Documenttranscriptie
ENGLISH DEUTSCH
FRANCAIS
ITALIANO
ESPAÑOL
NEDERLANDS
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
SVENSKA
NOTE ON USE / HINWEISE ZUM GEBRAUCH /
OBSERVATIONS RELATIVES A L’UTILISATION / NOTE SULL’USO
NOTAS SOBRE EL USO / ALVORENS TE GEBRUIKEN / OBSERVERA
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK, DO
NOT REMOVE COVER (OR BACK). NO USER
SERVICEABLE PARTS INSIDE. REFER SERVICING
TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
The lightning flash with arrowhead symbol, within an equilateral triangle,
is intended to alert the user to the presence of uninsulated “dangerous
voltage” within the product’s enclosure that may be of sufficient
magnitude to constitute a risk of electric shock to persons.
The exclamation point within an equilateral triangle is intended to alert the
user to the presence of important operating and maintenance (servicing)
instructions in the literature accompanying the appliance.
WARNING:
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO
NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE.
• DECLARATION OF CONFORMITY
We declare under our sole responsibility that this product,
to which this declaration relates, is in conformity with the
following standards:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 and EN610003-3.
Following the provisions of 73/23/EEC, 89/336/EEC and
93/68/EEC Directive.
• ÜBEREINSTIMMUNGSERKLÄRUNG
Wir erklären unter unserer Verantwortung, daß dieses
Produkt, auf das sich diese Erklärung bezieht, den
folgenden Standards entspricht:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 und EN610003-3.
Entspricht den Verordnungen der Direktive 73/23/EEC,
89/336/EEC und 93/68/EEC.
• DECLARATION DE CONFORMITE
Nous déclarons sous notre seule responsabilité que
l’appareil, auquel se réfère cette déclaration, est conforme
aux standards suivants:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 et EN610003-3.
D’après les dispositions de la Directive 73/23/EEC,
89/336/EEC et 93/68/EEC.
• DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ
Dichiariamo con piena responsabilità che questo prodotto,
al quale la nostra dichiarazione si riferisce, è conforme
alle seguenti normative:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 e EN610003-3.
In conformità con le condizioni delle direttive 73/23/EEC,
89/336/EEC e 93/68/EEC.
QUESTO PRODOTTO E’ CONFORME
AL D.M. 28/08/95 N. 548
2
• DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD
Declaramos bajo nuestra exclusiva responsabilidad que
este producto al que hace referencia esta declaración,
está conforme con los siguientes estándares:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 y EN610003-3.
Siguiendo las provisiones de las Directivas 73/23/EEC,
89/336/EEC y 93/68/EEC.
• Avoid high temperatures.
Allow for sufficient heat dispersion when
installed on a rack.
• Vermeiden Sie hohe Temperaturen.
Beachten Sie, daß eine ausreichend
Luftzirkulation gewährleistet wird, wenn das
Gerät auf ein Regal gestellt wird.
• Eviter des températures élevées
Tenir compte d’une dispersion de chaleur
suffisante lors de l’installation sur une étagère.
• Evitate di esporre l’unità a temperature alte.
Assicuratevi che ci sia un’adeguata dispersione
del calore quando installate l’unità in un
mobile per componenti audio.
• Evite altas temperaturas
Permite la suficiente dispersión del calor
cuando está instalado en la consola.
• Vermijd hoge temperaturen.
Zorg voor een degelijk hitteafvoer indien het
apparaat op een rek wordt geplaatst.
• Undvik höga temperaturer.
Se till att det finns möjlighet till god
värmeavledning vid montering i ett rack.
• EENVORMIGHEIDSVERKLARING
Wij verklaren uitsluitend op onze verantwoordelijkheid
dat dit produkt, waarop deze verklaring betrekking heeft,
in overeenstemming is met de volgende normen:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 en EN610003-3.
Volgens de bepalingen van de Richtlijnen 73/23/EEC,
89/336/EEC en 93/68/EEC.
• ÖVERENSSTÄMMELSESINTYG
Härmed intygas helt på eget ansvar att denna produkt,
vilken detta intyg avser, uppfyller följande standarder:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 och EN610003-3.
Enligt stadgarna i direktiv 73/23/EEC, 89/336/EEC och
93/68/EEC.
• Handle the power cord carefully.
Hold the plug when unplugging the cord.
• Gehen Sie vorsichtig mit dem Netzkabel um.
Halten Sie das Kabel am Stecker, wenn Sie
den Stecker herausziehen.
• Manipuler le cordon d’alimentation avec
précaution.
Tenir la prise lors du débranchement du cordon.
• Manneggiate il filo di alimentazione con cura.
Agite per la spina quando scollegate il cavo
dalla presa.
• Maneje el cordón de energía con cuidado.
Sostenga el enchufe cuando desconecte el
cordón de energía.
• Hanteer het netsnoer voorzichtig.
Houd het snoer bij de stekker vast wanneer
deze moet worden aan- of losgekoppeld.
• Hantera nätkabeln varsamt.
Håll i kabeln när den kopplas från el-uttaget.
• Keep the set free from moisture, water, and
dust.
• Halten Sie das Gerät von Feuchtigkeit,
Wasser und Staub fern.
• Protéger l’appareil contre l’humidité, l’eau et
lapoussière.
• Tenete l’unità lontana dall’umidità, dall’acqua
e dalla polvere.
• Mantenga el equipo libre de humedad, agua
y polvo.
• Laat geen vochtigheid, water of stof in het
apparaat binnendringen.
• Utsätt inte apparaten för fukt, vatten och
damm.
• Unplug the power cord when not using the
set for long periods of time.
• Wenn das Gerät eine längere Zeit nicht
verwendet werden soll, trennen Sie das
Netzkabel vom Netzstecker.
• Débrancher le cordon d’alimentation lorsque
l’appareil n’est pas utilisé pendant de
longues périodes.
• Disinnestate il filo di alimentazione quando
avete l’intenzione di non usare il filo di
alimentazione per un lungo periodo di tempo.
• Desconecte el cordón de energía cuando no
utilice el equipo por mucho tiempo.
• Neem altijd het netsnoer uit het stopkontakt
wanneer het apparaat gedurende een lange
periode niet wordt gebruikt.
• Koppla ur nätkabeln om apparaten inte
kommer att användas i lång tid.
* (For sets with ventilation holes)
• Do not obstruct the ventilation holes.
• Die Belüftungsöffnungen dürfen nicht verdeckt
werden.
• Ne pas obstruer les trous d’aération.
• Non coprite i fori di ventilazione.
• No obstruya los orificios de ventilación.
• De ventilatieopeningen mogen niet worden
beblokkeerd.
• Täpp inte till ventilationsöppningarna.
CAUTION
• The ventilation should not be impeded by covering the
ventilation openings with items, such as newspapers,
table-cloths, curtains, etc.
• No naked flame sources, such as lighted candles, should
be placed on the apparatus.
• Do not let foreign objects in the set.
• Keine fremden Gegenstände in das Gerät
kommen lassen.
• Ne pas laisser des objets étrangers dans
l’appareil.
• E’ importante che nessun oggetto è inserito
all’interno dell’unità.
• No deje objetos extraños dentro del equipo.
• Laat geen vreemde voorwerpen in dit
apparaat vallen.
• Se till att främmande föremål inte tränger in i
apparaten.
• Do not let insecticides, benzene, and thinner
come in contact with the set.
• Lassen Sie das Gerät nicht mit Insektiziden,
Benzin oder Verdünnungsmitteln in Berührung
kommen.
• Ne pas mettre en contact des insecticides,
du benzène et un diluant avec l’appareil.
• Assicuratevvi che l’unità non venga in contatto
con insetticidi, benzolo o solventi.
• No permita el contacto de insecticidas, gasolina
y diluyentes con el equipo.
• Laat geen insektenverdelgende middelen,
benzine of verfverdunner met dit apparaat in
kontakt komen.
• Se till att inte insektsmedel på spraybruk,
bensen och thinner kommer i kontakt med
apparatens hölje.
• Never disassemble or modify the set in any
way.
• Versuchen Sie niemals das Gerät auseinander
zu nehmen oder auf jegliche Art zu verändern.
• Ne jamais démonter ou modifier l’appareil
d’une manière ou d’une autre.
• Non smontate mai, nè modificate l’unità in
nessun modo.
• Nunca desarme o modifique el equipo de
ninguna manera.
• Nooit dit apparaat demonteren of op andere
wijze modifiëren.
• Ta inte isär apparaten och försök inte bygga
om den.
• Please be care the environmental aspects of battery
disposal.
• The apparatus shall not be exposed to dripping or
splashing for use.
• No objects filled with liquids, such as vases, shall be
placed on the apparatus.
NEDERLANDS
2 Hartelijk dank voor de aankoop van de AVR-1804.
2 Om zeker te zijn dat u de mogelijkheden van de AVR-1804 optimaal benut, gelieve deze handleiding
aandachtig te lezen en het toestel correct te gebruiken. Houd deze gebruiksaanwijzing bij om ze
later, in geval van vragen of problemen, te kunnen raadplegen.
“SERIENR.
NOTEER HET SERIENUMMER, DAT ZICH OP DE ACHTERKANT VAN HET TOESTEL
BEVINDT, VOOR LATERE NASLAG”
2 INLEIDING
Hartelijk dank dat u voor de DENON AVR-1804 digitale A/V-surroundversterker hebt gekozen. Dit opmerkelijke
toestel is ontworpen om u te laten genieten van een superieure surroundklank bij het beluisteren van homebioscoopbronnen zoals de DVD, alsook voor een uitmuntende, natuurgetrouwe weergave van uw favoriete
muziekbronnen.
De mogelijkheden die dit product biedt zijn immens. Daarom raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing door te
lezen alvorens dit toestel aan te sluiten en te bedienen.
1 VOOR GEBRUIK
Neem het volgende in acht alvorens dit toestel te gebruiken:
• Verplaatsen van het toestel
Om kortsluitingen of beschadiging van draden in de
aansluitsnoeren te vermijden, moet u steeds het
netsnoer uittrekken en de aansluitsnoeren tussen
alle andere audiocomponenten loskoppelen alvorens
het toestel te verplaatsen.
• Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats.
Bewaar na het lezen de gebruiksaanwijzing samen
met de waarborg op een veilige plaats.
• Alvorens de spanning in te schakelen
Controleer nogmaals of alle aansluitingen juist zijn en
of er geen problemen zijn met de aansluitsnoeren.
Zet de spanningsschakelaar steeds in de
standbystand alvorens aansluitsnoeren aan of los te
koppelen.
• V. AUX-aansluiting
Op het voorpaneel van de
AVR-1804 is een V. AUXaansluiting voorzien.
Verwijder het afdekkapje
als u de aansluiting wilt
gebruiken.
• Merk op dat de afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van het
eigenlijke toestel omwille van de duidelijkheid.
INHOUDSOPGAVE
z
x
c
v
b
n
m
,
.
⁄0
Voor Gebruik ....................................................188
Voorzorgsmaatregelen bij de Installatie ...........188
Voorzorgsmaatregelen bij de Bedienin ............188
Kenmerken.......................................................189
Benaming van Onderdelen en Functies ..189, 190
Lees eerst dit...................................................190
Instellen van het Luidsprekersysteem.............190
Aansluitingen ...........................................191~195
Gebruik van de Afstandsbediening..................195
Instelling van Het Systeem .....................196~201
⁄1
⁄2
⁄3
⁄4
⁄5
⁄6
⁄7
⁄8
⁄9
¤0
Afstandsbediening...................................201~203
Bediening.................................................204~207
Surround ..................................................208~212
DSP-Surroundsimulatie............................212~214
Luisteren Naar de Radio ..........................215~219
Laatste-Functiegeheugen ................................219
Initialisatie van de Microprocessor ..................219
Bijkomende Informatie ............................219~222
Oplossing van Problemen................................223
Technische Gegevens......................................224
Lijst van vooringestelde codes ......................262~264
2 ACCESSOIRES
Controleer of de volgende onderdelen bij het hoofdtoestel zitten:
q Handleiding ........................................................1
w Lijst met service-adressen .................................1
e Afstandsbediening (RC-940) ..............................1
e
r
r R6P/AA-batterijen...............................................2
t AM-raamantenne ...............................................1
y FM-binnenantenne .............................................1
t
y
2 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE
Het gebruik van dit toestel of een ander elektronisch
apparaat met ingebouwde microprocessor in de
nabijheid van een tuner of een TV kan leiden tot
storingen van klank of beeld.
Neem als dit gebeurt de volgende maatregelen:
• Installeer dit toestel zover mogelijk van de tuner of
van het TV-toestel.
• Houd de antennedraden van de tuner of de TV zover
mogelijk verwijderd van het netsnoer en de ingangs/uitgangsaansluitsnoeren van dit toestel.
• Storingen treden vooral op bij het gebruik van
binnenantennes of voedingskabels van 300 Ω/ohm. Daarom
raden wij u aan buitenantennes en coaxkabels van
75 Ω/ohm te gebruiken.
10 cm of meer
Muur
Laat voor een goede warmteafvoer minstens 10
cm ruimte tussen de boven-, achter- en zijkanten
van dit toestel en de muur of andere
componenten.
3 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE BEDIENING
• Veranderen van ingangsfunctie wanneer de
ingangsaansluitingen niet zijn aangesloten
Wanneer de ingangsfunctie wordt verandert en niets
op de ingangsaansluitingen is aangesloten, is mogelijk
een klikgeluid te horen. Draai in dit geval de MASTER
VOLUME-regelaar (hoofdvolume) omlaag of sluit
componenten aan op de ingangsaansluitingen.
• Demping van de aansluitingen PRE OUT,
HEADPHONE en SPEAKER
De aansluitingen PRE OUT, HEADPHONE en
SPEAKER hebben een dempingscircuit. Dit zorgt
ervoor dat het volume van de uitgangssignalen
gedurende
enkele
seconden
na
het
spanningsschakelaar van de spanning of het
veranderen van de ingangsfunctie, de surroundstand of een andere instelling sterk wordt
verminderd.
188
10 cm of meer
Als het volume op dat moment omhoog wordt
gedraaid, zal de klank zeer luid zijn wanneer het
dempingscircuit stopt met werken. Wacht steeds
tot de dempingsfunctie is uitgeschakeld alvorens het
volume te regelen.
• Ook wanneer de spanningsschakelaar in de £
OFF-stand staat, wordt het toestel nog van
stroom voorzien.
Trek het netsnoer uit wanneer u voor langere tijd
weggaat, bijvoorbeeld op vakantie.
NEDERLANDS
4 KENMERKEN
1. Dolby Digital EX decodeersysteem
Dolby Digital EX is een 6.1-kanaal surround formaat
zoals geïntroduceerd door Dolby Laboratories. Dit
formaat stelt gebruikers in staat om thuis het
“DOLBY DIGITAL SURROUND EX” audio formaat,
ontwikkeld in samenwerking met Dolby
Laboratories en Lucas Films en voor het eerst
gebruikt bij de film “Star Wars Episode 1 – Phantom
Menace”, te gebruiken.
De 6.1 geluidskanalen met de surround back
kanalen,
bieden
een
verbeterde
geluidspositionering in combinatie met een
verbeterd gebruik van de ruimte hiervoor.
2. DTS-ES Extended Surround en DTS Neo:6
De AVR-1804 is compatibel met DTS-ES Extended
Surround, een nieuw meerkanalenformaat
ontwikkeld door Digital Theater Systems Inc.
De AVR-1804 is ook compatibel met DTS Neo:6,
een surroundstand die de weergave via 6,1 kanalen
mogelijk maakt van gewone stereobronnen.
3. Dolby Pro Logic II-decoder
Dolby Pro Logic II is een nieuw formaat voor de
weergave van meerkanaals-audiosignalen die een
aantal verbeteringen heeft ondergaan in vergelijking
met de gewone Dolby Pro Logic. Het kan niet alleen
bronnen opgenomen in Dolby Surround, maar ook
gewone stereobronnen decoderen in vijf kanalen
(links/rechts voor, midden en links/rechts surround).
Daarnaast kunnen diverse parameters worden
ingesteld overeenkomstig het brontype en de
inhoud, zodat u het geluidsveld nauwkeuriger kunt
instellen.
4. Schermweergave
Het bedienen van geavanceerde functies, zoals het
instellen van de vertragingstijd en andere
parameters die afhankelijk van de omstandigheden
zijn, is veel eenvoudiger geworden. De diverse
parameters kunnen eenvoudig worden ingesteld
door op het televisiescherm het pictogram te
selecteren dat met de in de kamer heersende
omstandigheden overeenkomt.
5 BENAMING VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
5. Videoconversiefunctie
De AVR-1804 is uitgerust met een functie die de
signalen die worden ingevoerd in de videoingangsaansluiting en de S-video-ingangsaansluiting
converteert. Met deze functie kan de
monitoruitgang van de AVR-1804 worden
aangesloten
op
de
monitor
(TV)
met
videopenstekkersnoeren
of
een
S-videoaansluitsnoer.
Voorpaneel
• Voor details over de functies van deze onderdelen, zie de tussen haakjes vermelde bladzijden ( ).
#4 #3
#2 #1 #0 @9 @8 @7 @6 @5
@4 @3 @2 @1 @0
!9
6. Dolby Digital
Door middel van zeer geavanceerde algoritmen
voor digitale verwerking levert Dolby Digital een
breed bereik van 5,1 kanalen hi-fi surround-geluid.
Dolby Digital is in Noord-Amerika de standaard voor
DVD en digitale televisie.
7. DTS (Digital Theater Systems)
DTS biedt tot 5,1 kanalen voor een natuurgetrouwe
surroundklank met breed bereik van bronnen als
laserdisc,
DVD
en
speciaal
gecodeerde
muziekschijven.
8. Aansluitingen voor component-video
Naast aansluitingen voor composiete video- en “S”videosignalen biedt de AVR-1804 2 sets
component-video-ingangen (Y, PB/CB, PR/CR) voor
de DVD- en TV/DBS-ingangen, en één set
component-video-uitgangen naar de televisie, voor
een superieure beeldkwaliteit.
9. Auto Surround Mode
Deze functie slaat de laatst gebruikte surroundstand
voor een ingangssignaal in het geheugen op en stelt
automatisch die surroundstand in wanneer het
signaal de volgende keer wordt ingevoerd.
q
q
w
e
r
t
y
u
i
o
!0
!1
!2
!3
!4
!5
!6
!7
e t u o !1
w r y i !0 !2
Spanningsschakelaar ....................(204, 215, 219)
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)............(206)
REC SELECT-toets........................................(207)
SPEAKER A-toets .................................(204, 219)
SPEAKER B-toets .................................(204, 219)
SURROUND BACK-toets..............................(211)
ANALOG-toets .....................................(204, 205)
EXT. IN-toets ........................................(204, 205)
DOLBY/DTS SURROUND-toets...........(208~211)
5CH/6CH STEREO-toets ..............................(212)
DIRECT/STEREO-toets.........................(206, 212)
TUNING UP/DOWN-toetsen ........................(215)
V. AUX-aansluitpunt..............................(188, 194)
SURROUND MODE-toets............(205, 211, 213)
SURROUND PARAMETER-toets..........(209, 213)
KeuzeKnop (SELECT) ...................(205, 209, 213)
TONE DEFEAT-toets.....................................(206)
!8
!9
@0
@1
@2
@3
@4
@5
@6
@7
@8
@9
#0
#1
#2
#3
#4
!3
!4
!5 !6 !7 !8
TONE CONTROL-toets.................................(206)
Hoofdvolume-regelaar
(MASTER VOLUME).....................................(205)
RDS-toets .............................................(217, 218)
RT-toets ........................................................(219)
PTY-toets ......................................................(218)
Hoofdvolume-indicator .................................(205)
Display
Voorkeuzezendertoetsen......................(215, 216)
BAND-toets ..................................................(215)
OUTPUT-indicator.........................................(211)
SIGNAL-indicator ..........................................(205)
INPUT MODE-indicator ................................(205)
INPUT MODE-toets......................(204, 205, 211)
Afstandsbedieningssensor
(REMOTE SENSOR) .....................................(195)
Spanningsindicator .......................................(204)
Functieknop (FUNCTION).....................(204, 207)
Bronkeuzeschakelaar (SOURCE) ..................(204)
189
NEDERLANDS
6 LEES EERST DIT
Afstandsbediening
• Voor details over de functies van deze onderdelen, zie de tussen haakjes vermelde bladzijden ( ).
LED (indicator) ...................(202, 203)
Zender van
afstandsbedieningssignaal .........(195)
Deze AV-surroundontvanger moet voor gebruik worden ingesteld. Volg onderstaande stappen.
Stap 1
(pagina 190 tot 195)
Kies de beste plaats om de luidsprekers op te stellen en de componenten aan te
sluiten.
POWER-toetsen ........(196, 202~204)
Stap 2
SURROUND-toetsen
...................................(205, 208, 213)
(pagina 195)
Plaats vervolgens de batterijen in de afstandsbediening.
Stap 3
Ingangsbronkeuze-toetsen
...................................(202~204, 209)
(pagina 196 tot 201)
Stel ten slotte het systeem in.
Tunersysteem-/systeemtoetsen
...................................(201, 203, 215)
Moduskeuzeschakelaars
...................................(196, 201~204)
7 INSTELLEN VAN HET LUIDSPREKERSYSTEEM
2 Opstelling van de luidsprekersystemen
Systeem-toetsen ...............(201~203)
Hoofdvolume regel-toetsen
...................................................(205)
Basisopstelling
• Hieronder een voorbeeld van een basisopstelling voor een systeem dat bestaat uit 7 luidsprekersystemen
en een televisiemonitor:
Subwoofer
Middenluidsprekersysteem
MUTING-toets............................(206)
SYSTEM SETUP/
SETUP-toets ..............(196, 201, 202)
SURROUND PARAMETER-toets
...........................................(202, 209)
Cursor-toetsen ...(196, 202, 208, 213)
CH SELECT/ENTER-toets
...........................(196, 202, 208, 209)
ON SCREEN/DISPLAY-toets
...........................................(202, 207)
SURROUND BACK/
RETURN-toets....................(202, 211)
Testtoon-toets ............................(208)
Surround-achterluidsprekersystemen
SPEAKER-keuzetoets.................(204)
VIDEO SELECT-toets .................(207)
INPUT MODE-keuzetoetsen
...........................................(204, 205)
190
DIMMER-toets...........................(207)
Voorluidsprekersystemen
Zet deze naast de TV of het scherm,
ervoor zorgend dat hun voorkant zoveel
mogelijk op één lijn staat met de
voorkant van het scherm.
Surroundluidsprekersystemen
NEDERLANDS
8 AANSLUITINGEN
Aansluiten van de audiocomponenten
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
De spanning op deze uitgangen wordt in- en uitgeschakeld wanneer het toestel met behulp van de
afstandsbediening of de netschakelaar aan of stand-by wordt gezet.
• Steek het netsnoer pas in nadat alle aansluitingen
zijn gemaakt.
• Zorg dat u de linkse en rechtse kanalen juist aansluit
(links op links, rechts op rechts).
• Steek de stekkers stevig in. Losse aansluitingen
leiden tot storingen.
• Gebruik de AC OUTLET (netuitgang) enkel voor
audioapparatuur. Gebruik ze niet voor
haardrogers, enz.
• Wanneer
penstekkersnoeren
worden
samengebonden met netsnoer of in de buurt van
een vermogenstransformator worden gelegd, leidt
dit tot gebrom of andere storingen.
• Geruis of gebrom kan optreden als een aangesloten
audioapparaat afzonderlijk wordt gebruikt zonder dat
de spanning van dit toestel wordt ingeschakeld.
Schakel in dit geval de spanning van dit toestel in.
R
Aansluiten van een CD-speler
Sluit de analoge uitgangsaansluitingen
(ANALOG OUTPUT) van de CD-speler aan
op de CD-aansluitingen van dit toestel met
behulp van penstekkersnoeren.
CD-speler
OUTPUT
L
DIGITAL AUDIO
R
L
Aansluiten van
een platenspeler
Sluit het uitgangssnoer van de platenspeler aan op de PHONOaansluitingen van de AVR-1804, de L-stekker (links) op de L-aansluiting en
de R-stekker (rechts) op de R-aansluiting.
OPMERKINGEN:
• Dit toestel kan niet rechtstreeks worden gebruikt met MCplatenspelerelementen.
Gebruik
een
afzonderlijke
hoofdversterker of optransformator.
• Koppel de aardingsdraad los als bij het aansluiten ervan
gezoem of een ander geluid hoorbaar is.
Subwoofer-aansluiting
Sluit de subwoofer van de ingebouwde
versterker aan op de subwooferklem. (Zie
pagina 195.)
Platenspeler
(MM-element)
R
L
L
R
R
L
Aardingsdraad
R
L
MD-recorder, CD-recorder of
ander component uitgerust met
digitale ingangs/uitgangsaansluitpunten.
Netsnoer
Leid de aansluitsnoeren, enz.
zodanig dat ze de ventilatiegaten
niet blokkeren.
B
OUTPUT
Aansluiten van de AC OUTLET
AC OUTLET
• SWITCHED (totaal vermogen – 100 W)
De spanning naar deze uitgangen wordt in- en uitgeschakeld met de
POWER operation-schakelaar op het hoofdtoestel en wanneer de
spanning tussen de aan- en de standbystand wordt geschakeld met
de afstandsbediening.
Deze uitgangen leveren geen stroom wanneer het toestel in de
standbystand staat. Sluit op deze uitgangen nooit apparaten aan
waarvan het totale vermogen hoger is dan 100 W.
OPMERKING:
Gebruik de AC OUTLET enkel voor audio-apparatuur. Gebruik ze nooit
voor haardrogers, TV’s of andere elektrische toestellen.
INPUT
OPTICAL
CD-speler of andere component
uitgerust met digitale
uitgangsaansluitingen
R
L
R
L
CD-recorder of cassettedeck
B
DIGITAL AUDIO
COAXIAL OPTICAL
OUTPUT
Aansluiten van de DIGITAL-aansluitingen
Gebruik deze voor het aansluiten van audioapparatuur met een digitale
uitgang.
Zie blz. 199 voor instructies m.b.t. het instellen van deze aansluiting.
OPMERKINGEN:
• Gebruik penstekkersnoeren van 75 Ω/ohm voor coaxiale
aansluitingen.
• Gebruik optische kabels voor optische aansluitingen.
Verwijder het kapje alvorens ze aan te sluiten.
• De netspanning van het basistoestel moet tijdens opname via
de AVR-1804 zijn ingeschakeld.
R
INPUT
L
R
L
230 V wisselstroom,
50 Hz
OPMERKING:
Verplaats het cassettedeck als het een
zoemend geluid maakt.
OUTPUT
Aansluiten van een cassettedeck
Aansluitingen voor opname:
Sluit de opname-ingangsaansluitingen (LINE IN of REC) van het cassettedeck aan
op de cassette-opnameuitgangen (CDR/TAPE OUT) van dit toestel met behulp van
penstekkersnoeren.
Aansluitingen voor weergave:
Sluit de weergave-uitgangsaansluitingen (LINE OUT of PB) van het cassettedeck
aan op de cassetteweergave-ingangen (CDR/TAPE IN) van dit toestel met behulp
van penstekkersnoeren.
191
NEDERLANDS
Aansluiten van de videocomponenten
Aansluiten van een videocomponent uitgerust met S-video-aansluitingen
• Gebruik voor het aansluiten van het videosignaal een videosignaalkabel van 75 Ω/ohm. De beeldkwaliteit kan
door gebruik van de verkeerde kabel verslechteren.
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
• De AVR-1804 is uitgerust met een functie voor het opwaarts converteren van videosignalen.
• Het signaal dat is aangesloten op de videosignaalaansluiting wordt uitgevoerd naar de S-videomonitoruitgangsaansluitingen.
• De opname-uitgangsaansluitingen (REC OUT) hebben geen conversiefunctie. Sluit bij het opnemen dus enkel
de videoaansluitingen aan.
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
• Opmerking i.v.m. de S-ingangsaansluitingen
De ingangskeuzeschakelaars voor de S-ingangen en video-ingangen werken in combinatie met elkaar.
• De AVR-1804 is uitgerust met een functie voor het converteren van videosignalen.
• Het signaal dat is aangesloten op de S-videosignaalaansluiting wordt uitgevoerd naar de composietvideomonitoruitgangsaansluitingen.
• De opname-uitgangsaansluitingen (REC OUT) hebben geen conversiefunctie. Sluit bij het opnemen dus enkel
de S-videoaansluitingen aan.
Aansluiten van een TV/DBS-tuner
TV/DBS
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUTPUT) van de TV of de DBS-tuner aan
op de VIDEO (geel) TV/DBS IN-aansluiting met behulp van een coaxiaal penstekkervideosnoer van 75 Ω/ohm.
• Sluit de audio-uitgangsaansluitingen (AUDIO OUTPUT) van de TV of de DBS-tuner
aan op de AUDIO TV/DBS IN-aansluitingen met behulp van penstekkersnoeren.
Aansluiten van een TV/DBS-tuner
• Sluit de S-video-uitgangsaansluiting (S-VIDEO OUTPUT) van
de TV of de DBS-tuner aan op de S-VIDEO TV/DBS INaansluiting met behulp van een S-aansluitsnoer.
TV of DBS-tuner
AUDIO
R
R
OUT
L
VIDEO
OUT
B
L
DVD-speler of videodisc-speler (VDP).
S-VIDEO
S-VIDEO
B
AUDIO
OUT
R
L
VIDEO
OUT
B
DVD-speler of videodisc-speler (VDP), enz.
L
R
Aansluiten van een DVD-speler of videodisc-speler (VDP)
DVD
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUTPUT) van de DVD-speler aan op de VIDEO (geel)
DVD/VDP IN-aansluiting met behulp van een coaxiaal penstekker-videosnoer van 75 Ω/ohm.
• Sluit de analoge audio-uitgangsaansluitingen (ANALOG AUDIO OUTPUT) van de videodiscspeler aan
op de AUDIO DVD/VDP IN-aansluiting met behulp van penstekkersnoeren.
• Het is ook mogelijk om een videodiscspeler, DVD-speler, camcorder, spelconsole, enz. aan te sluiten
op de VCR-2-aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
of videodisc-speler (VDP)
DVD
• Sluit het S-Video-uitgangsaansluitpunt van de
DVD/VDP-speler aan op het S-VIDEO DVD/VDP INaansluitpunt met een S-Videosnoer.
• Het is ook mogelijk om een videodiscspeler,
DVD/VDP-speler, camcorder, spelconsole, enz. aan
te sluiten op de VCR-2-aansluitingen.
Monitor-TV
S-VIDEO
IN
Aansluiten van een monitor-TV
MONITOR OUT
• Sluit het S-Video-ingangsaansluitpunt (S-VIDEO INPUT)
van de TV aan op het S-VIDEO MONITOR OUTaansluitpunt met een S-Videosnoer.
Monitor-TV
S-VIDEO
VIDEO
IN
R
IN
L
Aansluiten van een monitor-TV
MONITOR OUT
• Sluit de video-ingangsaansluiting (VIDEO
INPUT) van de TV aan op de VIDEO
MONITOR OUT-aansluiting met behulp van
een coaxiaal penstekker-videosnoer van 75
Ω/ohm.
L
R
L
R
R
L
R
L
R
TV of satelliet-tuner
B
OUT
OUT
Videodeck 2
OUT
Aansluiten van de videodecks
• Sluit de S-uitgangsaansluiting (S-OUT) van het videodeck aan
S-VIDEO
op de
VCR-1 IN-aansluiting en de Singangsaansluiting (S-IN) van het videodeck op de S-VIDEO
VCR-1 OUT-aansluiting met behulp van S-aansluitsnoeren.
• Sluit de S-uitgangsaansluiting (S-OUT) van het videodeck aan
S-VIDEO
op de
VCR-2 IN-aansluiting en de Singangsaansluiting (S-IN) van het videodeck op de S-VIDEO
VCR-2 OUT-aansluiting met behulp van S-aansluitsnoeren.
L
S-VIDEO
Opmerking betreffende het aansluiten van de
digitale ingangsaansluitingen
• Via de digitale ingangsaansluitingen worden
uitsluitend audiosignalen ingevoerd. Zie 191, 199.
R
R
OUT
L
R
L
R
IN
L
R
R
OUT
L
R
L
R
AUDIO
L
Sluit de audio-ingangen en uitgangen van de componenten aan zoals beschreven op blz. 192.
OUT IN
VIDEO
Videodeck 1
L
IN
OUT IN
VIDEO
Aansluiten van videodecks
• Er zijn twee sets videodeckaansluitingen (VCR). U kan dus twee videodecks aansluiten voor simultane opname of voor het kopiëren van videobanden.
Video-ingangs-/uitgangsaansluitingen:
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUT) van het videodeck aan op de VIDEO (geel) VCR-1 IN-aansluiting en de video-ingangsaansluiting
(VIDEO IN) van het videodeck op de VIDEO (geel) VCR-1 OUT-aansluiting met behulp van coaxiale penstekker-videosnoeren van 75 Ω/ohm.
Aansluiten van de audio-uitgangsaansluitingen
• Sluit de audio-uitgangsaansluitingen (AUDIO OUT) van het videodeck aan op de AUDIO VCR-1 IN-aansluitingen en de audioingangsaansluitingen (AUDIO IN) van het videodeck op de AUDIO VCR-1 OUT-aansluitingen met behulp van penstekkersnoeren.
Sluit het tweede videodeck op dezelfde manier aan op de VCR-2-aansluitingen.
192
Videodeck 1
OUT
Videodeck 2
L
AUDIO
IN
• Als aan de AVR-1804 met televisiescherm TV of DVD-speler,
voorzien van een SCART-aansluiting aangesloten dient te worden,
gebruik dan een converterkabel (separaat verkrijgbaar) zoals in het
schema is weergegeven.
VIDEO
S-VIDEO
R
De AVR-1804 ondersteunt geen input/output van de RGBvideosignalen.
21-pens SCART-aansluiting
AUDIO
L
NEDERLANDS
Aansluiten van een videocomponent uitgerust met kleurverschil-videoaansluitingen (component- Y, PR/CR, PB/CB) (DVD-speler)
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
• De signalen die worden ingevoerd via de kleurverschil-video-aansluitingen (component) worden niet uitgevoerd
via de VIDEO-uitgangsaansluiting (geel) of de S-video-uitgangsaansluiting. Voorts worden videosignalen
ingevoerd via de VIDEO-ingangs- (geel) en S-video-ingangsaansluitingen niet uitgevoerd naar de kleurverschilvideo-aansluitingen (component).
• Op sommige videobronnen worden de component-video-uitgangen aangeduid met Y, CB, CR, of Y, Pb, Pr, of Y,
R-Y, B-Y. Al deze aanduidingen verwijzen naar de component-video-kleurverschiluitgang.
• In Systeemsetup (SYSTEM SETUP) kunt u het component video-ingangsaansluitpunt toewijzen voor de
ingangsbronnen waarop u AV-toestellen wilt aansluiten. (Voor meer informatie zie pagina 200.)
Aansluiten van een DVD-speler
DVD IN-aansluitingen
• Sluit
de
kleurverschil-video-uitgangsaansluitingen
(component)
(COMPONENT VIDEO OUTPUT) van de DVD-speler aan op de
COMPONENT DVD IN-aansluiting met behulp van coaxiale penstekkervideosnoeren van 75 Ω/ohm.
• Op dezelfde manier kan een andere videobron met component-videouitgangen, zoals een TV/DBS-tuner enz., worden aangesloten op de
TV/DBS-kleurverschil-video-aansluitingen (component).
DVD-speler
COMPONENT
VIDEO OUT
B
Y
CB
CR
Monitor-TV
Aansluiten van een monitor-TV
MONITOR OUT-aansluitingen
• Sluit de kleurverschil-video-ingangsaansluitingen (component)
(COMPONENT VIDEO INPUT) van de TV aan op de COMPONENT
MONITOR OUT-aansluiting met behulp van coaxiale penstekkervideosnoeren van 75 Ω/ohm.
COMPONENT
VIDEO IN
Y CB CR
Aansluiten van de antenneklemmen
RICHTING VAN
ZENDSTATION
COAXKABEL
VAN
75 Ω/ohm
VOEDINGSKABLE
FMANTENNENADAPTER
FMBINNENANTENNE
(accessoire)
AMBUITENANTENNE
AARDING
In elkaar zetten van de AM-raamantenne
Sluit hem aan op de
AM-zantenneklemmen.
1
• Het is mogelijk dat op sommige TV’s, monitors of videoapparaten de kleurverschil-ingangsaansluitingen anders zijn
aangeduid (“CR, CB en Y”, “R-Y, B-Y en Y”, “Pr, Pb en Y”, etc.).
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van de TV of een andere
component voor meer details.
2
Aansluiting van AM-antennes
1. Druk op het
klepje.
2. Steek de draad
in.
3. Laat het klepje
los.
3
Verwijder het plastic Buig in tegengestelde
en trek de
richting.
aansluitdraad uit.
a. Met de
antenne op
een stabiel
oppervlak.
Monteren
4
b. Met de
antenne
bevestigd
op een
muur.
• Videoconversiesignalen
AMRAAMANTENNE
(accessoire)
FM-ANTENNE
Opmerkingen:
• Sluit geen twee FM-antennes tegelijk aan.
• Koppel de AM-raamantenne niet los, zelfs niet
als u een AM-buitenantenne gebruikt.
• Zorg dat de klemmen van het AMraamantennesnoer geen metalen delen op het
paneel raken.
Installatiegat Bevestigen op een muur, enz.
Televisie-uitgangsaansluitingen
Signaalinvoer naar de AVR1804
Uitvoer van videosignaal naar
VIDEO MONITOR OUTuitgangsaansluiting (geel)
Uitvoer van videosignaal naar
S-Video MONITOR OUTaansluiting
Uitvoer van videosignaal naar
Video MONITOR OUTaansluiting voor
composietvideo
Videosignaalingangsaansluiting
C
C
(opwaartse conversie)
E
S-Videosignaalingangsaansluiting
C
(neerwaartse conversie)
C
E
Videosignaalingangsaansluiting voor
composietvideo
E
E
C
(C : Uitvoer van videosignaal, E : Geen uitvoer van videosignaal)
193
NEDERLANDS
Aansluiten van de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN)
• Deze aansluitingen dienen voor het invoeren van meerkanalen-audiosignalen van een externe decoder, of van
een component met een ander type van meerkanalendecoder, bijvoorbeeld een Audio DVD-speler, of een
meerkanelen-SACD-speler of een andere decoder met een toekomstig meerkanalengeluidsformaat.
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
Aansluitingen van het luidsprekersysteem
• Verbind de luidsprekerklemmen met de luidsprekers,
ervoor zorgend dat de polariteiten overeenstemmen
( ≈ op ≈ , √ op √ ). Wanneer de polariteiten niet
overeenstemmen, resulteert dit in een zwak
middengeluid, een onduidelijke oriëntatie van de
diverse
instrumenten
en
een
verstoord
richtinggevoel van de stereo.
• Let er tijdens het maken van de aansluitingen op dat
geen van de geleiders van het luidsprekersnoer in
aanraking komt met naburige klemmen, met andere
geleiders van luidsprekersnoeren of met het
achterpaneel.
R
L
OPMERKING:
Raak de luidsprekerklemmen NOOIT aan terwijl
de spanning is ingeschakeld.
Dit kan resulteren in elektrische schokken.
R
Aansluiten van de luidsprekerklemmen
Midden
Subwoofer
Voor
Decoder met 6kanaals analoge
uitgang
Surround
L
Luidsprekerimpedantie
• Wanneer de luidsprekersystemen A (I) en B (II)
afzonderlijk worden gebruikt, kunnen luidsprekers
met een impedantie van 6 tot 16 Ω/ohm worden
aansloten voor gebruik als voorste luidsprekers en
surround-achterluidsprekers.
• Let op wanneer u tegelijkertijd twee paar voorste en
surround-achterluidsprekers (A + B) en (I + II) gebruikt,
omdat er dan luidsprekers met een impedantie van 12
tot 16 Ω/ohm moeten worden gebruikt.
• Er kunnen luidsprekers met een impedantie van 6 tot
16 Ω/ohm worden aangesloten voor gebruik als
midden- en surround-luidsprekers.
• Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden als
het systeem te lang met een te hoog volume
aanstaat terwijl er luidsprekers zijn aangesloten die
een lagere impedantie hebben dan voorgeschreven.
1. Zet los door
2. Steek het snoer
naar links te
draaien.
3. Zet vast door naar
in.
rechts te draaien.
Voor instructies m.b.t. weergave via de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN), zie blz. 205.
1. Druk op het klepje.
Aansluiten van een videocomponent uitgerust met V. AUX-aansluitingen
2. Steek het snoer
3. Laat het klepje los.
in.
Gebruik voor het aansluiten van het videosignaal een videosignaalkabel van 75 Ω/ohm. Het gebruik van een
verkeerde kabel kan leiden tot een verslechtering van de geluidskwaliteit.
Video-spel
OUTPUT
L
LINE OUT
L
R
Een videogame-component aansluiten
• Sluit de uitgangsaansluitingen van het videogamecomponent aan op de V. AUX INPUT-aansluitingen
van dit toestel.
S-VIDEO OUT
R
OPTICAL VIDEO OUT S-VIDEO OUT
VIDEO OUT
L
DIGITAL OUT
R
Videocamera
OUTPUT
R
L
R
L
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
Een videocamera-component aansluiten
• luit de uitgangsaansluitingen van het videogamecomponent aan op de V. AUX INPUT-aansluitingen
van dit toestel.
LINE OUT
VIDEO OUT
S-VIDEO OUT
De V. AUX-aansluiting is afgedekt met een kapje. Verwijder dit kapje om de aansluiting te gebruiken. (Zie blz.
188 voor instructies m.b.t. het verwijderen van het kapje).
194
Beveiligingscircuit
• Dit toestel is uitgerust met een ultrasnel beveiligingscircuit. Dit circuit beschermt de luidsprekers onder
bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de uitgang van de vermogensversterker per ongeluk
wordt kortgesloten en er een sterke stroom wordt opgewekt, wanneer de omgevingstemperatuur van het
toestel ongewoon hoog wordt, of wanneer het toestel langdurig met een hoog vermogen wordt gebruikt,
wat resulteert in een extreme stijging van de temperatuur.
Wanneer het beveiligingscircuit in werking treedt, wordt de uitvoer naar de luidsprekers automatisch
afgesneden en begint de spanningsindicator te knipperen. Ga in dit geval als volgt te werk: schakel de
spanning van het toestel uit, controleer of de luidspreker- of ingangskabels goed zijn aangesloten en laat
het toestel afkoelen als het erg heet is. Zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel de
spanning opnieuw in.
Als het beveiligingscircuit nogmaals in werking treedt, hoewel er geen problemen zijn met de bedrading of
de ventilatie van het toestel, schakel de spanning dan uit en neem contact op met een DENONservicecentrum.
Opmerking betreffende de luidsprekerimpedantie
• Het beveiligingscircuit kan in werking treden als het toestel lange tijd met een hoog volume wordt gebruikt
en luidsprekers met een lagere dan de voorgeschreven impedantie zijn aangesloten (bijvoorbeeld
luidsprekers met een impedantie van minder dan 4 Ω/ohm). Als het beveiligingscircuit in werking treedt,
wordt de uitvoer naar de luidsprekers afgesneden. Schakel de spanning van het toestel uit, laat het toestel
afkoelen, zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel vervolgens de spanning opnieuw in.
NEDERLANDS
Aansluitingen
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
Aansluiting voor subwoofer met
ingebouwde versterker
(superwoofer), enz.
9 GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Leg batterijen in de afstandsbediening vóór u ze gebruikt op de hieronder beschreven manier.
SURROUND ACHTER LUIDSPREKERSYSTEMEN
OPMERKINGEN:
• Om Surround achter met één luidspreker
te gebruiken, sluit u de luidspreker aan op
SURR. ACHTER (I).
• Hetzelfde
signaal
wordt
tegelijk
uitgevoerd via de SURR.BACK I en II
aansluitpunten.
Werkingsbereik van de afstandsbediening
(II)
Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor
zoals getoond op de afbeelding links.
(I )
30°
30°
Ca. 7 meter
OPMERKINGEN:
• De afstandsbediening kan worden gebruikt tot op
een rechte afstand van ongeveer 7 meter, maar deze
afstand wordt kleiner of de bediening wordt
moeilijker als er zich obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor bevinden, als de
afstandsbediening blootstaat aan direct zonlicht of
ander sterk licht of als ze onder een hoek wordt
gebruikt.
• Neonlicht of andere apparaten in de buurt die
pulsstoringen opwekken kunnen leiden tot slechte
werking van het toestel, dus houd het zo ver
mogelijk uit de buurt van dergelijke apparaten.
Inleggen van batterijen
q Druk het deksel in de richting
van de pijl en schuif het weg.
(L)
(R)
VOORLUIDSPREKERSYSTEMEN (B)
(L)
(L)
(R)
VOORLUIDSPREKERSYSTEMEN (A)
MIDDENLUIDSPREKERSYSTEEM
w Leg de R6P/AA-batterijen in de juiste
richting in, zoals aangegeven op de
tekening.
e Sluit het deksel.
(R)
SURROUNDLUIDSPREKERSYSTEMEN
• Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van luidsprekers
Als een luidspreker dicht bij een TV of een beeldscherm wordt geplaatst, is het mogelijk dat de kleuren op
het scherm worden gestoord door de magneet van de luidspreker. In dit geval moet u de luidspreker
verplaatsen tot dit effect zich niet meer voordoet.
OPMERKINGEN:
• Vervang de batterijen uitsluitend door R6P/AA-batterijen.
• Zorg dat de polen in de juiste richting liggen. (Zie de aanduiding in het batterijvak.)
• Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening lange tijd niet zal worden gebruikt.
• Als batterijen lekken, moet u ze onmiddellijk wegdoen. Vermijd contact van de uitgelekte vloeistof met de huid
of met kleding, enz. Maak het batterijvak grondig schoon vóór u nieuwe batterijen inlegt.
• Zorg dat u steeds reservebatterijen in huis hebt, zodat oude batterijen zo snel mogelijk kunnen worden
vervangen wanneer dat nodig is.
• Vervang de batterijen door nieuwe als het toestel niet werkt wanneer het van dichtbij met de afstandsbediening
wordt bediend, ook als de batterijen minder dan één jaar oud zijn. (De meegeleverde batterij dient enkel om de
werking te controleren. Vervang ze zo snel mogelijk door een nieuwe batterij.)
195
NEDERLANDS
Systeeminstelling
10 INSTELLING VAN HET SYSTEEM
• Maak, zodra alle aansluitingen met andere AV-componenten tot stand zijn gebracht zoals beschreven onder
“AANSLUITINGEN” (zie blz. 191 tot 195), de diverse instellingen op het display zoals hieronder beschreven.
Deze instellingen zijn nodig om het AV-systeem van de luisterkamer dat rond dit toestel is opgesteld in te
stellen.
• Gebruik de volgende toetsen om het systeem in te stellen:
1
2
Standaardinstellingen
Auto Surround
Mode
Instelling van de auto surround-functie.
Auto Surround Mode = ON
Ext. In SW
Level
Stel het weergaveniveau van het Ext. In
Subwoofer-kanaal in.
Ext. In SW Level = +15 dB
On Screen
Display
Deze parameter bepaalt of het opschermdisplay al dan niet op het scherm verschijnt
wanneer de toetsen op de afstandsbediening of
op het hoofdtoestel worden ingedrukt.
ON
Zet de schuifschakelaar op “AUDIO”.
Auto Tuner
Presets
Gebruik de volgende toetsen om het systeem in te stellen:
De FM-zenders worden automatisch opgezocht
en in het geheugen opgeslagen.
A1 ~ A8
87.5/89.1/98.1/108.0/90.1/90.1/90.1/90.1 MHz
B1 ~ B8
522/603/999/1404/1611 kHz, 90.1/90.1 MHz
C1 ~ C8
90.1 MHz
D1 ~ D8
90.1 MHz
E1 ~ E8
90.1 MHz
OPMERKINGEN:
• De opscherm-displayfunctie van de AVR-1804 is ontworpen voor gebruik met hogeresolutie-TV’s. Daarom
zijn kleine letters op TV’s met kleine schermen of lage resolutie soms moeilijk leesbaar.
• Het setup-menu wordt niet weergegeven wanneer een hoofdtelefoon wordt gebruikt.
• Het configuratiemenu verschijnt niet als gekozen is voor “HEADPHONE ONLY” (alleen hoofdtelefoon).
SYSTEM SETUP-toets
Druk hierop om de systeeminstellingen weer te geven
op het display.
CURSOR-toetsen (•, ª, 0, 1)
Indrukken om datgene wat op de display verschijnt te veranderen.
Vóór configuratie van het systeem
ENTER-toets
Druk op deze toets om de display vooruit te bladeren.
Gebruik deze toets ook om de instelling te voltooien.
1
Controleer of alle componenten correct zijn en druk vervolgens op de POWERschakelaar op het hoofdtoestel om de spanning in te schakelen.
• Systeeminstelparameters en standaardwaarden (ingesteld bij verzending uit de fabriek)
Systeeminstelling
Speaker
Configuration
Voer de combinatie van luidsprekers en hun
respectieve formaten (SMALL voor gewone
luidsprekers, LARGE voor grote luidsprekers
met volledig bereik) in uw systeem in om
automatisch de samenstelling van de uit de
luidsprekers uitgevoerde signalen en de
frequentieweergave in te stellen.
Standaardinstellingen
(Hoofdtoestel)
Front Sp.
Center
Sp.
Surround
Sp.
Surround
Back Sp.
Subwoofer
Large
Small
Small
Small
Yes
Druk op de SYSTEM SETUP-toets om het
configuratiemenu te openen.
*SYSTEM SET UP
Subwoofer
mode
Deze parameter selecteert de subwoofer-luidspreker
voor het weergeven van diepe bassignalen.
LFE (Normal)
Crossover
Frequency
Stel de frequentie (Hz) in waaronder het
basgeluid van de verschillende luidsprekers
moet worden uitgevoerd via de subwoofer.
80 Hz
Delay Time
Deze parameter optimaliseert de timing Front Front
Surround Surround Surround
Subwoofer
Center
waarmee de luidsprekers en de subwoofer de
L
R
L
R
Back
signalen uitvoeren afhankelijk van de
3.0 m
3.0 m
3.6 m
3.6 m 3.6 m 3.6 m 3.0 m
luisterpositie.
Test Tone
Deze parameter regelt het volume van de Front Front
Surround Surround Surround
Subwoofer
Center
signaaluitvoer uit de luidsprekers en de
L
R
L
R
Back
subwoofer voor de verschillende kanalen om
0 dB 0 dB 0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
optimale effecten te bekomen.
Digital In
Assignment
CD
DVD/VDP TV/DBS
Deze parameter kent de digitale Ingangsbron
ingangsaansluitingen toe aan de
Digitale
OPTICAL OPTICAL
verschillende ingangsbronnen.
COAXIAL
ingangen
2
1
Video In
Assignment
Op deze manier worden de
component
video- Ingangsbron DVD/VDP TV/DBS
ingangsaansluitingen voor de
verschillende
video- Component VIDEO 1 VIDEO 2
ingangen
ingangsbronnen toegewezen.
196
2
OPMERKING: Zorg ervoor dat de schuifschakelaar
op de afstandsbediening in de stand
“AUDIO” staat.
VCR-1
VCR-2
CDR/TAPE
OFF
OFF
OPTICAL
3
VCR-1
VCR-2
V. AUX
—
OFF
OFF
OFF
—
3
Druk op de ENTER of op de
configureren.
(omlaag) toets om naar de luidsprekers te
OPMERKING:
• Druk de SYSTEM SETUP-toets nogmaals in om het configuratiemenu te sluiten. Het configuratiemenu kan op
elk willekeurig moment worden gesloten. De veranderingen die tot op dat moment zijn ingevoerd, worden dan
van kracht.
NEDERLANDS
Instellen van het type luidsprekers
Subwoofermodus en kantelfrequentie instellen
• “Set up in function” (Geactiveerde systeeminstelling) van uw luidsprekersysteem. Het uitvoeren van deze
instelling zal het systeem optimaliseren.
• De samenstelling van de signaaluitvoer uit de verschillende kanalen en de frequentieweergave worden
automatisch ingesteld afhankelijk van de gebruikte luidsprekercombinatie.
1
Dit scherm wordt niet getoond wanneer u geen subwoofer gebruikt.
• Stel de crossover-frequentie en de subwooferstand in overeenkomstig het gebruikte luidsprekersysteem.
1
Kies de “Subwoofer Mode”.
2
Kies de stand
Frequency”.
Kies de instelling.
6 SW MODE NORM
Stel in welke luidsprekers zijn aangesloten en kies de formaatparameters voor de
aangesloten luidsprekers.
• Om de luidspreker te selecteren
Front Sp.
Center Sp.
Front Sp.
Subwoofer
Luisterpositie
Surround Sp.
• Om de parameter te selecteren
1 FRONT
2
Surround Sp.
Surround back Sp.
“Crossover
Kies de frequentie.
7 CR.OVER
80Hz
LARGE
Druk op de ENTER of op de
(omlaag) toets om de instellingen op te slaan en
de uitgang van de lage tonen (SUBWOOFER MODE) in te stellen.
• Voorbereidingen
Large (groot)…… .Kies deze stand wanneer u luidsprekers gebruikt die lage klanken van minder dan 80 Hz
volledig kunnen weergeven.
Small (klein)…… ..Kies deze stand wanneer u luidsprekers gebruikt die lage klanken van minder dan 80 Hz niet
met voldoende volume kunnen weergeven. Wanneer deze instelling wordt gekozen, worden
lage frequenties van minder dan 80 Hz toegewezen aan de subwoofer.
None (geen)…… ...Kies deze stand wanneer geen luidsprekers zijn geïnstalleerd.
Yes/No (ja/nee)…...Kies “Yes” wanneer een subwoofer is geïnstalleerd, “No” wanneer geen subwoofer is
geïnstalleerd.
3
Druk op de ENTER of op de
de DELAY TIME in te stellen.
(omlaag) toets om de instellingen op te slaan en
OPMERKING:
Kies “Large” of “Small” niet op basis van het eigenlijke formaat van de luidspreker maar wel op basis van de
weergavecapaciteit van lage tonen op 80 Hz. Als u er niet in slaagt de beste instelling te vinden, probeer dan de
klank van de instelling “Small” te vergelijken met die van de instelling “Large” op een niveau dat onschadelijk is
voor de luidsprekers.
Opgelet:
Stel “Subwoofer = No” in wanneer u geen subwoofer gebruikt. Als u dit niet doet, wordt het basgeluid van het
voorste kanaal naar het subwooferkanaal gestuurd en niet weergegeven in sommige standen.
Als de capaciteit van de subwoofer voor het weergeven van lage frequenties voldoende is, kan zelfs een
goede geluidskwaliteit worden bekomen wanneer “Small” wordt ingesteld voor de voorste, midden- en
surroundluidsprekers.
Bij de meeste luidsprekerconfiguraties zullen de instellingen SMALL voor de vijf hoofdluidsprekers en
Subwoofer Aan met een aangesloten subwoofer de beste resultaten opleveren.
197
NEDERLANDS
Instellen van de vertragingstijd
OPMERKINGEN:
— Toewijzing van lagefrequentiesignaalbereik —
• De enige signalen die worden voortgebracht via het subwooferkanaal zijn LFE-signalen (tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die in het
instelmenu zijn ingesteld op “SMALL”. Het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die zijn ingesteld op
“LARGE” wordt voortgebracht via die kanalen.
— Crossover-frequentie —
• Wanneer “Subwoofer” is ingesteld op “Yes” in de “Speaker Configuration Setting”, stel dan de frequentie
(Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende luidsprekers moet worden uitgevoerd via de
subwoofer (de crossover-frequentie).
• Voor luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” wordt geluid met een frequentie die lager is dan de
crossover-frequentie afgesneden en wordt het afgesneden basgeluid uitgevoerd via de subwoofer.
OPMERKING: Voor gewone luidsprekersystemen raden wij aan de crossover-frequentie in te stellen op 80
Hz. Wanneer u echter kleine luidsprekers gebruikt, kan het instellen van een hoge crossoverfrequentie de respons voor frequenties in de buurt van de crossover-frequentie verbeteren.
— Subwooferstand —
• De instelling van de subwooferstand geldt alleen wanneer “LARGE” is ingesteld voor de voorste
luidsprekers en “YES” voor de subwoofer in de instellingen van de “Speaker Configuration”
(luidsprekerconfiguratie) (zie blz. 197).
• Wanneer de weergavestand “LFE+MAIN” is gekozen, wordt het lagefrequentiesignaalbereik van de
kanalen die zijn ingesteld op “LARGE” gelijktijdig via die kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het lagefrequentiebereik zich eenvormiger uit in de kamer, maar kan afhankelijk van de afmetingen en de vorm van de kamer - interferentie resulteren in een vermindering van
het werkelijke volume van het lagefrequentiebereik.
• In de weergavestand “LFE” wordt het lagefrequentiesignaalbereik van het kanaal dat is ingesteld op
“LARGE” alleen via dat kanaal weergegeven. Bijgevolg is het lagefrequentiesignaalbereik dat wordt
weergegeven via het subwooferkanaal alleen het lagefrequentiesignaalbereik van LFE (alleen tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het kanaal dat is ingesteld op “SMALL” in het instelmenu.
• Kies de weergavestand die de lage tonen benadrukt.
• Wanneer de subwoofer op “Yes” is ingesteld, worden de lage tonen via de subwoofer gestuurd, ongeacht
de instelling van de subwoofer-modus in alle surround-modi behalve Dolby/DTS.
• Als in andere surroundstanden dan Dolby Digital en DTS de subwoofer is ingesteld op ja “YES”, worden de
lage frequenties altijd uitgevoerd naar het subwooferkanaal. Zie “Surroundstanden en parameters” op blz.
214 voor meer informatie.
198
• Voer de afstand in van de luisterpositie tot de verschillende luidsprekers om de vertragingstijd voor de
surroundstand in te stellen.
Voorbereidingen:
Meet de afstanden van de luisterpositie tot de luidsprekers
(L1 tot L5 op de afbeelding rechts).
L1: Afstand van de middenluidspreker tot de luisterpositie
L2: Afstand van de voorste luidsprekers tot de luisterpositie
L3: Afstand van de surroundluidsprekers tot de luisterpositie
L4: Afstand tussen surround-achterluidsprekers en luisterpositie
L5: Afstand van de subwoofer tot de luisterpositie
FL
Center
Subwoofer
L1
L2
FR
Luisterpositie
L5
SL
L3
SR
L4
SB
OPGELET:
Merk op dat het verschil in afstand tussen de verschillende luidsprekers 4,5 m of minder moet zijn.
OPMERKING:
• Als de “Speaker Configuration” (luidsprekerconfiguratie) instelling op “None” is gezet, zijn er geen luidsprekers ingesteld.
1
Selecteer de luidspreker die u wil instellen.
8 FRONT L
3.6m
2
Stel de afstand tussen luidspreker en luisterpositie in.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert de afstand in stappen van 0,1
meter. Kies de waarde die de gemeten afstand het dichtst benadert.
3
Druk op de ENTER- of
van de testtoon.
- (omlaag) toets om over te schakelen naar de instelling
NEDERLANDS
Instellen van de testtoon
• Gebruik deze instelling om het systeem zo te regelen dat het weergaveniveau tussen de verschillende kanalen gelijk is.
• Luister van op de luisterpositie naar de door de luidsprekers geproduceerde testtonen om het niveau te regelen.
• Het niveau kan ook direct met de afstandsbediening worden geregeld. (Voor details, zie blz. 208.)
1
Selecteer “Yes”.
15 T.TONE
2
AUTO
3
Druk op de
4
a. Als de “Auto”-stand is gekozen:
Testtonen worden automatisch uitgevoerd door de verschillende luidsprekers.
De testtonen worden door de verschillende luidsprekers uitgevoerd in
onderstaande volgorde, met een tussentijd van 4 seconden de eerste en de
tweede keer en van 2 seconden de derde en volgende keren:
- (omlaag) toets om de testtoon weer te geven.
C
FR
6
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om over te schakelen naar de instelling
van de digitale (DIGITAL) ingang.
OPMERKINGEN:
• Wanneer u de kanaalniveaus instelt in de stand TEST TONE, zullen de instellingen van het kanaalniveau voor
ALL surroundstanden gelden. Gebruik deze stand voor het instellen van algemene kanaalniveaus.
• U kan de kanaalniveaus instellen voor elk van de volgende surroundstanden: DIRECT, STEREO,
DOLBY/DTS SURROUND, 5/6 CH STEREO, MONO MOVIE, ROCK ARENA, JAZZ CLUB, VIDEO GAME,
MATRIX en VIRTUAL.
• Auto:
Regel het niveau terwijl automatisch testtonen worden geproduceerd door de
verschillende luidsprekers.
• Manual:
Kies welke luidspreker een testtoon moet produceren om het niveau te regelen.
FL
Druk na het voltooien van de bovenstaande instellingen op de ENTER-toets.
<YES
Kies de stand.
Kies “Auto” of “Manual”.
T.TONE
5
SR
SB
SL
Instellen van de Digital In toewijzingen
• Deze instelling wijst de digitale ingangsaansluitingen van de AVR-1804 toe aan de verschillende ingangsbronnen.
1
Kies de digitale ingangsaansluiting die aan de
ingangsbron moet worden toegewezen.
• Om de digitale ingangsaansluiting te kiezen
16 COAX
CD
2
• Om de ingangsbron te kiezen
Selecteer “OFF” als er niets is aangesloten.
3
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om de instelling in te voeren en de
instelling van de composietvideo-ingang om te schakelen.
SW
1spkr
Gebruik de CURSOR links en rechts toetsen om hetzelfde volume in te stellen voor
alle luidsprekers.
Het volume kan worden ingesteld in stappen van 1 dB van –12 tot +12 dB.
b. Wanneer de modus “Manual” is geselecteerd
Selecteer de luidspreker waarvoor u de testtonen
wenst met behulp van de CURSOR omhoog en
omlaag, en regel dan het volume met de CURSOR
links en rechts zodat het volume van alle
luidsprekers gelijk is.
OPMERKING:
• PHONO, TUNER en V. AUX kunnen niet worden gekozen op het scherm Digital In Assignment.
Voorbeeld:
Wanneer het volume is
ingesteld op –12 dB en de linker
voorluidspreker wordt gekozen
199
NEDERLANDS
Het instellen van de “Video In Assignment” (geactiveerde video)
• Deze instelling wijst de kleurverschil-(component)video-ingangsaansluitingen van de AVR-1804 toe voor de
verschillende ingangsbronnen.
1
Kies de componentvideo-ingangsaansluiting (Y, PB/CB
en PR/CR) die moet worden toegewezen aan de
ingangsbron.
• Keuze van de componentvideoaansluiting
20 VIDEO1
Instellen van de Ext. In SW Level
• Stel het weergaveniveau in van het analoge ingangssignaal dat op de Ext. In aansluitingen is aangesloten.
1
Kies de gewenste instelling.
• Kies naar gelang van de specificaties van de
gebruikte speler.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de speler.
• +15 dB (standaard) aanbevolen. 0, +5, +10 en +15
dB instelbaar.
DVD
23 EXT.IN SW +15
2
• Keuze van de ingangsbron
Selecteer “OFF” als er niets is aangesloten.
3
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om de instelling in te voeren en de
instelling van de automatische surround modus om te schakelen.
2
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om over te schakelen naar de instelling
van de schermweergave om te schakelen.
Instellen van het opscherm-display (OSD)
• Gebruik deze instelling om het opscherm-display (andere informatie dan de menuschermen) in of uit te schakelen.
1
Instellen van de Auto Surround Mode
24 OSD
Voor de drie soorten ingangssignaal die hieronder worden getoond, wordt de surround-modus die u laatst hebt
gebruikt in het geheugen opgeslagen. De volgende keer dat u hetzelfde signaal invoert, wordt de in het
geheugen opgeslagen surround-modus automatisch geselecteerd en wordt het signaal weergegeven.
De instelling voor de surround-modus wordt tevens afzonderlijk voor de verschillende ingangsfuncties
opgeslagen.
Signaal
Standaard automatische surround-modus
Analoge en PCM 2-kanaalssignalen
STEREO
w
2-kanaalssignalen van Dolby Digital-, DTS- of ander meerkanaalsformaat
Dolby PLII Cinema
e
Meerkanaalssignalen van Dolby Digital-, DTS- of ander meerkanaalsformaat
Dolby of DTS Surround
q
1
Selecteer “ON” als u de automatische surround
modus wilt gebruiken, of “OFF” als u dat niet wilt.
22 AUTOSURR. ON
2
200
Druk op de ENTER- of
om te schakelen.
- (omlaag) toets om de instelling van Ext. In SW Level
Kies “ON” of “OFF”.
2
ON
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om over te schakelen naar de instelling
van het automatische voorkeuzegeheugen.
NEDERLANDS
11 AFSTANDSBEDIENING
Automatische instelling voorkeuzezenders
• Gebruik deze functie om de FM-band automatisch af te tasten en maximaal 40 zenders op te slaan in de
voorkeuzetoetsen A1 t/m 8, B1 t/m 8, C1 t/m 8, D1 t/m 8 en E1 t/m 8.
OPMERKING:
• Als een FM-zender niet automatisch als voorkeuzezender kan worden opgeslagen omdat de ontvangst van de
zender niet goed genoeg is, stemt u volgens de aanwijzingen van “Handmatig afstemmen” op de zender af en
slaat u deze op volgens de aanwijzingen “Voorkeuzezenders opslaan” op.
1
Kies met behulp van de cursortoetsen voor “Yes”.
Op het scherm knippert de melding “Search”
(zoeken) en het zoeken naar zenders begint.
Wanneer het zoeken is voltooid verschijnt
“Completed” (voltooid) op het scherm.
De display verspringt automatisch.
Bediening van DENON-audiocomponenten
• Schakel de spanning van de verschillende componenten in alvorens ze te bedienen.
1
Zet standschakelaar 1 op “AUDIO.
3
2
Zet standschakelaar 2 op de stand van de
component die u wil bedienen. (CD, CDR/MD of
Tape deck)
1
2
3
25 PRESET <YES
2
Druk op de ENTER of op de
helemaal wilt herbeginnen.
(omlaag) toets wanneer u de instellingen
3
Bedien de audiocomponent.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de component voor details.
Hoewel deze afstandsbediening bruikbaar is met een groot aantal infraroodbediende componenten, is
het mogelijk dat sommige modellen of componenten er niet mee kunnen worden bediend.
1. CD-speler (CD) en CD-recorder en MDrecorder (CDR/MD) systeemtoetsen
2. Systeemtoetsen voor cassettedeck (TAPE)
6, 7
6
7
2
1
0
Na configuratie van het systeem
1
Druk op de SYSTEM SETUP-toets om het configuratiemenu te sluiten.
Hiermee is de configuratie van het systeem voltooid. Wanneer het systeem eenmaal is geconfigureerd,
hoeven de instellingen alleen gewijzigd te worden wanneer er andere componenten of luidsprekers worden
aangesloten.
• Opscherm-displaysignalen
Signalen ingevoerd in de AVR-1804
Uitvoer opscherm-displaysignalen
S-videosignaaluitgangsaansluiting
MONITOR OUT
VIDEO-signaalingangsaansluiting (geel)
S-videosignaalingangsaansluiting
Videosignaaluitgangsaansluiting VIDEO
MONITOR OUT-(geel)
1
E
E
C
C
2
C
E
C
C
3
E
C
C
C
4
C
C
E
(C: Signaal
E: Geen signaal)
(C: Opscherm-displaysignalen uitgevoerd
: Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
8, 9
: Automatisch zoeken (cue)
3
: Pauze
DISC SKIP + : Discs wisselen
(alleen voor CD-wisselaars)
:
:
:
:
:
A/B :
Terugspoelen
Snel vooruitspoelen
Stop
Voorwaartse weergave
Achterwaartse weergave
Kiezen tussen deck A en B
3. Systeemtoetsen voor tuner
SHIFT
CHANNEL +, –
TUNING +, –
BAND
MODE
MEMORY
:
:
:
:
:
:
Voorkeuzekanaalbereik veranderen
Voorkeuzekanaal omhoog/omlaag
Frequentie omhoog/omlaag
Kiezen tussen AM- en FM-golfband
Kiezen tussen auto en mono
Voorkeuzegeheugen
C
E: Opscherm-displaysignalen niet uitgevoerd)
OPMERKING:
• TUNER kan worden bediend wanneer de schakelaar op “AUDIO” staat.
201
NEDERLANDS
Voorkeuzegeheugen
Bediening van een component die is opgeslagen in het voorkeuzegeheugen
Componenten van DENON en van andere merken kunnen worden bediend door het voorkeuzegeheugen in te
stellen voor uw merk van videocomponent.
Deze afstandsbediening kan worden gebruikt voor de bediening van componenten van andere fabrikanten zonder
de leerfunctie, door de fabrikant van de component te programmeren aan de hand van de lijst van
voorkeuzecodes (blz. 262~264).
Sommige modellen kunnen evenwel niet worden bediend.
1
1
Zet standschakelaar 1 op “AUDIO of “VIDEO”.
3
Kies de AUDIO-zijde voor de CD-, cassettedeckof CDR/MD-stand en de VIDEO-zijde voor de
DVD/VDP-,DBS/CABLE-, VCR- of TV-stand.
2
Zet standschakelaar 1 op “AUDIO of “VIDEO”.
3
Kies de AUDIO-zijde voor de CD-, cassettedeckof CDR/MD-stand en de VIDEO-zijde voor de
DVD/VDP-,DBS/CABLE-, VCR- of TV-stand.
3
Zet de modusschakelaar 2 op het component
dat u wilt bedienen.
1
2
4
3
2
Zet de modusschakelaar 2 op het component
dat u wilt registreren.
3
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
1
2
• Indicator knippert.
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voer met behulp van de cijfertoetsen de voorkeuzecode (3 cijfers - zie de
bijgeleverde Lijst van Voorkeuzecodes) in voor de fabrikant van het component
waarvan u de signalen in het geheugen wilt opslaan.
0
5
Herhaal de stappen 1 t/m 4 om de afstandsbedieningscode van een ander component in het geheugen op te slaan.
OPMERKINGEN:
• De signalen voor de ingedrukte toetsen worden uitgezonden tijdens het instellen van het
voorkeuzegeheugen. Om ongewilde bediening te vermijden, dekt u best het zendvenstertje van de
afstandsbediening af terwijl u het voorkeuzegeheugen instelt.
• Afhankelijk van het model en het productiejaar werkt deze functie niet voor sommige modellen, zelfs als
het merk voorkomt in de bijgeleverde lijst van voorkeuzecodes.
• Sommige fabrikanten gebruiken meer dan één code voor de afstandsbediening. Zie de bijgeleverde lijst van
voorkeuzecodes om het nummer te wijzigen en te controleren.
• U kunt het voorkeuzegeheugen alleen voor een van de volgende components instellen: CDR/MD,
DVD/VDP en DBS/CABLE.
Het geheugen voor de afstandsbedieningscodes is op de fabriek als volgt ingesteld:
TV, VCR......................................................................HITACHI
CD, TAPE ...................................................................DENON
CDR/MD ....................................................................DENON (CDR)
DVD/VDP ...................................................................DENON (DVD)
DBS/CABLE ...............................................................ABC (CABLE)
202
3
Bedien de component.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de component voor details.
Sommige modellen kunnen niet met deze afstandsbediening worden bediend.
1. Systeemtoetsen van de DVD-speler (DVD)
2. Systeemtoetsen voor videodiscspeler (VDP)
POWER : Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
OFF
: DENON DVD spanning
uitgeschakeld
6, 7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
8, 9 : Automatisch zoeken
(naar het begin van de passage)
3
: Pauze
0 ~ 9, +10 : 10 cijfertoetsen
DISC SKIP : Disk overslaan
(alleen voor DVD-wisselaars)
+
DISPLAY : Display
MENU : Menu
RETURN : Terug
SETUP : Instelling
D, H, F, G : Cursor omhoog,
omlaag, naar links en
naar rechts
ENTER : Enter
POWER : Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
6, 7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
8, 9 : Automatisch zoeken (cue)
3
: Pauze
0~9, +10 : 10 cijfertoetsen
OPMERKING:
• Sommige fabrikanten gebruiken andere namen
voor de afstandsbedieningstoetsen van de DVD.
Raadpleeg daarom ook de instructies voor de
bediening op afstand van de betreffende
component.
NEDERLANDS
3. Systeemtoetsen voor videodeck (VCR/VCR-2)
4. Systeemtoetsen voor digitale satellietontvanger
(DBS) en kabelontvanger (CABLE)
POWER : Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
6, 7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
3
: Pauze
Channel
: Kanalen
+, –
POWER : Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
MENU : Menu
RETURN : Terug
D, H, F, G : Cursor omhoog,
omlaag, naar links en
naar rechts
ENTER : Enter
CHANNEL : Overschakelen kanaal
+, –
0~9, +10 : Kanalen
DISPLAY : Display
VOL +, – : Volume omhoog/omlaag
Punch Through (Doorslaan)
• “Punch Through” (Doorslaan) is een functie waarmee u de PLAY-, STOP-, MANUAL SEARCH- en AUTO
SEARCH-toetsen op de CD, TAPE, CDR/MD, DVD/VDP of VCR componenten kunt gebruiken in de DBS/CABLEof TV-modus. Standaard is niets ingesteld.
1
Zet standschakelaar 1 op “VIDEO”.
2
Zet de modusschakelaar 2 op het component
dat u wilt registreren (DBS/CABLE of TV).
3
4
1
3
5. Systeemtoetsen voor de televisie (TV)
POWER : Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
MENU : Menu
RETURN : Terug
D, H, F, G : Cursor omhoog,
omlaag, naar links en
naar rechts
ENTER : Enter
CHANNEL : Overschakelen kanaal
+, –
0~9, +10 : Kanalen
DISPLAY : Display
TV/VCR : Overschakelen tussen
televisie en
videorecorder
TV VOL : Volume omhoog/omlaag
+, –
3
2
Druk tegelijkertijd op de DVD/VDP POWERtoets en de TV POWER-toets.
• Indicator knippert.
4
2
3
4
5
6
7
8
9
1
Voer het nummer van het
component in dat u wilt
instellen. (Zie Tabel 1)
0
Tabel 1
No.
CD
1
TAPE
2
CDR/MD
3
DVD/VDP
4
VCR
5
Geen instelling
0
OPMERKINGEN:
• Voor deze CD-, CDR-, MD- en TAPE-componenten kunt u de toetsen op dezelfde manier gebruiken als voor
Denon audiocomponenten (pagina 201).
• De TV kan worden bediend wanneer de schakelaar op DVD/VDP, VCR, TV staat.
203
NEDERLANDS
12 BEDIENING
Weergeven van de ingangsbron
1 1
Voorbereidingen voor weergave
1
Raadpleeg het deel “AANSLUITINGEN” (blz.
191 t/m 195) en controleer of alle aansluitingen
correct zijn.
2
Zet
de
schuifschakelaar
van
de
afstandsbediening op AUDIO (alleen wanneer
het toestel wordt bediend met de
afstandsbediening).
2
5
3
1
3
3
4
3
1
5
Kies de ingangsbron die u wil weergeven.
Bijvoorbeeld: CD
(Hoofdtoestel)
2
3
Schakel de spanning in.
Druk op de spanningsschakelaar (-toets).
(Hoofdtoestel)
ON/STANDBY
Licht
Om de ingangsbron te kiezen
wanneer de functie REC OUT,
moet u op de SOURCE-toets
drukken en vervolgens de
i n g a n g s k e u z e s c h a k e l a a r (Hoofdtoestel)
gebruiken.
2
(Hoofdtoestel) (Afstandsbediening)
• ¢ ON/STANDBY
De spanning wordt ingeschakeld en de
spanningsindicator licht op.
Na het instellen van de spanningsschakelaar op
“¢ ON/STANDBY” duurt het enkele seconden
vooraleer er geluid uit de luidsprekers komt. Dit is
te wijten aan het ingebouwde dempingscircuit,
dat schakelgeluiden voorkomt wanneer de
spanning wordt in- en uitgeschakeld.
Zet de spanningsschakelaar in deze stand om
de spanning in en uit te schakelen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
• £ OFF
De spanning wordt uitgeschakeld en de
spanningsindicator dooft.
In deze stand kan de spanning niet worden inen uitgeschakeld met de afstandsbediening.
4
Selecteer de voorste luidsprekers.
Druk op de SPEAKER A- of B-toets om de
luidspreker in te schakelen
2
Kies de ingangsstand
• Kiezen van de analoge stand.
Druk op de ANALOG-toets om de analoge
ingang in te schakelen.
4
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Kiezen van de standen AUTO, PCM en DTS
Bij elke druk op de INPUT MODE-toets
(ingangsstand) verandert de stand als volgt.
PCM
DTS
(Afstandsbediening)
• U kunt de instelling van de voorluidspreker A,
B ook wijzigen met de SPEAKER-toets op de
afstandsbediening.
204
(Afstandsbediening)
• Kiezen van de externe ingangsstand (EXT. IN)
Druk op de EXT. IN-toets van het toestel om
naar de externe ingang over te schakelen.
AUTO
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Ingangsstand-keuzefunctie
Het is mogelijk om voor de verschillende ingangsbronnen
verschillende ingangsstanden te kiezen. De gekozen
ingangsstanden voor de afzonderlijke ingangsbronnen
worden in het geheugen opgeslagen.
q AUTO-stand (automatisch)
In deze stand wordt het type signalen dat wordt
ingevoerd
via
de
digitale
en
analoge
ingangsaansluitingen voor de gekozen ingangsbron
herkend en wordt automatisch het programma van de
surround-decoder van de AVR-1804 gekozen bij
weergave. Deze stand kan worden gekozen voor alle
ingangsbronnen, behalve PHONO en TUNER.
De aan- of afwezigheid van digitale signalen wordt
herkend, de via de digitale ingangsaansluitingen
ingevoerde signalen worden geïdentificeerd en het
decoderen en weergeven gebeurt automatisch in DTS, Dolby Digital- of PCM-formaat (2-kanaals stereo). Als
geen digitaal signaal wordt ingevoerd, worden de
analoge ingangsaansluitingen gekozen.
Gebruik deze functie voor weergave van signalen die
met Dolby Digital zijn opgenomen.
w PCM-stand (exclusieve weergavestand voor PCMsignalen)
Decodering en weergave vinden enkel plaats wanneer
PCM-signalen worden ingevoerd.
Merk op, dat er ruis kan optreden wanneer deze functie
wordt gebruikt voor andere signalen dan PCM-signalen.
e DTS-stand (exclusieve weergavestand voor DTSsignalen)
Decodering en weergave vinden enkel plaats wanneer
DTS-signalen worden ingevoerd.
r ANALOG-stand (exclusieve weergavestand voor
analoge audiosignalen)
De signalen die worden ingevoerd via de analoge
ingangsaansluitingen worden gedecodeerd en
weergegeven.
t EXT. IN-stand (keuzestand voor ingangsaansluiting van
externe decoder)
De via de ingangsaansluitingen van de externe decoder
ingevoerde signalen worden weergegeven zonder
beïnvloeding door het surroundcircuit.
NEDERLANDS
OPMERKING:
• Merk op dat ruis zal te horen zijn wanneer CD’s of
LD’s die zijn opgenomen in DTS-formaat worden
weergegeven in de stand “PCM” (exclusieve
weergave van PCM-signalen) of “ANALOG”
(exclusieve weergave van analoge audiosignalen).
Selecteer de stand AUTO of DTS (exclusieve DTSsignaalweergave) wanneer u een in DTS opgenomen
signaal weergeeft.
Opmerkingen over het weergeven van
geluidsbronnen die met DTS zijn gecodeerd.
• Er kan beeldruis optreden bij het starten van de
weergave en bij het zoeken tijdens DTS
weergave in de AUTO stand. Als dit het geval is,
kan weergave in de DTS stand een oplossing zijn.
• In enkele zeldzame gevallen kan ruis worden
gegenereerd wanneer u de weergave van een
DTS-CD of DTS-LD stopt.
Ingangsstand bij weergave van DTS-bronnen.
• Ruis zal hoorbaar zijn als DTS-compatibele CD’s of
LD’s worden weergegeven in de “ANALOG”- of
“PCM”-stand.
Sluit bij de weergave van DTS-compatibele bronnen
de
broncomponent
aan
op
de
digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL/COAXIAL) en stel de
ingangsstand in op “DTS”.
Ingangsstand-display
• In de AUTO-stand
INPUT
PCM
AUTO
Weergave via de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN)
1
Een van de twee licht op,
afhankelijk van het
ingangssignaal
(Hoofdtoestel)
ANALOG
• In de DIGITAL PCM-stand
INPUT
PCM
AUTO
DTS
DIGITAL
• In de DIGITAL DTS-stand
INPUT
PCM
AUTO
DTS
DIGITAL
• In de ANALOG-stand
3
Kies de weergavestand.
Druk op de SURROUND MODE-toets en
verdraai de SELECT-knop.
INPUT
PCM
AUTO
DTS
ANALOG
Ingangssignaal-display
Bijvoorbeeld: Stereo
• DOLBY DIGITAL
SIGNAL
DIGITAL
• DTS
2
Annuleren van de externe ingangsstand.
Annuleer de externe-ingangsstand (EXT. IN)
door op de ingangsstand (AUTO, PCM, DTS) of
ANALOG-toets te drukken en over te schakelen
op de gewenste ingangsstand. (Zie blz. 204.)
SIGNAL
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Om de surround modus te
selecteren
terwijl
u
de
surroundparameters,
klankkleuroverbrugging
of
klankkleurregeling instelt, drukt u (Hoofdtoestel)
op de surroundmodustoets en bedient u
vervolgens de keuzeschakelaar.
4
Start de weergave op de gekozen component.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
component voor bedieningsinstructies.
5
Regel het volume.
Het volumeniveau
wordt getoond op
het
hoofdvolumenivea
u-display.
(Hoofdtoestel)
DIGITAL
• PCM
SIGNAL
DIGITAL
De DIGITAL -indicator licht op wanneer digitale
signalen correct worden ingevoerd. Als de
DIGITAL -indicator niet oplicht, controleer dan of de
instelling (blz. 199) en de aansluitingen van de
digitale ingangscomponent juist zijn en of de
spanning van de component is ingeschakeld.
(Hoofdtoestel)
2 1
(Afstandsbediening)
Zodra deze stand is gekozen, worden de
ingangssignalen die zijn aangesloten op de kanalen
FL (links voor), FR (rechts voor), C (midden), SL
(surround links) en SR (surround rechts) van de
EXT. IN-aansluitingen rechtstreeks uitgevoerd naar
de luidsprekersystemen voor (links en rechts),
midden en surround (links en rechts), en gaan ze
voorbij aan het surroundcircuit.
Verder wordt het signaal dat wordt ingevoerd
via de SW-aansluiting (subwoofer) uitgevoerd
naar de PRE OUT SUBWOOFER-aansluiting.
DTS
DIGITAL
Stel de externe ingang (EXT. IN) in.
Druk op EXT. IN om over te schakelen naar de
externe ngang.
(Afstandsbediening)
2
1
OPMERKINGEN:
• In een andere weergavestand dan de externe
ingangsstand kunnen de signalen op deze
aansluitingen niet worden weergegeven. Tevens
kunnen geen signalen worden uitgevoerd uit
kanalen die niet zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen.
• De externe ingangsstand kan worden ingesteld
voor elke ingangsbron. Om videobeelden te
bekijken terwijl u muziek beluistert, moet u de
ingangsbron kiezen waarop het videosignaal is
aangesloten en vervolgens deze stand instellen.
• Als het uitgangsniveau van de subwoofer te
hoog
lijkt,
stelt
u
de
“SW
ATT.”
surroundparameter in op “ON”.
• Wanneer de ingangsstand is ingesteld op de externe
ingang (EXT. IN), kan de surroundstand (DIRECT,
STEREO, DOLBY/DTS SURROUND, 5CH/6CH
STEREO of DSP SIMULATION) niet worden
ingesteld.
OPMERKING:
• De DIGITAL -indicator licht ook op wanneer een
CD-ROM wordt afgespeeld die andere dan
geluidssignalen bevat, maar er zal geen geluid
hoorbaar zijn.
(Afstandsbediening)
Het volume kan worden geregeld binnen een
bereik van –70 tot 0 tot 18 dB in stappen van
1 dB. Wanneer het kanaalniveau evenwel is
ingesteld zoals beschreven op blz. 208 het
volume voor een kanaal is ingesteld op +1 dB
of hoger, kan het volume niet worden
geregeld tot 18 dB. (In dit geval is het
maximale volume-instelbereik “18 dB —
(maximale waarde van kanaalniveau)”.)
205
NEDERLANDS
Weergeven van audiobronnen (CD's en DVD's)
Na het starten van de weergave
De AVR-1804 is voorzien van twee standen “2-kanalen afspelen”, die expliciet voor muziek zijn bestemd.
Kies de stand overeenkomstig uw voorkeur.
1
DIRECT-stand
Gebruik deze stand om een goede kwaliteit van
2-kanalengeluid te verkrijgen tijdens het
bekijken van beelden. In deze stand worden de
audiosignalen niet beïnvloed door circuits als het
tooncircuit, maar worden ze rechtstreeks
overgebracht, wat resulteert in een goede
geluidskwaliteit.
[1] Regelen van de geluidskwaliteit (TONE)
• De klankkleurregeling functioneert niet in de Direct-stand.
• De instelling van de toonhoogte is alleen op de voorste luidsprekers van invloed.
1
Bij elke druk op de TONE CONTROL-toets
schakelt de klankkleur als volgt over.
BASS
1, 2
TREBLE
(Hoofdtoestel)
2 3 1
2
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
1
2
STEREO-stand
Gebruik deze stand om de toon te regelen en
het gewenste geluid te verkrijgen tijdens het
bekijken van beelden.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Verdraai voor instelling van het
niveau de SELECT-knop terwijl de
naam van het volume dat
ingesteld
moet
worden (Hoofdtoestel)
geselecteerd is.
• Om de lage of hoge tonen te verhogen: draai
de knop in wijzerzin. (De klank van de lage of
de hoge tonen kan worden verhoogd tot +12
dB in stappen van 2 dB.)
• Om de lage of hoge tonen te verlagen: draai
de knop in wijzerzin. (De klank van de lage of
de hoge tonen kan worden verlaagd tot –12
dB in stappen van 2 dB.)
3
Als u niet wil dat de lage en hoge tonen worden
geregeld, schakel dan de toonannuleerstand in.
(Hoofdtoestel)
De signalen worden niet
beïnvloed door de regelcircuits
van de hoge en lage tonen, wat
resulteert
in
een
hogere
klankkwaliteit.
[2] Luisteren met een hoofdtelefoon
1
Steek de hoofdtelefoon in de
aansluiting.
PHONES
OPMERKING:
Zet het volume niet te hoog wanneer u met de
hoofdtelefoon luistert, om gehoorverlies te
voorkomen.
Sluit de hoofdtelefoon aan op
1
de PHONES-aansluiting.
De voorversterkeruitgang en
de uitvoer naar de luidsprekers worden
automatisch uitgeschakeld wanneer de
hoofdtelefoon wordt ingestoken.
[3] Tijdelijk uitschakelen van het geluid (MUTING)
1
Gebruik deze functie om de audiouitvoer tijdelijk uit te schakelen.
Druk op de MUTING-toets
(demping).
(Afstandsbedi
ening)
Annuleren van de MUTING-stand.
• Druk nogmaals op de
MUTING-toets.
• De demping wordt ook geannuleerd
wanneer de MASTER VOL-regelaar op- of
neerwaarts wordt bijgesteld.
206
1
NEDERLANDS
[4] Combineren van het momenteel weergegeven geluid met het gewenste beeld
1
Simultane weergave
Gebruik deze schakelaar om een
videobron te bekijken terwijl u een
andere audiobron beluistert.
(Afstandsbedi
Druk op de videokeuzetoets
ening)
(VIDEO SELECT) en draai aan de
functieknop (FUNCTION) tot de gewenste bron
op het display verschijnt.
Annuleren van de simultane weergave.
• Selecteer “SOURCE” met behulp van de
VIDEO SELECT-toets.
• Schakel de programmabron op het
component dat is aangesloten op de
videoingangsaansluitingen.
Opname van meerdere bronnen
1
Weergeven van een bron terwijl u een andere opneemt (REC OUT-stand)
1
2
Opscherm-display
• Telkens wanneer een bewerking
wordt uitgevoerd, verschijnt een
beschrijving van die bewerking
(Afstandsbedi
op het display dat is
ening)
aangesloten op de VIDEO
MONITOR OUT-aansluiting van het toestel.
Tevens kan tijdens de weergave de
bedrijfsstand van het toestel worden
gecontroleerd
door
op
de
ON
SCREEN/DISPLAY-toets
van
de
afstandsbediening te drukken.
Informatie als de stand van de ingangskiezer
en de instellingen van de surroundparameters
wordt in volgorde getoond.
2, 4 1
2
1
(Hoofdtoestel)
Display
IN=V SOURCE
2
Verdraai de FUNCTION-knop om
de op te nemen bron te
selecteren terwijl “REC OUT
SOURCE” op de display staat.
(Hoofdtoestel)
2
Display
REC
3
[5] Controleren van de momenteel weergegeven programmabron, enz.
1
Druk de REC SELECT-toets in.
4
1
2
Schakel de opnamefunctie in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
component waarmee u wilt opnemen voor
details.
Om te annuleren,
functieknop
en
“SOURCE”.
draai de
selecteer
(Hoofdtoestel)
PHONO CD TUNER
DVD / VDP TV / DBS
VCR
-1 -2
V.AUX CDR / TAPE
RECOUT
SOURCE
OPMERKINGEN:
• Andere opnamebronnen die u in de REC OUTstand kiest en die geen digitale ingangen zijn,
worden eveneens uitgevoerd naar de
meerbronnen-audio-uitgangsaansluitingen.
• Digitale signalen worden niet uitgevoerd via de
REC SOURCE of de audio-uitgangsaansluitingen.
• Het signaal van de DIGITAL IN-aansluiting dat is
gekozen
met
behulp
van
de
functiekeuzeschakelaar, wordt uitgevoerd naar
de DIGITAL OUT (OPTICAL)-aansluiting.
Gebruik van de helderheidsfunctie
• Gebruik deze functie om de
helderheid van het display te
veranderen.
(Afstandsbedi
De helderheid van het display
ening)
verandert in vier stappen (helder,
gewoon, dof en uit) telkens
wanneer de DIMMER-toets op
de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
BRIGHT
MEDIUM
DIM
OFF
207
NEDERLANDS
• Stel na het regelen van de testtonen de kanaalniveaus in. Pas ze aan de weergavebron of aan uw persoonlijke
smaak aan zoals hieronder beschreven.
13 SURROUND
1
Alvorens weer te geven met de surroundfunctie
• Stel alvorens weer te geven met de surroundfunctie met behulp van de testtonen het weergaveniveau van de
verschillende luidsprekers in. Dit kunt u doen in de systeeminstelling (zie blz. 196) of met de afstandsbediening,
zoals hierna beschreven.
• Instelling met de afstandsbediening met behulp van testtonen is alleen mogelijk in de “auto” stand en alleen
effectief in de DOLBY/DTS SURROUND functies. De ingestelde niveaus worden automatisch in het geheugen
opgeslagen.
Kies de luidspreker waarvan
u het niveau wil instellen.
(Afstandsbediening)
Bij elke druk op de toets verandert het kanaal als
volgt.
FL
1
Stel de standen DOLBY/DTS SURROUND
(Dolby Pro Logic II of Dolby Digital of DTS
Digital) in.
(Hoofdtoestel)
2
2
1
SB
Stel het niveau van de
gekozen luidspreker in.
2
1
Druk op de TEST TONE-toets
(testtoon).
(Afstandsbediening)
1
Standaardinstelling van het kanaalniveau is 0 dB.
Het niveau van de gekozen luidspreker kan
worden ingesteld binnen een bereik van +12
tot –12 dB.
Het niveau van het subwooferkanaal (SW)
kan worden uitgeschakeld door het niveau
één stap te verlagen vanaf –12 dB.
OFF ´ –12 dB ´ 12 dB
De
verschillende
luidsprekers
produceren
testtonen.
Gebruik
de
kanaalvolume-insteltoetsen
om eenzelfde volume in te
(Afstandsbediening)
stellen voor de testtonen
van alle luidsprekers.
Druk na het instellen
nogmaals op de TEST
TONE-toets.
3
2, 4
(Afstandsbediening)
208
SR
SL
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de schuifschakelaar op de
afstandsbediening in de stand “AUDIO” staat.
(Afstandsbediening)
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de schuifschakelaar op de
afstandsbediening in de stand “AUDIO” staat.
4
FR
SW
(Afstandsbediening)
3
CNTR
3
2
NEDERLANDS
Dolby Surround Pro Logic II-stand
5
U kunt de Dolby Surround
Pro Logic II Cinema- of de
Musicmodus rechtstreeks
kiezen door tijdens de
weergave in de Dolby
Surround Pro Logic IImodus op de CINEMA- of
MUSIC-toets
op
de
afstandsbediening
te
drukken.
2
1
1
1
2
4, 6 5, 7
Kies de functie waarop de component die u wilt
weergeven is aangesloten.
(Hoofdtoestel)
Bijvoorbeeld: DVD
MODE
9
5, 7
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
• De Dolby Pro Logic II-indicator licht op.
Display
(Afstandsbediening)
MODE
cinema
MODE
music
or
5, 7
6
Kies
de
diverse
parameters.
(Zie
“Surroundparameters q” voor een beschrijving
van de diverse parameters).
Stel de diverse surroundparameters in.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
8
Wanneer de surroundparameters worden
ingesteld met de toetsen op het hoofdtoestel,
stop dan met het bedienen van toetsen na het
voltooien van de instellingen. De instellingen
worden automatisch vastgelegd en na enkele
seconden verschijnt opnieuw het normale display.
9
Druk op de ENTER-toets
om de surroundparametermodus af te
sluiten.
(Afstandsbediening)
OPMERKING:
• Bij het instellen van parameters keert de display
in de normale staat terug enkele seconden nadat
de laatste toets is ingedrukt en de instellingen
zijn voltooid.
Kies de surroundparameterstand.
Display
7
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
MODE cinema
Licht
LOGICII
3
or
6
4
DOLBY PL
6
4, 6
Kies de stand Dolby Surround Pro Logic II.
(Hoofdtoestel)
Kies de meest geschikte stand voor de bron.
Geef een programmabron voorzien van de
aanduiding
weer.
• Raadpleeg de handleidingen van de
desbetreffende
componenten
voor
bedieningsvoorschriften.
(Hoofdtoestel) (Afstandsbediening)
Om deze bewerking te kunnen uitvoeren met
de afstandsbediening, moet u controleren of
de standkeuzeschakelaar is ingesteld op
“AUDIO”.
209
NEDERLANDS
DTS NEO:6-stand
7
U kunt de stand DTS
NEO:6 Cinema of Music
rechtstreeks
kiezen
wanneer u op de toets
CINEMA of MUSIC op de
afstandsbediening drukt
tijdens de weergave in de
stand DTS NEO:6.
2
1
1
1
2
4, 6
5, 7
Kies de functie waarop de component die u wilt
weergeven is aangesloten.
Stel de diverse surroundparameters in.
9
Druk op de ENTER-toets
om de surroundparametermodus af te
sluiten.
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
8
(Afstandsbediening)
Wanneer de surroundparameters worden
ingesteld met de toetsen op het hoofdtoestel,
stop dan met het bedienen van toetsen na het
voltooien van de instellingen. De instellingen
worden automatisch vastgelegd en na enkele
seconden verschijnt opnieuw het normale display.
Bijvoorbeeld: DVD
6
4, 6
9
5, 7
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
6
Kies de stand DTS NEO:6.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• De stand verandert zoals hierna getoond bij
elke druk op de toets.
DOLBY PLII
3
4
Surroundparameters q
5, 7
5
Kies de meest geschikte stand voor de bron.
DTS NEO:6
Geef een progammabron weer.
(Hoofdtoestel)
MODE
cinema
(Afstandsbediening)
MODE
music
Kies de surroundparameterstand.
or
or
Display
MODE cinema
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
6
Om deze bewerking te kunnen uitvoeren met
de afstandsbediening, moet u controleren of
de standkeuzeschakelaar is ingesteld op
“AUDIO”.
210
Kies de diverse parameters.
Pro Logic II-stand:
• De Cinema-stand wordt gebruikt voor stereo-televisieprogramma’s die zijn gecodeerd in Dolby Surround.
• De Music-stand wordt aanbevolen als standaardstand voor autosound-muzieksystemen (geen video) en is
optioneel voor A/V-systemen.
• De Dolby PL-stand biedt dezelfde robuuste surroundverwerking als de originele Pro Logic wanneer de bron
niet van optimale kwaliteit is.
Kies één van de standen (“Cinema”, “Music” of “Dolby PL”).
Panorama-regelaar:
Deze stand breidt het stereobeeld vooraan uit met de surroundluidsprekers en resulteert in een opwindend
“omhullend” effect met weerkaatsing van het geluid via de zijwanden.
Kies “OFF” of “ON”.
Dimension-regelaar:
Deze regelaar regelt het geluidsveld geleidelijk naar voren of naar achteren bij.
De regelaar kan in 7 stappen worden ingesteld van 0 tot 6.
Center Width-regelaar:
Deze regelaar stelt het middenbeeld in, zodat het alleen hoorbaar is via de middenluidspreker; alleen
hoorbaar via de linker-/rechterluidsprekers als fantoombeeld; of via alle drie voorluidsprekers in
verschillende mate.
De regelaar kan in 7 stappen worden ingesteld van 0 tot 8.
DTS NEO:6-stand:
• Cinema
Dit is de optimale modus voor het weergeven van films. Bij het decoderen ligt de nadruk op de
kanaalscheiding, zodat u met 2-kanaals bronnen dezelfde sfeer als met 6.1-kanaals bronnen creëert.
Deze modus is ook effectief voor het weergeven van bronnen die in conventionele surround formaten zijn
opgenomen, omdat het component dat in fase is, vooral aan het middenkanaal (C) wordt toegekend en het
component waarvan de fase is omgekeerd, aan de surround kanalen (de kanalen SL, SR en SA).
• Muziek
Deze modus is vooral geschikt voor het weergeven van muziek. De signalen van de voorste kanalen (de
kanalen LV en RV) passeren de decoder en worden rechtstreeks weergegeven, zodat er geen kwaliteitsverlies
van het geluid optreedt, en het effect van de surround signalen die via de midden (C) en surround kanalen (SL,
SR en SA) worden uitgevoerd, breiden het geluid op een natuurlijk aanvoelende wijze uit.
CENTER IMAGE (0,0 tot 0,5: standaard 0,2)
De parameter Center Image voor het instellen van de expansie van het middenkanaal in de stand DTS
NEO:6 MUSIC is toegevoegd.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
NEDERLANDS
Dolby Digital-funcite (alleen met digitale ingang) en DTS Surround-functie
(alleen met digitale ingang)
1
1
Kies de ingangsbron.
4
1 3
Geef het surroundparametermenu weer.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Weergave met een digitale ingang
q Kies een ingangsbron die is ingesteld op
digitaal (COAXIAL/OPTICAL) (zie blz. 199).
Bijvoorbeeld: DVD
Kies de diverse parameters.
5
3
(Hoofdtoestel)
2
2
4, 5 2, 6
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
w Stel de ingangsstand in op “AUTO” of “DTS”.
2
Stel de parameters in.
6
1
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
Kies de Dolby/DTS Surround-stand.
7
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Wanneer u dit doet vanop het hoofdtoestel,
druk dan op de SURROND MODE-toets, draai
vervolgens de SELECT-knop en selecteer Dolby
Pro logic II of DTS NEO:6.
7
6
5
4, 5
6
3
5
1
Druk op de ENTER-toets om de surround-parametermodus
af te sluiten.
(Afstandsbediening)
2 Dialoognormalisering
De functie dialoognormalisering wordt automatisch geactiveerd bij de weergave van Dolby Digitalprogrammabronnen. Dialoognormalisering is een basisfunctie van Dolby Digital die zorgt voor een automatische
normalisering van het dialoogniveau (standaardniveau) van de signalen die met verschillende niveaus zijn
opgenomen voor verschillende programmabronnen, zoals DVD, DTV en andere toekomstige formaten die de ON
SCREEN-toets zullen gebruiken.
Display
(Hoofdtoestel)
3
(Afstandsbediening)
Geef een programmabron weer die is voorzien
van het logo
DIGITAL
,
OFFSET
- 4dB
Het nummer duidt het normaliseringsniveau aan wanneer het
weergegeven
programma
wordt
genormaliseerd
tot
het
standaardniveau.
.
• De Dolby Digital-indicator licht op
bij de weergave van Dolby DigitalLicht
bronnen.
Licht
• De DTS-indicator licht op bij de
weergave van DTS-bronnen.
Gebruik de SURROUND BACK-toets om
Surround Back CH in/uit te schakelen.
Licht
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Brandt wanneer de surround achter
(SURROUND BACK)-toets is ingedrukt.
211
NEDERLANDS
Surroundparameters w
CINEMA EQ. (Cinema-equalizer):
De Cinema EQ-functie verlaagt het niveau van de extreem hoge frequenties zachtjes om te scherp klinkend
filmgeluid te compenseren. Schakel deze functie in als het geluid uit de voorste luidsprekers te scherp klinkt.
Deze functie werkt alleen in de standen Dolby Pro Logic II, Dolby Digital en DTS Surround. (Dezelfde inhoud
wordt ingesteld voor alle bedieningsmodi.)
D.COMP. (Compressie van dynamisch bereik):
Filmgeluid heeft een erg breed dynamisch bereik (het contrast tussen zeer zacht en zeer luid geluid).
Wanneer u ‘s avonds laat luistert of het maximale geluidsniveau lager is dan normaal, kan u dankzij de
compressie van het dynamisch bereik alle klanken integraal horen (maar in een beperkter dynamisch bereik).
(Deze functie werkt alleen bij de weergave van programmabronnen opgenomen in Dolby Digital of DTS.) Kies
één van de vier parameters (“OFF” (uit), “LOW” (laag), “MID” (midden) of “HI” (hoog)). Kies de instelling
OFF voor normaal luisteren.
LFE (Laagfrequent effect):
Deze functie stelt het niveau in van de LFE-geluiden (laagfrequent effect) in de bron bij weergave van
programmabronnen die zijn opgenomen in Dolby Digital of DTS.
Als het geluid uit de subwoofer vervormd klinkt als gevolg van de LFE-signalen tijdens de weergave van Dolby
Digital- of DTS-bronnen en de piekbegrenzer is uitgeschakeld in de instelling van het piekbegrenzerniveau van
de subwoofer (systeeminstelmenu), dient u het niveau naar vereist te regelen.
Programmabron en instelbereik:
1. Dolby Digital:
–10 dB tot 0 dB
2. DTS Surround:
–10 dB tot 0 dB
Bij weergave van filmmateriaal dat met DTS is gecodeerd verdient het voor goede weergave de
aanbeveling om het LFE-niveau in te stellen op 0 dB.
Bij weergave van muziekmateriaal dat met DTS is gecodeerd verdient het voor goede weergave de
aanbeveling om het LFE-niveau in te stellen op -10 dB.
SB CH OUT (Surround-achter):
“OFF” ......................De weergave gebeurt zonder de surround-achterluidspreker.
“ON”........................De weergave gebeurt met de surround-achterluidspreker.
OPMERKING: Deze bediening kunt u rechtstreeks uitvoeren met behulp van de surround achter
“SURROUND BACK”-toets.
14 DSP-SURROUNDSIMULATIE
• De AVR-1804 is uitgerust met een DSP (digitale signaalprocessor) met hoog prestatievermogen, die door
digitale verwerking van signalen het geluidsveld synthetisch recreëert. Eén van de zeven voorkeuzesurroundstanden kan worden gekozen overeenkomstig de programmabron en de parameters kunnen worden
aangepast overeenkomstig de omstandigheden in de kamer om zodoende een realistischer en krachtiger geluid
te bekomen. Deze surroundstanden kunnen ook worden gebruikt voor programmabronnen die niet zijn
opgenomen in Dolby Surround Pro Logic of Dolby Digital of DTS.
Surroundstanden en hun eigenschappen
1
5CH/6CH
STEREO
In deze stand worden de signalen van het linker voorkanaal uitgevoerd uit het linker
surroundkanaal en de signalen van het rechter voorkanaal uit het rechter
surroundkanaal, en wordt dezelfde component (in fase) van de linker- en
rechterkanalen uitgevoerd uit het middenkanaal. Deze stand biedt surroundklank uit
alle luidsprekers, maar zonder richtinggevoelige stuureffecten, en werkt met elke
stereo-programmabron.
2
MONO MOVIE
(OPMERKING 1)
Kies deze stand om mono-films te bekijken met een groter gevoel van
ruimtelijkheid.
3
ROCK ARENA
Gebruik deze stand om het gevoel van een live-concert in een arena te creëren,
waarbij het geluid vanuit alle richtingen wordt weerkaatst.
4
JAZZ CLUB
Deze stand creëert het geluidsveld van een live-club met laag plafond en harde
muren. Deze stand geeft jazz een zeer levendige en realistische klank.
5
VIDEO GAME
Gebruik deze instelling bij het spelen van videospelen.
6
MATRIX
Kies deze stand om het gevoel van ruimtelijkheid te benadrukken bij het beluisteren
van in stereo opgenomen muziekbronnen. Signalen die de differentiële component
van de ingangssignalen bevatten (de component die het gevoel van ruimtelijkheid
creëert), verwerkt voor vertraging, worden uitgevoerd via het surroundkanaal.
7
VIRTUAL
Selecteer deze stand om te genieten van een virtueel geluidsveld, voortgebracht
door de voorste 2-kanaalsluidsprekers of hoofdtelefoon.
Het is mogelijk dat het effect soms niet goed waarneembaar is, afhankelijk van de weergegeven
programmabron.
Probeer in dit geval andere surroundstanden, zonder veel rekening te houden met hun naam, om een
geluidsveld te creëren dat u bevalt.
OPMERKING 1: Bij de weergave van in mono opgenomen bronnen zal het geluid eenzijdig zijn als de signalen
slechts via één kanaal worden ingevoerd (links of rechts). Voer daarom de signalen via beide
kanalen in. Als uw broncomponent slechts over één audio-uitgang beschikt (bijv. monofone
camcorder, enz.), splits dan met behulp van een “Y”-adapterkabel de mono-uitgang in twee
uitgangen en sluit ze aan op de L- en R-ingangen.
OPMERKING:
U kunt de DIRECT-, STEREO- en 5CH/6CH STEREO-modus gebruiken wanneer u PCM-signalen weergeeft
met een sampling-frequentie van 96 kHz (zoals bij DVD-Videodiscs met 24 bits, 96 kHz audio). Als dergelijke
signalen worden ingevoerd tijdens de weergave in één van de andere surroundstanden, verandert de stand
automatisch in STEREO.
Personal Memory Plus (Persoonlijk Geheugen Plus)
Dit toestel is beschikt over een persoonlijke geheugenfunctie die de surround-modi en ingangsmodi geselecteerd
voor de verschillende ingangsbronnenautomatisch in het geheugen opslaat. Wanneer u de ingangsbron verandert,
worden de laatst gebruikte modi voor die bron automatisch uit het geheugen opgeroepen.
De surround-parameters, toonregelingsinstellingen en weergaveniveaubalans voor de verschillende
uitgangskanalen worden voor elke surround-modus in het geheugen bewaard.
212
NEDERLANDS
• Voor bediening van de surround-functie en voor instelling van de surround-parameters met behulp van de
bedieningsorganen op het voorpaneel.
DSP-surroundsimulatie
• Voor bediening van de surround-functie en voor instelling van de surround-parameters met behulp van de
afstandsbediening.
1
Kies de surroundstand voor het ingangskanaal.
1
Stel de surround-functie in met behulp van de
SELECT-knop.
1
(Hoofdtoestel)
1
DIRECT
Telkens wanneer de DSP SIMULATION-toets
wordt ingedrukt, verandert de surroundstand in
deze volgorde:
MATRIX
STEREO
VIRTUAL SURROUND
DOLBY PRO LOGIC II
MATRIX
DTS NEO:6
VIDEO GAME
5CH/6CH STEREO
JAZZ CLUB
MONO MOVIE
ROCK ARENA
• Linksom gedraaid.
DIRECT
MONO MOVIE
2 1, 3
• Rechtsom gedraaid.
(Afstandsbediening)
STEREO
DOLBY PRO LOGIC II
DTS NEO:6
5CH/6CH STEREO
MONO MOVIE
ROCK ARENA
VIDEO GAME
JAZZ CLUB
5
4
VIRTUAL SURROUND
3
2, 3
MATRIX
VIDEO GAME
JAZZ CLUB
ROCK ARENA
Om tijdens het instellen van de surround-parameters de gewenste surroundfunctie te kiezen, drukt u de surround-functietoets in en stelt u de
keuzeschakelaar in.
4
3
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
3
Om de stand voor het instellen van
surroundparameters op te roepen, drukt u op de
SURROUND PARAMETER-toets.
• De surroundparameter verandert in de hierna
getoonde volgorde telkens wanneer de
SURROUND PARAMETER-toets wordt ingedrukt
voor de verschillende surroundstanden.
Kies de diverse parameters.
(Afstandsbediening)
4
Stel de parameters in.
(Afstandsbediening)
5
Druk op de ENTER-toets om de surround-parametermodus af te sluiten.
(Afstandsbediening)
2
(Hoofdtoestel)
3
Druk de SURROUND PARAMETER-toets in.
Houd de surround-parametertoets ingedrukt om de in te stellen parameter te
kiezen.
• De parameters die ingesteld kunnen worden, verschillen per surround-functie.
(Zie “Surround-functies en parameters” op blz. 214.)
Breng de in te stellen parameter op de display en stel deze met behulp van de SELECT-knop in.
OPMERKINGEN:
• Als het ingangssignaal bij weergave van PCM digitale signalen of analoge signalen in de surround-functies
5CH/6CH STEREO, ROCK ARENA, JAZZ CLUB, VIDEO GAME, MONO MOVIE of MATRIX verandert in een
digitaal signaal dat met Dolby Digital is gecodeerd, schakelt het toestel automatisch over naar de Dolby
Surround-functie . Wanneer het ingangssignaal verandert in een DTS signaal, schakelt het toestel
automatisch over naar DTS Surround-functie.
• Wanneer de 5kan/6kan stereo “5CH/6CH STEREO”-stand is geselecteerd, verschilt het display naar gelang
van Surround Back CH ON/OFF.
Surround Back CH ON: 6CH STEREO
Surround Back CH OFF: 5CH STEREO
Surroundparameters e
ROOM SIZE (Kamerafmeting):
Stelt de afmeting van het geluidsveld in.
Er zijn vijf instellingen: “small” (klein), “med. s” (middelklein), “medium” (gemiddeld), “med. l” (middelgroot)
en “large” (groot). “small” recreëert een klein geluidsveld, “large” een groot geluidsveld.
EFFECT LEVEL (Effectniveau):
Stelt de sterkte van het surroundeffect in.
Het niveau kan worden ingesteld in 15 stappen van 1 tot 15.
DELAY TIME (Vertragingstijd):
Alleen in de matrixstand kan de vertragingstijd worden ingesteld in een bereik van 0 tot 110 ms.
213
NEDERLANDS
2 Surroundstanden en parameters
Kanaaluitvoer
Bij weergave
Bij weergave
Bij weergave
Bij weergave
van PCMvan Dolby
van DTSvan analoge
signalen
Digitalsignalen
signalen
signalen
(96k)
FRONT L/R
CENTER
SURROUND
L/R
SURROUND
BACK
SUBWOOFER
DIRECT
C
E
E
E
B
C
C
C
(C)
C
STEREO
C
E
E
E
B
C
C
C
(C)
C
EXTERNAL INPUT
C
B
B
E
B
E
E
E
C
DOLBY PRO LOGIC II
C
B
B
B
B
C *
E
C
C
DTS NEO:6
C
B
B
B
B
E
E
C
C
DOLBY DIGITAL
C
B
B
B
B
C
E
E
E
DTS SURROUND
C
B
B
B
B
E
C
E
5CH/6CH STEREO
C
B
B
B
B
E
E
ROCK ARENA
C
B
B
B
B
E
E
C
C
JAZZ CLUB
C
B
B
B
B
E
E
C
C
VIDEO GAME
C
B
B
B
B
E
E
C
C
MONO MOVIE
C
B
B
B
B
E
E
C
C
MATRIX
C
B
B
B
B
E
E
C
C
VIRTUAL
C
E
E
E
B
C
C
C
C
Stand
C:
E:
B:
Signaal
Geen signaal
In- of uitgeschakeld door de instelling van de
luidsprekerconfiguratie
C:
E:
C
* Alleen voor 2-kanaals bronnen
E
(C)
C
Mogelijk
Niet mogelijk
Parameter (standaardwaarden tussen haakjes)
SURROUND PARAMETER
ALLEEN in PRO LOGIC II MUSIC
MODE
TONE
CONTROL
ROOM
SIZE
EFFECT
LEVEL
DELAY
TIME
SW ATT.
MODE
DIRECT
E
E
E
E
E
E
E
STEREO
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
EXTERNAL INPUT
C (0dB)
E
E
E
C (OFF)
E
DOLBY PRO LOGIC II
C (0dB)
E
E
E
E
DTS NEO:6
C (0dB)
E
E
E
DOLBY DIGITAL
C (0dB)
E
E
DTS SURROUND
C (0dB)
E
5CH/6CH STEREO
C (0dB)
ROCK ARENA
C (0dB)
JAZZ CLUB
C (0dB)
VIDEO GAME
ALLEEN in NEO:6
MUSIC MODE
Dolby Digitalsignalen
CENTER
WIDTH
CENTER
IMAGE
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (CINEMA)
C (OFF)
C (3)
C (3)
E
C (CINEMA)
–
–
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
C (0dB)
C (Medium)
C (10)
MONO MOVIE
C (0dB)
C (Medium)
MATRIX
C (0dB)
VIRTUAL
C (0dB)
Stand
C:
E:
214
CINEMA
D.COMP.
EQ
LFE
LFE
C (OFF)
C (0dB)
C (0dB)
C (OFF)
C (0dB)
C (0dB)
E
E
E
E
E
C (OFF)
C (OFF)
C (0dB)
–
–
C (0.2)
C (OFF)
–
–
–
E
E
E
C (OFF)
C (OFF)
C (0dB)
–
E
E
E
E
C (OFF)
E
–
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (10)
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (30msec)
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (OFF)
E
E
Instelbaar
Niet instelbaar
PANORAMA DIMENSION
DTSsignalen
NEDERLANDS
15 LUISTEREN NAAR DE RADIO
Automatische afstemming
Automatisch voorkeuzegeheugen
1
2
3
4
Druk op de MODE-toets om de automatische
afstelstand in te stellen.
Dit toestel is uitgerust met een functie voor automatisch zoeken naar FM-omroepzenders en het opslaan ervan
in het voorkeuzegeheugen.
Het “Auto tuner preset” (Automatische instelling voorkeuzezenders) kan ook via “System setup”
(Systeemconfiguratie) worden uitgevoerd. (Zie blz. 201.)
Licht
(Afstandsbediening)
1
1
Wanneer u de spanningsschakelaar van het
hoofdtoestel inschakelt terwijl u op de PRESET
D-toets van het toestel drukt, begint het toestel
automatisch te zoeken naar FM-zenders.
1
4
3
(Hoofdtoestel)
1
2
Wanneer de eerste FM-omroepzender is
bewaard in het voorkeuzegeheugen op kanaal
A1, worden de volgende zenders automatisch in
volgorde opgeslagen op voorkeuzekanalen A2
tot A8, B1 tot B8, C1 tot C8, D1 tot D8 en E1 tot
E8, met een maximum van 40 zenders.
1
3
4
Druk op de TUNING D (+) of H (–)-toets.
Stel de ingangsfunctie in op “TUNER”.
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
Er wordt afgestemd op kanaal A1 nadat de
automatische voorkeuzegeheugen-functie is
beëindigd.
2
2
OPMERKINGEN:
• Als een FM-zender niet automatisch kan worden
voorgekozen wegens slechte ontvangst, maak dan
gebruik van de ”Handbediende afstemming” om op
de zender af te stemmen, en kies hem voor aan de
hand van de “Voorkeuzegeheugen”-functie.
• Om deze functie te onderbreken, drukt u op de
spanningsschakelaar.
(Afstandsbediening)
Druk, terwijl u naar de display kijkt, op de BANDtoets om de gewenste golfband (AM of FM) te
kiezen.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Het automatisch zoeken begint en stopt van
zodra op een zender is afgestemd.
OPMERKING:
• In de automatische afstemstand op de FM-golfband
licht de “STEREO”-indicator op de display op
wanneer op een stereozender is afgestemd. Bij vrije
frequenties wordt het geluid gedempt en verdwijnen
de indicators “TUNED” en “STEREO”.
(Afstandsbediening)
Handbediende afstemming
2 STANDAARD
1
Stel de ingangsfunctie in op “TUNER”.
3
Druk op de MODE-toets om de handbediende
afstelstand in te stellen.
Controleer of de “AUTO” indicator van de
display uitgaat.
2
Druk, terwijl u naar de display kijkt, op de BANDtoets om de gewenste golfband (AM of FM) te
kiezen.
4
Druk op de TUNING D of H-toets om af te
stemmen op de gewenste zender.
De frequentie verandert doorlopend zolang de
toets ingedrukt blijft.
AUTO TUNER VOORKEURZENDERS
A1 ~ A8
87,5/89,1/98,1/108/90,1/90,1/90,1/90,1 MHz
B1 ~ B8
522/603/999/1404/1611 kHz/90,1/90,1/90,1 MHz
C1 ~ C8
90,1 MHz
D1 ~ D8
90,1 MHz
E1 ~ E8
90,1 MHz
OPMERKING:
• Wanneer de handbediende afstemstand wordt ingesteld, worden FM-stereo-uitzendingen in mono ontvangen
en verdwijnt de “STEREO”-indicator.
215
NEDERLANDS
Voorkeuzezenders
Controleren van de voorkeuzezenders
Voorbereiding:
Gebruik de “Automatische afstemming” of
“Handbediende afstemming” om af te stemmen op
de zender die moet worden voorgekozen in het
geheugen.
2 3
1
1, 4
2
1
Druk diverse malen op de ON SCREEN/DISPLAY-toets, totdat het “Tuner
Preset Stations” scherm (voorkeuzezenders van de tuner) op de
schermweergave verschijnt.
Druk op de MEMORY-toets
(Geheugen).
1
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
3
• De voorkeuzezenders kunnen worden gecontroleerd op het on-screen display (OSD).
Druk op de SHIFT-toets (Wisselen) en kies het
gewenste geheugenblok (A tot E).
2
Oproepen van voorkeuzezenders
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
1
1 2
Druk, terwijl u naar de display kijkt, op de SHIFTtoets om het voorkeuzegeheugenblok te kiezen.
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de schuifschakelaar op de
afstandsbediening in de stand “AUDIO” staat.
3
(Hoofdtoestel)
Druk op de PRESET D of H-toets (Voorkeuze
omhoog of omlaag) om het gewenste
voorkeuzekanaal (1 tot 8) te kiezen.
2
1
(Hoofdtoestel)
4
(Afstandsbediening)
2
Druk, terwijl u naar de display kijkt, op de
PRESET D of H-toets om het gewenste
voorkeuzekanaal te kiezen.
(Afstandsbediening)
Druk
nogmaals
op
de
MEMORY-toets om de zender
in het voorkeuzegeheugen op
te slaan.
Herhaal stappen 1 t/m 4 om andere kanalen voor te
kiezen.
In totaal kunnen 40 zenders worden voorgekozen –
8 zenders (kanalen 1 tot 8) in elk van de blokken A
tot E.
216
(Afstandsbediening)
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de schuifschakelaar op de
afstandsbediening in de stand “AUDIO” staat.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
NEDERLANDS
RDS (Radio Data System)
RDS-zoekfunctie
RDS (werkt enkel op de FM-golfband) is een omroepservice die het een zender mogelijk maakt bijkomende
informatie mee te sturen met het gewone radioprogrammasignaal.
De volgende drie soorten RDS-informatie kunnen met dit toestel worden ontvangen:
2 Programmatype (PTY)
Gebruik deze functie om automatisch af te stemmen op FM-zenders die de RDS-service aanbieden.
1
Zet de ingangsbron op “TUNER”.
1
3
2
PTY identificeert het soort RDS-programma.
De programmatypes en hun displays zijn de volgende:
NEWS
Nieuws
ROCK M
Rockmuziek
PHONE IN
Inbelprogramma
AFFAIRS
Actualiteit
EASY M
Easy listening
TRAVEL
Reisprogramma
INFO
Informatie
LIGHT M
Licht klassiek
LEISURE
Vrije Tijd
SPORT
Sport
CLASSICS
Zwaar klassiek
JAZZ
Jazz
EDUCATE
Opvoeding
OTHER M
Andere muziek
COUNTRY
Country
DRAMA
Drama
WEATHER
Weer
NATION M
Nationaal
CULTURE
Cultuur
FINANCE
Financieel
OLDIES
Oldies
SCIENCE
Wetenschap
CHILDREN
Kinderprogra
mma’s
FOLK M
Folk
VARIED
Allerlei
SOCIAL
Sociaal nieuws
DOCUMENT
Documentaire
POP M
Popmuziek
RELIGION
Godsdienst
2 Verkeersprogramma (TP)
TP identificeert programma’s die verkeersinformatie uitzenden.
Zo kunt u eenvoudig de meest recente informatie inwinnen over de verkeerssituatie in uw streek vóór u
vertrekt.
2 Radiotekst (RT)
Met RT kan de RDS-zender tekstboodschappen sturen die op de display verschijnen.
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
Druk op de RDS-toets tot
“RDS SEARCH” op de
display verschijnt.
(Hoofdtoestel)
1
3
3
OPMERKING: De hierna beschreven bewerkingen met de toetsen RDS, PTY en RT werken niet in gebieden
waar geen RDS-uitzendingen kunnen worden ontvangen.
Druk op de PRESET D (+) of H (–)-toets om
automatisch de RDS-zoekfunctie te starten.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Als geen RDS-zenders worden gevonden met
behulp van bovenstaande bewerking, worden
alle golfbanden afgezocht.
4
Wanneer een zender is gevonden, verschijnt de
naam van die zender op de display.
5
Herhaal stap 3 om verder te gaan met zoeken.
Als geen andere RDS-zender is gevonden nadat
alle frequenties zijn afgezocht, verschijnt “NO
RDS” op de display.
217
NEDERLANDS
PTY-zoekfunctie
TP-zoekfunctie
Gebruik deze functie voor het opsporen van RDS-zenders die een bepaald type programma (PTY) uitzenden.
Zie “Programmatype (PTY)” voor een beschrijving van elk programmatype.
1
Zet de ingangsbron op “TUNER”.
1
4
2 3
Gebruik deze functie om RDS-zenders op te sporen die verkeersinformatie uitzenden (TP-zenders).
1
Zet de ingangsbron op “TUNER”.
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
2
1
3
2
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
2
Druk op de RDS-toets tot
“PTY SEARCH” op de display
verschijnt.
Druk op de RDS-toets tot “TP
SEARCH” op de display
verschijnt.
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
1
1
3
4
3
Druk, terwijl u naar de display
kijkt, op de PTY-toets om het
gewenste programmatype op
te roepen.
3
Druk op de PRESET D (+) of H (–)-toets de TPzoekfunctie gaat van start.
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Als geen TP-zender is gevonden met behulp van
bovenstaande
bewerking,
worden
alle
golfbanden afgezocht.
4
Druk op de PRESET D (+) of H (–)-toets om
automatisch de PTY-zoekfunctie te starten.
6
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Als geen zender wordt gevonden die het
aangeduide programmatype uitzendt met
behulp van bovenstaande bewerking, worden
alle golfbanden afgezocht.
5
218
Nadat de zoekfunctie is gestopt, wordt de
zendernaam op de display getoond.
Herhaal stap 4 om verder te gaan met zoeken.
Als geen andere zender is gevonden die het
aangeduide programmatype uitzendt nadat alle
frequenties zijn afgezocht, verschijnt “NO
PROGRAMME” op de display.
4
Nadat de zoekfunctie is gestopt, verschijnt de
zendernaam op de display.
5
Herhaal stap 3 om verder te gaan met zoeken.
Als geen andere TP-zender is gevonden nadat
alle frequenties zijn afgezocht, verschijnt “NO
PROGRAMME” op de display.
NEDERLANDS
18 BIJKOMENDE INFORMATIE
RT (Radiotekst)
“RT”
verschijnt
op
de
display
wanneer
radiotekstgegevens worden ontvangen.
Wanneer de RT-toets wordt ingedrukt tijdens de
ontvangst van een RDS-zender, worden de
tekstgegevens die door die zender worden uitgezonden
getoond. Druk nogmaals op de RT-toets om de display
te doen verdwijnen. Als geen tekstgegevens worden
uitgezonden, verschijnt “NO TEXT DATA” op de display.
“RT”
Optimale surroundklank voor verschillende bronnen
Er zijn momenteel verschillende soorten meerkanalensignalen (signalen of formaten met meer dan twee kanalen).
2 Soorten meerkanalensignalen
Dolby Digital, Dolby Pro Logic, DTS, hoge-resolutie 3-1 signalen (Japan MUSE, Hi-Vision audio), DVD-Audio,
SACD (Super Audio CD), MPEG meerkanalenaudio, enz.
“Bron” verwijst hier niet naar het soort signaal (formaat) maar naar de opgenomen inhoud. Men maakt een
onderscheid tussen twee hoofdcategorieën van bronnen.
2 Soorten bronnen
• Filmgeluid
Signalen bedoeld voor weergave in bioscopen. Over het algemeen wordt het geluid
opgenomen voor weergave in bioscopen met meervoudige surroundluidsprekers, ongeacht
het formaat (Dolby Digital, DTS, enz.)
Geluidsveld van bioscoop
FL
16 LAATSTE-FUNCTIEGEHEUGEN
SW
C
FR
SL
Geluidsveld van huiskamer
SR
FL
SW
C
SL
• Dit toestel is uitgerust met een laatste-functiegeheugen dat de ingangs- en uitgangsinstellingen opslaat zoals
ze waren net vóór de spanning werd uitgeschakeld.
Deze functie voorkomt dat u bij het inschakelen van de spanning ingewikkelde instellingen opnieuw moet
uitvoeren.
• Dit toestel is ook uitgerust met een reservegeheugen. Deze functie bewaart de geheugeninhoud ongeveer één
week wanneer de spanningsschakelaar van het hoofdtoestel is uitgeschakeld en het netsnoer is uitgetrokken.
SR
SB
SB
Meervoudige surroundluidsprekers
(Voor 6,1 – kanaals systeem)
FR
In dit geval is het belangrijk om met de
surroundkanalen
hetzelfde
gevoel
van
ruimtelijkheid te creëren als in een bioscoop.
Daartoe wordt in sommige gevallen het aantal
surroundluidsprekers verhoogd (van vier tot acht)
of worden luidsprekers met bipolaire of dipolaire
eigenschappen gebruikt.
SL: Surround L
L-kanaal
channel
SR: Surround
Surround R
R-kanaal
channel
channel (1
SB: Surround
Surround back
achter-kanaal
(1 spkr
spkr or
of22spkrs)
spkrs)
17 INITIALISATIE VAN DE MICROPROCESSOR
• Andere soorten geluid
Wanneer de aanduiding op het display niet normaal is of wanneer de bediening van het toestel niet het verwachte
resultaat oplevert, moet de microprocessor als volgt worden geïnitialiseerd.
FL
1
Schakel het toestel uit met behulp van de
netschakelaar op het hoofdtoestel.
2
Houd de volgende SPEAKER A-toets en de
SPEAKER B-toets ingedrukt en zet de
netschakelaar van het toestel aan.
3
Kijk of het volledige display knippert met een
tussentijd van ongeveer 1 seconde en laat de 2
toetsen los. De microprocessor wordt
geïnitialiseerd.
SW
C
Deze signalen zijn bedoeld voor het recreëren van een geluidsveld van 360° met
behulp van drie tot vijf luidsprekers.
FR
In dit geval moeten de luidsprekers de luisteraar langs alle kanten omringen om
een uniform geluidsveld van 360° te creëren. Idealiter fungeren de
surroundluidsprekers als “punt”-geluidsbronnen, net zoals de voorste
luidsprekers.
SL
1, 2
2
SR
Deze twee soorten bronnen hebben dus verschillende eigenschappen en bijgevolg zijn verschillende
luidsprekerinstellingen, in het bijzonder voor de surroundluidsprekers, nodig om de ideale klank te bekomen.
OPMERKINGEN:
• Als stap 3 niet werkt, herbegin dan vanaf stap 1.
• Als de microprocessor is teruggesteld, worden de waarden van alle toetsen teruggesteld op de
standaardwaarden (de waarden ingesteld bij verzending uit de fabriek).
Het hoofdtoestel vanuit de standby-modus inschakelen zonder afstandsbediening
• Druk op de spanningsschakelaar op het hoofdtoestel terwijl u de INPUT MODE-toets op het paneel van het
hoofdtoestel ingedrukt houdt om het toestel in te schakelen.
219
NEDERLANDS
Surround-achterluidsprekers
Voorbeelden van luidsprekeropstellingen
Een 6,1-kanaals systeem is een conventioneel 5,1-kanaals systeem waaraan het “surround back”-kanaal (SB)
werd toegevoegd. Op die manier wordt gemakkelijk een positionering van het geluid juist achter de luisteraar
verkregen, wat voorheen moeilijk was met bronnen ontworpen voor conventionele multi-surroundluidsprekers.
Bovendien wordt het geluidsbeeld dat zich uitstrekt tussen de zijkanten en de achterkant vernauwd, wat de
weergave van surroundsignalen gevoelig verbetert voor geluiden die zich vanaf de zijkanten naar achteren en
vanaf de voorkant naar het punt vlak achter de luisterpositie verplaatsen.
Verandering van positionering en geluidsbeeld bij
5,1-kanaalssystemen
FL
SW
C
Verandering van positionering en geluidsbeeld bij
6,1-kanaalssystemen
FR
FL
SW
C
FR
Hierna beschrijven we een aantal luidsprekeropstellingen voor verschillende doeleinden. Gebruik deze
voorbeelden als richtlijnen om uw systeem op te stellen volgens het type luidsprekers dat u gebruikt en het
voornaamste gebruiksdoel.
1. DTS-ES-compatibel systeem (met surround-achterluidsprekers)
(1) Standaardopstelling, voornamelijk voor het bekijken van films
Deze stand wordt aangeraden wanneer voornamelijk films worden weergegeven en gewone eenweg- of
tweewegluidsprekers worden gebruikt als surroundluidsprekers.
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
Scherm
Subwoofer
SL ch
SR ch
60°
Surroundluidsprekers
SL ch
SR ch
Verplaatsing van het geluidsbeeld van SR naar SL
SB ch
Verplaatsing van het geluidsbeeld van SR naar SB naar SL
Met dit toestel zijn luidsprekers voor 1 of 2 kanalen vereist om met een 6,1 kanaals systeem (DTS-ES, enz.) te
werken. Als u deze luidsprekers echter toevoegt wordt het surround-effect niet alleen bij de bronnen die met 6,1
kanalen werden opgenomen, maar ook bij conventionele 2- tot 5,1-kanaals bronnen. Alle originele Denonsurroundstanden (zie blz. 212) compatibel met 7,1-kanaalsweergave, zodat u kan genieten van 7,1-kanaalsgeluid
bij de weergave van om het even welke signaalbron.
60°
Surround-achterluidspreker
(1 spkr of 2 spkrs)
Bovenaanzicht
2 Aantal surround-achterluidsprekers
Hoewel het surround-achterkanaal slechts bestaat uit 1 kanaal van weergavesignalen voor 6,1-kanaals bronnen
(DTS-ES, enz.), bevelen wij twee luidsprekers aan. Wanneer u in het bijzonder luidsprekers met dipolaire
kenmerken gebruikt, moet u zeker twee luidsprekers gebruiken.
Het gebruik van twee luidsprekers resulteert in een betere versmelting met het geluid van de surroundkanalen
en een betere positionering van het geluid van het surround-achterkanaal wanneer geluisterd wordt vanuit een
andere positie dan de middenpositie.
2 Plaatsing van de linkse en rechtse surroundkanalen bij gebruik van de surround-achterluidsprekers
Het gebruik van surround-achterluidsprekers verbetert de positionering van het geluid achteraan gevoelig.
Daarom spelen de linkse en rechtse surroundkanalen een belangrijke rol in het bereiken van een vlotte
overgang van het geluidsbeeld van voor naar achter. Zoals de bovenstaande afbeelding laat zien, worden in
een bioscoop de surroundsignalen ook voortgebracht van diagonaal vóór de luisteraars, wat resulteert in een
geluidsbeeld dat de indruk geeft dat het geluid in de ruimte zweeft.
Om deze effecten te bekomen, raden wij aan de luidsprekers voor de surround links en rechts kanalen iets
meer naar voren te plaatsen dan bij een conventioneel surround-systeem. Op deze manier verhoogt u het
surround-effect wanneer u een conventionele 5,1-kanaals bron in de modus 6,1 surround of DTS-ES Matrix
6,1 weergeeft. Controleer de surround-effecten van de verschillende modi voordat u de surround-modus
selecteert.
(2) Opstelling voornamelijk voor het bekijken van films met diffuus stralende luidsprekers als
surroundluidsprekers
Diffuus stralende luidsprekers, zoals de bipolaire of dipolaire (THX) types zorgen voor een optimaal gevoel
van geluidsomhulling omdat ze het geluid beter verspreiden dan een direct stralende luidspreker
(monopolair). Plaats deze luidsprekers langs weerszijden van de voornaamste luisterpositie en monteer ze
boven oorniveau.
Weg die het surroundgeluid
aflegt van de luidsprekers
naar de luisterpositie
Surroundluidsprekers
60°
Surround-achterluidspreker
(1 spkr of 2 spkrs)
Bovenaanzicht
220
• Stel de voorluidsprekers op met hun
Surround- Surroundvoorzijde zoveel mogelijk op één lijn met de
luidspreker achterluidspreker
Iets
neerwaarts
TV of het beeldscherm. Plaats de
Voorluidspreker
richten
middenluidspreker tussen de linker en
rechter voorluidsprekers en niet verder van
60 tot
90 cm
de luisterpositie dan de voorluidsprekers.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
subwoofer voor advies betreffende het
Zijaanzicht
opstellen van de subwoofer in de huiskamer.
• Als de surroundluidsprekers direct stralend zijn (monopolair), plaats ze dan iets
naar achteren en in een hoek ten opzichte van de luisterpositie, evenwijdig met
de muren en 60 tot 90 centimeter boven oorniveau op de voornaamste
luisterpositie.
• Wanneer u twee surround-achterluidsprekers gebruikt, plaats ze dan
achteraan, naar voren gericht en minder ver uit elkaar dan de linkse en rechtse
luidsprekers. Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt,
plaats hem dan in het midden achteraan, richt hem naar voren en plaats hem
iets hoger (0 tot 20 cm) dan de surroundluidsprekers.
• Wij raden aan de surround-achterluidspreker(s) iets neerwaarts te richten. Dit
voorkomt op efficiënte wijze dat de signalen van het surround-achterkanaal
weerkaatsen via de monitor of het scherm in het midden vooraan, wat zou
leiden tot storingen en een minder scherp gevoel van verplaatsing van het
geluid van voor naar achter.
• Stel de voorluidsprekers, middenluidspreker
Surround- Surrounden subwoofer op zoals in voorbeeld (1).
luidspreker achterluidspreker
Iets
neerwaarts
• De surroundluidsprekers worden het best
Voorluidspreker
richten
opgesteld juist naast of iets naar voren ten
opzichte van de kijkpositie, 60 tot 90 cm
60 tot
90 cm
boven oorniveau.
• Idem als de installatiemethode voor de
surround-achterluidspreker(s) (1).
Zijaanzicht
Het effect is sterker wanneer u ook voor de surround-achterluidsprekers
dipolaire luidsprekers gebruikt.
• De signalen van de surroundkanalen worden weerkaatst door de muren, zoals
getoond op de afbeelding links, en creëren zo een omhullende en realistische
surroundklank.
Het is evenwel mogelijk dat bij meerkanalen-muziekbronnen het gebruik van
bipolaire of dipolaire luidsprekers, gemonteerd langs weerszijden van de
luisterpositie, niet voldoet om een coherent surroundgeluidsveld van 360
graden te creëren. Sluit een ander paar direct stralende luidsprekers aan zoals
beschreven in voorbeeld (3) en stel ze op in de achterste hoeken van de kamer
met hun voorzijde naar de voornaamste luisterpositie gericht.
NEDERLANDS
2. Wanneer u de surround-achterluidsprekers niet gebruikt
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
Scherm
Subwoofer
60°
120°
Surroundluidsprekers
2 Dolby Digital-compatibele media en weergavemethoden
• Plaats de voorluidsprekers met hun voorkant zo
gelijk mogelijk met het TV-scherm of de monitor.
Plaats de middenluidspreker tussen de linkse en
rechtse voorluidsprekers en niet verder van de
luisterpositie dan de voorluidsprekers.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
subwoofer voor advies m.b.t. het plaatsen van de
subwoofer in de luisterkamer.
• Als de surroundluidsprekers direct stralend
(monopolair) zijn, plaats ze dan iets achter en in een
hoek ten opzichte van de luisterpositie, evenwijdig
met de wanden, op 60 tot 90 centimeter boven
oorniveau op de voornaamste luisterpositie.
Surroundluidspreker
Logo’s die de compatibiliteit met Dolby Digital aangeven:
.
Hierna volgen algemene voorbeelden. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de speler.
Voorluidspreker
Media
Dolby Digital-uitgangsaansluitingen
Weergavemethode (referentieblz.)
LD (VDP)
Coaxiale Dolby Digital RF-uitgangsaansluiting
1
Zet de ingangsstand op “AUTO”.
(Blz. 204)
DVD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO”.
(Blz. 204)
Overige
(satellietuitzendingen, CATV, enz.)
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
Zet de ingangsstand op “AUTO”.
(Blz. 204)
60 tot
90 cm
Zijaanzicht
1
Bovenaanzicht
2
Surround
De AVR-1804 is uitgerust met een digitaal signaalverwerkingscircuit dat u toelaat programmabronnen weer te
geven in de surroundstand, om hetzelfde gevoel van betrokkenheid te creëren als in een bioscoopzaal.
Dolby Surround
(1) Dolby Digital
Dolby Digital is het meerkanaals digitale signaalformaat dat werd ontwikkeld door Dolby Laboratories.
Dolby Digital biedt tot “5,1” kanalen - links voor, rechts voor, midden, surround links, surround rechts en een
extra kanaal dat exclusief is voorbehouden voor bijkomende diepe basklankeffecten (het LFE-kanaal voor
laagfrequente effecten, ook het “.1”-kanaal genoemd, geeft lagetonenfrequenties weer tot 120 Hz.)
In tegenstelling tot het analoge Dolby Pro Logic-formaat kunnen de hoofdkanalen van Dolby Digital alle
geluidsinformatie over het volledige bereik weergeven, van de laagste lage tonen tot de hoogste frequenties
– 22 kHz. De signalen binnen elk kanaal worden van de andere signalen onderscheiden, wat resulteert in een
nauwkeurig geluidsbeeld. Daarnaast biedt Dolby Digital een zeer breed dynamisch bereik, van de sterkste
geluidseffecten tot de stilste, zachtste geluiden, vrij van ruis en vervorming.
2 Dolby Digital en Dolby Pro Logic
Vergelijking van
huiskamer-surroundsystemen
Aantal opgenomen kanalen
(elementen)
Dolby Digital
Dolby Pro Logic
5,1 kan.
2 kan.
Aantal weergavekanalen
5,1 kan.
4 kan.
Weergavekanalen (max.)
L, R, C, SL, SR, SW
L, R, C, S (SW - aanbevolen)
Digitale discrete verwerking met Dolby
Digital codering/decodering
Analoge matrixverwerking met Dolby
Surround
20 kHz
7 kHz
Geluidsverwerking
Hogefrequentie-weergavelimiet van
surroundkanaal
Gebruik een los verkrijgbare adapter om de Doby Digital RF uitgangsaansluiting van de Laser Discspeler op de digitale ingangsaansluiting aan te sluiten.
Raadpleeg bij het aansluiten de gebruiksaanwijzing van de adapter.
Sommige digitale DVD-uitgangen beschikken over een functie die de weergavemethode van Dolby
Digital-signalen schakelt tussen “bit stream” en “(converteren naar) PCM”. Schakel bij weergave in
Dolby Digital-surround op de AVR-1804 de uitvoerstand van de DVD-speler in “bit stream”. Sommige
spelers zijn uitgerust met zowel “bit stream + PCM” als “PCM alleen” digitale uitgangen. Sluit in dit
geval de “bit stream + PCM”-aansluitingen aan op de AVR-1804.
(2) Dolby Pro Logic II
• Dolby Pro-Logic II is een nieuw meerkanalen-weergaveformaat ontwikkeld door Dolby Laboratories met
behulp van stuurtechnologie met feedback-logica en biedt een aantal verbeteringen in vergelijking met
conventionele Dolby Pro Logic-circuits.
• Dolby Pro Logic II kan worden gebruikt voor het decoderen van zowel bronnen opgenomen in Dolby
Surround ( ) als gewone stereobronnen in vijf kanalen (links voor, rechts voor, midden, links surround en
rechts surround) om surroundgeluid te verkrijgen.
• Daar waar bij conventionele Dolby Pro Logic de weergavefrequentieband van het surroundkanaal beperkt
was, biedt Dolby Pro Logic II een breder bandbereik (20 Hz tot 20 kHz of hoger). Bovendien waren bij de
vorige Dolby Pro Logic de surroundkanalen mono (geen verschil tussen het linkse en het rechtse
surroundkanaal), terwijl ze door Dolby Pro Logic II worden weergegeven als stereosignalen.
• Diverse parameters kunnen worden ingesteld overeenkomstig het brontype en de inhoud, zodat een
optimale decodering mogelijk is (zie blz. 209).
Bronnen opgenomen in Dolby Surround
Dit zijn bronnen waarin drie of meer surroundkanalen zijn opgenomen als twee kanalen van signalen met
de Dolby Surround-codeertechnologie.
Dolby Surround wordt gebruikt voor de soundtracks van films opgenomen op DVD's, LD's en
videocassettes voor weergave op stereo-videorecorders, alsook voor de stereo-uitzendsignalen van FMradio, TV, satellietuitzendingen en kabeltelevisie.
Door het decoderen van deze signalen met Dolby Pro Logic II kan een meerkanalen-surroundweergave
worden verkregen. De signalen kunnen ook worden afgespeeld op een gewoon stereo-apparaat, wat zal
resulteren in normaal stereogeluid.
Er zijn twee soorten DVD Dolby Surround-opnamesignalen.
q 2-kanaals PCM-stereosignalen
w 2-kanaals Dolby Digital-signalen
Wanneer één van deze signalen wordt ingevoerd in de AVR-1804, wordt de surroundstand automatisch
ingesteld op Dolby Pro Logic II wanneer de stand “DOLBY/DTS SURROUND” is gekozen.
2 Bronnen opgenomen in Dolby Surround zijn voorzien van het hierna getoonde logo.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
221
NEDERLANDS
DTS Digital Surround
DTS-ES Extended Surround™
Digital Theater Surround (ook gewoon DTS genoemd) is een meerkanaals digitaal signaalformaat dat werd
ontwikkeld door Digital Theater Systems.
DTS biedt dezelfde “5,1” weergavekanalen als Dolby Digital (links voor, rechts voor en midden, surround links
en surround rechts), alsook de 2-kanaals stereostand. De signalen voor de verschillende kanalen zijn volledig
onafhankelijk, waardoor het risico op vermindering van de geluidskwaliteit als gevolg van interferentie tussen
signalen, overspraak, enz. wordt vermeden.
DTS heeft in vergelijking met Dolby Digital een hogere bitsnelheid (1234 kbps voor CD’s en LD’s, 1536 kbps voor
DVD’s) en werkt dus met een relatief lage compressieverhouding. Daardoor is het aantal data groot, en bij gebruik
van DTS-weergave in bioscopen wordt een afzonderlijke, met de film gesynchroniseerde CD-ROM afgespeeld.
Bij LD’s en DVD’s is een extra disc uiteraard overbodig; de beelden en het geluid kunnen tegelijkertijd op dezelfde
disc worden opgenomen, zodat de discs op dezelfde manier kunnen worden behandeld als andere discformaten.
Er zijn ook muziek-CD’s opgenomen in DTS. Deze CD’s bevatten 5,1-kanaals surroundsignalen (tegenover 2
kanalen op gewone CD’s). Zij bevatten geen beeldgegevens, maar maken surroundweergave mogelijk op CDspelers die zijn uitgerust met digitale uitgangen (digitale uitgang van het PCM-type vereist).
DTS-surroundweergave brengt de complexe en hoogwaardige bioscoopklank direct in uw huiskamer.
DTS-compatibele media en weergavemethoden
2
Logo’s die de compatibiliteit met DTS aangeven:
en
.
Hierna volgen algemene voorbeelden. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de speler.
1
2
3
Media
Dolby Digital-uitgangsaansluitingen
CD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 204).
Stel de stand nooit in op “ANALOG” of “PCM”.
1
LD (VDP)
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 204).
Stel de stand nooit in op “ANALOG” of “PCM”.
1
DVD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
3
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 204).
Weergavemethode (referentieblz.)
DTS-signalen worden op dezelfde manier op CD’s en LD’s opgenomen als PCM-signalen. Daardoor
worden ongecodeerde DTS-signalen weergegeven als een scherp rondomgeluid via de analoge uitgangen
van de CD- of LD-speler. Als dit geluid wordt weergegeven met een zeer hoog versterkervolume, kan dit
de luidsprekers beschadigen. Stel om dit te voorkomen de ingangsstand in op “AUTO” of “DIGITAL”
alvorens in DTS opgenomen CD’s of LD’s weer te geven. Verander de ingang ook nooit in “ANALOG” of
“PCM” tijdens de weergave. Hetzelfde geldt voor het weergeven van CD’s of LD’s op een DVD-speler of
LD/DVD-compatibele speler. Bij DVD’s worden de DTS-signalen op een speciale manier opgenomen en
stelt het probleem zich dus niet.
De signalen op de digitale uitgangen van een CD- of LD-speler kunnen een soort van interne
signaalverwerking ondergaan (regeling van uitgangsniveau, omzetting van bemonsteringsfrequentie, enz.)
In dit geval is het mogelijk dat DTS-gecodeerde signalen verkeerd worden verwerkt, waardoor ze niet
kunnen worden gedecodeerd door de AVR-1804, of alleen ruis produceren. Zet, alvorens DTS-signalen
voor het eerst weer te geven, het hoofdvolume op een laag niveau, start de weergave van de DTS-disc en
controleer vervolgens of de DTS-indicator op de AVR-1804 (zie blz. 211) oplicht alvorens het hoofdvolume
omhoog te draaien.
Voor het weergeven van DTS DVD’s is een DVD-speler met DTS-compatibele digitale uitgang vereist.
Compatibele DVD-spelers zijn herkenbaar aan het DTS Digital Output logo op het voorpaneel. Recente
DENON-modellen van DVD-spelers beschikken over een DTS-compatibele digitale uitgang. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de speler voor informatie over het configureren van de digitale uitgang voor DTSweergave van DTS-gecodeerde DVD’s.
Geproduceerd onder licentie van Digital Theater System. Inc. US Pat. Nr. 5.451.942, 5.956.674, 5.974.380,
5.978.762 en andere internationale patenten toegekend en aangevraagd.
“DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theatre Systems, Inc.
©1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
222
DTS-ES Extended Surround is een nieuw digitaal meerkanalen-signaalformaat dat is ontwikkeld door Digital
Theater Systems Inc. DTS-ES Extended Surround is uiterst compatibel met het conventionele DTS Digital
Surround-formaat en verbetert aanzienlijk de 360-graden surroundindruk en de ruimtelijke expressie dankzij een
verdere uitbreiding van de surroundsignalen. Dit formaat wordt professioneel gebruikt in bioscoopzalen sinds
1999. Naast de 5,1 surroundkanalen (links voor, rechts voor, midden, surround-links, surround-rechts en LFE)
biedt DTS-ES Extended Surround tevens het SB-kanaal (surround-achter, soms ook “surround-midden”
genoemd) voor surroundweergave met in totaal 6,1 kanalen. DTS-ES Extended Surround bevat twee
signaalformaten met verschillende opnamemethoden voor het surroundsignaal, zoals hieronder beschreven.
2 DTS-ES™ Discrete 6,1
DTS-ES Discrete 6,1 is het laatste nieuwe opnameformaat. In dit formaat zijn alle 6,1 kanalen (inclusief het SBkanaal) afzonderlijk opgenomen met een digitaal discreet systeem. Het voornaamste kenmerk van dit formaat
is dat, aangezien de kanalen SL, SR en SB volledig onafhankelijk zijn, het geluid met een totale vrijheid kan
worden ontworpen en het mogelijk is om een effect te bereiken waarbij geluidsbeelden zich vrij bewegen
tussen de achtergrondgeluiden en de luisteraar 360 graden omringen.
Hoewel een optimaal effect wordt bereikt wanneer met dit systeem opgenomen soundtracks worden
weergegeven met een DTS-ES-decoder, worden bij weergave met een conventionele DTS-decoder de
signalen van het SB-kanaal automatisch gedownmixed naar de SL- en SR-kanalen, zodat geen enkel
signaalbestanddeel verloren gaat.
2 DTS-ES™ Matrix 6,1
Met dit formaat ondergaan de signalen van het bijkomende SB-kanaal een matrix-codering en worden ze
vooraf ingevoerd in de kanalen SL en SR. Bij de weergave worden ze gedecodeerd naar de kanalen SL, SR en
SB. De prestaties van de bij de opname gebruikte encoder kunnen volledig worden geëvenaard door gebruik
te maken van een door DTS ontwikkelde uiterst precieze digitale matrix-decoder, waarmee een surroundgeluid
wordt verkregen dat dichter het door de producent bedoelde geluidsontwerp benadert dan het geval zou zijn
met conventionele signaalbronnen met 5,1 of 6,1 kanalen.
Bovendien is het bitstream-formaat 100% compatibel met conventionele DTS-signalen, zodat het effect van
het formaat Matrix 6,1 ook met signaalbronnen met 5,1 kanalen kan worden verkregen. Uiteraard kunnen
bronnen die zijn gecodeerd met DTS-ES Matrix 6,1 ook worden weergegeven met een DTS-decoder voor 5,1
kanalen.
Wanneer bronnen die zijn gecodeerd met DTS-ES Discrete 6,1 of Matrix 6,1 worden gedecodeerd met een DTSES-decoder, wordt het formaat automatisch herkend bij het decoderen en wordt de meest geschikte
weergavestand ingesteld. Het kan evenwel voorkomen dat Matrix 6,1-bronnen worden herkend als een formaat
met 5,1 kanalen en dat de DTS-ES Matrix 6,1-stand handmatig moet worden ingesteld om deze bronnen weer
te geven.
(Zie blz. 211 voor instructies m.b.t. het kiezen van de surroundstand.)
De DTS-ES-decoder beschikt nog over een andere functie: de surroundstand DTS Neo:6 voor 6,1kanalenweergave van digitale PCM- en analoge signaalbronnen.
2 DTS Neo:6™ surround
Deze stand voert conventionele 2-kanalensignalen naar de uiterst precieze digitale matrix-decoder die wordt
gebruikt voor DTS-ES Matrix 6,1 om een surroundweergave met 6,1 kanalen te verkrijgen. De uiterst precieze
herkenning van het ingangssignaal en de matrixverwerking maken een weergave van de volledige band
mogelijk (frequentieweergave van 20 Hz tot 20 kHz of hoger) voor alle 6,1 kanalen, en de scheiding tussen de
verschillende kanalen wordt verbeterd tot hetzelfde niveau als dat van het digitale discrete systeem.
DTS Neo:6 surround biedt twee standen voor een optimale decodering van de signaalbron.
• DTS Neo:6 Cinema
Deze stand is optimaal voor het weergeven van films. Bij het decoderen wordt de nadruk gelegd op de
scheiding, teneinde dezelfde sfeer te creëren met 2-kanalenbronnen als met 6,1-kanalenbronnen.
Deze stand is ook uiterst geschikt voor het weergeven van bronnen die zijn opgenomen in conventionele
surroundformaten, aangezien de in-fase-componenten grotendeels worden toegewezen aan het
middenkanaal (C) en de omgekeerde-fase-componenten aan de surroundkanalen (SL, SR en SB).
• DTS Neo:6 Music
Deze stand is het meest geschikt voor het weergeven van muziek. Veranderingen in de geluidskwaliteit
worden beperkt door het decoderen met de nadruk op de voorste kanalen (FL en FR), en een natuurlijk
gevoel van expansie wordt toegevoegd aan het geluidsveld door het effect van de surroundsignalen die
worden uitgevoerd via de midden- (C) en surroundkanalen (SL, SR en SB).
NEDERLANDS
19 OPLOSSING VAN PROBLEMEN
Als een probleem optreedt, moet u eerst het volgende controleren.
1. Zijn de aansluitingen juist?
2. Hebt u de ontvanger bediend volgens de bedieningsinstructies?
3. Werken de luidsprekers, platenspeler en andere componenten zoals het hoort?
Als dit toestel niet naar behoren werkt, controleer dan de in onderstaande tabel vermelde punten. Als het
probleem blijft bestaan, is er mogelijk een defect.
Schakel onmiddellijk de spanning uit en neem contact op met uw verkooppunt.
DISPLAY licht niet op
en er is geen klank
wanneer de spanning
wordt ingeschakeld.
Oorzaak
• Netsnoer steekt niet goed in.
Maatregelen
Blz.
• Controleer of de stekker goed in het
stopcontact steekt.
• Schakel de spanning in met de
afstandsbediening na het aanzetten van
de POWER-schakelaar.
191
• Luidsprekersnoeren
niet
stevig • Steek stevig in.
aangesloten.
• Onjuiste stand van de audiofunctietoets. • Stel in op de juiste stand.
204
194, 195
Oorzaak
—
Huilgeluid is hoorbaar
wanneer het volume
luid staat.
• De
platenspeler
en
de • Zet ze zover mogelijk uit elkaar.
luidsprekersystemen staan te dicht bij
elkaar.
• Vloer is onstabiel en onderhevig aan • Gebruik kussens om de trillingen van de
trillingen.
luidsprekers overgedragen door de vloer
op te vangen. Als de platenspeler niet is
uitgerust met isolatoren, gebruik dan
audio-isolatoren
(in
de
handel
verkrijgbaar).
Klank is vervormd.
• Naalddruk te zwak.
• Vuil of stof op de naald.
• Defect platenspelerelement.
• Stel de naalddruk goed af.
• Controleer de naald.
• Vervang het element.
• Er wordt een MC-element gebruikt.
• Vervang door een MM-element of
gebruik
een
hoofdversterker
of
optransformator.
191
• Batterijen leeg.
• Afstandsbediening te ver van het
toestel.
• Obstakel tussen dit toestel en
afstandsbediening.
• Verkeerde toets ingedrukt
• < en > -polen van de batterijen liggen in
de verkeerde richting.
• Vervang door nieuwe batterijen.
• Breng dichter bij elkaar.
195
195
• Neem het obstakel weg.
195
• Druk de juiste toets in.
• Leg de batterijen juist in.
—
195
205
206
204
DISPLAY verschijnt
niet en
spanningsindicator
knippert snel.
• Schakel de spanning uit, sluit de 194, 195
luidsprekers juist aan en schakel
vervolgens de spanning opnieuw in.
• De ventilatie-openingen van het toestel • Schakel de spanning van het toestel uit 191, 194
en ventileer het goed zodat het kan
zijn afgedekt.
afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in zodra
het toestel is afgekoeld.
• Het toestel werkt met een continu hoge • Schakel de spanning van het toestel uit 191, 194
en ventileer het goed zodat het kan
spanning en/of wordt onvoldoende
afkoelen.
geventileerd.
Schakel de spanning opnieuw in zodra
het toestel is afgekoeld.
Klank komt slechts uit
één kanaal.
• Onvolledige
aansluiting
van
de • Sluit goed aan.
luidsprekersnoeren.
• Onvolledige aansluiting van de ingangs- • Sluit goed aan.
/uitgangssnoeren.
Posities van
instrumenten omgekeerd
tijdens stereoweergave.
• Omgekeerde aansluiting van linkse en • Controleer de
aansluitingen.
rechtse luidsprekers of linkse en rechtse
ingangs-/uitgangssnoeren.
• Luidsprekerklemmen zijn kortgesloten.
Blz.
191
204
• Draai het volume omhoog tot een
DISPLAY licht op, maar • Volume staat op minimum.
geschikt niveau.
er is geen klank.
• Schakel MUTING (demping) uit.
• MUTING (demping) staat aan.
• Er worden geen digitale signalen • Voer digitale signalen in of selecteer
ingangsaansluitingen waarin digitale
ingevoerd, terwijl de digitale ingang is
signalen worden ingevoerd.
ingesteld.
Maatregelen
• Aardingsdraad van de platenspeler is • Sluit goed aan.
niet goed aangesloten.
• PHONO-aansluiting is onvolledig.
• Sluit goed aan.
• Zendantenne van TV of radio in de buurt. • Neem contact op met uw verkooppunt.
Volume is zwak.
Afstandsbediening
Veel voorkomende problemen tijdens het beluisteren van CD’s, platen, cassettes en FM-uitzendingen, enz.
Symptoom
Tijdens de weergave van grammofoonplaten
Symptoom
Zoemend geluid is
hoorbaar tijdens de
weergave van een
grammofoonplaat.
Dit toestel werkt niet
correct wanneer het
wordt bediend met de
afstandsbediening.
191
—
—
—
—
—
194, 195
191~195
linkse
en
rechtse
195
223
NEDERLANDS
20 TECHNISCHE GEGEVENS
2
Audiogedeelte
• Vermogensversterker
Nominaal vermogen:
Voor:
Midden:
Surround:
Surround achter:
Dynamisch vermogen:
120 W x 2 ch
170 W x 2 ch
200 W x 2 ch
Voor, Surr. achter:
Uitgangsaansluitingen:
90 W + 90 W
125 W + 125 W
90 W
125 W
90 W + 90 W
125 W + 125 W
90 W
125 W
(8 Ω/ohm)
(4 Ω/ohm)
(2 Ω/ohm)
A (I) of B (II)
A (I) + B (II)
(8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,08% T.H.V.)
(6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
(8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,08% T.H.V.)
(6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
(8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,08% T.H.V.)
(6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
(8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,08% T.H.V.)
(6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
16 ~ 16 Ω/ohm
12 ~ 16 Ω/ohm
16 ~ 16 Ω/ohm
Midden, Surround:
• Analoog
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie: 200 mV / 47 kΩ/kohm
Frequentieweergave:
10 Hz ~ 100 kHz: +1, –3 dB (DIRECT-stand)
Signaal/ruis-verhouding:
100 dB (IHF-A gewogen) (DIRECT-stand)
• Phono-equalizer (PHONO-ingang — REC OUT)
Ingangsgevoeligheid:
2,5 mV
RIAA-afwijking:
±1 dB (20 Hz tot 20 kHz)
Signaal-ruisverhouding:
74 dB (A-belast, met ingang van 5 mV)
Nominaal vermogen/Maximaal vermogen: 150 mV / 7 V
Vervormingsfactor:
0,03% (1 kHz, 3 V)
2
Videogedeelte
• Standaard video-aansluitingen
Ingangs-/uitgangsniveau en impedantie:
Frequentieweergave:
• S-video-aansluitingen
Ingangs-/uitgangsniveau en impedantie:
1 Vp-p, 75 Ω/ohm
5 Hz ~ 10 MHz — +1, –3 dB
Y-signaal (helderheid) — 1 Vp-p, 75 Ω/ohm
C-signaal (kleur) — 0,286 Vp-p, 75 Ω/ohm
5 Hz ~ 10 MHz — +1, –3 dB
Frequentieweergave:
• Kleurcomponenten video-aansluitingen
Ingangs-/uitgangsniveau en impedantie:
Y-signaal (helderheid) — 1 Vp-p, 75 Ω/ohm
PB/CB-signaal (blauw) — 0.7 Vp-p, 75 Ω/ohm
PR/CR-signaal (rood) — 0.7Vp-p, 75 Ω/ohm
Frequentieweergave:
5 Hz ~ 30 MHz — +1, –3 dB
2
Tunergedeelte
Ontvangstbereik:
Bruikbare gevoeligheid:
50 dB dempingsgevoeligheid:
Signaal/ruis-verhouding:
Totale harmonische vervorming:
2
Algemeen
Stroomvoorziening:
Stroomverbruik:
Maximale buitenafmetingen:
Gewicht:
2
Afstandsbediening (RC-940)
Batterijen:
Buitenafmetingen:
Gewicht:
15
[FM] (opmerking: µV bij 75 Ω/ohm, 0 dBf=1 x 10–
87,50 MHz ~ 108,00 MHz
1,0 µV (11,2 dBf)
MONO
1,6 µV (15,3 dBf)
STEREO
23 µV (38,5 dBf)
MONO
80 dB (IHF-A gewogen)
STEREO
75 dB (IHF-A gewogen)
MONO
0,15 % (1 kHz)
STEREO
0,3 % (1 kHz)
W) [AM]
522 kHz ~ 1611 kHz
18 µV
230 V wisselstroom, 50 Hz
260 W
Max. 1 W (stand-by)
434 (B) x 171 (H) x 417 (D) mm
11,9 kg
Type R6P/AA (3 batterijen)
55 (B) x 225 (H) x 34,5 (D) mm
165 g (inclusief batterijen)
* Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud met het oog op verbetering.
224
ENGLISH
DEUTSCH
Hughes Network
JVC
Kathrein
Magnavox
Nokia
Philips
Primestar
Proscan
RCA
Realistic
Sierra I
Sierra II
Sierra III
Sony
STS1
STS2
STS3
SRS4
Technisat
Toshiba
Uniden
063,
057
074,
060
170,
060
051
048,
048,
042
036
036
036
049,
043
044
045
046
077,
047,
061
FRANCAIS
064, 065, 069
075, 076, 083
080, 084, 085, 086
055, 056
055, 056, 068
067
078, 079, 081, 082
050
CD
Denon
Aiwa
Burmster
Carver
Emerson
Fisher
JVC
Kenwood
Magnavox
Marantz
MCS
Onkyo
Optimus
Philips
Pioneer
Sears
Sony
Teac
Technics
Wards
Yamaha
Zenith
*[111]
001, 035,
002
003, 035
004, 005,
003, 008,
018, 019
011, 012,
006, 015,
016, 028,
016, 024
025, 027
017, 020,
014, 032,
006, 022,
006
023, 031
002, 009,
016, 029,
035, 037
038, 039,
042
043
006, 007
009, 010
013, 014, 017
035
035
021, 022, 023
033, 035
030
028
036
040, 041
CDR
Denon
Philips
264
*[111], 112
112
ITALIANO
ESPAÑOL
NEDERLANDS
MD
Denon
Kenwood
Onkyo
Sharp
Sony
113
003, 004
007
005
006
TAPE
Denon
Aiwa
Carver
Harman/Kardon
JVC
Kenwood
Magnavox
Marantz
Onkyo
Optimus
Panasonic
Philips
Pioneer
Sony
Technics
Victor
Wards
Yamaha
*[111]
001, 002
002
002, 003
004, 005
006
002
002
016, 018
007, 008
012
002
007, 008, 009
013, 014, 015
012
004
007
010, 011
*[ ] : Preset codes set upon shipment from the
factory.
*[ ] : Sie Voreinstellungscodes wurden vor der
Auslieferung werkseitig eingestellt.
*[ ] : Les codes préréglés diffèrent en fonctiom
des livraison de l’usine.
*[ ] : I codici di presettaggio sono impostati in
fabbrica prima della consegna.
*[ ] : Los códigos vienen preprogramados de
fábrica.
*[ ] : Vooringestelde codes bij hey verlaten van de
fabriek.
*[ ] : Förinställda koder har ställts in vid
transporten från fabriken.
SVENSKA
DVD preset codes
DVD-Voreinstellungscodes
Codes préréglés DVD
Codici di preselezione DVD
Códigos de preajuste de DVD
DVD-voorkeuzecodes
Förinställda DVD-koder
B
Model No.
Modellnr
Modéle numéro
Modello No
Nº de modelo
Modelnr
Modellnr
111
DVD-700
DVD-900
DVD-910
DVD-1000
DVD-1200
DVD-1400
DVD-2800
DVD-2800II
DVD-2900
DVD-3800
DVM-1800
014
DVD-800
DVD-1600
DVD-2000
DVD-2500
DVD-3000
DVD-3300