VOLTCRAFT Gamma Check Pro Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual
86
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1. Inleiding .............................................................................................................................................................87
2. Verklaring van symbolen ....................................................................................................................................88
3. Voorgeschreven gebruik ....................................................................................................................................88
4. Leveringsomvang ..............................................................................................................................................88
5. Veiligheidsvoorschriften .....................................................................................................................................89
a) Algemeen ....................................................................................................................................................89
b) Bedrijf ..........................................................................................................................................................90
6. Accuvoorschriften ..............................................................................................................................................91
7. Bedieningselementen ........................................................................................................................................92
8. Accu installeren/laden ........................................................................................................................................93
9. Basisfuncties ......................................................................................................................................................94
a) Apparaat in- en uitschakelen .......................................................................................................................94
b) Automatische uitschakelfunctie ...................................................................................................................94
c) Programma's ...............................................................................................................................................94
d) Bedrijfsmodi .................................................................................................................................................94
e) Signaalgever ................................................................................................................................................95
f) Indicatielampje "SENSOR" ..........................................................................................................................96
10. Ingebruikname ...................................................................................................................................................97
11. Menu ..................................................................................................................................................................98
12. Dosismeterprogramma ......................................................................................................................................99
13. Pulscounterprogramma ...................................................................................................................................102
14. Impulsfrequentieprogramma ............................................................................................................................104
15. Meetwaardegeheugen .....................................................................................................................................106
16. Instellingen .......................................................................................................................................................108
a) Instellen van datum en tijd .........................................................................................................................108
b) Bedrijfsmodus instellen ..............................................................................................................................109
c) Signaalgever instellen ...............................................................................................................................109
d) Datalogger .................................................................................................................................................109
e) Datalogger "FILLUP"/"ENDLESS" ............................................................................................................. 110
f) Datalogger "DATA" ....................................................................................................................................110
g) Reset .........................................................................................................................................................110
17. Pc-software ...................................................................................................................................................... 111
18. Verhelpen van storingen .................................................................................................................................. 111
19. Onderhoud en reiniging ................................................................................................................................... 111
20. Afvoer ..............................................................................................................................................................112
a) Algemeen ..................................................................................................................................................112
b) Batterijen en accu's ...................................................................................................................................112
21. Technische gegevens ......................................................................................................................................113
87
1. INLEIDING
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft
®
-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in
huis gehaald.
Voltcraft
®
- Deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning voor onovertrof-
fen kwaliteitsproducten die worden gekenmerkt door gespecialiseerde vakkundigheid, buitengewone prestaties en
permanente innovaties.
Voor ambitieuze elektronica-hobbyisten tot en met professionele gebruikers ligt voor de meest ingewikkelde taken
met een product uit het Voltcraft
®
-assortiment altijd de perfecte oplossing binnen handbereik. Bovendien: bieden wij
u de geavanceerde techniek en betrouwbare kwaliteit van onze Voltcraft
®
-producten tegen een nagenoeg niet te
evenaren verhouding van prijs en prestaties. Daarom scheppen wij de basis voor een duurzame, goede en tevens
succesvolle samenwerking.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Voltcraft ®-product!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbe-
houden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
88
2. VERKLARING VAN SYMBOLEN
Dit symbool wordt gebruikt wanneer er gevaar bestaat voor uw gezondheid, bijv. door een elektrische
schok.
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaan-
wijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het "pijl"-symbool wijst op speciale tips en aanwijzingen voor de bediening van het product.
3. VOORGESCHREVEN GEBRUIK
De geigerteller "Gamma Check Pro" dient voor een snelle indicatie van radioactieve belasting. Het apparaat detec-
teert de stralingsdosis om een inschatting te kunnen maken inzake een mogelijke radioactieve contaminatie van
levensmiddelen, apparaten en werkstoffen in vergelijking met de natuurlijke omgevingsstraling.
Over het algemeen moet worden opgelet dat het apparaat correct op de te meten sonde wordt gericht zonder deze
aan te raken.
Om partikelcontaminatie van het apparaat zelf te voorkomen, moet evt. een beschermhuls (kunststof tasje) worden
gebruikt.
De spanningsverzorging van het apparaat gebeurt via een vervangbare, heroplaadbare lithiumaccu.
Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiks-
aanwijzing aan derden door. De veiligheidsinstructies en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing dienen
absoluut in acht te worden genomen!
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat
het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken.
Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften.
4. LEVERINGSOMVANG
• Geigerteller"GammaCheckPro"
• Lithiumaccu
• USB-kabel
• Gebruiksaanwijzing
89
5. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie. Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet
opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In zulke geval-
len vervalt de garantie.
Bij de omgang met radioactiviteit moet de nodige voorzichtigheid aan de dag worden gelegd en
de verordening inzake de bescherming tegen bestraling worden nageleefd.
Andere voorschriften in verband met dit thema vindt u vb. op http://www.bmu.de/strahlenschutz
of op vergelijkbare websites van de autoriteiten van uw land.
De telbuis die zich in het apparaat bevindt, werkt met hoogspanning. Bij foutief gebruik van het
apparaat of bij het openen van de behuizing bestaat er levensgevaar door elektrische slag!
Het apparaat mag niet als volwaardige personendosismeter worden gebruikt. Het sommeert in de
dosismetermodus alleen het actuele dosistempo per tijd t.o.v. een gehele dosis die niet met de
berekening HP (0,07) of HP (10) overeenstemt. Het apparaat is niet geschikt voor dosistempome-
tingen aan weefsels, mensen of dieren!
a) Algemeen
• Omveiligheids-entoelatingsredenen(CE)isheteigenhandigombouwenen/ofwijzigenvanhet
product niet toegestaan.
• Ditproductisgeenspeelgoed:houdhetdaarombuitenbereikvankinderen!
• Onderhouds-,instellings-ofreparatiewerkzaamhedenmogenuitsluitenddooreenerkendtechnicus/
elektrotechnisch bedrijf worden uitgevoerd. Binnenin het apparaat bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden ingesteld of onderhouden. Bovendien bestaat door de met hoog-
spanning werkende telbuis levensgevaar door een elektrische slag!
• Inscholen,opleidingscentra,hobbyruimtenenwerkplaatsenmoetdoorgeschooldpersoneelvoldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van het product.
• Inbedrijvenmoetrekeninggehoudenwordenmetdevoorschriftentervoorkomingvanongevallen
opgesteld door de nationale bonden van de ongevallenverzekering voor elektrische installaties en
productiemiddelen.
• Laathetverpakkingsmateriaalnietachteloosliggen.Ditkanvoorkinderengevaarlijkspeelgoedzijn!
• Behandelhetproductvoorzichtig.Doorstoten,schokkenofeenval-zelfsvangeringehoogte-kanhet
beschadigd raken.
• Bijvragenmetbetrekkingtothetcorrectegebruikofmetbetrekkingtotproblemenwaaruinde
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, contact opnemen met ons of met een andere
vakman.
90
b) Gebruik
• Hetproductmagnietvochtigofnatworden.Vermijddirectzonlicht,sterkehitteenkoude.Houdhet
apparaat uit de buurt van stof en vuil. Stal het product niet aan mechanische belasting bloot.
• Vermijdeengebruikvanhetapparaatindeonmiddellijkebuurtvansterkemagnetischeofelektromag-
netische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed
worden.
• Voordespannings-/stroomverzorgingmaghetapparaatuitsluitendviademeegeleverdelithiumaccu
worden gebruikt.
• Gebruikhetapparaatuitsluitendineengematigdklimaat;nietineentropischklimaat.Neemhierbijook
de omgevingsvoorwaarden van het hoofdstuk "Technische gegevens" in acht.
• Gebruikhetproductnooitdirectwanneerhetvaneenkouderuimteineenwarmeruimteisgebracht.
Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen
of storingen veroorzaken!
Verbind het product niet onmiddellijk met een contactdoos, maar laat het eerst op kamertemperatuur
komen voor u het in bedrijf neemt. Dit kan een paar uur duren!
• Gebruikhetproductnietinruimtenofonderongunstigeomstandighedenwaarbijbrandbaregassen,
dampen of stoffen aanwezig zijn of aanwezig kunnen zijn! Er bestaat explosiegevaar!
• Indienkanwordenaangenomendatgebruikzondergevarennietmeermogelijkis,danmoethet
product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik.
U mag het product daarna niet meer gebruiken. Breng hem naar een reparatiedienst of verwijder hem
op milieuvriendelijke wijze.
• Menmagaannemendateengevaarlozewerkingnietmeermogelijkiswanneerhetproductzichtbaar
is beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
tijdens transport te zwaar is belast.
• Bewaarhetgeheleproductopeendroge,schoneplaats,niettoegankelijkvoorkinderen.
91
6. ACCUVOORSCHRIFTEN
Het product wordt met behulp van een lithiumaccu (type zie hoofdstuk "Technische gegevens") aangedre-
ven. Houd rekening met de volgende informatie en voorschriften:
• Deaccuisgeenspeelgoedenmoetbuitenhetbereikvankinderenwordengehouden.Umoetdeaccu
ook buiten het bereik van kinderen opbergen.
• Umagdeaccunietzomaarlatenrondslingerenwegenshetgevaardatkinderenofhuisdierenhem
inslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
• Deaccumagnietvochtigofnatworden.
• Beschadignooitdebuitenkantvandeaccu.Erbestaatbrand-enexplosiegevaar!
• Deaccumagnietwordenkortgeslotenofinhetvuurwordengegooid.Erbestaatexplosiegevaar!
• Inhetproductmaguitsluitenddemeegeleverdeaccu(ofeenidentiekeaccu)wordenopgeladen.Bijhet
opladen van een andere accu bestaat brand- en explosiegevaar!
• Laadeenlegeaccuzosnelmogelijkopnieuwopaangezieneenlegeaccudiepontladenkanrakenen
daardoor onbruikbaar wordt. Bovendien kan een diepontladen accu uitlopen.
• Laatdeaccunooitonbewaakttijdenshetopladen.
 • Deaccuheefteenbeperktelevensduur.Wanneeruvaststeltdatdebedrijfsduurmeteenvolledig
opgeladen accu nog slechts heel kort is, vervangt u de verbruikte accu door een nieuwe, identieke.
Verwijder de oude accu op milieuvriendelijke wijze, zie het hoofdstuk "Afvoer".
• Eenlekkendeofbeschadigdeaccukanbijhuidcontactdooreenbijtendewerkingletselveroorzaken;
draag derhalve in dit geval beschermende handschoenen.
• Uitaccu'slopendevloeistoffenzijnchemischzeeragressief.Voorwerpenofoppervlaktesdiedaarmee
in aanraken komen, kunnen deels ernstig beschadigd raken. Bewaar de accu daarom op een geschikte
en voor kinderen/huisdieren niet toegankelijke plaats.
• Letbijhetplaatsenvandeaccuopdejuistepolariteit(houdrekeningmetplus/+enmin/-).
92
7. BEDIENINGSELEMENTEN
1 Scherm
2 Navigatietoetsen
3 Menutoets
4 Aan-/uit-/OK-toets, bevestigingstoets
93
8. ACCU INSTALLEREN/LADEN
Om de "Gamma Check Pro" te gebruiken werd een lithiumaccu (type 18500) meegeleverd. Deze wordt automatisch
bij een bestaande USB-verbinding via de mini-USB-kabel opgeladen.
De laadtoestand van de accu wordt rechtsonder op het scherm in de vorm van een accusymbool weergegeven. Bij
het opladen van de accu vullen zich de afzonderlijke segmenten in de accusymbolen van onderaf om het oplaadpro-
ces of de actuele toestand weer te geven.
Accu gebruiken/vervangen:
Bij levering bevindt de accu zich omwille van transportredenen reeds in het accuvak van de "Gamma Check Pro".
Hij is met behulp van een kleine kunststof isoleerstrip tegen voortijdig ontladen of als bescherming tegen diepontla-
ding beveiligd.
Om de werking te starten, opent u het accuvak en trekt u de kunststof isoleerstrip uit. Sluit het accuvak weer.
Wanneer de accu bij gebruik te zwak wordt (of het apparaat meer dan 600 pulsen per seconde bepaalt), leidt
dit tot het automatisch afbreken van alle metingen en verschijnt de melding "Error" op het scherm. In dit geval
moet de accu worden opgeladen.
De melding "Error" kan door elke druk op een willekeurige knop worden verwijderd/teruggezet.
Accu opladen:
Verbind het apparaat via een USB-kabel met een USB-stekkernetdeel.. U kunt ook de USB-poort van een computer
of een USB-hub met eigen voedingseenheid.
Het is daarbij belangrijk dat de USB poort een stroom van min. 500 mA moet kunnen leveren.
Wanneer de USB-kabel werd aangesloten om op te laden en de accu zeer sterk is ontladen, kan het zijn
dat de "Gamma Check Pro" niet kan worden ingeschakeld. In dit geval knippert alleen het kader van het
accusymbool op het scherm.
Geef het apparaat in dit geval voldoende tijd om de accu op te laden. Van zodra de balk in het accusymbool
begint te knipperen, is het apparaat opnieuw helemaal normaal te bedienen.
94
9. BASISFUNCTIES
a) Apparaat in-/uitschakelen
Om het apparaat in te schakelen drukt u op een willekeurige knop. Het scherm geeft het startscherm weer.
Bij de eerste ingebruikname (en als de accu niet ontladen is), moet u datum en tijd invoeren.
Om het apparaat uit te schakelen, houdt u de toets "OK" (4) ca. 2 seconden ingedrukt zodat het scherm uitdooft. De
interne klok loopt verder in de achtergrond en ook de datum blijft actueel.
b) Automatische uitschakelfunctie
Als alle metingen afgesloten zijn, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Deze functie spaart de accu en
verlengt de gebruiksduur.
Om het apparaat na een automatische uitschakeling terug in te schakelen drukt u kort op een willekeurige toets. Alle
bepaalde waarden van de voorafgaande metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk
moment worden opgevraagd.
c) Programma's
De "Gamma Check Pro" beschikt over drie verschillende programma's:
• Dosismeter:Bepalingvandestralingsdosisovereeninstelbareperiode(in"Sv").
• Pulscounter:Bepalingvanallepulsenbinneneeninstelbaretijd
• Impulsfrequentie:Weergavedoorgemiddeldepulsenperseconde
Bij elk programma moet de meetduur worden ingevoerd.. Hetzelfde geldt voor de grenswaarde die een alarm
activeert.
Dezedrieprogramma'skunnenooktegelijkaopen,telkensmeteenverschillendemeetduurenmet
verschillende grenswaarde. Als alle programma's beëindigd zijn, schakelt het apparaat zich automatisch uit,
ongeacht van welke bedrijfsmodus ("Auto" of "On", zie volgend hoofdstuk) werd gekozen.
d) Bedrijfsmodi
Het apparaat kan in de bedrijfsmodi "Auto" en "On" werken. In de leveringstoestand en nadat het apparaat werd
teruggezet, is altijd de bedrijfsmodus "Auto" actief.
• Bedrijfsmodus"Auto":
In deze bedrijfsmodus wordt het scherm na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Het apparaat werkt in de
achtergrond echter verder, i.e. alle gestarte metingen worden verder gezet. Om de schermweergave opnieuw te
activeren, volstaat een korte druk op een willekeurige knop.
• Bedrijfsmodus"On"
 Hierishetschermaltijdgeactiveerd;hetschakeltzichzelfnietuit.
95
Wanneer de USB-kabel aangesloten is en er kunnen gegevens worden uitgewisseld, verschijnt het USB-
symbool op het scherm.
Als er geen meting actief is, geeft het scherm "IDLE" weer. Dit komt overeen met de bedrijfsmodus "On". De
keuzevandebedrijfsmodus"Auto"of"On"ishiermogelijk;dezeisechterpasactiefnadatdeUSB-verbin-
ding ongedaan werd gemaakt.
Het USB-symbool verschijnt ondanks een bestaande verbinding niet wanneer het apparaat is uitgeschakeld
of wanneer de laadtoestand van de accu te laag is.
Het laadindicatielampje werkt altijd bij een bestaande USB-verbinding.
e) Signaalgever
De "Gamma Check Pro" beschikt over een akoestische alarmgever: Deze dient om grenswaardeoverschrijdingen,
pulsen (ticks) te signaleren en ter bevestiging bij een druk op de toets en om de start of het einde van een meting te
melden.
De ingebouwde signaalgever kan in het menu "Instellingen" worden in- en uitgeschakeld. Bij levering is de signaal-
gever gedeactiveerd.
Wanneer de signaalgever is uitgeschakeld, worden noch pulse noch een druk op de toets akoestisch
bevestigd. Alarmtonen worden wel altijd omwille van veiligheidsredenen gegeven en kunnen niet worden
uitgeschakeld!
Wanneer de signaalgever werd ingeschakeld, geeft het apparaat bij elke telimpuls een kort "tick"-geluid weer. Hij
annuleert ook elke druk op een toets. Door deze functie te activeren, verhoogt de stroomopname en vermindert de
bedrijfsduur.
Signaaluitgave
Schakel het apparaat in Kort signaal
Apparaat uitschakelen 2x kort signaal
Druk op een toets Kort signaal
Accu zwak Lang signaal, herhalen elke 5 minuten, ook in uitgeschakelde toestand
Meting starten 2x lang signaal
Meting annuleren Signaal gedurende 1 seconde
Meting voltooid Signaal gedurende 1 seconde
Puls herkend Zeer kort "tick"-signaal
Overschrijding van de grens-
waarde
3x kort signaal, wordt 3x herhaald (herhaling elke 15 minuten tot de bevesti-
ging met een willekeurige knop)
96
f) Indicatielampje "SEnSor"
Wanneer er meer dan 400 pulsen per seconden worden gemeten, is de meetwaarde niet meer betrouwbaar. Als
waarschuwing verschijnt een waarschuwingssymbool en verschijnt de melding "SEnSOr".
Om de actuele meetwaarde weer te geven, wordt de tekst "SEnSOr" met de navigatietoetsen (2) weerge-
geven. Het waarschuwingssymbool blijft echter tot aan het einde van alle actieve metingen op het scherm
staan.
!
97
10. INGEBRUIKNAME
Zoals reeds beschreven in hoofdstuk 8, is de accu bij levering in het accuvak geplaatst en met behulp van een
kunststof isoleerstrip tegen voortijdig ontladen beveiligd. Van zodra u de kunststof isoleerstrip verwijdert, schakelt
het apparaat in.
Hierbij wordt het apparaat opnieuw opgestart. Hetzelfde gebeurt wanneer de accu volledig ontladen is en
vervolgens opgeladen of vervangen werd.
Bij een nieuwe start worden alle reeds opgeslagen gegevens gewist, kort alle segmenten en de versie van de
rmwareweergegeven.
Vervolgens vraagt het apparaat u om de datum en tijd opnieuw in te voeren.
U hebt nu bij elke waarde ongeveer 20 sec. de tijd om deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) te wij-
zigen en met de toets "OK" (4) te bevestigen. Als er binnen de 20 seconden geen druk op de toetsen volgt,
wordt de invoer afgebroken en geeft het apparaat de bedrijfsmodus "Auto" weer.
Invoer die niet met de toets "OK" (4) wordt bevestigd, wordt niet toegepast.
Ga als volgt te werk:
• Ophetschermwordtbijdeeersteingebruikname"01.01.15"weergegeven,watstaatvoor1januari2015.Dedag
knippert, wijzig deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Voor een snelle instelling dient u de betreffende
knop langer ingedrukt te houden.
• Alsudeinvoervandedagmetdetoets"OK"(4)bevestigt,knippertdemaand.Steldezemetdenavigatietoetsen
"r" en "s" (2) in.
• Alsudeinvoervandemaandmetdetoets"OK"(4)bevestigt,knipperthetjaar.Steldezemetdenavigatietoetsen
"r" en "s" (2) in (instelbaar tussen 2015 en 2099).
Een verkeerde invoer van de datum wordt automatisch gecorrigeerd. Zo wordt vb. de invoer van 31 februari
automatisch naar 28 of 29 februari gewijzigd.
• Nadeinvoervandedatummoetdetijdin24-uurformaatwordeningevoerd.Deinstellinggebeurt,zoalsbeschre-
ven bij de datum met de navigatietoetsen "r" en "s"(2);bevestigdeinvoertelkensmetdetoets"OK"(4).
• Nadeinstellingvandetijdverschijntdebedrijfsindicatie"Auto".
De instelling van datum en tijd kan op elk moment in het menu worden opgehaald.. Het apparaat schakelt
automatisch tussen zomer- en wintertijd om. Verder zijn de schrikkeljaren tot 2099 voorgeprogrammeerd.
12
98
11. MENU
Als er geen meting plaatsvindt, geeft het apparaat de bedrijfsmodus "Auto" of "On" weer.
In de bedrijfsmodus "Auto" wordt het apparaat na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Als er metingen ge-
beuren, schakelt alleen het scherm zich in de bedrijfsmodus "Auto" uit. Een druk op een willekeurige knop activeert
het scherm opnieuw of schakelt het apparaat in.
In de bedrijfsmodus "On" blijft het apparaat en het scherm tijdens een meting permanent ingeschakeld. Nadat
alle metingen zijn voltooid, gaat het apparaat in de bedrijfsmodus "Auto" en schakelt het zichzelf uit om stroom te
besparen. Alle resultaten van de laatste metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk
moment worden opgevraagd.
Om het menu te activeren, drukt u op de menutoets (3). Vervolgens kunt u met de navigatietoetsen "r" en "s" (2)
de submenu's afzonderlijk oproepen.
Het hoofdmenu is in de volgende submenu's onderverdeeld:
• Dosismeter
• Pulscounter
• Impulsfrequentie
• Meetwaardegeheugen
• Instellingen(datum,tijd,bedrijfsmodus,signaalgever)
• Datalogger(meetwaardegeheugenmetkiesbaaraftastrate)
• Reset(omnaardefabrieksinstellingenterugtezetten)
Wanneer u met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) het gewenste submenu hebt opgeroepen, drukt u ter beves-
tiging op de toets "OK" (4). Een knipperend indicatielampje met de huidige status van de gekozen selectie is het
gevolg.
De overeenkomstig mogelijke instellingen kunnen zoals gewoonlijk met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) worden
ingesteld en worden met de toets "OK" (4) bevestigd.
Om het menu, een submenu of instellingen te verlaten, drukt u (evt. meermaals) op de menu-toets (4). Deze heeft
hier de functie van een niveau/positie terug te keren om evt. correcties uit te voeren.
Alle laatst gekozen parameters worden automatisch in het apparaat opgeslagen. Deze waarden krijgt u als
voorstel bij de volgende start van een meting.
Evenzo worden alle meetwaarden en de datum van de laatst afgesloten dosismeter-, pulsteller- en impuls-
frequentiemetingen automatisch opgeslagen. Het balkendiagram in de onderste rand geeft daarbij altijd de
huidige geheugenbelasting weer.
Alle instellingen en het gehele geheugen kunnen in het menupunt "Reset" (fabrieksinstelling) worden gewist.
99
12. DOSISMETERPROGRAMMA
Het dosismeterprogramma bepaalt de stralingsdosis via een bepaalde instelbare periode. De weergave van de stra-
lingsdosis gebeurt van "00,0001 µSv" over mSv tot maximum "999 999 Sv". Het overschrijden van de maximum-
waarde leidt tot de melding "High". De duur is instelbaar tot maximum 99 dagen, 23 uur en 59 minuten.
Wanneer de dagen, uren en minuten op "00" (nul) worden gezet, is een meting van meer dan 10000 dagen
mogelijk (tot het geheugen vol is).
De omrekening van impulsen per tijd in dosisrate gaat uit van de isotoop cesium 137. Volgens eigen tabellen kun-
nen in de weergavefunctie "Pulscount" of "Impulsfrequentie" de impulsen voor andere isotopen worden omgerekend
of geconverteerd.
De huidig bepaalde pulsen kunnen akoestisch door de tikker worden waargenomen, indien de signaalgever in de
instellingen werd geactiveerd.
Dosismeterinstellingen oproepen
Om het dosismeterprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en
"s" (2) de indicatie " OFF".
Druk nu op de toets "OK" (4) om de dosismeter in te stellen.
Wanneer er 20 seconden geen invoer volgt, wordt de invoer geannuleerd en verschijnt het vorige scherm.
Instelling van de meetduur uitvoeren
Nadat op de "OK"-toets (4) werd gedrukt, begint de dosismeter- en dagweergave te knipperen en verschijnt er een
kloksymbool.
Voer nu de gewenste meetduur in. Daarbij volgt de invoer in dagen, uren en minuten. De maximumwaarde is
"99:23:59" en betekent 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, m.a.w. bijna 100 dagen.
Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen.
Stel de gewenste duur van de dagen met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze met de toets "OK" (4).
Vervolgens knippert de uuraanduiding. Stel de uren met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze met
de toets "OK" (4).
Tot slot knippert de minutenaanduiding. Stel de minuten met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze
met de toets "OK" (4).
Om naar het volgende menupunt te gaan, drukt u opnieuw op de toets "OK" (4).
DOSIMETER
DOSIMETER
100
Grenswaarde voor alarm instellen
Hierkaneengrenswaardevan0,01μSvtot9999,999μSvwordeningesteld.Vanzodradezegrenswaardewordt
bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit.
De grenswaarde wordt van de laagste mogelijke waarde met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) ingesteld en
worden met de toets "OK" (4) bevestigd. Bij elke bevestiging met de toets "OK" (4) knippert een positie naar links
om deze in te voeren. Bij een foutieve invoer is het op elk moment mogelijk om met de menu-toets (3) naar de
vorige positie terug te keren.
Dosismeter starten
Nadat alle zes de plaatsen met de toets "OK" (4) werden bevestigd, kan de dosismeter worden gestart.
Kies daarom met de navigatietoetsen "r" en "s" voor het knipperende "On" in en bevestig met de toets "OK" (4).
Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de dosismeter geactiveerd. De activiteit van de dosismeter
wordt door het symbool " " weergegeven.
Dosismeterscherm
Een wissel van de schermweergave van de gemeten stralingsdosis naar de voorbije meetduur is op elk moment
mogelijk met de navigatietoetsen "r" en "s" (2).
Als er meerdere metingen actief zijn, kunnen alle actuele meetwaarden en de meetduur met de navigatie-
toetsen "r" en "s" (2) worden opgeroepen. Bij de waarden van de afzonderlijke metingen verschijnt het
respectievelijk bijhorende symbool (" " – " " – " ").
Gekozen parameters opvragen
Druk op de menu-toets (3) en kies het dosismeterprogramma met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Druk op
de toets "OK" (4) en het symbool ' " en "On" knippert. Telkens opnieuw op de toets "OK" (4) wordt
gedrukt, verschijnt de gekozen meetduur en de grenswaarde voor het alarm (en telkens bovendien het symbool
" ").
Tot slot drukt u nogmaals op de toets "OK" (4). Het scherm geeft dan de actuele waarde van de actieve meting
weer. Het is ook hier op elk moment mogelijk om, zoals gewoonlijk, met de menu-toets (3) een niveau terug te
keren.
DOSIMETER
MAX
µSv
DOSIMETER
101
Metingen annuleren
GA daarvoor naar het menu tot de indicatie " On" verschijnt en druk op de toets "OK" (4). Het sym-
bool " " en "On" knippert.
Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) kan de meting worden ingeschakeld ("On") en uitgeschakeld ("OFF"). Kies
"OFF" (knippert) en druk dan op de toets "OK" (4) om de meting te annuleren.
Wanneer u nogmaals op de toets "OK" (4) drukt, kunt u vervolgens nieuwe parameters invoeren. Een terugkeer/an-
nulering gebeurt ook hier met de menu-toets (4).
Naaoopvandeingesteldetijdofbijhetannulerenvandemeting,geeftde"GammaCheckPro"gedurendeeen
seconde een signaal weer.
Als tijdens de meting de grenswaarde voor het alarm wordt overschreden, knippert het symbool "MAX" en het
symbool van de meting. De "Gamma Check Pro" geeft een akoestisch waarschuwingssignaal weer. Dit wordt elke
15 minuten herhaald tot de kennisname gebeurt door een druk op een willekeurige knop. De symbolen stoppen met
knipperen.
De weergave van de meetwaarde gebeurt in µSv, mSv of Sv (afhankelijk van de gemeten waarde). Van zodra de
weergave 999999 Sv wordt overschreden, wordt op het scherm "HIGH" weergegeven aangezien de waarde niet
meer kan worden weergegeven.
Een zo hoge meetwaarde is mogelijk aangezien de dosismeter 10000 dagen geactiveerd kan zijn.
102
13. PULSCOUNTER-PROGRAMMA
De Pulscounter bepaalt alle pulsen binnen een instelbare tijd en kan bij het overschrijden van een instelbare grens-
waarde een alarm uitgeven.
Pulscounterinstellingen oproepen
Om het pulscounterprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r"
en "s" (2) de indicatie " OFF".
Druk op de toets "OK" (4) om de pulscounter in te stellen.
Pulscounter tijdsinstelling
Nadat u op de "OK"-toets (4) hebt gedrukt, begint de pulscounterweergave te knipperen en verschijnt er een
kloksymbool. De werkwijze of volgorde van invoer komt overeen met de werkwijze bij het dosismeterpogramma (zie
hoofdstuk 12).
De duur van de meting reikt van minimum een minuut tot 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, i.e. bijna 100 dagen.
Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen.
Na het instellen van de gewenste duur drukt u op de toets "OK" (4) om naar het volgende menupunt te gaan.
Grenswaarde voor alarm instellen
Hier kan de grenswaarde voor het alarm van 1 tot 999999 ticks worden ingesteld. Van zodra deze grenswaarde
wordt bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit.
De grenswaarde wordt (net zoals bij het dosismeterprogramma) van de laagste mogelijke waarde met de navigatie-
toetsen (2) ingesteld en met de toets "OK" (4) bevestigd.
- COUNT
- COUNT
- COUNT
MAX
103
Pulscounter starten
Nadat alle zes de plaatsen met "OK" (4) werden bevestigd, kan de pulscounter worden gestart. Kies daarom met de
navigatietoetsen "r" en "s" voor de instelling "On" in en bevestig met de toets "OK" (4).
Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de pulscounter geactiveerd.
De activiteit van de pulscounter wordt door het symbool " " weergegeven.
- COUNT
104
14. IMPULSFREQUENTIEPROGRAMMA
De impulsfrequentie bepaalt alle pulsen per seconde binnen een instelbare duur en alarmeert bij het overschrijden
van een instelbare grenswaarde.
Impulsfrequentie-instellingen oproepen:
Om het impulsfrequentieprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen
"r" en "s" (2) de indicatie " OFF".
Druk op de toets "OK" (4) om de impulsfrequentie in te stellen.
Tijdsinstelling impulsfrequentie
Nadat u op de toets "OK" (4) hebt gedrukt, begint de impulsfrequentieweergave te knipperen en verschijnt er een
kloksymbool. De werkwijze of volgorde van invoer komt overeen met de werkwijze bij het dosismeterpogramma.
De duur van de meting reikt van minimum een minuut tot 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, i.e. bijna 100 dagen.
Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen.
Na het instellen van de gewenste duur drukt u op de toets "OK" (4) om naar het volgende menupunt te gaan.
Grenswaarde voor alarm instellen
Hier kan de grenswaarde voor het alarm van 0,001 tot 399,999 (i.e. bijna 400) ticks per seconde worden ingesteld.
Van zodra deze grenswaarde wordt bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit.
De grenswaarde wordt (net zoals bij het dosismeterprogramma) van de laagste mogelijke waarde met de navigatie-
toetsen "r" en "s" (2) ingesteld en met de toets "OK" (4) bevestigd.
- RATE
- RATE
- RATE
MAX
1
s
105
Impulsfrequentie starten
Nadat alle zes de plaatsen met "OK" (4) werden bevestigd, kan de impulsfrequentie worden gestart. Kies daarom
met de navigatietoetsen "r" en "s" voor de instelling "On" in en bevestig met de toets "OK" (4).
Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de impulsfrequentie geactiveerd.
De activiteit van de impulsfrequentie wordt door het symbool " " weergegeven.
Let op dat de weergave van de ticks per seconde bij het begin van de meting sterk kan schommelen, aange-
zien elke afzonderlijke tick een grote wijziging bewerkt. Na zekere tijd wordt de weergave stabieler.
- RATE
106
15. MEETWAARDEGEHEUGEN
Alle uitgevoerde metingen worden automatisch opgeslagen. Alle waarden kunnen in dit menu opnieuw worden
uitgelezen en gewist.
Om de opgeslagen waarden op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en
"s" (2) het meetwaardegeheugen (mapsymbool links op het scherm).
Druk nu op de toets "OK" (4) om toegang tot de verschillende opgeslagen waarden te krijgen. Na het drukken op de
toets "OK" (4) begint het mapsymbool te knipperen en met de navigatietoetsen "r" en "s" kunnen verschillende
geheugeninhouden worden weergegeven.
Wanneer er geen opgeslagen gegevens aanwezig zijn, wordt dit door streepjes op het scherm gesignaleerd.
Weergave van de stralingsbelasting per uur
Hier verschijnt nu een waarde wanneer een willekeurige meting minstens een minuut actief was en beëindigd werd.
Dit geldt ook voor het annuleren van de meting.
De "Gamma Check Pro" geeft bij stralingsbelasting per seconde een gecumuleerde waarde van de gemeten
stralingsdosis weer. Daarbij wordt de inkomende straling over een periode van minstens 60 seconden
gemeten en op de waarde per uur berekend.
U krijgt hier een waarde van zodra de meting minstens een uur duurt. Bij een meting over meerdere uren
wordt een eventueel gestegen stralingsdosis automatisch geactualiseerd.
Dagdosiswaarde
Hier wordt de gemiddelde waarde van de laatste 24 uur weergegeven en komt zo met een "Dagdosiswaarde"
overeen, i.e. de totale straling waaraan men de laatste 24 uur blootgesteld was.
Hier verschijnt nu een waarde wanneer ergens een meting over minstens 24 uur actief was. Zelfs wanneer een
meting over verschillende dagen werd uitgevoerd, wordt hier alleen het gemiddelde van de laatste 24 uur weergege-
ven.
MAX
µSv
h
24h
µSv
h
107
Andere geheugeninhouden
Elke laatste meting van dosismeter, pulsteller of impulsfrequentie leidt tot het automatisch opslaan van startdatum
en meetwaarde. De waarden van de voorgaande metingen worden hierbij overschreven.
De weergave wisselt automatisch tussen de meetwaarde en de startdatum van de meting.
Alle opgeslagen waarden en de bijhorende datum kunnen ook afzonderlijk worden gewist. Hiervoor kiest u met
de navigatietoetsen "r" en "s"(2)deovereenkomstigeweergave;bevestigdanmetdetoets"OK"(4)."CLR"
verschijnt en de weergave knippert.
Het wissen wordt uitgevoerd van zodra u deze nogmaals met de toets "OK" (4) bevestigt. Met de menu-toets (3) kan
op elk moment een stap worden teruggekeerd of het wissen geannuleerd.
DOSIMETER
µSv
- COUNT
- RATE
1
s
CLR
MAX
µSv
h
108
16. INSTELLINGEN
Hier kunt u de tijd, datum, bedrijfsmodus ("On" of "Auto") en signaalgever ("On" of "Off") instellen.
Om deze instellingen uit te voeren, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" het
symbool voor de instellingen (schroefsleutel-/kloksymbool en de tijd verschijnt op het scherm).
Druk op de toets "OK" (4) om de verschillende instelmogelijkheden te kunnen selecteren. Nadat u op de toets "OK"
(4) hebt gedrukt, begint de schroefsleutel te knipperen. Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) kunnen de verschil-
lende submenu's worden opgeroepen.
a) Instellen van datum en tijd
Let op dat tijdens een lopende meting de tijd en datum niet kunnen worden ingesteld aangezien bij elke
meting de tijdstempel mee wordt opgeslagen.
Als u bij de eerste ingebruikname de datum en tijd niet hebt ingevoerd, kunt u het hier op elk moment uitvoeren.
De weergave van de uren gebeurt in het 24-uurformaat. Druk nogmaals op de toets "OK" (4). Daarop knippert de
uuraanduiding en kan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) worden ingesteld (voor snelle instelling overeenkom-
stige toets langer ingedrukt houden) en de toets "OK" (4) indrukken.
Daarop knippert de minutenaanduiding. De minuten en vervolgens de seconden worden analoog met de navigatie-
toetsen "r" en "s" (2) ingesteld en worden met de toets "OK" (4) bevestigd.
Na het bevestigen van de seconden knippert alleen nog het schroefsleutelsymbool op het scherm. Met de navigatie-
toets "r" wordt op de plaats van het kloksymbool het datumsymbool weergegeven.
Nu kan de datum worden ingesteld (in een periode van 1 januari 2015 tot 31/12/2099).
Druk op "OK" (4). Nu begint de aanduiding voor de dag te knipperen. Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2)
kunnen de waarden worden ingesteld en met de toets "OK" (4) worden bevestigd. Voor snelverstellen houdt u de
overeenkomstige navigatietoets langer ingedrukt.
Een verkeerde invoer van de datum wordt automatisch gecorrigeerd. Zo wordt vb. de invoer van 31 februari
automatisch naar 28 of 29 februari gewijzigd.
12
109
b) Bedrijfsmodus instellen
Hier kan de bedrijfsmodus "Auto" of "On" worden geselecteerd.
In de bedrijfsmodus "Auto" wordt het apparaat na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Als er metingen ge-
beuren, schakelt alleen het scherm zich in de bedrijfsmodus "Auto" uit. Een druk op een willekeurige knop activeert
het scherm opnieuw of schakelt het apparaat in.
In de bedrijfsmodus "On" blijft het apparaat en het scherm tijdens een meting permanent ingeschakeld. Nadat
alle metingen zijn voltooid, gaat het apparaat in de bedrijfsmodus "Auto" en schakelt het zichzelf uit om stroom te
besparen. Alle resultaten van de laatste metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk
moment worden opgevraagd.
c) Signaalgever instellen
De akoestische alarmgever dient om grenswaardeoverschrijdingen en pulsen (ticks) te signaleren, ter bevestiging
van een druk op een toets en voor de melding als de metingen zijn afgesloten.
Hier kan de ingebouwde signaalgever worden in- of uitgeschakeld, alarmtonen worden omwille van veiligheidsrede-
nen altijd uitgegeven. Bij levering is de signaalgever gedeactiveerd.
Om de signaalgever te activeren drukt u op de toets "OK" (4). Op het scherm verschijnt het schroefsleutelsymbool
en de weergave "OFF". Druk op een van de navigatietoetsen "r" en "s" (2) zodat "On" op het scherm verschijnt.
Druk ter bevestiging op de toets "OK" (4).
Welke geluidssignalen de "Gamma Check Pro" uitgeeft, vindt u in de tabel in hoofdstuk 9. e).
d) Datalogger
Hier wordt het aftoetsrate voor het opslaan van de gegevens ingesteld en dit in het formaat HH:MM:SS (HH = uur,
MM = minuten, SS = seconden).
Voorbeeld: Wanneer u "00:10:00" instelt, wordt elke 10 minuten een meetwaarde opgeslagen. Het kortste/snelste
aftoetsrate bedraagt een seconde en het langzaamste 99 uur, 59 minuten en 59 seconden.
PWR
110
e) Datalogger "FILLUP"/"ENDLESS"
Hier wordt ingesteld hoe het geheugen van de "Gamma Check Pro" moet worden gebruikt.
• Bij"Vullen"("FILLuP")wordengegevensopgeslagentothetgehelegeheugenisopgebruikt.Wannerhetgeheu-
gen vol is, kunnen geen bijkomende gegevens worden opgeslagen.
• Bij"Eindeloos"("EndLES")loopthetopslaanineeneindelozelus.Wannerhetgeheugenvolis,wordentelkensde
oudste gegevens overschreven (ringgeheugen).
• Bij"Uit"("OFF")wordenergeengegevensopgeslagen.
f) Datalogger "DATA"
Hier kunnen de gegevens worden gewist ("CLR dATA"). De gehele inhoud van het geheugen wordt gewist.
Het balkendiagram aan de onderste rand van het scherm geeft de belasting van het geheugen weer.
g) Reset
Bij dit menupunt worden alle meetwaarden gewist en het apparaat in de leveringstoestand teruggezet. Dit kan
bijvoorbeeld worden gebruikt wanneer het apparaat aan iemand anders moet worden doorgegeven.
Bevestig het resetten met de toets "OK" (4) en de reset gebeurt zonder nieuwe vraag.
CLR
CLR
111
17. PC-SOFTWARE
De geigerteller "Gamma Check Pro" kan op elk moment via de mini-USB-aansluiting met een pc worden verbonden.
Hier krijgt u de mogelijkheid om het apparaat te besturen, de opgeslagen gegevens te lezen of een live-opslag/-
weergave te ontvangen. De gebruiksaanwijzing krijgt u samen met het downloaden van de gratis pc-software.
De pc-software vindt u op www.conrad.com op de website van het product.
Als er een USB-verbinding aanwezig is, wordt het USB-symbool op het scherm weergegeven. Het opladen van de
accu gebeurt hierbij automatisch.
18. VERHELPEN VAN STORINGEN
Geen werking of geen schermweergave
• Isdeaccucorrectgeïnstalleerd?Letopdecorrectepolariteit(plus/+enmin/-).
• Hebtubijdeeersteingebruiknamedekunststofisoleerstriptussenaccuenaccuvakverwijderd?Dekunststof
isoleerstrip dient om een voortijdig ontladen te voorkomen.
• Isdeacculeeg?Laaddeaccuopnieuwop.
Het apparaat reageert niet op het indrukken van toetsen
• Openhetaccuvakenverwijderdeaccu.Wachteenminuutenplaatsdeaccuterugmetdepolenindejuiste
richting.
19. ONDERHOUD EN REINIGING
Ditproductisonderhoudsvrij;demonteerhetdaaromnooit(behalvehetplaatsenofvervangenvandeaccu).
Laathetapparaatuitsluitenddooreendeskundigeofelektrotechnischbedrijfrepareren;andersbestaathetgevaar
dat het product defect raakt en bovendien vervalt hierdoor de goedkeuring (CE) en de garantie.
U mag het product alleen met een schone, zachte, droge en pluisvrije doek schoonmaken. U mag geen reinigings-
middelen gebruiken die oplosmiddelen bevatten. Hierdoor kunnen de behuizingen en de opschriften aangetast
worden. Druk daarbij niet te hard op het scherm, daardoor kan het beschadigd raken.
Stof kan eenvoudig worden verwijderd met een stofzuiger of schone, zachte borstel.
112
20. AFVOER
a) Algemeen
Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval.
Verwijder het onbruikbaar geworden product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende
wettelijke voorschriften.
Verwijder een evt. geïnstalleerde accu afzonderlijk van het product.
b) Batterijen en accu´s
UbentalseindverbruikervolgensdeKCA-voorschriftenwettelijkverplichtallelegebatterijenenaccu’sinteleveren;
verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Op batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, vindt u de hiernaast vermelde symbolen. Deze
geven aan dat ze niet via het huisvuil mogen worden verwijderd. De aanduidingen voor zware metalen
zijn: Cd=Cadmium, Hg=kwikzilver, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder de links
afgebeelde afvalton-symbolen).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente,
onzelialenofandereverkooppuntenvanbatterijenenaccu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
113
21. TECHNISCHE GEGEVENS
Spanningsverzorging ............................... 1x lithium-ionaccu (type 18500), nominale spanning 3,6 V,
capaciteit 2000 mAh
Meetbereiken ........................................... Stralingsdosis: 0,0001 – 999,999 µSv/h
Dosismeter: 0,0001 µS – 999999 Sv
Pulsteller: 0 – 999999
Impulsfrequentie 0,001 – 399,999 1/s
Stroomopname bij nominale spanning ....Power-off-modus:Type25,5μA
Power-on-modus: Type 28 µA, max. 1,1 mA
Meting actief (natuurlijke straling): Type 33,1 µA
Low-Power-modus: <= 1,5 µA
Laadstroom via USB ................................max. 490 mA
Omgevingsvoorwaarden ..........................Temperatuur:-10°Ctot+40°C,Luchtvochtigheid:0%tot85%relatieve
luchtvochtigheid, niet condenserend
Afmetingen ..............................................180 x 86 x 45 mm (L x B x H)
Gewicht ....................................................ca. 175 g
Meer voorschriften inzake de correcte omgang met stralingsmeetapparaten en vergelijkende tabellen met
gemeten waarden vindt u bij de bevoegde overheden en op het internet.
Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
AlleRechteeinschließlichÜbersetzungvorbehalten.ReproduktionenjederArt,z.B.Fotokopie,Mikroverlmung,oderdie
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nach-
druck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Allrightsincludingtranslationreserved.Reproductionbyanymethod,e.g.photocopy,microlming,orthecaptureinelectronic
data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication
represent the technical status at the time of printing.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tousdroitsréservés,ycomprisdetraduction.Toutereproduction,quellequ‘ellesoit(p.ex.photocopie,microlm,saisiedans
des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même
par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2015 par Conrad Electronic SE.
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verlmingofderegistratieinelektronischegegevensverwerkingsapparatuur,vereisendeschriftelijketoestemmingvande
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V1_1015_01_DT

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Inleiding..............................................................................................................................................................87 2. Verklaring van symbolen.....................................................................................................................................88 3. Voorgeschreven gebruik.....................................................................................................................................88 4. Leveringsomvang...............................................................................................................................................88 5. Veiligheidsvoorschriften......................................................................................................................................89 a) Algemeen.....................................................................................................................................................89 b) Bedrijf...........................................................................................................................................................90 6. Accuvoorschriften...............................................................................................................................................91 7. Bedieningselementen.........................................................................................................................................92 8. Accu installeren/laden.........................................................................................................................................93 9. Basisfuncties.......................................................................................................................................................94 a) Apparaat in- en uitschakelen........................................................................................................................94 b) Automatische uitschakelfunctie....................................................................................................................94 c) Programma's................................................................................................................................................94 d) Bedrijfsmodi..................................................................................................................................................94 e) Signaalgever.................................................................................................................................................95 f) Indicatielampje "SENSOR"...........................................................................................................................96 10. Ingebruikname....................................................................................................................................................97 11. Menu...................................................................................................................................................................98 12. Dosismeterprogramma.......................................................................................................................................99 13. Pulscounterprogramma....................................................................................................................................102 14. Impulsfrequentieprogramma.............................................................................................................................104 15. Meetwaardegeheugen......................................................................................................................................106 16. Instellingen........................................................................................................................................................108 a) Instellen van datum en tijd..........................................................................................................................108 b) Bedrijfsmodus instellen...............................................................................................................................109 c) Signaalgever instellen................................................................................................................................109 d) Datalogger..................................................................................................................................................109 e) Datalogger "FILLUP"/"ENDLESS"..............................................................................................................110 f) Datalogger "DATA".....................................................................................................................................110 g) Reset..........................................................................................................................................................110 17. Pc-software....................................................................................................................................................... 111 18. Verhelpen van storingen................................................................................................................................... 111 19. Onderhoud en reiniging.................................................................................................................................... 111 20. Afvoer...............................................................................................................................................................112 a) Algemeen...................................................................................................................................................112 b) Batterijen en accu's....................................................................................................................................112 21. Technische gegevens.......................................................................................................................................113 86 1. INLEIDING Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. Voltcraft® - Deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning voor onovertroffen kwaliteitsproducten die worden gekenmerkt door gespecialiseerde vakkundigheid, buitengewone prestaties en permanente innovaties. Voor ambitieuze elektronica-hobbyisten tot en met professionele gebruikers ligt voor de meest ingewikkelde taken met een product uit het Voltcraft®-assortiment altijd de perfecte oplossing binnen handbereik. Bovendien: bieden wij u de geavanceerde techniek en betrouwbare kwaliteit van onze Voltcraft®-producten tegen een nagenoeg niet te evenaren verhouding van prijs en prestaties. Daarom scheppen wij de basis voor een duurzame, goede en tevens succesvolle samenwerking. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Voltcraft ®-product! Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 87 2. VERKLARING VAN SYMBOLEN Dit symbool wordt gebruikt wanneer er gevaar bestaat voor uw gezondheid, bijv. door een elektrische schok. Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd. Het "pijl"-symbool wijst op speciale tips en aanwijzingen voor de bediening van het product. 3. VOORGESCHREVEN GEBRUIK De geigerteller "Gamma Check Pro" dient voor een snelle indicatie van radioactieve belasting. Het apparaat detecteert de stralingsdosis om een inschatting te kunnen maken inzake een mogelijke radioactieve contaminatie van levensmiddelen, apparaten en werkstoffen in vergelijking met de natuurlijke omgevingsstraling. Over het algemeen moet worden opgelet dat het apparaat correct op de te meten sonde wordt gericht zonder deze aan te raken. Om partikelcontaminatie van het apparaat zelf te voorkomen, moet evt. een beschermhuls (kunststof tasje) worden gebruikt. De spanningsverzorging van het apparaat gebeurt via een vervangbare, heroplaadbare lithiumaccu. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden door. De veiligheidsinstructies en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing dienen absoluut in acht te worden genomen! Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. 4. LEVERINGSOMVANG • Geigerteller "Gamma Check Pro" • Lithiumaccu • USB-kabel • Gebruiksaanwijzing 88 5. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie. Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In zulke gevallen vervalt de garantie. Bij de omgang met radioactiviteit moet de nodige voorzichtigheid aan de dag worden gelegd en de verordening inzake de bescherming tegen bestraling worden nageleefd. Andere voorschriften in verband met dit thema vindt u vb. op http://www.bmu.de/strahlenschutz of op vergelijkbare websites van de autoriteiten van uw land. De telbuis die zich in het apparaat bevindt, werkt met hoogspanning. Bij foutief gebruik van het apparaat of bij het openen van de behuizing bestaat er levensgevaar door elektrische slag! Het apparaat mag niet als volwaardige personendosismeter worden gebruikt. Het sommeert in de dosismetermodus alleen het actuele dosistempo per tijd t.o.v. een gehele dosis die niet met de berekening HP (0,07) of HP (10) overeenstemt. Het apparaat is niet geschikt voor dosistempometingen aan weefsels, mensen of dieren! a) Algemeen • Om veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product niet toegestaan. • Dit product is geen speelgoed: houd het daarom buiten bereik van kinderen! • Onderhouds-, instellings- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een erkend technicus/ elektrotechnisch bedrijf worden uitgevoerd. Binnenin het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden ingesteld of onderhouden. Bovendien bestaat door de met hoogspanning werkende telbuis levensgevaar door een elektrische slag! • In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van het product. • In bedrijven moet rekening gehouden worden met de voorschriften ter voorkoming van ongevallen opgesteld door de nationale bonden van de ongevallenverzekering voor elektrische installaties en productiemiddelen. • Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn! • Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het beschadigd raken. • Bij vragen met betrekking tot het correcte gebruik of met betrekking tot problemen waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, contact opnemen met ons of met een andere vakman. 89 b) Gebruik • Het product mag niet vochtig of nat worden. Vermijd direct zonlicht, sterke hitte en koude. Houd het apparaat uit de buurt van stof en vuil. Stal het product niet aan mechanische belasting bloot. • Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed worden. • Voor de spannings-/stroomverzorging mag het apparaat uitsluitend via de meegeleverde lithiumaccu worden gebruikt. • Gebruik het apparaat uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat. Neem hierbij ook de omgevingsvoorwaarden van het hoofdstuk "Technische gegevens" in acht. • Gebruik het product nooit direct wanneer het van een koude ruimte in een warme ruimte is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen of storingen veroorzaken! Verbind het product niet onmiddellijk met een contactdoos, maar laat het eerst op kamertemperatuur komen voor u het in bedrijf neemt. Dit kan een paar uur duren! • Gebruik het product niet in ruimten of onder ongunstige omstandigheden waarbij brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of aanwezig kunnen zijn! Er bestaat explosiegevaar! • Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk is, dan moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik. U mag het product daarna niet meer gebruiken. Breng hem naar een reparatiedienst of verwijder hem op milieuvriendelijke wijze. • Men mag aannemen dat een gevaarloze werking niet meer mogelijk is wanneer het product zichtbaar is beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of tijdens transport te zwaar is belast. • Bewaar het gehele product op een droge, schone plaats, niet toegankelijk voor kinderen. 90 6. ACCUVOORSCHRIFTEN Het product wordt met behulp van een lithiumaccu (type zie hoofdstuk "Technische gegevens") aangedreven. Houd rekening met de volgende informatie en voorschriften: • De accu is geen speelgoed en moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden. U moet de accu ook buiten het bereik van kinderen opbergen. • U mag de accu niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren hem inslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. • De accu mag niet vochtig of nat worden. • Beschadig nooit de buitenkant van de accu. Er bestaat brand- en explosiegevaar! • De accu mag niet worden kortgesloten of in het vuur worden gegooid. Er bestaat explosiegevaar! • In het product mag uitsluitend de meegeleverde accu (of een identieke accu) worden opgeladen. Bij het opladen van een andere accu bestaat brand- en explosiegevaar! • Laad een lege accu zo snel mogelijk opnieuw op aangezien een lege accu diepontladen kan raken en daardoor onbruikbaar wordt. Bovendien kan een diepontladen accu uitlopen. • Laat de accu nooit onbewaakt tijdens het opladen. • De accu heeft een beperkte levensduur. Wanneer u vaststelt dat de bedrijfsduur met een volledig opgeladen accu nog slechts heel kort is, vervangt u de verbruikte accu door een nieuwe, identieke. Verwijder de oude accu op milieuvriendelijke wijze, zie het hoofdstuk "Afvoer". • Een lekkende of beschadigde accu kan bij huidcontact door een bijtende werking letsel veroorzaken; draag derhalve in dit geval beschermende handschoenen. • Uit accu's lopende vloeistoffen zijn chemisch zeer agressief. Voorwerpen of oppervlaktes die daarmee in aanraken komen, kunnen deels ernstig beschadigd raken. Bewaar de accu daarom op een geschikte en voor kinderen/huisdieren niet toegankelijke plaats. • Let bij het plaatsen van de accu op de juiste polariteit (houd rekening met plus/+ en min/-). 91 7. BEDIENINGSELEMENTEN 1 Scherm 2 Navigatietoetsen 3 Menutoets 4 Aan-/uit-/OK-toets, bevestigingstoets 92 8. ACCU INSTALLEREN/LADEN Om de "Gamma Check Pro" te gebruiken werd een lithiumaccu (type 18500) meegeleverd. Deze wordt automatisch bij een bestaande USB-verbinding via de mini-USB-kabel opgeladen. De laadtoestand van de accu wordt rechtsonder op het scherm in de vorm van een accusymbool weergegeven. Bij het opladen van de accu vullen zich de afzonderlijke segmenten in de accusymbolen van onderaf om het oplaadproces of de actuele toestand weer te geven. Accu gebruiken/vervangen: Bij levering bevindt de accu zich omwille van transportredenen reeds in het accuvak van de "Gamma Check Pro". Hij is met behulp van een kleine kunststof isoleerstrip tegen voortijdig ontladen of als bescherming tegen diepontlading beveiligd. Om de werking te starten, opent u het accuvak en trekt u de kunststof isoleerstrip uit. Sluit het accuvak weer. Wanneer de accu bij gebruik te zwak wordt (of het apparaat meer dan 600 pulsen per seconde bepaalt), leidt dit tot het automatisch afbreken van alle metingen en verschijnt de melding "Error" op het scherm. In dit geval moet de accu worden opgeladen. De melding "Error" kan door elke druk op een willekeurige knop worden verwijderd/teruggezet. Accu opladen: Verbind het apparaat via een USB-kabel met een USB-stekkernetdeel.. U kunt ook de USB-poort van een computer of een USB-hub met eigen voedingseenheid. Het is daarbij belangrijk dat de USB poort een stroom van min. 500 mA moet kunnen leveren. Wanneer de USB-kabel werd aangesloten om op te laden en de accu zeer sterk is ontladen, kan het zijn dat de "Gamma Check Pro" niet kan worden ingeschakeld. In dit geval knippert alleen het kader van het accusymbool op het scherm. Geef het apparaat in dit geval voldoende tijd om de accu op te laden. Van zodra de balk in het accusymbool begint te knipperen, is het apparaat opnieuw helemaal normaal te bedienen. 93 9. BASISFUNCTIES a) Apparaat in-/uitschakelen Om het apparaat in te schakelen drukt u op een willekeurige knop. Het scherm geeft het startscherm weer. Bij de eerste ingebruikname (en als de accu niet ontladen is), moet u datum en tijd invoeren. Om het apparaat uit te schakelen, houdt u de toets "OK" (4) ca. 2 seconden ingedrukt zodat het scherm uitdooft. De interne klok loopt verder in de achtergrond en ook de datum blijft actueel. b) Automatische uitschakelfunctie Als alle metingen afgesloten zijn, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Deze functie spaart de accu en verlengt de gebruiksduur. Om het apparaat na een automatische uitschakeling terug in te schakelen drukt u kort op een willekeurige toets. Alle bepaalde waarden van de voorafgaande metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk moment worden opgevraagd. c) Programma's De "Gamma Check Pro" beschikt over drie verschillende programma's: • Dosismeter: Bepaling van de stralingsdosis over een instelbare periode (in "Sv"). • Pulscounter: Bepaling van alle pulsen binnen een instelbare tijd • Impulsfrequentie: Weergave door gemiddelde pulsen per seconde Bij elk programma moet de meetduur worden ingevoerd.. Hetzelfde geldt voor de grenswaarde die een alarm activeert. Deze drie programma's kunnen ook tegelijk aflopen, telkens met een verschillende meetduur en met verschillende grenswaarde. Als alle programma's beëindigd zijn, schakelt het apparaat zich automatisch uit, ongeacht van welke bedrijfsmodus ("Auto" of "On", zie volgend hoofdstuk) werd gekozen. d) Bedrijfsmodi Het apparaat kan in de bedrijfsmodi "Auto" en "On" werken. In de leveringstoestand en nadat het apparaat werd teruggezet, is altijd de bedrijfsmodus "Auto" actief. • Bedrijfsmodus "Auto": In deze bedrijfsmodus wordt het scherm na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Het apparaat werkt in de achtergrond echter verder, i.e. alle gestarte metingen worden verder gezet. Om de schermweergave opnieuw te activeren, volstaat een korte druk op een willekeurige knop. • Bedrijfsmodus "On" Hier is het scherm altijd geactiveerd; het schakelt zichzelf niet uit. 94 Wanneer de USB-kabel aangesloten is en er kunnen gegevens worden uitgewisseld, verschijnt het USBsymbool op het scherm. Als er geen meting actief is, geeft het scherm "IDLE" weer. Dit komt overeen met de bedrijfsmodus "On". De keuze van de bedrijfsmodus "Auto" of "On" is hier mogelijk; deze is echter pas actief nadat de USB-verbinding ongedaan werd gemaakt. Het USB-symbool verschijnt ondanks een bestaande verbinding niet wanneer het apparaat is uitgeschakeld of wanneer de laadtoestand van de accu te laag is. Het laadindicatielampje werkt altijd bij een bestaande USB-verbinding. e) Signaalgever De "Gamma Check Pro" beschikt over een akoestische alarmgever: Deze dient om grenswaardeoverschrijdingen, pulsen (ticks) te signaleren en ter bevestiging bij een druk op de toets en om de start of het einde van een meting te melden. De ingebouwde signaalgever kan in het menu "Instellingen" worden in- en uitgeschakeld. Bij levering is de signaalgever gedeactiveerd. Wanneer de signaalgever is uitgeschakeld, worden noch pulse noch een druk op de toets akoestisch bevestigd. Alarmtonen worden wel altijd omwille van veiligheidsredenen gegeven en kunnen niet worden uitgeschakeld! Wanneer de signaalgever werd ingeschakeld, geeft het apparaat bij elke telimpuls een kort "tick"-geluid weer. Hij annuleert ook elke druk op een toets. Door deze functie te activeren, verhoogt de stroomopname en vermindert de bedrijfsduur. Signaaluitgave Schakel het apparaat in Kort signaal Apparaat uitschakelen 2x kort signaal Druk op een toets Kort signaal Accu zwak Lang signaal, herhalen elke 5 minuten, ook in uitgeschakelde toestand Meting starten 2x lang signaal Meting annuleren Signaal gedurende 1 seconde Meting voltooid Signaal gedurende 1 seconde Puls herkend Zeer kort "tick"-signaal Overschrijding van de grenswaarde 3x kort signaal, wordt 3x herhaald (herhaling elke 15 minuten tot de bevestiging met een willekeurige knop) 95 f) Indicatielampje "SEnSor" Wanneer er meer dan 400 pulsen per seconden worden gemeten, is de meetwaarde niet meer betrouwbaar. Als waarschuwing verschijnt een waarschuwingssymbool en verschijnt de melding "SEnSOr". ! Om de actuele meetwaarde weer te geven, wordt de tekst "SEnSOr" met de navigatietoetsen (2) weergegeven. Het waarschuwingssymbool blijft echter tot aan het einde van alle actieve metingen op het scherm staan. 96 10. INGEBRUIKNAME Zoals reeds beschreven in hoofdstuk 8, is de accu bij levering in het accuvak geplaatst en met behulp van een kunststof isoleerstrip tegen voortijdig ontladen beveiligd. Van zodra u de kunststof isoleerstrip verwijdert, schakelt het apparaat in. Hierbij wordt het apparaat opnieuw opgestart. Hetzelfde gebeurt wanneer de accu volledig ontladen is en vervolgens opgeladen of vervangen werd. Bij een nieuwe start worden alle reeds opgeslagen gegevens gewist, kort alle segmenten en de versie van de firmware weergegeven. Vervolgens vraagt het apparaat u om de datum en tijd opnieuw in te voeren. 12 U hebt nu bij elke waarde ongeveer 20 sec. de tijd om deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) te wijzigen en met de toets "OK" (4) te bevestigen. Als er binnen de 20 seconden geen druk op de toetsen volgt, wordt de invoer afgebroken en geeft het apparaat de bedrijfsmodus "Auto" weer. Invoer die niet met de toets "OK" (4) wordt bevestigd, wordt niet toegepast. Ga als volgt te werk: • Op het scherm wordt bij de eerste ingebruikname "01.01.15" weergegeven, wat staat voor 1 januari 2015. De dag knippert, wijzig deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden. • Als u de invoer van de dag met de toets "OK" (4) bevestigt, knippert de maand. Stel deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) in. • Als u de invoer van de maand met de toets "OK" (4) bevestigt, knippert het jaar. Stel deze met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) in (instelbaar tussen 2015 en 2099). Een verkeerde invoer van de datum wordt automatisch gecorrigeerd. Zo wordt vb. de invoer van 31 februari automatisch naar 28 of 29 februari gewijzigd. • Na de invoer van de datum moet de tijd in 24-uur formaat worden ingevoerd. De instelling gebeurt, zoals beschreven bij de datum met de navigatietoetsen "r" en "s" (2); bevestig de invoer telkens met de toets "OK" (4). • Na de instelling van de tijd verschijnt de bedrijfsindicatie "Auto". De instelling van datum en tijd kan op elk moment in het menu worden opgehaald.. Het apparaat schakelt automatisch tussen zomer- en wintertijd om. Verder zijn de schrikkeljaren tot 2099 voorgeprogrammeerd. 97 11. MENU Als er geen meting plaatsvindt, geeft het apparaat de bedrijfsmodus "Auto" of "On" weer. In de bedrijfsmodus "Auto" wordt het apparaat na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Als er metingen gebeuren, schakelt alleen het scherm zich in de bedrijfsmodus "Auto" uit. Een druk op een willekeurige knop activeert het scherm opnieuw of schakelt het apparaat in. In de bedrijfsmodus "On" blijft het apparaat en het scherm tijdens een meting permanent ingeschakeld. Nadat alle metingen zijn voltooid, gaat het apparaat in de bedrijfsmodus "Auto" en schakelt het zichzelf uit om stroom te besparen. Alle resultaten van de laatste metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk moment worden opgevraagd. Om het menu te activeren, drukt u op de menutoets (3). Vervolgens kunt u met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) de submenu's afzonderlijk oproepen. Het hoofdmenu is in de volgende submenu's onderverdeeld: • Dosismeter • Pulscounter • Impulsfrequentie • Meetwaardegeheugen • Instellingen (datum, tijd, bedrijfsmodus, signaalgever) • Datalogger (meetwaardegeheugen met kiesbaar aftastrate) • Reset (om naar de fabrieksinstellingen terug te zetten) Wanneer u met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) het gewenste submenu hebt opgeroepen, drukt u ter bevestiging op de toets "OK" (4). Een knipperend indicatielampje met de huidige status van de gekozen selectie is het gevolg. De overeenkomstig mogelijke instellingen kunnen zoals gewoonlijk met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) worden ingesteld en worden met de toets "OK" (4) bevestigd. Om het menu, een submenu of instellingen te verlaten, drukt u (evt. meermaals) op de menu-toets (4). Deze heeft hier de functie van een niveau/positie terug te keren om evt. correcties uit te voeren. Alle laatst gekozen parameters worden automatisch in het apparaat opgeslagen. Deze waarden krijgt u als voorstel bij de volgende start van een meting. Evenzo worden alle meetwaarden en de datum van de laatst afgesloten dosismeter-, pulsteller- en impulsfrequentiemetingen automatisch opgeslagen. Het balkendiagram in de onderste rand geeft daarbij altijd de huidige geheugenbelasting weer. Alle instellingen en het gehele geheugen kunnen in het menupunt "Reset" (fabrieksinstelling) worden gewist. 98 12. DOSISMETERPROGRAMMA Het dosismeterprogramma bepaalt de stralingsdosis via een bepaalde instelbare periode. De weergave van de stralingsdosis gebeurt van "00,0001 µSv" over mSv tot maximum "999 999 Sv". Het overschrijden van de maximumwaarde leidt tot de melding "High". De duur is instelbaar tot maximum 99 dagen, 23 uur en 59 minuten. Wanneer de dagen, uren en minuten op "00" (nul) worden gezet, is een meting van meer dan 10000 dagen mogelijk (tot het geheugen vol is). De omrekening van impulsen per tijd in dosisrate gaat uit van de isotoop cesium 137. Volgens eigen tabellen kunnen in de weergavefunctie "Pulscount" of "Impulsfrequentie" de impulsen voor andere isotopen worden omgerekend of geconverteerd. De huidig bepaalde pulsen kunnen akoestisch door de tikker worden waargenomen, indien de signaalgever in de instellingen werd geactiveerd. Dosismeterinstellingen oproepen Om het dosismeterprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) de indicatie " OFF". DOSIMETER Druk nu op de toets "OK" (4) om de dosismeter in te stellen. Wanneer er 20 seconden geen invoer volgt, wordt de invoer geannuleerd en verschijnt het vorige scherm. Instelling van de meetduur uitvoeren Nadat op de "OK"-toets (4) werd gedrukt, begint de dosismeter- en dagweergave te knipperen en verschijnt er een kloksymbool. Voer nu de gewenste meetduur in. Daarbij volgt de invoer in dagen, uren en minuten. De maximumwaarde is "99:23:59" en betekent 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, m.a.w. bijna 100 dagen. Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen. Stel de gewenste duur van de dagen met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze met de toets "OK" (4). DOSIMETER Vervolgens knippert de uuraanduiding. Stel de uren met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze met de toets "OK" (4). Tot slot knippert de minutenaanduiding. Stel de minuten met de navigatietoetsen "r" en "s" in en bevestig deze met de toets "OK" (4). Om naar het volgende menupunt te gaan, drukt u opnieuw op de toets "OK" (4). 99 Grenswaarde voor alarm instellen Hier kan een grenswaarde van 0,01 μSv tot 9999,999 μSv worden ingesteld. Van zodra deze grenswaarde wordt bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit. DOSIMETER µSv MAX De grenswaarde wordt van de laagste mogelijke waarde met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) ingesteld en worden met de toets "OK" (4) bevestigd. Bij elke bevestiging met de toets "OK" (4) knippert een positie naar links om deze in te voeren. Bij een foutieve invoer is het op elk moment mogelijk om met de menu-toets (3) naar de vorige positie terug te keren. Dosismeter starten Nadat alle zes de plaatsen met de toets "OK" (4) werden bevestigd, kan de dosismeter worden gestart. Kies daarom met de navigatietoetsen "r" en "s" voor het knipperende "On" in en bevestig met de toets "OK" (4). DOSIMETER Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de dosismeter geactiveerd. De activiteit van de dosismeter wordt door het symbool " " weergegeven. Dosismeterscherm Een wissel van de schermweergave van de gemeten stralingsdosis naar de voorbije meetduur is op elk moment mogelijk met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Als er meerdere metingen actief zijn, kunnen alle actuele meetwaarden en de meetduur met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) worden opgeroepen. Bij de waarden van de afzonderlijke metingen verschijnt het respectievelijk bijhorende symbool (" "–" "–" "). Gekozen parameters opvragen Druk op de menu-toets (3) en kies het dosismeterprogramma met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Druk op de toets "OK" (4) en het symbool ' " en "On" knippert. Telkens opnieuw op de toets "OK" (4) wordt gedrukt, verschijnt de gekozen meetduur en de grenswaarde voor het alarm (en telkens bovendien het symbool " "). Tot slot drukt u nogmaals op de toets "OK" (4). Het scherm geeft dan de actuele waarde van de actieve meting weer. Het is ook hier op elk moment mogelijk om, zoals gewoonlijk, met de menu-toets (3) een niveau terug te keren. 100 Metingen annuleren GA daarvoor naar het menu tot de indicatie " bool " " en "On" knippert. On" verschijnt en druk op de toets "OK" (4). Het sym- Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) kan de meting worden ingeschakeld ("On") en uitgeschakeld ("OFF"). Kies "OFF" (knippert) en druk dan op de toets "OK" (4) om de meting te annuleren. Wanneer u nogmaals op de toets "OK" (4) drukt, kunt u vervolgens nieuwe parameters invoeren. Een terugkeer/annulering gebeurt ook hier met de menu-toets (4). Na afloop van de ingestelde tijd of bij het annuleren van de meting, geeft de "Gamma Check Pro" gedurende een seconde een signaal weer. Als tijdens de meting de grenswaarde voor het alarm wordt overschreden, knippert het symbool "MAX" en het symbool van de meting. De "Gamma Check Pro" geeft een akoestisch waarschuwingssignaal weer. Dit wordt elke 15 minuten herhaald tot de kennisname gebeurt door een druk op een willekeurige knop. De symbolen stoppen met knipperen. De weergave van de meetwaarde gebeurt in µSv, mSv of Sv (afhankelijk van de gemeten waarde). Van zodra de weergave 999999 Sv wordt overschreden, wordt op het scherm "HIGH" weergegeven aangezien de waarde niet meer kan worden weergegeven. Een zo hoge meetwaarde is mogelijk aangezien de dosismeter 10000 dagen geactiveerd kan zijn. 101 13. PULSCOUNTER-PROGRAMMA De Pulscounter bepaalt alle pulsen binnen een instelbare tijd en kan bij het overschrijden van een instelbare grenswaarde een alarm uitgeven. Pulscounterinstellingen oproepen Om het pulscounterprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) de indicatie " OFF". - COUNT Druk op de toets "OK" (4) om de pulscounter in te stellen. Pulscounter tijdsinstelling Nadat u op de "OK"-toets (4) hebt gedrukt, begint de pulscounterweergave te knipperen en verschijnt er een kloksymbool. De werkwijze of volgorde van invoer komt overeen met de werkwijze bij het dosismeterpogramma (zie hoofdstuk 12). De duur van de meting reikt van minimum een minuut tot 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, i.e. bijna 100 dagen. Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen. Na het instellen van de gewenste duur drukt u op de toets "OK" (4) om naar het volgende menupunt te gaan. - COUNT Grenswaarde voor alarm instellen Hier kan de grenswaarde voor het alarm van 1 tot 999999 ticks worden ingesteld. Van zodra deze grenswaarde wordt bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit. De grenswaarde wordt (net zoals bij het dosismeterprogramma) van de laagste mogelijke waarde met de navigatietoetsen (2) ingesteld en met de toets "OK" (4) bevestigd. - COUNT MAX 102 Pulscounter starten Nadat alle zes de plaatsen met "OK" (4) werden bevestigd, kan de pulscounter worden gestart. Kies daarom met de navigatietoetsen "r" en "s" voor de instelling "On" in en bevestig met de toets "OK" (4). - COUNT Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de pulscounter geactiveerd. De activiteit van de pulscounter wordt door het symbool " " weergegeven. 103 14. IMPULSFREQUENTIEPROGRAMMA De impulsfrequentie bepaalt alle pulsen per seconde binnen een instelbare duur en alarmeert bij het overschrijden van een instelbare grenswaarde. Impulsfrequentie-instellingen oproepen: Om het impulsfrequentieprogramma op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) de indicatie " OFF". - RATE Druk op de toets "OK" (4) om de impulsfrequentie in te stellen. Tijdsinstelling impulsfrequentie Nadat u op de toets "OK" (4) hebt gedrukt, begint de impulsfrequentieweergave te knipperen en verschijnt er een kloksymbool. De werkwijze of volgorde van invoer komt overeen met de werkwijze bij het dosismeterpogramma. De duur van de meting reikt van minimum een minuut tot 99 dagen, 23 uur en 59 minuten, i.e. bijna 100 dagen. Wanneer de tijd op "00:00:00" wordt ingesteld, loopt de meting meer dan 10000 dagen. Na het instellen van de gewenste duur drukt u op de toets "OK" (4) om naar het volgende menupunt te gaan. - RATE Grenswaarde voor alarm instellen Hier kan de grenswaarde voor het alarm van 0,001 tot 399,999 (i.e. bijna 400) ticks per seconde worden ingesteld. Van zodra deze grenswaarde wordt bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit. - RATE 1 s MAX De grenswaarde wordt (net zoals bij het dosismeterprogramma) van de laagste mogelijke waarde met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) ingesteld en met de toets "OK" (4) bevestigd. 104 Impulsfrequentie starten Nadat alle zes de plaatsen met "OK" (4) werden bevestigd, kan de impulsfrequentie worden gestart. Kies daarom met de navigatietoetsen "r" en "s" voor de instelling "On" in en bevestig met de toets "OK" (4). - RATE Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de impulsfrequentie geactiveerd. De activiteit van de impulsfrequentie wordt door het symbool " " weergegeven. Let op dat de weergave van de ticks per seconde bij het begin van de meting sterk kan schommelen, aangezien elke afzonderlijke tick een grote wijziging bewerkt. Na zekere tijd wordt de weergave stabieler. 105 15. MEETWAARDEGEHEUGEN Alle uitgevoerde metingen worden automatisch opgeslagen. Alle waarden kunnen in dit menu opnieuw worden uitgelezen en gewist. Om de opgeslagen waarden op te roepen, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) het meetwaardegeheugen (mapsymbool links op het scherm). µSv h MAX Druk nu op de toets "OK" (4) om toegang tot de verschillende opgeslagen waarden te krijgen. Na het drukken op de toets "OK" (4) begint het mapsymbool te knipperen en met de navigatietoetsen "r" en "s" kunnen verschillende geheugeninhouden worden weergegeven. Wanneer er geen opgeslagen gegevens aanwezig zijn, wordt dit door streepjes op het scherm gesignaleerd. Weergave van de stralingsbelasting per uur Hier verschijnt nu een waarde wanneer een willekeurige meting minstens een minuut actief was en beëindigd werd. Dit geldt ook voor het annuleren van de meting. De "Gamma Check Pro" geeft bij stralingsbelasting per seconde een gecumuleerde waarde van de gemeten stralingsdosis weer. Daarbij wordt de inkomende straling over een periode van minstens 60 seconden gemeten en op de waarde per uur berekend. U krijgt hier een waarde van zodra de meting minstens een uur duurt. Bij een meting over meerdere uren wordt een eventueel gestegen stralingsdosis automatisch geactualiseerd. Dagdosiswaarde Hier wordt de gemiddelde waarde van de laatste 24 uur weergegeven en komt zo met een "Dagdosiswaarde" overeen, i.e. de totale straling waaraan men de laatste 24 uur blootgesteld was. Hier verschijnt nu een waarde wanneer ergens een meting over minstens 24 uur actief was. Zelfs wanneer een meting over verschillende dagen werd uitgevoerd, wordt hier alleen het gemiddelde van de laatste 24 uur weergegeven. µSv h 24h 106 Andere geheugeninhouden Elke laatste meting van dosismeter, pulsteller of impulsfrequentie leidt tot het automatisch opslaan van startdatum en meetwaarde. De waarden van de voorgaande metingen worden hierbij overschreven. DOSIMETER µSv - COUNT - RATE 1 s De weergave wisselt automatisch tussen de meetwaarde en de startdatum van de meting. Alle opgeslagen waarden en de bijhorende datum kunnen ook afzonderlijk worden gewist. Hiervoor kiest u met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) de overeenkomstige weergave; bevestig dan met de toets "OK" (4). "CLR" verschijnt en de weergave knippert. Het wissen wordt uitgevoerd van zodra u deze nogmaals met de toets "OK" (4) bevestigt. Met de menu-toets (3) kan op elk moment een stap worden teruggekeerd of het wissen geannuleerd. µSv h CLR MAX 107 16. INSTELLINGEN Hier kunt u de tijd, datum, bedrijfsmodus ("On" of "Auto") en signaalgever ("On" of "Off") instellen. Om deze instellingen uit te voeren, drukt u op de menutoets (3). Kies dan met de navigatietoetsen "r" en "s" het symbool voor de instellingen (schroefsleutel-/kloksymbool en de tijd verschijnt op het scherm). Druk op de toets "OK" (4) om de verschillende instelmogelijkheden te kunnen selecteren. Nadat u op de toets "OK" (4) hebt gedrukt, begint de schroefsleutel te knipperen. Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) kunnen de verschillende submenu's worden opgeroepen. a) Instellen van datum en tijd Let op dat tijdens een lopende meting de tijd en datum niet kunnen worden ingesteld aangezien bij elke meting de tijdstempel mee wordt opgeslagen. Als u bij de eerste ingebruikname de datum en tijd niet hebt ingevoerd, kunt u het hier op elk moment uitvoeren. De weergave van de uren gebeurt in het 24-uurformaat. Druk nogmaals op de toets "OK" (4). Daarop knippert de uuraanduiding en kan met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) worden ingesteld (voor snelle instelling overeenkomstige toets langer ingedrukt houden) en de toets "OK" (4) indrukken. Daarop knippert de minutenaanduiding. De minuten en vervolgens de seconden worden analoog met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) ingesteld en worden met de toets "OK" (4) bevestigd. Na het bevestigen van de seconden knippert alleen nog het schroefsleutelsymbool op het scherm. Met de navigatietoets "r" wordt op de plaats van het kloksymbool het datumsymbool weergegeven. Nu kan de datum worden ingesteld (in een periode van 1 januari 2015 tot 31/12/2099). Druk op "OK" (4). Nu begint de aanduiding voor de dag te knipperen. Met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) kunnen de waarden worden ingesteld en met de toets "OK" (4) worden bevestigd. Voor snelverstellen houdt u de overeenkomstige navigatietoets langer ingedrukt. 12 Een verkeerde invoer van de datum wordt automatisch gecorrigeerd. Zo wordt vb. de invoer van 31 februari automatisch naar 28 of 29 februari gewijzigd. 108 b) Bedrijfsmodus instellen Hier kan de bedrijfsmodus "Auto" of "On" worden geselecteerd. In de bedrijfsmodus "Auto" wordt het apparaat na ca. 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Als er metingen gebeuren, schakelt alleen het scherm zich in de bedrijfsmodus "Auto" uit. Een druk op een willekeurige knop activeert het scherm opnieuw of schakelt het apparaat in. PWR In de bedrijfsmodus "On" blijft het apparaat en het scherm tijdens een meting permanent ingeschakeld. Nadat alle metingen zijn voltooid, gaat het apparaat in de bedrijfsmodus "Auto" en schakelt het zichzelf uit om stroom te besparen. Alle resultaten van de laatste metingen bevinden zich in het meetwaardegeheugen en kunnen op elk moment worden opgevraagd. c) Signaalgever instellen De akoestische alarmgever dient om grenswaardeoverschrijdingen en pulsen (ticks) te signaleren, ter bevestiging van een druk op een toets en voor de melding als de metingen zijn afgesloten. Hier kan de ingebouwde signaalgever worden in- of uitgeschakeld, alarmtonen worden omwille van veiligheidsredenen altijd uitgegeven. Bij levering is de signaalgever gedeactiveerd. Om de signaalgever te activeren drukt u op de toets "OK" (4). Op het scherm verschijnt het schroefsleutelsymbool en de weergave "OFF". Druk op een van de navigatietoetsen "r" en "s" (2) zodat "On" op het scherm verschijnt. Druk ter bevestiging op de toets "OK" (4). Welke geluidssignalen de "Gamma Check Pro" uitgeeft, vindt u in de tabel in hoofdstuk 9. e). d) Datalogger Hier wordt het aftoetsrate voor het opslaan van de gegevens ingesteld en dit in het formaat HH:MM:SS (HH = uur, MM = minuten, SS = seconden). Voorbeeld: Wanneer u "00:10:00" instelt, wordt elke 10 minuten een meetwaarde opgeslagen. Het kortste/snelste aftoetsrate bedraagt een seconde en het langzaamste 99 uur, 59 minuten en 59 seconden. 109 e) Datalogger "FILLUP"/"ENDLESS" Hier wordt ingesteld hoe het geheugen van de "Gamma Check Pro" moet worden gebruikt. • Bij "Vullen" ("FILLuP") worden gegevens opgeslagen tot het gehele geheugen is opgebruikt. Wanner het geheugen vol is, kunnen geen bijkomende gegevens worden opgeslagen. • Bij "Eindeloos" ("EndLES") loopt het opslaan in een eindeloze lus. Wanner het geheugen vol is, worden telkens de oudste gegevens overschreven (ringgeheugen). • Bij "Uit" ("OFF") worden er geen gegevens opgeslagen. f) Datalogger "DATA" Hier kunnen de gegevens worden gewist ("CLR dATA"). De gehele inhoud van het geheugen wordt gewist. CLR Het balkendiagram aan de onderste rand van het scherm geeft de belasting van het geheugen weer. g) Reset Bij dit menupunt worden alle meetwaarden gewist en het apparaat in de leveringstoestand teruggezet. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt wanneer het apparaat aan iemand anders moet worden doorgegeven. Bevestig het resetten met de toets "OK" (4) en de reset gebeurt zonder nieuwe vraag. CLR 110 17. PC-SOFTWARE De geigerteller "Gamma Check Pro" kan op elk moment via de mini-USB-aansluiting met een pc worden verbonden. Hier krijgt u de mogelijkheid om het apparaat te besturen, de opgeslagen gegevens te lezen of een live-opslag/weergave te ontvangen. De gebruiksaanwijzing krijgt u samen met het downloaden van de gratis pc-software. De pc-software vindt u op www.conrad.com op de website van het product. Als er een USB-verbinding aanwezig is, wordt het USB-symbool op het scherm weergegeven. Het opladen van de accu gebeurt hierbij automatisch. 18. VERHELPEN VAN STORINGEN Geen werking of geen schermweergave • Is de accu correct geïnstalleerd? Let op de correcte polariteit (plus/+ en min/-). • Hebt u bij de eerste ingebruikname de kunststof isoleerstrip tussen accu en accuvak verwijderd? De kunststof isoleerstrip dient om een voortijdig ontladen te voorkomen. • Is de accu leeg? Laad de accu opnieuw op. Het apparaat reageert niet op het indrukken van toetsen • Open het accuvak en verwijder de accu. Wacht een minuut en plaats de accu terug met de polen in de juiste richting. 19. ONDERHOUD EN REINIGING Dit product is onderhoudsvrij; demonteer het daarom nooit (behalve het plaatsen of vervangen van de accu). Laat het apparaat uitsluitend door een deskundige of elektrotechnisch bedrijf repareren; anders bestaat het gevaar dat het product defect raakt en bovendien vervalt hierdoor de goedkeuring (CE) en de garantie. U mag het product alleen met een schone, zachte, droge en pluisvrije doek schoonmaken. U mag geen reinigingsmiddelen gebruiken die oplosmiddelen bevatten. Hierdoor kunnen de behuizingen en de opschriften aangetast worden. Druk daarbij niet te hard op het scherm, daardoor kan het beschadigd raken. Stof kan eenvoudig worden verwijderd met een stofzuiger of schone, zachte borstel. 111 20. AFVOER a) Algemeen Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval. Verwijder het onbruikbaar geworden product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften. Verwijder een evt. geïnstalleerde accu afzonderlijk van het product. b) Batterijen en accu´s U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan! Op batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, vindt u de hiernaast vermelde symbolen. Deze geven aan dat ze niet via het huisvuil mogen worden verwijderd. De aanduidingen voor zware metalen zijn: Cd=Cadmium, Hg=kwikzilver, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder de links afgebeelde afvalton-symbolen). Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu. 112 21. TECHNISCHE GEGEVENS Spanningsverzorging �������������������������������1x lithium-ionaccu (type 18500), nominale spanning 3,6 V, capaciteit 2000 mAh Meetbereiken �������������������������������������������Stralingsdosis: 0,0001 – 999,999 µSv/h Dosismeter: 0,0001 µS – 999999 Sv Pulsteller: 0 – 999999 Impulsfrequentie 0,001 – 399,999 1/s Stroomopname bij nominale spanning ����Power-off-modus: Type 25,5 μA Power-on-modus: Type 28 µA, max. 1,1 mA Meting actief (natuurlijke straling): Type 33,1 µA Low-Power-modus: <= 1,5 µA Laadstroom via USB ��������������������������������max. 490 mA Omgevingsvoorwaarden ��������������������������Temperatuur: -10 °C tot +40 °C, Luchtvochtigheid: 0% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend Afmetingen ����������������������������������������������180 x 86 x 45 mm (L x B x H) Gewicht ����������������������������������������������������ca. 175 g Meer voorschriften inzake de correcte omgang met stralingsmeetapparaten en vergelijkende tabellen met gemeten waarden vindt u bij de bevoegde overheden en op het internet. 113 Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2015 par Conrad Electronic SE. Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V1_1015_01_DT
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116

VOLTCRAFT Gamma Check Pro Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual