Boss DM-101 de handleiding

Type
de handleiding
DM-101
Referentiehandleiding
Inhoudsopgave
2
Inhoudsopgave
Paneelbeschrijvingen .......................................................................................................................................................................................... 3
Bovenpaneel ........................................................................................................................................................................................................ 3
Achterpaneel ....................................................................................................................................................................................................... 5
Externe pedalen aansluiten ............................................................................................................................................................................... 6
Het apparaat in- en uitschakelen ...................................................................................................................................................................... 7
Moduslijst............................................................................................................................................................................................................. 8
Geheugens opslaan en ertussen schakelen ..............................................................................................................................................10
Diverse instellingen ............................................................................................................................................................................................11
De functie van het expressiepedaal instellen ................................................................................................................................................ 11
De functies van de voetschakelaar instellen (CTL 1 FUNCTION, CTL 2 FUNCTION) ................................................................................... 12
Schakelen tussen uitvoermodi ........................................................................................................................................................................ 13
Behouden/dempen van de staart van een effect wanneer het effect is uitgeschakeld (CARRYOVER) ................................................... 14
De maximale waarde van MEMORY instellen (MEMORY EXTENT) .............................................................................................................. 15
MIDI-instellingen ............................................................................................................................................................................................... 16
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) .................................................................................................................................19
De rubberen voetjes bevestigen ...................................................................................................................................................................20
Belangrijkste specificaties ................................................................................................................................................................................21
Paneelbeschrijvingen
3
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
Naam
Functie
1
[MEMORY]-knop
Schakelt tussen geheugens of slaat deze op (MANUAL, 14).
MEMORY-
indicatoren
Geeft het huidige geselecteerde geheugen aan.
Als MIDI wordt gebruikt om geheugens 5127 te selecteren, gaan alle indicatoren uit.
* Als u aan de [VARIATION]-regelaar draait terwijl de modus MULTI-HEAD actief is, geven de
MEMORY-indicatoren 14 aan welk koppatroon u hebt geselecteerd. De indicatoren keren na
enige tijd terug naar de normale geheugenweergave.
2
[TAP DIVISION]-
knop
Geeft de delaytijd op in een nootlengte ten opzichte van de BPM.
Voorkomen van onbedoelde bediening (paneelvergrendeling)
Door lang op de [TAP DIVISION]-knop te drukken, kunt u schakelen tussen het inschakelen
(ontgrendelen) of uitschakelen (vergrendelen) van de regelaars en knoppen.
Als u de regelaars en knoppen probeert te bedienen terwijl ze vergrendeld zijn, knippert de TAP
DIVISION-indicator.
TAP DIVISION-
indicator
Deze geeft de delaytijd aan als een nootwaarde; het interval waarmee u op het pedaal drukt, wordt
beschouwd als een kwartnoot (100%).
TAP DIVISION-indicator
Beschrijving
TRI
DOT
µ
µ
Gepunte halve noot (300%)
µ
Halve noot (200%)
Paneelbeschrijvingen
4
µ
µ
Gepunte kwartnoot (150%)
µ
µ
Triool van halve noten (133%)
Kwartnoot (100%)
µ
µ
Gepunte achtste noot (75%)
µ
Triool van kwartnoten (67%)
µ
Achtste noot (50%)
µ µ
Triool van achtste noten (33%)
* Wordt niet in alle delaymodi ondersteund. Raadpleeg “1.5. Moduslijst(P.8)” voor meer informatie.
3
[MOD RATE]-
regelaar
Wijzigt de modulatiesnelheid van het delaygeluid.
4
[MOD DEPTH]-
regelaar
Wijzigt de modulatiediepte van het delaygeluid.
5
[VARIATION]-
regelaar
Regelt het klankkarakter van het delaygeluid.
Het effect verschilt afhankelijk van de modus. Raadpleeg de “1.5. Moduslijst(P.8)” voor meer informatie.
6
Modusregelaar
Selecteert de delaymodus (soort).
1.5. Moduslijst(P.8)
7
[DELAY TIME]-
regelaar
Regelt de delaytijd.
Als u de regelaar naar rechts draait, neemt de delaytijd toe.
8
[INTENSITY]-
regelaar
Regelt het aantal delayherhalingen.
Draai deze regelaar naar rechts om het aantal herhalingen te verhogen. Als u de regelaar helemaal
naar links draait, hoort u één delay.
* Als u de regelaar helemaal naar rechts draait, kan er oscillatie optreden.
9
[DELAY VOLUME]-
regelaar
Regelt het volume van het delaygeluid.
Draai deze regelaar naar rechts om het delaygeluid te verhogen. Als u de regelaar helemaal naar links
draait, hoort u alleen direct geluid.
10
[ON/OFF]-
schakelaar
Schakelt de delay in en uit.
11
[MEMORY]-
schakelaar
Druk hierop om tussen geheugens te wisselen.
12
[TAP]-schakelaar
Door op de schakelaar te drukken in het tempo van het nummer dat u aan het spelen bent, kunt u zo
een bijpassende delaytijd instellen.
Als het tempo lager is dan de minimale delaytijd, wordt de delaytijd ingesteld op 1/2 en 1/4 van het
tempo.
Als het tempo hoger is dan de maximale delaytijd, wordt de delaytijd ingesteld op twee en vier keer
het tempo.
* Wordt niet in alle delaymodi ondersteund. Raadpleeg de “Moduslijst” voor meer informatie.
Paneelbeschrijvingen
5
Achterpaneel
Naam
Functie
13
INPUT-aansluiting
Sluit uw elektrische gitaar, keyboard of andere muziekinstrumenten en effectapparaten aan op
deze INPUT-aansluiting.
14
OUTPUT A/MONO, B-
aansluitingen
Sluit hier uw gitaarversterker, keyboardversterker, andere effectapparaten of uw mixer op aan.
Sluit voor mono-uitvoer aan op de A/MONO-aansluiting.
15
CTL1, 2/EXP-
aansluiting
De aansluiting als CTL 1, 2 gebruiken
U kunt een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7; apart verkrijgbaar) aansluiten om te schakelen tussen
MEMORY UP/DOWN enzovoort.
De aansluiting als EXP gebruiken
Sluit een expressiepedaal (EV-30, Roland EV-5, enzovoort; apart verkrijgbaar) aan om de
effectinstellingen van het expressiepedaal dat naar boven staat (horizontaal) en helemaal ingedrukt is
(schuin), continu te wijzigen.
16
MIDI IN/OUT-
aansluitingen
Gebruik TRS/MIDI-verbindingskabels (BMIDI-5-35, BMIDI-1-35, BCC-1-3535; apart verkrijgbaar)
om dit apparaat op een extern MIDI-apparaat aan te sluiten.
U kunt een extern MIDI-apparaat gebruiken om te wisselen tussen maximaal 128 geheugens op
dit apparaat.
* Gebruik deze aansluitingen niet om audioapparaten aan te sluiten. Dit kan een defect
veroorzaken.
17
USB-poort
Sluit uw computer aan met een in de handel verkrijgbare USB-kabel die USB 2.0 ondersteunt.
* Gebruik geen micro-USB-kabel die alleen is ontworpen om een apparaat op te laden.
Kabels alleen bedoeld voor opladen, kunnen geen gegevens verzenden.
* Alleen gebruikt voor het bijwerken van programma's.
18
DC IN-aansluiting
Sluit de netstroomadapter aan op deze aansluiting.
Gebruik alleen de gespecificeerde netstroomadapter (PSA-reeks), aangesloten op een 100 V AC-
stroombron.
Wanneer u de meegeleverde netstroomadapter aansluit op de DC IN-aansluiting, wordt het
apparaat ingeschakeld.
1.4. Het apparaat in- en uitschakelen(P.7)
19
Aardingsklem
Sluit deze aan op een externe aarding. Deze moet indien nodig worden aangesloten.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u een aansluiting maakt om defecten en storingen aan de
apparatuur te voorkomen.
Paneelbeschrijvingen
6
Externe pedalen aansluiten
Paneelbeschrijvingen
7
Het apparaat in- en uitschakelen
Volg onderstaande procedure nadat alles correct is aangesloten om alle apparaten in te schakelen. Wanneer u apparatuur in de
verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico op apparaatstoringen of -defecten.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog
geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Het apparaat inschakelen
Schakel de stroom naar de versterker als laatste in.
Het apparaat uitschakelen
Schakel de stroom naar de versterker als eerste uit.
Paneelbeschrijvingen
8
Moduslijst
Modus
Beschrijving
Delaytijd
MIDI SYNC-
ondersteuning voor
[TAP]-schakelaar
[VARIATION]-regelaarfunctie
CLASSIC
Een geluid met de
kenmerkende warmte
van analoge delays.
401200 ms
µ
Past de modulatiegolfvorm aan.
De MIN-instelling produceert een
driehoeksgolf, de
middeninstelling produceert een
sinusgolf, en hoe dichter u bij de
MAX-instelling komt, hoe
complexer de golfvorm wordt.
VINTAGE
Simuleert het geluid van
de BOSS DM-2.
10300 ms
µ
MODERN
Produceert een helder
delaygeluid met
uitgesproken hoge
tonen.
40840 ms
µ
MULTI-HEAD
Produceert een diep
echoachtig effect.
20300 ms
µ
Selecteert het koppatroon
(delaypatroon) (10 soorten). (*1,
*2)
Als u aan de regelaar draait,
geven de MEMORY-indicatoren
1–4 het door u geselecteerde
koppatroon aan.
De indicatoren keren na enige tijd
terug naar de normale
geheugenweergave.
NON-LINEAR
Een delay die een
omgekeerd effect geeft.
35190 ms
Wijzigt het volume voor elk
delayinterval.
AMBIENCE
Een geluid dat een zeer
nauwe ruimte simuleert.
VARIATION (vroege
reflectie) MIN:
140160 ms
VARIATION (vroege
reflectie) MAX:
290400 ms
Voegt de geluiden van vroege
reflecties toe.
REFLECT
Produceert een
reverbachtig effect.
90320 ms
Produceert een pre-delayeffect
(40290 ms).
DOUBLING+
DELAY
Produceert een korte
verdubbelende delay die
het geluid voller maakt,
samen met het
reflectiegeluid.
10310 ms
µ
Regelt de verdubbelende
delaytijd (1020 ms).
WIDE
Verschuift de respectieve
OUTPUT A/B-delaytijden
om een rijker geluid te
creëren.
25590 ms
µ
Past het tijdsverschil voor de
OUTPUT A/B-delaytijd aan.
DUAL MOD
Produceert een
modulatie-effect met
verschillende fasen voor
OUTPUT A/B.
110600 ms
µ
Regelt de modulatiefase voor
OUTPUT A/B. De MAX-instelling
keert de fase voor OUTPUT A/B
om.
PAN
Een stereo tap delay die
het delaygeluid uitvoert
met verschillende
timings voor OUTPUT
A/B.
20450 ms
µ
Past het tijdsverschil voor de
OUTPUT A/B-delaytijd aan.
PATTERN
Creëert een ritmisch
delayeffect.
VARIATION (Patroon) 1:
50300 ms
VARIATION (Patroon) 2:
60300 ms
VARIATION (Patroon) 3:
60300 ms
VARIATION (Patroon) 4:
40190 ms
VARIATION (Patroon) 5:
30190 ms
VARIATION (Patroon) 6:
50300 ms
VARIATION (Patroon) 7:
60290 ms
µ
Selecteert het delaypatroon (10
soorten). (*1)
Paneelbeschrijvingen
9
VARIATION (Patroon) 8:
2080 ms
VARIATION (Patroon) 9:
60300 ms
VARIATION (Patroon) 10:
60300 ms
(*1) U kunt schakelen tussen patronen 110 door de positie van de regelaar te wijzigen.
(*2) De inhoud van koppatronen 110 wordt hieronder weergegeven.
Koppatroon
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Weergavekop 1
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Weergavekop 2
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Weergavekop 3
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Weergavekop 4
Á
Á
Á
Á
Á
Á
Geheugens opslaan en ertussen schakelen
10
Geheugens opslaan en ertussen schakelen
Opslaan naar een geheugen
U kunt de instellingen die u hebt bewerkt, opslaan.
1.
Houd de [MEMORY]-knop lang ingedrukt.
De indicator van het momenteel geselecteerde geheugennummer knippert en het geheugen gaat naar de stand-bymodus
voor schrijven.
2.
Haal uw vinger van de [MEMORY]-knop.
3.
Druk op de [MEMORY]-knop om te selecteren waar u het geheugen wilt opslaan.
Elke keer dat u op de knop drukt, doorloopt de geheugenkeuzeschakelaar het volgende: MANUALÓ1Ó2Ó3Ó4.
U kunt een extern MIDI-apparaat gebruiken om geheugens 5127 te selecteren. Als u de geheugens 5127 selecteert,
knipperen alle MEMORY 1–4-indicatoren.
4.
Druk nogmaals lang op de [MEMORY]-knop om op te slaan.
De indicatoren van het geheugennummer knipperen snel. Ze blijven branden, is de schrijfbewerking voltooid.
Als u een extern MIDI-apparaat gebruikt om de geheugens 5127 te selecteren, knipperen de MEMORY 1–4-indicatoren
allemaal snel en gaan vervolgens uit.
* Als u de regelaars of voetschakelaar bedient vóór stap 3, wordt de schrijfbewerking geannuleerd.
* Als u in MANUAL hebt opgeslagen, worden alleen instellingen van de [TAPE]-knop en het expressiepedaal opgeslagen.
Schakelen tussen geheugens
U kunt als volgt een opgeslagen geheugen oproepen.
1.
Druk op de [MEMORY]-knop of [MEMORY]-schakelaar om het geheugen te selecteren.
Elke keer dat u op de knop/schakelaar drukt, doorloopt de geheugenkeuzeschakelaar het volgende: MANUALÓ1Ó2Ó3Ó4.
U kunt een extern MIDI-apparaat gebruiken om geheugens 5127 te selecteren via MIDI. Als u de geheugens 5127 selecteert,
gaan de MEMORY 1–4-indicatoren allemaal uit.
Wat is “MANUAL”?
Normaal gezien worden effecten toegepast volgens de instellingen in het geheugen. Als u echter MANUAL selecteert, worden
effecten toegepast volgens de positie van de regelaars op het paneel. Op dit moment zijn de instellingen van TAP DIVISION en het
expressiepedaal die worden opgeroepen, de instellingen die zijn opgeslagen in MANUAL (die bewerkbaar zijn).
Diverse instellingen
11
Diverse instellingen
De functie van het expressiepedaal instellen
Door een expressiepedaal (zoals de EV-30, apart verkrijgbaar) op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting aan te sluiten, kunt u de regelaars op
het bovenpaneel bedienen, behalve de modusregelaar.
U kunt de respectievelijke geluiden instellen voor wanneer het expressiepedaal in de MAX-positie staat (helemaal
omhooggeduwd met uw tenen) en in de MIN-positie (helemaal naar beneden geduwd met uw hiel), en ze continu wijzigen.
U kunt verschillende instellingen voor het expressiepedaal gebruiken voor MANUAL en voor elk geheugen in respectievelijk
MEMORY 14.
U kunt ook een andere functie instellen en toevoegen aan de functies die u al hebt ingesteld. Hiermee kunt u instellingen creëren
die meerdere regelaars tegelijk bedienen.
1.
Gebruik de [MEMORY]-knop om het geheugen (MANUAL, MEMORY 14) te selecteren waarvoor u het
expressiepedaal wilt configureren.
2.
Houd de [TAP]-schakelaar ingedrukt en druk op de [TAP DIVISION]-knop.
De TRI-indicator knippert
3.
Gebruik de respectievelijke regelaars om het geluid in te stellen dat wordt gebruikt wanneer het pedaal
op de MIN-waarde staat (helemaal ingedrukt met uw hiel).
4.
Druk nogmaals op de [TAP DIVISION]-knop.
De DOT-indicator knippert.
5.
Gebruik de respectievelijke regelaars om het geluid in te stellen dat wordt gebruikt wanneer het pedaal
op de MAX-waarde staat (helemaal omhooggeduwd met uw tenen).
6.
Druk nogmaals op de [TAP DIVISION]-knop om de functie-instellingen te verlaten.
Als u de functie-instellingen voor het expressiepedaal wilt wissen, doorloopt u stap 1 tot en met 6 hierboven zonder enige
regelaars in stap 3 en 6 te bedienen.
Om de functie-instellingen van het expressiepedaal op te slaan, moet u het geheugen opslaan.
Gebruik alleen het aanbevolen expressiepedaal. Het aansluiten van expressiepedalen van andere fabrikanten kan
leiden tot defecten in dit apparaat.
Diverse instellingen
12
De functies van de voetschakelaar instellen (CTL 1 FUNCTION, CTL 2 FUNCTION)
Hier leest u hoe u de functies van de voetschakelaar configureert die is aangesloten op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting (FS-5U, FS-6,
FS-7; apart verkrijgbaar).
1.
Houd de [TAP]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Zet de modusregelaar op “CLASSIC” als u de CTL 1-functie wilt instellen of op “VINTAGE” als u de CTL 2-
functie wilt instellen.
3.
Gebruik de [MEMORY]-knop om de in te stellen functie te selecteren.
MEMORY-indicatoren
Functie
MANUAL
Selecteer het volgende geheugen.
1
Selecteer het vorige geheugen.
2
Zet effecten in/uit.
3
Druk op de voetschakelaar in het tempo van het nummer dat u speelt om een overeenkomende
delaytijd op te geven.
4.
Druk op de [TAP]-schakelaar om de functie-instellingen te verlaten.
Diverse instellingen
13
Schakelen tussen uitvoermodi
U kunt wijzigen hoe de uitvoer werkt door tussen verschillende uitvoermodi te schakelen.
U kunt de uitvoer van het directe geluid uitschakelen als u alleen het geluid van het effect wilt uitvoeren, bijvoorbeeld wanneer u
dit apparaat aansluit op de send/return van een mixer.
1.
Houd de [TAP]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Draai de modusregelaar naar de “MODERN”-instelling.
3.
Gebruik de [MEMORY]-knop om de uitvoermodus te selecteren.
MEMORY-indicatoren
Uitvoermodus
Functie
MANUAL
NORMAL
Als er een stekker in de OUTPUT A/B-aansluitingen zit:
Het effectgeluid (L ch) + direct geluid wordt uitgevoerd via de OUTPUT A-
aansluiting en het effectgeluid (R ch) + direct geluid wordt uitgevoerd via de
OUTPUT B-aansluiting.
Als er alleen een stekker in de OUTPUT A-aansluiting zit:
Het effectgeluid en het directe geluid worden uitgevoerd.
1
DIRECT/EFFECT
Als er een stekker in de OUTPUT A/B-aansluitingen zit:
Het effectgeluid (L ch + R ch) wordt uitgevoerd via de OUTPUT A-aansluiting
en het directe geluid wordt uitgevoerd via de OUTPUT B-aansluiting.
Als er alleen een stekker in de OUTPUT A-aansluiting zit:
Het effectgeluid (L ch + R ch) wordt uitgevoerd via de OUTPUT A-aansluiting.
2
DIRECT MUTE
Schakelt de directe geluidsuitvoer uit.
Als er een stekker in de OUTPUT A/B-aansluitingen zit:
Het effectgeluid (L ch) wordt uitgevoerd via de OUTPUT A-aansluiting en het
effectgeluid (R ch) wordt uitgevoerd via de OUTPUT B-aansluiting.
Als er alleen een stekker in de OUTPUT A-aansluiting zit:
Het effectgeluid (L ch + R ch) wordt uitgevoerd via de OUTPUT A-aansluiting.
4.
Druk op de [TAP]-schakelaar om de functie-instellingen te verlaten.
Diverse instellingen
14
Behouden/dempen van de staart van een effect wanneer het effect is uitgeschakeld
(CARRYOVER)
Hiermee stelt u in of u de staart van een effect wilt behouden (carryover) nadat het effect is uitgeschakeld.
1.
Houd de [TAP]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Draai de modusregelaar naar de “MULTI-HEAD”-instelling.
3.
Gebruik de [MEMORY]-knop om de waarde te selecteren.
MEMORY-indicatoren
Functie
MANUAL
Nagalm wordt overgedragen
1
Nagalm wordt niet overgedragen
4.
Druk op de [TAP]-schakelaar om de instellingen te verlaten.
Dit wordt alleen ondersteund als het effect wordt in-/uitgeschakeld. Dit wordt niet ondersteund bij het schakelen
tussen geheugens.
Als deze functie is ingesteld om het effect over te dragen, wordt de zelfoscillatie van het effect nog steeds
uitgevoerd, zelfs als het effect wordt uitgeschakeld terwijl het effectgeluid aan het zelfoscilleren is. Draai de
[INTENSITY]-regelaar helemaal naar beneden om de zelfoscillatie van het geluid te stoppen.
Diverse instellingen
15
De maximale waarde van MEMORY instellen (MEMORY EXTENT)
Hier ziet u hoe u de maximale waarde voor de selecteerbare geheugens instelt.
1.
Houd de [TAP]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Draai de modusregelaar naar de “NON-LINEAR”-instelling.
3.
Gebruik de [MEMORY]-knop om de maximale waarde in te stellen.
MEMORY-indicatoren
Maximale waarde
1
1
2
2
3
3
4
4
4.
Druk op de [TAP]-schakelaar om de instellingen te verlaten.
Diverse instellingen
16
MIDI-instellingen
1.
Houd de [ON/OFF]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Draai aan de modusregelaar om de in te stellen parameter te selecteren.
3.
Gebruik de [MEMORY]-knop om de waarde te selecteren.
4.
Druk op de [ON/OFF]-schakelaar om de instellingen te verlaten.
Instelling
Modusregelaar
Waarde
Indicatoren die
oplichten
Beschrijving
Receive channel
(RX CH)
CLASSIC
OFF
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
Uit
1
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH. 1
2
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 2
3
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 3
4
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 4
5
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
CH. 5
6
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH. 6
7
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 7
8
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 8
9
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 9
10
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
CH. 10
11
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH. 11
12
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 12
13
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 13
14
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 14
15
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION: TRI
CH. 15
16
MEMORY: 1
TAP DIVISION: TRI
CH. 16
Transmit channel
(TX CH)
VINTAGE
OFF
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
Uit
1
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH. 1
2
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 2
Diverse instellingen
17
3
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 3
4
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 4
5
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
CH .5
6
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH. 6
7
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 7
8
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 8
9
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 9
10
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
CH. 10
11
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
CH.11
12
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
CH. 12
13
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
CH. 13
14
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
CH. 14
15
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION: TRI
CH. 15
16
MEMORY: 1
TAP DIVISION: TRI
CH. 16
RX
MEMORY: 2
TAP DIVISION: TRI
Verzendt via hetzelfde kanaal als het RX
CHANNEL.
Receive program
change message
(PC IN)
MODERN
ON
MEMORY: MANUAL
Programmawijzigingsberichten worden
ontvangen.
OFF
MEMORY: 1
Programmawijzigingsberichten worden
niet ontvangen.
Transmit program
change messages
(PC OUT)
MULTI-HEAD
ON
MEMORY: MANUAL
Programmawijzigingsberichten worden
verzonden.
OFF
MEMORY: 1
Programmawijzigingsberichten worden
niet verzonden.
Receiving control
change message
(CC IN)
NON-LINEAR
ON
MEMORY: MANUAL
Bedieningswijzigingsberichten worden
ontvangen.
OFF
MEMORY: 1
Bedieningswijzigingsberichten worden
niet ontvangen.
Transmit control
change messages
(CC OUT)
AMBIENCE
ON
MEMORY: MANUAL
Bedieningswijzigingsberichten worden
verzonden.
OFF
MEMORY: 1
Bedieningswijzigingsberichten worden
niet verzonden.
Receiving MIDI clock
sync
(SYNC)
REFLECT
INTERNAL
MEMORY: MANUAL
Bewerkingen worden gesynchroniseerd
met de interne klok van de DM-101.
AUTO
MEMORY: 1
Bewerkingen worden gesynchroniseerd
met de MIDI-klok die via MIDI wordt
ontvangen.
De bewerkingen worden echter
automatisch gesynchroniseerd met de
interne klok van de DM-101 als het
apparaat de externe klok niet kan
ontvangen.
Diverse instellingen
18
Transmit REALTIME
SOURCE
DOUBLING+DELAY
INTERNAL
MEMORY: MANUAL
Interne realtimeberichten worden
gebruikt als klokbron.
MIDI
MEMORY: 1
Realtimeberichten van de MIDI IN-
aansluiting worden gebruikt als de
klokbron.
MIDI THRU
WIDE
ON
MEMORY: MANUAL
Geeft aan of MIDI-berichten die worden
ontvangen bij de MIDI IN-aansluiting
opnieuw worden verzonden zoals ze zijn
via de MIDI OUT-aansluiting (ON) of niet
opnieuw worden verzonden (OFF).
OFF
MEMORY: 1
DEVICE ID
DUAL MOD
17
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
Dit stelt de MIDI-apparaat-ID in die wordt
gebruikt voor het verzenden en
ontvangen van exclusieve berichten.
18
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
19
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
20
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
21
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
22
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
23
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
24
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
25
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
26
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
27
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION:
28
MEMORY: 1
TAP DIVISION:
29
MEMORY: 2
TAP DIVISION:
30
MEMORY: 3
TAP DIVISION:
31
MEMORY: 4
TAP DIVISION:
32
MEMORY: MANUAL
TAP DIVISION: TRI
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
19
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
1.
Houd de [ON/ OFF]-schakelaar en de [TAP]-schakelaar ingedrukt en schakel de stroom in.
2.
Druk op de [TAP]-schakelaar.
Dit start het herstellen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen. De MEMORY-indicatoren lichten in deze volgorde op:
MANUALÓ1Ó2Ó3Ó4. De reset is voltooid zodra de [ON/OFF]-schakelaar oplicht.
3.
Schakel de stroom uit.
Schakel het apparaat niet uit terwijl de fabrieksreset wordt uitgevoerd.
De rubberen voetjes bevestigen
20
De rubberen voetjes bevestigen
U kunt indien nodig de meegeleverde rubberen voetjes bevestigen.
Bevestig deze op de plaatsen zoals weergegeven op de afbeelding.
* Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars beschermen tegen schade. Ga ook voorzichtig om met
het apparaat, laat het niet vallen.
* Als u dit apparaat gebruikt zonder de rubberen voetjes, kunt u de vloer beschadigen.
Belangrijkste specificaties
21
Belangrijkste specificaties
Geheugen
127 + Manual
Nominaal
ingangsniveau
INPUT: -10 dBu
Ingangsimpedantie
INPUT: 1 MΩ
Nominaal
uitgangsniveau
OUTPUT A/MONO, OUTPUT B: -10 dBu
Uitgangsimpedantie
OUTPUT A/MONO, OUTPUT B: 1 kΩ
Aanbevolen
lastimpedantie
OUTPUT A/MONO, OUTPUT B: 10 kΩ of hoger
Delay-modus
CLASSIC
VINTAGE
MODERN
MULTI-HEAD
NON-LINEAR
AMBIENCE
REFLECT [STEREO]
DOUBLING+DELAY [STEREO]
WIDE [STEREO]
DUAL MOD [STEREO]
PAN [STEREO]
PATTERN [STEREO]
Bypass
Gebufferde bypass
Bedieningselement
en
[ON/OFF]-schakelaar, [MEMORY]-schakelaar, [TAP]-schakelaar
[MOD RATE]-regelaar, [MOD DEPTH]-regelaar, [VARIATION]-regelaar, modusregelaar,
[DELAY TIME]-regelaar, [INTENSITY]-regelaar, [DELAY VOLUME]-regelaar
[MEMORY]-knop, [TAP DIVISION]-knop
Aansluitingen
INPUT-aansluiting, OUTPUT A/MONO-aansluiting, OUTPUT B-aansluiting: 1/4-telefoonaansluiting
CTL 1, 2/EXP-aansluiting: 1/4” TRS-telefoontype
MIDI (IN,OUT)-aansluitingen: Stereomini-aansluiting
DC IN-aansluiting
USB-poort: USB-micro B-type (alleen programma-update)
Stroomtoevoer
Netstroomadapter
Stroomverbruik
260 mA
Afmetingen
192 (B) x 133 (D) x 52 (H) mm
192 (B) x 133 (D) x 53 (H) mm (inclusief rubberen voetjes)
Gewicht
830 g
Accessoires
Netstroomadapter
Startgids
Informatieblad (“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”, “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” en “Informatie”)
Rubberen voetje x 4
Opties
(apart verkrijgbaar)
Voetschakelaar: FS-5U
Dubbele voetschakelaar: FS-6, FS-7
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L, EV-30, Roland EV-5
MIDI/TRS-verbindingskabel: BMIDI-5-35, BMIDI-1-35, BMIDI-2-35, BCC-1-3535, BCC-2-3535
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* Dit document beschrijft de specificaties van het product op het moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de
website van Roland voor de meest recente informatie.
Belangrijkste specificaties
22
DM-101
Referentiehandleiding
01
©2023 Roland Corporation
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Boss DM-101 de handleiding

Type
de handleiding