Boss AD-10 de handleiding

Type
de handleiding
Copyright © 2017 ROLAND CORPORATION
Gebruikershandleiding
De AD-10 is ontworpen voor akoestische gitaristen die live spelen en combineert een voorversterker, eecten, een Looper en
een Direct Box.
Inhoudsopgave
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
De apparatuur aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Een voetschakelaar of expressiepedaal aansluiten . . 3
Het apparaat in-/uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Invoerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
De invoergevoeligheid aanpassen . . . . . . . . . . . . 4
Schakelen tussen GUITAR IN 1/2 en de
balans aanpassen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
De gitaar stemmen (Tuner) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Manual/Memory Mode (Handmatige
modus/Geheugenmodus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Manual Mode (Handmatige modus) . . . . . . . . . . . . . 5
Memory Mode (Geheugenmodus) . . . . . . . . . . . . . . 5
Een geheugen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Geheugeninstellingen initialiseren . . . . . . . . . . . . 5
De eecten bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
EQ (Equalizer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
BOOST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
FX LOOP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
ANTI-FEEDBACK. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
ACOUSTIC RESONANCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
COMP (Compressor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
DELAY/CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
AMBIENCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Subparameterinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Looper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Geavanceerde instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Uitvoerinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Ambience-uitvoerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . 10
Stomp-pedaalinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Onafhankelijke EQ-instellingen maken voor
GUITAR IN 1 en 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De functies van de pedalen toewijzen . . . . . . . . . 12
Overige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De standaardinstellingen herstellen (Factory Reset) . 13
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Belangrijkste specicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . 14
BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN” en de gebruikershandleiding (p. 14)) voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar na het lezen het document (de documenten)
op een direct toegankelijke plaats.
2
Aan de slag
De apparatuur aansluiten
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en schade aan apparaten te voorkomen.
Achterpaneel
USB COMPUTER-poort
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om
deze poort op uw computer aan te sluiten zodat audio
tussen de AD-10 en de computer kan worden verzonden
en ontvangen. U kunt het geluid van de
AD-10 op uw computer opnemen of u
kunt geluid van uw computer uitsturen
via de uitgangen van de AD-10.
SEND-, RETURN-aansluitingen
Sluit hier een extern eectapparaat (mono) op aan.
Sluit de SEND-aansluiting aan op de ingang van uw
externe eectapparaat en sluit de uitgang van uw externe
eectapparaat aan op de
RETURN-aansluiting.
LINE OUT (L/PHONES, R/MONO)-aansluitingen
Sluit deze aansluitingen aan op uw gitaarversterker of hoofdtelefoon.
* Sluit uw hoofdtelefoon aan op de L/PHONES-aansluiting.
* Als u een mono-aansluiting gebruikt, gebruik dan alleen de
R/MONO-aansluiting.
XLR OUT (L, R)-aansluitingen
Sluit dit aan op een PA-systeem enz.
* Toewijzing van de pennen van de XLR OUT
(L, R)-aansluiting.
1 GND 2 HOT
3 COLD
DC IN-aansluiting
Sluit hier de meegeleverde netstroomadapter aan.
* We raden aan dat u de batterijen in het
apparaat laat, zelfs als u de netstroomadapter
gebruikt. Zo kunt u blijven spelen, zelfs
wanneer het snoer van de netstroomadapter
per ongeluk losraakt van het apparaat.
GUITAR IN (1, 2)-aansluitingen
Sluit hier uw gitaar aan.
U kunt deze twee aansluitingen gebruiken om twee
verschillende soorten pick-ups samen te voegen of om
twee gitaren aan te sluiten.
Opeenvolgend aangesloten pick-up
Ingebouwde pick-up
SEND
0
INPUT
RETURN
1
OUTPUT
3
Aan de slag
Het apparaat in-/uitschakelen
Zorg ervoor dat de invoergevoeligheid of het volume van uw mixer of versterker gedempt is voordat u aansluitingen maakt.
Als u de apparaten in de verkeerde volgorde inschakelt, kunnen er defecten optreden of kan er schade aan de luidsprekers en andere
apparaten ontstaan.
* Verlaag altijd eerst het volume alvorens het apparaat in of uit te schakelen. Zelfs als u het volume verlaagd hebt, hoort u
mogelijk geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
* Als de batterijen bijna leeg zijn, wordt
Bt
weergegeven op het display. Plaats in dat geval nieuwe batterijen.
Een voetschakelaar of expressiepedaal aansluiten
Als u een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7: apart verkrijgbaar) of een expressiepedaal (FV-500H, FV-500L, EV-30, Roland EV-5: apart
verkrijgbaar) aansluit op de CTL1,2/EXP-aansluiting, kunt u verschillende functies aan deze aansluiting toewijzen. “De functies van de
pedalen toewijzen (p. 12)
* Gebruik alleen het vermelde expressiepedaal. Het aansluiten van een expressiepedaal van een ander type kan leiden tot
defecten en/of schade aan het apparaat.
FS-7
FS-6 EV-30, EV-5FS-5U
FS-5U
1/4”-aansluiting
10
1/4”-aansluiting
Stereo 1/4”-aansluiting
10
1/4”-aansluiting x 2
Stereo 1/4”-aansluiting
10
Stereo 1/4”-aansluiting
4
Aan de slag
Invoerinstellingen
De AD-10 is uitgerust met twee kanaalingangen
(GUITAR IN 1, 2). U kunt deze gebruiken om
twee verschillende soorten pick-ups, zoals
piëzo + magnetisch, samen te voegen op de
gewenste balans of om te schakelen tussen
twee aangesloten gitaren die u tijdens een
liveoptreden gebruikt.
De invoergevoeligheid aanpassen
Gebruik de [INPUT SENS]-regelaars op het
achterpaneel om de invoergevoeligheid aan
te passen. Regel de gevoeligheid zodat de
INPUT-indicators op het bovenpaneel oranje
oplichten wanneer de maximale invoer
wordt bereikt. Wanneer het invoerniveau te
hoog is, lichten de INPUT-indicators rood op.
Schakelen tussen GUITAR IN 1/2 en de balans
aanpassen
Als u zowel de GUITAR IN 1- als de GUITAR IN 2-aansluiting
gebruikt, kunt u aansluitingen 1 en 2 in- en uitschakelen, of
beide aansluitingen inschakelen en de mixbalans aanpassen.
1. Druk op de [SELECT]-knop.
Telkens wanneer u op de knop drukt,
schakelt de invoerselectie tussen 1, 2 en 1+2
(MIX). De indicator (CH1, CH2) van de invoer
die is ingeschakeld, is opgelicht.
De CH1/CH2-balans aanpassen
Als u 1+2 (MIX) selecteert, lichten de CH1- en CH2-indicators
allebei op en kunt u de balans aanpassen.
1. Druk verschillende keren op de [SELECT]-knop om
1+2 (MIX) te selecteren.
De CH1- en CH2-indicators zijn allebei
opgelicht. Op de display wordt de waarde
van de balansinstellingen tussen ingangen
1 en 2 weergegeven.
2. Gebruik de [?] [=]-knoppen om de
waarde aan te passen.
Display CH1: CH2-mixbalans
0
50
gg
100: 0–50: 50-0: 100
(standaardinstelling: 50)
De gitaar stemmen (Tuner)
1. Druk op het [TUNER & MUTE]-pedaal.
De gitaar is gedempt en de tuner is ingeschakeld.
2. Wijzig de referentietoonhoogte met behulp van de
[
?
] [
=
]-knoppen.
Display Toonhoogte
35–45 435–445 Hz (standaardinstelling: 440 Hz)
3. Speel een enkele open noot op de snaar die u wilt
stemmen.
De naam van de noot die het dichtst staat bij de toonhoogte
van de gespeelde snaar wordt op het scherm weergegeven.
* Bv. (E)
E
(C#)
C#
#-symbool
4. Stem het apparaat zodat het [DELAY]-pedaal oplicht.
Te laag Te hoogGestemd
MEMO
Wanneer de tuner is ingeschakeld, kunt u op de [MENU]-
knop drukken om naar de weergavemodus van de tuner
te gaan. De status van de stemming kan ook worden
weergegeven door de knoppen die zich boven de pedalen
bevinden.
GestemdTe laag Te hoog
Elke keer dat u op de [MENU]-knop drukt, wordt de
weergavemodus als volgt gewijzigd.
Weergavemodus Uitleg
PP
PANEL & PEDAL
De pedaalledlampjes en de knoppen geven
allebei de toonhoogte weer.
Pd
PEDAL
Alleen de pedaalledlampjes geven de
toonhoogte weer.
Pn
PANEL
Alleen de knoppen geven de toonhoogte
weer.
5. Als u de stemfunctie wilt uitschakelen, drukt u op
een van de pedalen.
5
Manual/Memory Mode (Handmatige
modus/Geheugenmodus)
Manual Mode (Handmatige modus)
Wanneer u de AD-10 opstart, bevindt deze zich in de Handmatige
modus. In deze modus worden het geluid en de eecten
toegepast volgens de positie van de regelaars op het paneel.
5 Op de display wordt een punt weergegeven.
Wanneer u een regelaar verplaatst, wordt de
waarde van de instelling van deze regelaar
weergegeven.
5 U kunt de eecten in- en uitschakelen door de pedalen (blauw
ledlampje) te gebruiken.
BOOST ON/OFF
DELAY ON/OFF
Memory Mode (Geheugenmodus)
Wanneer u op de [MEMORY]-knop drukt om deze rood te doen
oplichten, bevindt de AD-10 zich in de Geheugenmodus. In
deze modus kunt u 10 combinaties van eecten en instellingen
(geluiden) als geheugens” opslaan en oproepen.
U kunt ook tegelijkertijd op de twee pedalen
drukken om te schakelen tussen de Handmatige
modus en de Geheugenmodus.
5 Op de display wordt het geheugennummer
weergegeven.
* Wanneer u de instelling bewerkt, wordt een punt weergegeven
op de display.
5 U kunt tussen geheugens schakelen door de pedalen (rood
ledlampje) te gebruiken.
Geheugennummer
?
/
=
Stomp-modus
Als u in de Geheugenmodus de twee pedalen die op de
afbeelding worden weergegeven gelijktijdig ingedrukt houdt,
wordt de Stomp-modus ingeschakeld. U kunt de eecten in- en
uitschakelen door de pedalen (blauw ledlampje) te gebruiken.
BOOST ON/OFF DELAY ON/OFF
Een geheugen opslaan
Hier leest u hoe u instellingen die u wilt behouden, kunt opslaan.
1. Houd de [EXIT]-knop ingedrukt en druk op de
[MEMORY]-knop.
Op de display knippert (Write).
2. Druk op de [MEMORY]-knop.
Op de display wordt het geheugennummer weergegeven.
3. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om het geheugennummer
te kiezen waarop u het geheugen wilt opslaan.
4. Druk op de [MEMORY]-knop.
De [MEMORY]-knop en de displayindicaties knipperen snel.
MEMO
Voor elk eect kunt u opgeven of u het in het geheugen wilt
opslaan of handmatig wilt gebruiken (regelaarposities) (p. 12).
Geheugeninstellingen initialiseren
Initialiseert de instellingen van het momenteel geselecteerde
geheugen.
1. Houd de [EXIT]-knop ingedrukt en druk op de
[MEMORY]-knop.
Op de display knippert (Write).
2. Druk op de [
=
]-knop om “
in
(Initialize) te kiezen.
De [MEMORY]-knop knippert rood.
* Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
3. Druk op de [MEMORY]-knop.
De waarden van een regelaar/knop controleren
5 Als u een regelaar of knop
bedient terwijl u de [EXIT]-
knop ingedrukt houdt, kunt
u de huidige waarde ervan
op de display bekijken
zonder dat u de instelling
van die regelaar of knop verandert.
5 Wanneer u instellingen (geluiden) oproept in de
Geheugenmodus, komen de waarden van de
instellingen niet overeen met de posities van de fysieke
regelaars. Als de waarde van de instelling van een
regelaar bijvoorbeeld op 12 uur staat, maar de fysieke
regelaar is helemaal naar links gedraaid, dan wordt de
waarde niet gewijzigd totdat u de regelaar naar 12 uur
draait.
* Wanneer u de instelling bewerkt, wordt een punt
weergegeven op de display.
01
6
De eecten bewerken
EQ (Equalizer)
Regelt de toon.
[BASS]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de lage
tonen.
[LOW CUT]-knop
Als dit is ingeschakeld, wordt het gebied onder de opgegeven
frequentie afgesneden.
Wanneer u op deze knop drukt, geeft de display de opgegeven
frequentie weer. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om de instelling
te wijzigen.
Waarde Uitleg
1
gg
10–990 Hz
[MID]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de
middentonen.
[FREQ]-knop
Geeft het frequentiegebied op dat wordt aangepast door de
[MID]-regelaar. Wanneer u op deze knop drukt, geeft de display
de opgegeven frequentie weer. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen
om de instelling te wijzigen.
Waarde Uitleg
20
5.0
200 Hz–5,0 kHz
[TREBLE]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de hoge
tonen.
[PRESENCE]-regelaar
Zet de contouren van het frequentiebereik van de middentonen
en de hoge tonen extra in de verf. Dit is erg eectief wanneer u
de denitie van het geluid wilt verbeteren.
[LEVEL]-regelaar
Regelt het algemene volume van de equalizer.
[ON/OFF]-knop
Schakelt de equalizer in en uit.
MEMO
U kunt EQ onafhankelijk voor GUITAR IN 1 en 2 opgeven.
Voor meer informatie raadpleegt u “Onafhankelijke EQ-
instellingen maken voor GUITAR IN 1 en 2” (p. 11).
BOOST
Als u hieraan draait, wordt het niveau verhoogd.
Dit is handig wanneer u het niveau wilt verhogen
boven het backinggeluid, bijvoorbeeld wanneer
u een solo speelt of wanneer u het niveau wilt
verlagen tijdens een speciek gedeelte in een song.
[BOOST]-knop
Schakelt de booster in en uit. Als dit is ingeschakeld, geeft de
display de Gain-instelling weer. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen
om de instelling te wijzigen.
Waarde Uitleg
0
50
gg
Bij een instelling van 50 zijn het aan- en
uitniveau hetzelfde.
FX LOOP
Schakelt een extern eect dat op de SEND-,
RETURN-aansluitingen is aangesloten in en uit
(p. 2).
[FX LOOP]-knop
Schakelt het externe eect in en uit. Als dit is ingeschakeld,
geeft de display de Return Level-instelling weer. Gebruik de
[
?
] [
=
]-knoppen om de instelling te wijzigen.
7
De eecten bewerken
ANTI-FEEDBACK
Dit onderdrukt de akoestische feedback (loei- of huilgeluid)
die kan optreden afhankelijk van de positie van de gitaar en de
versterker of van de omgeving.
[REDUCTION]-regelaar
Dit is een onderdrukkingsfunctie die is
ontworpen voor een minimaal eect op
de toonkwaliteit en voor optimalisatie
van de feedback in de lage tonen die vaak
optreedt bij akoestische gitaren. Gebruik
de regelaar om de kracht van het reductie-
eect te wijzigen.
Als feedback optreedt, wordt de reductie automatisch
toegepast en dit alleen op de opgegeven frequentie waarop de
feedback optreedt.
[NOTCH1]-, [NOTCH2]-knop
Stel dit in op het punt (Notch-frequentie) waarop u feedback
wilt reduceren. Met de AD-10 kunt u twee verschillende punten
opgeven: [NOTCH1] en [NOTCH2]. U kunt de Notch-frequentie
ook automatisch instellen wanneer feedback optreedt.
1. Druk op de [NOTCH1]- of [NOTCH2]-knop om deze in
te schakelen.
Telkens wanneer u op een knop drukt, wordt deze in- of
uitgeschakeld.
2. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om de nootnaam op te
geven van het punt waarop feedback optreedt.
* Als u tegelijk op [NOTCH1] en [NOTCH2] drukt, wordt het
punt waarop feedback optreedt, automatisch gescand en
opgegeven.
Waarde Uitleg
A.1-F7
A#1–F7. “#” (kruisteken) wordt aangeduid
door . (decimale punt).
ACOUSTIC RESONANCE
Gebruik deze regelaar om de balans tussen de
resonantie van de klankkast van de akoestische
gitaar en het directe geluid van de pick-up aan
te passen.
[TYPE]-knop
Regelt de toon op passende wijze voor de gitaar
of de instellingen die u gebruikt.
Display Knop Uitleg
oF
OFF
Niet
opgelicht
OFF
nA
NATURAL Groen Een natuurlijk, ongekleurd geluid.
WIDE Oranje
Zacht geluid dat de resonantie
van de klankkast benadrukt
br
BRIGHT Rood
Helder geluid met een lang
hogefrequentiebereik
COMP (Compressor)
Dit maakt het volume van het invoervolume
consistenter. Door de pieken in de aanslag te
onderdrukken, wordt vervorming verhinderd, ook
als de invoergevoeligheid wordt verhoogd.
Als u de regelaar naar rechts draait, wordt het
eect krachtiger.
[TYPE]-knop
Telkens wanneer u op deze knop drukt, schakelt
de instelling tussen uitgeschakeld, zacht en hard.
DELAY/CHORUS
Delay is een echoachtig eect.
Hiermee wordt een vertraagd geluid
aan het oorspronkelijke geluid
toegevoegd, waardoor een gevoel van
ruimtelijkheid wordt gecreëerd.
Bij het CHORUS-eect wordt een
lichtjes ontstemd geluid aan het
oorspronkelijke geluid toegevoegd
om diepte en breedte toe te voegen.
[TIME]-regelaar
Regelt de delaytijd.
[E.LEVEL]-regelaar
Regelt het delayvolume.
[TYPE]-knop
Telkens wanneer u op deze knop drukt, wisselt de instelling
tussen Uitgeschakeld/Delay/Modulation-delay/Reverb-delay.
[CHORUS]-knop
Schakelt chorus in of uit en geeft het chorustype op.
Display
Knop
Uitleg
oF
OFF
Niet
opgelicht
OFF
nR
NORMAL Groen Een rijkelijk geluid
NL
MILD Oranje
Een zacht geluid dat zich uitstekend
vermengt
BR
BRIGHT Rood
Een chorusgeluid met heldere
snaarresonantie
AMBIENCE
Met dit eect wordt galm aan het geluid
toegevoegd.
[E.LEVEL]-regelaar
Regelt het algemene volume van de galm.
[TYPE]-knop
Selecteert de lengte van de galm.
Display Knop Uitleg
oF
OFF Niet opgelicht OFF
Sh
SHORT Groen Korte galm
ND
MID Oranje Middellange galm
LG
LONG Rood Lange galm
8
De eecten bewerken
Subparameterinstellingen
Door lang op een van de eectknoppen te drukken, kunt u
aanvullende instellingen openen.
1. Druk lang op een knop.
Op de display wordt
de parameter/waarde
weergegeven.
2. Gebruik de [
?
]
[
=
]-knoppen om een waarde te selecteren.
Knop Parameter Waarde Uitleg
INPUT
SELECT
LU
LEVEL
0
50
gg
Uitvoerniveau van de
invoerselectieknop.
Als CH1 en 2 worden
samengevoegd,
wijzigt dit het volume
van beide kanalen.
BOOST
BOOST
tn
TONE
-10
0
10
Geeft het tonale
karakter op wanneer
de booster is
ingeschakeld.
FX LOOP
FX LOOP
ds
DIRECT
oF
,
on
Dit mengt het directe
geluid.
* U kunt dit instellen als een
extern apparaat op de RETURN-
aansluiting wordt aangesloten.
ANTI-FEEDBACK
NOTCH
1, 2
dp
DEPTH
1
20
Regelt de diepte van
de Notch-lter.
ACOUSTIC RESONANCE
TYPE
tn
TONE
-10
0
10
Regelt het tonale
karakter wanneer
akoestische
resonantie is
ingeschakeld.
COMP
TYPE
At
ATTACK
0
50
gg
Regelt de kracht van
de aanslagen.
DELAY
TYPE
fb
FEEDBACK
0
gg
Dit bepaalt het aantal
herhalingen voor de
delay.
nt
NOTE
d
,
Stelt de noot in voor
het delaygeluid.
d
=
¸
(kwartnoot)
=
=˚
(gepuncteerde
achtste noot)
* Als u wilt schakelen tussen FEEDBACK en NOTE,
gebruikt u de [TYPE]-knop om de modus voor de
subparameterinstelling in te voeren en vervolgens
gebruikt u de [TYPE]-knop opnieuw om te
schakelen.
Knop Parameter Waarde Uitleg
CHORUS
CHORUS
LU
LEVEL
0
gg
Regelt het niveau van
het eectgeluid.
AMBIENCE
TYPE
tn
TONE
-10
0
10
Regelt het tonale
karakter van het
eectgeluid.
EQ
ON/OFF
ns
NOISE
SUPPRESSOR
0
gg
Regelt de
ruisonderdrukker.
FREQ
NQ
MID Q
0.5
16
Centreert de breedte
van het gebied
waarop EQ van
toepassing is op de
frequentie die door
deze knop wordt
opgegeven (p. 6).
Hogere waarden
maken het gebied
smaller.
9
Looper
Wanneer u tegelijk het [DELAY]-pedaal en het [TUNER & MUTE]-pedaal indrukt, start de Looper.
Wanneer de Looper start, kunt u het [TUNER & MUTE]-pedaal gebruiken om uw gitaar op te
nemen en een Loop-performance te maken.
Instelling van niveau voor herhaaldelijk afspelen
Als u het afspeelniveau instelt op 50 (standaardwaarde), is het
volume van de uitvoering en het volume van het herhaaldelijk
afspelen identiek.
Als u het afspeelniveau instelt op een lager niveau dan 50,
is het volume van het afspelen lager dan het volume van
de uitvoering. Als gevolg hiervan wordt het geluid van de
uitvoering niet overstemd door het geluid van het herhaaldelijk
afspelen, zelfs niet wanneer u een aantal keren een opname
maakt.
Raadpleeg “Uitvoerinstelling” (p. 10) voor meer informatie over
de instellingen.
Kleur van [LOOP]-pedaal
Kleur van
[LOOP]-pedaal
Displayindicatie Status
Rood
RC
Opnemen
Groen
PL
Afspelen
Oranje
DB
Overdubben
Groen
(knipperend)
ST
Gestopt (frase aanwezig)
Rood
(knipperend)
CL
Gestopt (geen frase)
Opnemen
De opname start onmiddellijk
nadat u op het [TUNER & MUTE]-
pedaal hebt gedrukt.
Druk op het pedaal op het moment
dat u de loop wilt inschakelen om
naar het afspelen over te gaan.
Loop afspelen
Speel de loop af.
Als u op het [TUNER & MUTE]-
pedaal drukt, schakelt u over naar
overdubben.
Overdubben
Neem bijkomende lagen op terwijl
de loop wordt afgespeeld.
Druk op het [TUNER & MUTE]-
pedaal om terug te gaan naar het
afspelen.
Stoppen/wissen
Druk tweemaal op het [TUNER & MUTE]-
pedaal om te stoppen.
Als u de frase wilt wissen, houdt u het
[LOOP]-pedaal minstens twee seconden
ingedrukt wanneer het afspelen is gestopt.
Tweemaal indrukken
10
Geavanceerde instellingen
Uitvoerinstelling
Hier leest u hoe u het uitvoerniveau van de XLR OUT
(L, R)-aansluitingen en de LINE OUT (L/PHONES, R/MONO)-
aansluitingen instelt en hoe u de manier opgeeft waarop
ambience (p. 7) wordt uitgevoerd.
1. Druk op de [MENU]-knop.
De AD-10 bevindt zich in de uitvoerinstellingsmodus.
2. Druk op de [MEMORY]-knop om een parameter te
selecteren.
Elke keer dat u de knop indrukt, wordt de instelling als volgt
gewijzigd.
PL
” (PHONES LEVEL)
0
XL
” (XLR LEVEL)
0
LL
(LOOP LEVEL)
0
LP
” (LOOP ACTION)
0
XS
” (XLR)
0
LS
” (LINE)
0
2b
” (GUITAR INPUT 2 FX BYPAS)
MEMO
Als u wilt terugkeren naar de vorige parameter, houdt u de
[EXIT]-knop ingedrukt en drukt u op de [MEMORY]-knop.
3. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om een waarde te
selecteren.
Parameter Waarde Uitleg
PL
(PHONES
LEVEL)
Stelt het volume van de PHONES-aansluiting in.
0
gg
,
Ln
(OUTPUT
LEVEL)
Als dit is ingesteld op OUTPUT
LEVEL, komt het niveau overeen
met de positie van de regelaar.
0–99 is een vaste waarde
(standaardinstelling: OUTPUT LEVEL)
XL
(XLR LEVEL)
Geeft het volume van de XLR-aansluitingen op.
0
gg
,
Ln
(OUTPUT
LEVEL)
Als dit is ingesteld op OUTPUT
LEVEL, komt het niveau overeen
met de positie van de regelaar.
0–99 is een vaste waarde
(standaardinstelling: OUTPUT LEVEL)
LL
(LOOP LEVEL)
0
gg
Geeft het afspeelniveau van de
Looper op.
LP
(LOOP
ACTION)
Geeft de volgorde voor het schakelen van de
Looper op.
rP
(REC
0
PLAY)
REC
0
PLAY
0
DUB
(standaardinstelling)
rd
(REC
0
DUB)
REC
0
DUB
0
PLAY
Parameter Waarde Uitleg
XS
(XLR),
LS
(LINE)
Selecteert het geluid dat wordt uitgestuurd via de
XLR- en LINE-aansluitingen.
NX
(MIX)
Het door de eecten verwerkte
geluid wordt uitgevoerd.
Het USB AUDIO-afspeelgeluid wordt
ook vermengd en uitgevoerd.
PP
(PRE/
POST)
L: Het geluid voordat de eecten
worden toegepast (de uitvoer
van de invoerselectieknop) wordt
uitgevoerd.
R: Het geluid waarop de eecten
zijn toegepast, wordt uitgevoerd.
CH
L: Het geluid van GUITAR IN 2
wordt uitgevoerd.
R: Het geluid van GUITAR IN 1
wordt uitgevoerd.
2B
(GUITAR
INPUT 2 FX
BYPASS)
oF
,
on
Geeft op of het geluid dat wordt
ingevoerd van GUITAR INPUT 2
wordt verwerkt via de eecten of
dat de eecten worden omzeild.
Als dit is ingeschakeld, worden de
eecten omzeild. Alleen de looper-
en ambience-eecten worden
toegepast.
In plaats van een gitaar kunt u een
ander instrument op GUITAR IN 2
aansluiten waarmee u gelaagde
loops kunt afspelen.
Ambience-uitvoerinstellingen
Hier leest u hoe u de manier waarop ambience wordt
uitgevoerd, kunt opgeven. U kunt dit uitvoeren naar zowel XLR
OUT als LINE OUT of naar XLR OUT of LINE OUT afzonderlijk.
1. Druk op de [AMBIENCE OUT]-knop om de
uitvoermethode op te geven.
Telkens wanneer u op de knop drukt, schakelt de instelling
tussen XLR+LINE, alleen XLR, alleen LINE en allebei
uitgeschakeld. De indicators lichten op om de aansluitingen aan
te duiden van waaruit de ambience wordt uitgevoerd.
MEMO
Wanneer u op de [AMBIENCE OUT]-knop drukt, geeft de display
het Ambience-niveau van de gehele AD-10 weer. Gebruik de
[
?
] [
=
]-knoppen om het niveau op te geven.
Dit is handig wanneer u een jne aanpassing van de
hoeveelheid ambience wilt maken, bijvoorbeeld om de
akoestiek van de ruimte waar u speelt te compenseren.
11
Geavanceerde instellingen
Stomp-pedaalinstelling
Voor elk geheugen kunt u opgeven welk eect wordt in- of
uitgeschakeld wanneer u op een pedaal drukt in de Handmatige
modus of de Stomp-modus (p. 5).
1. Houd de [MEMORY]-knop ingedrukt en druk het
pedaal in dat u wilt gebruiken om eecten in en uit
te schakelen.
De [MEMORY]-knop en de overeenkomstige pedalen
zijn rood opgelicht. De AD-10 bevindt zich in de Stomp-
pedaalinstellingsmodus.
Tegelijk knippert de knop van elk eect.
* U kunt Stomp-pedaalinstellingen maken voor het pedaal
waaraan de FX ON/OFF-functie is toegewezen in “De functies
van de pedalen toewijzen (p. 12).
2. Druk verschillende keren op de knop van elk eect
om de aan/uit-status van het eect op te geven
wanneer het pedaal wordt bediend.
Status Uitleg
Opgelicht
Het eect is ingeschakeld wanneer het pedaal
is ingeschakeld.
Knipperend
Het eect is uitgeschakeld wanneer het pedaal
is ingeschakeld.
Langzaam
knipperend
Het eect wordt niet in- of uitgeschakeld
wanneer het pedaal wordt bediend.
3. Druk op de [EXIT]-knop om de instellingsmodus af
te sluiten.
Geheugenmodus/Stomp-modus
4. Sla de instelling op door “Een geheugen opslaan”
(p. 5) te volgen.
Systeeminstellingen
Instellingen die op de hele AD-10 worden gedeeld, worden
“systeeminstellingen” genoemd.
Onafhankelijke EQ-instellingen maken voor
GUITAR IN 1 en 2
U kunt onafhankelijke EQ-instellingen maken voor GUITAR IN
1 en 2. Hiermee kunt u de EQ op passende wijze instellen voor
de respons van verschillende pick-ups of de ruimtes waar u
optreedt.
1. Houd de [EXIT]-knop ingedrukt en druk op het
[TUNER & MUTE]-pedaal.
De [MEMORY]-knop is rood opgelicht en het [TUNER & MUTE]-
pedaal is paars opgelicht.
2. Gebruik de [SELECT]-knop om het kanaal waarvan u
de EQ wilt instellen te selecteren.
3. Gebruik de regelaars om de EQ aan te passen.
MEMO
5 Als u lang op de [ON/OFF]-knop drukt, kunt u
ruisonderdrukkingsinstellingen maken. Op de display wordt
de waarde weergegeven. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om de
waarde te bewerken.
5 U kunt de [FX LOOP]-knop gebruiken om de fase te wijzigen.
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt de fase omgekeerd.
4. Druk op de [EXIT]-knop om de instellingen af te
sluiten.
12
Geavanceerde instellingen
De functies van de pedalen toewijzen
U kunt de functie opgeven van elk van de pedalen van de
AD-10 en van een op CTL1, 2/EXP-aansluiting aangesloten
voetschakelaar of expressiepedaal.
&
“Een voetschakelaar of expressiepedaal aansluiten (p. 3)
1. Houd de [EXIT]-knop ingedrukt en druk op het
[BOOST]-pedaal.
De [MEMORY]-knop is rood opgelicht en het [BOOST]-pedaal is
paars opgelicht.
2. Druk op de [MEMORY]-knop om de parameter die u
wilt bewerken te selecteren.
3. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om een waarde te
selecteren.
4. Druk op de [EXIT]-knop om de instellingsmodus af
te sluiten.
Parameter Waarde Uitleg
EF
(Exp-functie)
ov
OUTPUT LEVEL
AN
AMBIENCE LEVEL
LP
LOOP LEVEL
1F
(CTL1-functie),
2F
(CTL2-functie),
BF
(BOOST Pdl-functie),
dF
(DELAY Pdl-functie),
tF
(TUNER & MUTE
Pdl-functie)
NN
MEMORY/MANUAL
Tv
TUNER & MUTE ON/OFF
TA
TUNER & MUTE ON/OFF
(INGEDRUKT HOUDEN:ANTI-FB
SCAN)
AT
ANTI-FB SCAN (INGEDRUKT
HOUDEN:TUNER&MUTE ON/OFF)
FX
FX ON/OFF
TT
TapTempo
in
InSelect
LP
LOOP REC/PLAY/DUB
(TWEEMAAL DRUKKEN: STOP,
INGEDRUKT HOUDEN: CLEAR)
LS
LOOP STOP
(INGEDRUKT HOUDEN: CLEAR)
LC
LOOP CLEAR
AS
ANTI-FB SCAN
(INGEDRUKT HOUDEN: CLEAR)
Ni
MEMORY
=
(CTL1:
standaardinstelling)
Nd
MEMORY
?
(CTL2:
standaardinstelling)
Overige functies
1. Houd de [EXIT]-knop ingedrukt en druk op het
[DELAY]-pedaal.
De [MEMORY]-knop is rood opgelicht en het [DELAY]-pedaal is
paars opgelicht.
2. Druk op de [MEMORY]-knop om een parameter te
selecteren (tabel raadplegen).
MEMO
Als u wilt terugkeren naar de vorige parameter, houdt u de
[EXIT]-knop ingedrukt en drukt u op de [MEMORY]-knop.
3. Gebruik de [
?
] [
=
]-knoppen om een waarde te
selecteren.
4. Druk op de [EXIT]-knop om de instellingsmodus af
te sluiten.
Parameter Waarde Uitleg
USB-monitorinstelling
vd
(USB Direct
Out)
Schakelt de uitvoer van het geluid van de AD-10
om naar de XLR- en LINE-aansluitingen.
* U moet het USB-stuurprogramma
installeren wanneer u de AD-10 aansluit
op uw computer. Download het USB-
stuurprogramma van de BOSS-website.
Raadpleeg het bestand Readme.htm, dat
is inbegrepen in de download voor meer
details.
&
https://www.boss.info/support/
of
Het geluid van de AD-10 wordt niet
uitgestuurd via de XLR- en LINE-
aansluitingen. Het wordt alleen naar
de computer (USB) uitgestuurd.
Gebruik dit wanneer u uw DAW wilt
gebruiken om een plug-ineect
aan het geluid van de AD-10 toe te
voegen en u het resultaat van de
uitgangen wilt uitsturen.
on
Het geluid van de AD-10 wordt
uitgestuurd via de XLR- en LINE-
aansluitingen (standaardinstelling).
vi
(USB INPUT
LEVEL)
0
55
gg
Invoerniveau van USB AUDIO
vo
(USB
OUTPUT LEVEL)
0
55
gg
Uitvoerniveau van USB AUDIO
Auto O-instelling
Ao
(Auto O)
Volgens de fabrieksinstellingen zal de AD-10
automatisch worden uitgeschakeld 10 uur
nadat u bent gestopt met spelen of nadat u het
apparaat hebt gebruikt.
* Als u niet wilt dat het apparaat automatisch
wordt uitgeschakeld, stelt u deze instelling in
op “
oF
(OFF).
of
Het apparaat zal niet automatisch
worden uitgeschakeld.
on
Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld na 10 uur.
(standaardinstelling)
STARTUP MODE
SN
(OPSTARTMODUS)
Selecteert de modus bij het opstarten.
1
MANUAL MODE (standaardinstelling)
2
MEMORY MODE
3
MEMORY STOMP MODE
13
Geavanceerde instellingen
Geheugeninstellingen voor elk eect
U kunt voor elk eect opgeven of de instellingen ervan worden
gewisseld volgens het geselecteerde MEMORY (geheugen),
of u kunt altijd instellingen gebruiken die overeenkomen met
de positie van de regelaars (MANUAL). U kunt bijvoorbeeld
opgeven dat de in- en uitvoerinstellingen en EQ altijd dezelfde
instellingen gebruiken, maar dat delay en ambience worden
gewisseld wanneer u een ander geheugen selecteert.
Bij stap 1 kunt u op elke eectknop drukken om te schakelen
tussen knipperend en opgelicht.
Status Uitleg
Opgelicht Schakel over volgens elk MEMORY (geheugen).
Knipperend Gebruik altijd de regelaarposities.
De standaardinstellingen herstellen
(Factory Reset)
Hier leest u hoe u de AD-10 terug instelt op de
fabrieksinstellingen.
1. Houd de NOTCH [1]- en [2]-knoppen ingedrukt
terwijl u de stroom inschakelt.
Fr
wordt weergegeven op de display en de [MEMORY]-knop
knippert.
* Als u het herstellen van de fabrieksinstellingen wilt annuleren,
schakelt u het apparaat uit.
2. Druk op de [MEMORY]-knop.
Het scherm knippert en de standaardinstellingen worden
hersteld.
* Schakel het toestel nooit uit tijdens Factory Reset.
3. Zodra “ wordt weergegeven op de display, kunt u
het apparaat uitschakelen.
14
Bijlagen
Belangrijkste specicaties
BOSS AD-10: Acoustic Preamp
Voeding
Netstroomadapter, alkalinebatterij (AA,
LR6) x 6
Stroomverbruik 300 mA
Verwachte
batterijlevensduur
bij continu gebruik
Alkalinebatterij:
Ong. 6 uren
* Deze waarden variëren afhankelijk van de
werkelijke gebruiksomstandigheden.
Afmetingen 217 (B) x 161 (D) x 65 (H) mm
Gewicht 1,3 kg
Accessoires
Gebruikershandleiding, infoblad
“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”,
netstroomadapter
Opties (apart
verkrijgbaar)
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L, EV-30,
Roland EV-5
Voetschakelaar: FS-5U
Dubbele voetschakelaar: FS-6, FS-7
* Dit document bevat informatie over de specicaties van
het product op het ogenblik van het ter perse gaan van het
document. Raadpleeg de Roland-website voor de meest recente
informatie.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
De Auto O-functie
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na
een vooraf ingestelde tijdsspanne sinds het apparaat
voor het laatst werd gebruikt om muziek af te spelen
of sinds de knoppen of bedieningselementen van het
apparaat voor het laatst werden gebruikt (Auto O-functie). Als
u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld,
schakelt u de Auto O-functie uit (p. 12).
Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter en het
correcte voltage
Gebruik alleen de netstroomadapter die bij het
apparaat wordt geleverd. Ga na of het lijnvoltage
van het elektriciteitsnet overeenkomt met het
ingangsvoltage dat op de netstroomadapter wordt
weergegeven. Andere netstroomadapters gebruiken mogelijk
een andere polariteit of zijn ontworpen voor een ander voltage.
Het gebruik van dergelijke adapters kan resulteren in schade,
defecten of elektrische schokken.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voeding: Gebruik van batterijen
Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie
en lekkende vloeistof. Zorg ervoor dat u alle voorschriften
inzake batterijen opgesomd in de hoofdstukken
“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
en gebruikershandleiding (p. 14)) naleeft.
Als de stroomvoorziening gebeurt op batterijen, gebruikt u
alkalinebatterijen.
Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en
regelaars beschermen tegen schade. Ga ook voorzichtig om
met het apparaat; laat het niet vallen.
Herstellingen en gegevens
Voordat het apparaat voor reparatie wordt verzonden,
noteert u de nodige gegevens op papier. Tijdens de reparatie
doen wij uiteraard ons uiterste best om de gegevens die op
uw apparaat zijn opgeslagen, te behouden, maar er kunnen
gevallen zijn waarbij de opgeslagen inhoud niet kan worden
hersteld, bijvoorbeeld wanneer het fysieke geheugen
beschadigd is geraakt. Roland kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het herstel van opgeslagen inhoud die verloren
is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
Gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, kunnen
verloren gaan als gevolg van storingen aan het apparaat,
onjuiste bediening van het apparaat enzovoort. Noteer
belangrijke gegevens op papier om uzelf te beschermen
tegen het onherstelbare verlies van gegevens.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het
herstel van opgeslagen inhoud die verloren is gegaan.
Gebruik geen verbindingskabels met een ingebouwde
weerstand.
Intellectuele-eigendomsrecht
Het opnemen met audio- of videoapparatuur, kopiëren,
herwerken, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal (muziek, videomateriaal,
uitzendingen, liveoptredens enzovoort) onder auteursrecht
dat geheel of gedeeltelijk eigendom is van een derde, is
wettelijk niet toegestaan zonder de toestemming van de
auteursrechteigenaar.
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die kunnen leiden
tot een inbreuk op een auteursrecht dat eigendom is van
een derde. Wij zijn niet verantwoordelijk voor inbreuken op
auteursrechten van derden die ontstaan uit uw gebruik van
dit apparaat.
ASIO is een handelsmerk en software van Steinberg Media
Technologies GmbH.
Dit product bevat het met eParts geïntegreerde
softwareplatform van eSOL Co.,Ltd. eParts is een
handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan.
Roland en BOSS zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Bedrijfs- en productnamen in dit document zijn
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Boss AD-10 de handleiding

Type
de handleiding