ASO Safety Solutions ELMON inductive Compact de handleiding

Type
de handleiding
Betriebsanleitung (Original)
ELMON inducve 77 / SPK 77 Indukves Signalübertragungssystem
Seite 3-18
ELMON inductive 77 /
SPK 77
Manuel d’ulisaon
ELMON inducve 77 / SPK 77
Système de transmission de signal inducf
Page 35-50
Operang Manual
ELMON inducve 77 / SPK 77 Inducve signal transmission system
Page 19-34
Gebruiksaanwijzing
ELMON inducve 77 / SPK 77
Induceve signaaloverdrachtssysteem
Pagina 67-82
Istruzione per l'uso
ELMON inducve 77 / SPK 77
Sistema di trasmissione del segnale induvo
Pagina 51-66
EnglishFrançaisItalianoNederlands Deutsch
66 67
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen . . . . . . . 68
3. Algemeen en funcebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
5. Toepassingsvoorbeelden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
5.1 ELMON inducve 77 met passieve overbrenging van de meebewegende schakellijsten. 70
5.2 SPK 77 met vaststaande spoelkern geïntegreerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
6. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1 Uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1.1 Relaisvariant ELMON inducve 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1.2 Relaisvariant SPK 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1.3 Variant E . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1.4 Variant W . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.1.5 Variant R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
6.2 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
6.3 Aansluitklemmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72-73
7. Mechanische bevesging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
7.1 ELMON inducve 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
7.2 SPK 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
8. Aansluiten van de signaalgevers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
8.1 Aansluitmethoden
vaststaand
veiligheidscontactlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
8.2 Aansluing aan de spoelkern SPK 54 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
8.3 Aansluitmethoden aan spoelkern SPK 54 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
8.4 Aansluing van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit. . . . . . . . . . . . . . 75
9. Elektrische inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
9.1 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
9.2
Elektrische aansluing
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
9.3
Testen met bedradingsmogelijkheden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76-77
9.4 Bijzonderheden van de veiligheidshalfgeleideruitgangen (OSSD) . . . . . . . . . . . . . 77
9.5
Inbedrijfstelling / Funcecontrole
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
10. Foutendiagnose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
11. Buitenbedrijfstelling en afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
12. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
13. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80-81
14. Montagemogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
14.1 Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
14.2 Montage op een draagrail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
ELMON inducve 77 / SPK 77
Induceve signaaloverdrachtssysteem
Nederlands
68
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
2.
Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
Fabrikant en gebruiker van de installae / machine, waarop de veiligheidsinrichng wordt gebruikt, zijn
ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschrien en -regels op eigen verantwoordelijk-
heid af te stemmen en te respecteren.
De veiligheidsinrichng garandeert in combinae met de bovengeschikte besturing een funconele veilig-
heid, maar niet de veiligheid van de complete installae / machine. Voordat de machine wordt gebruikt,
is daarom een veiligheidsobservae van de complete installae / machine conform de machinerichtlijn
2006/42/EG of de betreende productnorm noodzakelijk.
De gebruiksaanwijzing moet permanent op de installaeplaats van de veiligheidsinrichng beschikbaar
zijn. Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden
van de veiligheidsinrichng, grondig worden gelezen en toegepast.
De installae en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichng mag enkel door vakpersoneel gebeuren,
dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschrien over arbeidsveiligheid
en ongevallenprevene. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd. De veiligheidsvoorschrien
betreende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht worden genomen.
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
Als het potenaalvrije contact van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed wordt, dan
moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld wordt.
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garane en aansprakelijkheid van de fabrikant.
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
jde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
Met het relais is werking op 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning op de verkeerde klemmen aan te
sluiten kan het relais kapot gaan.
Bij capacieve en induceve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden.
Het relais is conform EN ISO 13849 „Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheids-
funce“ voor categorie 3 geconcipieerd. Voor de naleving van categorie 3, is het relais redundant
opgebouwd, met twee veiligheidsuitgangen per kanaal, die elkaar bewaken. De relaisvariant R
(uitgang halfgeleiderrelais) is volgens categorie 2 voorzien van een tesngang.
De eisen van de poortnormen EN 12978 „Veiligheidsvoorzieningen voor automasch werkende deuren en
hekken“ en EN 12453 „Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren“ worden eveneens vervuld.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de normen, moet de installae / machine op basis
van passende jdsintervallen door deskundigen worden gecontroleerd op correcte funce.. De controle
moet te allen jde inzichtelijk worden gedocumenteerd.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de norm EN ISO 13849 categorie 2 bij relaisvariant
R, moet vóór elke gevaarlijke beweging een test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of
het bedraden van het veiligheidsrelais zonder testen, voldoet niet aan deze veiligheidseisen.
In geval van het niet in acht nemen of opzeelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant.
Nederlands
68 69
3. Algemeen en funcebeschrijving
Het kabeloverdrachtssysteem ELMON inducve levert de oplossing voor het probleem om bewegende signaal-
gevers te verbinden met een vaste analyse zonder mechanische belasng. De communicae tussen de bewe-
gende signaalgevers en de analyse-elektronica berust hierbij op een induceve basis. De bewakingselektronica
induceert hiertoe een frequene op een spoelkern die in een gesloten geleidende lus geïntegreerd is.
De tweede spoelkern waar de bewegende signaalgevers op aangesloten worden, ontvangt deze frequene
en stuurt bij kabelbreuk of bij acvering van een signaalgever een dienovereenkomsg antwoordsignaal naar
de analyse-elektronica.
Het relais ELMON inducve 77 / SPK 77 dient voor het analyseren van veiligheidscontactlijsten voor het be-
veiligen van knel- en klemplekken.
Het relais is volgens EN ISO 13849 „Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunce“ voor
Performance Level d ontworpen en hebben een typegoedkeuring. Om te blijven voldoen aan het Perfor-
mance Level, is het relais redundant uitgevoerd met twee onaankelijke halfgeleiderschakelaars, die door-
lopend op een correcte schakeling worden getest.
De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaal-
gever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan wordt op betreende uitgangen een
spanning aangeboden. Wordt de signaalgever geacveerd of het signaalgevercircuit onderbroken, wordt de
spanning op de betreende uitgangen uitgeschakeld.
De bewakingstoestand van de signaalgevers en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED weerge-
geven.
Bij het oplossen van storingen na acvering / uitval van de signaalgever of na uitvallen van de spanning gee
het relais het stuurstroomkringen automasch na een vertragingsjd weer vrij.
Als er een fout aanwezig is, alle veiligheidsuitgangen zijn niet acef.
4. Correct gebruik
Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichting in combinatie met veilig-
heidscontactlijsten met geïntegreerde 8,2 KΩ weerstand voor de ruststroombewaking van een deurinstal-
lae.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair
gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het relais ELMON inducve 77 / SPK 77 kan deze veiligheidsrelevante taak alleen vervullen als deze correct
wordt toegepast.
Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen.
Nederlands
70
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
5. Toepassingsvoorbeelden
5.1 ELMON inducve 77 met passieve overbrenging van de meebewegende scha-
kellijsten
5.2 SPK 77 met vaststaande spoelkern geïntegreerd
Kabellus ELMON
inducve
SPK 55
(vaststaand)
SPK 54
(meebewegend)
ELMON inducve 77
Veiligheidsrelais
Besturing (PLC)
(klantspeciek)
SKL
Close
SKL
Open
SKL Open
SKL Close
Besturing (PLC)
(klantspeciek)
SPK 77
(vaststaand)
SPK 54
(meebewegend)
SKL Open
SKL Close
Kabellus ELMON
inducve
SKL
Close
SKL
Open
Nederlands
70 71
6. Toesteloverzicht
6.1 Uitvoeringen
6.1.1 Relaisvariant ELMON inducve 77
De vaststaande spoelkern wordt via een kabel aangesloten aan het veiligheidsrelais. Het veiligheidsrelais kan
met 4 schroeven vlak op een ondergrond worden geschroefd of op een 35 mm draagrail worden vastgeklemd. Bij
montage op een draagrail bestaat bovendien de mogelijkheid de schroeevesgingsvoeten af te knippen.
6.1.2 Relaisvariant SPK 77
De vaststaande spoelkern is geïntegreerd in het veiligheidsrelais. Deze relaisvariant wordt met een houder
direct op het overbrengingskoord gemonteerd.
Nederlands
6.1.3 Variant E
Besturingsuitgang als „High Side Switch” en „Low Side Switch”
6.1.4 Variant W
Besturingsuitgang als weerstandsuitgang 8k2
In de rusoestand is de weerstand tussen de beide aansluingen ca. 8,2 kΩ. Wordt een acvering van de
schakellijsten gemeld, is de weerstand minder dan 100 Ω. Bij een storing of onderbreking van de schakellijsten,
is de weerstand groter dan 100 Ω.
6.1.5 Variant R
Besturingsuitgang via halfgeleiderrelais
Halfgeleider-
relais
13
14
galvanische scheiding.
alleen cat. 2 mogelijk
voeding AC / DC
High
Side
Switch
Low
Side
Switch
OUT_H
OUT_L
+
_
alternaef of parallel gebruik van de uitgangen mogelijk.
geen galvanische scheiding.
cat. 3 (interne test)
voeding DC
Weerstand
8k2
R 11
R 12
galvanische scheiding.
cat. 3 (interne test)
evt. aanpassing van de besturing nodig.
voeding AC / DC
72
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
6.2 Signaalweergaven
Bij een foutmelding gee het aantal pulsen de fout aan:
6.3 Aansluitklemmen
Uin, Gnd:
Voedingsspanning DC voor de relaisvariant ELMON inducve 77 E. De plusleiding wordt op Uin en de minleiding
op Gnd aangesloten.
B1, B2:
Voedingsspanning AC of DC voor de relaisvarianten ELMON inducve 77 R of ELMON inducve W.
De polariteit van de voedingsspanning is niet krisch.
SKL
staonary
open
SKL
staonary
close
SKL
transmit
open
SKL
transmit
close
TEST
FUN
SKL Staonary open
geacveerd (aan) - onderbroken (knippert)
SKL Staonary close
geacveerd (aan) - onderbroken (knippert)
SKL Transmit open
geacveerd / onderbroken (aan)
SKL Transmit close
geacveerd / onderbroken (aan)
FUN
Funcecontrole (kort uit)
Foutmelding (pulsen)
TEST
Testen acef (aan)
Pulsen Foutmelding
1 Voedingsspanning buiten geldige waardebereik
2 Uitgangsbesturing „Open” gestoord
3 Uitgangsbesturing „Close” gestoord
4 Gegevensoverdracht tussen microcontrollers gestoord
5 Overbrengingsfout ELMON inducve
ELMON inducve 77 R /
ELMON inducve 77 W:
1: TST_MOD
2: TST_COM
3: TST_SIG
4: CLOSE_OUT1
5: CLOSE_OUT2
6: OPEN_OUT2
7: OPEN_OUT1
8: B1
9: B2
Insteekschroelemmen of kabelaansluing
ELMON inducve
77 E:
1: TST_MOD
2: TST_COM
3: TST_SIG
4: CLOSE_OUT_L
5: OPEN_OUT_L
6: CLOSE_OUT_H
7: OPEN_OUT_H
8: Uin
9: GND
SKL
open
SKL
close
ELMON
inducve
9 1
Kleuren van draden:
1 = roze
2 = blauwe
3 = grijs
4 = groene
5 = geel
6 = bruin
7 = wie
8 = rood
9 = zwart
Nederlands
72 73
Nederlands
SKL open:
Vaststaande schakellijsten voor looprichng open.
SKL close:
Vaststaande schakellijsten voor looprichng dicht.
ELMON inducve:
Deze aansluing is bij de relaisvariant SPK 77 niet beschikbaar. Bij de relaisvariant ELMON inducve 77
wordt hier de vaststaande spoelkern SPK 55 aangesloten.
OPEN_OUT_H, CLOSE_OUT_H:
Besturingsuitgang als High Side Switch voor het besturingscircuit richng open (OPEN_OUT_H) en voor het
besturingscircuit richng dicht (CLOSE_OUT_H). Wordt bij de schakellijsten de rusoestand herkend en is er
geen storing in het apparaat, wordt op betreende besturingsuitgangen een spanning aangeboden (komt
overeen met de aansluitspanning).
OPEN_OUT_L, CLOSE_OUT_L:
Besturingsuitgang als Low Side Switch voor het besturingscircuit richng open (OPEN_OUT_L) en voor het
besturingscircuit richng dicht (CLOSE_OUT_L).
Wordt bij de schakellijsten de rusoestand herkend en
is er
geen storing in het apparaat, wordt de betreende besturingsuitgang aan het Gnd Potenal (massa) gelegd.
OPEN_OUT1, OPEN_OUT2:
Besturingsuitgang voor de richng open bij de varianten ELMON inducve 77 R en ELMON inducve 77 W.
Wordt bij de
schakellijsten
voor de richng open de rusoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt
de inschakeltoestand als uitgangssignaal gegeven (ELMON inducve 77 R: aansluingen kortgesloten, ELMON
inducve 77 W: ca. 8,2 k
Ω tussen de aansluingen).
CLOSE_OUT1, CLOSE_OUT2:
Besturingsuitgang voor de richng dicht bij de varianten ELMON inducve 77 R en ELMON inducve 77 W.
Wordt bij de
schakellijsten voor de richng dicht de rusoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt de
inschakeltoestand als uitgangssignaal gegeven (ELMON inducve 77 R: aansluingen kortgesloten, ELMON
inducve 77 W: ca. 8,2 kΩ tussen de aansluingen).
TST_MOD, TST_SIG, TST_COM:
Door het aanbieden van een externe spanning op de aansluing TST_MOD t.o.v. TST_COM, wordt de
modus voor het aanvragen van de tests geselecteerd. Door het aanbieden van een externe spanning op de
aansluing TST_SIG t.o.v. TST_COM, wordt op basis van de geselecteerde modus de externe aanvraag voor
de test aangestuurd.
7. Mechanische bevesging
De mechanische bevesging van het veiligheidsrelais moet vakkundig gebeuren op een geschikte montage-
locae.
De beschreven montageaanwijzingen gelden als richtlijn. De plaatsing van de verschillende componenten is
aankelijk van de respecevelijke poortconstruce en van de construceve situae.
Het relais mag niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen worden gemonteerd.
De inbouwposie van het relais kan vrij gekozen worden, maar dient ter bescherming tegen
binnendringend vocht zo te worden gemonteerd, dat de kabelinvoeren naar beneden wijzen.
De procedure voor het opbouwen van het ELMON inducve systeem kunt u vinden in de aparte montage-
handleiding.
74
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
Nederlands
7.1 ELMON inducve 77
De behuizing van de ELMON inducve 77 maakt het mogelijk het relais op twee verschillende manieren te
bevesgen.
Deze kan op een 35 mm draagrail worden geklemd, bij voorkeur in een schakelkast. Voor het beperken van
de ingenomen ruimte op de draagrail, kunnen de schroeevesgingsvoeten worden afgeknipt.
Met 4 schroeven kan een directe bevesging op een geschikte ondergrond plaatsvinden.
7.2 SPK 77
Met bevesgingsbeugels wordt het relais met de geïntegreerde vaststaande spoelkern zodanig gemonteerd,
dat het koord bij de poortbeweging zonder problemen kan passeren.
8. Aansluiten van de signaalgevers
8.1 Aansluitmethoden
vaststaand
veiligheidscontactlijst
Aansluing via insteekschroelemmen
SPK 77 E, SPK 77 R, SPK 77 WELMON inducve 77 E, ELMON inducve 77 R,
ELMON inducve 77 W
Aansluing via ingegoten M8-bussen
SPK 77 E-M, SPK 77 R-M, SPK 77 W-M
SPK 77 E-KM, SPK 77 R-KM, SPK 77 W-KM
Aansluing via ingegoten kabel met M8-koppeling
ELMON inducve 77 E-KM, ELMON inducve 77 R-KM,
ELMON inducve 77 W-KM
afneembare beschermkap
voor 7-segments display
transparante kap voor
7-segments display
74 75
SKL
Dicht
-beweging
SKL
Open
-beweging
Als een kanaal niet gebruikt wordt, moet dit kanaal bezet worden met een
8,2kΩ -weerstand.
8.2 Aansluing aan de spoelkern SPK 54
De meebewegende lijsten (SKL's) worden met de
meebewegende spoelkern SPK 54 verbonden.
Hiertoe dient de meebewegende
SKL
DICHT-beweging
met de aansluing C van de meebewegende spoelkern
en de oponele
SKL
OPEN
beweging
met de aansluing
O
verbonden te worden.
OC
8.3
Aansluitmethoden aan spoelkern SPK 54
Via de volgende leers wordt de aansluitmethode aan de SPK 54 bepaald:
SPK 54 KM
aansluing via ingegoten kabel
met M8-koppeling
SPK 54 S
aansluing via insteekschro-
elem
SPK 54 M
aansluing via ingegoten
M8-bussen
Nederlands
Signaalgever 1
Signaalgever 2
Signaalgever „n
Aeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst
O
C
2
222
ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld.
8.4 Aansluing van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit
(aeelding 1)
Op signaalgeveringang O resp. C kunnen één of meerdere signaalgevers worden aangesloten. Hiertoe dienen
de afzonderlijke signaalgevers als in aeelding 1 in serie geschakeld te worden.
Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet
groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m.
Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde
van de schakeling te meten.
Bij niet-geacveerde SKL moet de weerstand 8,2 kΩ ± 500 Ω bedragen. Als de SKL geacveerd is, mag de
weerstand 500 Ω niet overschrijden.
76
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
9. Elektrische inbedrijfstelling
Door het aansluiten op de verkeerde klemmen kan het relais kapot gaan.
9.1 Voorwaarden
Bij voeding met 24 V AC/DC moet de spanning voldoen aan de eisen voor veiligheidslaagspanning SELV.
Alle aangesloten spanningen moeten voldoen aan de eisen voor veiligheidslaagspanning SELV. Bij de
variant E zijn de uitgangen niet galvanisch gescheiden van de voedingsspanning.
Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomsg beschermd
worden.
9.2 Elektrische aansluing
Voedingsspanning 24 V aansluiten op klemmen B1 B2.
Vaststaande signaalgevers aansluiten op de aansluingen SKL OPEN en SKL CLOSE.
Het te bewaken veiligheidsstroomcircuit aansluiten op de betreende aansluingen voor veiligheids-
uitgangen open en dicht. De kabels moeten zodanig worden gelegd, dat een overbrugging van de
veiligheidscontacten, bijv. door een kortsluing tussen de beide aansluitdraden, kan worden uitgesloten
(vooral bij variant R).
Na een succesvolle inbedrijfstelling zijn de veiligheidsuitgangen acef. Acvering van een signaalgever veroor-
zaakt een omschakeling naar de inaceve toestand van de betreende veiligheidsuitgang.
Ook wanneer de veiligheidsuitgangen zijn aangestuurd, volgt een voortdurende test van de correcte schake-
ling (niet bij de variant R). Hiervoor wordt de halfgeleideruitgang meerdere keren per seconde minder dan
1 ms uitgeschakeld en het gedrag aan de uitgang bewaakt. Wisselt de spanning op de uitgang niet naar de
uitschakeltoestand, schakelt het apparaat permanent uit en kan alleen door het uit- en opnieuw inschakelen
van de voedingsspanning worden gereset. Deze permanente uitschakeling vindt ook plaats als de spanning
door de manier van inschakelen niet kan wegvallen (bijv. door capacieve elementen).
9.3 Testen met bedradingsmogelijkheden
Voor een ontwerp van de veiligheidsinrichng (categorie 2 met externe testaanvraag) volgens de norm,
moet de bovengeschikte machinebesturing vóór elke gevaarlijke verplaatsing of in de ongevaarlijke fase /
beweging van de machine, een test uitvoeren.De test moet waarborgen, dat het veiligheidsrelais correct
werkt. Na het aanleggen van het testsignaal moet de besturingsuitgang uitschakelen. Deze schakeltoe-
standverandering moet door de bovengeschikte machinebesturing worden geanalyseerd. Bij een correcte
testsituae leidt de machinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap.
Anders moet de besturing een foutmelding geven en een gevaarlijke beweging verhinderen. Wordt door de
machinebesturing een fout in de veiligheidsinrichng herkent, moet tot het verhelpen van de fout door de
machinebesturing een veilige toestand in stand worden gehouden.
Nederlands
Testsignaal
Uitgang (acef)
(inacef)
< 10 ms >25 ms
< 50 ms
76 77
Door het aanleggen van een externe spanning (waardebereik 20 tot 35 Volt DC, 20 tot 28 Volt AC) wordt op
basis van de geselecteerde modus een extern aangevraagde test uitgevoerd.
Door het acveren van schakelaar sw wordt de test aangevraagd en leidt dit tot een uitschakelen van de
uitgangen.
Het gebruik of het bedraden van het relaisvariant ELMON inducve 77 RT zonder
testen, voldoet niet aan enige veiligheidseisen.
9.4 Bijzonderheden van de veiligheidshalfgeleideruitgangen (OSSD)
De elektronische veiligiheidshalfgeleideruitgangen van het relais worden jdens bedrijf doorlopend getest.
Hiervoor wordt de uitgang cyclisch elke 0,4 seconden minder dan 1 ms uitgeschakeld en het uitschakelgedrag
gecontroleerd. Deze onderbrekingen mogen door de bovengeschikte besturing niet als eis aan de veiligheid
worden beschouwd.
Een bovengeschikte besturing mag de toestanden van het uitgangssignaal alleen analyseren als het niveau
langer dan 5 ms in stand blij. Daardoor wordt vermeden dat de pulsen van de zelest in ingeschakelde toe-
stand en de controle van de inschakelprocedure per ongeluk als besturingsinformae worden verwerkt.
9.5. Inbedrijfstelling / Funcecontrole
Na de overeenkomsge aansluing van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspan-
ning, moet de installae / machine worden gecontroleerd op correcte funce.
De signaalgevers één voor één acveren
De overeenkomsge reaces van het relais controleren
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden.
De controle moet te allen jde inzichtelijk worden gedocumenteerd. De eisen van de installae- / machine-
fabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd.
sw sw
U
test
U
test
TST-SIG TST-SIG
TST-MODTST-MOD
TST-COM TST-COM
Nederlands
78
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
10. Foutendiagnose
Bij een correcte bedrading en aanleggen van de voedingsspanning mag op de indicae alleen de
decimale punt cyclisch korte jd worden uitgeschakeld. Is er een interne fout, wordt via het aantal
pulsen een foutmelding gegeven.
Ligt de fout niet in de bedrading, kan de werking van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ
weerstand op de betreende SKL ingang van het relais worden gecontroleerd.
11. Buitenbedrijfstelling en afvoer
De producten die door ASO zijn gemaakt, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de pro-
ducten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voorschrien
te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de voorschrien
zorg te dragen.
LED Fout Verhelping van de fout
LED's branden niet Voedingsspanning ontbreekt, te
laag of fout aangesloten
Aansluingen en voedingsspanning
controleren
Decimale punt
knippert cyclisch
Interne fout wordt aangegeven
door het aantal pulsen
Op basis van de foutaanduiding,
uitgang uitschakelen, apparaat uitschakelen
of voedingsspanning controleren.
Middelste horizontale
balk brandt
Aanvraag test via extern signaal
is acef
Bedrading van aansluingen TST_MOD en
TST_SIG controleren
Minimaal één vercale
balk brandt permanent
De betreende schakellijst wordt
herkend als geacveerd.
Aansluitleiding en toestand van de
betreende schakellijsten controleren
Minimaal één vercale
balk knippert
De betreende schakellijst wordt
herkend als onderbroken.
Aansluitleiding en toestand van de
betreende schakellijsten controleren
Nederlands
78 79
EG-typeonderzoek nr.:
44 205 10 375347-001
Cercaat nr.:
44 780 10 375347-001
Testrapportnr.:
10 205 375347
Nederlands
Diameter aansluitleidingen
een-, of jndradige leidingmax. 0,5 mm
2
Goedkeuringen
ELMON inducve 77 E, ELMON inducve 77 W, SPK 77 E, SPK 77 W
DIN EN ISO 13849-1:2008 categorie 3 PL d
(MTTFd = 620 jaren, DCavg = 99,1 %)
ELMON inducve 77 R, SPK 77 R
DIN EN ISO 13849-1:2008 categorie 2 PL d
(MTTFd = 620 jaar , DCavg = 94,53 %)
Veiligheidsinrichng conform DIN EN 12978
Alle op het relais aangesloten spanningen
moeten veilig gescheiden spanningen zijn!
SKL
vaststaand
SKL meebewegend
nominale waarde
R
nom
= 8,2 kΩ = 8,2 kΩ
bovenste schakelwaarde
R
AO
> 12,0 kΩ > 20,0 kΩ
onderste schakelwaarde
R
AU
< 5,0 kΩ < 2,5 kΩ
ELMON inducve 77
E / SPK 77 E
ELMON inducve 77 R
/ SPK 77 R
ELMON inducve 77 W
/ SPK 77 W
Uitgang Halfgeleider (FET) Halfgeleiderrelais (SSR) Halfgeleiderrelais (SSR)
Max. schakelspanning 35 V 50 V 50 V
Max. schakelstroom 250 mA (per Uitgang) 50 mA 50 mA
Weerstand (ingeschakeld)
R
ON
< 40 Ω
Weerstand (uitgeschakeld)
R
OFF
> 100 MΩ
Afmengen HxBxD Gewicht Bescherm.-
klasse
Material
Vaste spoelkern SPK 77
100 x 39 x 30 mm 150 g IP65
Gietmaten PU zwart
Vaste spoelkern SPK 55
40 x 39 x 30 mm 100 g IP65
Gietmaten PU zwart
Meebewegende spoelkern SPK 54
38 x 45 x 33 mm 86 g IP65
Gietmaten PU zwart
ELMON inducve 77
80 x 65 x 24 mm 96 g IP65
Gietmaten PU zwart
12. Technische gegevens
Veiligheid schakelcontact
Behuizing
Afvalvertraging
(reacejd)
< 10 ms (vaste SKL's)
< 20 ms (ELMON inducve)
< 10 ms (testen)
Inschakelvertraging 500 ms (25ms na testen)
Laagspanning
U
E
24 V AC/DC ±10 % (niet bij ELMON inducve 77 E /
SPK 77 E)
21,6 tot 35 V DC (alleen bij ELMON inducve 77 E
/ SPK 77 E)
Vermogensopname
P
max
1 W (bij 24V DC zonder verbruikers)
Voedingsspanning
Aansluitweerstand
signaalgever
Temperatuurbereik -20 °C tot +50 °C
80
13. EG-verklaring van overeenstemming
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
Nederlands
82
14. Montagemogelijkheden
14.1 Wandmontage
De ELMON inducve77 kan met geschikte
schroeven direct op de bevesgingssteun worden
geschroefd (a.1).
14.2 Montage op een draagrail
Alternaef kan de ELMON inducve77 op een 35mm draagrail worden gemonteerd (a.2).
Bij een beperkte montageruimte kunnen eerst de schroeevesgingsvoeten met een zijkniptang worden
afgeknipt (a.3 en 4).
a.1
a.2 a.3 a.4
Induceve signaaloverdrachtssysteem ELMON inducve 77 / SPK 77
Nederlands
84
12.DB.10.001 Betriebsanleitung Rev 06
Technische Änderungen vorbehalten.
Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haung übernommen werden.
Technische und betriebsrelevante Änderungen zu den in dieser Dokumen-
taon aufgeführten Produkten und Geräten sind jederzeit auch ohne Vor-
ankündigung vorbehalten.
12.DB.10.001 Manuel d’ulisaon Rév. 06
Sous réserve de modicaons techniques.
Nous déclinons toute responsabilité en cas d'erreurs et de fautes d'impression.
Des modicaons techniques et importantes pour le fonconnement des
produits et appareils décrits dans cee documentaon sont possibles à tout
moment et sans préavis.
12.DB.10.001 Gebruiksaanwijzing rev 06
Technische wijzigingen voorbehouden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten.
Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten
en toestellen in deze documentae zijn ten allen jde, ook zonder vooraan-
kondiging, voorbehouden.
12.DB.10.001 Operang Manual Rev 06
Subject to technical modicaons.
No liability can be assumed for errors or misprints.
We reserve the right to make technical and operaonally relevant changes
to the products and devices described in this documentaon at any me
and without prior noce.
12.DB.10.001 Manuale di istruzione Rev 06
Con riserva di modiche tecniche.
Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa.
Con riserva di modiche tecniche e di funzionamento senza preavviso dei
prodo ed apparecchi descri nel presente documento.
Deutsch
English
Français
Italiano
Nederlands
Antriebs- und Steuerungstechnik
Hansastraße 52 • D-59557 Lippstadt
Tel.: +49 (0) 2941/9793-0 • Fax: +49 (0)2941/9793-299
www.asosafety.de • e-mail: aso-eu@asosafety.com

Documenttranscriptie

Manuel d’utilisation ELMON inductive 77 / SPK 77 Système de transmission de signal inductif Page 35‑50 Istruzione per l'uso ELMON inductive 77 / SPK 77 Sistema di trasmissione del segnale induttivo Pagina 51‑66 Gebruiksaanwijzing ELMON inductive 77 / SPK 77 Inductieve signaaloverdrachtssysteem Pagina 67‑82 Deutsch English Operating Manual ELMON inductive 77 / SPK 77 Inductive signal transmission system Page 19-34 Français Seite 3-18 Italiano Betriebsanleitung (Original) ELMON inductive 77 / SPK 77 Induktives Signalübertragungssystem Nederlands ELMON inductive 77 / SPK 77 ELMON inductive 77 / SPK 77 Inductieve signaaloverdrachtssysteem 1. Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen . . . . . . . . Algemeen en functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Toepassingsvoorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 68 69 69 70 5.1 ELMON inductive 77 met passieve overbrenging van de meebewegende schakellijsten . 70 5.2 SPK 77 met vaststaande spoelkern geïntegreerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 6. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1 6.2 6.3 Uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1.1 Relaisvariant ELMON inductive 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1.2 Relaisvariant SPK 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1.3 Variant E . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1.4 Variant W . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 6.1.5 Variant R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Aansluitklemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72-73 7. Mechanische bevestiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 7.1 ELMON inductive 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 7.2 SPK 77 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 8. Aansluiten van de signaalgevers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 8.1 8.2 8.3 8.4 Aansluitmethoden vaststaand veiligheidscontactlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiting aan de spoelkern SPK 54 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluitmethoden aan spoelkern SPK 54 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiting van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit . . . . . . . . . . . . . . 74 75 75 75 9.1 9.2 9.3 9.4 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Testen met bedradingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76-77 Bijzonderheden van de veiligheidshalfgeleideruitgangen (OSSD) . . . . . . . . . . . . . . 77 9.5 Inbedrijfstelling / Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 10. 11. 12. 13. 14. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Buitenbedrijfstelling en afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80-81 Montagemogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 14.1 Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 14.2 Montage op een draagrail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 67 Nederlands 9. Elektrische inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen • • • • • • • • • Fabrikant en gebruiker van de installatie / machine, waarop de veiligheidsinrichting wordt gebruikt, zijn ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschriften en -regels op eigen verantwoordelijkheid af te stemmen en te respecteren. De veiligheidsinrichting garandeert in combinatie met de bovengeschikte besturing een functionele veiligheid, maar niet de veiligheid van de complete installatie / machine. Voordat de machine wordt gebruikt, is daarom een veiligheidsobservatie van de complete installatie / machine conform de machinerichtlijn 2006/42/EG of de betreffende productnorm noodzakelijk. De gebruiksaanwijzing moet permanent op de installatieplaats van de veiligheidsinrichting beschikbaar zijn. Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van de veiligheidsinrichting, grondig worden gelezen en toegepast. De installatie en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting mag enkel door vakpersoneel gebeuren, dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden. Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd. De veiligheidsvoorschriften betreffende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht worden genomen. Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden. Als het potentiaalvrije contact van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed wordt, dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld wordt. Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen aan het relais vervalt elke garantie en aansprakelijkheid van de fabrikant. Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen tijde inzichtelijk gedocumenteerd te worden. Veiligheidsaanwijzingen • Nederlands • Met het relais is werking op 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning op de verkeerde klemmen aan te sluiten kan het relais kapot gaan. Bij capacitieve en inductieve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden. Het relais is conform EN ISO 13849 „Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie“ voor categorie 3 geconcipieerd. Voor de naleving van categorie 3, is het relais redundant opgebouwd, met twee veiligheidsuitgangen per kanaal, die elkaar bewaken. De relaisvariant R (uitgang halfgeleiderrelais) is volgens categorie 2 voorzien van een testingang. De eisen van de poortnormen EN 12978 „Veiligheidsvoorzieningen voor automatisch werkende deuren en hekken“ en EN 12453 „Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren“ worden eveneens vervuld. Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de normen, moet de installatie / machine op basis van passende tijdsintervallen door deskundigen worden gecontroleerd op correcte functie.. De controle moet te allen tijde inzichtelijk worden gedocumenteerd. Voor een ontwerp van het beveiligingssysteem volgens de norm EN ISO 13849 categorie 2 bij relaisvariant R, moet vóór elke gevaarlijke beweging een test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of het bedraden van het veiligheidsrelais zonder testen, voldoet niet aan deze veiligheidseisen. In geval van het niet in acht nemen of opzettelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant. 68 3. Algemeen en functiebeschrijving Het kabeloverdrachtssysteem ELMON inductive levert de oplossing voor het probleem om bewegende signaalgevers te verbinden met een vaste analyse zonder mechanische belasting. De communicatie tussen de bewegende signaalgevers en de analyse-elektronica berust hierbij op een inductieve basis. De bewakingselektronica induceert hiertoe een frequentie op een spoelkern die in een gesloten geleidende lus geïntegreerd is. De tweede spoelkern waar de bewegende signaalgevers op aangesloten worden, ontvangt deze frequentie en stuurt bij kabelbreuk of bij activering van een signaalgever een dienovereenkomstig antwoordsignaal naar de analyse-elektronica. Het relais ELMON inductive 77 / SPK 77 dient voor het analyseren van veiligheidscontactlijsten voor het beveiligen van knel- en klemplekken. Het relais is volgens EN ISO 13849 „Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie“ voor Performance Level d ontworpen en hebben een typegoedkeuring. Om te blijven voldoen aan het Performance Level, is het relais redundant uitgevoerd met twee onafhankelijke halfgeleiderschakelaars, die doorlopend op een correcte schakeling worden getest. De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaalgever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan wordt op betreffende uitgangen een spanning aangeboden. Wordt de signaalgever geactiveerd of het signaalgevercircuit onderbroken, wordt de spanning op de betreffende uitgangen uitgeschakeld. De bewakingstoestand van de signaalgevers en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED weergegeven. Bij het oplossen van storingen na activering / uitval van de signaalgever of na uitvallen van de spanning geeft het relais het stuurstroomkringen automatisch na een vertragingstijd weer vrij. Als er een fout aanwezig is, alle veiligheidsuitgangen zijn niet actief. 4. Correct gebruik Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk. Het relais ELMON inductive 77 / SPK 77 kan deze veiligheidsrelevante taak alleen vervullen als deze correct wordt toegepast. Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen. 69 Nederlands Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichting in combinatie met veiligheidscontactlijsten met geïntegreerde 8,2 KΩ weerstand voor de ruststroombewaking van een deurinstallatie. Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 5. Toepassingsvoorbeelden 5.1 ELMON inductive 77 met passieve overbrenging van de meebewegende schakellijsten Kabellus ELMON inductive SPK 55 (vaststaand) SPK 54 (meebewegend) SKL Open SKL Open SKL Close ELMON inductive 77 Veiligheidsrelais SKL Close Besturing (PLC) (klantspecifiek) 5.2 SPK 77 met vaststaande spoelkern geïntegreerd Kabellus ELMON inductive SPK 77 (vaststaand) SKL Open SKL Open SKL Close Nederlands Besturing (PLC) (klantspecifiek) 70 SPK 54 (meebewegend) SKL Close 6. Toesteloverzicht 6.1 Uitvoeringen 6.1.1 Relaisvariant ELMON inductive 77 De vaststaande spoelkern wordt via een kabel aangesloten aan het veiligheidsrelais. Het veiligheidsrelais kan met 4 schroeven vlak op een ondergrond worden geschroefd of op een 35 mm draagrail worden vastgeklemd. Bij montage op een draagrail bestaat bovendien de mogelijkheid de schroefbevestigingsvoeten af te knippen. 6.1.2 Relaisvariant SPK 77 De vaststaande spoelkern is geïntegreerd in het veiligheidsrelais. Deze relaisvariant wordt met een houder direct op het overbrengingskoord gemonteerd. 6.1.3 Variant E Besturingsuitgang als „High Side Switch” en „Low Side Switch” • alternatief of parallel gebruik van de uitgangen mogelijk. + High Side Switch Low Side Switch OUT_H OUT_L • geen galvanische scheiding. • cat. 3 (interne test) • voeding DC _ 6.1.4 Variant W Besturingsuitgang als weerstandsuitgang 8k2 • galvanische scheiding. R 11 R 12 • cat. 3 (interne test) • evt. aanpassing van de besturing nodig. • voeding AC / DC In de rusttoestand is de weerstand tussen de beide aansluitingen ca. 8,2 kΩ. Wordt een activering van de schakellijsten gemeld, is de weerstand minder dan 100 Ω. Bij een storing of onderbreking van de schakellijsten, is de weerstand groter dan 100 Ω. 6.1.5 Variant R Besturingsuitgang via halfgeleiderrelais 13 • galvanische scheiding. • alleen cat. 2 mogelijk • voeding AC / DC 14 Halfgeleiderrelais 71 Nederlands Weerstand 8k2 Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 6.2 Signaalweergaven SKL stationary open TEST SKL stationary close SKL transmit open SKL transmit close FUN SKL Stationary open geactiveerd (aan) - onderbroken (knippert) SKL Stationary close geactiveerd (aan) - onderbroken (knippert) SKL Transmit open geactiveerd / onderbroken (aan) SKL Transmit close geactiveerd / onderbroken (aan) FUN Functiecontrole (kort uit) Foutmelding (pulsen) TEST Testen actief (aan) Bij een foutmelding geeft het aantal pulsen de fout aan: Pulsen 1 2 3 4 5 Foutmelding Voedingsspanning buiten geldige waardebereik Uitgangsbesturing „Open” gestoord Uitgangsbesturing „Close” gestoord Gegevensoverdracht tussen microcontrollers gestoord Overbrengingsfout ELMON inductive 6.3 Aansluitklemmen Nederlands 9 ELMON SKL SKL inductive open close 1 Insteekschroefklemmen of kabelaansluiting ELMON inductive 77 E: 1: TST_MOD 2: TST_COM 3: TST_SIG 4: CLOSE_OUT_L 5: OPEN_OUT_L 6: CLOSE_OUT_H 7: OPEN_OUT_H 8: Uin 9: GND ELMON inductive 77 R / ELMON inductive 77 W: 1: TST_MOD 2: TST_COM 3: TST_SIG 4: CLOSE_OUT1 5: CLOSE_OUT2 6: OPEN_OUT2 7: OPEN_OUT1 8: B1 9: B2 Kleuren van draden: 1 = roze 2 = blauwe 3 = grijs 4 = groene 5 = geel 6 = bruin 7 = witte 8 = rood 9 = zwart Uin, Gnd: Voedingsspanning DC voor de relaisvariant ELMON inductive 77 E. De plusleiding wordt op Uin en de minleiding op Gnd aangesloten. B1, B2: Voedingsspanning AC of DC voor de relaisvarianten ELMON inductive 77 R of ELMON inductive W. De polariteit van de voedingsspanning is niet kritisch. 72 SKL open: Vaststaande schakellijsten voor looprichting open. SKL close: Vaststaande schakellijsten voor looprichting dicht. ELMON inductive: Deze aansluiting is bij de relaisvariant SPK 77 niet beschikbaar. Bij de relaisvariant ELMON inductive 77 wordt hier de vaststaande spoelkern SPK 55 aangesloten. OPEN_OUT_H, CLOSE_OUT_H: Besturingsuitgang als High Side Switch voor het besturingscircuit richting open (OPEN_OUT_H) en voor het besturingscircuit richting dicht (CLOSE_OUT_H). Wordt bij de schakellijsten de rusttoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt op betreffende besturingsuitgangen een spanning aangeboden (komt overeen met de aansluitspanning). OPEN_OUT_L, CLOSE_OUT_L: Besturingsuitgang als Low Side Switch voor het besturingscircuit richting open (OPEN_OUT_L) en voor het besturingscircuit richting dicht (CLOSE_OUT_L). Wordt bij de schakellijsten de rusttoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt de betreffende besturingsuitgang aan het Gnd Potential (massa) gelegd. OPEN_OUT1, OPEN_OUT2: Besturingsuitgang voor de richting open bij de varianten ELMON inductive 77 R en ELMON inductive 77 W. Wordt bij de schakellijsten voor de richting open de rusttoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt de inschakeltoestand als uitgangssignaal gegeven (ELMON inductive 77 R: aansluitingen kortgesloten, ELMON inductive 77 W: ca. 8,2 kΩ tussen de aansluitingen). TST_MOD, TST_SIG, TST_COM: Door het aanbieden van een externe spanning op de aansluiting TST_MOD t.o.v. TST_COM, wordt de modus voor het aanvragen van de tests geselecteerd. Door het aanbieden van een externe spanning op de aansluiting TST_SIG t.o.v. TST_COM, wordt op basis van de geselecteerde modus de externe aanvraag voor de test aangestuurd. 7. Mechanische bevestiging De mechanische bevestiging van het veiligheidsrelais moet vakkundig gebeuren op een geschikte montagelocatie. De beschreven montageaanwijzingen gelden als richtlijn. De plaatsing van de verschillende componenten is afhankelijk van de respectievelijke poortconstructie en van de constructieve situatie. Het relais mag niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen worden gemonteerd. De inbouwpositie van het relais kan vrij gekozen worden, maar dient ter bescherming tegen binnendringend vocht zo te worden gemonteerd, dat de kabelinvoeren naar beneden wijzen. De procedure voor het opbouwen van het ELMON inductive systeem kunt u vinden in de aparte montagehandleiding. 73 Nederlands CLOSE_OUT1, CLOSE_OUT2: Besturingsuitgang voor de richting dicht bij de varianten ELMON inductive 77 R en ELMON inductive 77 W. Wordt bij de schakellijsten voor de richting dicht de rusttoestand herkend en is er geen storing in het apparaat, wordt de inschakeltoestand als uitgangssignaal gegeven (ELMON inductive 77 R: aansluitingen kortgesloten, ELMON inductive 77 W: ca. 8,2 kΩ tussen de aansluitingen). Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 7.1 ELMON inductive 77 De behuizing van de ELMON inductive 77 maakt het mogelijk het relais op twee verschillende manieren te bevestigen. Deze kan op een 35 mm draagrail worden geklemd, bij voorkeur in een schakelkast. Voor het beperken van de ingenomen ruimte op de draagrail, kunnen de schroefbevestigingsvoeten worden afgeknipt. Met 4 schroeven kan een directe bevestiging op een geschikte ondergrond plaatsvinden. 7.2 SPK 77 Met bevestigingsbeugels wordt het relais met de geïntegreerde vaststaande spoelkern zodanig gemonteerd, dat het koord bij de poortbeweging zonder problemen kan passeren. 8. Aansluiten van de signaalgevers 8.1 Aansluitmethoden vaststaand veiligheidscontactlijst Aansluiting via insteekschroefklemmen transparante kap voor 7-segments display afneembare beschermkap voor 7-segments display ELMON inductive 77 E, ELMON inductive 77 R, ELMON inductive 77 W SPK 77 E, SPK 77 R, SPK 77 W Nederlands Aansluiting via ingegoten M8-bussen SPK 77 E-M, SPK 77 R-M, SPK 77 W-M Aansluiting via ingegoten kabel met M8-koppeling ELMON inductive 77 E-KM, ELMON inductive 77 R-KM, ELMON inductive 77 W-KM 74 SPK 77 E-KM, SPK 77 R-KM, SPK 77 W-KM 8.2 Aansluiting aan de spoelkern SPK 54 De meebewegende lijsten (SKL's) worden met de meebewegende spoelkern SPK 54 verbonden. Hiertoe dient de meebewegende SKL DICHT-beweging met de aansluiting C van de meebewegende spoelkern en de optionele SKL OPEN beweging met de aansluiting O verbonden te worden. SKL ging e -bew pen C O O SKL ging e bew cht- Di Als een kanaal niet gebruikt wordt, moet dit kanaal bezet worden met een 8,2kΩ -weerstand. 8.3 Aansluitmethoden aan spoelkern SPK 54 Via de volgende letters wordt de aansluitmethode aan de SPK 54 bepaald: SPK 54 S aansluiting via insteekschroefklem SPK 54 M aansluiting via ingegoten M8-bussen SPK 54 KM aansluiting via ingegoten kabel met M8-koppeling Op signaalgeveringang O resp. C kunnen één of meerdere signaalgevers worden aangesloten. Hiertoe dienen de afzonderlijke signaalgevers als in afbeelding 1 in serie geschakeld te worden. Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m. Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde van de schakeling te meten. Bij niet-geactiveerde SKL moet de weerstand 8,2 kΩ ± 500 Ω bedragen. Als de SKL geactiveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden. ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld. Signaalgever 2 Signaalgever 1 O 2 2 Signaalgever „n“ 2 2 C Afbeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst 75 Nederlands 8.4 Aansluiting van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit (afbeelding 1) Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 9. Elektrische inbedrijfstelling Door het aansluiten op de verkeerde klemmen kan het relais kapot gaan. 9.1 Voorwaarden • • • Bij voeding met 24 V AC/DC moet de spanning voldoen aan de eisen voor veiligheidslaagspanning SELV. Alle aangesloten spanningen moeten voldoen aan de eisen voor veiligheidslaagspanning SELV. Bij de variant E zijn de uitgangen niet galvanisch gescheiden van de voedingsspanning. Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomstig beschermd worden. 9.2 Elektrische aansluiting Voedingsspanning 24 V aansluiten op klemmen B1 B2. Vaststaande signaalgevers aansluiten op de aansluitingen SKL OPEN en SKL CLOSE. Het te bewaken veiligheidsstroomcircuit aansluiten op de betreffende aansluitingen voor veiligheidsuitgangen open en dicht. De kabels moeten zodanig worden gelegd, dat een overbrugging van de veiligheidscontacten, bijv. door een kortsluiting tussen de beide aansluitdraden, kan worden uitgesloten (vooral bij variant R). Na een succesvolle inbedrijfstelling zijn de veiligheidsuitgangen actief. Activering van een signaalgever veroorzaakt een omschakeling naar de inactieve toestand van de betreffende veiligheidsuitgang. Ook wanneer de veiligheidsuitgangen zijn aangestuurd, volgt een voortdurende test van de correcte schakeling (niet bij de variant R). Hiervoor wordt de halfgeleideruitgang meerdere keren per seconde minder dan 1 ms uitgeschakeld en het gedrag aan de uitgang bewaakt. Wisselt de spanning op de uitgang niet naar de uitschakeltoestand, schakelt het apparaat permanent uit en kan alleen door het uit- en opnieuw inschakelen van de voedingsspanning worden gereset. Deze permanente uitschakeling vindt ook plaats als de spanning door de manier van inschakelen niet kan wegvallen (bijv. door capacitieve elementen). • • • Nederlands 9.3 Testen met bedradingsmogelijkheden Voor een ontwerp van de veiligheidsinrichting (categorie 2 met externe testaanvraag) volgens de norm, moet de bovengeschikte machinebesturing vóór elke gevaarlijke verplaatsing of in de ongevaarlijke fase / beweging van de machine, een test uitvoeren.De test moet waarborgen, dat het veiligheidsrelais correct werkt. Na het aanleggen van het testsignaal moet de besturingsuitgang uitschakelen. Deze schakeltoestandverandering moet door de bovengeschikte machinebesturing worden geanalyseerd. Bij een correcte testsituatie leidt de machinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap. Anders moet de besturing een foutmelding geven en een gevaarlijke beweging verhinderen. Wordt door de machinebesturing een fout in de veiligheidsinrichting herkent, moet tot het verhelpen van de fout door de machinebesturing een veilige toestand in stand worden gehouden. Testsignaal Uitgang (actief) (inactief) < 10 ms 76 >25 ms < 50 ms Door het aanleggen van een externe spanning (waardebereik 20 tot 35 Volt DC, 20 tot 28 Volt AC) wordt op basis van de geselecteerde modus een extern aangevraagde test uitgevoerd. sw sw TST-SIG U test TST-MOD TST-SIG U test TST-COM TST-MOD TST-COM Door het activeren van schakelaar sw wordt de test aangevraagd en leidt dit tot een uitschakelen van de uitgangen. Het gebruik of het bedraden van het relaisvariant ELMON inductive 77 RT zonder testen, voldoet niet aan enige veiligheidseisen. 9.4 Bijzonderheden van de veiligheidshalfgeleideruitgangen (OSSD) De elektronische veiligiheidshalfgeleideruitgangen van het relais worden tijdens bedrijf doorlopend getest. Hiervoor wordt de uitgang cyclisch elke 0,4 seconden minder dan 1 ms uitgeschakeld en het uitschakelgedrag gecontroleerd. Deze onderbrekingen mogen door de bovengeschikte besturing niet als eis aan de veiligheid worden beschouwd. Een bovengeschikte besturing mag de toestanden van het uitgangssignaal alleen analyseren als het niveau langer dan 5 ms in stand blijft. Daardoor wordt vermeden dat de pulsen van de zelftest in ingeschakelde toestand en de controle van de inschakelprocedure per ongeluk als besturingsinformatie worden verwerkt. 9.5. Inbedrijfstelling / Functiecontrole Na de overeenkomstige aansluiting van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspanning, moet de installatie / machine worden gecontroleerd op correcte functie. De signaalgevers één voor één activeren De overeenkomstige reacties van het relais controleren Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden. De controle moet te allen tijde inzichtelijk worden gedocumenteerd. De eisen van de installatie- / machinefabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd. 77 Nederlands • • Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 10. Foutendiagnose Bij een correcte bedrading en aanleggen van de voedingsspanning mag op de indicatie alleen de decimale punt cyclisch korte tijd worden uitgeschakeld. Is er een interne fout, wordt via het aantal pulsen een foutmelding gegeven. LED Fout LED's branden niet Voedingsspanning ontbreekt, te laag of fout aangesloten Interne fout wordt aangegeven door het aantal pulsen Verhelping van de fout Aansluitingen en voedingsspanning controleren Decimale punt Op basis van de foutaanduiding, knippert cyclisch uitgang uitschakelen, apparaat uitschakelen of voedingsspanning controleren. Middelste horizontale Aanvraag test via extern signaal Bedrading van aansluitingen TST_MOD en balk brandt is actief TST_SIG controleren Minimaal één verticale De betreffende schakellijst wordt Aansluitleiding en toestand van de balk brandt permanent herkend als geactiveerd. betreffende schakellijsten controleren Minimaal één verticale De betreffende schakellijst wordt Aansluitleiding en toestand van de balk knippert herkend als onderbroken. betreffende schakellijsten controleren Ligt de fout niet in de bedrading, kan de werking van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ weerstand op de betreffende SKL ingang van het relais worden gecontroleerd. 11. Buitenbedrijfstelling en afvoer Nederlands De producten die door ASO zijn gemaakt, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de producten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voorschriften te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de voorschriften zorg te dragen. 78 12. Technische gegevens Voedingsspanning Laagspanning UE 24 V AC/DC ±10 % 21,6 tot 35 V DC Pmax Vermogensopname 1W (niet bij ELMON inductive 77 E / SPK 77 E) (alleen bij ELMON inductive 77 E / SPK 77 E) (bij 24V DC zonder verbruikers) Aansluitweerstand signaalgever Rnom RAO RAU nominale waarde bovenste schakelwaarde onderste schakelwaarde Veiligheid schakelcontact Uitgang Max. schakelspanning Max. schakelstroom Weerstand (ingeschakeld) Weerstand (uitgeschakeld) Afvalvertraging (reactietijd) Inschakelvertraging SKL vaststaand = 8,2 kΩ > 12,0 kΩ < 5,0 kΩ SKL meebewegend = 8,2 kΩ > 20,0 kΩ < 2,5 kΩ ELMON inductive 77 ELMON inductive 77 R ELMON inductive 77 W E / SPK 77 E / SPK 77 R / SPK 77 W Halfgeleider (FET) Halfgeleiderrelais (SSR) Halfgeleiderrelais (SSR) 35 V 50 V 50 V 250 mA (per Uitgang) 50 mA 50 mA RON < 40 Ω ROFF > 100 MΩ < 10 ms (vaste SKL's) < 20 ms (ELMON inductive) < 10 ms (testen) 500 ms (25ms na testen) Behuizing Temperatuurbereik Gewicht 100 x 39 x 30 mm 40 x 39 x 30 mm 38 x 45 x 33 mm 80 x 65 x 24 mm 150 g 100 g 86 g 96 g Bescherm.klasse IP65 IP65 IP65 IP65 Material Gietmaten PU zwart Gietmaten PU zwart Gietmaten PU zwart Gietmaten PU zwart -20 °C tot +50 °C Diameter aansluitleidingen een-, of fijndradige leidingmax. 0,5 mm2 Goedkeuringen ELMON inductive 77 E, ELMON inductive 77 W, SPK 77 E, SPK 77 W DIN EN ISO 13849‑1:2008 categorie 3 PL d (MTTFd = 620 jaren, DCavg = 99,1 %) ELMON inductive 77 R, SPK 77 R DIN EN ISO 13849‑1:2008 categorie 2 PL d (MTTFd = 620 jaar , DCavg = 94,53 %) Veiligheidsinrichting conform DIN EN 12978 Alle op het relais aangesloten spanningen moeten veilig gescheiden spanningen zijn! EG-typeonderzoek nr.: 44 205 10 375347-001 Certificaat nr.: 44 780 10 375347-001 Testrapportnr.: 10 205 375347 79 Nederlands Vaste spoelkern SPK 77 Vaste spoelkern SPK 55 Meebewegende spoelkern SPK 54 ELMON inductive 77 Afmetingen HxBxD Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 Nederlands 13. EG-verklaring van overeenstemming 80 Inductieve signaaloverdrachtssysteem ELMON inductive 77 / SPK 77 14. Montagemogelijkheden 14.1 Wandmontage De ELMON inductive 77 kan met geschikte schroeven direct op de bevestigingssteun worden geschroefd (afb. 1). afb.1 14.2 Montage op een draagrail Alternatief kan de ELMON inductive 77 op een 35 mm draagrail worden gemonteerd (afb. 2). Bij een beperkte montageruimte kunnen eerst de schroefbevestigingsvoeten met een zijkniptang worden afgeknipt (afb. 3 en 4). Nederlands afb.2 82 afb.3 afb.4 Deutsch 12.DB.10.001 Betriebsanleitung Rev 06 Technische Änderungen vorbehalten. Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haftung übernommen werden. Technische und betriebsrelevante Änderungen zu den in dieser Dokumentation aufgeführten Produkten und Geräten sind jederzeit auch ohne Vorankündigung vorbehalten. English 12.DB.10.001 Operating Manual Rev 06 Subject to technical modifications. No liability can be assumed for errors or misprints. We reserve the right to make technical and operationally relevant changes to the products and devices described in this documentation at any time and without prior notice. Français 12.DB.10.001 Manuel d’utilisation Rév. 06 Sous réserve de modifications techniques. Nous déclinons toute responsabilité en cas d'erreurs et de fautes d'impression. Des modifications techniques et importantes pour le fonctionnement des produits et appareils décrits dans cette documentation sont possibles à tout moment et sans préavis. Italiano 12.DB.10.001 Manuale di istruzione Rev 06 Con riserva di modifiche tecniche. Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa. Con riserva di modifiche tecniche e di funzionamento senza preavviso dei prodotti ed apparecchi descritti nel presente documento. Nederlands 12.DB.10.001 Gebruiksaanwijzing rev 06 Technische wijzigingen voorbehouden. Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten. Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en toestellen in deze documentatie zijn ten allen tijde, ook zonder vooraankondiging, voorbehouden. Antriebs- und Steuerungstechnik Hansastraße 52 • D-59557 Lippstadt Tel.: +49 (0) 2941/9793-0 • Fax: +49 (0)2941/9793-299 www.asosafety.de • e-mail: [email protected] 84
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

ASO Safety Solutions ELMON inductive Compact de handleiding

Type
de handleiding