Genius Vega Wireless Handleiding

Type
Handleiding
16
NEDERLANDS
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De actieve optisch-elektronische beveiligingsinrichting mod. VEGA WIRELESS
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit.
Aanvullende opmerking:
Dit product is getest in een specifieke homogene configuratie (alle door GENIUS S.p.A. vervaardigde producten).
Grassobbio, 10-10-2007
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische
systeem in goede staat te houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN pag.17
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.17
2. AFMETINGEN pag.17
3. INSTALLATIE pag.17
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN pag.17
5. INBEDRIJFSTELLINGA pag.17
6. GEBREKEN OPSPOREN pag.18
17
NEDERLANDS
VEGA WIRELESS
WAARSCHUWINGEN
Let op! Het is van belang voor de veiligheid van
personen dat deze instructies in hun geheel
zorgvuldig wordt opgevolgd.
Een foutieve installatie of foutief gebruik van het pro-
duct kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te
beginnen met de installatie van het product,
en bewaar ze om ze in de toekomst te kunnen
raadplegen.
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE
EIGENSCHAPPEN
Het paar zelfuitlijnende fotocellen XP15 W bestaat uit een
zender en ontvanger met gesynchroniseerde infrarood-
stralen op vier selecteerbare kanalen.
De fotocel XP15 W is een hulpinrichting bij de beveili-
ging.
Als de lichtstraal wordt bedekt, heeft dit tot gevolg dat
de status van de ontvanger wordt gewijzigd, die via een
relaiscontact het signaal “fotocel bezet” verstuurt.
De Zender van het paar heeft batterijvoeding maar kan
ook worden gevoed door een kabelverbinding.
Doordat het zendkanaal kan worden gekozen, kunnen
op dezelfde installatie tot 4 paren XP15 W worden geïn-
stalleerd, waardoor het risico van interferentie tussen het
ene paar en het andere wordt geëlimineerd.
Voeding
12 - 24 V~.
12 - 24 Vdc
Opname RX 30 mA
Opname TX
40 µA op batterij
5 mA bij 24 Vdc
Type en Levensduur bat-
terij tx
CR2 van 3 V
van 2 tot 3 jaar *
Maximaal vermogen 15 m
Beschermingsgraad IP54
Tijd detectie obstakel 40 ms
Wijze van uitlijning automatisch
Hoek zelfuitlijning
+/- 7° (15 m)
+/- 13° (5 m.)
Transmissie signaal 4 selecteerbare kanalen
Werkingstemperatuur -20 ... +55 °C
Installatie
aan de wand of op een
zuiltje
De levensduur van de batterij kan variëren afhankelijk
van hoe ver de gebruikte batterij is opgeladen, het type
batterij en de omgevings-/installatiecondities.
2. AFMETINGEN
De Zender en de Ontvanger hebben dezelfde afmetin-
gen, die zijn weergegeven in Figuur 1.
3. INSTALLATIE
Zet, voor een correcte werking, de Zender en de On-
tvanger op één lijn.
De Ontvanger van het paar XP15 W heeft twee installa-
tiemogelijkheden:
Wandmodel met ingebouwde buis (Fig. 2).
Wandmodel met externe buis/hoes (Fig. 3).
Voer de voorbereidingen voor de elektrische aanslui-
tingen uit.
Zet de behuizing van de Ontvanger vast met behulp
van geschikte schroeven en pluggen.De Zender van
het paar XP15 W kan worden gevoed door een interne
batterij (Fig. 4) of door een kabelverbinding.
De Zender met batterijvoeding hoeft enkel aan de wand
of op het zuiltje te worden bevestigd.
Als de Zender kabelvoeding gebruikt, moet hetzelfde
soort installatie worden uitgevoerd als aangegeven in
de figuren 2 en 3.
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
Sluit de elektriciteitsdraden aan op het klemmenblok van
de zender, zoals aangegeven in Fig. 5.
De voedingsklemmen van de Ontvanger kun-
nen worden aangesloten met een spanning
van 12 of 24 Volt, zowel gelijkstroom (DC) als
wisselstroom ( ~ ).
Als u de controle FAIL SAFE wilt uitvoeren met
de Zender op batterijvoeding, sluit dan de klem
FAIL SAFE (-TX FSW) van de elektronische kaarten
FAAC op de klem MIN ( – ) van de Ontvanger-
fotocel aan.
Als de Zender met een kabelverbinding wordt gevoed,
volg dan de aanwijzingen in Fig. 6.
De voedingsklemmen van de Zender kun-
nen worden aangesloten met een spanning
van 12 of 24 Volt, zowel gelijkstroom (DC) als
wisselstroom ( ~ ).Wanneer de Zender en de
Ontvanger worden ingeschakeld, lichten de
bijbehorende leds DL2 1 seconde op.
5. INBEDRIJFSTELLINGA
lvorens het paar fotocellen met de bijbehorende dek-
plaatjes te sluiten, moet eerst het zendkanaal worden ge-
selecteerd en de werking daarvan worden gecontroleerd
d.m.v. de signaleringsleds op de Ontvanger.
SELECTIE ZENDKANAAL
Schakel de voeding naar de fotocellen in en selecteer
het zendkanaal door de knop P1 IN TE DRUKKEN EN 5
SECONDEN INGEDRUKT TE HOUDEN (fig. 7).
Na de 5 seconden begint de led DL2 in figuur 7 even
vaak te knipperen als het nummer van het kanaal dat
is ingesteld, om vervolgens 1 seconde te doven en de
signalering te herhalen. Na het ingestelde kanaal 3 keer
te hebben gesignaleerd, is de procedure voltooid en is
het kanaal in het geheugen opgeslagen.
Tijdens deze weergave kan van zendkanaal worden
gewisseld: door op de knop P1 te drukken worden achte-
reenvolgens de vier kanalen geselecteerd.
1.
2.
18
NEDERLANDS
Controleer hoe vaak de led DL2 knippert om te bepalen
welk kanaal is geselecteerd:
1 keer knipperen = Kanaal 1
2 keer knipperen = Kanaal 2
3 keer knipperen = Kanaal 3
4 keer knipperen = Kanaal 4
Stel hetzelfde kanaal zowel op de ontvanger als op
de zender in.
Tijdens de weergave van het ingestelde kanaal
is het paar fotocellen inactief, en is het contact
daarvan dus OPEN. Wacht tot het einde van de
weergave om het automatisch systeem te be-
dienen.CONTROLE VAN DE SIGNALERINGSLEDS
RX
Hieronder zijn de status en de betekenis weergegeven
van de leds op de Ontvanger; zie figuur 8 om de positie
te vinden.
DL 1 Voeding
ON Voeding aanwezig
OFF Geen voeding
DL 2 Zendkanaal en Batterijoplader TX
ON Batterij TX OK
Knippert Lang-
zaam
Aanduiding zendkanaal
Knippert Snel Batterij TX bijna leeg
OFF Batterij TX leeg of Fotocel bezet
DL 3 Uitlijning
ON Uitlijning OK
Knippert Lang-
zaam
Fotocellen niet goed uitgelijnd
OFF Niet uitgelijnd of Fotocel bezet
CONTROLE VAN DE SIGNALERINGSLEDS TX
Hieronder zijn de status en de betekenis weergegeven
van de leds op de Zender; zie figuur 9 om de positie
te vinden.
DL 1 Voeding
ON Kabelvoeding aanwezig
OFF
Geen kabelvoeding, werking op
batterijen
DL 2 Zendkanaal
OFF Normale werking
Knippert
Langzaam
Weergave van het zendkanaal
Voltooi de installatie door de zojuist geïnstalleerde foto-
cellen te sluiten met het speciale dekplaatje dat met vier
schroeven wordt bevestigd, en zorg er daarbij voor dat
de rubberen scheiding (aangegeven in fig. 2, 3 ref. )
goed op zijn plaats zit, om de correcte IP-isolatiegraad
te garanderen
6. GEBREKEN OPSPOREN
Hieronder staan een aantal tips om bepaalde situaties bij de werking van de fotocellen op te sporen en te verhel-
pen.
Raadpleeg de instructies van de elektronische apparatuur die wordt gebruikt om de structuur te bewegen voor een
complete lijst van problemen/gebreken.
SITUATIE OORZAAK/PROBLEEM SUGGESTIE
De poort beweegt niet, de leds DL2 en
DL3 van de Ontvanger zijn gedoofd.
- Fotocellen niet uitgelijnd
- Geen voeding Zender
- Verkeerd zendkanaal gekozen.
- Controleer welk zendkanaal is ge-
selecteerd.
- Controleer de voeding van de ele-
menten van het paar fotocellen.
- Controleer of het paar fotocellen is
uitgelijnd.
De led DL2 van de Ontvanger knip-
pert.
Voeding van de Zender niet correct.
- Vervang de interne batterij van de
Zender.
- Als de Zender kabelvoeding heeft,
controleer dan de spanningswaarde.
De led DL3 van de Ontvanger knip-
pert
De fotocellen zijn niet goed uitge-
lijnd.
- Zorg dat de fotocellen worden
uitgelijnd.
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos infla-
mables constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las
Normas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar
cualquier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas
de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento,
arrastre, corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así
como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor,
además de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del
sistema de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto
durante su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y
debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de
asistencia GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe
entenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die
Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation
oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwe-
rwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen
aufmerksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen
Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen
Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnun-
gsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus
wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung
empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer
Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen
Vorschriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller
Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschun-
gen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem
Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten
Vorrichtungen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS ve-
rwendet werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des
Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das
dem Produkt beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderli-
chen Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Rei-
chweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der
Automation zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen
und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kunden-
dienstzentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorge-
sehen sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief
gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel
veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van
het product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik
van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou
het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem
is bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepa-
lingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden
genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor
vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met
meerpolige onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is
geplaatst met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklem-
ming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient
echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden
vermeld onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en
sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die ge-
noemd zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automa-
tische systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de
benodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik
van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan
worden aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE WAARSCHUWINGEN pag.17 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.17 2. AFMETINGEN pag.17 3. INSTALLATIE pag.17 4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN pag.17 5. INBEDRIJFSTELLINGA pag.17 6. GEBREKEN OPSPOREN pag.18 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING GENIUS S.p.A. Fabrikant: Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De actieve optisch-elektronische beveiligingsinrichting mod. VEGA WIRELESS • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: • 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. • 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit. Aanvullende opmerking: Dit product is getest in een specifieke homogene configuratie (alle door GENIUS S.p.A. vervaardigde producten). Grassobbio, 10-10-2007 De Algemeen Directeur NEDERLANDS D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. Het symbool Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. 16 VEGA WIRELESS 3. INSTALLATIE WAARSCHUWINGEN Zet, voor een correcte werking, de Zender en de Ontvanger op één lijn. Let op! Het is van belang voor de veiligheid van personen dat deze instructies in hun geheel zorgvuldig wordt opgevolgd. De Ontvanger van het paar XP15 W heeft twee installatiemogelijkheden: Een foutieve installatie of foutief gebruik van het product kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 1. Wandmodel met ingebouwde buis (Fig. 2). 2. Wandmodel met externe buis/hoes (Fig. 3). Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product, en bewaar ze om ze in de toekomst te kunnen raadplegen. • Voer de voorbereidingen voor de elektrische aansluitingen uit. • Zet de behuizing van de Ontvanger vast met behulp van geschikte schroeven en pluggen.De Zender van het paar XP15 W kan worden gevoed door een interne batterij (Fig. 4) of door een kabelverbinding. 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Het paar zelfuitlijnende fotocellen XP15 W bestaat uit een zender en ontvanger met gesynchroniseerde infraroodstralen op vier selecteerbare kanalen. De Zender met batterijvoeding hoeft enkel aan de wand of op het zuiltje te worden bevestigd. Als de Zender kabelvoeding gebruikt, moet hetzelfde soort installatie worden uitgevoerd als aangegeven in de figuren 2 en 3. De fotocel XP15 W is een hulpinrichting bij de beveiliging. Als de lichtstraal wordt bedekt, heeft dit tot gevolg dat de status van de ontvanger wordt gewijzigd, die via een relaiscontact het signaal “fotocel bezet” verstuurt. 4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN Sluit de elektriciteitsdraden aan op het klemmenblok van de zender, zoals aangegeven in Fig. 5. De Zender van het paar heeft batterijvoeding maar kan ook worden gevoed door een kabelverbinding. De voedingsklemmen van de Ontvanger kunnen worden aangesloten met een spanning van 12 of 24 Volt, zowel gelijkstroom (DC) als wisselstroom ( ~ ). Doordat het zendkanaal kan worden gekozen, kunnen op dezelfde installatie tot 4 paren XP15 W worden geïnstalleerd, waardoor het risico van interferentie tussen het ene paar en het andere wordt geëlimineerd. Als u de controle FAIL SAFE wilt uitvoeren met de Zender op batterijvoeding, sluit dan de klem FAIL SAFE (-TX FSW) van de elektronische kaarten FAAC op de klem MIN ( – ) van de Ontvangerfotocel aan. 12 - 24 V~. 12 - 24 Vdc Opname RX 30 mA Opname TX 40 µA op batterij 5 mA bij 24 Vdc Type en Levensduur batterij tx CR2 van 3 V van 2 tot 3 jaar * Als de Zender met een kabelverbinding wordt gevoed, volg dan de aanwijzingen in Fig. 6. De voedingsklemmen van de Zender kunnen worden aangesloten met een spanning van 12 of 24 Volt, zowel gelijkstroom (DC) als wisselstroom ( ~ ).Wanneer de Zender en de Ontvanger worden ingeschakeld, lichten de bijbehorende leds DL2 1 seconde op. 15 m Maximaal vermogen IP54 Beschermingsgraad 40 ms Tijd detectie obstakel Wijze van uitlijning automatisch Hoek zelfuitlijning +/- 7° (15 m) +/- 13° (5 m.) 5. INBEDRIJFSTELLINGA 4 selecteerbare kanalen lvorens het paar fotocellen met de bijbehorende dekplaatjes te sluiten, moet eerst het zendkanaal worden geselecteerd en de werking daarvan worden gecontroleerd d.m.v. de signaleringsleds op de Ontvanger. Transmissie signaal Werkingstemperatuur Installatie -20 ... +55 °C aan de wand of op een zuiltje SELECTIE ZENDKANAAL De levensduur van de batterij kan variëren afhankelijk van hoe ver de gebruikte batterij is opgeladen, het type batterij en de omgevings-/installatiecondities. 햲 Schakel de voeding naar de fotocellen in en selecteer het zendkanaal door de knop P1 IN TE DRUKKEN EN 5 SECONDEN INGEDRUKT TE HOUDEN (fig. 7). Na de 5 seconden begint de led DL2 in figuur 7 even vaak te knipperen als het nummer van het kanaal dat is ingesteld, om vervolgens 1 seconde te doven en de signalering te herhalen. Na het ingestelde kanaal 3 keer te hebben gesignaleerd, is de procedure voltooid en is het kanaal in het geheugen opgeslagen. 2. AFMETINGEN De Zender en de Ontvanger hebben dezelfde afmetingen, die zijn weergegeven in Figuur 1. Tijdens deze weergave kan van zendkanaal worden gewisseld: door op de knop P1 te drukken worden achtereenvolgens de vier kanalen geselecteerd. 17 NEDERLANDS Voeding Controleer hoe vaak de led DL2 knippert om te bepalen welk kanaal is geselecteerd: DL 3 Uitlijning ON Uitlijning OK 1 keer knipperen = Kanaal 1 2 keer knipperen = Kanaal 2 K n i p p e r t La n g Fotocellen niet goed uitgelijnd zaam 3 keer knipperen = Kanaal 3 OFF 4 keer knipperen = Kanaal 4 CONTROLE VAN DE SIGNALERINGSLEDS TX Stel hetzelfde kanaal zowel op de ontvanger als op de zender in. Hieronder zijn de status en de betekenis weergegeven van de leds op de Zender; zie figuur 9 om de positie te vinden. Tijdens de weergave van het ingestelde kanaal is het paar fotocellen inactief, en is het contact daarvan dus OPEN. Wacht tot het einde van de weergave om het automatisch systeem te bedienen.CONTROLE VAN DE SIGNALERINGSLEDS RX DL 1 Voeding Hieronder zijn de status en de betekenis weergegeven van de leds op de Ontvanger; zie figuur 8 om de positie te vinden. ON Kabelvoeding aanwezig OFF Geen kabelvoeding, werking op batterijen DL 2 Zendkanaal DL 1 Voeding OFF ON Voeding aanwezig Knippert OFF Geen voeding Langzaam DL 2 Zendkanaal en Batterijoplader TX ON Niet uitgelijnd of Fotocel bezet Normale werking Weergave van het zendkanaal Voltooi de installatie door de zojuist geïnstalleerde fotocellen te sluiten met het speciale dekplaatje dat met vier schroeven wordt bevestigd, en zorg er daarbij voor dat de rubberen scheiding (aangegeven in fig. 2, 3 ref. 햲 ) goed op zijn plaats zit, om de correcte IP-isolatiegraad te garanderen Batterij TX OK K n i p p e r t La n g Aanduiding zendkanaal zaam Knippert Snel Batterij TX bijna leeg OFF Batterij TX leeg of Fotocel bezet 6. GEBREKEN OPSPOREN Hieronder staan een aantal tips om bepaalde situaties bij de werking van de fotocellen op te sporen en te verhelpen. Raadpleeg de instructies van de elektronische apparatuur die wordt gebruikt om de structuur te bewegen voor een complete lijst van problemen/gebreken. SITUATIE OORZAAK/PROBLEEM NEDERLANDS - Fotocellen niet uitgelijnd De poort beweegt niet, de leds DL2 en - Geen voeding Zender DL3 van de Ontvanger zijn gedoofd. - Verkeerd zendkanaal gekozen. De led DL2 van de Ontvanger knipVoeding van de Zender niet correct. pert. SUGGESTIE - Controleer welk zendkanaal is geselecteerd. - Controleer de voeding van de elementen van het paar fotocellen. - Controleer of het paar fotocellen is uitgelijnd. - Vervang de interne batterij van de Zender. - Als de Zender kabelvoeding heeft, controleer dan de spanningswaarde. De led DL3 van de Ontvanger knip- De fotocellen zijn niet goed uitge- - Zorg dat de fotocellen worden pert lijnd. uitgelijnd. 18 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. Guarden las instrucciones para futuras consultas. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. sehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. DEUTSCH 9. HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN 10. ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. 18. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorge- 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Genius Vega Wireless Handleiding

Type
Handleiding