ProForm PFEVEL12716 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PFEVEL12716.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
2
Het BLUETOOTH
®
woord-teken en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en
worden gebruikt onder licentie. Google Maps is een handelsmerk van Google Inc. Wi-Fi is een geregistreerd
handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance. IFIT is een geregistreerd
handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc. PROFORM is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health &
Fitness, Inc.
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De hier afgebeelde waarschuwingssticker
wordt meegeleverd bij dit product. Bevestig de
waarschuwingssticker bovenop de Engelse
waarschuwing op de aangegeven locatie. Deze
tekening toont de locatie van de waarschuwings-
sticker. Bel, wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is, het nummer op de voorkant
van deze handleiding en vraag om een gratis
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De sticker wordt
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR .........................................................16
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN ...............................................17
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................35
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
3
WAARSCHUWING: Lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de elliptische trai-
ner voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De elliptische trainer is niet bedoeld voor
gebruik door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij
instructie hebben ontvangen over het gebruik
van de elliptische trainer door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in
deze handleiding beschreven.
5. De elliptische trainer is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer
niet commercieel, voor verhuur of institutio-
nele situatie.
6. Gebruik de elliptische trainer enkel binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de elliptische trainer niet in een garage, op
een overdekt terras of bij water.
7. Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond en zorg ervoor dat er minstens
0,9 m vrije ruimte voor en achter en 0,6 m
vrije ruimte aan zijkanten van de elliptische
trainer is. Leg een matje onder de elliptische
trainer om uw vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de elliptische trainer en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Steek de stekker alleen in een geaard
stopcontact.
10. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik
geen adapter om het stroomsnoer op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buurt van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
11. Gebruik de elliptische trainer niet wanneer
het elektrische snoer of de stekker bescha-
digd is. Gebruik de loopband niet als hij niet
goed werkt.
12. GEVAARLIJK: Verwijder altijd de
sleutel, trek de stekker uit het stopcontact,
en zet de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) wanneer u de elliptische trainer niet
gebruikt en voordat u de elliptische trainer
reinigt. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
13. Houd kinderen jonger dan 13 jaar en huisdie-
ren uit de buurt van de elliptische trainer.
14. De elliptische trainer is niet geschikt voor
personen die meer dan 150 kg wegen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
15. Draag geschikte kleding wanneer u de ellip-
tische trainer gebruikt; draag geen losse
kleding die vast kan komen te zitten in de
elliptische trainer. Draag altijd gymschoe-
nen tijdens het oefenen om uw voeten te
beschermen.
16. Houd de handgrepen of de armen van het
bovendeel vast bij het opstappen, het afstap-
pen of tijdens het gebruik van de elliptische
trainer.
17. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op nauwkeurigheid van de hartslag-
waarden. De hartslagmonitor dient slechts
om de hartslag globaal te meten, als hulp-
middel bij het oefenen.
18. Met de elliptische trainer kan men niet free-
wheelen; de pedalen blijven ronddraaien
totdat het vliegwiel stopt. Verlaag uw fiets-
snelheid op een gecontroleerde manier.
19. Houd tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
20. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het oefe-
nen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te
koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
ENDURANCE 920 E elliptische trainer gekozen heeft.
De ENDURANCE 920 E elliptische trainer biedt een
aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om
uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvul-
dig door voor gebruik van de elliptische trainer.
Raadpleeg de omslag van deze handleiding als u
nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het
serienummer voordat u met ons contact opneemt. De
plaats waar u de stickers met het productnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van
de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke-
ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Hartslagmonitor
Ventilator
Accessoirehouder
Handvat
Luidsprekers
Arm van het Bovendeel
Pedaal
Roller
Hendel
Loopvlak
Bedieningspaneel
Tablethouder
Wiel
Stroomsnoer
Stroomschakelaar
Stelvoet
Lengte: 175 cm
Breedte: 66 cm
Gewicht: 86 kg
Hendel van het Pedaal
VOORDAT U BEGINT
6
M10 x 122mm Schroef
(104)–4
M8 Borgmoer
(102)–4
16mm Gegolfde
Tussenring (54)–2
M10 Gespleten
Tussenring (105)–8
M4 x 16mm
Schroef (101)–16
M8 Tussenring
(97)–8
M5 Tussenring
(94)–2
M8 x 13mm
Schroef (82)–6
M10 x 25mm
Schroef (99)–4
M8 x 38mm Bout
(96)–4
M8 x 14mm
Schouderschroef
(126)–2
#8 x 12mm
Schroef (111)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een rubber hamer
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
2. Plaats met de hulp van een tweede persoon,
wat verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder
de achterkant van het Onderstel (1). Laat de
tweede persoon het Onderstel vasthouden
om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u
deze stap voltooit.
Maak de Achterste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 122mm
Schroeven (104) en twee M10 Gespleten
Tussenringen (105).
Verwijder het verpakkingsmateriaal van onder de
achterkant van het Onderstel (1).
2
1
2
104
105
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
3
2
106
15
3. Druk de Steunen van de Kap (106) aan de
onderkant van de Kap van de Achterste
Stabilisator (15) op de Achterste Stabilisator (2).
4
4. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
van het verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld)
onder de voorkant van het Onderstel (1). Laat
de tweede persoon het Onderstel vasthouden
om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u
deze stap voltooit.
Maak de Voorste Stabilisator (6) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 122mm
Schroeven (104) en twee M10 Gespleten
Tussenringen (105).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van onder de voorkant van het Onderstel (1).
1
6
104
105
9
5. Richt de Staander (4) zoals is afgebeeld. Zorg
dat een tweede persoon de Staander vasthoudt
in de buurt van het Onderstel (1).
Zie de inzet-tekening. Zoek de draadband (A)
in de onderkant van de Staander (4). Verbind de
draadband met de Hoofddraad (110). Trek ver-
volgens aan de bovenkant van de draadband tot
de Hoofddraad helemaal door de Staander loopt.
Tip: Om te voorkomen dat de Hoofddraad
(110) in de Staander (4) valt, zet u de
Hoofddraad vast met de draadband (A).
1
4
110
A
A
110
5
6
6. Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (110). Vermijd dat de aangegeven
plastic lipjes (B) beschadigd worden. Zorg dat
een tweede persoon de Staander (4) vasthoudt
in de buurt van het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (4) met vier M10 x
25mm Schroeven (99) en vier M10 Gespleten
Tussenringen (105); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
B
4
1
105
105
99
99
110
Vermijd het afklemmen
van de Hoofddraad (110)
en vermijd het beschadi-
gen van de lipjes (B)
10
7
7. Gebruik een plastic zakje om uw vingers schoon
te houden en breng wat van het meegeleverde
smeervet aan op de Zwenkas (35) en op de
twee 16mm Gegolfde Tussenringen (54).
Steek de Zwenkas (35) door de Staander (4) en
leg deze in het midden. Tip: Het kan handig
zijn om een rubber hamer te gebruiken.
Zoek het Rechterbeen van het Bovendeel (60)
en richt deze zoals is afgebeeld.
Schuif een 16mm Gegolfde Tussenring (54) en
het Rechterbeen van het Bovendeel (60) op de
rechterkant van de Zwenkas (35).
Herhaal deze procedure voor het Linkerbeen
van het Bovendeel (46).
Bevestig vervolgens tegelijkertijd een M8 x
13mm Schroef (82) en een M8 Tussenring (97)
op elk uiteinde van Zwenkas (35).
60
54
46
82
97
35
4
Smeervet
8
8. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (61) en
richt deze zoals is afgebeeld.
Schuif de Rechterarm van het Bovendeel (61) op
het Rechterbeen van het Bovendeel (60).
Maak de Rechterarm van het Bovendeel
(61) vast met twee M8 x 38mm Bouten (96)
en twee M8 Borgmoeren (102). Zorg dat de
Borgmoeren in de zeshoekige gaten (C)
zitten.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van het
Bovendeel (47).
C
60
61
47
96
102
11
9
7
4
63
9. Maak het draadband rond de Hoofddraad (110)
los en gooi weg.
Terwijl een tweede persoon het Bedienings-
paneel (7) bij de Staander (4) vasthoudt, sluit u
de draden van het Bedieningspaneel aan op de
Hoofddraad (110) en op de Sensordraden (63).
Stop het overmatige draad in de Staander (4).
110
10
10. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (7) aan de
Staander (4) met vier M4 x 16mm Schroeven
(101); draai alle Schroeven eerst aan en draai
ze daarna vast.
7
101
101
4
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
12
11
11. Richt de Rechter Pedaalarm (58) zoals is
afgebeeld.
Breng smeervet aan op de as van de Rechter
Pedaalarm (58).
Bevestig de Rechter Pedaalarm (58) aan de
Rechter Rollerarm (59) met een M8 x 14mm
Schouderschroef (126), een Kleine Askap (55)
en een M8 Tussenring (97).
Herhaal deze stap voor de Linker Pedaalarm
(44).
Smeervet
126
55
58
59
44
97
82
82
97
97
77
58
77
60
46
64
12. Breng smeervet aan op een van de Assen van
de Pedaalarm (64).
Schuif dan een M8 Tussenring (97) en een
Tussenstuk van de As (77) op een M8 x 13mm
Schroef (82) en draai de Schroef een paar sla-
gen in de As van de Pedaalarm (64) vast.
Steek, terwijl een tweede persoon het voorste
uiteinde van de Rechter Pedaalarm (58) aan de
binnenkant van de beugel van het Rechterbeen
van het Bovendeel (60) vasthoudt, de As van de
Pedaalarm (64) in beide onderdelen.
Schuif vervolgens een M8 Tussenring (97) en
een Tussenstuk van de As (77) op een andere
M8 x 13mm Schroef (82) en draai de Schroef
een paar slagen in de As van de Pedaalarm (64)
vast. Draai dan beide Schroeven tegelijkertijd
vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
Smeervet
12
13
13
13. Draai de Achterste Kap van de Staander (81)
zoals afgebeeld.
Bevestig de Achterste Kap van de Staander
(81) aan de Staander (4) met vier M4 x 16mm
Schroeven (101); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
Draai de Voorste Kap van de Staander (117)
zoals afgebeeld.
Bevestig de Voorste Kap van de Staander (117)
rond de Staander (4) door deze in de Achterste
Kap van de Staander (81) te drukken.
101
81
117
4
14
14. Zoek de Voorste Kap van de Rechterarm (65) en
richt deze zoals is afgebeeld.
Bevestig de Voorste Kap van de Rechterarm
(65) aan het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) met twee M4 x 16mm Schroeven (101).
Zoek vervolgens de Achterste Kap van
de Rechterarm (66) en richt deze zoals is
afgebeeld.
Bevestig de Achterste Kap van de Rechterarm
(66) rond het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) door deze in de Voorste Kap van de
Rechterarm (65) te drukken.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
65
60
101
66
14
15. Zoek de Binnenste Kap van het Rechterbeen
(83) en richt deze zoals is afgebeeld.
Bevestig de Binnenste Kap van het Rechterbeen
(83) aan het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) met een M4 x 16mm Schroef (101) en een
M5 Tussenring (94).
Zoek vervolgens de Buitenste Kap van het
Rechterbeen (69) en richt deze zoals is
afgebeeld.
Bevestig de Buitenste Kap van het Rechterbeen
(69) rond het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) door deze in de Binnenste Kap van het
Rechterbeen (83) te drukken.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
60
94
101
69
15
83
75
118
73, 74
16. Richt de Kap van de Schermkap (118) en Kap
van het Scherm (75) zoals afgebeeld.
Druk de lipjes van de Kap van de Schermkap
(118) op het Linker- en het Rechterscherm (73,
74).
Druk de lipjes van de Kap van het Scherm (75)
op het Linker- en het Rechterscherm (73, 74).
16
15
17. Draai de Achterste Kap van het
Bedieningspaneel (80) zoals afgebeeld.
Maak de Achterste Kap van het Bedienings-
paneel (80) aan de Staander (4) vast met twee
M4 x 16mm Schroeven (101).
Richt vervolgens de Voorste Kap van het
Bedieningspaneel (79) zoals is afgebeeld.
Bevestig de Voorste Kap van het
Bedieningspaneel (79) rond de Staander
(4) door deze in de Achterste Kap van het
Bedieningspaneel (80) te drukken.
79
4
80
101
17
18
19. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed vastgedraaid zijn voordat u de elliptische trainer gaat gebrui-
ken. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje onder de elliptische trainer om de vloer te
beschermen.
18. Bevestig de Tablethouder (127) aan de achter-
kant van het Bedieningspaneel (7) met vier #8 x
12mm Schroeven (111); draai alle Schroeven
aan en draai ze vast.
7
127
111
16
DE HARTSLAGMONITOR AANZETTEN
Indien de hartslagmonitor lijkt op de degene die
is afgebeeld in tekening 1, druk dan de zender (A)
op de snelbinders op de borstriem (B). Indien de
hartslagmonitor lijkt op degene die is afgebeeld in
tekening 2, steek dan lipje (C) in een uiteinde van de
borstriem (D) in een van de uiteinde van de zender (E).
Druk vervolgens het uiteinde van de zender onder de
gesp (F) op de borstriem; het lipje moet gelijk liggen
aan de zender.
Wikkel de hartslag-
monitor vervolgens
rond de borst in de
weergegeven locatie;
de hartslagmonitor
moet onder uw kleding
dicht tegen uw huid
liggen. Zorg dat het
logo rechtop staat afgebeeld. Bevestig vervolgens het
andere eind van de borstriem. Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte van de band bij.
Trek vervolgens
de zender en de
borstriem een paar
centimeters van uw
lichaam en zoek de
twee elektrodegebie-
den (G). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spuug
of vloeistof voor contactlenzen. Plaats de zender en de
borstriem terug tegen uw borstkas.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de elektrodegebieden grondig met een zachte
doek na elk gebruik. Vocht houdt de hartslagmoni-
tor geactiveerd, maar verkort de levensduur van de
batterij.
Bewaar de hartslagmonitor op een warme, droge
plaats. Bewaar de hartslagmonitor niet in een
plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan
vasthouden.
Stel de hartslagmonitor niet langere tijd bloot aan
direct zonlicht en aan temperaturen boven de 50°C
of onder de -10°C.
Buig de hartslagmonitor niet overmatig bij het gebrui-
ken of bewaren van de hartslagmonitor.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de zender te reinigen. Veeg de zender
af met een vochtige doek en droog hem daarna
grondig met een zachte doek. Gebruik nooit alco-
hol, schuurmiddelen of chemische middelen om de
zender te reinigen. Was de borstriem op de hand en
droog deze aan de lucht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Als de hartslagmonitor niet functioneert als u deze
plaatst zoals hier links beschreven staat, dient u het
iets lager of hoger op de borstkas te plaatsen.
Maak de electrodes opnieuw nat wanneer de hart-
slagmetingen pas verschijnen, nadat u begint te
transpireren.
Voor de goede weergave van de hartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een arm-
slengte van het bedieningspaneel bevinden.
Als er zich een batterijklepje bevindt op de achter-
kant van de zender, vervang de batterij dan voor een
nieuwe batterij van hetzelfde type.
De hartslagmonitor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
De werking van de hartslagmonitor kan worden beïn-
vloed door magnetische storing veroorzaakt door
elektriciteitsleidingen of andere bronnen. Indien u
veronderstelt dat magnetische storing een probleem
veroorzaakt, probeer de trainingsapparatuur dan op
een andere locatie uit.
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
1 2
G
A
B
E
F
C
D
17
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
18
DE ELLIPTISCHE TRAINER VERPLAATSEN
Gezien de afmetingen en de zwaarte van de ellip-
tische trainer, moet deze door twee personen
verplaatst worden. Ga voor de elliptische trainer
staan, houd de staander vast en plaats één voet tegen
een van de wielen. Trek aan de staander en laat een
tweede persoon de hendel optillen tot de elliptische
trainer rolt op de wielen. Verplaats de elliptische trainer
voorzichtig naar de gewenste plaats en laat hem dan
op de vloer zakken.
DE ELLIPTISCHE TRAINER WATERPAS STELLEN
Indien de ellip-
tische trainer
enigszins
schommelt op
uw vloer tij-
dens gebruik,
dient u één of
beide stelvoe-
ten onder het
onderstel te draaien tot de speling weg is.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onderste
rand van de tablet in
de houder om een
tablet in de tablethou-
der te steken. Zorg
ervoor dat de tablet
stevig vastzit in de
tablethouder. Doe
deze handelingen in
omgekeerde volgorde
om de tablet uit de
tablethouder te halen.
Trek aan de
staander
Til hier
op
Plaats
hier uw
voet
Stelvoeten
19
HOE DE STAND VAN DE PEDALEN TE
VERANDEREN
Ieder pedaal kan in verschillende standen worden
bijgesteld. Om de pedaal af te stellen trekt u de
pedaalhendel naar buiten, beweegt u de pedaal in de
gewenste stand en laat u de pedaalhendel los in een
afstelgat onder het pedaal. Zorg ervoor dat beide
pedalen in dezelfde stand staan.
HOE OP DE ELLIPTISCHE TRAINER TE OEFENEN
Om de elliptische trainer te monteren houdt u de hand-
vaten of de armen van het bovendeel vast en stapt u
op het pedaal dat zich in de laagste positie bevindt.
Stap vervolgens op het andere pedaal. Duw op de
pedalen tot u een vloeiende beweging bereikt. Let op:
De pedalen kunnen in beide richtingen draaien. Het
wordt aanbevolen om de pedalen in de richting van
onderstaande pijl te bewegen. Om af te wisselen,
kunt u de pedalen ook in de tegenovergestelde
richting bewegen.
Wacht tot de pedalen helemaal gestopt zijn voordat
u van de elliptische trainer afstapt. Let op: Met de
elliptische trainer kan men niet freewheelen; de
pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel
stopt. Wanneer de pedalen tot stilstand zijn gekomen,
stapt u eerst van de hoogste pedaal. Stap vervolgens
van het laagste pedaal.
Handvaten
Armen van het
Bovendeel
Pedalen
Hendel
van het
Pedaal
Pedaal
20
Uranium
ELPF59914
PFEL59914
MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-compatibele fitnessapparatuur, kunt
u een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om
uw fitnessdoelen werkelijkheid te maken:
Doe overal ter wereld oefeningen met aan-
pasbare Google Maps.
Download trainingsoefeningen die zijn
ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke
doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere
gebruikers in de iFit-gemeenschap te
strijden.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit
cloud en volg uw vooruitgang.
Stel calorie-, tijd- en afstandsdoelen in voor
uw oefeningen.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
Bekijk high-definition video’s met gesimu-
leerde oefeningen.
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
21
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft de revolutionaire iFit-
technologie zodat het bedieningspaneel kan com-
municeren met uw draadloze netwerk. Met de
iFit-technologie, kunt u persoonlijke oefeningen
downloaden, eigen oefeningen creëren, uw oefe-
ningsresultaten bijhouden en toegang krijgen tot
andere functies. Zie www.iFit.com voor volledige
informatie.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een selectie
vooraf ingestelde oefeningen en verschillende iFit-de-
mo-oefeningen. Elke oefening regelt automatisch de
weerstand van de pedalen en de hellingsgraad van het
platform en vraagt u om de pedaalsnelheid te variëren
naargelang u de doeltreffende oefening doorloopt. U
kunt ook een op u afgestemd oefeningendoel instellen
met de vooraf ingesteld doel-oefening.
U kunt de weerstand van de trappers en de hel-
lingsgraad van het platform met een druk op de
knop wijzigen in de handmatige instelling van het
bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlo-
pend trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw
hartslag meten door gebruik te maken van de hartslag-
monitor met handgreep of door middel van de borstkas
hartslagmonitor.
U kunt tevens surfen op het internet of naar uw favo-
riete oefeningmuziek of audioboek luisteren via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel terwijl u
oefeningen doet.
U kunt daarnaast ook de oplaadpoort op het bedie-
ningspaneel gebruiken om uw USB-geschikte apparaat
tijdens uw oefeningen te gebruiken.
Om het apparaat aan te zetten, zie deze bladzijde.
Voor meer informatie over het gebruik van het tip-
toetsscherm, zie bladzijde 22. Voor het instellen van
het bedieningspaneel, zie bladzijde 22.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de elliptische trainer
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
deze tot kamertemperatuur komen voordat u hem
inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedie-
ningspaneel of andere elektrische onderdelen
beschadigen.
Steek het stroomsnoer
in (zie HOE DE SNOER
IN STOPCONTACT TE
STEKEN op bladzijde
17). Zoek vervolgens
naar de stroomschake-
laar op het onderstel bij
het stroomsnoer. Druk de stroomschakelaar in de
reset-stand.
Het display gaat dan aan en het bedieningspaneel is
klaar voor gebruik.
Let op: Wanneer u het apparaat voor de eerste
keer aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk
automatisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren,
beweegt het loopvlak omhoog en omlaag. Wanneer het
loopvlak stopt met bewegen, wordt het hellingsysteem
gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet auto-
matisch kalibreert, zie stap 4 op bladzijde 32 en
kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel heeft een
demo-instelling, die ontwikkeld is voor als de
elliptische trainer in een winkel geëtaleerd wordt.
Wanneer de demo-instelling aangezet wordt,
zal het bedieningspaneel een vooraf ingestelde
presentatie laten zien wanneer u klaar bent met
oefenen. Om de demo-modus uit te zetten, zie stap
6 op bladzijde 30.
Reset-
stand
22
DE TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-co-
lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zal u helpen
om u de geavanceerde technologie van de tablet eigen
te maken:
De functies van het bedieningspaneel werken
op dezelfde wijze als andere tablets. U kunt met
uw vinger schuiven of tikken op het scherm om
bepaalde beelden op het scherm, zoals de displays
in een oefening te bewegen. U kunt echter niet in- of
uitzoomen door met uw vinger over het scherm te
schuiven.
Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u eerst
op het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsenbord
te gebruiken, drukt u op de toets ?123. Druk op de
toets Alt om meer tekens te bekijken. Druk opnieuw
op de toets Alt om terug te gaan naar het nummer-
toetsenbord. Om terug te keren naar het letter-
toetsenbord, raakt u de toets ABC aan. Om een
teken met een hoofdletter te gebruiken, raakt u de
toets aan met de pijl omhoog. Druk nogmaals op de
toets met de pijl om meerdere hoofdletters te gebrui-
ken. Om terug te keren naar het lettertoetsenbord,
raakt u de pijltoets een derde keer aan. Om het
laatste teken te wissen, raakt u de toets aan met de
pijl terug en een X.
Gebruik deze
toetsen op het bedie-
ningspaneel om op de
tablet te navigeren.
Druk dan op de thuis-
toets om terug te keren
naar het hoofdmenu.
Druk op de instellin-
gen-toets om de hoofdinstellingenmenu te gaan (zie
bladzijde 30). Druk op de terug-toets om terug te
gaan naar het vorige scherm.
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat de elliptische
trainer voor de eerste keer gebruikt wordt.
1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Let op: U moet op een draadloos netwerk aan-
gesloten zijn, om toegang tot internet te krijgen,
om iFit-oefeningen te downloaden, en om andere
mogelijkheden van het bedieningspaneel te gebrui-
ken. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 33, om het bedienings-
paneel aan te sluiten op uw draadloze netwerk.
2. Controleer voor firmware updates.
Bekijk eerst stap 1 op bladzijde 30 en stap 2 op
bladzijde 32 en selecteer de onderhoudsmodus.
Zie dan stap 3 op bladzijde 32 en controleer voor
firmware updates.
3. Het hellingsysteem kalibreren.
Zie stap 4 op bladzijde 32 en kalibreer het
hellingsysteem.
4. Creëer een iFit-account.
Druk op het wereldbolletje onderaan het scherm en
raak de iFit-toets aan.
Let op: Zie bladzijde 34 voor meer informatie over
het navigeren met de internetbrowser.
De internetbrowser opent op de iFit.com home-
page. Volg dan de informatie op de website om
u te registreren voor uw iFit-lidmaatschap. Indien
u een activeringscode heeft, selecteert u de
code-activeringsoptie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met uw oefe-
ningen kunt beginnen. De volgende bladzijden leggen
de verschillende oefeningen en andere mogelijkheden,
die het bedieningspaneel biedt, uit.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 23. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 25. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie blad-
zijde 27. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie
bladzijde 28.
Voor gebruik van de instellingenmodus van het
apparaat, zie bladzijde 30. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus, zie bladzijde 32. Voor gebruik
van de draadloze netwerkmodus, zie bladzijde 33.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
34. Voor gebruik van de oplaadpoort, zie bladzijde
34. Voor gebruik van de internet browser, zie
bladzijde 34.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm ligt,
verwijder deze dan.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie stap 13 op blad-
zijde 31. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle
instructies in deze paragraaf naar mijlen.
Thuis
Instellingen
Terug
23
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 21.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Raak de thuis-toets aan onderaan op het scherm
of druk op de toets Manual Control (handmatige
bediening) om te allen tijde terug te keren naar het
hoofdmenu.
3. Wijzig desgewenst de weerstand van de
pedalen en de helling van het loopvlak.
Druk op de toets Start of begin met fietsen.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
trappen aanpassen. Druk op de toename- of afna-
metoets Resistance (weerstand) om de weerstand
te wijzigen.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer-
standsniveau hebben bereikt.
U kunt om de beweging van de pedalen af te
wisselen de helling van het loopvlak wijzigen. Druk
om de hellingsgraad te wijzigen op een van de
genummerde toetsen Quick Power Ramp (snel
krachtplatform) of op de toename- en afnametoet-
sen Power Ramp (krachtplatform).
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het een
eventjes duren voordat het hellingplatform het
gewenste hellingsniveau bereikt.
4. Controleer uw voortgang.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen display mode zal aangeven
welke informatie wordt weergegeven.
Tik op of schuif over het scherm om de gewenste
displaymodus te kiezen. U kunt ook de rode velden
op het scherm aanraken om aanvullende oefening-
informatie te bekijken.
Houd desgewenst uw trapsnelheid in de buurt van
de doeltempo. De doelzonemeter zal u vertellen
dat u sneller, langzamer of gelijk moet blijven
trappen. Tik of schuif op het scherm om de doel-
zonemeter te bekijken. Let op: Het doelritme wordt
weergegeven in toeren per minuut (tpm).
Indien gewenst kunt ook de volume
bijstellen door op de toename- of
afnametoetsen Volume op het
bedieningspaneel te drukken.
Raak een van de menu-toetsen op het scherm
aan om de oefening te onderbreken. Om verder te
gaan met de oefening drukt u op de toets Resume
(hervatten). Om de oefeningsessie te stoppen,
drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening
beëindigen).
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Om de borstkashartslagmonitor te kopen, zie blad-
zijde 16. Volg onderstaande instructies voor het
gebruik van de handgreep hartslagmonitor. Let op:
Wanneer u beide hartslagmonitoren tegelijker-
tijd gebruikt, zal de borstkas hartslagmonitor
prioriteit krijgen.
Als er velle-
tjes plastic op
de metalen
contactpunten
van de hand-
greep met
hartslagmoni-
tor bevinden,
verwijder deze
dan. Om uw
hartslag te
meten, houd uw
handen op de
hartslagmonitor met de palmen van uw hand leu-
nend tegen de contactpunten. Beweeg uw handen
niet en houd de contacten niet te stevig vast.
Contact-
punten
24
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer
uw pols gemeten kan worden. Voor een cor-
recte hartslagmeting, houdt u de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, ga dan
na of u uw handen zoals eerder beschreven op
de sensoren hebt geplaatst. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt of houd de contacten
niet te stevig vast. Voor de beste werking maakt
u de contactpunten schoon met een zachte doek;
gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische
middelen om de contactpunten schoon te
maken.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en een stand
automatisch. Als de automatische
modus is geselecteerd zal de
snelheid van de ventilator verhogen
of verlagen als uw trapsnelheid
toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de
toename- en afnametoetsen van de ventilator om
een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator
uit te zetten.
Let op: Als de pedalen gedurende enige tijd niet
bewegen als het hoofdmenu is geselecteerd, gaat
de ventilator automatisch uit.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Druk de stroomschakelaar in de stand Off (uit) en
trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar
bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet dan
kunnen de elektrische onderdelen van de ellip-
tische trainer voortijdig slijten.
25
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 21.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 23.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te kiezen, drukt
u op het hardlopertje onderaan het scherm. Het
oefeningenmenu zal op het scherm verschijnen.
Selecteer de gewenste oefeningencategorie uit
het oefeningenmenu en selecteer de gewenste
oefening. Let op: Het kan nodig zijn om het scherm
naar beneden te bladeren om alle menu-opties te
zien.
Let op: U kunt ook op de toetsen Calorie Workouts
(calorie-oefeningen), Intensity Workouts (inten-
siteitoefeningen), of Performance Workouts
(uitvoeroefeningen) op het bedieningspaneel
drukken.
Het scherm toont de naam en duur van de oefe-
ning. Het scherm toont ook het geschatte aantal
calorieën dat u tijdens de oefening zal verbranden
en een profiel van de weerstand en hellinginstellin-
gen van de oefening.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start Workout (oefening starten)
om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Voor elk
segment is één weerstand-, één hellingsniveau en
één doeltemponiveau (snelheid) geprogrammeerd.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge-
geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik of
schuif op het scherm om uw profielen te bekijken.
Tijdens sommige oefeningen toont het scherm een
kaart van de route en een markering die uw voort-
gang weergeeft. Druk op de toetsen op het scherm
om de gewenste mapopties te selecteren.
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dichtbij
het doelritme voor het huidige segment. De doel-
zonemeter zal u vertellen dat u sneller, langzamer
of gelijk moet blijven trappen. Tik of schuif op het
scherm om de doelzonemeter te bekijken. Let op:
Het doelritme wordt weergegeven in toeren per
minuut (rpm/tpm).
BELANGRIJK: Het doelritme is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke stap-
tempo kan langzamer zijn dan het doelritme.
Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aan-
genaam voor u is.
26
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsniveau
voor het huidige segment te hoog of te laag is,
kunt u de instellingen handmatig wijzigen door
op de toetsen Resistance (weerstand) of Ramp
(platform) te drukken. Indien u drukt op de toets
Resistance, kunt u handmatig de weerstand instel-
len (zie stap 3 op bladzijde 23). Als u drukt op de
toets Ramp, kunt u handmatig de helling instellen
(zie stap 3 op bladzijde 23). Om terug te keren
naar de geprogrammeerde weerstand/hellin-
ginstellingen van de oefening, raakt u de toets
Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de oefening
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van het weerstands- of
hellingniveau, invloed hebben op het aantal
calorieën dat u zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de terug-
toets of thuis-toets onderaan het scherm. Om
verder te gaan met de oefening drukt u op de toets
Resume (hervatten). Om de oefening te stoppen,
drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening
beëindigen).
De oefening gaat zo verder tot het laatste onder-
deel is uitgevoerd. Een samenvatting van de
oefening zal dan op het scherm verschijnen. Druk
lichtjes op de toets Finish (beëindigen) om terug
te keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
bewaren of publiceren met een van de opties op
het scherm.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 23.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 23.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 24.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 24.
27
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 21.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 23.
3. Selecteer een oefening met een ingesteld doel.
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u op de toets Set A Goal (een
doel instellen) op het scherm aan of druk op de
toets Set A Goal op het bedieningspaneel.
Om een aangepast doel voor uw oefening in te
stellen, drukt u op de toets voor het gewenste doel.
Druk vervolgens lichtjes op de toenametoets en
afnametoets op het scherm om uw doel en andere
variabelen voor de oefening te selecteren. Het
scherm zal de duur en de afstand van de oefening
en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden aangeven.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start om met de oefening te
starten.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 23).
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dichtbij
het doelritme voor het huidige segment. De doel-
zonemeter zal u vertellen dat u sneller, langzamer
of gelijk moet blijven trappen. Tik of schuif op het
scherm om de doelzonemeter te bekijken. Let op:
Het doelritme wordt weergegeven in toeren per
minuut (rpm/tpm).
BELANGRIJK: Het doelritme is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke stap-
tempo kan langzamer zijn dan het doelritme.
Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aan-
genaam voor u is.
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsniveau
voor het huidige segment te hoog of te laag is,
kunt u de instellingen handmatig wijzigen door
op de toetsen Resistance (weerstand) of Ramp
(platform) te drukken. Indien u drukt op de toets
Resistance, kunt u handmatig de weerstand instel-
len (zie stap 3 op bladzijde 23). Als u drukt op de
toets Ramp, kunt u handmatig de helling instellen
(zie stap 3 op bladzijde 23). Om terug te keren
naar de geprogrammeerde weerstand/hellin-
ginstellingen van de oefening, raakt u de toets
Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Indien u handmatig het weerstands- of hel-
lingsniveau wijzigt tijdens een caloriedoeloefening,
dan wordt de duur van de oefening automatisch
afgesteld om ervoor te zorgen dat u uw caloriedoel
haalt.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de oefening
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van het weerstands- of
hellingniveau, invloed hebben op het aantal
calorieën dat u zult verbranden.
De oefening duurt zolang tot u uw ingestelde doel
bereikt. Er zal een samenvatting van de oefening
op het scherm verschijnen. Druk lichtjes op de
toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar
het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt
bekeken. U kunt ook uw resultaten bewaren of
publiceren met een van de opties op het scherm.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 23.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 23.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 24.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 24.
28
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft toegang nodig tot een
draadloos netwerk (zie DE DRAADLOZE NETWERK-
MODUS GEBRUIKEN op bladzijde 33) om een
iFit-oefening te gebruiken. Een iFit-account is ook
vereist.
1. Voeg oefeningen aan uw schema op iFit.com.
Open een internetbrowser op uw computer,
smartphone, tablet of ander apparaat, ga naar
www.iFit.com, en log in op uw iFit-account.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek)
op de website. Bekijk de oefening-programma’s in
de bibliotheek en volg de gewenste oefeningen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema)
om uw schema te bekijken. Alle gekozen oefenin-
gen zullen dan op uw schema verschijnen. U kunt
dan desgewenst uw oefeningen op uw schema
rangschikken of verwijderen.
Neem wat tijd om de iFit.com website te bekijken
voordat u uitlogt.
2. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 21.
3. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 23.
4. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de
toets Login (inloggen) aan om in te loggen op uw
iFit-account. Vul uw iFit.com gebruikersnaam en
wachtwoord in en druk op de toets Login.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw iFit-
account, drukt u op de gebruiker-toets onderaan
het scherm. Indien uw iFit-account meerdere
gebruikers heeft, verschijnt er een lijst met gebrui-
kers. Druk op de naam van de gewenste gebruiker.
5. Kies een iFit-oefening.
BELANGRIJK: Voordat u iFit-oefeningen kunt
downloaden, moet u ze toevoegen aan uw
schema op iFit.com (zie stap 1).
Druk op de toets Map (kaart), Train (oefenen),
Video, of Lose Wt. (afvallen) om een iFit-oefening
te downloaden van iFit.com naar het bedie-
ningspaneel. De volgende oefening van dat type
in uw schema zal dan gedownload worden. Let
op: U heeft mogelijk toegang tot demo-oefenin-
gen via deze toetsen, zelfs als u niet inlogt op uw
iFit-account.
Druk op de toets Compete (competitie) om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft op iFit.com. Druk op de toets Track (route)
om uw oefeninggeschiedenis te zien. Raak de
toets Set A Goal (ingesteld doel) aan (zie bladzijde
27) om een oefening met een ingesteld doel te
kiezen.
Voor meer informatie over iFit-oefeningen, ga
naar www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont het
scherm de naam en de geschatte duur van de
oefening. Het scherm geeft bij benadering ook het
aantal calorieën dat u zult verbranden tijdens de
oefening.
De display zal, als de iFit-oefening een race of
uitdaging is, aftellen totdat de race begint.
29
6. Start de oefening.
Zie stap 4 op bladzijde 25. Tijdens sommige oefe-
ningen zal een audio coach u begeleiden tijdens de
oefening.
7. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 23. De display toont ook
een kaart van de route en een marker geeft uw
voortgang aan. Druk op de toetsen op het scherm
om de gewenste kaartopties te selecteren.
Tijdens een race of uitdaging, toont het scherm
uw positie in de race ten opzichte van de andere
deelnemers.
8. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 23.
9. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 24.
10. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 24.
Ga u www.iFit.com voor meer informatie over iFit
mogelijkheden.
30
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een
firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel
iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zet het bedieningspaneel aan en selecteer het
hoofdmenu (zie stappen 1 en 2 op bladzijde 23).
Druk dan op de toets met de toestellen onderaan
het scherm om het hoofdmenu van de instellingen
te selecteren.
Let op: U kunt ook op de instellingen-toets op het
bedieningspaneel drukken om het hoofdmenu van
de instellingen te selecteren.
2. Selecteer de stand apparatuurinstellingen.
Druk in het hoofdmenu van de instellingen, op de
toets Equipment Settings (apparatuurinstellingen).
Let op: Het kan nodig zijn om het scherm naar
beneden te bladeren om alle menu-opties te zien.
3. De functie automatisch opnieuw inloggen in- of
uitschakelen.
Schakel deze functie in als u wilt dat uw bedie-
ningspaneel automatisch inlogt op uw iFit account
wanneer u het apparaat aanzet. Let op: Deze func-
tie wordt alleen aanbevolen voor privé-eigenaren
van de elliptische trainer.
Voor het in- of uitschakelen van de functie voor
automatisch opnieuw inloggen, drukt u eerst op de
toets Auto Relogin (automatisch opnieuw inloggen).
Druk vervolgens op het keuzevakje Enable (inscha-
kelen) of Disable (uitschakelen). Druk daarna
lichtjes op de terug-toets op het scherm.
4. Automatische bedieningspaneel-updates in- of
uitschakelen.
Voor het in- of uitschakelen van automatische
bedieningspaneel-updates, drukt u eerst op de
toets Auto Update (automatisch updaten). Druk
vervolgens op het keuzevakje Enable (inschakelen)
of Disable (uitschakelen). Druk daarna lichtjes op
de terug-toets op het scherm.
Let op: Voor het selecteren van een tijd voor auto-
matische bedieningspaneel-updates, zie stap 12.
5. Schakel de internetbrowser in of uit.
Voor het in- of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens
op het keuzevakje Enable (inschakelen) of Disable
(uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
6. Zet de display demostand aan of uit.
Het bedieningspaneel heeft een demo-instelling,
die ontwikkeld is voor als de elliptische trainer in
een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo-in-
stelling aan gaat, zal het bedieningspaneel een
vooraf ingestelde presentatie laten zien als de
elliptische trainer niet in gebruik is.
Om de display demostand aan of uit te zetten,
drukt u eerst lichtjes op de toets Demo Mode
(demostand). Druk vervolgens op het keuzevakje
On (aan) of Off (uit). Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
7. De versnellingentoets verbergen/tonen.
Het bedieningspaneel heeft een functie om de
versnellingentoets te tonen/verbergen om te
voorkomen dat onbevoegde gebruikers aan het
hoofdmenu voor de instellingen komen.
Om de versnellingentoets te tonen/verbergen, drukt
u op de toets Hide Settings (instellingen verbergen)
en selecteert u het gewenste keuzevakje. Volg
vervolgens de richtlijnen op het scherm.
BELANGRIJK:
Voor toegang
tot het hoofd-
menu van de
instellingen
als de versnel-
lingentoets
is verborgen,
tekent u een
vierkant naar rechts op het scherm.
8. Selecteer een taal.
Druk op de toets Language (taal) voor het selecte-
ren van een taal en selecteer de gewenste taal.
31
9. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids-
inlogcode ontworpen om onbevoegde gebruik van
de elliptische trainer te voorkomen.
Druk lichtjes op de toets Passcode (inlogcode).
Druk lichtjes op het keuzevakje Enable (inscha-
kelen) om een inlogcode in te schakelen. Voer
dan een 4-cijferige inlogcode in naar keuze. Druk
lichtjes op Save (opslaan) om deze inlogcode op
te slaan. Druk op Cancel (annuleren) om terug te
keren naar de instellingsmodus van de apparatuur
zonder een inlogcode te gebruiken. Druk op het
keuzevakje Disable (uitschakelen) om de inlogcode
uit te schakelen.
Let op: Indien een inlogcode is uitgeschakeld,
zal het bedieningspaneel regelmatig om een
inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver-
grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet,
dient u de volgende master inlogcode in te vul-
len om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
10. Straatzicht in- of uitschakelen.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in- of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable (inschakelen) of Disable (uitschakelen).
Druk daarna lichtjes op de terug-toets op het
scherm.
11. Selecteer een tijdzone.
Raak, om een tijd te kiezen, de Timzone (tijdzone)
toets aan en kies de gewenste tijdzone. Druk
daarna lichtjes op de terug-toets op het scherm.
12. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en
selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de
automatische update van het bedieningspaneel te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
Wanneer u een bijwerktijd selecteert, dient u
ook automatische bedieningspaneelupdates
inschakelen (zie step 4).
BELANGRIJK: U moet nog steeds de stekker
eruit trekken wanneer u klaar bent met de ellip-
tische trainer. Stel de tijd voor een update in op
een tijdstip dat u normaal gesproken de ellip-
tische trainer gebruikt en u de stekker, na een
update, eruit kunt trekken.
13. Selecteer de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/Metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Druk vervolgens op het vakje voor de gewenste
meeteenheid. Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
14. Verlaat de stand apparatuurinstellingen.
Om de stand apparatuurinstellingen te verlaten,
drukt u op de terug-toets op het bedieningspaneel
of de terug-toets op het scherm.
32
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een
firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel
iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 30.
2. Kies de onderhoudsmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Maintenance (onderhoud) om naar
de onderhoudsmodus te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont
informatie over het bedieningspaneel en het draad-
loze netwerk.
3. Werk de firmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig op
firmware updates.
Druk lichtjes op de toets Firmware Update voor
firmware updates met gebruik van uw draadloze
netwerk. De update begint automatisch.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u de
elliptische trainer beschadigt dient u het appa-
raat niet uit te zetten totdat de firmware is
bijgewerkt.
Het scherm toont de voortgang van de update. Als
het bijwerken voltooid is, zal de elliptische trainer
uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt,
drukt u de stroomschakelaar in de stand Off (uit).
Wacht enkele seconden en zet de stroomschake-
laar in de reset-stand. Let op: Het kan een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar
is voor gebruik.
Let op: Soms kan een firmware update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders functioneert.
Deze updates worden altijd zo ontwikkeld om uw
oefeningervaring te verbeteren.
4. Het hellingsysteem kalibreren.
Druk lichtjes op de toets Calibrate Incline (helling
kalibreren). Druk vervolgens zachtjes op de toets
Begin (beginnen) om het hellingsysteem te kali-
breren. Het hellingplatform stijgt automatisch naar
het maximale hellingsniveau, verlaagt naar het
minimale hellingsniveau en keert dan terug naar de
uitgangspositie. Hierdoor wordt het hellingsysteem
gekalibreerd. Druk op de toets Cancel (annuleren)
om terug te gaan naar de onderhoudsmodus. Als
het hellingsysteem is gekalibreerd drukt u lichtjes
op de toets Finish (beëindigen).
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de ellipti-
sche trainer als u het hellingsysteem kalibreert.
5. Machine-informatie bekijken.
Raak de toets Machine Info (informatie van het
apparaat) aan om informatie over uw elliptische
trainer te bekijken. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm als u de informatie hebt
gezien.
6. Sleutelcodes vinden.
Deze optie is bedoeld om te worden gebruikt door
onderhoudsspecialisten om te onderzoeken of een
bepaalde toets goed werkt.
7. Een aangepast IP-adres invoeren.
Indien uw netwerk niet automatisch IP-adressen
genereert, drukt u op de toets Custom IP (aange-
past IP-adres) om een aangepast IP-adres in te
voeren.
8. Zet het bedieningspaneel terug naar de
fabrieksinstellingen.
Druk op de toets Factory Reset (fabrieksinstel-
lingen) en volg de instructies op het scherm om
het bedieningspaneel terug te zetten naar de
fabrieksinstellingen. BELANGRIJK: Als u het
bedieningspaneel reset, verliest u al uw aange-
paste bedieningspaneelinstellingen.
9. Verlaat de onderhoudsmodus.
Om de onderhoudsmodus te verlaten, drukt u op
de terug-toets op het bedieningspaneel of de terug-
toets op het scherm.
33
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een draadloze netwerk-
modus waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network nodig,
inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund).
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 30.
2. Selecteer de draadloze netwerkmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Network Setup (netwerk instellen)
om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
Let op: U kunt ook drukken op het draadloos
netwerk symbooltje om naar de draadloze netwerk-
modus te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Als dat niet het geval is, raak dan de
Wi-Fi menuoptie één keer aan en wacht een paar
seconden. Het bedieningspaneel zal naar beschik-
bare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi
®
is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op het Netwerk-
notificatiemenu-optie een groen vinkje heeft om het
bedieningspaneel in te lichten als een draadloos
netwerk binnen het bereik is en beschikbaar.
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient
uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Druk dan op de
toets Connect (verbinden) om verbinding te maken
met het netwerk of druk lichtjes op de toets Cancel
(annuleren) om terug te keren naar de lijst met
netwerken. Als het netwerk een wachtwoord heeft,
drukt u lichtjes op het vakje voor het wachtwoord.
Er zal een toetsenbord op het scherm verschij-
nen. Om het wachtwoord tijdens het typen te zien,
dient u lichtjes te drukken op het keuzevakje Show
Password (toon wachtwoord).
Voor gebruik van het toetsenbord, zie DE
TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op bladzijde 22.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi-menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden).
Om het contact met een draadloos netwerk te ver-
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan
voor dat uw wachtwoord juist is. Let op: Wacht-
woorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit-modus ondersteund onbeveiligde en
beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™) codering. Een
breedbandverbinding wordt aanbevolen, de werking
hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com
voor hulp.
5. Verlaat de draadloze netwerkmodus.
Om de draadloze netwerkmodus te verlaten, drukt
u op de terug-toets op het bedieningspaneel of de
terug-toets op het scherm.
34
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw per-
soonlijke audio-speler. Pas het volume
aan met de volume-toenametoets en
-afnametoets op het bedieningspaneel
of de volumeregelknop op uw persoon-
lijke audiospeler.
DE OPLAADPOORT GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een oplaadpoort die u kunt
gebruiken om USB-geschikte apparaten, zoals smart-
phones, op te laden als u aan het oefenen bent.
Om de oplaadpoort te gebruiken, steekt u een USB-
oplaadkabel (niet meegeleverd) in de oplaadpoort op
het bedieningspaneel en in de aansluiting op uw appa-
raat; zorg ervoor dat de USB-oplaadkabel volledig
is ingestoken. Let op: De oplaadpoort kan niet worden
gebruikt voor het bekijken of versturen van gegevens
of om muziek via het geluidssysteem van het bedie-
ningspaneel af te spelen.
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de internetbrowser te kunnen gebruiken
dient u toegang te hebben tot een draadloos netwerk
inclusief een (802.11b/g/n) draadloze router met geacti-
veerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden
niet ondersteund).
Om de internetbrowser te openen, drukt u op het toets
met het wereldbolletje onderaan het scherm. Kies dan
de gewenste website.
Druk op de toetsen Back (terug), Refresh (vernieuwen)
en Forward (vooruit) op het scherm om te navigeren in
de internet browser. Druk op de toets Return (terugke-
ren) op het scherm om de internet browser te verlaten.
Voor gebruik van het toetsenbord, zie DE
TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op bladzijde 22.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URL-balk, schuift u eerst met uw vinger over het
scherm omlaag om, indien nodig, de URL-balk te
zien. Druk daarna lichtjes op de URL-balk, gebruik het
toetsenbord voor het invoeren van het adres en druk
vervolgens lichtjes op de toets Go (ga).
Let op: De weerstands-, ventilator-, helling en volu-
metoetsen zullen nog steeds werken wanneer u de
internetbrowser gebruikt, maar de oefeningen-toetsen
werken niet.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com voor
hulp.
35
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer-
king en vermindering van slijtage. Controleer steeds
bij gebruik alle onderdelen van de elliptische trainer
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de elliptische trainer te reinigen.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN HET
BEDIENINGSPANEEL
Als het bedieningspaneel niet aan gaat, kijk dan na of
het stroomsnoer goed is aangesloten.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet goed aan-
geeft wanneer u de hartslagsensor van de handgreep
vasthoudt of wanneer de aangegeven hartslag te hoog
of te laag blijkt, zie dan stap 5 op bladzijde 23.
Zie OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 16
als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft
wanneer u de borstkas hartslagmonitor gebruikt.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN HET
HELLINGSYSTEEM
Als het loopvlak niet automatisch kalibreert, zie dan
stap 4 op bladzijde 32 en kalibreer het hellingsysteem.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN DE
SNELHEIDSSENSOR
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Om de
snelheidssensor af te stellen, zet u eerst de stroom-
schakelaar in de stand Off (uit) en neemt u het
snoer uit het stopcontact.
Gebruik vervolgens
een standaard
schroevendraaier om
de linker Schijf (71) er
af te wrikken.
Let op: Voor de
duidelijkheid, het
linkerscherm en
de linkerschijfring
worden verwijderd
weergegeven in de onderstaande tekening.
Zoek naar de Snelheidssensor (38). Draai de Katrol
(19) totdat een Magneet (43) op dezelfde hoogte komt
als de Snelheidssensor.
Draai de aangegeven M4 x 16mm Schroef (101) iets
los. Schuif de Snelheidssensor (38) dichter bij of ver-
der van de Magneet (43) en draai de Schroef opnieuw
vast.
Steek de stekker in het stopcontact, druk de stroom-
schakelaar in de reset-stand en beweeg de Katrol
(19) voldoende naar voren en naar achteren, zodat de
Magneet (43) herhaaldelijk voorbij de Snelheidssensor
(38) komt.
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel de
juiste informatie weergeeft. Wanneer de snelheidssen-
sor juist is afgesteld, drukt u de stroomschakelaar in de
stand Off (uit), haalt u de stroomsnoer uit het stopcon-
tact en maakt u de linkerschijf weer vast.
19
38
101
43
71
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
36
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
De drijfriem moeten bijgesteld worden wanneer de
pedalen slippen tijdens het stappen, ook wanneer de
weerstand tot de hoogste stand is ingesteld.
Om de aandrijfriem af te stellen, zet u eerst de
stroomschakelaar in de stand Off (uit) en neemt u
het stroomsnoer uit het stopcontact.
Gebruik vervolgens
een standaard
schroevendraaier
om de Kap van
het Scherm (75)
en de Kap van de
Schermkap (118) te
verwijderen.
Zie stap 15 op bladzijde 14. Verwijder de Buitenste
en Binnenste Kappen van het Rechterbeen (69, 83).
Zie stap 12 op bladzijde 12. Verwijder de Rechter
Pedaalarm (58) van het Rechterbeen van het
Bovendeel (60).
Verwijder vervolgens de M8 x 16mm Schroef (95), de
Kap van de Grote As (53), en de M8 Tussenring (niet
afgebeeld) van de rechter Crankarm (20). Verwijder
vervolgens voorzichtig de Rechter Pedaalarm (58) en
de Rechter Rollerarm (59) van de elliptische trainer.
Zie GEDETAILLEERDE TEKENING C op bladzijde
43. Zoek de Linker en Rechter Schermen (73, 74).
Verwijder de M4 x 19mm Schroeven (5), de M4 x
25mm Schroeven (140) en de M4 x 48mm Schroef
(107) van het Linker en het Rechter Scherm; zorg
dat u de locatie van elke maat Schroef noteert.
Verwijder dan voorzichtig het Rechter Scherm.
Maak vervolgens de Schroef van de Spanrol (89) los.
Draai de Bijstelschroef van de Riem (91) vast tot de
Aandrijfriem (113) strak staat. Maak dan de Schroef
van de Spanrol weer vast.
Bevestig vervolgens weer de onderdelen die u heeft
verwijderd. Steek dan het stroomsnoer weer in het
stopcontact.
75
118
95
58
59
20
53
113
91
89
37
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
38
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
39
1 1 Onderstel
2 1 Achterste Stabilisator
3 1 Loopvlak
4 1 Staander
5 6 M4 x 19mm Schroef
6 1 Voorste Stabilisator
7 1 Bedieningspaneel
8 2 Rollergeleider
9 1 Plaat van het Rechter Pedaal
10 1 Kap van het Loopvlak
11 1 Hellingmotor
12 1 Arm van de Hellingmotor
13 1 Arm van het Loopvlak
14 1 Roller van het Loopvlak
15 1 Kap van de Achterste Stabilisator
16 2 Spoor
17 2 Grote Huls van het Onderstel
18 1 Krukas
19 1 Katrol
20 2 Crankarm
21 4 M4 x 10mm Schroef
22 1 Spanrol
23 1 M10 x 15mm Schroef
24 1 M10 x 95mm Bout
25 1 Weerstandmotor
26 1 M10 x 42mm Bout
27 4 Tussenstuk
28 1 Eddymechanisme
29 1 As van het Vliegwiel
30 4 Stabilisatorkap
31 1 Controller
32 1 Stroomschakelaar
33 2 Stelvoet
34 2 Wiel
35 1 Zwenkas
36 2 Huls van de Staander
37 1 Accessoireshouder
38 1 Snelheidssensor/Draad
39 1 Klem
40 2 Lager van het Onderstel
41 1 Borgring van het Eddymechanisme
42 1 Huls
43 2 Magneet
44 1 Linker Pedaalarm
45 1 Linker Rollerarm
46 1 Linkerbeen van het Bovendeel
47 1 Linkerarm van het Bovendeel
48 1 Haarspeldsplitpen
49 1 Linker Pedaal
50 6 M10 Borgmoer
51 2 Roller
52 1 Rechter Pedaal
53 4 Kap van de Grote As
54 2 16mm Gegolfde Tussenring
55 2 Kleine Askap
56 4 Huls van de Rollerarm
57 8 Pakking van de Arm
58 1 Rechter Pedaalarm
59 1 Rechter Rollerarm
60 1 Rechterbeen van het Bovendeel
61 1 Rechterarm van het Bovendeel
62 1 Linker Greep
63 2 Sensormodule/Draad
64 2 As van de Pedaalarm
65 1 Voorste Kap van de Rechterarm
66 1 Achterste Kap van de Rechterarm
67 1 Voorste Kap van de Linkerarm
68 1 Achterste Kap van de Linkerarm
69 1 Buitenste Kap van het Rechterbeen
70 1 Buitenste Kap van de Linkerbeen
71 2 Schijf
72 1 Binnenste Kap van het Linkerbeen
73 1 Linker Scherm
74 1 Rechter Scherm
75 1 Kap van het Scherm
76 1 Zijkap van de Linker Pedaalarm
77 4 Tussenstuk van de As
78 2 Sleutel
79 1 Voorste Kap van het
Bedieningspaneel
80 1 Achterste Kap van het
Bedieningspaneel
81 1 Achterste Kap van de Staander
82 10 M8 x 13mm Schroef
83 1 Binnenste Kap van het Rechterbeen
84 3 M10 Tussenring
85 2 M4 x 14mm Schroef
86 2 M10 x 58mm Bout
87 1 Zijkap van de Rechter Pedaalarm
88 1 Zwenkschroef
89 1 Schroef van de Spanrol
90 3 M6 Grote Tussenring
91 1 Bijstelschroef van de Riem
92 2 M10 x 19mm Schroef
93 4 M4 x 12mm Schroef
94 2 M5 Tussenring
95 8 M8 x 16mm Schroef
96 4 M8 x 38mm Bout
97 10 M8 Tussenring
98 2 M8 x 18mm Tussenring
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PFEVEL12716.0 R0516A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
40
99 4 M10 x 25mm Schroef
100 4 Pakking van de Stang
101 35 M4 x 16mm Schroef
102 6 M8 Borgmoer
103 8 M6 x 12mm Schroef
104 4 M10 x 122mm Schroef
105 8 M10 Gespleten Tussenring
106 3 Steun van de Kap
107 1 M4 x 48mm Schroef
108 2 M6 x 13mm Schroef
109 2 M10 x 60mm Bout
110 1 Hoofddraad
111 4 #8 x 12mm Schroef
112 1 Doorvoerhuls
113 1 Aandrijfriem
114 4 M4 x 40mm Schroef
115 1 Beugel van de Controller
116 2 Ring van de Schijf
117 1 Voorste Kap van de Staander
118 1 Kap van de Schermkap
119 1 Stroomsnoer
120 1 As van het Loopvlak
121 6 Kleine Huls van het Onderstel
122 1 Gaffelpen
123 1 Plastic Tussenstuk
124 2 M4 x 19mm Zelftappende Schroef
125 2 Bumper
126 2 M8 x 14mm Schouderschroef
127 1 Tablethouder
128 1 Plaat van het Linker Pedaal
129 1 Hendel van het Linker Pedaal
130 2 Pen van het Pedaal
131 2 Pedaalveer
132 2 As
133 2 M6 Moer met Zeshoekige Ronde
Kop
134 1 Hendel van het Rechter Pedaal
135 8 M6 Kleine Tussenring
136 4 M6 x 12mm Schroef
137 1 Hartslagmonitor
138 1 Rechter Greep
139 2 M4 x 16mm Machineschroef
140 2 M4 x 25mm Schroef
* Gereedschap voor het Monteren
* Pakje Smeervet
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie de achter-
kant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet
afgebeeld.
41
41
1
3
10
12
11
14
26
16
18
19
13
15
84
84
92
92
106
17
20
20
21
21
114
21
21
22
29
50
38
24
39
40
40
101
101
50
43
43
48
23
84
50
31
27
82
101
78
78
86
86
88
90
85
85
89
90
50
90
91
102
108
108
113
120
121
121
121
121
121
122
102
115
32
114
101
17
123
112
2
28
30
30
33
33
105
104
101
101
6
34
34
124
125
125
124
105
50
104
101
101
109
109
30
30
93
25
42
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PFEVEL12716.0 R0516A
42
46
129
130
131
132
134
9
45
44
47
52
49
56
56
58
53
53
55
57
57
57
57
57
60
101
66
68
101
62
64
64
65
67
70
72
69
83
87
76
77
77
77
101
101
77
95
95
95
95
82
82
126
82
82
82
82
96
94
94
97
97
97
97
97
97
97
97
100
100
100
100
101
103
102
101
133
135
136
136
135
135
103
128
56
56
59
53
53
55
57
57
95
95
126
97
97
61
138
96
101
102
101
51
98
8
95
51
98
95
8
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PFEVEL12716.0 R0516A
43
36
36
99
99
35
37
81
54
54
63
71
74
79
73
75
80
105
105
139
101
101
5
140
5
107
101
139
101
5
5
5
5
140
101
110
119
118
116
116
117
4
101
101
101
7
111
127
71
137
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PFEVEL12716.0 R0516A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 380144 R0516A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

ProForm PFEVEL12716 de handleiding

Type
de handleiding