Abus LS2030 Handleiding

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Handleiding
28
1. Voorwoord
Geachte klant,
wij bedanken u voor de aankoop van deze infrarood detector. Deze detector is met
de allernieuwste techniek gebouwd. Het voldoet aan de eisen van de geldende
Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming werd aangetoond, de CE-
verklaringen zijn bij de fabrikant (www.security-center.org) gedeponeerd. Om een
gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u deze installatie-instructies in acht
nemen!
Als u vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met uw leverancier.
2. Algemene opmerkingen
Open dit apparaat nooit tijdens gebruik, om het gevaar van een elektrische schok of
het verlies van de garantie van het apparaat te voorkomen.
Het gehele product mag niet gewijzigd, geopend of omgebouwd worden.
De infrarood detector mag alleen binnen het voorgeschreven temperatuur- en
beschermingsgraadbereik worden gebruikt. Het gebruik van de detector buiten de
voorgeschreven bereiken leidt tot snellere slijtage en tot voortijdige uitval. Alle
noodzakelijke gegevens hierover vindt u in de technische gegevens.
Voorkom grote fysische belastingen van het apparaat (slagen, trillingen, etc.).
Verkeerd gebruik en slechte transportomstandigheden kunnen tot beschadiging van
het apparaat leiden.
Wij willen dat u alleen met producten werkt die met de allernieuwste techniek zijn
gemaakt. Daarom behouden wij ons technische wijzigingen voor.
De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
© ABUS Security-Center GmbH & Co. KG, februari 2010
LS2030/LS2060/LS2080/LS21200
Actief infrarood detector
Installatiehandleiding
29
3. Hoofdkenmerken
Grootdetectiebereik
Zekere detectie door gepulste dual-lichtstralen
Eenvoudige en snelle installatie door horizontale en verticale instelling van
zender en ontvanger
Instelling door laserstraal, LED-weergave en meting van het
spanningsniveau
Instelbare doorlooptijd (50 ms – 700 ms)
Relaisschakeling (NC/NO) en LED-signaal bij alarm
Kan buiten worden gebruikt: waterdicht (IP55) en temperatuurbestendig
Toepassingsgebieden: alarmsystemen, videobewaking, verlichting
(bijv.: deuren, gangen, parkeerplaatsen, hallen, hekwerken … en nog veel
meer)
Sabotagebewaking van zender en ontvanger door dekselcontact
4. Inhoud van de levering
Infraroodzender (Tx)
Infraroodontvanger (Rx)
Bevestigingsmateriaal
Accessoires voor de mastbevestiging:
2 x montageplaat
2 x montagebeugel
6 x bolkopbouten M4x10
4 x bolkopbouten M4x20
5. Benaming van de componenten
5.1 Zender (Tx) en ontvanger (Rx)
Zender (Tx) Ontvanger (Rx)
1. Aansluitklemmen
2. Power-LED
3. Schroef voor de verticale
instelling
1. Aansluitklemmen
2. Alarm-LED
3. Signaal-LED
4. Potentiometer voor de
30
4. Horizontale instelling
5. Lenzen
6. Laserstraal voor de instelling
7. Schakelaar voor laserstraal
instelling van de doorlooptijd
5. Sabotagecontact
6. Contacten voor de meting van
het spanningsniveau
7. Schroef voor de verticale
instelling
8. Horizontale instelling
9. Lenzen
10. Laserstraal voor de instelling
11. Schakelaar voor laserstraal
5.2 Benaming van de aansluitklemmen
Zender (Tx) Ontvanger (Rx)
1/2 Voedingsspanning 10-30 V DC (
3/4 NC sabotage-uitgang (tamper)
1/2 Voedingsspanning 10-30 V DC
3 COM alarmcontact
4 NC alarmcontact
5 NO alarmcontact
6/7 NC sabotage-uitgang (tamper)
6. Montage
6.1 Belangrijke opmerkingen
Verwijder alle hindernissen (struiken, waslijnen en andere voorwerpen)
tussen zender en ontvanger!
Vermijd directe lichtstralen of direct zonlicht op zender en ontvanger.
Vermijd installatieplaatsen waarop afval- en spatwater direct op de zender
en ontvanger terecht kunnen komen.
Installeer zender en ontvanger op een stabiele, trillingsvrije ondergrond.
Vermijd het stralenverloop op reflecterende vlakken en objecten.
Reduceer het aanbevolen bereik bij een grote kans op mist of dergelijke
ongunstige weersinvloeden.
31
6.2 Positie van zender en ontvanger
De aanbevolen installatiehoogte voor zender en ontvanger ligt tussen 0,70 m – 1 m.
Beide componenten kunnen horizontaal (+/-90°) en verticaal (+/-15°) worden
versteld. Dit maakt een flexibele installatie mogelijk waarbij rekening wordt
gehouden met de meest uiteenlopende plaatselijke omstandigheden (zie de
voorbeelden A, B en C).
6.3 Stralingsbereik en detectiebereik
Neem bij de installatie van de infraroodstralen het detectiebereik (L) en het
stralingsbereik (X) van de zender in acht.
Model Detectiebereik L (buiten) Stralingsbereik X
LS2030 30 m 0,9 m
LS2060 60 m 1,8 m
LS2080 80 m 2,4 m
LS2120 120 m 3,6 m
32
6.4 Wandmontage
1. Verwijder de frontafdekking van de zender en van de ontvanger door
de schroef van het huis te openen.
2. Maak de bodemplaten los door de borgschroef los te draaien en te
verwijderen.
3. Nu heeft u twee mogelijkheden om de aansluitleiding aan de achterkant
aan te leggen.
a.) Steek de kabel door de kabeltoevoer van de bodemplaat.
b.) Steek de kabel door de kabeltoevoer van de melder. Breek hiervoor de
aangebrachte breekpunten van de melder eruit om de kabel in te voeren.
4. Prik nu op de achterkanten van zender en ontvanger de opening voor de
kabeltoevoeren door en verbind de aders van de kabel met de
overeenkomstige aansluitklemmen.
5. Schroef nu de bodemplaten op de gewenste installatieplaatsen.
6. Schroef zender en ontvanger op de bodemplaten vast.
7. Nadat u de aansluitleidingen op de aansluitklemmen heeft aangesloten, ga
dan a.u.b. verder met het in gebruik nemen.
6.5 Mastmontage
1. Gebruik een mast (stang) met een diameter van 38-45 mm.
2. Maak de vastgeschroefde bodemplaat van de zender en ontvanger los.
33
3. Neem 2 bouten M4x20 en draai deze in de schroefgangen van de
montagebeugels.
4. Maak de montagebeugels aan de mast vast.
5. Schroef de montageplaat met 3 bouten M4x10 vast aan de bodemplaat
van zender en ontvanger.
6. Bevestig die montageplaten met de montagebeugel.
7. Herhaal de stappen 3-7 van de „wandmontage“.
7. In gebruik nemen
Sluit voor de afstelling van het infraroodstralen de voedingsspanning aan.
De bedrading van de alarm- en de sabotagelijn kunt u ook na het afstellen
verrichten.
7.1 Grove instelling door laser en LED
Opmerking:
Kijk nooit direct in de laserstraal! De gebruikte laser heeft een vermogen van
<= 5 mW bij een golflengte van 650 nm en valt in de indelingsklasse 3a
(classificatie conform DIN VDE 0837).
1. Schakel de laserschakelaar van de zender in.
2. Stel de zender horizontaal en verticaal zo in dat de laserstraal centraal op
de ontvanger wijst. De instelling is optimaal als beide LED’s van de
ontvanger niet meer branden.
3. Herhaal ter controle de stappen 1 en 2 met de laser op de ontvanger.
De LED-weergave op de ontvanger geeft u een eerste indicatie over de sterkte van
het ontvangen signaal.
Alarm-LED (rood) en signaal-LED (geel) Signaalsterkte
Beide LED’s UIT Optimaal
Een LED AAN Bijstelling
Beide LED’s AAN Nieuwe instelling
7.2 Fijninstelling door spanningsmeting
1. Zodra zender en ontvanger vast op de plaats van installatie zijn
gemonteerd, kunt u de fijninstelling van de infraroodstralen door meting
van het spanningsniveau verrichten.
34
2. Schakel uw meetinstrument op de instelling DC en kies het laagste
spanningsmeetbereik (0-10 V DC).
3. Meet het spanningsniveau op de ontvanger en vergelijk de waarde met de
onderstaande tabel.
4. Verander nu met de hand de horizontale hoek van de ontvanger tot het
meetinstrument de hoogste waarde weergeeft.
5. Verander nu met de stelschroef de verticale hoek van de ontvanger tot het
meetinstrument de hoogste waarde weergeeft.
6. Vergelijk nu opnieuw de bereikte spanningswaarde met de hieronder
opgegeven waarden.
7. Zodra u een goede kwaliteit van de instelling heeft bereikt, dient u de
instelling van zender en ontvanger niet meer te veranderen.
Spanningsniveau Kwaliteit van de instelling
5 V – 3,4 V Optimaal
3,4 V – 1,15 V Goed
1,15 V – 1,0 V Voldoende
< 1,0 V Bijstelling
7.3 Instelling van de doorlooptijd
Door de potentiometer op de ontvanger te draaien, verandert u de aanspreektijd
(voorinstelling 300 ms) van beide lichtstralen tot er een alarm wordt gedetecteerd.
Als de werkelijke doorlooptijd korter is dan de ingestelde doorlooptijd, wordt er geen
alarm geactiveerd.
7.4 In gebruik nemen
1. Sluit nu zender en ontvanger met de frontdeksels.
2. Voer een looptest uit. Houd daarbij rekening met de door u gekozen
doorlooptijd.
8. Fouten verhelpen
Fout Mogelijke oorzaken Oplossing
Power-LED op de
zender (Tx) en
ontvanger (Rx) brandt
niet
Verkeerde bedrading of
geen spanningstoevoer
Controleer de
spanningstoevoer
op de klemmen
Alarm LED (Rx) gaat
niet branden als het
infraroodstraal wordt
onderbroken
-Spanningsvoeding
ontbreekt
- Tx en Rx zijn niet goed
afgesteld
- De lichtstralen werden
niet gelijktijdig
onderbroken
- Controleer de
spanningstoevoer
- Reinig het frontdeksel
- Controleer de
bedrading
Lichtstralen zijn
onderbroken en de
alarm-LED (Rx) brandt,
maar er wordt geen
Verkeerde of
ontbrekende bedrading
van de alarmcontacten.
Relais defect door
Controleer de bedrading
van de alarmcontacten
35
alarm geactiveerd. overspanning
Alarm-LED (Rx) brandt
permanent
- Tx en Rx zijn niet goed
afgesteld
- Infraroodstraal is
onderbroken
- Frontafdekking is vuil of
met ijs bedekt.
- Stel Tx en Rx opnieuw
af
- Verwijder alle
hindernissen tussen Tx
en Rx
- Reinig het frontdeksel
Verkeerde activering
van de infraoodstraal
door bladeren, dieren,
etc.
- Tx en Rx zijn slecht
afgesteld
- Doorlooptijd is te kort
ingesteld
- ongunstige
omgevingsinvloeden op
de plaats van installatie
- Stel Tx en Rx opnieuw
af
- Verander de plaats van
installatie
9. Technische gegevens
Soort detectie
Actief infrarood detector (dual-lichtstraal gepulst)
Detectiebereik
maximaal
Type LS2030 LS2060 LS2080 LS2120
buiten
30 m 60 m 80 m 120 m
binnen
60 m 120 m 160 m 240 m
V
oedingsspanning
10 V-30 V DC (zonder polariteit)
Stroomverbruik
Type LS2030 LS2060 LS2080 LS2120
Tx+Rx
65 mA 69 mA 73 mA 77 mA
Aanspreek-
/onderbrekingstijd
Instelbaar: 50 ms – 700 ms
Alarmuitgang (Rx)
Relais (NO/NC) 1 A / 120 V AC
Sabotage-
uitgang(Tx+Rx)
NC-contact 1 A / 120 V AC
LED-signaleringen
Power-LED (groen: Tx+Rx): voedingsspanning op
zender (Tx) en ontvanger (Rx) aangesloten.
Alarm-LED (rood; Rx): ontbrekende instelling of
onderbroken lichtstraal
Signaal-LED (geel; Rx): zwakke IR-straal of
onderbroken lichtstraal
Max. externe
lichtsterkte bij
frontale bestraling
Lichtbronnen < 10000 lux
Zonnestralen < 30000 lux
Lase
r
650 nm golflengte; vermogen <= 5 mW; klasse 3a
(classificatie conform DIN VDE 0837)
Bedrijfstemperatuu
r
-25°C – 55°C
Beschermingsgraad
IP55
Afmetingen
173x74x72 mm (hxbxd)

Documenttranscriptie

Actief infrarood detector Installatiehandleiding     LS2030 / LS2060 / LS2080 / LS21200 1. Voorwoord Geachte klant, wij bedanken u voor de aankoop van deze infrarood detector. Deze detector is met de allernieuwste techniek gebouwd. Het voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming werd aangetoond, de CEverklaringen zijn bij de fabrikant (www.security-center.org) gedeponeerd. Om een gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u deze installatie-instructies in acht nemen! Als u vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met uw leverancier. 2. Algemene opmerkingen Open dit apparaat nooit tijdens gebruik, om het gevaar van een elektrische schok of het verlies van de garantie van het apparaat te voorkomen. Het gehele product mag niet gewijzigd, geopend of omgebouwd worden. De infrarood detector mag alleen binnen het voorgeschreven temperatuur- en beschermingsgraadbereik worden gebruikt. Het gebruik van de detector buiten de voorgeschreven bereiken leidt tot snellere slijtage en tot voortijdige uitval. Alle noodzakelijke gegevens hierover vindt u in de technische gegevens. Voorkom grote fysische belastingen van het apparaat (slagen, trillingen, etc.). Verkeerd gebruik en slechte transportomstandigheden kunnen tot beschadiging van het apparaat leiden. Wij willen dat u alleen met producten werkt die met de allernieuwste techniek zijn gemaakt. Daarom behouden wij ons technische wijzigingen voor. De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © ABUS Security-Center GmbH & Co. KG, februari 2010 28 3. Hoofdkenmerken • • • • • • • • • 4. Grootdetectiebereik Zekere detectie door gepulste dual-lichtstralen Eenvoudige en snelle installatie door horizontale en verticale instelling van zender en ontvanger Instelling door laserstraal, LED-weergave en meting van het spanningsniveau Instelbare doorlooptijd (50 ms – 700 ms) Relaisschakeling (NC/NO) en LED-signaal bij alarm Kan buiten worden gebruikt: waterdicht (IP55) en temperatuurbestendig Toepassingsgebieden: alarmsystemen, videobewaking, verlichting (bijv.: deuren, gangen, parkeerplaatsen, hallen, hekwerken … en nog veel meer) Sabotagebewaking van zender en ontvanger door dekselcontact Inhoud van de levering • • • Infraroodzender (Tx) Infraroodontvanger (Rx) Bevestigingsmateriaal Accessoires voor de mastbevestiging: • 2 x montageplaat • 2 x montagebeugel • 6 x bolkopbouten M4x10 • 4 x bolkopbouten M4x20 5. Benaming van de componenten 5.1 Zender (Tx) en ontvanger (Rx) Zender (Tx) 1. Aansluitklemmen 2. Power-LED 3. Schroef voor de verticale instelling Ontvanger (Rx) 1. Aansluitklemmen 2. Alarm-LED 3. Signaal-LED 4. Potentiometer voor de 29 4. 5. 6. 7. 5.2 Horizontale instelling Lenzen Laserstraal voor de instelling Schakelaar voor laserstraal instelling van de doorlooptijd Sabotagecontact Contacten voor de meting van het spanningsniveau 7. Schroef voor de verticale instelling 8. Horizontale instelling 9. Lenzen 10. Laserstraal voor de instelling 11. Schakelaar voor laserstraal 5. 6. Benaming van de aansluitklemmen Zender (Tx) 1/2 Voedingsspanning 10-30 V DC ( 3/4 NC sabotage-uitgang (tamper) 6. 1/2 3 4 5 6/7 Voedingsspanning 10-30 V DC COM alarmcontact NC alarmcontact NO alarmcontact NC sabotage-uitgang (tamper) Montage 6.1 Belangrijke opmerkingen • • • • • • 30 Ontvanger (Rx) Verwijder alle hindernissen (struiken, waslijnen en andere voorwerpen) tussen zender en ontvanger! Vermijd directe lichtstralen of direct zonlicht op zender en ontvanger. Vermijd installatieplaatsen waarop afval- en spatwater direct op de zender en ontvanger terecht kunnen komen. Installeer zender en ontvanger op een stabiele, trillingsvrije ondergrond. Vermijd het stralenverloop op reflecterende vlakken en objecten. Reduceer het aanbevolen bereik bij een grote kans op mist of dergelijke ongunstige weersinvloeden. 6.2 Positie van zender en ontvanger De aanbevolen installatiehoogte voor zender en ontvanger ligt tussen 0,70 m – 1 m. Beide componenten kunnen horizontaal (+/-90°) en verticaal (+/-15°) worden versteld. Dit maakt een flexibele installatie mogelijk waarbij rekening wordt gehouden met de meest uiteenlopende plaatselijke omstandigheden (zie de voorbeelden A, B en C). 6.3 Stralingsbereik en detectiebereik Neem bij de installatie van de infraroodstralen het detectiebereik (L) en het stralingsbereik (X) van de zender in acht. Model LS2030 LS2060 LS2080 LS2120 Detectiebereik L (buiten) 30 m 60 m 80 m 120 m Stralingsbereik X 0,9 m 1,8 m 2,4 m 3,6 m 31 6.4 Wandmontage 1. Verwijder de frontafdekking van de zender en van de ontvanger door de schroef van het huis te openen. 2. Maak de bodemplaten los door de borgschroef los te draaien en te verwijderen. 3. Nu heeft u twee mogelijkheden om de aansluitleiding aan de achterkant aan te leggen. a.) Steek de kabel door de kabeltoevoer van de bodemplaat. b.) Steek de kabel door de kabeltoevoer van de melder. Breek hiervoor de aangebrachte breekpunten van de melder eruit om de kabel in te voeren. 4. 5. 6. 7. 6.5 Prik nu op de achterkanten van zender en ontvanger de opening voor de kabeltoevoeren door en verbind de aders van de kabel met de overeenkomstige aansluitklemmen. Schroef nu de bodemplaten op de gewenste installatieplaatsen. Schroef zender en ontvanger op de bodemplaten vast. Nadat u de aansluitleidingen op de aansluitklemmen heeft aangesloten, ga dan a.u.b. verder met het in gebruik nemen. Mastmontage 1. Gebruik een mast (stang) met een diameter van 38-45 mm. 2. Maak de vastgeschroefde bodemplaat van de zender en ontvanger los. 32 3. 4. 5. 6. 7. 7. Neem 2 bouten M4x20 en draai deze in de schroefgangen van de montagebeugels. Maak de montagebeugels aan de mast vast. Schroef de montageplaat met 3 bouten M4x10 vast aan de bodemplaat van zender en ontvanger. Bevestig die montageplaten met de montagebeugel. Herhaal de stappen 3-7 van de „wandmontage“. In gebruik nemen Sluit voor de afstelling van het infraroodstralen de voedingsspanning aan. De bedrading van de alarm- en de sabotagelijn kunt u ook na het afstellen verrichten. 7.1 Grove instelling door laser en LED Opmerking: Kijk nooit direct in de laserstraal! De gebruikte laser heeft een vermogen van <= 5 mW bij een golflengte van 650 nm en valt in de indelingsklasse 3a (classificatie conform DIN VDE 0837). 1. Schakel de laserschakelaar van de zender in. 2. Stel de zender horizontaal en verticaal zo in dat de laserstraal centraal op de ontvanger wijst. De instelling is optimaal als beide LED’s van de ontvanger niet meer branden. 3. Herhaal ter controle de stappen 1 en 2 met de laser op de ontvanger. De LED-weergave op de ontvanger geeft u een eerste indicatie over de sterkte van het ontvangen signaal. Alarm-LED (rood) en signaal-LED (geel) Beide LED’s UIT Een LED AAN Beide LED’s AAN 7.2 Signaalsterkte Optimaal Bijstelling Nieuwe instelling Fijninstelling door spanningsmeting 1. Zodra zender en ontvanger vast op de plaats van installatie zijn gemonteerd, kunt u de fijninstelling van de infraroodstralen door meting van het spanningsniveau verrichten. 33 2. 3. 4. 5. 6. 7. Schakel uw meetinstrument op de instelling DC en kies het laagste spanningsmeetbereik (0-10 V DC). Meet het spanningsniveau op de ontvanger en vergelijk de waarde met de onderstaande tabel. Verander nu met de hand de horizontale hoek van de ontvanger tot het meetinstrument de hoogste waarde weergeeft. Verander nu met de stelschroef de verticale hoek van de ontvanger tot het meetinstrument de hoogste waarde weergeeft. Vergelijk nu opnieuw de bereikte spanningswaarde met de hieronder opgegeven waarden. Zodra u een goede kwaliteit van de instelling heeft bereikt, dient u de instelling van zender en ontvanger niet meer te veranderen. Spanningsniveau 5 V – 3,4 V 3,4 V – 1,15 V 1,15 V – 1,0 V < 1,0 V 7.3 Kwaliteit van de instelling Optimaal Goed Voldoende Bijstelling Instelling van de doorlooptijd Door de potentiometer op de ontvanger te draaien, verandert u de aanspreektijd (voorinstelling 300 ms) van beide lichtstralen tot er een alarm wordt gedetecteerd. Als de werkelijke doorlooptijd korter is dan de ingestelde doorlooptijd, wordt er geen alarm geactiveerd. 7.4 In gebruik nemen 1. Sluit nu zender en ontvanger met de frontdeksels. 2. Voer een looptest uit. Houd daarbij rekening met de door u gekozen doorlooptijd. 8. Fouten verhelpen Fout Power-LED op de zender (Tx) en ontvanger (Rx) brandt niet Alarm LED (Rx) gaat niet branden als het infraroodstraal wordt onderbroken Lichtstralen zijn onderbroken en de alarm-LED (Rx) brandt, maar er wordt geen 34 Mogelijke oorzaken Verkeerde bedrading of geen spanningstoevoer Oplossing Controleer de spanningstoevoer op de klemmen -Spanningsvoeding ontbreekt - Tx en Rx zijn niet goed afgesteld - De lichtstralen werden niet gelijktijdig onderbroken Verkeerde of ontbrekende bedrading van de alarmcontacten. Relais defect door - Controleer de spanningstoevoer - Reinig het frontdeksel - Controleer de bedrading Controleer de bedrading van de alarmcontacten alarm geactiveerd. Alarm-LED (Rx) brandt permanent Verkeerde activering van de infraoodstraal door bladeren, dieren, etc. 9. overspanning - Tx en Rx zijn niet goed afgesteld - Infraroodstraal is onderbroken - Frontafdekking is vuil of met ijs bedekt. - Tx en Rx zijn slecht afgesteld - Doorlooptijd is te kort ingesteld - ongunstige omgevingsinvloeden op de plaats van installatie - Stel Tx en Rx opnieuw af - Verwijder alle hindernissen tussen Tx en Rx - Reinig het frontdeksel - Stel Tx en Rx opnieuw af - Verander de plaats van installatie Technische gegevens Soort detectie Detectiebereik maximaal Voedingsspanning Stroomverbruik Aanspreek/onderbrekingstijd Alarmuitgang (Rx) Sabotageuitgang(Tx+Rx) LED-signaleringen Max. externe lichtsterkte bij frontale bestraling Laser Bedrijfstemperatuur Beschermingsgraad Afmetingen Actief infrarood detector (dual-lichtstraal gepulst) Type LS2030 LS2060 LS2080 LS2120 buiten 30 m 60 m 80 m 120 m binnen 60 m 120 m 160 m 240 m 10 V-30 V DC (zonder polariteit) Type Tx+Rx LS2030 65 mA LS2060 69 mA LS2080 73 mA LS2120 77 mA Instelbaar: 50 ms – 700 ms Relais (NO/NC) 1 A / 120 V AC NC-contact 1 A / 120 V AC Power-LED (groen: Tx+Rx): voedingsspanning op zender (Tx) en ontvanger (Rx) aangesloten. Alarm-LED (rood; Rx): ontbrekende instelling of onderbroken lichtstraal Signaal-LED (geel; Rx): zwakke IR-straal of onderbroken lichtstraal Lichtbronnen < 10000 lux Zonnestralen < 30000 lux 650 nm golflengte; vermogen <= 5 mW; klasse 3a (classificatie conform DIN VDE 0837) -25°C – 55°C IP55 173x74x72 mm (hxbxd) 35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43

Abus LS2030 Handleiding

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Handleiding