ASO Safety Solutions Elmon SK41 de handleiding

Type
de handleiding
43
SK 41 Veiligheidsrelais41 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
Fabrikant en gebruiker van de installae / machine, waarop de veiligheidsinrichng wordt gebruikt, zijn
ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschrien en -regels op eigen verantwoordeli-
jkheid af te stemmen en te respecteren.
De veiligheidsinrichng garandeert in combinae met de bovengeschikte besturing een funconele veilig-
heid, maar niet de veiligheid van de complete installae / machine. Voordat de machine wordt gebruikt,
is daarom een veiligheidsobservae van de complete installae / machine noodzakelijk.
De bedieningshandleiding moet permanent op de installaeplaats van de veiligheidsinrichng beschikbaar
zijn.
Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van
de veiligheidsinrichng, grondig worden gelezen en toegepast.
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheids-
maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
3. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
5. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.1 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.2 Aansluitklemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.3 Uitvoeringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.4 Bedrijfsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
6. Mechanische bevesging. . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
7. Elektrische inbedrijfstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . 46
7.1 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
7.2 Elektrische aansluing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
7.3 Aansluiten van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit 47
7.4 Funcecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
8. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
9. Toepassingsvoorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
10. Buitenbedrijfstelling en afvoer. . . . . . . . . . . . . . . 50
11. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
12. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . 51
Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en
toestellen in deze documentae zijn allen jde, ook zonder vooraankondiging, voor-
behouden.
Nederlands
44
SK 41 Veiligheidsrelais41 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de normen, moet de
installae op basis van passende jdsintervallen door deskundigen worden
gecontroleerd op correcte funce. De controle moet te allen jde inzichtelijk
worden gedocumenteerd.
De installae en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichng mag enkel door vakpersoneel gebeuren,
dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschrien over arbeidsveiligheid
en ongevallenprevene. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd.
De veiligheidsvoorschrien betreende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht
worden genomen.
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld en op spanningsvrijheid gecontro-
leerd en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
Als de potenaalvrije contacten van de veiligheidsschakelcontacten met een gevaarlijke spanning extern
gevoed worden, dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens
uitgeschakeld worden.
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garane en aansprakelijkheid van de fabrikant.
3. Algemeen
Het eenkanaals relais SK 41 dient voor het analyseren van veiligheidscontactmaen, evenals voor het beveiligen
van knel- en klemplaatsen door veiligheidscontactlijsten en veiligheidsbumpers.
Het relais SK 41 is volgens EN ISO 13849-1 "Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunce"
voor cat. 3 Performance Level d ontworpen en hee een typegoedkeuring. Voor de naleving van cat. 3 is het
relais redundant opgebouwd en met twee gedwongen veiligheidsrelais per kanaal, die elkaar bewaken.
De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaal-
gever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan zijn de uitgangrelais aangestuurd en het
schakelcontact gesloten. Als de signaalgever geacveerd wordt of het signaalgevercircuit onderbroken wordt,
gaan de relaisschakelcontacten open.
De bewakingstoestand van de signaalgever en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED's weerge-
geven.
4. Correct gebruik
Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichng in combinae met veiligheidscon-
tactmaen, veiligheidsbumpers en veiligheidscontactlijsten met een 8,2 kΩ weerstand voor de ruststroom-
bewaking.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair
gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk.
Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen.
Nederlands
45
Fault
Actuate
Aux. Relay
Power
Z1 Z2 S11 S12
B1 B2 X1 X2
A1 A2 31 32
13 14 23 24
SK 41
5. Toesteloverzicht
5.1 Signaalweergaven
LED Power - groen
Voedingsspanning
LED Actuate - geel
Signaalgever geacveerd
LED Fault - rood
Signaalgevercircuit onderbroken
LED Aux. Relay - geel
Melduitgang geschakeld
5.2 Aansluitklemmen
A1 A2 Voedingsspanning 230 V 50/60 Hz (SK 41-32)
A1 A2 Voedingsspanning 115 V 50/60 Hz (SK 41-82)
B1 B2 Voedingsspanning 24 V AC/DC
X1 X2 Aansluing signaalgever
13 14 Schakelcontact van het veiligheidsrelais 1
23 24 Schakelcontact van het veiligheidsrelais 2
31 32 Schakelcontact meldrelais
Z1 Z2 Aansluiten van handmage reset
S11 S12 Codeeringangen reset
5.3 Uitvoeringen
Uitvoering SK 41-32 SK 41-32 RLU SK 41-82 SK 41-82 RLU
Behuizing
Behuizing met een breedte van 22,5 mm, van polyamide voor montage op
een 35 mm DIN-rail volgens EN 60715.
Voedingsspanning
230 V 50/60 Hz
en 24 V AC/DC
230 V 50/60 Hz
en 24 V AC/DC
115 V 50/60 Hz
en 24 V AC/DC
115 V 50/60 Hz
en 24 V AC/DC
Meldrelais
(schakelcontact
31 32)
Schakelt bij
acvering of bij
een fout van de
signaalgever na
1 sec. gedurende
3 sec.
Schakelt zolang
signaalgever wordt
geacveerd of
een fout van de
signaalgever wordt
gesignaleerd.
Schakelt bij
acvering of bij
een fout van de
signaalgever na
1 sec. gedurende
3 sec.
Schakelt zolang
signaalgever wordt
geacveerd of
een fout van de
signaalgever wordt
gesignaleerd.
Nederlands
46
5.4 Bedrijfsmodi
Gescheiden of in serie geschakelde uitgangen van de stuurstroomkringen (redundant doorgeven van de
schakelcontacten)
Automasche reset (fabrieksinstelling S11 S12 niet overbrugd)
Na acvering / uitval van de signaalgever of na uitvallen van de spanning gee het relais de stuurstroom-
kringen automasch weer vrij.
Handmage reset (S11 S12 bruggen)
Na acvering / uitval van de signaalgever of na uitval van de spanning gee het relais de stuurstroom-
kringen pas na indrukken van de resetschakelaar (klemmen Z1 Z2) weer vrij.
Het permanent acveren resp. overbruggen van de resetschakelaar is niet mogelijk.
6. Mechanische bevesging
Het relais moet vakkundig bevesgd worden:
- In een tegen stof en vocht beschermde schakelkast of behuizing.
- Met een beschermingsklasse van minimaal IP54.
- Op een 35 mm DIN-rail volgens EN 50 022.
- Vanwege de warmteafgie moet bij de inbouw van twee of meer relais een
minimale afstand van één behuizingsbreedte (ca. 3 cm) ten opzichte van andere
inrichngen aangehouden worden, om onderlinge opwarming te voorkomen.
Het relais niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren.
De inbouwstand van het relais in willekeurig.
7. Elektrische inbedrijfstelling
Door het aansluiten op de verkeerde klemmen kan het relais kapot gaan.
7.1 Voorwaarden
Met het relais is zowel werking op 230 V (115 V) als met 24 V mogelijk.
Bij voeding met 24 V AC/DC moet de spanning aan de voorwaarden voor funconele laagspanning met
veilige scheiding beantwoorden. (SELV)
Het meldcontact 31 32 dient alleen als hulpcontact (signalering, indicae etc.) en mag niet worden
opgenomen in het veiligheidsstroomcircuit.
Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomsg beschermd
worden.
SK 41 Veiligheidsrelais41 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
Nederlands
47
7.2 Elektrische aansluing
Voedingsspanning 230 V AC (115 V AC) op de klemmen A1 A2 resp. 24 V AC/DC op de klemmen B1 (+)
B2 (-) aansluiten.
Signaalgever op klemmenX1 X2 aansluiten.
Het te bewaken stuurstroomkring op de klemmen 13 24 aansluiten.
Bij redundant doorleiden van de schakelcontacten moet de tussen de klemmen 14 23 aangebrachte
overbrugging verwijderd worden.
Voor een handmage reset, moeten de klemmen S11 S12 overbrugd worden (fabrieksinstelling: autom.
reset, S11 S12 overbrugd) en de resetschakelaar op klemmen Z1 Z2 aangesloten worden.
Na succesvolle inbedrijstelling is de veiligheidsuitgang 13 24 aangestuurd (relaiscontact "gesloten").
Een acvering van de signaalgever veroorzaakt het openen van het relaiscontact 13 24 en het meldrelais
schakelt volgens de voorgeschakelde relaisversie. Dit wordt door de gele Aux -LED weergegeven.
7.3 Aansluing van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit
ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld.
Op signaalgeveringang X1 X2 kunnen één of meerdere signaalgevers aangesloten worden. Hiertoe dienen de
afzonderlijke signaalgevers in serie geschakeld te worden (aeelding 1).
Veiligheidscontactlijsten SKL:
Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet
groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidsbumpers ASB:
Er kunnen maximaal vijf ASB in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de ASB mag niet
groter zijn dan 15 meter. De lengte van een ASB kan tot 3 m. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde ASB mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidscontactmaen ASK:
Er kunnen maximaal en ASK in serie geschakeld worden. De maximale totale oppervlakte bedraagt niet meer
dan 10 m
2
. Maximale grooe van een ASK is 1350 x 2350 mm. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde ASK mag niet groter zijn dan 25 m.
Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde
van de schakeling te meten. Bij niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ ± 500 Ω bedragen.
Als de signaalgever geacveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden.
Nederlands
Signaalgever 1
Signaalgever 2
Signaalgever „n
Aeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst
2
2
X
1
X
2
22
48
8. Foutendiagnose
Bij een correcte bedrading en aansluing van de voedingsspanning mag enkel de groene LED branden.
Wanneer één van de gele of rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's
opgespoord kan worden.
LED Fout Verhelping van de fout
de groene
Power LED
brandt niet
Voedingsspanning ontbreekt, te laag
of fout aangesloten
Aansluingen en voedingsspanning controleren:
- 230 V AC (of 115 V) op klemmen A1 A2 of
- 24 V AC/DC op klemmen B1 B2
Toleranebereik: ±10 %
de gele Actuate
LED brandt
Signaalgever geacveerd, verkeerd
aangesloten of defect
- Aansluingen van de betreende signaalgevers
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
- Signaalgever controleren*
de gele Actuate
LED knippert
Alleen in bedrijfsmodus
"handmage reset":
Signaalgever niet meer geacveerd
of onderbroken, relais wacht op
resetpuls op Z1, Z2
Geen fout; normaal gedrag na een fout in de
modus "handmage reset" (zie 5.4)
de rode Fault
LED's branden
Signaalgever niet aangesloten,
verkeerd aangesloten of defect
- Aansluingen van de betreende signaalgevers
controleren (beschadigde toevoerleidingen,
brokkelige toevoerleidingen etc.)
- Signaalgever controleren*
* Ligt de fout niet in de bedrading, kan de funce van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ
weerstand op de signaalgeveringang van het relais SK 41 (klemmen X1 X2) gecontroleerd worden. Als
de elektronica daarna correct werkt, moet de signaalgever met een weerstandsmeeoestel gecontro-
leerd worden. Daarvoor moet de verbinding van de signaalgever naar het relais losgemaakt en met een
weerstandsmeeoestel verbonden worden. Bij niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ
±500 Ω bedragen. Als de signaalgever geacveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden.
SK 41 Veiligheidsrelais41 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
7.4 Funcecontrole
Na de overeenkomsge aansluing van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspanning,
moet de installae / machine worden gecontroleerd op correcte funce.
De signaalgevers één voor één acveren.
De overeenkomsge reaces van het relais controleren.
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden.
De controle moet te allen jde inzichtelijk worden gedocumenteerd.
De eisen van de installae- / machinefabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd.
Nederlands
49
9. Toepassingsvoorbeeld
Veiligheidsgerichte bewaking van een veiligheidscontactlijst met startvrijgave via vrijgaveschakelaar en
gescheiden doorleiden van de stuurstroomkringen (veiligheidscategorie 3 conforme toepassing volgens
EN ISO 13849-1).
Voor funcecontrole van lastbeveiligingen K1 en K2 worden de breekcontacten van deze relais in het start-
circuit (Z1 Z2) opgenomen.
De meldrelaisuitgang dient voor de visualisae van de schakeltoestand van de veiligheidscontactlijst.
Schakelschema in spanningsloze toestand. Sensor niet geacveerd.
1 signaalgever (lijst, mat of bumper)
2 vrijgaveschakelaars
Nederlands
3
M
T1 T2 T3
SK 41
13
23 31
14
24 32
L1
L2
L3
N
PE
N
PE
L1
L2
L3
K1
K2
A1
A2
X1 X2
Z1 Z2
8,2 Κ
S11 S12
B1
B2
1
2
50
SK 41 Veiligheidsrelais41 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
Behuizing
Polyamide PA 6.6
zelfdovend volgens UL 94-V2
Afmengen (HxBxD) 99 x 22,5 x 114 mm
Beschermingsklasse IP20
Gewicht 210 g
Temperatuurbereik -20 °C . . . +55 °C
Diameter aansluitleidingen
0,75-1,5 mm
2
een-, of jndradige leiding
B2
24
23
14
13
X2
X1
B1A2A1
+Ub
R
ref
8,2 kΩ
U
ref
Logic
Prinzipschaltbild SK 41
Cercaat nr.:
44 780 10 555564
10. Buitenbedrijfstelling en afvoer
De producten die door ASO gemaakt zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de pro-
ducten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voorschrien
te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de voorschrien
zorg te dragen.
11. Technische gegevens
Voedingsspanning
Netspanning
SK41-32 U
Net
230 V AC 50/60 Hz
SK41-82 U
Net
115 V AC 50/60 Hz
Laagspanning U
E
24 V AC/DC ±10%24 V AC/DC ±10%
Vermogensopname
P
Net_max
= 3,3 VA 230 V AC (of 115 V)
P
E_max
= 1,5 W 24 V DC
P
E_max
= 2,1 VA 24 V AC
Goedkeuringen
EN ISO 13849-1:2008 categorie 3 PL d
(MTTFd 329 jaren, DC 97 %)
(uitgaande van 52.560 cycli)
Aansluitweerstand van de signaalgever
nominale waarde R
A
= 8,2 kΩ
bovenste schakelwaarde R
AO
> 11,5 kΩ
onderste schakelwaarde R
AU
< 5,5 kΩ
Veiligheidsschakelcontact
max. schakelspanning 250 V ~ / 30 V -
max. schakelstroom 4 A AC/DC
Elektrische levensduur 10
5
acveringen
Schakeljden veiligheidsrelais
Reacejd < 13 ms
Vrijschakeljd 1 Sek. ± 0,5 Sek.± 0,5 Sek. 0,5 Sek.
Schakeljden meldrelais
Reacejd 0,5 Sek. ±0,3 Sek.±0,3 Sek.0,3 Sek.
Vrijschakeljd 3 Sek. ±1 Sek.±1 Sek.1 Sek.
Bij de RLU-versie schakelt het meldrelais synchroon met
het acveren van de signaalgever.
Testrapportnr.:
10 205 555564-002
Nederlands
51
12. EG-verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaren wij dat de hieronder genoemde producten uit de serie:
SK 41-32 (arkelnummer 203201, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 41-32 RLU (arkelnummer 203202, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 41-82 (arkelnummer 203204, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 41-82 RLU (arkelnummer 203203, formaat serienummer yymmnnnnn)
Veiligheidsrelais voor combinae met schakellijsten, schakelmaen en schakelbumpers
voor het vermijden van gevaar op knel- en klemplaatsen bij poortsystemen op basis van
het ontwerp en construce en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet
aan de desbetreende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de volgende
EG-richtlijnen en normen:
EG - machinerichtlijn 2006/42/EG
EN ISO 13849-1:2008
EN ISO 13849-2:2008
EN 61000-6-2:2005
EN 61000-6-3:2007
EG - typeonderzoek
Noed Body 0044
TÜV NORD CERT GmbH
Langemarckstraße 20
D-45141 Essen
EG typegoedkeuringscercaatnr.: 44 205 10 555564
Deze verklaring van overeenstemming ontbindt de constructeur/fabrikant van de ma-
chine niet van zijn plicht om de conformiteit van de totale machine waarop dit product
wordt aangebracht in overeenstemming met de EG-richtlijn te waarborgen.
Fabrikant en documentae-gevolmachgde:
ASO, Antriebs- en Steuerungstechnik GmbH,
Am Grarock 8, D-33154 Salzkoen
Salzkoen, XX-XX-2010
Helmut Friedrich
(directeur en documentae-gevolmachgde)
52
Deutsch
English
Français
Italiano
Nederlands
11.DB.14.001 Technische Daten Rev 11
Technische Änderungen vorbehalten.
Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haung übernommen werden.
11.DB.14.001 Technical Specicaons Rev 11
Subject to technical modicaons.
No liability can be assumed for errors or misprints.
11.DB.14.001 Données techniques Rév 11
Sous réserve de modicaons techniques.
Nous déclinons toute responsabilité en cas d‘erreurs et de fautes d‘impression.
11.DB.14.001 Da tecnici Rev 11
Con riserva di modiche tecniche.
Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa.
11.DB.14.001 Technische gegevens Rev 11
Technische wijzigingen voorbehouden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten.
Antriebs- und Steuerungstechnik
Am Grarock 8 • D-33154 Salzkoen
Tel.: +49 (0) 52 58/93 27-0 • Fax: +49 (0) 52 58/34 48
www.asosafety.com • e-mail: info@asosafety.com

Documenttranscriptie

SK 41������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 3. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 5. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 5.1 5.2 5.3 5.4 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Aansluitklemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Bedrijfsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 6. Mechanische bevestiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 7. Elektrische inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 7.1 7.2 7.3 7.4 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Aansluiten van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit 47 Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 8. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 9. Toepassingsvoorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 10. Buitenbedrijfstelling en afvoer . . . . . . . . . . . . . . . 50 11. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 12. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . 51 Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en toestellen in deze documentatie zijn allen tijde, ook zonder vooraankondiging, voorbehouden. 2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen • • • Fabrikant en gebruiker van de installatie / machine, waarop de veiligheidsinrichting wordt gebruikt, zijn ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschriften en -regels op eigen verantwoordelijkheid af te stemmen en te respecteren. De veiligheidsinrichting garandeert in combinatie met de bovengeschikte besturing een functionele veiligheid, maar niet de veiligheid van de complete installatie / machine. Voordat de machine wordt gebruikt, is daarom een veiligheidsobservatie van de complete installatie / machine noodzakelijk. De bedieningshandleiding moet permanent op de installatieplaats van de veiligheidsinrichting beschikbaar zijn. Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van de veiligheidsinrichting, grondig worden gelezen en toegepast. Nederlands 1. 43 SK 41������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais • De installatie en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting mag enkel door vakpersoneel gebeuren, dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden. • Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd. • De veiligheidsvoorschriften betreffende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht worden genomen. • Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld en op spanningsvrijheid gecontroleerd en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden. • Als de potentiaalvrije contacten van de veiligheidsschakelcontacten met een gevaarlijke spanning extern gevoed worden, dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld worden. • Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen aan het relais vervalt elke garantie en aansprakelijkheid van de fabrikant. Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de normen, moet de installatie op basis van passende tijdsintervallen door deskundigen worden gecontroleerd op correcte functie. De controle moet te allen tijde inzichtelijk worden gedocumenteerd. 3. Algemeen Het eenkanaals relais SK 41 dient voor het analyseren van veiligheidscontactmatten, evenals voor het beveiligen van knel- en klemplaatsen door veiligheidscontactlijsten en veiligheidsbumpers. Het relais SK 41 is volgens EN ISO 13849‑1 "Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie" voor cat. 3 Performance Level d ontworpen en heeft een typegoedkeuring. Voor de naleving van cat. 3 is het relais redundant opgebouwd en met twee gedwongen veiligheidsrelais per kanaal, die elkaar bewaken. Nederlands De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaalgever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan zijn de uitgangrelais aangestuurd en het schakelcontact gesloten. Als de signaalgever geactiveerd wordt of het signaalgevercircuit onderbroken wordt, gaan de relaisschakelcontacten open. De bewakingstoestand van de signaalgever en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED's weergegeven. 4. Correct gebruik Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichting in combinatie met veiligheidscontactmatten, veiligheidsbumpers en veiligheidscontactlijsten met een 8,2 kΩ weerstand voor de ruststroombewaking. Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk. Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen. 44 5. Toesteloverzicht 5.1 Signaalweergaven LED Power - groen Voedingsspanning LED Actuate - geel Signaalgever geactiveerd Z1 Z2 S11 S12 LED B1 B2 X1 X2 Fault - rood Signaalgevercircuit onderbroken LED Aux. Relay - geel Power Actuate Melduitgang geschakeld Fault Aux. Relay 5.2 Aansluitklemmen SK 41 A1 A2 Voedingsspanning 230 V 50/60 Hz (SK 41‑32) A1 A2 Voedingsspanning 115 V 50/60 Hz (SK 41‑82) B1 B2 Voedingsspanning 24 V AC/DC X1 X2 Aansluiting signaalgever 13 14 Schakelcontact van het veiligheidsrelais 1 23 24 Schakelcontact van het veiligheidsrelais 2 31 32 Schakelcontact meldrelais Z1 Z2 Aansluiten van handmatige reset S11 S12 Codeeringangen reset A1 A2 31 32 13 14 23 24 Uitvoering Behuizing Voedingsspanning Meldrelais (schakelcontact 31 32) SK 41‑32 SK 41‑32 RLU SK 41‑82 SK 41‑82 RLU Behuizing met een breedte van 22,5 mm, van polyamide voor montage op een 35 mm DIN-rail volgens EN 60715. 230 V 50/60 Hz en 24 V AC/DC 230 V 50/60 Hz en 24 V AC/DC Schakelt bij Schakelt zolang activering of bij signaalgever wordt een fout van de geactiveerd of signaalgever na een fout van de 1 sec. gedurende signaalgever wordt 3 sec. gesignaleerd. 115 V 50/60 Hz en 24 V AC/DC 115 V 50/60 Hz en 24 V AC/DC Nederlands 5.3 Uitvoeringen Schakelt bij Schakelt zolang activering of bij signaalgever wordt een fout van de geactiveerd of signaalgever na een fout van de 1 sec. gedurende signaalgever wordt 3 sec. gesignaleerd. 45 SK 41������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 5.4 Bedrijfsmodi Gescheiden of in serie geschakelde uitgangen van de stuurstroomkringen (redundant doorgeven van de schakelcontacten) Automatische reset (fabrieksinstelling S11 S12 niet overbrugd) Na activering / uitval van de signaalgever of na uitvallen van de spanning geeft het relais de stuurstroomkringen automatisch weer vrij. Handmatige reset (S11 S12 bruggen) Na activering / uitval van de signaalgever of na uitval van de spanning geeft het relais de stuurstroomkringen pas na indrukken van de resetschakelaar (klemmen Z1 Z2) weer vrij. Het permanent activeren resp. overbruggen van de resetschakelaar is niet mogelijk. 6. Mechanische bevestiging Het relais moet vakkundig bevestigd worden: - In een tegen stof en vocht beschermde schakelkast of behuizing. - Met een beschermingsklasse van minimaal IP54. - Op een 35 mm DIN-rail volgens EN 50 022. - Vanwege de warmteafgifte moet bij de inbouw van twee of meer relais een minimale afstand van één behuizingsbreedte (ca. 3 cm) ten opzichte van andere inrichtingen aangehouden worden, om onderlinge opwarming te voorkomen. Het relais niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren. De inbouwstand van het relais in willekeurig. Nederlands 7. Elektrische inbedrijfstelling 46 Door het aansluiten op de verkeerde klemmen kan het relais kapot gaan. 7.1 Voorwaarden • Met het relais is zowel werking op 230 V (115 V) als met 24 V mogelijk. • Bij voeding met 24 V AC/DC moet de spanning aan de voorwaarden voor functionele laagspanning met veilige scheiding beantwoorden. (SELV) • Het meldcontact 31 32 dient alleen als hulpcontact (signalering, indicatie etc.) en mag niet worden opgenomen in het veiligheidsstroomcircuit. • Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomstig beschermd worden. 7.2 Elektrische aansluiting • Voedingsspanning 230 V AC (115 V AC) op de klemmen A1 A2 resp. 24 V AC/DC op de klemmen B1 (+) B2 (-) aansluiten. • Signaalgever op klemmenX1 X2 aansluiten. • Het te bewaken stuurstroomkring op de klemmen 13 24 aansluiten. Bij redundant doorleiden van de schakelcontacten moet de tussen de klemmen 14 23 aangebrachte overbrugging verwijderd worden. • Voor een handmatige reset, moeten de klemmen S11 S12 overbrugd worden (fabrieksinstelling: autom. reset, S11 S12 overbrugd) en de resetschakelaar op klemmen Z1 Z2 aangesloten worden. Na succesvolle inbedrijstelling is de veiligheidsuitgang 13 24 aangestuurd (relaiscontact "gesloten"). Een activering van de signaalgever veroorzaakt het openen van het relaiscontact 13 24 en het meldrelais schakelt volgens de voorgeschakelde relaisversie. Dit wordt door de gele Aux -LED weergegeven. 7.3 Aansluiting van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld. Op signaalgeveringang X1 X2 kunnen één of meerdere signaalgevers aangesloten worden. Hiertoe dienen de afzonderlijke signaalgevers in serie geschakeld te worden (afbeelding 1). Veiligheidscontactlijsten SKL: Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m. Veiligheidscontactmatten ASK: Er kunnen maximaal tien ASK in serie geschakeld worden. De maximale totale oppervlakte bedraagt niet meer dan 10 m2. Maximale grootte van een ASK is 1350 x 2350 mm. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASK mag niet groter zijn dan 25 m. Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde van de schakeling te meten. Bij niet-geactiveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ ± 500 Ω bedragen. Als de signaalgever geactiveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden. Signaalgever 2 Signaalgever 1 X1 X2 2 2 Nederlands Veiligheidsbumpers ASB: Er kunnen maximaal vijf ASB in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de ASB mag niet groter zijn dan 15 meter. De lengte van een ASB kan tot 3 m. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASB mag niet groter zijn dan 25 m. Signaalgever „n“ 2 2 Afbeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst 47 SK 41������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 7.4 Functiecontrole Na de overeenkomstige aansluiting van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspanning, moet de installatie / machine worden gecontroleerd op correcte functie. • De signaalgevers één voor één activeren. • De overeenkomstige reacties van het relais controleren. Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden. De controle moet te allen tijde inzichtelijk worden gedocumenteerd. De eisen van de installatie- / machinefabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd. 8. Foutendiagnose Bij een correcte bedrading en aansluiting van de voedingsspanning mag enkel de groene LED branden. Wanneer één van de gele of rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's opgespoord kan worden. LED Nederlands de groene Power LED brandt niet Verhelping van de fout Voedingsspanning ontbreekt, te laag Aansluitingen en voedingsspanning controleren: of fout aangesloten - 230 V AC (of 115 V) op klemmen A1 A2 of - 24 V AC/DC op klemmen B1 B2 Tolerantiebereik: ±10 % de gele Actuate Signaalgever geactiveerd, verkeerd LED brandt aangesloten of defect - Aansluitingen van de betreffende signaalgevers controleren (beschadigde toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen etc.) - Signaalgever controleren* de gele Actuate Alleen in bedrijfsmodus LED knippert "handmatige reset": Signaalgever niet meer geactiveerd of onderbroken, relais wacht op resetpuls op Z1, Z2 Geen fout; normaal gedrag na een fout in de modus "handmatige reset" (zie 5.4) de rode Fault LED's branden - Aansluitingen van de betreffende signaalgevers controleren (beschadigde toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen etc.) - Signaalgever controleren* * 48 Fout Signaalgever niet aangesloten, verkeerd aangesloten of defect Ligt de fout niet in de bedrading, kan de functie van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ weerstand op de signaalgeveringang van het relais SK 41 (klemmen X1 X2) gecontroleerd worden. Als de elektronica daarna correct werkt, moet de signaalgever met een weerstandsmeettoestel gecontroleerd worden. Daarvoor moet de verbinding van de signaalgever naar het relais losgemaakt en met een weerstandsmeettoestel verbonden worden. Bij niet-geactiveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ ±500 Ω bedragen. Als de signaalgever geactiveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden. 9. Toepassingsvoorbeeld Veiligheidsgerichte bewaking van een veiligheidscontactlijst met startvrijgave via vrijgaveschakelaar en gescheiden doorleiden van de stuurstroomkringen (veiligheidscategorie 3 conforme toepassing volgens EN ISO 13849‑1). Voor functiecontrole van lastbeveiligingen K1 en K2 worden de breekcontacten van deze relais in het startcircuit (Z1 Z2) opgenomen. De meldrelaisuitgang dient voor de visualisatie van de schakeltoestand van de veiligheidscontactlijst. Schakelschema in spanningsloze toestand. Sensor niet geactiveerd. L1 L2 L3 8,2 ΚΩ L1 L2 L3 1 2 X1 X2 A1 S11 S12 Z1 Z2 13 23 31 24 32 A2 B1 B2 SK 41 14 K1 Nederlands K2 T1 T2 T3 3 N PE M N PE 1 signaalgever (lijst, mat of bumper) 2 vrijgaveschakelaars 49 SK 41������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 10. Buitenbedrijfstelling en afvoer De producten die door ASO gemaakt zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de producten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voorschriften te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de voorschriften zorg te dragen. 11. Technische gegevens Behuizing Voedingsspanning Netspanning SK41-32 UNet 230 V AC 50/60 Hz Polyamide PA 6.6 zelfdovend volgens UL 94-V2 SK41-82 UNet 115 V AC 50/60 Hz Afmetingen (HxBxD) 99 x 22,5 x 114 mm Beschermingsklasse IP20 Gewicht 210 g Temperatuurbereik -20 °C . . . +55 °C Laagspanning UE ��������������� 24 V AC/DC ±10% Vermogensopname PNet_max = 3,3 VA 230 V AC (of 115 V) PE_max = 1,5 W 24 V DC PE_max = 2,1 VA 24 V AC Goedkeuringen Diameter aansluitleidingen EN ISO 13849‑1:2008 categorie 3 PL d (MTTFd 329 jaren, DC 97 %) (uitgaande van 52.560 cycli) 0,75-1,5 mm2 Aansluitweerstand van de signaalgever nominale waarde RA bovenste schakelwaarde RAO > 11,5 k� Ω onderste schakelwaarde RAU < 5,5 k� Ω een-, of fijndradige leiding +Ub = 8,2 k� Ω 13 Rref 8,2 kΩ X1 14 Veiligheidsschakelcontact max. schakelspanning 250 V ~ / 30 V - Nederlands max. schakelstroom Elektrische levensduur Logic 4 A AC/DC 10 activeringen 5 X2 23 Schakeltijden veiligheidsrelais Reactietijd < 13 ms Vrijschakeltijd 1 Sek. ���������� ±��������� 0,5 Sek. Schakeltijden meldrelais Reactietijd Vrijschakeltijd A1 0,5 Sek. ±�������� ��������� 0,3 Sek. Uref 3 Sek. ������� ±������ 1 Sek. Bij de RLU-versie schakelt het meldrelais synchroon met het activeren van de signaalgever. 24 A2 B1 B2 Prinzipschaltbild SK 41 Certificaat nr.: 44 780 10 555564 Testrapportnr.: 10 205 555564-002 50 12. EG-verklaring van overeenstemming Hierbij verklaren wij dat de hieronder genoemde producten uit de serie: SK 41‑32 (artikelnummer 203201, formaat serienummer yymmnnnnn) SK 41‑32 RLU (artikelnummer 203202, formaat serienummer yymmnnnnn) SK 41‑82 (artikelnummer 203204, formaat serienummer yymmnnnnn) SK 41‑82 RLU (artikelnummer 203203, formaat serienummer yymmnnnnn) Veiligheidsrelais voor combinatie met schakellijsten, schakelmatten en schakelbumpers voor het vermijden van gevaar op knel- en klemplaatsen bij poortsystemen op basis van het ontwerp en constructie en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet aan de desbetreffende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de volgende EG-richtlijnen en normen: EG - machinerichtlijn 2006/42/EG EN ISO 13849‑1:2008 EN ISO 13849-2:2008 EN 61000-6-2:2005 EN 61000-6-3:2007 EG - typeonderzoek Notified Body 0044 TÜV NORD CERT GmbH Langemarckstraße 20 D-45141 Essen EG typegoedkeuringscertificaatnr.: 44 205 10 555564 Deze verklaring van overeenstemming ontbindt de constructeur/fabrikant van de machine niet van zijn plicht om de conformiteit van de totale machine waarop dit product wordt aangebracht in overeenstemming met de EG-richtlijn te waarborgen. Fabrikant en documentatie-gevolmachtigde: ASO, Antriebs- en Steuerungstechnik GmbH, Am Grarock 8, D-33154 Salzkotten Salzkotten, XX-XX-2010 Helmut Friedrich (directeur en documentatie-gevolmachtigde) 51 Deutsch 11.DB.14.001 Technische Daten Rev 11 Technische Änderungen vorbehalten. Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haftung übernommen werden. English 11.DB.14.001 Technical Specifications Rev 11 Subject to technical modifications. No liability can be assumed for errors or misprints. Français 11.DB.14.001 Données techniques Rév 11 Sous réserve de modifications techniques. Nous déclinons toute responsabilité en cas d‘erreurs et de fautes d‘impression. Italiano 11.DB.14.001 Dati tecnici Rev 11 Con riserva di modifiche tecniche. Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa. Nederlands 11.DB.14.001 Technische gegevens Rev 11 Technische wijzigingen voorbehouden. Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten. Antriebs- und Steuerungstechnik Am Grarock 8 • D-33154 Salzkotten Tel.: +49 (0) 52 58/93 27-0 • Fax: +49 (0) 52 58/34 48 www.asosafety.com • e-mail: [email protected] 52
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

ASO Safety Solutions Elmon SK41 de handleiding

Type
de handleiding