elv
(E.LEVEL): Dezelfde functie als de
[E.LEVEL]-regelaar.
Mod
(MOD DEPTH): Dezelfde functie als de
[MOD DEPTH]-regelaar.
PrM
(PARAM): Dezelfde functie als de
[PARAM]-regelaar.
iLv
(INPUT LEVEL):
Past het ingangsniveau aan.
EPn
(EXPRESSION MIN)
EPM
(EXPRESSION MAX)
Geeft het variabele bereik aan van de
parameter bestuurd door EXPRESSION
FUNCTION. Het variabele bereik verschilt
afhankelijk van de parameter.
Parameter
Beschrijving
SWP
(ON/OFF PREFERENCE)
MEP
(MEMORY PREFERENCE)
C1P (CTL1 PREFERENCE)
C2P (CTL2 PREFERENCE)
EPP
(EXPRESSION PREFERENCE)
MEM (MEM): De instelling in het geheugen
wordt gebruikt
SYS
(SYS): De functie van de controller is
vast, ongeacht het geheugen
Out
(OUTPUT MODE)
Selecteert hoe de uitvoer gebeurt.
nOr
(NORMAL): Uitgang is stereo als er
pluggen in de OUTPUT A/B-aansluitingen
zijn gestoken. Als dit niet het geval
is, is de uitvoer mono via de OUTPUT
A-aansluiting.
d/E
(DIRECT/EFFECT): Het directe geluid
wordt uitgevoerd via de OUTPUT
A-aansluiting en het eectgeluid wordt
uitgevoerd via de OUTPUT B-aansluiting.
dMt
(DIRECT MUTE): Het directe geluid wordt
niet uitgevoerd.
EtF
(MEMORY EXTENT FROM)
EtT
(MEMORY EXTENT TO)
Geef het geheugenschakelbereik op
(MEMORY EXTENT FROM-TO).
MAN
(MANUAL), M-1 (MEMORY 1)M.27
(MEMORY 127)
RCH
(MIDI RECEIVE CHANNEL)
Geeft het MIDI-ontvangstkanaal aan.
Als dit “oFF is, worden geen MIDI-
berichten ontvangen.
116, oFF
Algemene instellingen (Menu)
13
Parameter
Beschrijving
tCH
(MIDI TRANSMIT CHANNEL)
Geeft het MIDI-verzendkanaal aan.
Als dit “oFF is, worden geen MIDI-
berichten verzonden.
116, RCv
(RECEIVE), oFF
Pin
(PC IN)
Geeft aan of programmawijzigingen
worden ontvangen (on) of niet
ontvangen (oFF).
Pot
(PC OUT)
Geeft aan of programmawijzigingen
worden verzonden (on) of niet verzonden
(oFF).
Correspondentie tussen geheugens en
programmanummers
Geheugen Programmanummer
MAN
1
MEMORY 1–127
2–128
CCi
(CC IN)
Geeft aan of besturingswijzigingen
worden ontvangen (on) of niet
ontvangen (oFF).
Door CC-berichten te ontvangen, kunt
u met dit toestel MIDI gebruiken om
dezelfde bewerkingen uit te voeren als
met een regelaar of voetschakelaar.
CCO
(CC OUT)
Geeft aan of besturingswijzigingen
worden verzonden (on) of niet verzonden
(oFF).
Parameter
Beschrijving
TMC
(TIME CC)
FbC
(FEEDBACK CC)
ELC
(E.LEVEL CC)
PRC
(PARAM CC)
TnC
(TONE CC)
MdC
(MOD CC)
SWC
(ON/OFF SWITCH CC)
MEC
(MEMORY CC)
C1C
(CTL1 CC)
C2C
(CTL2 CC)
EPC
(EXPRESSION CC)
Geeft het controllernummer aan dat
correspondeert met elke controller.
oFF, 131, 6495
EFC
(EFFECT ON OFF CC)
Regelt de aan/uit-status van het eect
Algemene instellingen (Menu)
14
Parameter
Beschrijving
Syn
(SYNC)
Geeft de tempoklok aan waarop dit toestel
zal synchroniseren.
int
(INTERNAL): Synchroniseren met het
interne tempo.
Aut
(AUTO): Normaal synchroniseert
u met het interne tempo, maar als de
MIDI-klok wordt ingevoerd via de MIDI
IN-aansluiting, synchroniseert u het tempo
met de MIDI-klok.
Als u de DD-200 als een slave-apparaat
gebruikt, kies de Aut”-instelling.
RtS
(REALTIME SOURCE)
Geeft de bron van realtimeberichten aan
die worden verzonden via de MIDI OUT-
aansluiting.
int
(INTERNAL): Interne realtimeberichten
zijn de bron.
Mid
(MIDI): Realtimeberichten van de MIDI
IN-aansluiting zijn de bron.
MtH
(MIDI THRU)
Geeft aan of MIDI-berichten die worden
ontvangen bij de MIDI IN-aansluiting
opnieuw worden verzonden zonder
verandering via de MIDI OUT-aansluiting
(on) of niet opnieuw worden verzonden
(oFF).
LoP
(LOOP SWITCH)
Geeft aan of de looper wordt gebruikt
(on) of niet wordt gebruikt (oFF).
Als dit “oFF is, kunt u de loopermodus
niet inschakelen.
Parameter
Beschrijving
P1Pg
(P1–P9)
P10Pgg
(P10–P99)
P.00P.28
(P100–P128)
Geef het geheugen op dat overeenkomt
met het ontvangen programmanummer.
Bank select wordt genegeerd (wordt wel
ontvangen).
Als dit op OFF staat, wordt het eect
uitgeschakeld.
OFF, MAN, M-1M.27
15
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
Hier ziet u hoe u de DD-200-fabrieksinstellingen herstelt.
1. Houd de [ON/OFF]-schakelaar en [MEMORY/
TAP]-schakelaar ingedrukt en zet de stroom
aan (steek een plug in de INPUT A-aansluiting).
Het display geeft FCt weer.
2. Druk op de [MEMORY/TAP]-schakelaar.
Het display geeft Sur weer.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [MEMORY]-knop.
3. Druk op de [MEMORY/TAP]-schakelaar.
De reset naar de fabriekswaarden wordt uitgevoerd.
4. Wanneer het display FIn aangeeft, schakelt
u het instrument uit en weer in.
Batterijen installeren
Plaats de batterijen zoals hieronder weergegeven en let
daarbij op het correct plaatsen
van de batterijen.
* Plaats of vervang batterijen altijd voor
u andere apparaten aansluit. Zo kunt u
defecten en schade vermijden.
* Als u het apparaat met batterijen
gebruikt, raden wij u aan
alkalinebatterijen te gebruiken.
* Zelfs als batterijen geplaatst zijn, zal
het apparaat worden uitgeschakeld
als u het netsnoer los- of aankoppelt
op het stopcontact wanneer het
apparaat is ingeschakeld of als u de
netstroomadapter aan het apparaat
koppelt of loskoppelt. Wanneer dit
gebeurt, kunnen niet-opgeslagen
gegevens verloren gaan. U moet het
apparaat uitschakelen voor u het netsnoer of de netstroomadapter
los- of aankoppelt.
* Wees voorzichtig als u het apparaat ondersteboven houdt om te
voorkomen dat de knoppen en regelaars worden beschadigd.
Gavoorzichtig om met het apparaat, laat het niet vallen.
* Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen ontploen of lekken.
Zorg dat u handelt conform de informatie met betrekking tot de
batterijen in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (apart blad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en
Gebruikershandleiding).
Appendix
Appendix
16
* Op het display wordt Lo weergegeven als de batterijen bijna leeg zijn.
Vervang deze door nieuwe batterijen.
De rubberen voetjes bevestigen
U kunt indien nodig de (meegeleverde) rubberen voetjes
bevestigen.
Bevestig deze op de plaatsen zoals weergegeven op de
afbeelding.
* Als u dit apparaat gebruikt zonder de rubberen voetjes, kunt u de
vloer beschadigen.
Belangrijkste specicaties
BOSS DD-200: DIGITAL DELAY
Stroomtoevoer
Alkalinebatterij (AA, LR6) x 3
Netstroomadapter (apart verkrijgbaar)
Stroomverbruik
225 mA
Verwachte
levensduur van
de batterijen bij
continu gebruik
Alkaline: Circa 4 uur
* Deze cijfers variëren afhankelijk van de werkelijke
gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
101 (B) x 138 (D) x 63 (H) mm
101 (B) x 138 (D) x 65 (H) mm (inclusief rubberen voetjes)
Gewicht
680 g (inclusief batterijen)
Accessoires
Gebruikershandleiding
Infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
Alkalinebatterij (AA, LR6) x 3
Rubberen voetjes x 4
Opties
Netstroomadapter: PSA-S-serie
Voetschakelaar: FS-5U
Dubbele voetschakelaar: FS-6, FS-7
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L, EV-30, Roland EV-5
MIDI/TRS-verbindingskabel: BMIDI-5-35
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd
op het moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de
Roland-website voor de meest recente informatie.
17
OPGELET
Houd kleine voorwerpen buiten het bereik van kinderen
Bewaar de onderstaande onderdelen altijd
op een veilige plaats buiten het bereik van
kinderen, zodat er geen risico bestaat dat ze
per ongeluk worden ingeslikt.
• Meegeleverde onderdelen
Rubberen voetjes (p. 16)
Reparaties en gegevens
• Voordat u het apparaat ter reparatie verzendt, moet
u een back-up maken van de gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. U kunt uw belangrijke
gegevens ook op papier noteren. Hoewel we tijdens
een reparatie al het mogelijke doen om de gegevens
op uw apparaat te behouden, is het in sommige
gevallen, zoals wanneer het geheugen fysiek is
beschadigd, echter niet mogelijk om de opgeslagen
inhoud te herstellen. Roland kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor het herstel van de opgeslagen
inhoud die verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
• Gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, kunnen
verloren gaan als gevolg van storingen aan het apparaat,
onjuiste bediening van het apparaat, enzovoort.
Bescherm uzelf tegen het onherstelbare verlies van
gegevens door regelmatig back-ups te maken van de
gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen.
• Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het
herstel van de opgeslagen inhoud die verloren is gegaan.
• Gebruik geen verbindingskabels met een ingebouwde
weerstand.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
18
Intellectueel eigendomsrecht
• Het opnemen met audio- of videoapparatuur, kopiëren,
herwerken, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal (muziek, videomateriaal,
uitzendingen, liveoptredens, enzovoort) onder
auteursrecht dat geheel of gedeeltelijk eigendom is
van een derde, is wettelijk niet toegestaan zonder de
toestemming van de auteursrechteigenaar.
• Gebruik dit product niet voor doeleinden die kunnen
leiden tot een inbreuk op een auteursrecht dat
eigendom is van een derde. Wij aanvaarden geen
enkele verantwoordelijkheid voor inbreuken op
auteursrechten van derden die ontstaan uit uw gebruik
van dit product.
• Dit product bevat opensourcesoftware van derden.
Copyright (c) 2009-2017 ARM Limited. Alle rechten
voorbehouden.
Gelicentieerd onder de Apache-licentie, versie 2.0 (de
“Licentie”). U kunt een exemplaar van de licentie verkrijgen op
http://www.apache.org/licenses/LICENSE-2.0
• Roland en BOSS zijn geregistreerde handelsmerken
of handelsmerken van Roland Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• De bedrijfsnamen en productnamen in dit document
zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken
van hun respectievelijke eigenaars.
• In deze handleiding worden bedrijfs- en productnamen
van de respectieve eigenaars gebruikt omdat dit
de meest praktische manier is om de geluiden te
beschrijven die met behulp van DSP-technologie
worden geëmuleerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Boss DD-200 de handleiding

Categorie
Muzikale uitrusting
Type
de handleiding