12
wijzigen en de directe dranken en het (B12) wenst
te personaliseren, ga dan als volgt te werk:
1. Druk op (B5) voor toegang tot het menu
“Instellingen”;
2. Druk op de keuzepijltjes (B2 en B4) tot tussen de twee stip-
pellijnen “Progr. dranken” wordt weergegeven;
3. Druk op OK (B3) om te bevestigen: het apparaat toont de
dranken die gepersonaliseerd kunnen worden;
4. Druk op de keuzepijltjes tot de weergave van de drank die
u wenst te personaliseren: druk op OK om te bevestigen;
5. Dranken met koe: op het display verschijnt “Progr.
Aroma”: druk op de keuzepijltjes (B2 en B4) of (B7)
tot de weergave van het gewenste aroma (zie paragraaf
“9.4 Tijdelijke wijziging van het aroma van de koe”), druk
op OK. Op het display verschijnt “Programmeren koe”
en een voortgangsbalk die, naar mate de afgifte vordert,
wordt opgevuld: druk bij het bereiken van de gewenste
hoeveelheid op OK;
Heet water: Druk op OK. De afgifte start: druk bij het be-
reiken van de gewenste hoeveelheid op OK.
6. “Parameters opslaan?”: druk, om de programmering op te
slaan, op OK (of druk anders op /ESC - B2 of B5).
7. “Param. opgeslagen” (of “Param. niet opgesl.”). Het appa-
raat keert terug naar de status klaar voor gebruik.
8.5 Programma My dranken
Volg de procedure beschreven in de voorgaande paragraaf “8.4
Programma dranken” om de dranken van het “ ”
(B13) te personaliseren of voer de directe programmering uit
zoals beschreven in hoofdstuk “11. Programmering en selectie”.
8.6 Algemeen
Onder dit item vindt u de instellingen om de basisfuncties van
het apparaat te personaliseren:
1. Druk op (B5) voor toegang tot het menu
“Instellingen”;
2. Druk op de keuzepijltjes (B2 en B4) tot tussen de twee stip-
pellijnen “Algemeen” verschijnt;
3. Druk op OK (B3) om te bevestigen en selecteer het ge-
wenste item met de keuzepijltjes. Volg vervolgens de voor
iedere instelling aangegeven aanwijzingen.
• Temperatuur instellen:
Indien men de temperatuur van het water voor de afgifte van de
koe wenst te wijzigen, ga dan als volgt te werk:
4. Druk op OK (B3). Op het display (B1) wordt de momenteel
ingestelde waarde weergegeven en knippert de waarde
“Nieuw:”;
5. Selecteer met de keuzepijltjes (B2 of B4) de nieuwe waar-
de die u wenst in te stellen;
6. Druk, na het selecteren van de gewenste waarde (laag,
medium, hoog, maximaal), op OK.
Het apparaat keert terug naar het vorige scherm.
• Waterhardheid:
Raadpleeg voor de instructies inzake het vaststellen en de pro-
grammering van de waterhardheid het hoofdstuk “15. Program-
mering van de waterhardheid”.
• Automatische uitschakeling (stand-by):
Het is mogelijk de automatische uitschakeling in te stellen zodat
het apparaat na 15 of 30 minuten of na 1, 2 of 3 uur van niet-
gebruik uitgeschakeld wordt.
4. Druk op OK. Op het display (B1) wordt de momenteel
ingestelde waarde weergegeven en knippert de waarde
“Nieuw:”;
5. Selecteer met de keuzepijltjes (B2 of B4) de nieuwe waar-
de die u wenst in te stellen;
6. Druk, na het selecteren van de gewenste waarde (laag,
medium, hoog, maximaal), op OK.
Het apparaat keert terug naar het vorige scherm.
• Energiebesparing:
Met deze functie kunt u de energiebesparende modus in- of uit-
schakelen. Wanneer de functie geactiveerd is, zorgt het voor een
lager energieverbruik, in overeenstemming met de Europese
normen.
Om de modus “energiebesparing” te deactiveren of te activeren,
gaat men als volgt te werk:
4. Druk op OK. Op het display worden zowel de momentele
status weergegeven (“Actief” of “Niet actief”), als de han-
deling die zal worden uitgevoerd met OK (“Deactiveren?”
of “Activeren?”);
5. Druk op OK om de functie de deactiveren of te activeren.
Het apparaat keert terug naar het vorige scherm.
N.B.!
• wanneer de functie actief is, verschijnt op het display het
symbool “ECO”.
• In de energiebesparende modus heeft het apparaat enkele
seconden nodig voordat de eerste koe of de eerste drank
met melk afgegeven wordt, omdat het apparaat moet
voorverwarmen.
• Geluidssignaal:
Met deze functie wordt het geluidssignaal geactiveerd of gede-
activeerd. Ga als volgt te werk:
4. Druk op OK. Op het display (B1) worden zowel de momen-
tele status weergegeven (“Actief” of “Niet actief”), als de
handeling die zal worden uitgevoerd met OK (“Deactive-
ren?” of “Activeren?”);
5. Druk op OK om de functie de deactiveren of te activeren.
Het apparaat keert terug naar het vorige scherm.