1
1
2
3
1
2
1
1
1
1
1
1
1
6
1
1
STORINGEN
De sensor krijgt geen
voeding.
Controleer de bedrading en de voedingsspanning.
De poort gaat
onophoudelijk
open en dicht.
De LED
knippert snel na
ontgrendeling.
De sensor
reageert niet op de
afstandsbediening.
De sensor wordt gestoord
door de beweging van de
poort of door de trillingen
die de poort maakt.
De sensor heeft een
toegangscode nodig om te
ontgrendelen.
De batterijen zijn niet juist
geplaatst of leeg.
Controleer of de sensor correct is bevestigd.
Vergroot de hellingshoek.
Verminder de veldgrootte.
Geef de juiste toegangscode in.
Indien u de code niet kent, verbreek en herstel de
voeding om de sensor te ontgrendelen en verander
of verwijder vervolgens de toegangscode.
Controleer de plaatsing van de batterijen of
vervang ze.
De poort blijft
gesloten.
De LED is uit.
De IR-emissie is te laag op
deze montagehoogte.
Start een nieuwe setup.
Stap hiervoor uit het detectieveld!
De IR-sensor reageert
niet.
Bevestig de sensor stevig.
Sporadische
aanwezigheids-
detectie zonder
reden.
De aanwezigheidsdetectie
wordt gestoord door regen
of lampen.
De sensor is niet goed
geïnstalleerd.
Verhoog de immuniteitsfilter van het IR-veld
(waarde 3).
De rode LED blijft
aan na een setup.
De sensor kan de setup
niet uitvoeren.
Start een nieuwe setup.
Stap hiervoor uit het detectieveld!
De afstandsbediening is
slecht gericht.
Richt de afstandsbediening naar de sensor.
De sensor krijgt geen stroom.
Controleer de stroomtoevoer van de sensor.
De setup duurt
langer dan
30 seconden.
Een andere sensor
veroorzaakt storingen.
Controleer of het detectieveld vrij is en
start een nieuwe setup.
Kies een verschillende frequentie voor iedere sensor.
De setup wordt gestoord.