ASO Safety Solutions SK32-24 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de ASO Safety Solutions SK32-24 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
35
SK 32-24 Veiligheidsrelais32-24 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheids
maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
3. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
5. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
5.1 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
5.2 Aansluitklemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
6. Inbedrijstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
6.1 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
6.2 Aansluing voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
6.3 Aansluing van de signaalgevers. . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
6.4 Aansluing stuurstroomkringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
6.5 Toepassingsvoorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
6.6 Aansluing van meerdere signaalgevers per
signaalgevercircuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
6.7 Funcecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
7. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
8. Buitenbedrijfstelling en afvoer. . . . . . . . . . . . . . . 40
9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
10. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . 42
Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en
toestellen in deze documentatie zijn allen tijde, ook zonder vooraankondiging,
voorbehouden.
Nederlands
36
SK 32-24 Veiligheidsrelais32-24 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
2.
Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
Fabrikant en gebruiker van de installae / machine, waarop deze inrichng wordt gebruikt, zijn ervoor
verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschrien en -regels op eigen verantwoordelijkheid af
te stemmen en te respecteren.
De veiligheidsinrichng garandeert op zich een funconele veiligheid, maar niet de veiligheid van de
complete installae / machine. Voordat de machine wordt gebruikt, is daarom een veiligheidsobser-
vae van de complete installae / machine conform de machinerichtlijn 2006/42/EG of de betreende
productnorm noodzakelijk.
De bedieningshandleiding moet permanent op de installaeplaats van de inrichng beschikbaar zijn.
Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden
van de inrichng, grondig worden gelezen en toegepast.
De installae en inbedrijfstelling van de inrichng mag enkel door vakpersoneel gebeuren, dat vertrouwd
is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschrien over arbeidsveiligheid en ongevallen-
prevene.
De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd.
De veiligheidsvoorschrien betreende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht
worden genomen.
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
Als de potenaalvrije contacten van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed worden,
dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld
worden.
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garane en aansprakelijkheid van de fabrikant.
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
jde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
Niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren.
Bij capacitieve en inductieve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te
worden.
Het gebruik van het veiligheidsrelais met een geopende behuizing is niet toegestaan.
In geval van het niet in acht nemen of opzeelijk misbruik vervalt de
aansprakelijkheid van de fabrikant.
Nederlands
37
3. Algemeen
Het tweekanaals relais SK 32 wordt toegepast bij de analyse van veiligheidscontactmaen, evenals bij het
beveiligen van knel- en klemplaatsen door veiligheidscontactlijsten en veiligheidsbumpers.
Het relais is conform EN ISO 13849-1:2008 voor cat. 3 geconcipieerd. Voor de naleving van cat. 3 is het
relais redundant opgebouwd en met twee gedwongen veiligheidsrelais per kanaal, die elkaar bewaken. Om
een ruststroombewaking van het schakelelement mogelijk te maken, is in de signaalgevers van het veilig-
heidscontactlijstcircuit een afsluitweerstand geïntegreerd. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan zijn de
uitgangrelais aangestuurd en de schakelcontacten gesloten. Als de signaalgever geacveerd wordt of het
signaalgevercircuit onderbroken wordt, gaan de betreende relaisschakelcontacten open. De schakeltoe-
standen van de relais en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED's weergegeven.
4. Correct gebruik
Het relais SK 32-24 kan deze veiligheidsrelevante taak alleen vervullen als het correct wordt toegepast.
Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichng in combinae met veiligheids-
contactmaen, veiligheidsbumpers en veiligheidscontactlijsten met een eindweerstand van 8,2 k�.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair
gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk.
Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen.
5. Toesteloverzicht
5.1 Signaalweergaven
LED Power groen
Voedingsspanning
LED Channel 1 rood
Signaalgever kanaal 1 geacveerd of toevoerleiding onderbroken
LED Channel 2 rood
Signaalgever kanaal 2 geacveerd of toevoerleiding onderbroken
5.2 Aansluitklemmen
1 2 Niet gebruikt
3 11 Signaalgeveringang kanaal 1
3 10 Signaalgeveringang kanaal 2
4 5 Uitgang van het veiligheidsrelais kanaal 1
6 7 Uitgang van het veiligheidsrelais kanaal 2
8 9 Voedingsspanning
Nederlands
38
SK 32-24 Veiligheidsrelais32-24 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
1
1
1
0
9
8
7
6
5
4
3
2
1
% %
-
+
24 V AC/DC
1
1
1
0
3
7
6
5
4
8
2
1
9
7
6
5
4
8
1
1
1
0
3
2
1
9
6. Inbedrijstelling
6.1 Voorwaarden
De voedingsspanning moet aan de voorwaarden voor funconele laagspanning met veilige scheiding
beantwoorden.
Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomsg beschermd
worden.
De in de "Technische gegevens" opgegeven grenswaarden voor de voedingsspanning en schakelvermogens
van het relais moeten aangehouden worden.
6.2 Aansluing voedingsspanning
Voedingsspanning 24 V AC/DC aansluiten op het klemmenpaar 8 9.
6.3 Aansluing van de signaalgevers
Signaalgever voor kanaal 1 aansluiten op het klemmenpaar 3 11.
Bij verschillende SKL worden deze in serie
geschakeld en de eindlijst met 8,2 k
afgesloten.
Signaalgever voor kanaal 2 aansluiten op het klemmenpaar 3 10.
Als een kanaal niet gebruikt wordt, dient dit kanaal bezet te worden met een 8,2 kΩ
-weerstand.
6.4 Aansluing van de stuurstroomkring
Op het klemmenpaar 4 5 moet de te bewaken stuurstroomkring voor kanaal 1 en
op klemmenpaar 6 7 de betreende stuurstroomkring voor kanaal 2 aangesloten
worden.
Beide uitgangen zijn redundant en zelewakend met gedwongen relais opgebouwd
en voldoen daardoor aan de veiligheidscategorie 3 volgens EN ISO 13849-1:2008
en de eisen uit de actuele poortnormen.
Na succesvolle inbedrijstelling zijn de uitgangen van het veiligheidsrelais aangestuurd (relaiscontact
"gesloten"). Een acveren van een signaalgever zorgt voor het openen van de betreende relaiscontacten.
Nederlands
39
6.6 Aansluing van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit
ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld.
Op signaalgeveringangen 3 11 resp. 3 10 kunnen één of meerdere signaalgevers aangesloten worden (bijv.
veiligheidscontactlijsten). Hiertoe kunnen de afzonderlijke signaalgevers in serie geschakeld worden. Een
niet gebruikte ingang kan met een 8,2 k�-weerstand overbrugd worden. k�-weerstand overbrugd worden.k�-weerstand overbrugd worden.
6.5 Toepassingsvoorbeeld
Schakelschema in spanningsloze toestand. Sensor niet geacveerd
Nederlands
Signaalgever 1
Signaalgever 2
Signaalgever „n
O
C
Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst
2
222
10
8,2 Κ
A1
8
K1
5
A1
A2
1
2
K1
3
4
5
6
L1 L2 L3
A2
9
Q1.1
K3
A1
A2
4
1
2
K3
I1.111
3
8,2 Κ
K2
7
A1
A2
6
3
4
K3
I1.2
Out CH 2
Out CH 1
1
2
K2
3
4
5
6
L1 L2 L3
SK 32
+24 V DC
0 V DC
Signaalgever CH1
Signaalgever CH2
SPS
Machine-
besturing
M M
40
SK 32-24 Veiligheidsrelais32-24 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
Veiligheidscontactlijsten SKL:
Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet groter
zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m.
De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidsbumpers ASB:
Er kunnen maximaal vijf ASB in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de ASB mag niet
groter zijn dan 15 meter. De lengte van een ASB kan tot 3 m.
De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASB mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidscontactmaen ASK:
Er kunnen maximaal en ASK in serie geschakeld worden. De maximale totale oppervlakte bedraagt niet meer
dan 10 m
2
. Maximale grooe van een ASK is 1350 x 2350 mm.
De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASK mag niet groter zijn dan 25 m.
Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde
van de schakeling te meten. Bij niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 k�
± 500
bedragen.
Als de signaalgever geacveerd is, mag de weerstand 500
niet overschrijden.
6.7 Funcecontrole
Na de overeenkomsge aansluing van alle elektrische verbindingen en inschakeling van de voedingsspanning,
moet de installae / machine worden gecontroleerd op correcte funce.
De signaalgevers één voor één acveren.
De overeenkomsge reaces van het relais controleren.
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd te worden.
De controle moet te allen jde inzichtelijk worden gedocumenteerd.
De eisen van de installae- / machinefabrikant moeten worden opgevolgd en nageleefd.
7. Foutendiagnose
Bij een correcte bedrading en aansluing van de voedingsspanning mag enkel de Power groene LED branden.
Wanneer één van de rode LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's kan
worden opgespoord.
Bij signalering van een dergelijke fout, moeten de aansluingen van de individuele signaalgevers gecontro-
leerd worden. Ligt de fout niet in de aansluingen, kan de funce van de elektronica door het aansluiten van
telkens één 8,2 k� weerstand op alle signaalgeveringangen van de elektronica (klemmen 3 10 en klemmen
3 11) gecontroleerd worden. Als de elektronica daarna correct werkt, moeten de signaalgevers met een
weerstandsmeeoestel gecontroleerd worden. Daarvoor moet de respecevelijke verbinding van de signaal-
gever naar de veiligheidsrelais losgemaakt en met een weerstandsmeeoestel verbonden worden. Bij
niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 k� ±500 bedragen. Als de SKL geacveerd is, mag
de weerstand 500 � niet overschrijden.
8. Buitenbedrijfstelling en afvoer
De producten die door ASO gemaakt zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de
producten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voor-
schrien te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de
voorschrien zorg te dragen.
Nederlands
41
Principeschema SK 32
9. Technische gegevens
Voedingsspanning U
E
24 V AC/DC ±10%
Vermogensopname P
max
3 VA
Afsluitweerstand signaalgever
nominale waarde R
Nom
8,2 k�
bovenste schakelwaarde R
AO
> 12,7 k�
onderste schakelwaarde R
AU
< 4,6 k�
Relais trappen
nominale stroom DC 3 A 30 V DC
nominale stroom AC 3 A 250 V AC
Mechanische levensduur >10
6
acveringen
Schakeljden veiligheidsrelais
Reacejd < 5 ms
Vrijschakeljd 700 ms
100 ms bij de variant K
Montage
Insteeksokkel voor montage op een 35 mm DIN-klikrail
Behuizing
11-pin DIN insteeksokkelbehuizing met insteeksokkel voor 35 mm
montagerail
Afmengen (HxBxD )
Behuizing 82 x 38 x 84 mm
incl. insteeksokkel 82 x 38 x 100 mm
Beschermingsklasse IP20
Gewicht 225 g
Temperatuurbereik -20 °C tot +55 °C
Diameter aansluitleidingen
een-, of jndradige leiding 0,5-2,5 mm
2
Veiligheidscategorie
EN ISO 13849-1:2008 categorie 3 PL d
MTTFd 180 jaar, DC 90%
(Electronics)
MTTFd 3757 jaar
(Electromechaniek)
B10d 1000000
MTTFd 190 jaar (Nop 52560)
Alle op het relais aangesloten spanningen
moeten veilig gescheiden spanningen zijn!
Cercaat nr.
44 205 10 384655-001
Testrapportnr.
10 205 384655-001
Nederlands
84
26
82
38
+Ub
+Ub
Rref
Rref
24V AC/DC
Rel
Rel
Uref
Uref
Stationary
Opening
Stationary
Closing
Stop
Opening
Stop
Closing
42
SK 32-24 Veiligheidsrelais32-24 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
10. EG-verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaren wij dat de hieronder genoemde producten uit de serie:
SK 32-24 (arkelnummer 203130, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 32-24 K (arkelnummer 203131, formaat serienummer yymmnnnnn)
Veiligheidsrelais voor combinae met schakellijsten, schakelmaen en schakelbumpers
voor het vermijden van gevaar op knel- en klemplaatsen bij poortsystemen op basis
van het ontwerp en construce en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering
voldoet aan de desbetreende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de
volgende EG-richtlijnen en normen:
EG - machinerichtlijn 2006/42/EG
EN ISO 13849-1:2008
EN ISO 13849-2:2008
EN 61000-6-2:2002
EN 61000-6-3:2002
EG - tpeonderzoek
Noed Body 0044
TÜV NORD CERT GmbH
Langemarckstraße 20
D-45141 Essen
EG typegoedkeuringscercaatnr.: 44 205 10 384655-001
Deze verklaring van overeenstemming ontbindt de constructeur/fabrikant van de machine
niet van zijn plicht om de conformiteit van de totale machine waarop dit product wordt
aangebracht in overeenstemming met de EG-richtlijn te waarborgen.
Fabrikant en documentae-gevolmachgde:
ASO, Antriebs- en Steuerungstechnik GmbH,
Am Grarock 8, D-33154 Salzkoen
Salzkoen, XX-XX-2010
Helmut Friedrich
(directeur en documentae-gevolmachgde)
Nederlands
44
11.DB.09.001 Technische Daten Rev 11
Technische Änderungen vorbehalten.
Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haung übernommen werden.
11.DB.09.001 Technical Specicaons Rev 11
Subject to technical modicaons.
No liability can be assumed for errors or misprints.
11.DB.09.001 Données techniques Rév 11
Sous réserve de modicaons techniques.
Nous déclinons toute responsabilité en cas d‘erreurs et de fautes d‘impression.
11.DB.09.001 Da tecnici Rev 11
Con riserva di modiche tecniche.
Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa.
11.DB.09.001 Technische gegevens Rev 11
Technische wijzigingen voorbehouden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten.
Deutsch
English
Français
Italiano
Nederlands
Antriebs- und Steuerungstechnik
Am Grarock 8 • D-33154 Salzkoen
Tel.: +49 (0) 52 58/93 27-0 • Fax: +49 (0) 52 58/34 48
www.asosafety.com • e-mail: info@asosafety.com
1/44