Nederlands–3
0 276 001 SPI | (22.8.13) Bosch eBike Systems
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen worden geactiveerd als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
– Er is een voldoende opgeladen accu geplaatst (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– De bedieningscomputer is correct in de houder geplaatst
(zie „Bedieningscomputer aanbrengen en verwijderen”,
pagina Nederlands–2).
– De snelheidssensor is correct aangesloten (zie „Snelheids-
sensor controleren”, pagina Nederlands–2).
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Is de bedieningscomputer bij het aanbrengen in de houder
al ingeschakeld, dan wordt het eBike-systeem automa-
tisch ingeschakeld.
– Druk bij ingezette bedieningscomputer en ingezette accu
eenmaal kort op de aan-uit-toets 5 van de bedieningscom-
puter.
– Druk bij ingezette bedieningscomputer op de aan-uit-toets
van de accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen trapt
(behalve in de functie hulp bij het lopen, zie „Duwhulp/ver-
trekhulp in-/uitschakelen”, pagina Nederlands–4). Het mo-
torvermogen is afhankelijk van de instellingen op de bedie-
ningscomputer.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 25/45 km per uur heeft bereikt,
wordt de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uit-
geschakeld. De aandrijving wordt automatisch weer geacti-
veerd zodra u op de pedalen trapt of de snelheid onder
25/45 km per uur daalt.
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
–Druk op de aan/uit-toets 5 van de bedieningscomputer.
– Schakel de accu met de aan-uit-toets van de accu uit (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de bedieningscomputer uit de houder.
Wordt ongeveer 10 min. lang geen vermogen van de aandrij-
ving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat), schakelt het
eBike-systeem om energiespaarredenen automatisch uit.
Indicaties en instellingen van de bedienings-
computer
Energievoorziening van de bedieningscomputer
Als de bedieningscomputer in de houder 4 zit, een voldoende
opgeladen accu in de eBike geplaatst is en het eBike-systeem
ingeschakeld is, wordt de bedieningscomputer door de accu
van de eBike van energie voorzien.
Als de bedieningscomputer uit de houder 4 wordt genomen,
vindt de energievoorziening plaats via een interne accu. Als
de interne accu bij het inschakelen van de bedieningscompu-
ter zwak is, verschijnt gedurende 3 seconden „Met fiets ver-
binden” in het tekstdisplay d. Daarna wordt de bedienings-
computer uitgeschakeld.
Als u de interne accu wilt opladen, plaatst u de bedienings-
computer weer in de houder 4 (als een accu in de eBike ge-
plaatst is). Schakel de accu van de eBike met de aan-uit-toets
van de accu uit (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
U kunt de bedieningscomputer ook via de USB-aansluiting op-
laden. Open daarvoor het beschermkapje 8. Verbind de USB-
aansluiting 7 van de bedieningscomputer via een geschikte
USB-kabel met een in de handel verkrijgbaar USB-oplaadap-
paraat of de USB-aansluiting van een computer (laadspanning
5V, laadstroom max. 500mA). In de tekstindicatie d van de
bedieningscomputer verschijnt „USB aangesloten”.
Bedieningscomputer in- en uitschakelen
Als u de bedieningscomputer wilt inschakelen, drukt u kort
op de aan-uit-toets 5. De bedieningscomputer kan (als de in-
terne accu voldoende is opgeladen) ook worden ingeschakeld
als deze niet in de houder is geplaatst.
Als u de bedieningscomputer wilt uitschakelen, drukt u op de
aan/uit-toets 5.
Als de bedieningscomputer niet in de houder is geplaatst,
wordt deze om energie te besparen uitgeschakeld zodra er
1 minuten lang geen toets is ingedrukt.
Accuoplaadindicatie
De accuoplaadindicatie g geeft de oplaadtoestand van de
eBike-accu aan, niet die van de interne accu van de bedie-
ningscomputer. De oplaadtoestand van de eBike-accu kan
eveneens op de leds van de accu worden afgelezen.
In de indicatie g komt elk streepje in het accusymbool over-
een met ongeveer 20 % van de capaciteit:
De LED’s van de laadtoestandsindicatie aan de ac-
cu gaan uit. De capaciteit voor de ondersteuning
van de aandrijving is opgebruikt en de ondersteuning wordt
uitgeschakeld. De resterende capaciteit wordt voor de ver-
lichting en de bedieningscomputer ter beschikking gesteld,
de indicatie knippert.
De capaciteit van de accu volstaat voor nog ongeveer 2 uur
verlichting. Met andere verbruikers (bijv. automatische trans-
missie, laden van externe toestellen aan de USB-aansluiting)
wordt hierbij geen rekening gehouden.
Als de bedieningscomputer uit de houder 4 wordt genomen,
blijft de laatst weergegeven accuoplaadtoestand opgeslagen.
De accu is volledig geladen.
De accu moet bijgeladen worden.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 3 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM