Marantec LZR-H100 de handleiding

Type
de handleiding
1
LZR
®
-H100
E
R
L
A
U
B
T
Z
E
R
T
I
F
I
Z
I
E
R
U
N
G
N
A
C
H
EN 12453
E
N
A
B
L
E
S
A
C
C
O
R
D
A
N
C
E
W
I
T
H
SAFETY
DEVICE
E
OPENING- & VEILIGHEIDSSENSOR
VOOR SLAGBOMEN*
Gebruikershandleiding voor productversie 0200 en hoger
Het serienummer vindt u op het productetiket
*Andere toepassingen van het apparaat komen niet overeen met het
beoogde doel. Gebruik aan industriële deuren is niet toegestaan en
schendt het patent EP 1 470 314 B1.
BEWAREN VOOR GEBRUIK IN DE TOEKOMST
GESCHIKT VOOR AFDRUKKEN IN KLEUR
NL
Deze gebruiksaanwijzing is een informatief document en
kan niet beschouwd worden als resultaatsverbintenis
2
Het apparaat zendt onzichtbare (IR) en zichtbare laserstraling uit.
IR-laser: golflengte 905 nm; uitgangsvermogen 0.10mW
(Klasse 1 conform IEC 60825-1)
Zichtbare laser: golflengte 635 nm; uitgangsvermogen 0.95mW
(Klasse 2 conform IEC 60825-1)
De zichtbare laserstralen zijn tijdens normaal gebruik inactief.
De installateur kan, indien nodig, de zichtbare lasers activeren.
Kijk niet in de zichtbare rode laserstralen.
LET OP!
Het gebruik van bediening, afstelling of het uitvoeren van procedures anders dan hierin beschreven kan leiden
tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Vermijd extreme
vibraties.
Dek
de laservensters
niet af.
Zorg dat er geen
bewegende objecten en
lichtbronnen vóór het
laservenster aanwezig
zijn.
Vermijd condensatie op
de laservensters.
Zorg dat er geen
rook en condens
in het detectieveld
aanwezig is.
Vermijd blootstelling aan
plotselinge en extreme
temperatuurswijzigingen.
Houd de sensor continu
onder stroom in
omgevingen waar de
temperatuur onder 0 °C
kan dalen.
Gebruik geen
agressieve
reinigingsmiddelen voor
het reinigen van
de laservensters.
Niet reinigen met
hogedrukreinigers.
Kijk niet in de zichtbare
rode laserstralen.
De garantie wordt ongeldig
indien (pogingen tot) niet-
goedgekeurde reparaties
worden verricht door
onbevoegd personeel.
Alleen opgeleid en
gekwalificeerd personeel
mag de sensor installeren en
afstellen.
Voer na installatie op de
afstandsbediening een
toegangscode in.
Deze sensor is ontwikkeld voor gebruik als bewegings- en aanwezigheidssensor om het open- en sluitproces van een
slagbom te bewaken. De fabrikant van het systeem is verantwoordelijk voor het installeren van de sensor en het systeem
conform de toepasselijke nationale en internationale veiligheidsrichtlijnen en -normen. De fabrikant van de sensor kan niet
aansprakelijk gehouden worden voor het onjuist installeren of het incorrect afstellen van de sensor.
Reinig het laservenster
met perslucht.
Indien nodig, alleen
afvegen
met een zacht,
schoon en vochtig
microvezeldoekje.
INSTALLATIE & ONDERHOUD
VEILIGHEID
3
1
2
3
4
5
6
8
9
7
R1
R2
E P
geen detectie
detectie
storing
voeding
Let op!
Laserstraling
LED knippert snel
LED knippert
LED is uit
1. laservenster: zender
2. laservenster: ontvangst
3. LED-signaal
4. schroeven voor positievergrendeling
5. hoofdconnector
6. beschermingsafdekking
R1: Relais 1: detectie in openingsveld
R2: Relais 2: detectie in veiligheidsveld
Toetsencombinatie voor
afstandsbediening
Mogelijke instelligen
afstandsbediening
Fabriekswaarde
Alle vier LED’s kunnen worden uit- en ingeschakeld op de afstandsbediening.
Dit kan handig zijn in situaties waar de sensor onopgemerkt moet blijven.
Belangrijk Goed om te weten
BESCHRIJVING
LED-SIGNALEN
SYMBOLEN
LED is aan
geen storing
geen voeding
E: Foutstatus
P: Voedingsstatus
LED-signaal bij het
inschakelen
7. Zichtbare laserstralen
8. inkeping voor instellen kantelhoek
9. montagesteun
4
10 cm
45°
90°
Het is belangrijk dat u enkele basisprincipes begrijpt voordat u de sensor installeert.
De sensor moet een referentie inleren als het veiligheidsveld de
enige bescherming is tegen contact tussen het voertuig en de
slagboom.
De referentie kan worden afgesteld op ieder type object dat reeds
ter plekke aanwezig is (muur, boom, slagboomsteun) of op een paal.
Controleer altijd of het object waarop de referentie wordt afgesteld:
in de continuïteit van de 0° laserstraal is geplaatst
minimaal aan het einde van de slagboom of verder weg is
geplaatst
een oppervlak heeft van +/- 10 cm (minimaal 5 cm)
stevig op de vloer is bevestigd en niet is blootgesteld aan
trillingen
Gebruik de reflectieve sticker als de
afstand tussen sensor en referentie meer
dan 5 m is.
Als het veiligheidsveld de enige bescherming is tegen contact
met de slagboom, moet het veiligheidsveld van de sensor zich
recht onder de slagboom bevinden.
Dat is uitsluitend mogelijk als de sensor correct is
gepositioneerd en de referentie is ingeleerd.
Als de referentie zich aan het einde van de slagboom bevindt,
komt de breedte van het detectieveld overeen met de
referentieafstand.
Als de referentie verder weg is, moet u de breedte van het
detectieveld aanpassen aan de breedte van de slagboom.
Voor een hogere veiligheid bij gemengd verkeer (vrachtauto´s
en overige voertuigen) wordt een extra verticale detectiezone
aanbevolen (LZR-I100).
De positie van sensor en detectieveld zijn erg belangrijk voor
het goed functioneren van de slagboom.
U kunt een visueel hulpmiddel gebruiken voor het correct
positioneren van de sensor. Via de afstandsbediening kunt u
drie zichtbare rode laserstralen activeren:
De zichtbare laserstralen worden ook gebruikt voor het
bepalen van de referentie van de sensor, teneinde de veiligheid
van de slagboom te garanderen.
BASISPRINCIPES
REFERENTIE
ZICHTBARE RODE LASERSTRALEN
VEILIGHEIDSVELD
5
A
B
B
A
A
B
A
B
B
B
A
45°
90°
45°
90°
Hieronder vindt u de vereisten teneinde optimale veiligheid van de slagboom te waarborgen, en contact met de slagboom te
vermijden.
2 LZR-H100
2 referenties, 1 voor iedere sensor
VEILIGHEIDSVELD
OPENINGSVELD
DUBBELE TOEGANGSWEG
TOEPASSINGSEISEN
2 LZR-H100
1 referentie
ENKELE TOEGANGSWEG
Voor een optimale detectie voor hoge voertuigen zoals trucks voegt u een verticaal veiligheidsveld net vóór de
slagboom (LZR-I100) toe.
6
l
min
(mm)
h
min
(mm)
50 240 52
100 360 59
150 480 66
d (mm)
35 - 45 cm
60 cm
B
A
Wat u moet doen en wat u moet laten (voor EN 12453 type E-conformiteit)
Houd de voorkant van de sensor vrij!
Plaats het detectieveld niet zoals hier weergegeven.
Als u de beveiliging gebruikt, plaats de sensor
dan net achter de slagboom. Op deze manier
beschermt het veiligheidsveld het gedeelte
rondom de slagboom.
Als u de beveiliging gebruikt, plaats de sensor dan niet
vóór de slagboom (A) of meer dan 40 cm achter de
slagboom (B). Het gedeelte rondom de slagboom is
niet veilig.
Installeer de sensor op een montagehoogte van 35 -
45 cm. Als de slagboom uitsluitend door vrachtauto´s
wordt gebruikt, kunt u voor een grotere montage-
hoogte kiezen.
Bedek de voorkant van de sensor niet met glas of
plastic.
Zorg ervoor dat u het detectieveld parallel aan de
slagboom plaatst.
Als de referentiestraal te laag of te hoog is, kan
contact met de slagboom niet worden uitgesloten.
E
R
L
A
U
B
T
Z
E
R
T
I
F
I
Z
I
E
R
U
N
G
N
A
C
H
EN 12453
E
N
A
B
L
E
S
A
C
C
O
R
D
A
N
C
E
W
I
T
H
SAFETY
DEVICE
E
7
1
1
2
3
4
5
6
IN LOCK
+
-
+
-
E
R
L
A
U
B
T
Z
E
R
T
I
F
I
Z
I
E
R
U
N
G
N
A
C
H
EN 12453
E
N
A
B
L
E
S
A
C
C
O
R
D
A
N
C
E
W
I
T
H
SAFETY
DEVICE
E
Geen testfunctie: verbind rood (DC+)
en blauw (DC-) met de voeding. Let
hierbij op polariteit.
RELAIS 1 OPENINGSVELD
RELAIS 2 VEILIGHEIDSVELD
NIET IN GEBRUIK
GROEN
BRUIN
WIT
GEEL
ROZE
PAARS
ROOD
BLAUW
WIT / ROOD
WIT / BLAUW
TEST +
TEST -
VOEDING +
MONTAGE & BEDRADING
LED-signaal bij het
inschakelen:
correct positioneren
is vereist
Lees de toepassingseisen en tips voordat u de sensor monteert.
De montagepositie van de sensor is cruciaal voor het goed functioneren van de slagboom.
Voeding ingeschakeld
zonder testsignaal: ver-
bind rood + blauw met
de test of voeding.
Geen detectie
Detectie
beveiliging &
opening
VOEDING -
Gebruik een montagepaal of
een montage-accessoire om de
sensor op de paal te bevestigen
(bijvoorbeeld LBA-accessoire).
Plaats de beugel en maak hem
stevig vast met de 4 schroeven
om trillingen te voorkomen.
Sluit de beschermingsafdekking
en maak deze goed vast.
Draai de sensor totdat de twee
driehoeken tegenover elkaar
staan.
Plaats de behuizing op de beugel.
Open de beschermingsafdekking,
steek de connector in en plaats
de kabel in de sleuf.
INSTALLATIESTAPPEN
8
2
45°
90°
1
2
3
4
+/- 30 cm
VELD POSITIONEREN
Activeer de zichtbare laserstralen met behulp van de
afstandsbediening, om de sensor correct te positioneren.
Draai de sensor enigszins om zijn as voor
het instellen van de laterale hoek van de
sensor, om het 0° laserpunt op de referentie
te plaatsen.
Indien nodig, past u de kantelhoek van het
detectieveld aan met een inbussleutel.
U voltooit het proces door de sensorpositie te vergrendelen.
Controleer de positie van de 0° laserstraal met behulp van een
vel wit papier.
U kunt het referentiepunt afstellen op ieder object aan het
einde van de slagboom of verder weg. Zijn oppervlak moet +/-
10 cm zijn en moet stevig zijn bevestigd.
Gebruik de reflectieve sticker als de afstand tussen sensor en
referentie meer dan 5 m is (zie pagina 4)
- Het 0° punt moet parallel aan de slagboom zijn.
- Het begin van het openingsveld moet op midden-beenhoogte
zijn.
Gebruik dezelfde volgorde om ze uit te schakelen.
Na een kwartier schakelen de stralen automatisch
uit.
Positie van detectieveld en referentie zijn erg belangrijk voor het goed functioneren van de slagboom.
REFERENTIE
9
3
E
R
L
A
U
B
T
Z
E
R
T
I
F
I
Z
I
E
R
U
N
G
N
A
C
H
EN 12453
E
N
A
B
L
E
S
A
C
C
O
R
D
A
N
C
E
W
I
T
H
SAFETY
DEVICE
E
5 sec. 5 sec.
5 sec. 5 sec.
MONTAGEZIJDE & REFERENTIE
Selecteer de juiste montagezijde, met of zonder referentie.
MET REFERENTIE
(AANBEVOLEN)
LINKSRECHTS
ZONDER REFERENTIE
Standaard past de sensor de breedte van het
veiligheidsveld automatisch aan op basis van de
referentie.
Het veiligheidsveld beveiligt het gedeelte rond de
slagboom, en beschermt tegen contact met de
slagboom conform EN 12453 - veiligheidstoestel E.
Het veiligheidsveld detecteert de aanwezigheid van
een auto, maar het gedeelte rond de slagboom is
niet beveiligd conform EN 12453. Contact met de
slagboom kan niet worden uitgesloten!
Selecteer een montagezijde met referentie of
installeer een aanvullend veiligheidstoestel.
10
4
30 s
-
-
MIN
MAX
1
2
Als de sensor klaar is met inleren, controleer dan
of het veiligheidsveld juist geconfigureerd is en of
het gebied rondom de slagboom veilig is.
U kunt het veld ook vergroten of verkleinen met 10 cm:
BEVEILIGINGSVELD
Start altijd een nieuwe inleersessie na het aanpassen van de veldafmetingen.
Als het veiligheidsveld de enige bescherming is tegen contact met de slagboom, moet het veiligheidsveld van de
sensor zich recht onder de slagboom bevinden. Dat is uitsluitend mogelijk als de sensor correct is gepositioneerd
en de referentie is ingeleerd.
Het veiligheidsveld is nodig voor het juist functioneren van de installatie. Als het veiligheidsveld slecht is ingesteld,
kan de fabrikant van de sensor niet aansprakelijk gehouden worden voor onjuist functioneren van de installatie.
Controleer altijd of het veiligheidsveld correct functioneert voordat u het terrein verlaat.
BREEDTE
DIEPTE
BV.:
voor een velddiepte van 1,5 m
Voordat u start met het inleren kunt u de velddimensies instellen via afstandsbediening.
De waarde C moet worden aangepast aan de breedte van de slagboom indien:
het referentiepunt verder weg ligt dan de gewenste breedte van het detectieveld
een montagezijde zonder referentie is geselecteerd
automatisch
instellen op
referentie*
Tijdens het inleren moet het detectieveld vrij zijn van sneeuwhopen, zware regenval, sneeuwval, mist of andere
bewegende objecten.
Start het inleren met behulp van de afstandsbediening. U hebt 3 seconden om uit het detectieveld te stappen.
Wacht dan tot de sensor de omgeving heeft ingelezen (30 seconden).
0,5 m 9,9 m
0,5 m 9,9 m
* zonder referentie wordt de breedte automatisch ingesteld op 9,9 m
VELDAFMETINGEN
INLEREN
2,0 m
11
-
-
MIN
MAX
5
45 s
1
2
0,5 m 9,9 m
BV.:
voor een velddiepte van 5 m
dezelfde
breedte als
veiligheidsveld
als geen
openingsveld
nodig is
OPENINGSVELD
Als het eerste rode LED-lampje AAN blijft en er
geen bewegende objecten in het detectieveld
zijn, verklein dan de afmetingen van het
openingsveld of start een nieuwe inleersessie.
U kunt het veld ook vergroten of verkleinen met 10 cm:
Voordat u start met het inleren kunt u de velddimensies instellen via afstandsbediening.
0,5 m 9,9 m
Start altijd een nieuwe inleersessie na het aanpassen van de veldafmetingen.
VELDAFMETINGEN
INLEREN
Start het inleren met behulp van de afstandsbediening. U hebt 3 seconden om uit het detectieveld te stappen.
Wacht dan tot de sensor de omgeving heeft ingelezen (45 seconden).
Tijdens het inleren moet het detectieveld vrij zijn van sneeuwhopen, zware regenval, sneeuwval, mist of andere
bewegende objecten.
BREEDTE
DIEPTE
12
50 65
72
cm
R1 R2
100
120
ms
100 200 300
400
500 600 700
800 900
R1 R2
NO
NC
NONC NC
NO
NCNO
RELAIS 1
RELAIS 2
VOETGANGERSFILTER
UITGANGCONFIGURATIE
geschatte waarden
DETECTIEVERTRAGING
geschatte waarden
UITGANGSFUNCTIE
RELAIS 1
RELAIS 2
MAXIMALE
AANWEZIGHEIDSTIJD
STILSTAAN IN OPENINGSVELD: selecteer hoe lang het tijdrelais 1 actief moet zijn als er een auto in
het openingsveld stopt.
aanwe-
zigheid
aanwe-
zigheid
aanwe-
zigheid
beweging
beweging
of aanwe-
zigheid
beweging +
aanwezigheid
openingsveld
openingsveld
openingsveld
AANPASSINGEN AFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
Selecteer waarde 3 of hoger om detectie van voetgangers te negeren. Alle objecten breder dan de
gekozen waarde worden gedetecteerd.
OMGEVINGSFILTER: verhoog de waarde bij zware regen, sneeuw of bewegende objecten in de omgeving.
FABRIEKSWAARDE
uit
uit
uit
oneindig
5 s 10 s 30 s
1 min
2 min 5 min 10 min
2 uur
13
TOVERSTAF
inleren
veiligheidsveld
inleren
openingsveld
zichtbare
laserstralen
fabrieks-
waarden
DETECTIETRAJECT
openingsveld
AANPASSINGEN AFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
BIDIRECTIO-
NEEL
bidirectionele detectie
naderend + verwijderend
UNI 400% unidirectionele detectie
alleen naderend
in iedere richting
UNI 200% unidirectionele detectie
alleen naderend
richting de slagboom
UNI 100% unidirectionele detectie
alleen naderend
binnen breedte van
slagboom
UNI 50% unidirectionele detectie
alleen naderend
richting centrale zone
van slagboom
UNI MIDDEN unidirectionele detectie
alleen naderend
richting midden van
slagboom
UNI RECHTS unidirectionele detectie
alleen naderend
richting rechterzijde
UNI LINKS unidirectionele detectie
alleen naderend
richting linkerzijde
selecteer ´hoog´ indien mist
ongewenste detecties veroor-
zaakt
standaard
hoog
IMMUNITEIT
14
x
4 21
3
x
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
De toegangscode wordt aanbevolen voor sensoren die dicht bij elkaar zijn geïnstalleerd.
Na het ontgrendelen knippert
het eerste LED-lampje en kan de
sensor met de afstandsbediening
aangepast worden.
Als het rode lampje snel knippert na ontgrendeling,
moet u een toegangscode van 1 tot 4 cijfers
invullen.
X = AANTAL KEER KNIPPEREN = WAARDE VAN INSTELLING
Om een aanpassingssessie te
beëindigen, moet u de sensor
altijd vergrendelen.
Voer de bestaande code in
EÉN OF MEERDERE INSTELLINGEN AANPASSEN
EEN WAARDE CONTROLEREN
TERUG NAAR FABRIEKSWAARDEN
EEN TOEGANGSCODE OPSLAAN
EEN TOEGANGSCODE WISSEN
= veldbreedte: 4,2 m
= veldbreedte is ingesteld tijdens inleren
15
1
1
2
3
1
2
3
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
4
5
1
Geen blauwe LED
De detectie-LED
blijft groen.
De oranje LED knip-
pert en de detectie-
LEDS zijn rood.
De detectie-LED
blijft rood.
De oranje LED is aan.
De sensor reageert
niet op de afstands-
bediening.
De sensor ontgren-
delt niet.
STORINGEN
Uitsluitend blauwe LED
Er is geen spanning.
De polariteit van de voeding
is mgewisseld.
Alle LED´s zijn uitgeschakeld
via afstandsbediening.
Het detectieveld is te klein of
gedeactiveerd.
Er bevindt zich iets of
iemand in het detectieveld.
Het veld raakt de vloer, de
muur of de slagboom, wat
leidt tot detectie.
Er wordt geen referentie-
punt gevonden.
De sensor wordt gemas-
keerd.
De voedingsspanning is
hoger dan de geaccepteerde
limiet.
De sensor overschrijdt de
temperatuurlimiet.
Interne fout
De batterijen in de afstands-
bediening zijn niet correct
geplaatst of zijn leeg.
De afstandsbediening is
verkeerd gericht.
Er is een reflecterend object
in de buurt van de sensor.
U moet een toegangscode
invoeren, of er is een onjuiste
code ingevoerd.
De objectomvang is te klein.
Voeding verkabeld zonder
testsignaal
Controleer kabel en aansluiting.
Controleer de polariteit van de voeding.
Activeer de LED’s via afstandsbediening:
Controleer de omvang van de velden.
Start een inleerproces.
Stap uit het veld en / of verwijder objecten uit
het veld.
Activeer de 3 rode stralen en controleer of de positie van
de sensor correct is. Stel anders de inbusschroeven bij.
Controleer de veldomvang.
Start een inleerproces.
Controleer de positie van de sensor.
Controleer de positie van de 0° laserstraal.
Controleer de afmetingen en de afstand tot het referentiepunt
en voeg de reflectieve sticker toe, indien nodig.
Controleer de instelling van de montagezijde. Zonder referen-
tiepunt, stelt u de montagezijde in op waarde 3 of 4.
Start een nieuw inleerproces.
Controleer en reinig de voorscher-
men met een vochtige doek.
Controleer de voedingsspanning.
Controleer de buitentemperatuur waar de sensor
geïnstalleerd is. Bescherm de sensor eventueel
tegen zonlicht met een afdekking.
Wacht een paar seconden. Als de LED AAN blijft,
schakel dan de stroom uit en vervolgens weer aan.
Als de LED weer aan gaat, vervang dan de sensor.
Check of vervang de batterijen.
Richt de afstandsbediening op de sensor, maar
onder een ichte hoek. De afstandsbediening kan
beter niet in een rechte hoek vóór de sensor gericht
worden.
Vermijd reflecterend materiaal in de buurt van
de sensor.
Schakel de stroom uit en vervolgens weer aan.
Er is geen code voor ontgrendeling nodig
gedurende de eerste minuut na inschakelen.
Code wissen of aanpassen.
Verklein de minimale objectomvang (voetgangers-
filter).
Verbind rode en blauwe draden met de testin-
gang of voeding.
16
BEA SA | LIEGE Science Park | ALLÉE DES NOISETIERS 5 - 4031 ANGLEUR [BELGIUM] | T +32 4 361 65 65 | F +32 4 361 28 58 | [email protected] | WWW.BEA-SENSORS.COM
Technologie LASER-scanner, 'time-of-flight-meting' (vier lasergordijnen)
Detectiemodus Beweging en aanwezigheid
Maximaal detectieveld 9,9 m x 9,9 m
Remissiefactor > 2%
Hoekresolutie 0,3516°
Emissiekenmerken IR-LASER: Golflengte 905 nm; uitgangsvermogen 0.10mW; klasse 1
Zichtbare LASER: golflengte 635 nm; uitgangsvermogen 0.95mW; klasse 2
Voedingsspanning 10-35 V DC aan sensorzijde
(enkel geschikt voor veiligheidscircuits met extra lage spanning =
SELV)
Stroomverbruik < 5 W
Piekstroom bij inschakelen: 1,8 A (maximaal 80 ms @ 35 V)
Kabellengte: 5 m (standaard), maximaal: 10 m
Reactietijd
Bewegingsdetectie:
Aanwezigheidsdetectie:
gemiddeld 200 ms (verstelbaar)
gemiddeld 20 ms; maximaal 80 ms
Uitgangsspanning:
Maximale schakelspanning:
Maximale schakelstroom:
Schakeltijd:
Uitgangsweerstand:
Spanningsverlies bij uitgang:
Lekstroom:
2 elektronische relais (galvanisch geïsoleerd - polariteitvrij)
35 V DC / 24 V AC
80 mA (resistief)
t
ON
=5 ms; t
OFF
=5 ms
gemiddeld 30 Ω
< 0,7 V @ 20 mA
< 10 µA
Testingang:
Maximale contactspanning:
Spanningsdrempel:
1 opto-elektrische isolator (galvanisch geïsoleerd - polariteitvrij)
30 V DC (overspanningsbeveiliging)
Log. H: >8 V DC; Log. L: <3 V DC
LED-signaal: 1 blauwe LED: voedingstatus; 1 oranje LED: foutstatus;
2 tweekleurige LED's: detectie/uitgangsstatus (groen: geen detectie; rood: detectie)
Afmetingen: 125 mm (D) x 93 mm (W) x 70 mm (H) (met montagebeugel + 14 mm)
Materiaal / kleur: PC/ASA / zwart
Montagehoeken op beugel: -45°, 0°, 45°
Rotatiehoeken op beugel: -5° tot +5° (kan worden vastgezet)
Kantelhoeken op beugel: -3° tot +3°
Beschermingsgraad: IP65
Temperatuurbereik: -30 °C tot +60 °C met voeding; -10 °C tot +60 °C zonder voeding
Vochtigheid: 0-95% zonder condensatie
Vibraties: < 2 G
Vervuiling op frontschermen: maximaal 30%; homogeen
Conformiteit: EN 60825-1; EN 12453 (Device E); EN ISO 13849-1 (Pl “d” CAT 2); EN 62061 (SIL 2); EN
61496-1; EN 61496-3 (Type 2); EN 12978
Specificaties mogen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd; Alle waarden gemeten in specifieke condities.
TECHNISCHE GEGEVENS
BEA verklaart hierbij dat de LZR
®
-H100 voldoet aan de basisvereisten en de andere relevante voorwaarden van de richtlijnen
2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU.
Aangewezen instelling voor EG-inspectie: 0044, TÜV NORD CERT GmbH, Langemarckstr. 20, 45141 Essen, Duitsland
EG-type onderzoek nummer: 44 780 13 089628
Angleur, januari 2018 Pierre Gardier
U vindt de volledige conformiteitsverklaring op onze website.
Dit product moet gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd
©BEA | Vertaling van de originele instructies | 47.0204 / V5 - 01.20
DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING IS EEN INFORMATIEF DOCUMENT EN KAN NIET WORDEN GEZIEN ALS EEN GARANTIE OP EEN RESULTAAT.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Marantec LZR-H100 de handleiding

Type
de handleiding