68
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
2.
Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
• Fabrikant en gebruiker van de installae / machine, waarop de veiligheidsinrichng wordt gebruikt, zijn
ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschrien en -regels op eigen verantwoordelijk-
heid af te stemmen en te respecteren.
• De veiligheidsinrichng garandeert in combinae met de bovengeschikte besturing een funconele veilig-
heid, maar niet de veiligheid van de complete installae / machine. Voordat de machine wordt gebruikt,
is daarom een veiligheidsobservae van de complete installae / machine conform de machinerichtlijn
2006/42/EG of de betreende productnorm noodzakelijk.
• De gebruiksaanwijzing moet permanent op de installaeplaats van de veiligheidsinrichng beschikbaar
zijn. Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden
van de veiligheidsinrichng, grondig worden gelezen en toegepast.
• De installae en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichng mag enkel door vakpersoneel gebeuren,
dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschrien over arbeidsveiligheid
en ongevallenprevene. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
• Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd. De veiligheidsvoorschrien
betreende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht worden genomen.
• Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
• Als het potenaalvrije contact van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed wordt, dan
moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld wordt.
• Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garane en aansprakelijkheid van de fabrikant.
• Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
jde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
• Met het relais is werking op 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning op de verkeerde klemmen aan te
sluiten kan het relais kapot gaan.
•
Bij capacieve en induceve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden.
Het relais is conform EN ISO 13849 „Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheids-
funce“ voor categorie 3 geconcipieerd. Voor de naleving van categorie 3, is het relais redundant
opgebouwd, met twee veiligheidsuitgangen per kanaal, die elkaar bewaken. De relaisvariant R
(uitgang halfgeleiderrelais) is volgens categorie 2 voorzien van een tesngang.
De eisen van de poortnormen EN 12978 „Veiligheidsvoorzieningen voor automasch werkende deuren en
hekken“ en EN 12453 „Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren“ worden eveneens vervuld.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de normen, moet de installae / machine op basis
van passende jdsintervallen door deskundigen worden gecontroleerd op correcte funce.. De controle
moet te allen jde inzichtelijk worden gedocumenteerd.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de norm EN ISO 13849 categorie 2 bij relaisvariant
R, moet vóór elke gevaarlijke beweging een test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of
het bedraden van het veiligheidsrelais zonder testen, voldoet niet aan deze veiligheidseisen.
In geval van het niet in acht nemen of opzeelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant.
Nederlands