Instructies voor veilig gebruik — MVS205 Pagina 4
Onderdeel D301205X012
een ROC of FloBoss, door middel van een seriële
4-polige
EIA-485 (RS-485)-verbinding.
De vier geleiders moeten ten minste 22 AWG
zijn en kunnen maximaal 605 meter lang zijn.
Tabel 1. Aansluitklemmen MVS-interfacecircuit
Aansluitklem Gebruik
Aarde CS Aarde kast
Aarde DR Aarde afvoer
COMM A RX/TX+
COMM B RX/TX —
RTD REF RTD REF
RTD + RTD +
RTD — RTD —
RTD RET RTD RET
PWR + Voeding +
PWR — Voeding —
De aansluitklemmen in de MVS205-kop zijn net
zo gelabeld als de aansluitklemmen op het MVS-
aansluitblok in de ROC of FloBoss. Sluit de ROC
of FloBoss en Remote MVS-aansluitklemmen
een-op-een aan: A op A, B op B, “+” op “+”
en “—” op “—”.
Draai nooit de polariteit van de stroomkabels
(+ en —) om terwijl u werkt aan de bedrading
van het MVS-apparaat.
Voor de FB107 legt u vier draden van het
aansluitblok op de FB107 MVS-module
naar de MVS-sensor.
Voor de ROC800-serie legt u vier draden
van het aansluitblok op de ROC800 MVS of
MVS IO-module naar de MVS-sensor.
In alle gevallen moeten de aansluitingen als
volgt worden gemaakt: strip het uiteinde van de
ader (max. 6 mm), steek het gestripte uiteinde
van de ader in onder het klemplaatje onder de
aansluitschroef en draai dan de schroef aan tot
0,25 Nm.
Let goed op. Nooit de stroomdraden
omdraaien. Maak deze verbinding altijd na het
verwijderen van de stroom van de ROC of
FloBoss. Controleer nogmaals op goede
oriëntatie voordat u stroom aansluit. Als de
verbindingen zijn omgedraaid en u de stroom
inschakelt, kunt u zowel de MVS als de
printplaat van de ROC of FloBoss beschadigen.
7. Sluit de Remote MVS aan op een geschikt
massapunt volgens geldende codes en normen.
Er zijn twee aardpunten beschikbaar op het
apparaat: intern en extern. Zie Afbeelding 2 voor
de locatie van het externe aardpunt.
Alle aardverbindingen moeten maximaal een
staaf- of roosterimpedantie van 25 ohm
hebben, zoals gemeten met een aardtester. De
aardingsgeleider mag een maximale weerstand
hebben van 1 ohm tussen het aardpunt op de
MVS205-sensorkop en de aardingsstaaf of -
rooster.
NB Zie het Installatieblad voor de MVS205-
kastisolatie (onderdeel D301641X012)
voor informatie over isolatie en aarding
van de kast.
Voor beveiliging tegen blikseminslag monteert
u een overspanningsbeveiliger op de
serviceafsluiter op de gelijkspanningsbron.
8. Gebruik een externe drie- of vieraderige RTD om
de procestemperatuur te meten. De RTD-sensor
wordt direct verbonden met de interface-
printplaat van de MVS-sensor. Voor de
aansluiting is een aparte RTD-kabel nodig. Zie
tabel 1 voor beschrijvingen van de
aansluitklemmen.
Stel vóór de uiteindelijke bedrading van
meerdere MVS-apparaten het adres in van elke
MVS. Voor een goede werking van meerdere
MVS-apparaten moet elk MVS-apparaat een
uniek adres hebben. De FloBoss 107
ondersteunt een enkele MVS-module die
verbinding maakt met maximaal zes MVS-
apparaten; de ROC800-serie ondersteunt
maximaal twee modules die elk verbinding
kunnen maken met maximaal zes MVS-
apparaten.
Sluit de ROC/FloBoss aan op een computer
met ROCLINK 800-software.
Selecteer Configure (Configureren)
> I/O > MVS Sensor.
Navigeer naar het MVS-scherm dat hoort bij
de MVS waaraan u een adres wilt
toekennen.
Vul het unieke nummer in het adresveld in.
Gebruik niet de adressen 0 of 240.
Klik op Apply (Toepassen) of Save (Opslaan)
om uw wijzigingen op te slaan.
9. Gebruik Sealtite
®
(of een gelijkwaardig product)
om het doorvoerpad van de Remote MVS naar
de ROC of FloBoss af te dichten. Er kan een
ongewapende kabel worden gebruikt indien
geïnstalleerd in een doorvoer en met
afdichtingen met toepassing van de procedures
voor installatie in een gevaarlijke omgeving.
Vóór kalibratie en gebruik van de MVS205-
sensor moet deze geconfigureerd worden met
de ROCLINK 800-software. Sluit de pc met
ROCLINK 800 aan
op de LOI-poort van de flowcomputer om de
configuratiegegevens over te zetten op de
MVS205-sensor.
De firmware van de MVS-sensor bevat
standaardwaarden voor alle parameters. Als de
standaardwaarden aanvaardbaar zijn voor uw
toepassing, laat ze dan zoals u ze aantreft. Voer