Documenttranscriptie
ENGLISH DEUTSCH
FRANCAIS
ITALIANO
ESPAÑOL
NEDERLANDS
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
SVENSKA
NOTE ON USE / HINWEISE ZUM GEBRAUCH /
OBSERVATIONS RELATIVES A L’UTILISATION / NOTE SULL’USO
NOTAS SOBRE EL USO / ALVORENS TE GEBRUIKEN / OBSERVERA
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK, DO
NOT REMOVE COVER (OR BACK). NO USER
SERVICEABLE PARTS INSIDE. REFER SERVICING
TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
The lightning flash with arrowhead symbol, within an equilateral triangle,
is intended to alert the user to the presence of uninsulated “dangerous
voltage” within the product’s enclosure that may be of sufficient
magnitude to constitute a risk of electric shock to persons.
The exclamation point within an equilateral triangle is intended to alert the
user to the presence of important operating and maintenance (servicing)
instructions in the literature accompanying the appliance.
WARNING:
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO
NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE.
CAUTION
• The ventilation should not be impeded by covering the ventilation openings with items, such as newspapers, table-cloths,
curtains, etc.
• No naked flame sources, such as lighted candles, should be placed on the apparatus.
• Please be care the environmental aspects of battery disposal.
• The apparatus shall not be exposed to dripping or splashing for use.
• No objects filled with liquids, such as vases, shall be placed on the apparatus.
• DECLARATION OF CONFORMITY
We declare under our sole responsibility that this
product, to which this declaration relates, is in conformity
with the following standards:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 and
EN61000-3-3.
Following the provisions of 73/23/EEC, 89/336/EEC and
93/68/EEC Directive.
• ÜBEREINSTIMMUNGSERKLÄRUNG
Wir erklären unter unserer Verantwortung, daß dieses
Produkt, auf das sich diese Erklärung bezieht, den
folgenden Standards entspricht:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 und
EN61000-3-3.
Entspricht den Verordnungen der Direktive 73/23/EEC,
89/336/EEC und 93/68/EEC.
• DECLARATION DE CONFORMITE
Nous déclarons sous notre seule responsabilité que
l’appareil, auquel se réfère cette déclaration, est
conforme aux standards suivants:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 et
EN61000-3-3.
D’après les dispositions de la Directive 73/23/EEC,
89/336/EEC et 93/68/EEC.
• DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ
Dichiariamo con piena responsabilità che questo
prodotto, al quale la nostra dichiarazione si riferisce, è
conforme alle seguenti normative:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 e EN610003-3.
In conformità con le condizioni delle direttive 73/23/EEC,
89/336/EEC e 93/68/EEC.
QUESTO PRODOTTO E’ CONFORME
AL D.M. 28/08/95 N. 548
2
• Avoid high temperatures.
Allow for sufficient heat dispersion when
installed on a rack.
• Vermeiden Sie hohe Temperaturen.
Beachten Sie, daß eine ausreichend
Luftzirkulation gewährleistet wird, wenn das
Gerät auf ein Regal gestellt wird.
• Eviter des températures élevées
Tenir compte d’une dispersion de chaleur
suffisante lors de l’installation sur une
étagère.
• Evitate di esporre l’unità a temperature alte.
Assicuratevi che ci sia un’adeguata
dispersione del calore quando installate
l’unità in un mobile per componenti audio.
• Evite altas temperaturas
Permite la suficiente dispersión del calor
cuando está instalado en la consola.
• Vermijd hoge temperaturen.
Zorg voor een degelijk hitteafvoer indien het
apparaat op een rek wordt geplaatst.
• Undvik höga temperaturer.
Se till att det finns möjlighet till god
värmeavledning vid montering i ett rack.
• DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD
Declaramos bajo nuestra exclusiva responsabilidad que
este producto al que hace referencia esta declaración,
está conforme con los siguientes estándares:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 y EN610003-3.
Siguiendo las provisiones de las Directivas 73/23/EEC,
89/336/EEC y 93/68/EEC.
• EENVORMIGHEIDSVERKLARING
Wij verklaren uitsluitend op onze verantwoordelijkheid
dat dit produkt, waarop deze verklaring betrekking heeft,
in overeenstemming is met de volgende normen:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 en
EN61000-3-3.
Volgens de bepalingen van de Richtlijnen 73/23/EEC,
89/336/EEC en 93/68/EEC.
• ÖVERENSSTÄMMELSESINTYG
Härmed intygas helt på eget ansvar att denna produkt,
vilken detta intyg avser, uppfyller följande standarder:
EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 och
EN61000-3-3.
Enligt stadgarna i direktiv 73/23/EEC, 89/336/EEC och
93/68/EEC.
• Handle the power cord carefully.
Hold the plug when unplugging the cord.
• Gehen Sie vorsichtig mit dem Netzkabel um.
Halten Sie das Kabel am Stecker, wenn Sie
den Stecker herausziehen.
• Manipuler le cordon d’alimentation avec
précaution.
Tenir la prise lors du débranchement du
cordon.
• Manneggiate il filo di alimentazione con cura.
Agite per la spina quando scollegate il cavo
dalla presa.
• Maneje el cordón de energía con cuidado.
Sostenga el enchufe cuando desconecte el
cordón de energía.
• Hanteer het netsnoer voorzichtig.
Houd het snoer bij de stekker vast wanneer
deze moet worden aan- of losgekoppeld.
• Hantera nätkabeln varsamt.
Håll i kabeln när den kopplas från el-uttaget.
• Keep the set free from moisture, water, and
dust.
• Halten Sie das Gerät von Feuchtigkeit,
Wasser und Staub fern.
• Protéger l’appareil contre l’humidité, l’eau et
lapoussière.
• Tenete l’unità lontana dall’umidità, dall’acqua
e dalla polvere.
• Mantenga el equipo libre de humedad, agua
y polvo.
• Laat geen vochtigheid, water of stof in het
apparaat binnendringen.
• Utsätt inte apparaten för fukt, vatten och
damm.
• Unplug the power cord when not using the
set for long periods of time.
• Wenn das Gerät eine längere Zeit nicht
verwendet werden soll, trennen Sie das
Netzkabel vom Netzstecker.
• Débrancher le cordon d’alimentation lorsque
l’appareil n’est pas utilisé pendant de
longues périodes.
• Disinnestate il filo di alimentazione quando
avete l’intenzione di non usare il filo di
alimentazione per un lungo periodo di tempo.
• Desconecte el cordón de energía cuando no
utilice el equipo por mucho tiempo.
• Neem altijd het netsnoer uit het stopkontakt
wanneer het apparaat gedurende een lange
periode niet wordt gebruikt.
• Koppla ur nätkabeln om apparaten inte
kommer att användas i lång tid.
* (For sets with ventilation holes)
• Do not obstruct the ventilation holes.
• Die Belüftungsöffnungen dürfen nicht
verdeckt werden.
• Ne pas obstruer les trous d’aération.
• Non coprite i fori di ventilazione.
• No obstruya los orificios de ventilación.
• De ventilatieopeningen mogen niet worden
beblokkeerd.
• Täpp inte till ventilationsöppningarna.
• Do not let foreign objects in the set.
• Keine fremden Gegenstände in das Gerät
kommen lassen.
• Ne pas laisser des objets étrangers dans
l’appareil.
• E’ importante che nessun oggetto è inserito
all’interno dell’unità.
• No deje objetos extraños dentro del equipo.
• Laat geen vreemde voorwerpen in dit
apparaat vallen.
• Se till att främmande föremål inte tränger in i
apparaten.
• Do not let insecticides, benzene, and thinner
come in contact with the set.
• Lassen Sie das Gerät nicht mit Insektiziden,
Benzin
oder
Verdünnungsmitteln
in
Berührung kommen.
• Ne pas mettre en contact des insecticides,
du benzène et un diluant avec l’appareil.
• Assicuratevvi che l’unità non venga in
contatto con insetticidi, benzolo o solventi.
• No permita el contacto de insecticidas,
gasolina y diluyentes con el equipo.
• Laat geen insektenverdelgende middelen,
benzine of verfverdunner met dit apparaat in
kontakt komen.
• Se till att inte insektsmedel på spraybruk,
bensen och thinner kommer i kontakt med
apparatens hölje.
• Never disassemble or modify the set in any
way.
• Versuchen Sie niemals das Gerät
auseinander zu nehmen oder auf jegliche Art
zu verändern.
• Ne jamais démonter ou modifier l’appareil
d’une manière ou d’une autre.
• Non smontate mai, nè modificate l’unità in
nessun modo.
• Nunca desarme o modifique el equipo de
ninguna manera.
• Nooit dit apparaat demonteren of op andere
wijze modifiëren.
• Ta inte isär apparaten och försök inte bygga
om den.
NEDERLANDS
2 Hartelijk dank voor de aankoop van de AVC-A11SR.
2 Om zeker te zijn dat u de mogelijkheden van de AVC-A11SR optimaal benut, gelieve deze
handleiding aandachtig te lezen en het toestel correct te gebruiken. Houd deze gebruiksaanwijzing
bij om ze later, in geval van vragen of problemen, te kunnen raadplegen.
“SERIENR.
NOTEER HET SERIENUMMER, DAT ZICH OP DE ACHTERKANT VAN HET TOESTEL
BEVINDT, VOOR LATERE NASLAG”
2 INLEIDING
Hartelijk dank dat u voor de DENON AVC-A11SR digitale A/V-surroundversterker hebt gekozen. Dit opmerkelijke
toestel is ontworpen om u te laten genieten van een superieure surroundklank bij het beluisteren van homebioscoopbronnen zoals de DVD, alsook voor een uitmuntende, natuurgetrouwe weergave van uw favoriete
muziekbronnen.
De mogelijkheden die dit product biedt zijn immens. Daarom raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing door te
lezen alvorens dit toestel aan te sluiten en te bedienen.
1 VOOR GEBRUIK
Neem het volgende in acht alvorens dit toestel te
gebruiken:
• Verplaatsen van het toestel
Om kortsluitingen of beschadiging van draden in de
aansluitsnoeren te vermijden, moet u steeds het
netsnoer uittrekken en de aansluitsnoeren tussen
alle andere audiocomponenten loskoppelen
alvorens het toestel te verplaatsen.
• Alvorens de spanning in te schakelen
Controleer nogmaals of alle aansluitingen juist zijn
en of er geen problemen zijn met de
aansluitsnoeren. Zet de spanningsschakelaar steeds
in de OFF-stand alvorens aansluitsnoeren aan of los
te koppelen.
• Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige
plaats.
Bewaar na het lezen de gebruiksaanwijzing samen
met de waarborg op een veilige plaats.
• Merk op dat de afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van het
eigenlijke toestel omwille van de duidelijkheid.
2 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE
INHOUDSOPGAVE
z
x
c
v
b
n
m
,
Voor gebruik.....................................................203
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie ...........203
Voorzorgsmaatregelen bij de bediening...........203
Kenmerken.......................................................204
Aansluitingen ...........................................204~208
Benaming van onderdelen en functies....208, 209
Instelling van het systeem ......................209~222
Afstandsbediening...................................217~222
.
⁄0
⁄1
⁄2
⁄3
⁄4
⁄5
⁄6
Bediening.................................................222~226
Surround ..................................................227~232
Originele DENON-Surroundstanden ........232~235
Laatste-functiegeheugen .................................235
Initialisatie van de microprocessor ..................235
Oplossing van problemen ................................235
Bijkomende informatie ............................236~242
Technische gegevens ......................................242
Het gebruik van dit toestel of een ander elektronisch
apparaat met ingebouwde microprocessor in de
nabijheid van een tuner of een TV kan leiden tot
storingen van klank of beeld.
Neem als dit gebeurt de volgende maatregelen:
• Installeer dit toestel zover mogelijk van de tuner of
van het TV-toestel.
Laat voor een goede warmteafvoer minstens 10
cm ruimte tussen de boven-, achter- en zijkanten
van dit toestel en de muur of andere
componenten.
10 cm of meer
10 cm of meer
2 ACCESSOIRES
Muur
Controleer of de volgende onderdelen bij het hoofdtoestel zitten:
q Gebruiksaanwijzing ............................................1
w Lijst van service-adressen..................................1
e Netsnoer ............................................................1
e
r Afstandsbediening (RC-899) ..............................1
t R6P/AA-batterijen...............................................3
y Lijst van vooringestelde codes ..........................1
r
t
3 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE BEDIENING
• Veranderen van ingangsfunctie wanneer de
ingangsaansluitingen niet zijn aangesloten
Wanneer de ingangsfunctie wordt verandert en
niets op de ingangsaansluitingen is aangesloten, is
mogelijk een klikgeluid te horen. Draai in dit geval de
MASTER VOLUME-regelaar (hoofdvolume) omlaag
of
sluit
componenten
aan
op
de
ingangsaansluitingen.
verminderd. Als het volume op dat moment
omhoog wordt gedraaid, zal de klank zeer luid zijn
wanneer het dempingscircuit stopt met werken.
Wacht steeds tot de dempingsfunctie is
uitgeschakeld alvorens het volume te regelen.
• Trek het netsnoer uit wanneer u voor langere
tijd weggaat, bijvoorbeeld op vakantie.
• Demping van de PRE OUT-aansluitingen,
HEADPHONE-aansluiting en de SPEAKERklemmen
De PRE OUT-aansluitingen, HEADPHONEaansluiting en de SPEAKER-klemmen beschikken
over een dempingscircuit. Dit zorgt ervoor dat het
volume van de uitgangssignalen gedurende enkele
seconden na het inschakelen van de spanning of het
veranderen
van
de
ingangsfunctie,
de
surroundstand of een andere instelling sterk wordt
203
NEDERLANDS
4 KENMERKEN
1. Digitale surroundklank-decodering
De dubbele, geheel digitaal werkende, ultrasnelle
32-bits DSP-processoren garanderen een
getrouwe herschepping van de surroundklank van
digitale bronnen als DVD, DTV en satelliet.
2. Dolby Digital
Met behulp van geavanceerde digitale
verwerkingsalgoritmen biedt Dolby Digital tot 5,1
kanalen voor een natuurgetrouwe surroundklank
met breed bereik. Dolby Digital is het standaard
digitale audiosysteem voor DVD en DTV in NoordAmerika en is beschikbaar voor laserdiscs, alsook
voor sommige direct in de huiskamer gebrachte
digitale satellietdiensten.
3. DTS (Digital Theater Systems)
DTS biedt tot 5,1 kanalen voor een
natuurgetrouwe surroundklank met breed bereik
van bronnen als laserdisc, DVD en speciaal
gecodeerde muziekschijven.
4. Lucasfilm Home THX Ultra-goedgekeurd
Home THX is de unieke samenwerking tussen
Lucasfilm Ltd. en fabrikanten van audioapparatuur.
De THX Ultra-goedkeuring staat voor het hoogste
prestatieniveau
en
een
reeks
strikte
prestatienormen en omvat tevens exclusieve
technologieën voor de naverwerking van
surroundklank. Deze werden ontworpen voor een
nog
betere
ervaring
van
de
surroundklankweergave in de home-huisbioscoop.
5. THX Surround EX
De AVC-A11SR is volledig compatibel met THX
Surround EX, het laatste nieuwe surroundformaat.
6. DTS-ES Extended Surround en DTS Neo:6
De AVC-A11SR is compatibel met DTS-ES
Extended
Surround,
een
nieuw
meerkanalenformaat ontwikkeld door Digital
Theater Systems Inc.
De AVC-A11SR is ook compatibel met DTS Neo:6,
een surroundstand die de weergave via 6.1
kanalen
mogelijk
maakt
van
gewone
stereobronnen.
7. DTS 96/24 compatibiliteit
De AVC-A11SR is compatibel met bronnen die in
DTS 96/24 opgenomen zijn, een nieuw
multikanaal-digitaal signaalformaat dat door Digital
Theater Systems Inc. ontwikkeld werd.
DTS 96/24 bronnen kunnen in de functie
Multikanaal op de AVC-A11SR afgespeeld
worden, met een hoge geluidskwaliteit van 96
kHz/24bits of 88.2 kHz/24bits.
8. Dolby Pro Logic II-decoder
Dolby Pro Logic II is een nieuw formaat voor de
weergave van meerkanaals-audiosignalen die een
aantal verbeteringen heeft ondergaan in
vergelijking met de gewone Dolby Pro Logic. Het
kan niet alleen bronnen opgenomen in Dolby
Surround, maar ook gewone stereobronnen
decoderen in vijf kanalen (links/rechts voor,
midden en links/rechts surround). Daarnaast
kunnen diverse parameters worden ingesteld
204
overeenkomstig het brontype en de inhoud, zodat
u het geluidsveld nauwkeuriger kunt instellen.
9. Breedbeeldstand voor een 7,1-kanaalsgeluid,
ook met 5,1-kanaalsbronnen
DENON heeft een breedbeeldstand met een
nieuw ontwerp ontwikkeld, die de effecten van de
multi-surroundluidsprekers
in
bioscopen
herschept. Het resultaat is een 7,1-kanaalsgeluid
dat de voordelen van surround-achterluidsprekers
optimaal benut, ook met Dolby Pro Logic- of Dolby
Digital/DTS 5,1-kanaalssignalen.
10. 24-bits D/A-omzetting
Alle acht kanalen, met name de zeven
hoofdkanalen en het kanaal voor laagfrequente
effecten (LFE), genieten van ANALOG DEVICES
D/A-omzetters, de referentie voor een optimale
natuurgetrouwe reproductie van muziek en
filmgeluid.
11. Twee surroundluidsprekerstanden
Biedt voor het eerst de mogelijkheid om de
surroundklankweergave te optimaliseren met
behulp
van
twee
verschillende
types
surroundluidsprekers en twee verschillende
surroundluidsprekerstanden:
(1) Filmsurround
Filmgeluid gebruikt het (de) surroundkanaal
(kanalen) om de elementen te creëren van de
akoestische omgeving die het de luisteraar wil
laten ervaren. Dit gebeurt het best door het
gebruik
van
speciaal
ontworpen
surroundluidsprekers
met
een
breed
diffusiepatroon (bipolaire verspreiding) of van
surroundluidsprekers
met
een
brede
verspreiding en minimale lokalisatie op de as
(dipolaire verspreiding). Montage van de
surroundluidsprekers op de zijmuur (dichter bij
het plafond) geeft het geluid de grootste
omvang en zorgt voor een minimale lokalisatie
van direct geluid van de luidsprekers.
(2) Muzieksurround
Dankzij discrete surroundkanalen met volledig
bereik en drie discrete voorkanalen met
volledig bereik kan men bij het beluisteren van
digitale bronnen als Dolby en DTS genieten
van
een
verbluffende
surroundklank.
Producenten
van
discrete
digitale
meerkanalen-muziekopnames geven vrijwel
steeds de voorkeur aan direct stralende
(monopolaire) surroundluidsprekers, opgesteld
in de achterste hoeken van de kamer. Dit is
namelijk de opstelling die ze gebruiken in hun
studio’s tijdens het mixen en produceren.
De DENON AVC-A11SR laat u toe twee
verschillende sets surroundluidsprekers aan te
sluiten en op de meest geschikte plaats in uw
AV-huisbioscoop op te stellen, zodat u
optimaal en zonder compromissen kan
genieten van zowel filmgeluid als muziek.
12. Aansluitingen voor component-video
Naast omschakeling naar composietvideo en “S”video
biedt
de
AVC-A11SR
3
sets
componentenvideo-ingangen (Y, R-Y, B-Y) voor de
DVD-,TV- en DBS/SAT-ingangen, en één set
componentenvideo-uitgangen naar de televisie,
voor een superieure beeldkwaliteit.
13. Videokeuzefunctie
Deze functie laat u toe één bron te bekijken
(visueel) terwijl u een andere bron (audio)
beluistert.
14. Zeven identieke vermogensversterkers
Het vermogensversterkergedeelte beschikt over
discrete stroomsterke vermogenstransistoren en
is THX Ultra-goedgekeurd voor topprestaties met
een breed gamma aan luidsprekersystemen. Met
een nominaal vermogen van 125 watt in 8 Ω/ohm
bieden de versterkerkanalen bijkomende lageimpedantie aandrijfcapaciteit.
15. Toekomstige uitbreiding van audioformaten
mogelijk via acht kanaalingangen en uitgangen
Voor de toekomstige uitbreiding met één of meer
meerkanalen-audioformaten beschikt de AVCA11SR over 7,1 kanaalingangen (zeven
hoofdkanalen en één kanaal voor laagfrequente
effecten), alsook over een volledige set 7,1kanaals voorversterkeruitgangen, die worden
geregeld met de 8-kanaals hoofdvolumeregelaar.
Daardoor is de mogelijkheid tot uitbreiding met
om het even welk meerkanalen-audioformaat in
de toekomst verzekerd.
5 AANSLUITINGEN
• Steek het netsnoer pas in nadat alle aansluitingen
zijn gemaakt.
• Zorg dat u de linkse en rechtse kanalen juist
aansluit (links op links, rechts op rechts).
• Steek de stekkers stevig in. Losse aansluitingen
leiden tot storingen.
• Gebruik de AC OUTLET (netuitgangen) enkel
voor audioapparatuur. Gebruik ze niet voor
haardrogers, enz.
• Wanneer
penstekkersnoeren
worden
samengebonden met netsnoeren of in de buurt
van een vermogenstransformator worden gelegd,
leidt dit tot gebrom of andere storingen.
• Geruis of gebrom kan optreden als een
aangesloten audioapparaat afzonderlijk wordt
gebruikt zonder dat de spanning van dit toestel
wordt ingeschakeld. Schakel in dit geval de
spanning van dit toestel in.
NEDERLANDS
Aansluiten van de audiocomponenten
Aansluiten van de videocomponenten
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
CD-recorder of cassettedeck
OUTPUT
INPUT
R
L
R
L
R
L
R
L
• Gebruik voor het aansluiten van het videosignaal een videosignaalkabel van 75 Ω/ohm. Het gebruik van een
verkeerde kabel kan leiden tot een slechtere beeldkwaliteit.
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
AUDIO
R
Aansluiten van de AC OUTLET
AC OUTLET (netuitgang)
• SWITCHED (geschakeld) — (totaal vermogen – 100 W)
De spanning naar deze uitgangen wordt in- en uitgeschakeld met
de POWER-schakelaar op het hoofdtoestel en wanneer de
spanning tussen de aan- en de standbystand wordt geschakeld
met de afstandsbediening.
Deze uitgangen leveren geen stroom wanneer het toestel in de
standbystand staat. Sluit hierop nooit apparaten aan met een
totaal vermogen van meer dan 100 W.
OPMERKING:
Gebruik de AC OUTLET enkel voor audioapparatuur. Gebruik
hem nooit voor haardrogers, TV’s of andere elektrische
toestellen.
Aansluiten van een cassettedeck
Aansluitingen voor opname:
Sluit de opname-ingangsaansluitingen (LINE IN of REC) van het
cassettedeck aan op de cassette-opnameuitgangen (OUT) van dit toestel
met behulp van penstekkersnoeren.
Aansluitingen voor weergave:
Sluit de weergave-uitgangsaansluitingen (LINE OUT of PB) van het
cassettedeck aan op de cassetteweergave-ingangen (IN) van dit toestel
met behulp van penstekkersnoeren.
OUTPUT
R
Aansluiten van een CD-speler
L
DIGITAL AUDIO
Sluit de analoge uitgangsaansluitingen
(ANALOG OUTPUT) van de CD-speler
aan op de CD-aansluitingen van dit
toestel met behulp van
penstekkersnoeren.
R
L
R
OUT
L
VIDEO
OUT
B
TV of DBS/SAT-tuner
Monitor-TV
L
Aansluiten van een TV, DBS/SAT-tuner
TV/DBS
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUTPUT) van de TV of de DBS/SAT-tuner aan op
de VIDEO (geel) TV, DBS/SAT IN-aansluiting met behulp van een coaxiaal penstekkervideosnoer van 75 Ω/ohm.
• Sluit de audio-uitgangsaansluitingen (AUDIO OUTPUT) van de TV of de DBS/SAT-tuner aan
op de AUDIO TV, DBS/SAT IN-aansluitingen met behulp van penstekkersnoeren.
AUDIO
R
CD-speler
AC 230 V, 50 Hz
Aansluiten van de voorversterkeruitgangen
Sluit hierop een of meer externe vermogensversterkers aan om het
vermogen van de geluidskanalen voor, midden, surround en surround
achter te verhogen of sluit er aangedreven luidsprekers op aan.
Wanneer u slechts één achterste surroundluidspreker gebruikt,
sluit u hem op het linkerkanaal aan.
SPEAKER SYSTEMS
Netsnoer (Meegeleverd)
DVD
IN
TV
IN
DBS/
SAT
IN
SPEAKER SYSTEMS
MONITOR
OUT
FRONT
Y
PRE OUT
FR
FL
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
Y
PR/CR
IN
PB/CB
OUT
OUT
SURROUND
-A
S-VIDEO
SW
C
SR
SL
DVD
SURROUND
-A
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
L
SBR
SBL
L
R
L
SPEAKER
IMPEDANCE
FRONT, CENTER,
SB / MULTI
6~16Ω
SURROUND
6~16Ω
A OR B
8~16Ω
A+B
R
AUDIO
R
IN
L
R
SIGNAL
GND
PHONO
TUNER
CD
DVD
VDP
TV
OUT
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
IN
CDR/
TAPE
PRE OUT
MULTI
ZONE
OUT
CDR/
TAPE
R
VDP
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUTPUT) van de videodiscspeler aan op de
VIDEO (geel) VDP IN-aansluiting met behulp van een coaxiaal penstekkervideosnoer van 75 Ω/ohm.
• Sluit de analoge audio-uitgangsaansluitingen (ANALOG AUDIO OUTPUT) van de
videodiscspeler aan op de AUDIO VDP IN-aansluiting met behulp van
penstekkersnoeren.
• Op dezelfde manier kan een DVD-speler worden aangesloten op de DVDaansluitingen.
• Het is ook mogelijk om een videodiscspeler, DVD-speler, camcorder, spelconsole,
enz. aan te sluiten op de V.AUX-aansluitingen.
DVD
IN
TV
IN
DBS/
SAT
IN
FL
SW
C
OUT
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
IN
SR
SL
DVD
RS-232C
AC 230V 50Hz
SWITCHED 100W MAX.
AC OUTLET
SBR
PB/CB
L
PR/CR
OUT
SURROUND
-A
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
L
1-MONITOR-2
SURROUND
-B
AC IN
SBL
SPEAKER
IMPEDANCE
FRONT, CENTER,
SB / MULTI
6~16Ω
SURROUND
6~16Ω
A OR B
8~16Ω
A+B
L
AUDIO
1
SW
2
COAXIAL
3
1
2
3
4
OPTICAL
5
4
5
IN
PHONO
TUNER
CD
L DVD
VDP
DBS/
SAT
TV
OUT
R
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
IN
CDR/
TAPE
OUT
CDR/
TAPE
PRE OUT
MULTI
ZONE
L
L
S. BACK
L
L
R
R
Aansluiten van een platenspeler
L
MD-recorder, DAT-deck of andere component uitgerust
met digitale ingangs-/uitgangsaansluitingen
Sluit het uitgangssnoer van de platenspeler aan op de PHONOaansluitingen van de AVC-A11SR’s, de L-stekker (links) op de Laansluiting en de R-stekker (rechts) op de R-aansluiting.
L
R
SW
IN
OUT
L
RS-232C
AC 230V 50Hz
SWITCHED 100W MAX.
AC OUTLET
R
1
2
COAXIAL
3
1
2
3
4
OPTICAL
5
4
5
INPUT
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
OPTICAL
OUTPUT
CD-speler of andere component
uitgerust met digitale
uitgangsaansluitingen
OUTPUT
Videodeck 2
R
L
R
L
R
L
R
L
OUT
IN
AUDIO
Aansluiten van de DIGITAL-aansluitingen
L
L
LD-speler of andere component
uitgerust met digitale
uitgangsaansluitingen
OUT IN
VIDEO
COAXIAL OPTICAL
Gebruik deze voor het aansluiten van audioapparatuur met een digitale uitgang.
Zie blz. 215 voor instructies m.b.t. het instellen van deze aansluiting.
R
L
SB
OPTICAL
Koppel de aardingsdraad los als bij het aansluiten ervan gezoem of
een ander geluid hoorbaar is.
R
R
B
OUTPUT
OPMERKING:
Dit toestel kan niet rechtstreeks worden gebruikt met MCplatenspelerelementen. Gebruik een afzonderlijke hoofdversterker
of optransformator.
FRONT CENTER SURROUND
R
R
DIGITAL
EXT. IN
Tuner
Y
OUT
VIDEO
Aardingsdraad
Aansluiten van een tuner
FRONT
COMPONENT
VIDEO
Y
PRE OUT
FR
L
R
Sluit de uitgangsaansluitingen
(OUTPUT) van de tuner aan op
de TUNER-aansluitingen van
dit toestel met behulp van
penstekkersnoeren.
SPEAKER SYSTEMS
MONITOR
OUT
L
R
DIGITAL
IN
SB
L
S. BACK
S-VIDEO
R
EXT. IN
L
Aansluiten van een videodiscspeler (VDP)
L
L
L
FRONT CENTER SURROUND
LD-speler, CDV-speler, enz.
VIDEO
OUT
SURROUND
-B
AC IN
VIDEO
SURROUND
-B
R
L
Aansluiten van een monitor-TV
MONITOR OUT
• Sluit de video-ingangsaansluiting
(VIDEO INPUT) van de TV aan op
VIDEO MONITOR OUTaansluiting met behulp van een
coaxiaal penstekker-videosnoer
van 75 Ω/ohm.
• Op dezelfde manier kan de
monitor-TV ook worden
aangesloten op de VIDEO
MONITOR OUT-2-aansluiting. Let
wel, de opschermdisplaysignalen van de AVCA11SR’s worden niet via deze
aansluiting uitgevoerd.
(Zie blz. 216.)
1-MONITOR-2
R
R
L
PR/CR
CENTER
S. BACK
FRONT
COMPONENT
VIDEO
R
Platenspeler
(MM-element)
Netuitgangen (muur)
OUT
VIDEO
IN
OPMERKINGEN:
• Gebruik penstekkersnoeren van 75 Ω/ohm voor coaxiale aansluitingen.
• Gebruik optische kabels voor optische aansluitingen. Verwijder het kapje
alvorens ze aan te sluiten.
OUTPUT
Opmerking betreffende het aansluiten van
de digitale ingangsaansluitingen
• Via de digitale ingangsaansluitingen worden
uitsluitend audiosignalen ingevoerd. Zie blz.
215 voor details.
Videodeck 1
R
R
OUT
L
R
L
R
AUDIO
L
IN
L
OUT IN
VIDEO
Aansluiten van videodecks
• Er zijn 3 sets videodeckaansluitingen (VCR). U kan dus 3 videodecks aansluiten voor simultane opname of voor het kopiëren van videobanden.
Video-ingangs-/uitgangsaansluitingen:
• Sluit de video-uitgangsaansluiting (VIDEO OUT) van het videodeck aan op de VIDEO (geel) VCR-1 IN-aansluiting en de video-ingangsaansluiting (VIDEO
IN) van het videodeck op de VIDEO (geel) VCR-1 OUT-aansluiting met behulp van coaxiale penstekker-videosnoeren van 75 Ω/ohm.
Aansluiten van de audio-uitgangsaansluitingen
• Sluit de audio-uitgangsaansluitingen (AUDIO OUT) van het videodeck aan op de AUDIO VCR-1 IN-aansluitingen en de audio-ingangsaansluitingen (AUDIO
IN) van het videodeck op de AUDIO VCR-1 OUT-aansluitingen met behulp van penstekkersnoeren.
Sluit een ander videodeck op dezelfde manier aan op de aansluitingen VCR-2 of VCR-3.
205
NEDERLANDS
Aansluiten van een videocomponent uitgerust met S-video-aansluitingen
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
• Opmerking i.v.m. de S-ingangsaansluitingen
De ingangskiezers voor de S-ingangen en penstekkeringangen werken samen.
• Voorzorgsmaatregel bij het gebruik van S-aansluitingen
De S-aansluitingen (ingang en uitgang) en de videopenaansluitingen (ingang en uitgang) van dit toestel hebben
afzonderlijke circuits, zodat videosignalen ingevoerd via de S-aansluitingen enkel worden uitgevoerd via de Saansluitingsuitgangen en videosignalen ingevoerd via de penaansluitingen enkel worden uitgevoerd via de
penaansluitingsuitgangen.
Houd hier rekening mee wanneer u dit toestel aansluit op een apparaat uitgerust met S-aansluitingen en maak
de aansluitingen volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
S-VIDEO
LD-speler, CDV-speler, enz.
Aansluiten van een videocomponent uitgerust met kleurverschil-videoaansluitingen (component – Y, PB/CB, PR/CR) (DVD-speler)
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
• De signalen die worden ingevoerd via de kleurverschil-video-aansluitingen (component) worden niet
uitgevoerd via de VIDEO-uitgangsaansluiting (geel) of de S-video-uitgangsaansluiting. Voorts worden
videosignalen ingevoerd via de VIDEO-ingangs- (geel) en S-video-ingangsaansluitingen niet uitgevoerd naar de
kleurverschil-video-aansluitingen (component).
• De opscherm-displaysignalen van de AVC-A11SR worden niet uitgevoerd via de kleurverschil-videouitgangsaansluitingen (component) (MONITOR OUT).
• Op sommige videobronnen worden de component-video-uitgangen aangeduid met Y, Pb, Pr of Y, Cb, Cr of Y,
R-Y, B-Y. Al deze aanduidingen verwijzen naar de component-video-kleurverschiluitgang.
B
OUT
TV of satelliet-tuner
Aansluiten van een DVD-speler
S-VIDEO
COMPONENT
VIDEO OUT
OUT
Aansluiten van een TV, DBS/SAT-tuner
Pr
• Sluit de S-video-uitgangsaansluiting (S-VIDEO OUTPUT) van de TV of
de DBS/SAT-tuner aan op de S-VIDEO TV, DBS/SAT IN-aansluiting
met behulp van een S-aansluitsnoer.
Aansluiten van een videodiscspeler (VDP)
VDP
• Sluit
de
S-video-uitgangsaansluiting
van
de
videodiscspeler aan op de S VIDEO VDP IN-aansluiting
met behulp van een S-video-aansluitsnoer.
• Op dezelfde manier kan een DVD-speler worden
aangesloten op de DVD-aansluitingen.
• Het is ook mogelijk om een videodiscspeler, DVD-speler,
camcorder, spelconsole, enz. aan te sluiten op de V.AUXaansluitingen.
S-VIDEO
DVD-speler
B
Y
Pb
Monitor-TV
IN
Monitor-TV
Aansluiten van een monitor-TV
Y
DVD
IN
TV
IN
DBS/
SAT
IN
COMPONENT
VIDEO
R
Y
PRE OUT
FR
FL
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
IN
PR/CR
Y
PB/CB
OUT
PR/CR
OUT
CENTER
S-VIDEO
SW
C
SR
SL
DVD
SURROUND
-A
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
1-MONITOR-2
R
VIDEO
SBR
Pb
Pr
MONITOR OUT
• Sluit de S-video-ingang (S-VIDEO INPUT) van de TV of de
DBS-tuner aan op de S-VIDEO MONITOR OUT-1aansluiting met behulp van een S-aansluitsnoer.
• Op dezelfde manier kan de monitor-TV ook worden
aangesloten op de S-VIDEO MONITOR OUT-2-aansluiting.
Let wel, de opscherm-displaysignalen van de AVC-A11SR’s
worden niet via deze aansluiting uitgevoerd.
MONITOR
OUT
FRONT
MONITOR OUT-aansluitingen
• Sluit
de
kleurverschil-video-ingangsaansluitingen
(component) (COMPONENT VIDEO INPUT) van de TV
aan op de COMPONENT MONITOR OUT-aansluiting met
behulp van coaxiale penstekker-videosnoeren van 75
Ω/ohm.
COMPONENT
VIDEO IN
Aansluiten van een monitor-TV
SPEAKER SYSTEMS
DVD IN-aansluitingen
• Sluit
de
kleurverschil-video-uitgangsaansluitingen
(component) (COMPONENT VIDEO OUTPUT) van de DVDspeler aan op de COMPONENT DVD IN-aansluiting met
behulp van coaxiale penstekker-videosnoeren van 75
Ω/ohm.
• Op dezelfde manier kan een andere videobron met
component-video-uitgangen, zoals een DTV, DBS/SAT-tuner
enz., worden aangesloten op de TV, DBS/SAT-kleurverschilvideo-aansluitingen (component).
• Het is mogelijk dat op sommige TV’s, monitors of video-apparaten de
kleurverschil-ingangsaansluitingen anders zijn aangeduid (“Pr, Pb en Y”, “RY, B-Y en Y”, “Cr, Cb en Y”, enz.). Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van
de TV of een andere component voor meer details.
SBL
SURROUND
-B
R
S-VIDEO
IN
OUT
Videodeck 2
S. BACK
R
Y
VCR-2 OUT-aansluiting met behulp van S-aansluitsnoeren.
Sluit een ander videodeck op dezelfde manier aan op de aansluitingen VCR-3.
S-VIDEO
OUT
Videodeck 1
Sluit de audio-ingangen en uitgangen van de componenten aan zoals beschreven op blz. 205.
OPMERKINGEN:
• De opscherm-displaysignalen worden niet uitgevoerd via de MONITOR OUT-2-aansluiting (geel) voor
videosignalen of de MONITOR OUT-2-aansluiting voor S-videosignalen.
• De MONITOR OUT-2-uitgang wordt samen met de ingangsfunctie die wordt gekozen met de toets
REC/MULTI omgeschakeld. Om hem te gebruiken als monitoruitgang, moet u “SOURCE” kiezen als
ingangsfunctie voor REC/MULTI.
206
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
IN
PR/CR
Y
SPEAKER SYSTEMS
MONITOR
OUT
PB/CB
OUT
PR/CR
COMPONENT
VIDEO
DVD
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
FRONT
L
OUT
S-VIDEO
S-VIDEO
VCR-2 IN-aansluiting en de S-ingangsaansluiting (S-IN) van het videodeck op de
IN
DBS/
SAT
IN
VCR-1 OUT-aansluiting met behulp van S-aansluitsnoeren.
• Sluit de S-uitgangsaansluiting (S-OUT) van het videodeck aan op de
S-VIDEO
TV
IN
S-VIDEO
VCR-1 IN-aansluiting en de S-ingangsaansluiting (S-IN) van het videodeck op de
S-VIDEO
DVD
IN
Aansluiten van de videodecks
• Sluit de S-uitgangsaansluiting (S-OUT) van het videodeck aan op de
VCR-2
VCR-3
SURROUND
-A
L
1-MONITOR-2
SURROUND
B
NEDERLANDS
Aansluiten van de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN)
Aansluitingen van het luidsprekersysteem
• Deze aansluitingen dienen voor het invoeren van meerkanalen-audiosignalen van een externe decoder, of van
een component met een ander type van meerkanalendecoder, bijvoorbeeld een Audio DVD-speler, of een
meerkanelen-SACD-speler of een andere decoder met een toekomstig meerkanalengeluidsformaat.
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
SURROUND
-A
SR
SL
SBR
SBL
DVD
VDP
TV
DVD
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-1
VCR-2
VCR-3
R
SURROUND
-B
AUDIO
R
IN
SIGNAL
GND
S. BACK
PHONO
TUNER
CD
OUT
VCR-3
VCR-3
R
EXT. IN
DIGITAL
FRONT CENTER SURROUND
IN
SB
L
L
L
R
R
1
SW
R
3
1
2
3
4
OPTICAL
Effect, enz.
Surround
Voor
Subwoofer
2
COAXIAL
L
R
Midden
• Verbind
de
luidsprekerklemmen
met
de
luidsprekers, ervoor zorgend dat de polariteiten
overeenstemmen ( < op < , > op > ). Wanneer de
polariteiten niet overeenstemmen, resulteert dit in
een zwak middengeluid, een onduidelijke oriëntatie
van de diverse instrumenten en een verstoord
richtinggevoel van de stereo.
• Let er tijdens het maken van de aansluitingen op dat
geen van de geleiders van het luidsprekersnoer in
aanraking komt met naburige klemmen, met andere
geleiders van luidsprekersnoeren of met het
achterpaneel.
OPMERKING:
Raak de luidsprekerklemmen NOOIT aan terwijl
de spanning is ingeschakeld.
Dit kan resulteren in elektrische schokken.
Luidsprekerimpedantie
• Luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16
Ω/ohm worden aangesloten als voor- en
middenluidsprekers.
• Luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16
Ω/ohm
kunnen
worden
aangesloten
als
surroundluidsprekers.
• Wees voorzichtig wanneer u twee paar
surroundluidsprekers (A + B) tegelijk gebruikt, want
het gebruik van luidsprekers met een impedantie
van minder dan 8 Ω/ohm zal beschadiging
veroorzaken.
• Het beveiligingscircuit kan in werking treden als het
toestel lange tijd met een hoog volume wordt
gebruikt en luidsprekers met een lagere dan de
voorgeschreven impedantie zijn aangesloten.
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
1. Zet los door naar
links te draaien.
Decoder met 8- of 6-kanaals
analoge uitgang
2. Steek het
snoer in.
3. Zet vast door naar
rechts te draaien.
Draai de kerndraden goed in elkaar of snijd de overtollige draad af.
Voor instructies m.b.t. weergave via de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN), zie blz. 225.
Aansluiten van de MULTI ZONE-aansluitingen
• Als een andere (geïntegreerde) voorversterker is aangesloten, kunnen de MULTI ZONE-aansluitingen worden
gebruikt om tegelijkertijd een andere programmabron weer te geven in een andere kamer. (Zie blz. 225.)
Andere kamer
Geïntegreerde voorversterker
B
CENTER
-A
S-VIDEO
SW
C
SR
SL
DVD
SURROUND
-A
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
L
1-MONITOR-2
SURROUND
-B
R
AC IN
VIDEO
SBR
SPEAKER
IMPEDANCE
FRONT, CENTER,
SB / MULTI
6~16Ω
SBL
SURROUND
-B
AUDIO
R
IN
S. BACK
SIGNAL
GND
PHONO
TUNER
CD
DVD
VDP
TV
OUT
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
IN
CDR/
TAPE
OUT
CDR/
TAPE
PRE OUT
MULTI
ZONE
R
EXT. IN
FRONT CENTER SURROUND
SURROUND
A OR B
A+B
L
L
R
R
DIGITAL
IN
SB
OUT
RS-232C
L
S. BACK
R
1
2
COAXIAL
3
1
2
3
4
OPTICAL
5
4
• Dit toestel is uitgerust met een ultrasnel beveiligingscircuit. Dit circuit beschermt de luidsprekers onder
bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de uitgang van de vermogensversterker per ongeluk
wordt kortgesloten en er een sterke stroom wordt opgewekt, wanneer de omgevingstemperatuur van
het toestel ongewoon hoog wordt, of wanneer het toestel langdurig met een hoog vermogen wordt
gebruikt, wat resulteert in een extreme stijging van de temperatuur.
Wanneer het beveiligingscircuit in werking treedt, wordt de uitvoer naar de luidsprekers automatisch
afgesneden en begint de spanningsindicator te knipperen. Ga in dit geval als volgt te werk: schakel de
spanning van het toestel uit, controleer of de luidspreker- of ingangskabels goed zijn aangesloten en laat
het toestel afkoelen als het erg heet is. Zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel de
spanning opnieuw in.
Als het beveiligingscircuit nogmaals in werking treedt, hoewel er geen problemen zijn met de bedrading
of de ventilatie van het toestel, schakel de spanning dan uit en neem contact op met een DENONservicecentrum.
L
6~16Ω
8~16Ω
AC 230V 50Hz
SWITCHED 100W MAX.
AC OUTLET
L
SW
Beveiligingscircuit
Opmerking betreffende de luidsprekerimpedantie
5
Voor bedieningsvoorschriften bij gebruik van de MULTI ZONE-aansluitingen, zie blz. 225.
• Het beveiligingscircuit kan in werking treden als het toestel lange tijd met een hoog volume wordt gebruikt
en luidsprekers met een lagere dan de voorgeschreven impedantie zijn aangesloten (bijvoorbeeld
luidsprekers met een impedantie van minder dan 4 Ω/ohm). Als het beveiligingscircuit in werking treedt,
wordt de uitvoer naar de luidsprekers afgesneden. Schakel de spanning van het toestel uit, laat het toestel
afkoelen, zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel vervolgens de spanning opnieuw in.
207
NEDERLANDS
Aansluitingen
• Raadpleeg voor het maken van aansluitingen eveneens de gebruiksaanwijzing van de andere componenten.
6 BENAMING VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
Aansluiting voor
subwoofer met
ingebouwde
versterker
(superwoofer), enz.
VOORLUIDSPREKER
SYSTEMEN
MIDDENLUIDSPREKERSYSTEEM
SURROUNDLUIDSPREKERSYSTEMEN (A)
• Voor details over de functies van deze onderdelen, zie de tussen haakjes vermelde bladzijden ( ).
#6 #5 #4 #3 #2 #1 #0 @9 @8 @7 @6 @5
(L)
(R)
(L)
@4
(R)
MASTER VOLUME
INPUT SELECTOR
IN
SIGNAL
REMOTE
SENSOR
DIGITAL
ON/STANDBY
AUTO
PURE
DIRECT
INPUT
PCM
DTS
¢ ON/STANDBY
HOME
THX CINEMA
DVD
IN
TV
IN
DBS/
SAT
IN
FRONT
COMPONENT
VIDEO
R
Y
PRE OUT
FR
FL
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
Y
PB/CB
PR/CR
IN
Y
PB/CB
L
PR/CR
OUT
PHONES
SR
SL
DVD
SURROUND
-A
VDP
TV
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
VCR-3
L
SURROUND
-B
AC IN
VIDEO
SBR
SPEAKER
IMPEDANCE
FRONT, CENTER,
SB / MULTI
6~16Ω
SBL
SURROUND
-B
AUDIO
IN
S. BACK
SIGNAL
GND
PHONO
TUNER
CD
DVD
VDP
TV
OUT
DBS/
SAT
V. AUX
VCR-1
VCR-2
VCR-3
VCR-1
VCR-2
IN
CDR/
TAPE
VCR-3
OUT
CDR/
TAPE
PRE OUT
MULTI
ZONE
SURROUND
A OR B
A+B
DIGITAL
IN
SB
WIDE
SCREEN
5CH / 7CH
STEREO
DSP
SIMULATION
TONE
DEFEAT
SURROUND
PARAMETER
CH. VOL
TREBLE
INPUT MODE
ANALOG
EXT. IN
CINEMA
/ MUSIC
VIDEO
SELECT
VIDEO
ON/OFF
DIMMER
STATUS
REC / MULTI
BASS
INPUT
S. BACK
L
6~16Ω
8~16Ω
q
R
EXT. IN
SELECT
DOLBY / DTS
L
L
R
FRONT CENTER SURROUND
MULTI FUNCTION
STEREO
1-MONITOR-2
R
R
!9 @0 @1 @2 @3
SURROUND MODE
DIRECT
SURROUND
-A
S-VIDEO
C
DIGITAL
OUT
CENTER
SW
VOLUME LEVEL
ES DSCRT DVD
B
PURE
DIRECT
!6 !7 !8
SPEAKER SYSTEMS
MONITOR
OUT
FRONT
A
SURROUND SPEAKER
£ OFF
SPEAKER SYSTEMS
SURROUND BACK CH
SIGNAL
OUTPUT
DETECT
OUT
RS-232C
AC 230V 50Hz
SWITCHED 100W MAX.
AC OUTLET
w e r t y u i o !0 !1 !2 !3 !4 !5
L
R
SW
• Voorzorgsmaatregelen bij het plaatsen
van de luidsprekers
Als een luidspreker dicht bij een TV of een
beeldscherm wordt geplaatst, is het
mogelijk dat de kleuren op het scherm
worden gestoord door de magneet van de
luidspreker. In dit geval moet u de
luidspreker verplaatsen tot dit effect zich
niet meer voordoet.
1
2
COAXIAL
3
(L)
1
2
3
4
OPTICAL
5
4
(R)
SURROUNDACHTERLUIDSPREKERSYSTEMEN
5
(L)
(R)
SURROUNDLUIDSPREKERSYSTEMEN (B)
OPMERKING:
Wanneer u slechts één achterste surroundluidspreker gebruikt, sluit u hem op het linkerkanaal aan.
208
q
w
e
r
t
y
u
i
o
!0
!1
!2
!3
!4
!5
!6
!7
!8
!9
@0
Spanningsschakelaar ....................................(222)
@1
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)............(224)
DIRECT-toets ................................................(226)
INPUT MODE-keuzetoets (ingangsstand) ....(223)
ANALOG-toets .............................................(223)
EXT. IN-toets (externe ingang)......................(223)
CINEMA/MUSIC-toets (film/muziek) ............(231)
VIDEO SELECT-toets....................................(224)
VIDEO ON/OFF-toets ...................................(226)
(annuleren toonregeling)...............................(224)
@2
@3
@4
@5
@6
@7
@8
DIMMER-toets .............................................(224)
STATUS-toets ...............................................(224)
REC/MULTI-toets .........................................(224)
SELECTOR dial.............................................(224)
BASS-toets ...................................................(223)
DOLBY/DTS-toets ........................................(230)
WIDE SCREEN-toets (breed scherm) ..........(233)
5CH/7CH STEREO-toets ..............................(233)
DSP SIMULATION-toets ..............................(233)
SURROUND PAEAMETER-toets..................(230)
Knop Volume wijzigen (CH VOL) ..................(227)
MASTER VOLUME-regelaar (hoofdvolume).(223)
Hoofdvolume-indicator (VOLUME LEVEL) ...(223)
Display
Ingangsstandindicators (INPUT MODE) .......(223)
Surroundluidsprekersysteem-indicators
(SURROUND SPEAKER A/B)
@9
#0
#1
#2
TREBLE-toets ...............................................(223)
STEREO-toets ..............................................(223)
TONE DEFEAT-toets
Achterkanaalindicatoren Surround................(229)
ZUIVER DIRECT (PURE DIRECT) indicator ..(226)
Digitaal-signaalindicators (SIGNAL) ..............(223)
Afstandsbedieningssensor
(REMOTE SENSOR) .....................................(217)
#3
#4
#5
#6
Spanningsindicator .......................................(222)
PURE DIRECT-toets......................................(226)
Ingangsbronkeuzeknop (INPUT SELECT) .....(223)
HOME THX CINEMA-toets ..........................(228)
NEDERLANDS
7 INSTELLING VAN HET SYSTEEM
Afstandsbediening
• Voor details over de functies van deze onderdelen, zie de tussen haakjes vermelde bladzijden ( ).
Zender
afstandsbedieningssignaal .........(217)
• Maak, nadat alle aansluitingen met andere AV-componenten zijn tot stand gebracht zoals beschreven onder
“AANSLUITINGEN” (zie blz. 204 t/m 208), de hierna beschreven instellingen op het scherm met behulp van
de opscherm-displayfunctie van de AVC-A11SR’s.
Deze instellingen dienen om het AV-systeem in de kamer dat rond de AVC-A11SR is opgesteld in te stellen.
• Gebruik de volgende toetsen om het systeem in te stellen.
Spanningstoets ..........................(218)
SYSTEM SETUP-toets (systeeminstelling)
Druk op deze toets om het systeeminstelmenu weer
te geven.
CURSOR toetsen
Systeemconfiguratie/
systeem-toets ............................(210)
OSD/DISPLAY
-toets..........................................(222)
Tunersysteem/
systeem-toets ............................(210)
F e G: Gebruik deze om de cursor (F en G) naar links
en rechts op het scherm te verplaatsen.
D e H: Gebruik deze om de cursor (D en H) naar
boven en onder op het scherm te verplaatsen.
Functiekeuzetoetsen..................(217)
SURR. PARA. /MENU-toets .......(230)
ENTER-toets (invoer)
Druk op deze toets te veranderen.
Gebruik deze toets ook om de instelling te beëindigen.
RETURN/MEMORY/
Systeemtoets.............................(219)
• Systeeminstelparameters en standaardwaarden (ingesteld bij verzending uit de fabriek)
Systeemtoetsen.........................(217)
Hoofdvolumeregeltoetsen .........(223)
ENTER/systeemtoets.................(210)
MUTING-toets............................(224)
Systeeminstelling
Speaker
Configuration
Ingangsbron-keuzetoetsen.........(223)
q
Luidspreker-keuze-toets.............(224)
TEST TONE-toets.......................(227)
SYSTEM CALL-toets..................(220)
BACKLIGHT-toets
Gebruik deze functie bij gebruik van meerdere
surroundluidspreker-combinaties voor een ideale
instelling van de surroundklank. Zodra de
combinaties van surroundluidsprekers voor de
verschillende surroundstanden zijn voorgekozen,
worden de surroundluidsprekers automatisch
geselecteerd afhankelijk van de surroundstand.
Front Sp.
Center Sp.
Sub Woofer
Surround Sp.
Surround Back Sp.
Small
Small
Yes
Small
Small / 2spkrs
Surround
stand
DOLBY/
DTS
SURROUND
THX
THX 5.1
WIDE
SCREEN
5CH/7CH
STEREO
DSP
SIMULATION
EXT. IN
—
—
Surround
luidspreker
A
A
A
A
A
A
—
—
Crossover
Frequency
Stel de frequentie (Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende
luidsprekers moet worden uitgevoerd via de subwoofer.
FIXED —THX—
Subwoofer
mode
Deze parameter selecteert de subwoofer-luidspreker voor het
weergeven van diepe bassignalen.
LFE —THX—
w
SB CH Auto
Flag Detect
Voor het instellen van de methode voor de weergave van
digitale signalen via het surround-achterkanaal.
Auto Flag Detect Mode = ON / Non-Flag Source SBch Output = THX Surround EX DTS ES
e
Delay Time
Deze parameter optimaliseert de timing waarmee de
luidsprekers en de subwoofer de signalen uitvoeren afhankelijk
van de luisterpositie.
Surround-functietoetsen ............(223)
Ingangsfunctie-keuzetoetsen.....(223)
(Surround
Speaker
Setting)
Standaardinstellingen
Voer de combinatie van luidsprekers en hun respectieve
formaten (SMALL voor gewone luidsprekers, LARGE voor
grote luidsprekers met volledig bereik) in uw systeem in om
automatisch de samenstelling van de uit de luidsprekers
uitgevoerde signalen en de frequentieweergave in te stellen.
r
t
Multi Zone Vol.
Level
Channel Level
Center
Sub Woofer
Surround L & R
SBL & SBR
3.6 m (12 ft)
3.6 m (12 ft)
3.0 m (10 ft)
3.0 m (10 ft)
Stelt het uitgangsniveau in voor de multi-zone-uitgangen.
Deze parameter regelt het volume van de signaaluitvoer uit de
luidsprekers en de subwoofer voor de verschillende kanalen om
optimale effecten te bekomen.
y
Subwoofer
Peak Limit Lev
Deze parameter herkent het maximale niveau van de lage
bassignalen uit het subwooferkanaal om de subwoofer tegen
schade te beschermen en onaangename, vervormde klanken te
voorkomen.
u
Digital In
Assignment
Deze
parameter
kent
de
digitale
ingangsaansluitingen toe aan de verschillende
ingangsbronnen.
On Screen
Display
Deze parameter bepaalt of het opscherm-display al dan niet op
het scherm verschijnt wanneer de toetsen op de
afstandsbediening of op het hoofdtoestel worden ingedrukt
(alleen uit MONITOR 1-uitgangen).
i
Front L & R
3.6 m (12 ft)
Ingangsbron
Digitale
ingangen
Variable
Front L
Center
Front R
Surround
R
0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
Surround
Back R
Surround
Back L
Surround
L
Subwoofer
0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
Peak Limitter = OFF
CD
DVD
VDP
TV
COAXIAL COAXIAL COAXIAL OPTICAL
1
2
3
1
DBS/
SAT
VCR-1
VCR-2
OPTICAL
2
OPTICAL
3
OPTICAL
4
VCR-3
TAPE
V. AUX
TUNER
—
OFF
OPTICAL
5
OFF
OFF
—
On Screen Display = ON
209
NEDERLANDS
OPMERKINGEN:
• De opscherm-displaysignalen worden niet uitgevoerd uit de MONITOR OUT-2-uitgangsaansluiting of de
kleurverschil- (component) videosignaalaansluitingen (MONITOR OUT).
• De opscherm-displaysignalen worden prioritair uitgevoerd naar de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting
tijdens de weergave van een videocomponent. Als bijvoorbeeld het TV-scherm zowel op de S-video- als op
de videomonitor-uitgangsaansluitingen van de AVC-A11SR’s is aangesloten en signalen in de AVC-A11SR
worden ingevoerd door een videobron (VDP, enz.) die zowel op de S-video- als op de videoingangsaansluitingen is aangesloten, worden de opscherm-displaysignalen prioritair uitgevoerd naar de Svideo-monitoruitgang. Als u de signalen wil uitvoeren naar de videomonitor-uitgangsaansluiting, sluit dan
geen snoer aan op de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting. (Voor details, zie blz. 216.)
• De opscherm-displayfunctie van de AVC-A11SR’s is ontworpen voor gebruik met hogeresolutie-TV’s.
Daarom zijn kleine letters op TV’s met kleine schermen of lage resolutie soms moeilijk leesbaar.
• Bij gebruik van een hoofdtelefoon wordt het instelmenu niet getoond.
Alvorens het systeem in te stellen
1
¢ ON / STANDBY
£ OFF
Controleer of alle aansluitingen
correct
zijn
en
schakel
vervolgens de spanning van het
hoofdtoestel in.
1
(Main unit)
2
Geef het systeeminstelmenu
weer.
• Opstelling van de luidsprekersystemen
Basisopstelling (Voor een THX Surround EX-systeem)
• Hierna volgt een voorbeeld van de basisopstelling van een systeem bestaande uit acht luidsprekersystemen
en een televisiescherm:
Subwoofer
Middenluidsprekersysteem
Surround-achterluidsprekersystemen
Instellen van het type luidsprekers
• De samenstelling van de signaaluitvoer uit de verschillende kanalen en de frequentieweergave worden
automatisch ingesteld afhankelijk van de gebruikte luidsprekercombinatie.
1
Selecteer “Speaker Configuration” (Luidsprekerconfiguratie)
in het systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Voorluidsprekersystemen
Zet deze naast de TV of het scherm, ervoor
zorgend dat hun voorkant zoveel mogelijk op
één lijn staat met de voorkant van het scherm.
Surroundluidsprekersystemen
De AVC-A11SR heeft ook een surroundluidspreker-keuzefunctie, om de best mogelijke opstelling te kiezen voor
diverse bronnen en surroundstanden.
• Surroundluidspreker-keuzefunctie
Deze functie maakt het mogelijk om de optimale geluidsvelden voor verschillende bronnen te verkrijgen
door te schakelen tussen twee surroundluidsprekersystemen (A en B). De instellingen van de
verschillende luidsprekers (alleen A, alleen B of A+B) worden in het geheugen opgeslagen voor de
verschillende surroundstanden, zodat ze automatisch worden ingesteld wanneer een specifieke
surroundstand wordt gekozen.
2
Verander het scherm in het luidsprekerconfiguratiescherm.
ENTER / SHIFT
SELECT
3
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Stel in welke luidsprekers zijn
aangesloten en kies de
formaatparameters voor de
aangesloten luidsprekers.
• Om de luidspreker te
selecteren
TUNING
BAND
MODE
• Om de parameter te
selecteren
Center Sp.
Front Sp.
TUNING
Subwoofer
A
A
A
Surround Sp. A
A
Surround back Sp.
SB: Surround-achterluidspeaker
B
SB
SB
B
A alleen
(Multi-surroundluidsprekersysteem)
210
B
SB
SB
B
B alleen
(Enkelvoudig surroundluidsprekersysteem)
Surround Sp. B
NEDERLANDS
4
Voer de instelling in.
a) Als geen surroundluidsprekers worden gebruikt (als “None” is ingesteld voor zowel A
als B):
Het scherm Crossover Frequency (crossover-frequentie) verschijnt.
b) Als beide surroundluidsprekers A en B worden gebruikt (als “Large” of “Small” is
ingesteld voor zowel A als B):
Het surroundluidspreker-instelscherm verschijnt opnieuw.
c) Wanneer “Front” is ingesteld op “Large” en “Subwoofer” op “Yes”, schakelt het
toestel over op de subwooferstand.
d) Als “None” is ingesteld voor surroundluidsprekers A:
De instelling “None” wordt automatisch gekozen voor surroundluidsprekers B en de
surround-achterluidspreker.
ENTER / SHIFT
SELECT
OPMERKING:
• Kies “Large” of “Small” niet op basis van het eigenlijke formaat van de luidspreker, maar op basis van zijn
capaciteit om laagfrequente signalen weer te geven (lage tonen met lagere frequentie dan de frequentie
die is ingesteld in de crossover-frequentiestand). Als u deze niet kent, kunt u de geschikte instelling bepalen
door de klank van beide instellingen te vergelijken (met een laag volumeniveau om de luidsprekers niet te
beschadigen).
• Parameters
Large (groot) .......Kies deze instelling wanneer u luidsprekers gebruikt die voldoende vermogen hebben om
basgeluid weer te geven onder de frequentie die is ingesteld als crossover-frequentie.
Small (klein) ........Kies deze instelling wanneer u luidsprekers gebruikt die onvoldoende vermogen hebben
om basgeluid weer te geven onder de frequentie die is ingesteld als crossoverfrequentie. In deze stand wordt basgeluid met een frequentie die lager is dan de
ingestelde crossover-frequentie naar de subwoofer gestuurd.
Als deze ingesteld is, wordt het lage geluid met een frequentie die lager ligt dan de
ingestelde frequentie voor de functie naar de subwoofer of naar op “Large”
geselecteerde hoofdluidsprekers, verzonden.
None (geen)……..Kies deze stand wanneer geen luidsprekers zijn geïnstalleerd.
Yes/No (ja/nee)… .Kies “Yes” wanneer een subwoofer is geïnstalleerd, “No” wanneer geen subwoofer is
geïnstalleerd.
2spkrs/1spkr ........Kies het aantal luidsprekers dat moet worden gebruikt voor het surround-achterkanaal.
Als de capaciteit van de subwoofer voor het weergeven van lage frequenties voldoende is, kan zelfs een
goede geluidskwaliteit worden bekomen wanneer “Small” wordt ingesteld voor de voorste, midden- en
surroundluidsprekers.
Wil u de mogelijkheden van Home THX-gecertificeerde luidsprekersystemen optimaal benutten, stel dan de
formaatparameters van de voorste, midden- en surroundluidsprekers in op “Small” en kies “Ja” voor de
subwoofer.
Bij de meeste luidsprekerconfiguraties zullen de instellingen SMALL voor de vijf hoofdluidsprekers en
Subwoofer Aan met een aangesloten subwoofer de beste resultaten opleveren.
Wanneer “Front” is ingesteld op “Small”, wordt “Subwoofer” automatisch ingesteld op “Yes” en wanneer
“Subwoofer” is ingesteld op “No”, wordt “Front” automatisch ingesteld op “Large”.
Selecteren van de surroundluidsprekers voor de verschillende
surroundstanden
• Kies op dit scherm welke surroundluidsprekers moeten worden gebruikt in de verschillende surroundstanden.
1
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Wanneer “Large” of “Small” is ingesteld voor beide
luidsprekersystemen A en B op het systeeminstelmenu
(wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt),
verschijnt het surroundluidspreker-instelscherm.
Selecteer welke surroundluidsprekers moeten worden
gebruikt in de verschillende surroundstanden.
• Om de surroundstand te kiezen
TUNING
BAND
MODE
TUNING
2
• Om
A:
B:
A+B:
de surroundluidspreker te kiezen
Wanneer u surroundluidsprekers A gebruikt
Wanneer u surroundluidsprekers B gebruikt
Wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt
Voer de instelling in.
Wanneer “Front” is ingesteld op “Large” en “Subwoofer” op “Yes”, schakelt het
toestel over op de subwooferstand.
ENTER / SHIFT
SELECT
Instelling van het type luidspreker wanneer u zowel surroundluidsprekers A als B gebruikt.
Als “Small” wordt ingesteld voor een van de surroundluidsprekers A of B, is de uitvoer dezelfde als wanneer
“Small” wordt ingesteld voor zowel A als B.
Voor de DSP-simulatiestanden “WIDE SCREEN” en “5/7CH STEREO” kunnen de surroundluidsprekers
afzonderlijk worden ingesteld.
Instellen van de crossover-frequentie
• Stel de crossover-frequentie en de subwooferstand in overeenkomstig het gebruikte luidsprekersysteem.
1
Kies de stand “Crossover Frequency”.
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Kies de frequentie.
TUNING
BAND
MODE
TUNING
2
ENTER / SHIFT
SELECT
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
Kantelfrequentie (Crossover Frequency)
• Stel de frequentie (Hz) onder het niveau welke de lage tonen van iedere hoofdversterker naar de subwoofer
moet uitvoeren in of lager dan de frequentie van de luidsprekers welke op “Large”. ingesteld zijn (indien de
subwoofer niet gebruikt wordt) (Kantelfrequentie (crossover frequency)).
• Voor luidsprekers die op “Small”, wordt geluid met een frequentie die lager ligt dan de kantelfrequentie
(crossover frequency) afgesneden en wordt het afgesneden lage geluid via de subwoofer of via de
luidsprekers welke op “Large” ingesteld zijn, weergegeven.
• Deze functie Kantelfrequentie (crossover frequency) is van toepassing als de “Subwoofer” bij “Speaker
Configuration Setting” op “Yes” ingesteld staat of indien de luidsprekers op “Small” ingesteld staan.
VASTE –THX– (FIXED-THX-):
Stel op de THX, geschat op 80kHz kantelfrequentie (crossover frequency) in.
VARIABEL (VARIABLE) 40, 60, 80, 100, 120 Hz:
Stel zoals gewenst in, d.w.z. tevens in overeenstemming met de mogelijkheden van uw luidsprekers
t.a.v. de weergave van de lage tonen.
OPMERKINGEN:
• De kantelfrequentie (crossover frequency) is in de functie HOME THX CINEMA op 80 Hz ingesteld.
• Wij adviseren om de kantelfrequentie (crossover frequency) op “FIXED-THX-” in te stellen, maar afhankelijk
van de luidspreker kan het instellen op een andere frequentie de frequentierespons bij de kantelfrequentie
(crossover frequency) verbeteren.
211
NEDERLANDS
Instellen van de subwooferstand
1
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
ENTER / SHIFT
SELECT
OPMERKINGEN:
• De functie subwoofer wordt alleen geactiveerd als het ingangssignaal Dolby Digital of een DTS-digitaal
signaal is.
— Toewijzing van lagefrequentiesignaalbereik —
• De enige signalen die worden voortgebracht via het subwooferkanaal zijn LFE-signalen (tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die in het
instelmenu zijn ingesteld op “SMALL”. Het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die zijn ingesteld op
“LARGE” wordt voortgebracht via die kanalen.
— Subwooferstand —
• De instelling van de subwooferstand geldt alleen wanneer “LARGE” is ingesteld voor de voorste
luidsprekers en “YES” voor de subwoofer in de instellingen van de “Speaker Configuration”
(luidsprekerconfiguratie) (zie blz. 210).
• Wanneer de weergavestand “LFE+MAIN” is gekozen, wordt het lagefrequentiesignaalbereik van de
kanalen die zijn ingesteld op “LARGE” gelijktijdig via die kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het lagefrequentiebereik zich eenvormiger uit in de kamer, maar kan afhankelijk van de afmetingen en de vorm van de kamer - interferentie resulteren in een vermindering van
het werkelijke volume van het lagefrequentiebereik.
• In de weergavestand “LFE-THX” wordt het lagefrequentiesignaalbereik van het kanaal dat is ingesteld op
“LARGE” alleen via dat kanaal weergegeven. Bijgevolg is het lagefrequentiesignaalbereik dat wordt
weergegeven via het subwooferkanaal alleen het lagefrequentiesignaalbereik van LFE (alleen tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het kanaal dat is ingesteld op “SMALL” in het instelmenu.
Voor THX wordt deze weergavestand aanbevolen, die zorgt voor een volle weergave van de lage tonen.
• Kies de weergavestand die zorgt voor een volle weergave van de lage tonen.
Het instellen van de THX surround EX/DTS-ES bron auto
Stel de bedrijfsstand voor digitale signalen in voor weergave in de surroundstanden 6.1 SURROUND, DTS-ES
en THX SURROUND EX.
1
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
Kies “SB CH Auto Flag Detect” in het
systeeminstelmenu en druk op de ENTERtoets.
Instelling THX surround EX/DTS ES modus automatische vlagdetectie (AFDM)
ON ...............Deze functie werkt alleen met software waarop een speciaal identificatiesignaal is
opgenomen. Verkoop van dergelijke software is gepland voor de toekomst.
Dit is een functie voor automatische weergave via 6.1 kanalen met de surroundachterluidsprekers wanneer de software is opgenomen in THX surround EX of DTS-ES, of via
de normale 5.1 kanalen zonder de surround-achterluidsprekers wanneer de software niet is
opgenomen in THX Surround EX of DTS-ES.
OFF...............Kies de instelling “OFF” voor de weergave via 6.1 kanalen van conventionele bronnen met 5.1
kanalen of bronnen waarop het hieronder beschreven identificatiesignaal niet is opgenomen.
Instelling Niet-Vlag Bron SB ch uitgang
THX surround EX/DTS ES ..Weergave met de achterste surroundluidspreker.
Het surround-achterkanaal weergegeven met behulp van digitale
matrixverwerking.
Non MTRX ...Weergave met de achterste surroundluidspreker. Dezelfde signalen als die van de
surroundkanalen worden via het surround-achterkanaal geproduceerd.
OFF...............Weergave zonder de achterste surroundluidspreker.
OPMERKINGEN:
• Het instelscherm “SB CH Auto Flag Detect”: wordt getoond wanneer de surround-achterluidspreker is
ingesteld op “Large” of “Small” in de “Speaker Configuration”.
• De surround-achterluidsprekers kunnen ook worden in- en uitgeschakeld met de surroundparameter “SB CH
OUT”. (Zie blz. 234.)
Kies de instelling die overeenkomt met de weer te geven programmabron.
Instellen van de vertragingstijd
• Voer de afstand in van de luisterpositie tot de verschillende luidsprekers om de vertragingstijd voor de
surroundstand in te stellen.
• De vertragingstijd kan afzonderlijk worden ingesteld voor surroundluidsprekers A en B.
Voorbereidingen:
Meet de afstanden van de luisterpositie tot de luidsprekers (L1 tot L5 op
de afbeelding rechts).
L1: Afstand van de middenluidspreker tot de luisterpositie
L2: Afstand van de voorste luidsprekers tot de luisterpositie
L3: Afstand van de surroundluidsprekers tot de luisterpositie
L4: Afstand tussen surround-achterluidsprekers en luisterpositie
L5: Afstand van de subwoofer tot de luisterpositie
1
212
Kies de gewenste instelling.
MODE
TUNING
MODE
TUNING
TUNING
BAND
Selecteer “Delay Time” (vertragingstijd) in het
systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
TUNING
2
SELECT
MODE
TUNING
2
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
ENTER / SHIFT
Kies de subwooferstand.
TUNING
BAND
3
Met de instelling “ON”
wordt de bedrijfsstand voor
software waarvoor geen
identificatiesignalen
zijn
opgenomen ingesteld.
2
ENTER / SHIFT
SELECT
Verander het scherm in het vertragingstijdscherm.
FL
Center
Subwoofer
L1
L2
Luisterpositie
L5
SL
SBL
L3
FR
L4
SR
SBR
NEDERLANDS
3
TUNING
BAND
MODE
Het instellen van het volumeniveau van de Multi Zone (Multi Zone Vol.Level)
Selecteer de gewenste eenheid, meter of voet.
Selecteer (markeer) de gewenste eenheden, “Meters” of
“Feet”.
Multi-zone is een vóór-uitgang met een functie voor het aanpassen van het uitgangsniveau.
TUNING
1
BAND
Voorbeeld: Wanneer “Meters” wordt
geselecteerd
4
Kies “Multi Zone Vol.Level” in het systeeminstelmenu.
TUNING
MODE
TUNING
Zodra “Meters” of “Feet” is gekozen in stap 3,
verschijnt automatisch het scherm van de
vertragingstijd.
2
5
Kies “Delay Time” (vertragingstijd) in het System Setup.
TUNING
ENTER / SHIFT
SELECT
3
Kies de gewenste instelling.
TUNING
BAND
BAND
Druk op de knop ENTER om naar het scherm “Multi Zone
Vol.Level” te wisselen.
MODE
MODE
TUNING
TUNING
6
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Stel de afstand van de
middenluidspreker tot de
luisterpositie in.
Telkens wanneer de toets
wordt ingedrukt, verandert de
afstand in stappen van 0,1
meter. Kies de waarde die de
gemeten afstand het dichtst
benadert.
Instelbaar (Variable):
Het niveau kan naar wens worden ingesteld met de toetsen op de
afstandsbediening.
q Selecteer m.b.v. de knop AMP, de weergave “MULTI”.
w Druk op de volumeknoppen + (omhoog) en – (omlaag) om het
uitgangsniveau aan te passen.
-40 dB, 0 dB:
Het uitgangsniveau is vastgesteld op het ingestelde niveau en het volume
kan niet langer worden aangepast.
Voorbeeld: Wanneer de afstand wordt ingesteld op 3,6 m voor de
middenluidspreker (L1)
Als “Yes” wordt gekozen voor “Default”, worden de
instellingen
automatisch
teruggesteld
op
de
standaardwaarden.
4
ENTER / SHIFT
SELECT
MULTI
q
w
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
Merk op dat het verschil in afstand tussen de verschillende
luidsprekers 4,5 m of minder moet zijn. Als u een ongeldige
afstand invoert, verschijnt een WAARSCHUWING, zoals
rechts getoond. Verplaats in dit geval de knipperende
luidspreker(s), zodat de afstand niet groter is dan de waarde
die wordt aangegeven op de gemarkeerde regel.
7
ENTER / SHIFT
SELECT
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
De AVC-A11SR stelt automatisch de optimale surroundvertragingstijd in voor de kamer.
213
NEDERLANDS
Instellen van het kanaalniveau
• Gebruik deze instelling om het systeem zo te regelen dat het weergaveniveau tussen de verschillende kanalen
gelijk is.
• Luister van op de luisterpositie naar de door de luidsprekers geproduceerde testtonen om het niveau te
regelen.
• Het niveau kan ook direct met de afstandsbediening worden geregeld. (Voor details, zie blz. 227.)
• Wanneer zowel surroundluidsprekers A als B worden gebruikt, kunnen hun weergaveniveaus afzonderlijk
worden geregeld.
6
BAND
MODE
TUNING
7
Selecteer “Channel
systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
Level”
(kanaalniveau)
in
Selecteer “Yes”.
TUNING
BAND
1
Selecteer “Test Tone Start”.
TUNING
MODE
TUNING
het
MODE
TUNING
8
2
a. Als de “Auto”-stand is gekozen:
Testtonen worden automatisch uitgevoerd door de
verschillende luidsprekers.
De testtonen worden door de verschillende luidsprekers
uitgevoerd in onderstaande volgorde, met een tussentijd
van 4 seconden de eerste en de tweede keer en van 2
seconden de derde en volgende keren:
Verander het scherm in het kanaalniveauscherm.
ENTER / SHIFT
SELECT
Knippert
1spkr
SB
FL
C
FR
SR
SBR
SBL
SL
SW
2spkrs
3
Selecteer “Test Tone Mode” (testtoonstand).
TUNING
BAND
Voorbeeld: Volume ingesteld op –12
dB en testtoon
geproduceerd door
subwoofer.
Wanneer de instelling van de surround-achterluidsprekers “1spkr” is in “Speaker
Configuration”, wordt deze ingesteld op “SB”.
MODE
TUNING
TUNING
BAND
4
TUNING
BAND
MODE
TUNING
Kies de stand.
Kies “Auto” of “Manual”.
• Auto:
Regel het niveau terwijl automatisch testtonen worden
geproduceerd door de verschillende luidsprekers.
• Manual:
Kies welke luidspreker een testtoon moet produceren om
het niveau te regelen.
Voorbeeld: Wanneer de stand “Auto” wordt
5
TUNING
BAND
MODE
BAND
MODE
TUNING
TUNING
Selecteer “Surr. Sp.” en kies vervolgens de surroundluidspreker(s) die
de testtoon moet(en) produceren (A, B of A+B).
• Surr. Sp.: A
Regelt de balans van het weergaveniveau tussen de kanalen wanneer
surroundluidspreker A wordt gebruikt.
• Surr. Sp.: B
Regelt de balans van het weergaveniveau tussen de kanalen wanneer
surroundluidspreker B wordt gebruikt.
• Surr. Sp.: A+B
Regelt de balans van het weergaveniveau tussen de kanalen wanneer
surroundluidsprekers A en B gelijktijdig worden gebruikt.
De “Surr. Sp.” kunnen alleen worden gekozen wanneer zowel
surroundluidsprekers A als B zijn geselecteerd in de “Speaker
Configuration” (luidsprekerconfiguratie) (wanneer zowel A als B zijn
ingesteld op “Large” (groot) of “Small” (klein)).
Gebruik de CURSOR-toetsen om hetzelfde volume in te stellen voor alle luidsprekers.
Het volume kan worden ingesteld in stappen van 1 dB van –12 tot +12 dB.
TUNING
TUNING
BAND
MODE
TUNING
gekozen
TUNING
MODE
TUNING
BAND
Knippert
MODE
TUNING
9
b. Als de “Manual”-stand is gekozen:
Selecteer de luidspreker waarvoor u de testtonen wenst
met behulp van de CURSOR links en rechts, en regel dan
het volume met de CURSOR omhoog en omlaag zodat
het volume van alle luidsprekers gelijk is.
ENTER / SHIFT
SELECT
Voorbeeld: Volume ingesteld op –12
dB en subwoofer
gekozen.
Druk nadat bovenstaande instellingen zijn voltooid nogmaals op de ENTER-toets.
Het “Channel Level”-scherm verschijnt opnieuw.
Om de instellingen te annuleren, kiest u “Level Clear” en “Yes” op het scherm “Channel Level” en maakt
u de instellingen opnieuw.
Het niveau van elk kanaal moet worden ingesteld op 75 dB (C-belast, trage meterstand) op een
geluidsniveaumeter van op de luisterpositie.
Als u niet over een geluidsmeter beschikt, stel dan de kanalen op het gehoor af op eenzelfde geluidsniveau.
Aangezien het moeilijk is om de testtoon van de subwoofer op het gehoor af te stellen, doet u dit best door een
bekend muziekstuk weer te geven en de natuurlijke balans in te stellen.
OPMERKING: Wanneer u het niveau instelt van een actief subwoofersysteem, is het mogelijk dat u ook de
volumeregelaar op de subwoofer zelf moet instellen.
214
NEDERLANDS
Wanneer u de kanaalniveaus instelt in de stand SYSTEM SETUP CHANNEL LEVEL, zullen de instellingen
van het kanaalniveau voor ALLE surroundstanden gelden. Gebruik deze stand voor het instellen van
algemene kanaalniveaus.
Na het maken van instellingen in SYSTEM SETUP CHANNEL LEVEL, kan u de verschillende
surroundstanden activeren en kanaalniveaus instellen die voor elk van deze standen in het geheugen
worden bewaard. Wanneer u vervolgens een bepaalde surroundstand activeert, worden uw
geprefereerde kanaalniveau-instellingen voor die stand opgeroepen. Lees de instructies voor het instellen
van kanaalniveaus in elke surroundstand op blz. 227.
U kan de kanaalniveaus instellen voor elk van de volgende surroundstanden: DIRECT, STEREO, 5CH/7CH
STEREO, DOLBY/DTS SURROUND, HOME THX CINEMA, WIDE SCREEN, SUPER STADIUM, ROCK
ARENA, JAZZ CLUB, CLASSIC CONCERT, MONO MOVIE en MATRIX.
Wanneer u de surroundluidsprekers A of B gebruikt, of wanneer u beide surroundluidsprekers A en B
tegelijk gebruikt, moet u de balans van de weergaveniveaus tussen alle kanalen instellen voor de diverse
“A of B” en “A en B” selecties.
Instellen van het piekbegrenzerniveau van de subwoofer
• Dit toestel beschikt over een piekbegrenzer voor de subwoofer die klankvervorming en schade aan het
luidsprekersysteem voorkomt door het maximale basvolumeniveau te regelen. Met deze functie stelt u het
maximale basniveau van het systeem in.
• Deze functie werkt met of zonder een subwoofer in het systeem.
1
Kies “Subwoofer Peak Limit Lev.” in het
systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
6
Druk op de ENTER-toets wanneer het punt is bereikt waarop de testtoon begint te
vervormen.
De AVC-A11SR stelt automatisch het piekbegrenzerniveau van de subwoofer in.
Zo wordt een onbedoelde overbelasting van de subwoofer als gevolg van een te sterke
basklank bij een hoog hoofdvolume in de toekomst vermeden.
ENTER / SHIFT
SELECT
Om de instelling te annuleren, gebruikt u de knoppen op het scherm “Subwoofer Peak Limit Level Setting”
nadat stap 2, het selecteren van de functie “OFF” voor “Peak Limiter” geselecteerd is.
OPGELET!
• Het hoofdvolume wordt ingesteld op “–30 dB” wanneer testtonen worden uitgevoerd.
• De testtonen dienen om de limieten voor de weergave van lage frequenties te bepalen en worden met een
zeer hoog niveau weergegeven. Let bij gebruik van een subwoofer met laag vermogen zeer goed op voor
onregelmatige bedieningen boven het afkappingsniveau, bijvoorbeeld door vooraf de verzwakker van de
subwoofer omlaag te draaien en dan langzaam te verhogen tot het luisterniveau.
• Wanneer de subwoofer is ingesteld op “NO” in de luidsprekerconfiguratie, worden de testtonen uitgevoerd
via de voorluidsprekers. Wanneer u voorluidsprekers gebruikt met een lage ingangsweerstand, controleer
dan of het geluid niet wordt afgekapt bij passages op de CD-muziekbron met een sterk signaal alvorens de
piekbegrenzer in te stellen. Stel de piekbegrenzer niet in als de muziekbron niet kan worden weergegeven
met het hoofdvolume op “–15”. Kies “small” voor de voorluidsprekers en “YES” voor de subwoofer in de
luidsprekerconfiguratie. Wanneer dit is gebeurd, worden de lage frequenties afgesneden en is het effect
dus onvoldoende. Het toevoegen van een subwoofer wordt ten stelligste aanbevolen.
• Als de testtoon wordt afgekapt wanneer deze is ingesteld op “–18 dB”, stel de piekbegrenzer dan in op
“–18 dB”. In dit geval is de ingangsweerstand van de subwoofer of van de voorluidsprekers onvoldoende,
wat kan resulteren in afkapping tijdens de muziekweergave. Wij raden u aan een subwoofer te gebruiken
met een hogere ingangsweerstand.
MODE
TUNING
Instellen van de toewijzing van digitale ingangen
2
Verander het scherm in het instelscherm voor het
piekbegrenzerniveau van de subwoofer.
ENTER / SHIFT
SELECT
• Deze instelling wijst de digitale ingangsaansluitingen van de AVC-A11SR toe aan de verschillende
ingangsbronnen.
1
Selecteer “Digital In Assignment” (toewijzing digitale
ingangen) in het systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
MODE
TUNING
3
Stel de piekbegrenzer in op “ON”.
TUNING
BAND
MODE
2
TUNING
4
TUNING
TUNING
BAND
MODE
BAND
MODE
TUNING
TUNING
Schakel over op het scherm Digital In Assignment
(toewijzing digitale ingangen).
ENTER / SHIFT
SELECT
Het scherm verandert. Selecteer “Setting
Start” en vervolgens “Yes”.
Het
scherm
verandert
en
het
luidsprekersysteem laat een testgeluid
horen.
3
TUNING
TUNING
BAND
MODE
BAND
5
VOLUME
+
-
Verhoog het hoofdvolumeniveau tot de testtoon vervormt.
De testtoon (basklank) is vervormd wanneer het klinkt alsof
de ingang extreem hoog is (krakend geluid).
MODE
TUNING
TUNING
Kies de digitale ingangsaansluiting die aan de ingangsbron moet worden
toegewezen.
• Om de ingangsbron te kiezen
• Om de digitale ingangsaansluiting te kiezen
Kies
“OFF”
voor
ingangsbronnen
waarvoor
geen
digitale
ingangsaansluitingen worden gebruikt.
Als “Yes” wordt gekozen voor “Default”, worden de instellingen
automatisch teruggesteld op de standaardwaarden.
215
NEDERLANDS
4
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
ENTER / SHIFT
SELECT
OPMERKINGEN:
• De aansluitingen OPTICAL 4 en 5 op het achterpaneel van de AVC-A11SR zijn uitgerust met een optische
digitale uitgang voor het opnemen van digitale signalen op een DAT-deck, MD-recorder of andere digitale
recorder. Gebruik deze uitgang voor digitale opname van een digitale audiobron (stereo – 2 kanalen) op een
digitale audiorecorder.
• Sluit de uitgang van de component die is aangesloten op de OPTICAL 4 OUT-aansluiting op het
achterpaneel van de AVC-A11SR’s uitsluitend aan op de OPTICAL 4 IN-aansluiting.
• Sluit de uitgang van de component die is aangesloten op de aansluiting OPTICAL 5 OUT op het
achterpaneel van de AVC-A11SR niet aan op een andere aansluiting dan OPTICAL 5 IN.
• “PHONO” kunnen niet worden gekozen op het scherm Digital In Assignment.
Instellen van het opscherm-display (OSD)
• Gebruik deze instelling om het opscherm-display (andere informatie dan de menuschermen) in of uit te schakelen.
1
Selecteer “On Screen Display” (opscherm-display) in het
systeeminstelmenu.
TUNING
BAND
MODE
Na het voltooien van de systeeminstelling
Deze toets kan op elk moment tijdens de instelling van het systeem worden ingedrukt om het proces te voltooien.
1
Druk op de SYSTEM SETUP-toets (systeeminstelling) in het systeeminstelmenu.
De veranderde instellingen worden ingevoerd en het opscherm-display wordt
uitgeschakeld.
• Opscherm-displaysignalen
Signalen ingevoerd in de AVC-A11SR
Uitvoer opscherm-displaysignalen
VIDEO-signaalingangsaansluiting
(geel)
S-videosignaalingangsaansluiting
Videosignaal-uitgangsaansluiting
VIDEO MONITOR OUT-1-(geel)
S-videosignaal-uitgangsaansluiting
MONITOR OUT-1
1
E
E
C
C
2
C
E
C
E
3
E
C
E
C
4
C
C
E
C
(C: Signaal
E: Geen signaal)
(C: Opscherm-displaysignalen uitgevoerd
E: Opscherm-displaysignalen niet uitgevoerd)
TUNING
2
ENTER / SHIFT
Roep het scherm van het opscherm-display op.
SELECT
3
Kies “ON of “OFF”.
TUNING
BAND
MODE
TUNING
4
ENTER / SHIFT
SELECT
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
Dit sluit de instelling van het systeem af. Zodra de instellingen gemaakt zijn, bestaat er geen behoefte
om deze te wijzigen tenzij andere AV componenten aangesloten worden of de luidsprekers op een
andere locatie gepositoneerd worden.
216
OPMERKINGEN:
• De opscherm-displaysignalen worden niet uitgevoerd uit de MONITOR OUT-2 videosignaalaansluitingen
(geel) of uit de MONITOR OUT-2 S-videosignaalaansluitingen.
• De opscherm-displaysignalen worden niet uitgevoerd uit de kleurverschil- (component)
videosignaalaansluitingen MONITOR OUT.
• In 4 hierboven worden de opscherm-displaysignalen uitgevoerd naar videosignaal-uitgangsaansluiting
VIDEO MONITOR OUT-1 (geel) als de monitor-TV niet is aangesloten op de S-videosignaaluitgangsaansluiting MONITOR OUT-1.
NEDERLANDS
8 AFSTANDSBEDIENING
Bediening van DENON-audiocomponenten
• Met de bijgeleverde afstandsbediening (RC-899) kan u niet alleen de AVC-A11SR bedienen, maar ook andere op
afstand bedienbare DENON-componenten. Bovendien bevat het geheugen de besturingssignalen van andere
afstandsbedieningen, zodat u ze ook met andere niet-Denon producten die compatibel zijn kunt gebruiken.
1
Inleggen van batterijen
q Verwijder het deksel op de achterkant van de
afstandsbediening.
w Leg drie R6P/AA-batterijen in de aangegeven
richting in het batterijencompartiment.
e Plaats het deksel terug.
Opmerkingen betreffende batterijen
• Gebruik batterijen van het type R6P/AA in de
afstandsbediening.
• De batterijen moeten normaal eenmaal per jaar door
nieuwe worden vervangen, maar dit hangt af van de
gebruiksfrequentie.
• Vervang de batterijen door nieuwe als het toestel
niet werkt wanneer het van dichtbij met de
afstandsbediening wordt bediend, ook als de
batterijen minder dan één jaar oud zijn. (Met de
bijgeleverde batterij kunt u alleen controleren of
alles werkt. Vervang de batterij zo gauw mogelijk)
• Leg de batterijen in de juiste richting in, zoals
aangegeven door de “≈” en “√” aanduidingen in
het batterijvak.
• Om beschadiging of lekken van batterijvloeistof te
voorkomen:
• Een nieuwe batterij niet samen met een oude
gebruiken.
• Geen twee verschillende soorten batterijen
gebruiken.
• Batterijen nooit kortsluiten, uit elkaar nemen,
opwarmen of in het vuur gooien.
• Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u
van plan bent deze gedurende lange tijd niet te
gebruiken.
• Als er vloeistof uit de batterijen is gelekt, moet u het
batterijvak grondig schoonmaken en nieuwe
batterijen inleggen.
• Houd bij het vervangen van de batterijen de nieuwe
batterijen klaar en installeer ze zo snel mogelijk.
Gebruik van de afstandsbediening
• De afstandsbediening kan worden gebruikt tot op
een rechtlijnige afstand van ca. 7 metervan het
hoofdtoestel, maar deze afstand zal korter zijn als
er obstakels in de weg zitten of als de
afstandsbediening niet goed naar de sensor wordt
gericht.
• De afstandsbediening kan worden bediend in een
horizontale hoek van max. 30 graden ten opzichte
van de sensor.
30°
30°
Ca. 7 meter
• Richt de afstandsbediening naar de sensor op het
hoofdtoestel zoals getoond op de afbeelding.
OPMERKINGEN:
• Het gebruik van de afstandsbediening kan worden
bemoeilijkt wanneer de sensor is blootgesteld aan
direct zonlicht of sterk kunstlicht.
• Druk de toetsen op het hoofdtoestel en op de
afstandsbediening niet tegelijkertijd in. Dit kan
leiden tot storingen.
• Neonlicht of andere apparaten in de buurt die
pulsstoringen opwekken kunnen leiden tot slechte
werking van het toestel. Houd daarom het toestel
zo ver mogelijk uit de buurt van dergelijke bronnen.
2
Gebruik de functiekeuzetoetsen om het te bedienen component te
kiezen.
Bij iedere druk op de AMP-toets verandert de modus tussen
“AMP”, “TUNER” en “MULTI”, bij iedere druk op de
CDR/MD/TAPE-toets tussen “CDR”, “MD” en “TAPE”, bij
iedere druk op de DBS/CABLE-toets tussen “DBS” en
“CABLE”, bij iedere druk op de DVD/DVD MENU-toets tussen
“DVD” en “DVD MENU”, en bij iedere druk op de VCR-toets
tussen “VCR1”, “VCR2” en “VCR3”.
1
Bedien de audiocomponent.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de component voor details.
Het kan voorkomen dat sommige functies niet beschikbaar zijn.
1. Systeemtoetsen voor CD-speler (CD)
6, 7
2
1
8, 9
3
SKIP +, –
0~9, +10
: Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
: Stop
: Weergave
: Automatisch zoeken (naar het begin van de passage)
: Pauze
: Disk overslaan (alleen voor CD-wisselaars)
: 10 cijfertoetsen
3. Systeemtoetsen voor en MD-recorder (MD),
CD-speler (CDR)
6, 7
2
1
8, 9
3
0~9, +10
: Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
: Stop
: Weergave
: Automatisch zoeken (naar het begin van de passage)
: Pauze
: 10 cijfertoetsen
2. Systeemtoetsen voor cassettedeck (TAPE)
6
7
2
1
3
0
A/B
:
:
:
:
:
:
:
Terugspoelen
Snel vooruitspoelen
Stop
Voorwaartse weergave
Pauze
Achterwaartse weergave
Kiezen tussen deck A en B
4. Systeemtoetsen voor tuner
TUNING D, H
BAND
MODE
MEMORY
SHIFT
CHANNEL +, –
1~8
:
:
:
:
:
:
:
Afstemmen omhoog/omlaag
Kiezen tussen AM- en FM-golfband
Kiezen tussen AUTO en MONO
Voorkeuzegeheugen
Voorkeuzekanaalbereik veranderen
Voorkeuzekanaal omhoog/omlaag
10 cijfertoetsen
217
NEDERLANDS
Voorkeuzegeheugen
Dankzij het voorkeuzegeheugen kunt u de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken met videotoestellen van
andere merken. Dit is echter niet mogelijk met alle modellen. Gebruik in dat geval de programmeerfunctie (zie
bladzijde 219) om de signalen van de afstandsbediening in het geheugen op te slaan.
Zie bladzijde 220 voor instructies over het terugstellen van de gegevens die zijn opgeslagen in het
voorkeuzegeheugen.
Het geheugen voor de afstandsbedieningscodes is op de fabriek als volgt ingesteld:
TV, VCR .......................................................HITACHI
CD, MD, TAPE, CDR, VDP, DVD.................DENON
DBS.............................................................GENERAL INSTRUMENT
CABLE.........................................................JERROLD
Oproepen van voorkeuzezenders
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
1
1
ON /
SOURCE
OFF
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
3
2
2, 3, 4
SELECT
3
Het display van de afstandsbediening
verandert als volgt bij iedere druk op de D en
H cursortoetsen.
SELECT
5
Press the ENTER button to
terminate.
ENTER / SHIFT
SELECT
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “CODE
NO” op de display van de afstandsbediening
verschijnt en druk vervolgens op de ENTER-toets.
TUNING
ENTER / SHIFT
MODE
SELECT
TUNING
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
BAND
CODE NO
MODE
TUNING
5
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “ENTER
CODE” op de display van de afstandsbediening
verschijnt en druk vervolgens op de ENTER-toets.
ENTER CODE
BAND
3, 4
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
Druk op de D en H
cursortoetsen om het
opgeslagen
voorkeuzegeheugen op het
display van de
afstandsbediening te tonen en
controleer.
TUNING
ON /
SOURCE
OFF
2
4
MODE
SELECT
TUNING
LEARN
SYS CALL
Bediening van een component waarvan de code is opgeslagen
RESET
4
Nadat “SEL DEVICE” op het display verschijnt,
wordt de laatst geselecteerde modus
ingesteld. Gebruik de D en H cursortoetsen om
het component op te roepen waarvan u de
codes in het geheugen wilt opslaan, en druk
dan op de ENTER-toets.
5
3
4
5
6
7
8
9
0
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
2
1
Voer met behulp van de
cijfertoetsen de
voorkeuzecode (4 cijfers - zie
de bijgeleverde Lijst van
Voorkeuzecodes) in voor de
fabrikant van het component
waarvan u de signalen in het
geheugen wilt opslaan.
MODE
SELECT
TUNING
Bij iedere druk op de D en H cursortoetsen
verandert het display zoals hieronder
aangegeven.
TV
CD
DVD
MD
CABLE
TAPE
DBS
VDP
VCR3
VCR1
6
“OK” verschijnt op het display zodra de
signalen zijn opgeslagen en de modus
afgesloten.
7
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om de
afstandsbedieningscode van een ander
component in het geheugen op te slaan.
VCR2
OPMERKINGEN:
• De signalen voor de ingedrukte toetsen worden uitgezonden tijdens het instellen van het
voorkeuzegeheugen. Om ongewilde bediening te vermijden, dekt u best het zendvenstertje van de
afstandsbediening af terwijl u het voorkeuzegeheugen instelt.
• Afhankelijk van het model en het productiejaar werkt deze functie niet voor sommige modellen, zelfs als
het merk voorkomt in de bijgeleverde lijst van voorkeuzecodes.
• Sommige fabrikanten gebruiken meer dan één code voor de afstandsbediening. Zie de bijgeleverde lijst van
voorkeuzecodes om het nummer te wijzigen en te controleren.
218
1
Druk op de functiekeuzetoets van het te
bedienen component.
1
OPMERKING:
• Voor de afstandsbedieningstoetsen voor de
DVD-speler kunnen de functienamen verschillen
naar gelang van het merk. Vergelijk met de
bediening op afstand van de verschillende
componenten.
NEDERLANDS
2
Bedien de component.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de component voor details.
Sommige modellen kunnen niet met deze afstandsbediening worden bediend.
1. Systeemtoetsen van de
DVD-speler (DVD, DVD
MENU)
2. Systeemtoetsen voor
videodiscspeler (VDP)
DVD
POWER
: Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
6,7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en
achterwaarts
2
: Stop
1
: Weergave
8,9 : Automatisch zoeken
(naar het begin van de
passage)
3
: Pauze
0 ~ 9, +10 : 10 cijfertoetsen
skip +
: Disk overslaan
(alleen voor
DVD-wisselaars)
POWER
: Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
6,7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en
achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
8,9 : Automatisch zoeken
(cue)
3
: Pauze
0~9, +10
: 10 cijfertoetsen
DVD MENU
DISPLAY
MENU
RETURN
SETUP
D, H, F, G
Leerfunctie
Als uw AV-component geen Denon is of als u het niet kunt bedienen met het voorkeuzegeheugen, dan kunt u de
signalen van de afstandsbediening opslaan in de bijgeleverde afstandsbediening.
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
ON /
SOURCE
OFF
2
3
1, 5, 8
3, 4
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
2, 3, 4
SELECT
Gebruik de D en H cursortoetsen zodat “LEARN”
op het display van de afstandsbediening verschijnt,
en druk dan op de ENTER-toets.
• “SEL DEVICE” verschijnt op het display.
TUNING
ENTER / SHIFT
:
:
:
:
:
Display
Menu
Terug
Instelling
Cursor omhoog,
omlaag, naar links en
naar rechts
: Enter
: Spanning aan/stand-by
BAND
MODE
SELECT
TUNING
4
ENTER
POWER
(ON/SOURCE)
0 ~ 9, +10 : 10 cijfertoetsen
Gebruik de D en H cursortoetsen om de modus
te selecteren voor de toets die u wilt
programmeren, en druk dan op de ENTER-toets.
• “SELECT KEY” verschijnt op het display.
6
Richt de afstandsbedieningen recht naar elkaar
en houd de toets die u wilt programmeren
ingedrukt op de ene afstandsbediening.
TUNING
Andere
afstandsbediening
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
3. Systeemtoetsen voor
videodeck (VCR-1/VCR2/VCR-2)
POWER
: Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
6,7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en
achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
3
: Pauze
Channel +, – : Kanalen
4. Systeemtoetsen voor de
televisie (TV), digitale
satellietontvanger (DBS)
en kabelontvanger
(CABLE)
POWER
: Spanning aan/stand-by
(ON/SOURCE)
SETUP
: Instelling
(alleen DBS, KABEL)
RETURN
: Menu
D, H, F, G
: Cursor omhoog,
omlaag, naar links en
naar rechts
ENTER
: Enter
CHANNEL
: Overschakelen kanaal
+, –
0~9, +10
: Kanalen
TV/VCR
: Overschakelen
tussen televisie en
videorecorder
(alleen TV)
MENU
: Menu
TUNING
5
Druk op de toets die u wilt programmeren
terwijl “SELECT KEY” op het display staat.
“NOW LEARN” verschijnt.
• “NOT VALID” verschijnt op het display als u
op een toets drukt die niet kan worden
geprogrammeerd.
• Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets
en de OFF-toets om te annuleren.
OFF
7
“COMPLETE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening en het programmeren is voltooid.
• “SELECT KEY” verschijnt op het display.
Herhaal stap 5 t/m 7 om andere toetsen te
programmeren.
8
Druk opnieuw tegelijkertijd op de
ON/SOURCE-toets en de OFF-toets om de
programeermodus te annuleren.
In de receiver-modus kunt u niet in het
geheugen opslaan.
ON /
SOURCE
OFF
ON /
SOURCE
219
NEDERLANDS
Systeemoproep
De bijgeleverde afstandsbediening is voorzien van een systeemoproepfunctie waarmee u een reeks
afstandsbedieningssignalen met een druk op een toets kunt doorzenden.
Met deze functie kunt u bijvoorbeeld de versterker inschakelen, de ingangsbron kiezen, en de monitor-tv
inschakelen. Schakel de broncomponenten in en begin de weergave met de bron, alles met één druk op een
toets.
5
(1) Systeemoproeptoetsen
1
ON /
SOURCE
OFF
5
2
3
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
SELECT
SELECT
Druk op de ENTER-toets.
• “COMPLETE” verschijnt op het
display van de afstandsbediening en
het opslaan is voltooid.
(3) Gebruik van de systeemopoepfunctie
1
3, 4
2, 3, 6
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “SYS CALL” op de
display van de afstandsbediening verschijnt en druk vervolgens
op de ENTER-toets.
• “SYSCALL” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
ENTER / SHIFT
OPMERKINGEN:
• De afstandsbedieningssignalen van de toetsen waarop u drukte bij het opslaan van de
systeemoproepsignalen worden uitgezonden; denk eraan dat u de componenten niet ongewenst bedient
(dek bijvoorbeeld de afstandsbedieningssensoren af).
• Als u het aantal signalen dat kan worden opgeslagen overschrijdt, verschijnt “FULL” op het display van de
afstandsbediening en wordt alleen het mogelijke aantal signalen opgeslagen (maximaal 29 bewerkingen).
(2) Opslaan van systeemoproepsignalen
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en de OFF-toets.
“SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
6
w Druk achtereenvolgens op de toetsen met de
afstandsbedieningssignalen die u wilt opslaan.
Systeemoproepsignalen kunnen via de knoppen CALL 1 en
CALL 2 opgeslagen worden.
Er kunnen onder elke toetsen 29 achtereenvolgende
handelingen worden opgeslagen.
1
q Druk op de modus-keuzetoets naargelang
van de toets met de afstandsbedieningssignalen
die u wilt opslaan.
Druk op de toets waaronder de signalen voor de systeemoproep zijn opgeslagen.
• De opgeslagen signalen worden kort achter elkaar verzonden.
Herstellen
(1) Herstellen van de systeemoproeptoetsen
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
1
ON /
SOURCE
OFF
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
3, 4, 5
MODE
SELECT
TUNING
4
2
Wanneer “SYSCALL” op het display verschijnt, verandert het
display van de afstandsbediening als volgt bij iedere druk op
de D en H cursortoetsen.
TUNING
BAND
MODE
SYSCALL 1
3
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
SELECT
Druk op de D en H cursortoetsen zodat
“RESET”
op
de
display
van
de
afstandsbediening verschijnt en druk vervolgens
op de ENTER-toets.
SYSCALL 2
TUNING
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
Wanneer “SYSCALL1” of “SYSCALL2” is geselecteerd,
worden de signalen opgeslagen in de SYSTEM CALL 1- en
CALL 2-toetsen (groen), ongeacht de modus. Zodra de knop
Enter is ingedrukt, verschijnt de weergave “ENTER KEYS”,
waarna de functieweergave verschijnt.
220
TUNING
2, 3, 4, 5, 6
NEDERLANDS
4
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “RESET
SYS” op de display van de afstandsbediening
verschijnt en druk vervolgens op de ENTER-toets.
• “SYS SEL” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
(2) Herstellen van het geheugen voor de
afstandsbedieningscodes
6
1
Wanneer de te herstellen functie op de display
verschijnt, drukt u op de ENTER-toets om de
geheugenplaats te herstellen.
7
ENTER / SHIFT
SELECT
“CONFIRM” verschijnt op het display. Om het
voorkeuzegeheugen terug te stellen, druk op de
ENTER-toets terwijl “CONFIRM” op het display
staat.
• “COMPLETE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
ENTER / SHIFT
MODE
SELECT
SELECT
TUNING
3, 4, 5
Het display van de afstandsbediening
verandert als volgt bij iedere druk op de D en
H cursortoetsen.
5
TUNING
BAND
MODE
TUNING
RESET PRE
RESET LRN
RESET ALL
RESET SYS
Druk op de D en H
cursortoetsen om de
systeemoproepinstelling te
selecteren die u wilt
terugstellen.
2, 3, 4, 6, 7
(3) Geprogrammeerde toetsen terugstellen
1
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
SYSCALL 1
SELECT
6
SYSCALL 2
Om CALL 1 of CALL 2 terug te
stellen, selecteer “SYS CALL 1”
of “SYS CALL 2”, en druk dan op
de ENTER-toets.
3, 4, 5
“CONFIRM” verschijnt op het display. Om de
instellingen terug te stellen, druk op de ENTERtoets terwijl “CONFIRM” op het display staat
• “COMPLETE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Druk op de ENTER-toets
ENTER / SHIFT
2, 3, 4, 5, 6
SELECT
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
SELECT
3
3
ON /
SOURCE
OFF
2
2
1
ON /
SOURCE
OFF
Het display van de afstandsbediening
verandert als volgt bij iedere druk op de D en
H cursortoetsen.
ENTER / SHIFT
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “SET UP” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Druk op de D en H cursortoetsen zodat
“RESET”
op
de
display
van
de
afstandsbediening verschijnt en druk vervolgens
op de ENTER-toets.
Gebruik de D en H cursortoetsen zodat
“RESET”
op
het
display
van
de
afstandsbediening verschijnt, en druk dan op de
ENTER-toets.
• “RESET PRE” verschijnt op het display.
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
TUNING
MODE
SELECT
ENTER / SHIFT
TUNING
BAND
MODE
SELECT
TUNING
ENTER / SHIFT
SELECT
4
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “RESET
PRE” op de display van de afstandsbediening
verschijnt en druk vervolgens op de ENTERtoets.
• Nadat “SEL PRE” op het display van de
afstandsbediening stond, verschijnt het
opgeslagen voorkeuzegeheugen op het
display van de afstandsbediening.
4
Gebruik de D en H cursortoetsen zodat “RESET
LRN” op het display van de afstandsbediening
verschijnt, en druk dan op de ENTER-toets.
• “SEL DEVICE” verschijnt op het display.
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
TUNING
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
TUNING
5
Gebruik de D en H cursortoetsen om de modus
te selecteren voor de toets die u wilt
terugstellen, en druk dan op de ENTER-toets.
TUNING
ENTER / SHIFT
5
TUNING
BAND
MODE
Selecteer de terug te stellen
code met de D en H
cursortoetsen.
BAND
6
ENTER / SHIFT
SELECT
“CONFIRM” verschijnt op het display.
Om de geprogrammeerde toets voor
de geselecteerde modus terug te
stellen, druk op de ENTER-toets terwijl
“CONFIRM” op het display staat.
MODE
SELECT
TUNING
TUNING
221
NEDERLANDS
(4) Alles herstellen
9 BEDIENING
• Met deze functie kunnen alle standaard instellingen
worden hersteld.
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets. “SET UP” verschijnt op het
display van de afstandsbediening.
1
1
Raadpleeg het deel “AANSLUITINGEN” (blz.
204 t/m 208) en controleer of alle aansluitingen
correct zijn.
2
Selecteer m.b.v. de knop AMP, de weergave
“AMP”. (alleen van toepassing bij bediening
via afstandsbediening)
3
3
ON /
SOURCE
OFF
2
Voorbereidingen voor de bediening
Druk op de ENTER-toets.
ENTER / SHIFT
SELECT
3, 4
2, 3, 4, 5
(Afstandsbediening)
3
Druk op de D en H cursortoetsen zodat
“RESET”
op
de
display
van
de
afstandsbediening verschijnt en druk vervolgens
op de ENTER-toets.
3
Schakel de spanning in.
Druk op de POWER operation-schakelaar
(toets).
3
2
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
¢ ON / STANDBY
ON /
SOURCE
MODE
TUNING
£ OFF
(Hoofdtoestel)
4
Druk op de D en H cursortoetsen zodat “RESET
ALL” op de display van de afstandsbediening
verschijnt en druk vervolgens op de ENTERtoets.
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
SELECT
TUNING
5
“CONFIRM” verschijnt op het display. Om terug
te stellen, druk op de ENTER-toets terwijl
“CONFIRM” op het display staat.
• Tijdens het terugstellen staat “BUSY” op het
display, en “COMPLETE” verschijnt zodra het
terugstellen is voltooid.
ENTER / SHIFT
SELECT
222
ON/STANDBY
Licht
SELECT
(Afstandsbediening)
• ¢ ON/STANDBY
De spanning wordt ingeschakeld en de
“ON/STANDBY”-indicator licht op.
Nadat de spanningsschakelaar op “¢
ON/STANDBY” is gezet, duurt het enkele
seconden vooraleer er geluid uit de
luidsprekers komt. Deze vertraging is te
wijten aan het ingebouwde dempingscircuit,
dat schakelgeluiden voorkomt wanneer de
spanning wordt in- en uitgeschakeld.
Zet de POWER-schakelaar in deze stand om
de spanning in en uit te schakelen met de
bijgeleverde afstandsbediening (RC-899).
• £ OFF
De spanning wordt uitgeschakeld en de
“ON/STANDBY”-indicator dooft.
In deze stand kan de spanning niet worden inen uitgeschakeld met de afstandsbediening
(RC-899).
2
NEDERLANDS
Weergeven van de ingangsbron
3
1
3
5
Ingangsstand-display
Kies de weergavestand.
Bijvoorbeeld: Stereo
• In de AUTO-stand
AUTO
STEREO
INPUT MODE
PCM
DTS
ANALOG
STEREO
5
• In de PCM-stand
AUTO
(Hoofdtoestel)
1
INPUT MODE
PCM
DTS
(Afstandsbediening)
• In de DTS-stand
4
2
Start de weergave op de gekozen component.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
component voor bedieningsinstructies.
AUTO
INPUT MODE
PCM
DTS
• In de ANALOG-stand
AUTO
INPUT MODE
PCM
DTS
ANALOG
3
1
Kies de ingangsbron die u wil weergeven.
Bijvoorbeeld: CD
2
5
Regel het volume.
VOLUME
+
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
Kies de ingangsstand.
• Kiezen van de analoge stand.
Druk op de ANALOG-toets om de analoge
ingang in te schakelen.
ANALOG
ANALOG
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Kiezen van de externe ingangsstand (EXT. IN)
Druk op EXT. IN (op de EXT. IN-toets op de
afstandsbediening) om de externe ingang te
veranderen.
EXT. IN
EXT.IN
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Kiezen van de standen AUTO, PCM, DTS.
Bij elke druk op de INPUT MODE-toets
(ingangsstand) verandert de stand als volgt.
AUTO
PCM
DTS
INPUT MODE
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Opmerkingen over het weergeven van
geluidsbronnen die met DTS zijn gecodeerd.
• Er kan beeldruis optreden bij het starten van
de weergave en bij het zoeken tijdens DTS
weergave in de AUTO stand. Als dit het
geval is, kan weergave in de DTS stand een
oplossing zijn.
Ingangssignaal-display
MASTER VOLUME
INPUT SELECTOR
Ingangsstand-keuzefunctie
Het is mogelijk om voor de verschillende ingangsbronnen
verschillende ingangsstanden te kiezen. De gekozen
ingangsstanden voor de afzonderlijke ingangsbronnen
worden in het geheugen opgeslagen.
q AUTO-stand (alle automatisch)
In deze stand wordt het type signalen dat wordt
ingevoerd
via
de
digitale
en
analoge
ingangsaansluitingen voor de gekozen ingangsbron
herkend en wordt automatisch het programma van de
surround-decoder van de AVC-A11SR’s gekozen bij
weergave. Deze stand kan worden gekozen voor alle
ingangsbronnen, behalve PHONO.
De aan- of afwezigheid van digitale signalen wordt
herkend, de via de digitale ingangsaansluitingen
ingevoerde signalen worden geïdentificeerd en het
decoderen en weergeven gebeurt automatisch in
DTS-, Dolby Digital- of PCM-formaat (2-kanaals
stereo). Als geen digitaal signaal wordt ingevoerd,
worden de analoge ingangsaansluitingen gekozen.
Gebruik deze stand om Dolby Digital-signalen weer te
geven.
w PCM-stand (exclusieve weergavestand voor PCMsignalen)
Decodering en weergave vinden enkel plaats wanneer
PCM-signalen worden ingevoerd.
Merk op dat ruis kan optreden wanneer u deze stand
gebruikt om andere dan PCM-signalen weer te geven.
e DTS-stand (exclusieve weergavestand voor DTSsignalen)
Decodering en weergave vinden enkel plaats wanneer
DTS-signalen worden ingevoerd.
r ANALOG-stand (exclusieve weergavestand voor
analoge audiosignalen)
De via de analoge ingangsaansluitingen ingevoerde
signalen worden gedecodeerd en weergegeven.
t EXT. IN-stand (keuzestand voor ingangsaansluiting van
externe decoder)
De via de ingangsaansluitingen van de externe
decoder ingevoerde signalen worden weergegeven
zonder beïnvloeding door het surroundcircuit.
OPMERKINGEN:
• Ruis zal hoorbaar zijn wanneer CD’s of LD’s
opgenomen in DTS-formaat worden weergegeven in
de standen “PCM” of “ANALOG”. Kies de stand DTS
voor het weergeven van signalen opgenomen in DTS
van een laserdiscspeler of CD-speler.
• DOLBY DIGITAL
Een van de twee licht op, afhankelijk
van het ingangssignaal
SIGNAL
Het volumeniveau
wordt getoond op
het
hoofdvolumeniveaudisplay.
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
DIGITAL
PURE
DIRECT
PRO LOGIC
DIGITAL
• DTS
SIGNAL
DIGITAL
Het volume kan worden geregeld binnen een
bereik van –70 tot 0 tot 18 dB in stappen van 1 dB.
Wanneer het kanaalniveau evenwel is ingesteld
zoals beschreven op blz. 214 of blz. 227, het
volume voor een kanaal is ingesteld op +1 dB of
hoger, kan het volume niet worden geregeld tot 18
dB. (In dit geval is het maximale volumeinstelbereik “18 dB — (maximale waarde van
kanaalniveau)”.)
Ingangsstand bij weergave van DTS-bronnen.
• Ruis zal hoorbaar zijn als DTS-compatibele CD’s of
LD’s worden weergegeven in de “ANALOG”- of
“PCM”-stand
Sluit bij de weergave van DTS-compatibele bronnen
de
broncomponent
aan
op
de
digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL/COAXIAL) en stel de
ingangsstand in op “AUTO” of “DTS”.
PURE
DIRECT
DIGITAL
De DIGITAL -indicator licht op wanneer digitale
signalen correct worden ingevoerd. Als de
DIGITAL -indicator niet oplicht, controleer dan of
de instelling (blz. 215) en de aansluitingen van de
digitale ingangscomponent juist zijn en of de
spanning van de component is ingeschakeld.
OPMERKING:
• De DIGITAL -indicator licht ook op wanneer een
CD-ROM wordt afgespeeld die andere dan
geluidssignalen bevat, maar er zal geen geluid
hoorbaar zijn.
Na het starten van de weergave
[1] Regelen van de geluidskwaliteit (toon)
De klankbesturingsfunctie functioneert niet in de functie DIRECT, ZUIVER DIRECT en Thuis THX Bioscoop
(DIRECT, PURE DIRECT en Home THX Cinema).
1
Selecteer de knop HOGE TONEN
(TREBLE) of LAGE TONEN
(BASS).
TREBLE
BASS
(Hoofdtoestel)
3
2 1
223
NEDERLANDS
2
Stel naar wens in met de CONTROL-knop.
SELECT
• Om de lage of hoge tonen te
verhogen: draai de knop in
wijzerzin. (De klank van de lage
of de hoge tonen kan worden (Hoofdtoestel)
verhoogd tot +12 dB in stappen
van 2 dB.)
• Om de lage of hoge tonen te verlagen: draai
de knop in wijzerzin. (De klank van de lage of
de hoge tonen kan worden verlaagd tot –12
dB in stappen van 2 dB.)
3
Als u niet wil dat de lage en hoge
tonen worden geregeld, schakel
dan de toonannuleerstand in.
De signalen worden niet
beïnvloed
door
de
regelcircuits van de hoge en
lage tonen, wat resulteert in
een hogere klankkwaliteit.
[4] Combineren van het momenteel
weergegeven geluid met het gewenste
beeld
1
1
TONE
DEFEAT
Steek de hoofdtelefoon in de aansluiting.
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONESaansluiting.
De voorversterkeruitgang en de uitvoer naar
de
luidsprekers
worden
automatisch
uitgeschakeld wanneer de hoofdtelefoon
wordt ingestoken.
VIDEO
Simultane weergave
SELECT
Gebruik deze schakelaar om
een videobron te bekijken
terwijl u een andere audiobron
beluistert.
(Afstandsbediening)
Druk op de VIDEO SELECTtoets van de afstandsbediening totdat het
gewenste beeld verschijnt.
De helderheid verandert in 3 stappen
wanneer de toets wordt ingedrukt en tot
slot wordt het display uitgeschakeld.
[6] Omschakelen van de
surroundluidsprekers
1
1
Telkens wanneer de SPEAKER-toets wordt
ingedrukt, wordt omgeschakeld tussen de
surroundluidsprekers zoals hieronder getoond.
SURROUND A
SURROUND B
SURROUND A+B
(Afstandsbediening)
Deze bediening is mogelijk wanneer de
instelling voor het gebruik van zowel
luidsprekers A als B is gekozen in “Speaker
Configuration” in het menu System Setup.
Annuleren van de simultane weergave.
• Kies “SOURCE” met de videokeuzetoets.
• Verander de programmabron in de
component die is aangesloten op de
video-ingang.
(Hoofdtoestel)
[2] Luisteren met een hoofdtelefoon
e Gebruik van de helderheidsfunctie
• Gebruik deze functie om de
DIMMER
helderheid van het display
te veranderen.
De helderheid van het
display verandert in vier
(Hoofdtoestel)
stappen (helder, gewoon,
dof en uit) telkens wanneer de DIMMERtoets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
[5] Controleren van de momenteel
weergegeven programmabron, enz.
Opname/weergave van meerdere bronnen
Met uitzondering van geval [2] hieronder, wordt alleen het signaal dat is aangesloten op de analoge ingangen
uitgevoerd via de REC OUT- en MULTI ZONE-uitgangsaansluitingen.
[1] Weergeven van een bron terwijl u een andere opneemt (REC OUT-stand)
1-q
1
OPMERKING:
Zet het volume niet te hoog wanneer u met de
hoofdtelefoon luistert, om gehoorverlies te
voorkomen.
1-e 1-w
Druk op de toets REC/MULTI
totdat “RECOUT SOURCE” op
het display van het toestel
verschijnt.
1, 2
REC / MULTI
(Hoofdtoestel)
1
[3] Tijdelijk uitschakelen van het geluid
(dempen)
1
1
224
Gebruik deze functie om de
audio-uitvoer tijdelijk uit te
schakelen.
Druk op de MUTING-toets
(demping).
Annuleren
van
de
MUTING-stand.
Druk nogmaals op de
MUTING-toets.
q Opscherm-display
• Telkens wanneer een
bewerking wordt
uitgevoerd, verschijnt een (Afstandsbediening)
beschrijving van die
bewerking op het display dat is
aangesloten op de VIDEO MONITOR OUTaansluiting van het toestel.
Tevens kan tijdens de weergave de
bedrijfsstand van het toestel worden
gecontroleerd door op de OSD-toets van
de afstandsbediening te drukken.
Informatie als de stand van de
ingangskiezer en de instellingen van de
surroundparameters wordt in volgorde
getoond.
2
Kies de bron die u wilt opnemen
totdat ze op het display van het
toestel verschijnt.
• De indicator van de gekozen
programmabron licht op.
2
Display
3
4
Om te annuleren drukt u op de knop
REC/MULTI en selecteert u “SOURCE”.
SELECT
REC / MULTI
STATUS
(Afstandsbediening)
1, 4 2, 4
(Hoofdtoestel)
Stel de opnamestand in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
component waarop u wil opnemen voor
bedieningsinstructies.
MUTING
w Voorpaneeldisplay
• Beschrijvingen van de
bewerkingen van het
toestel worden ook
(Hoofdtoestel)
getoond op het
voorpaneeldisplay. Tevens kan u tijdens de
weergave op het display ook de
bedrijfsstand van het toestel controleren
door op de STATUS-toets te drukken.
SELECT
(Hoofdtoestel)
REC
PHONO CD TUNER
DVD /
VCR
-1 -2 -3 V.AUX MD /
VDP TV / DBS
TAPE
RECOUT SOURCE
OPMERKINGEN:
• Andere opnamebronnen die u in de REC OUTstand kiest en die geen digitale ingangen zijn,
worden eveneens uitgevoerd naar de
meerbronnen-audio/video-uitgangsaansluitingen.
• Digitale signalen worden niet uitgevoerd via de
audio-uitgangen MULTI ZONE.
NEDERLANDS
[2] Opnemen van Dolby Digital- en DTS-meerkanalenbronnen
[4] Bediening van de afstandsbediening tijdens weergave van meerdere bronnen
• Met dit toestel kunnen Dolby Digital- en DTS-meerkanalensignalen worden opgenomen die zijn omgezet
in analoge 2-kanalensignalen.
• De opnamesignalen worden uitgevoerd naar de uitgangsaansluitingen MULTI ZONE OUT, TAPE en VCR.
Dit is mogelijk wanneer de Multi-modus is geselecteerd.
Dit is niet mogelijk bij REC OUT (opname uitgang).
1
Selecteer “MULTI” met
behulp van de AMP-toets.
MULTI
(Afstandsbediening)
3
3
2
3 2 3
1
1
Druk op de knop REC/MULTI en selecteer
SOURCE”.
3
SELECT
REC / MULTI
Stel de surroundstand in door op de DIRECT- of
STEREO-toets te drukken.
• De digitale meerkanalensignalen worden
gedownmixed en uitgevoerd naar de
uitgangsaansluitingen TAPE en VCR.
DIRECT
(Hoofdtoestel)
2
of
Stel de ingangsstand in op de
bron die u wilt weergeven.
3
(Hoofdtoestel)
4
(Afstandsbediening)
Stel de opnamestand in.
1
VOLUME
+
2
-
Weergave via de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN)
1
1, 2
REC / MULTI
3
OPMERKING:
(Afstandsbediening)
MULTI VOLUME werkt
wanneer “Variable” is geselecteerd voor
“Multi Zone Vol. Level” in het SYSTEM
SETUP MENU. (Zie bladzijde 213.)
[3] Uitvoeren van een programmabron op een versterker, enz. in een andere kamer
(MULTI-stand)
Druk op de toets REC/M-ULTI
totdat “M-ZONE SOURCE” op
het display van het toestel
verschijnt.
Het volumeniveau aanpassen
Gebruik de VOLUMEtoetsen om het volumeniveau
in te stellen.
STEREO
INPUT MODE
(Hoofdtoestel)
1
Bijvoorbeeld:
Druk de
ingangsbrontoets in. CD
De meerbron wordt direct
ingeschakeld.
(Afstandsbediening)
STEREO
of
Het selecteren van de ingangsbron
Stel de stand voor externe ingang (EXT. IN) in.
Druk op EXT. IN (op de EXT. IN-toets op de
afstandsbediening) om de externe ingang in te
schakelen.
EXT. IN
EXT.IN
(Hoofdtoestel)
2
Kies de bron die u wilt opnemen
totdat ze op het display van het
toestel verschijnt.
• De multi-indicator licht op.
• De indicator van de gekozen
programmabron licht op
SELECT
(Hoofdtoestel)
1, 4 2, 4
(Hoofdtoestel)
Display
2
PHONO CD TUNER
DVD /
MULTI
VCR
-1 -2 -3 V.AUX MD /
VDP TV / DBS
TAPE
M-ZONE SOURCE
3
4
Start de weergave van de uit te voeren bron.
• Zie de handleidingen van de desbetreffende
componenten voor gebruiksaanwijzingen.
Om te annuleren drukt u op de knop
REC/MULTI en selecteert u “SOURCE”.
SELECT
REC / MULTI
OPMERKINGEN:
• De signalen van de bron die is gekozen in de
stand MULTI worden ook uitgevoerd via de
opname-uitgangsaansluitingen TAPE en VCR.
(Afstandsbediening)
Zodra deze is geselecteerd, worden de
ingangssignalen die zijn aangesloten op de
kanalen FRONT-L (links voor), FRONT-R (rechts
voor), CENTER (midden), SURR.-L (surround
links) en SURR.-R (surround rechts), SB-L
(surround-achter links) en SB-R (surroundachter rechts) van de EXT. IN-aansluitingen
rechtstreeks uitgevoerd naar de voorste (links
en rechts), middelste, surround- (links en
rechts) en surround-achter (links en rechts)
luidsprekersystemen,
alsook
naar
de
voorversterkeruitgangen, zonder te passeren
langs het surroundcircuit.
Voorts wordt het signaal dat wordt ingevoerd
via de SW-aansluiting (subwoofer) uitgevoerd
naar de aansluiting PRE OUT SW (subwoofer).
2 1
2
2
1
(Hoofdtoestel)
225
NEDERLANDS
2
ANALOG
INPUT MODE
of
(Hoofdtoestel)
of
ANALOG
(Afstandsbediening)
Annuleren van de externe ingangsstand.
Annuleer de externe-ingangsstand (EXT. IN) door op
de INPUT MODE- (ingangsstand) of ANALOG-toets te
drukken en over te schakelen op de gewenste
ingangsstand.
• Wanneer de ingangsstand is ingesteld op de externe ingang (EXT. IN), kan de weergavestand (DIRECT,
STEREO, DOLBY/DTS SURROUND, HOME THX CINEMA, WIDE SCREEN, 5CH/7CH STEREO of DSP
SIMULATION) niet worden ingesteld.
OPMERKINGEN:
• In een andere weergavestand dan de externe ingangsstand kunnen de signalen op deze aansluitingen niet
worden weergegeven. Tevens kunnen geen signalen worden uitgevoerd uit kanalen die niet zijn
aangesloten op de ingangsaansluitingen.
• De externe ingangsstand kan worden ingesteld voor elke ingangsbron. Om videobeelden te bekijken terwijl
u muziek beluistert, moet u de ingangsbron kiezen waarop het videosignaal is aangesloten en vervolgens
deze stand instellen.
De AVC-A11SR beschikt over drie 2-kanalenweergavestanden die uitsluitend bestemd zijn voor muziek.
Kies de stand overeenkomstig uw voorkeur.
PURE DIRECT-stand
In deze stand wordt de muziek weergegeven
met een uiterst hoge geluidskwaliteit.
Wanneer deze stand is ingesteld, worden alle
videocircuits
uitgeschakeld,
zodat
de
muzieksignalen met een hoge geluidskwaliteit
kunnen worden weergegeven. Wanneer een
analoge ingang (phono, etc.) geselecteerd
wordt, wordt het digitale circuit ook
uitgeschakeld om een analoog geluid met een
hogere zuiverheidsgraad weer te kunnen
geven.
VIDEO ON/OFF-toets
Wanneer er geen videosignalen van een DVD, enz., zijn aangesloten op de AVC-A11SR en de
DVD, enz., rechtstreeks zijn aangesloten op een TV, enz., is het videocircuit overbodig en kan
het worden uitgeschakeld door de instelling “VIDEO OFF” te kiezen.
VIDEO
ON / OFF
(Hoofdtoestel)
OPMERKINGEN:
• De systeeminstelfunctie kan niet worden gebruikt wanneer de PURE DIRECT-stand is ingesteld of de instelling
“VIDEO OFF” is gekozen. Om de systeeminstelfunctie te kunnen gebruiken, moet u de PURE DIRECT-stand
annuleren of de instelling “VIDEO ON” kiezen.
• Het kanaalniveau en de surroundparameters in de PURE DIRECT-stand zijn dezelfde als in de DIRECT-stand.
• Wanneer de PURE DIRECT-toets wordt ingedrukt in de PURE DIRECT-stand, wordt de PURE DIRECT-stand
geannuleerd en wordt de DIRECT-stand ingesteld.
• De instelling van de kantelfrequentie (crossover frequency) dient binnen de systeeminstelling op “FIXED-THX” ingesteld te zijn om het digitale circuit uit te kunnen schakelen indien de functie Analoge ingang in de functie
PURE DIRECT ingesteld staat. (zie blz. 211)
Multi-bron- en multi-zoneweergave
Weergeven van audiobronnen (CD's en DVD's)
1
4
MUZIEK-ENTERTAINMENTSYSTEEM VOOR MEERDERE KAMERS
• Wanneer de uitgangen van de aansluitingen MULTI ZONE AUDIO OUT worden aangesloten op in andere
kamers opgestelde geïntegreerde versterkers, kunnen verschillende bronnen worden weergegeven in andere
kamers dan de hoofdkamer waarin dit toetsel en de weergaveapparaten opgesteld zijn. (Zie ANDERE KAMER
op onderstaande afbeelding.)
1
OPMERKINGEN:
• Maak voor de AUDIO-uitvoer gebruik van penstekkersnoeren van hoge kwaliteit en sluit ze zo aan dat er geen brom
of ruis optreedt.
• Raadpleeg voor voorschriften m.b.t. de installatie en bediening van los verkochte apparaten de
gebruiksaanwijzing van de desbetreffende apparaten.
2
3
MUZIEK-ENTERTAINMENTSYSTEEM VOOR MEERDERE KAMERS
4
PURE
DIRECT
1
2
(Hoofdtoestel)
EEN ANDERE KAMER
EERSTE KAMER
MEERBRON AUDIOSNOER
signaalkabel
3
(Afstandsbediening)
B
PURE DIRECT
weergaveverlichting.
LUIDSPREKERSNOER kabel
SIGNAL
DIGITAL
PURE
DIRECT
GEINTEGREERDE
VERSTERKER
De weergave is in de functie PURE DIRECT
uitgeschakeld.
2
DIRECT-stand
Gebruik deze stand om een goede kwaliteit van 2kanalengeluid te verkrijgen tijdens het bekijken van
beelden. In deze stand worden de audiosignalen niet
beïnvloed door circuits als het tooncircuit, maar
worden ze rechtstreeks overgebracht, wat resulteert
in een goede geluidskwaliteit.
3
STEREO-stand
Gebruik deze stand om de toon te regelen en het
gewenste geluid te verkrijgen tijdens het bekijken
van beelden.
STEREO
STEREO
DIRECT
(Hoofdtoestel)
(Hoofdtoestel)
226
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
AVC-A11SR
NEDERLANDS
10 SURROUND
Faderfunctie
• Deze functie stelt u in staat om het volume van de voorste kanalen (FL, C en FR) of de achterste kanalen (SL,
SR, SBL en SBR) samen te verlagen. Op die manier kan u bijvoorbeeld de geluidsbalans tussen de
verschillende posities instellen tijdens de weergave van meerkanalen-muziekbronnen.
Alvorens weer te geven met de surroundfunctie
• Stel alvorens weer te geven met de surroundfunctie met behulp van de testtonen het weergaveniveau van de
verschillende luidsprekers in. Dit kunt u doen in de systeeminstelling (zie blz. 214) of met de
afstandsbediening, zoals hierna beschreven.
• Instellen met de afstandsbediening met behulp van de testtonen is enkel mogelijk in de “Auto”-stand en heeft
enkel effect in de standen DOLBY/DTS SURROUND en HOME THX CINEMA. De ingestelde niveaus worden
automatisch in het geheugen opgeslagen.
1
Druk op de knop CH VOL (of druk, op de
afstandsbediening, op de knop SELECT) en
selecteer “FADER”.
CH VOL
ENTER / SHIFT
SELECT
1
Druk op de TEST TONE-toets
(testtoon).
TEST
TONE
(Hoofdtoestel)
2
(Afstandsbediening)
2
TUNING
BAND
MODE
TUNING
(Afstandsbediening)
3
De verschillende luidsprekers
produceren testtonen. Gebruik
de kanaalvolume-insteltoetsen
om eenzelfde volume in te
stellen voor de testtonen van
alle luidsprekers.
FL
2
• Maak na het instellen van de testtonen de gewenste instellingen voor elke surroundstand waarin u wilt
weergeven, en stel vervolgens de niveaus van de verschillende kanalen in zoals hieronder beschreven.
Druk op de knop CH VOL (of druk, op de
afstandsbediening, op de knop SELECT) en
selecteer “CH VOL”.
SR
SW
SBR
SBL
2
SL
HOOFDEENHEID:
Draai de knop SELECT naar
rechts om het volume van de
'surround' in totaliteit aan te
passen.
Draai de knop SELECT naar
links om het volume van de
voorzijde in totaliteit aan te
passen.
AFSTANDSBEDIENING:
Druk op de knop D om het
volume van de 'surround' in
totaliteit aan te passen.
Druk op de knop H om het
volume van de voorzijde in
totaliteit aan te passen.
SELECT
(Hoofdtoestel)
Dit wordt enkel getoond bij het instellen van de fader
TUNING
BAND
MODE
TUNING
(Afstandsbediening)
ENTER / SHIFT
De faderfunctie heeft geen invloed op de
kanalen SW.
SELECT
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
1 2
Als de knop ingedrukt wordt, wisselt de functie
Instellingen conform de onderstaande volgorde.
FL
FR
1
1, 3
CH VOL
C
FADER
(Afstandsbediening)
1
1 2
Bij elke druk op de toets verandert het kanaal
als volgt.
Druk na het instellen
nogmaals op de TEST TONEtoets.
TEST
TONE
(Afstandsbediening)
C
FADER
FR
SR
SBR
SW
SBL
2
SL
Het kanaal met de laagste niveau-instelling kan
worden verzwakt tot –12 dB met behulp van de
faderfunctie.
Als de kanaalniveaus afzonderlijk worden ingesteld
na het regelen van de fader, worden de
instelwaarden van de fader gewist en dient u de
fader opnieuw in te stellen.
1
2
Stel het niveau van de gekozen luidspreker in.
TUNING
SELECT
BAND
MODE
TUNING
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Wanneer de surround-achterluidsprekerinstelling
voor “Speaker Configuration” op “1spkr” staat,
wordt dit op “SB” ingesteld.
OPMERKINGEN:
• Het regelbereik voor de verschillende kanalen is
+12 tot –12 dB.
• In de DIRECT-modus kunt u de klank van de
subwoofer uitschakelen door de SW-instelling
(subwoofer) nog één stap van –12 te verlagen
(instelling “OFF”).
227
NEDERLANDS
Weergavestanden voor de verschillende bronnen
De AVC-A11SR beschikt over vele surroundstanden. Wij raden u aan de surroundstanden te gebruiken zoals
hieronder beschreven om het maximale effect te verkrijgen voor een specifieke signaalbron.
De stand THX Surround EX / Home THX Cinema
Wanneer de HOME THX CINEMA-toets wordt ingedrukt, wordt de surroundstand als volgt ingesteld,
overeenkomstig het weergegeven signaal:
q
w
e
r
is een 6,1-kanaals / 7,1-kanaals-surroundstand.
Bronnen opgenomen in Dolby Digital
Surround EX
THX SURROUND EX
• Maximaal effect voor het weergeven van films op de AVCA11SR.
6,1 SURROUND
• Wij raden deze standen aan voor bronnen die hoofdzakelijk uit
muziek bestaan.
Bronnen opgenomen in DTS-ES
DTS-ES, DSCRT 6.1, MTRX 6.1
• Dit is de meest geschikte stand voor het weergeven van
bronnen die zijn opgenomen in DTS-ES.
THX DSCRT 6.1, MTRX 6.1
• Bij het weergeven van films resulteert deze stand soms in
een natuurlijker geluid. Kies de stand naar wens.
Dolby Digital
5,1of
kanaalsbronnen
DTS Surround
2-kanaalsbronnen opgenomen in Dolby
Surround
Wanneer de HOME THX CINEMA-stand is ingesteld wanneer een DVD wordt weergegeven, moet u de instelling
van de digitale uitgang van de DVD-speler controleren en veranderen in een instelling waarin Dolby Digital- en
DTS-bitstream-signalen kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld “bit stream”).
Wanneer de stand THX5.1 is ingesteld, drukt u op de toets 6.1/7.1 SURROUND en verandert u de instelling van
de parameter in “ON”.
[1] Weergeven van bronnen opgenomen in Dolby Surround in de Home THX Cinemasurroundstand
1
WIDE SCREEN
• Effectief voor 2-kanaalsbronnen opgenomen in Dolby Surround
of voor 7,1-kanaalsweergave van 5,1-kanaalsbronnen.
Bronnen opgenomen in stereo
Bronnen opgenomen in mono
q Selecteer de programmabron.
2 1-w
INPUT MODE
(Main unit)
2
3
(Afstandsbediening)
Geef een programmabron weer die is voorzien
van het logo
.
Pas het volume aan.
VOLUME
MASTER VOLUME
+
DTS NEO: 6
• Dit is de surroundstand voor het weergeven van
stereobronnen met 6.1 of 7.1 kanalen, ontwikkeld door Digital
Theater Systems.
• Een van de twee weergavestanden, MUSIC (voor muziek) of
CINEMA (voor films), kan naar wens worden gekozen.
• Hoewel we aanraden de surroundstand te kiezen zoals hierboven beschreven, kunnen ook andere surroundstanden worden
gekozen.
228
1-q
HOME
THX CINEMA
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de
betreffende componenten voor
bedieningsinstructies.
4
4
(Afstandsbediening)
Selecteer de Home THX Cinema-stand.
(Hoofdtoestel)
Originele DENON-Surroundstanden (Zie blz. 232)
• Kies deze standen voor 7,1-kanaalsweergave van bronnen die
zijn opgenomen in stereo of mono.
• De effecten zijn voor elke surroundstand verschillend. Kies de
stand die het meest geschikt is voor de gebruikte bron.
(Afstandsbediening)
w Stel de ingangsstand in op “AUTO”.
PURE DIRECT
• Door alle videocircuits uit te schakelen kan de analoge muziek
met een optimale geluidskwaliteit worden weergegeven. (De
video-uitgangen werken niet.)
DIRECT / STEREO
• Deze stand is optimaal voor het weergeven van 5,1kanaalsfilms.
• Voor bronnen opgenomen in Dolby Surround wordt de
weergavestand automatisch ingesteld op Dolby Pro Logic.
4
1-q
INPUT SELECTOR
(Hoofdtoestel)
HOME THX CINEMA
• Deze stand is optimaal voor het weergeven van 5,1-kanaalsfilms.
• Ook voor bronnen opgenomen in Dolby Surround biedt deze
stand dezelfde krachtige effecten als voor 5,1-kanaalsbronnen.
DOLBY DIGITAL / DTS SURROUND / DTS 96/24
• Deze stand is optimaal voor het weergeven van 5,1-kanaalsfilms.
• Voor Dolby surround opname, wordt Dolby Pro-Logic II
weergave uitgevoerd.
THX Surround EX
Home THX CINEMA
THX 5.1
THX DSCRT 6.1, THX MTRX 6.1
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
2
1-w
NEDERLANDS
Surroundparameters q
DECODER:
Selecteer de te gebruiken decoder als de functie dubbele kanaalbronnen in de functie Thuis THX Bioscoop
(Home THX Cinema mode) afgespeeld wordt.
PL II C........De signalen worden in de functie Dolby Pro Logic II Bioscoop (Cinema), voordat het proces
THX geactiveerd wordt, gedecodeerd.
PL II E........De signalen worden in de functie Dolby Pro Logic Simulatie (Emulation), voordat het proces
THX geactiveerd wordt, gedecodeerd.
NEO:6 C ....De signalen worden in de functie NEO-6 Bioscoop (Cinema), voordat het proces THX
geactiveerd wordt, gedecodeerd.
AFDM (Auto Flag Detect Mode):
Selecteer de modus automatische vlagdetectie (Auto Flag Detect Mode). (Zie blz. 212.)
SB CH OUT:
Als de modus automatische vlagdetectie (Auto Flag Detect Mode) op “OFF” staat, kunt u de
weergavemethode voor een surround-achterkanaal kiezen.
De parameter die u kunt kiezen is gelijk aan de inhoud van de instelling Niet-vlag Bron SBch uitgang (zie blz.
212).
Als de modus automatische vlagdetectie (Auto Flag Detect Mode) op “ON” staat, verschijnt de parameter
die is geselecteerd door Niet-vlag Bron SBch uitgang in het Instelmenu op het display (zie blz. 212).
Schakel de modus automatische vlagdetectie (Auto Flag Detect Mode) uit als u een parameter verandert.
[2] Om bronnen opgenomen in Dolby Digital of DTS weer te geven in de surroundstand THX
Surround EX/Home THX Cinema
1
3 3
Kiezen van een digitale ingangsbron
HOME
THX CINEMA
2
3
fs:
FORMAT:
OFFSET:
FLAG:
Geeft het type signaal weer (DTS, DOLBY (Afstandsbediening)
DIGITAL, PCM, etc.).
Geeft de testfrequentie van het type signaal
weer.
Geeft het aantal kanalen van het
ingangssignaal weer.
“Aantal voorste kanalen/Aantal
'surround'kanalen/LFE aan/uit (on/off)”
De weergave “SURROUND” voor de signaalbronnen voor de
dubbele kanalen in Dolby Surround wordt weergegeven.
Geeft de offset-waarde van de normvaststelling van het dialoog
weer. (Zie pagina 230.)
Geeft het specifieke identificatiesignaal, welke in het
ingangssignaal werd opgenomen, weer. (Zie pagina 212.)
De weergave “MATRIX” wordt weergegeven als de bewerking van de matrix, op het achterste
'surround'kanaal, “DISCRETE” weergegeven wordt als een discrete bewerking wordt
uitgevoerd.
Geen weergave als geen identificatiesignaal werd opgenomen.
OSD-1
OSD-2
OSD-3
OSD-4
OSD-5
OSD-6
OSD-7
Selecteer de Home THX Cinema-stand.
(Hoofdtoestel)
SIGNAL:
Tevens, wordt de scherminformatie, als de knop OSD herhaaldelijk ingedrukt wordt, in de onderstaande
volgorde weergegeven:
Kies de programmabron
Voer stap 1 onder “Dolby Digital-stand en DTS
Surround” (blz. 230) uit.
2
Het controleren van het ingangssignaal
Het ingangssignaal kan gecontroleerd worden door op de
afstandsbediening op de knop OSD te drukken. (Zie pagina
224.)
3
Ingangssignaal
Ingang/Uitgang
Surround parameter
Klankbesturing
Functie Surround
Functie Surround
Digitaal geselecteerd
OPMERKING:
OSD-3: Niet getoond in surroundstanden zonder surroundparameters.
OSD-4: Niet getoond in surroundstanden waarin geen toonregeling mogelijk is.
(Afstandsbediening)
Geef een programmabron weer die is voorzien
van het logo
,
.
2
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de
betreffende componenten voor
bedieningsinstructies.
De informatie over de kanaalstatus tijdens de
weergave van Dolby Digital- en DTS-bronnen
kan worden gecontroleerd met de “STATUS”toets op het hoofdtoestel.
OUTPUT
DIGITAL
De surround-achter-indicator licht
groen op tijdens de weergave in de
stand THX SURROUND EX.
De Dolby Digital-indicator licht op
tijdens de weergave van Dolby Digitalbronnen.
De DTS-indicator licht op tijdens de
weergave van DTS-bronnen.
229
NEDERLANDS
Dolby Digital-stand (alleen met digitale ingang) en DTS Surround (alleen met digitale
ingang)
1
Kies de ingangsbron.
1-q
3 3
(Hoofdtoestel)
PMERKINGEN:
• De weergave op het scherm (OSD= On Screen Display) zal bij een bediening via de knop op de
hoofdeenheid anders zijn dan wanneer de bediening via de afstandsbediening plaatsvindt.
• Als “Default” (standaard) geselecteerd is en de knop F ingedrukt is, worden “CINEMA EQ.” en
“D.COMP.” automatisch uitgeschakeld, “SB CH OUT” wordt gereset, “CHANEL LEVEL” en de klank
worden op de standaardwaarde ingesteld.
(Afstandsbediening)
1-w 2
4, 5, 6
5
w Stel de ingangsstand in op “AUTO”.
Licht
• De Dolby Digital-indicator licht op bij de
weergave van Dolby Digital-bronnen.
Surroundparameters w
CINEMA EQ. (Cinema-equalizer):
De Cinema EQ-functie verlaagt het niveau van de extreem hoge frequenties zachtjes om te scherp klinkend
filmgeluid te compenseren. Schakel deze functie in als het geluid uit de voorste luidsprekers te scherp klinkt.
Deze functie werkt alleen in de standen Dolby Pro Logic, Dolby Digital, DTS Surround en Wide Screen.
D.COMP. (Compressie van dynamisch bereik):
Filmgeluid heeft een erg breed dynamisch bereik (het contrast tussen zeer zacht en zeer luid geluid).
Wanneer u ‘s avonds laat luistert of het maximale geluidsniveau lager is dan normaal, kan u dankzij de
compressie van het dynamisch bereik alle klanken integraal horen (maar in een beperkter dynamisch bereik).
(Deze functie werkt alleen bij de weergave van programmabronnen opgenomen in Dolby Digital of DTS.) Kies
één van de vier parameters (“OFF” (uit), “LOW” (laag), “MID” (midden) of “HI” (hoog)). Kies de instelling
OFF voor normaal luisteren.
Deze parameter wordt enkel getoond bij de weergave van compatibele bronnen in de stand DTS.
LFE (Low Frequency Effect):
Stelt het niveau in van de LFE-geluiden (Low Frequency Effect) in de bronnen bij de weergave van
programmabronnen die zijn opgenomen in Dolby Digital of DTS.
Als het geluid van de subwoofer vervormd klinkt vanwege LFE-signalen tijdens de weergave van Dolby
Digital- of DTS-bronnen wanneer de piekbegrenzer is uitgeschakeld met de instelling van het subwooferpiekgrensniveau (systeeminstelmenu), moet u indien nodig het niveau aanpassen.
Programmabron en instelbereik
1. Dolby Digital: –10 dB tot 0 dB
2. DTS Surround: –10 dB tot 0 dB
Licht
• De DTS-indicator licht op bij de
weergave van DTS-bronnen.
Bij de weergave van DTS-gecodeerde filmsoftware wordt een LFE LEVEL van 0 dB aangeraden
voor een correcte DTS-weergave.
4, 6
INPUT MODE
5
(Hoofdtoestel)
1-q
DOLBY / DTS
(Afstandsbediening)
Geef een programmabron weer die is voorzien van het
logo
,
.
DIGITAL
SIGNAL
DETECT
2
1-w
Bij de weergave van DTS-gecodeerde muzieksoftware wordt een LFE LEVEL van
aangeraden voor een correcte DTS-weergave.
TONE:
Deze stelt de toonregelaar in. (Zie “Surroundparameters r”op blz. 234.)
• De indicator SIGNAL DETECT licht op
als de bronnen waarop een speciaal
Licht
identificatiegeluid opgenomen werd,
afgespeeld wordt.
Geef het surroundparametermenu weer.
De functie dialoognormalisatie wordt automatisch geactiveerd bij de weergave van Dolby Digitalprogrammabronnen.
Dialoognormalisatie is een basisfunctie van Dolby Digital die automatisch het dialoogniveau (standaardniveau)
normaliseert van de signalen die worden opgenomen op verschillende niveaus voor verschillende
programmabronnen, zoals DVD, DTV en andere toekomstige formaten die Dolby Digital zullen gebruiken.
Wanneer deze functie is geactiveerd, verschijnt de volgende boodschap op het display van het hoofdtoestel:
(Afstandsbediening)
q Kies de diverse parameters.
w Stel de parameters in.
DIAL.NORM
TUNING
SURROUND
PARAMETER
BAND
SELECT
TUNING
MODE
BAND
MODE
TUNING
TUNING
(Hoofdtoestel)
230
–10 dB
2 Dialoognormalisatie
SURROUND
PARAMETER
(Hoofdtoestel)
5
(Afstandsbediening)
Kies de Surround-stand.
(Hoofdtoestel)
4
Als de eenheid in werking wordt gesteld door een knop op de hoofdeenheid, dan zal
binnen enkele seconden nadat de werking gestopt is, de standaard weergave
verschijnen.
(Afstandsbediening)
INPUT SELECTOR
3
Druk op de knop SURR.PARA. om de instelling af te ronden.
Weergave met een digitale ingang
q Kies een ingangsbron die is ingesteld op digitaal
(COAXIAL/OPTICAL) (zie blz. 215).
2
6
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
OFFSET
+ 4dB
Het getal geeft het normalisatieniveau aan wanneer het momenteel
weergegeven programma wordt genormaliseerd tot het standaardniveau.
NEDERLANDS
Dolby Surround Pro Logic II-stand
1
6
Selecteer de functie waaraan het component
dat u wilt afspelen, aangesloten is.
Bijvoorbeeld:
Stel in overeenstemming met de functie, de Surround parameters in.
SURROUND
PARAMETER
INPUT SELECTOR
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• De functie wisselt iedere keer dat een knop ingedrukt wordt, e.e.a. zoals weergegeven.
(Hoofdtoestel)
DOLBY PL II CINEMA
(Afstandsbediening)
1
2
2 4, 5
DOLBY PL II MUSIC
Kies de stand Dolby Surround Pro Logic II.
Selecteer m.b.v. de
knoppen SELECT de
functie DOLBY PRO
LOGIC II.
De functie Surround
wisselt als de knop
SURROUND MODE
ingedrukt wordt.
Selecteer de functie
DOLBY PRO LOGIC II.
4, 6
5
7
DOLBY / DTS
(Hoofdtoestel)
Stel de diverse Surround parameters in.
• Instelling CINEMA EQ.
OPMERKING:
• Als u de parameterinstellingen invoert zal de
weergave, enkele seconden nadat de laatste
knop ingedrukt werd, naar de standaard
weergave terugkeren en wordt de instelling
afgerond.
1
(Afstandsbediening)
• De Dolby Pro Logic-indicator licht op.
Licht
2
• Instelling PANORAMA/DIMENSION/
CENTER WIDTH
3
Geef een programmabron weer die voorzien is van het logo
.
• Raadpleeg de handleidingen van de desbetreffende componenten voor bedieningsvoorschriften.
4
Selecteer de functie Surround parameter.
• Instelling DEFAULT
CINEMA
/ MUSIC
(Hoofdtoestel)
5
DOLBY PL II EMULATION
6
(Afstandsbediening)
Selecteer de functie Optimaal (Optimum) voor de bron.
CINEMA
/ MUSIC
TUNING
BAND
MODE
TUNING
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
DOLBY PL II CINEMA
DOLBY PL II MUSIC
DOLBY PL II EMULATION
Stop met het indrukken van de knoppen zodra u de
instelling van de Surround parameters afgerond
heeft. Na enkele seconden zal de standaard
weergave weer verschijnen en worden de
instellingen die u ingevoerd heeft, automatisch
ingesteld.
Surroundparameters e
Pro Logic II-stand:
De Cinema-stand wordt gebruikt voor stereotelevisieprogramma’s die zijn gecodeerd in Dolby
Surround.
De
Music-stand
wordt
aanbevolen
als
standaardstand voor autosound-muzieksystemen
(geen video) en is optioneel voor A/V-systemen.
De functie Pro Logic Simulatie (Emulation) biedt, in
het geval dat de inhoud van de bron niet over een
optimale kwaliteit beschikt, eenzelfde robuuste
surround bewerking als de originele Pro Logic.
Kies één van de standen (“Cinema”, “Music” or
“EML”).
Panorama-regelaar
Deze stand breidt het stereobeeld vooraan uit met
de surroundluidsprekers en resulteert in een
opwindend “omhullend” effect met weerkaatsing
van het geluid via de zijwanden.
Kies “OFF” of “ON”.
Dimension-regelaar:
Deze regelaar regelt het geluidsveld geleidelijk
naar voren of naar achteren bij. De regelaar kan in
7 stappen worden ingesteld van 0 tot 6.
Center Width-regelaar:
Deze regelaar stelt het middenbeeld in, zodat het
alleen hoorbaar is via de middenluidspreker; alleen
hoorbaar via de linker-/rechterluidsprekers als
fantoombeeld; of via alle drie voorluidsprekers in
verschillende mate.
De regelaar kan in 8 stappen worden ingesteld van
0 tot 7.
231
NEDERLANDS
11 ORIGINELE DENON-SURROUNDSTANDEN
DTS Neo: 6-stand
Surroundweergave kan worden uitgevoerd voor de 2kanalensignalen van de analoge ingang en van de
digitale PCM-ingang.
1
• De AVC-A11SR is uitgerust met een ingebouwde DSP (digitale signaalprocessor) met hoog vermogen die door middel van
digitale verwerking geluidsvelden kunstmatig herschept. Kies één van de acht standaard-surroundstanden die past bij de
programmabron die u wilt weergeven en stel de parameters in om een realistischer en krachtiger geluidsveld te bekomen.
Kies de DTS NEO:6-stand.
Surroundstanden en hun eigenschappen
SELECT
DOLBY / DTS
1
(Hoofdtoestel)
2
3
3, 4
1, 4
1
WIDE SCREEN
Kies deze stand om de sfeer van een bioscoop met een groot scherm te verkrijgen. In deze stand
worden alle signaalbronnen weergegeven in de 7,1-kanaalsstand, inclusief Dolby Pro Logic- en
Dolby Digital 5,1-kanaalsbronnen. Effecten die de multi-surroundluidsprekers van bioscopen
nabootsen, worden toegevoegd aan de surroundkanalen.
3
2
SUPER STADIUM
Kies deze stand voor het bekijken van baseball- of voetbaluitzendingen om het geluid te ervaren
alsof u zelf in het stadion aanwezig bent. Deze stand biedt de langste nagalmsignalen.
3
ROCK ARENA
Gebruik deze stand om het gevoel van een live-concert in een arena te creëren, waarbij het
geluid vanuit alle richtingen wordt weerkaatst.
4
JAZZ CLUB
Deze stand creëert het geluidsveld van een live-club met laag plafond en harde muren. Deze
stand geeft jazz een zeer levendige en realistische klank.
5
CLASSIC
CONCERT
Kies deze stand om de akoestiek van een concertzaal, rijk aan nagalm, na te bootsen.
6
MONO MOVIE
(OPMERKING 1)
Kies deze stand om mono-films te bekijken met een groter gevoel van ruimtelijkheid.
7
MATRIX
Kies deze stand om het gevoel van ruimtelijkheid te benadrukken bij het beluisteren van in stereo
opgenomen muziekbronnen. Signalen die de differentiële component van de ingangssignalen
bevatten (de component die het gevoel van ruimtelijkheid creëert), verwerkt voor vertraging,
worden uitgevoerd via het surroundkanaal.
8
5CH/7CH STEREO
De signalen van het kanaal links voor worden uitgevoerd naar de linkse surround- en surroundachterkanalen, de signalen van het kanaal rechts voor worden uitgevoerd naar de rechtse
surround- en surround-achterkanalen en de in-fase-component van de linkse en de rechtse
kanalen wordt uitgevoerd naar het middenkanaal. Gebruik deze stand om te genieten van
stereogeluid.
(Afstandsbediening)
Speel een programmabron af.
4
Geef het menu Surround Parameter weer.
4, 5
SURROUND
PARAMETER
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
1
4
Stel de verschillende surround parameters in.
SURROUND
PARAMETER
TUNING
SELECT
TUNING
ENTER / SHIFT
BAND
MODE
BAND
SELECT
MODE
TUNING
TUNING
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Selecteer CINEMA of MUSIC.
(CINEMA is optimaal voor films.
MUSIC is optimaal voor
muzieksoftware.)
5
ENTER / SHIFT
Voer de instelling in.
OPMERKING 1: Bij de weergave van in mono opgenomen bronnen zal het geluid eenzijdig zijn als de signalen
slechts via één kanaal worden ingevoerd (links of rechts). Voer daarom de signalen via beide
kanalen in. Als uw broncomponent slechts over één audio-uitgang beschikt (bijv. monofone
camcorder, enz.), splits dan met behulp van een “Y”-adapterkabel de mono-uitgang in twee
uitgangen en sluit ze aan op de L- en R-ingangen.
SELECT
(Afstandsbediening)
OPMERKINGEN:
• Als “Default” geselecteerd is en de cursorknop F ingedrukt is, worden “MODE” en “TONE” automatisch
op de standaardwaarde ingesteld.
• Tevens wordt “CINEMA EQ.” op UIT (OFF) ingesteld.
232
Het is mogelijk dat het effect soms niet goed waarneembaar is, afhankelijk van de weergegeven
programmabron.
Probeer in dit geval andere surroundstanden, zonder veel rekening te houden met hun naam, om een
geluidsveld te creëren dat u bevalt.
Persoonlijk Geheugen Plus
Dit toestel is beschikt over een persoonlijke geheugenfunctie die de surround-modi en ingangsmodi
geselecteerd voor de verschillende ingangsbronnen automatisch in het geheugen opslaat. Wanneer u de
ingangsbron verandert, worden de laatst gebruikte modi voor die bron automatisch uit het geheugen
opgeroepen.
De surround-parameters, toonregelingsinstellingen en weergaveniveaubalans voor de verschillende
uitgangskanalen worden voor elke surround-modus in het geheugen bewaard.
NEDERLANDS
DSP-surroundsimulatie
1
Instellen van de toonregeling
• Gebruik de toonregeling om het niveau van de lage en de hoge tonen naar wens in te stellen.
Kies de surroundstand voor het ingangskanaal.
1
SURROUND MODE
DIRECT
STEREO
WIDE
SCREEN
DOLBY / DTS
5CH / 7CH
STEREO
DSP
SIMULATION
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
1
Telkens wanneer de DSP SIMULATION-toets wordt
ingedrukt, verandert de surroundstand in deze volgorde:
WIDE SCREEN
SUPER STADIUM
JAZZ CLUB
MATRIX
2, 3, 4
3
1, 6
ROCK ARENA
2, 4
CLASSIC CONCERT
MONO MOVIE
2
Kies “TONE”.
TUNING
2, 4
BAND
3
MODE
TUNING
De weergave “WIDE SCREEN” wordt niet
weergegeven als de bediening via de knopppen op
de hoofdeenheid uitgevoerd wordt.
2
Geef het
surroundparameterscherm
weer op de monitor.
Het scherm voor de gekozen
surroundstand verschijnt.
(Afstandsbediening)
“TONE” kan niet worden
gekozen in de Direct- of de
Home THX Cinema-stand.
3, 5
(Afstandsbediening)
Geef het surroundparameterscherm weer op de
monitor.
Het scherm van de gekozen surroundstand
verschijnt.
3
Schakel over op het scherm
voor toonregeling.
ENTER / SHIFT
SELECT
(Afstandsbediening)
SURROUND
PARAMETER
1
(Hoofdtoestel)
4
(Afstandsbediening)
B Om lage of hoge tonen
te selecteren.
B Om het niveau in
te stellen.
TUNING
TUNING
BAND
Zet “Tone Defeat” op “ON”
als u niet wil dat de toon
wordt geregeld. (Zie blz.
224.)
MODE
BAND
MODE
TUNING
BAND
MODE
TUNING
(Afstandsbediening)
TUNING
TUNING
(Afstandsbediening)
3
Stel de parameters in.
SURROUND
PARAMETER
5
TUNING
SELECT
TUNING
BAND
MODE
BAND
MODE
(Afstandsbediening)
TUNING
4
Voer de instelling in.
Het surroundmenuscherm verschijnt opnieuw.
SELECT
TUNING
(Hoofdtoestel)
ENTER / SHIFT
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
6
Druk op de knop SURR.PARA. om de instelling af te ronden.
Druk op de knop SURR.PARA. om de instelling af te ronden.
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening)
OPMERKINGEN:
• Als “Default” geselecteerd is en de cursorknop F ingedrukt is, worden “CINEMA EQ.” en “D.COMP.”
automatisch op “OFF” ingesteld. Tevens wordt de functie “ROOM SIZE” op “medium”, “EFFECT LEVEL”
op “10” en “DELAY TIME” op “30ms” ingesteld.
• “ROOM SIZE” drukt het ruimtelijk effect uit voor de verschillende surroundstanden in termen van de
afmeting van het geluidsveld, niet de eigenlijke afmeting van de kamer.
233
NEDERLANDS
Surroundparameters r
EFFECT:
Deze parameter schakelt de effectsignalen met multi-surroundluidsprekereffecten in en uit in de stand WIDE
SCREEN. Wanneer deze parameter wordt uitgeschakeld, zijn de signalen van de kanalen SBL en SBR gelijk
aan die van, respectievelijk, de kanalen SL en SR.
LEVEL:
Deze parameter stelt de sterkte in van de effectsignalen in de stand WIDE SCREEN. Hij kan worden ingesteld
in 15 stappen, van “1” t/m “15”. Kies een laag niveau als de positionering of de fase van de surroundsignalen
onnatuurlijk klinkt.
SB CH OUT:
(1) Dolby Digital-/DTS-bron
“MTRX ON”....Weergave met de achterste surroundluidspreker.
Het surround-achterkanaal weergegeven met behulp van digitale matrixverwerking.
“NON MTRX” .Weergave met de achterste surroundluidspreker.
Dezelfde signalen als die van de surroundkanalen worden via het surround-achterkanaal
geproduceerd.
“OFF” .............Weergave zonder de achterste surroundluidspreker.
(2) Andere bron
“ON” ...............Weergave met de achterste surroundluidspreker.
“OFF” .............Weergave zonder de achterste surroundluidspreker.
ROOM SIZE (Kamerafmeting):
Stelt de afmeting van het geluidsveld in.
Er zijn vijf instellingen: “small” (klein), “med. s” (middelklein), “medium” (gemiddeld), “med. l” (middelgroot)
en “large” (groot). “small” recreëert een klein geluidsveld, “large” een groot geluidsveld.
EFFECT LEVEL (Effectniveau):
Stelt de sterkte van het surroundeffect in.
Het niveau kan worden ingesteld in 15 stappen van 1 tot 15. Verlaag het niveau als het geluid vervormd klinkt.
DELAY TIME (Vertragingstijd):
Alleen in de matrixstand kan de vertragingstijd worden ingesteld in een bereik van 0 tot 300 ms.
TONE CONTROL (Toonregeling):
De toon kan voor alle surroundstanden afzonderlijk worden ingesteld, behalve voor de standen Direct en
Home THX Cinema.
2 Surroundstanden en parameters
Signalen en instelbaarheid in de verschillende standen
Kanaaluitvoer
FRONT L/R
CENTER
Mode
Parameter (standaardwaarden aangegeven tussen haakjes)
SURROUND
L/R
SURROUND
BACK L/R
SUBWOOFER
Bij weergave van Dolby Digital- en DTS-signalen
SB CH OUT
D. COMP
LFE
AFDM
PURE DIRECT, DIRECT
C
E
E
E
B
C (OFF)
C (0dB)
E
E
STEREO
C
E
E
E
B
C (OFF)
C (0dB)
E
E
EXTERNAL INPUT
C
B
B
B
B
E
E
E
E
WIDE SCREEN
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DOLBY DIGITAL
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DTS SURROUND
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DTS NEO:6
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
5CH/7CH STEREO
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
SUPER STADIUM
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
ROCK ARENA
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
JAZZ CLUB
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
CLASSIC CONCERT
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
MONO MOVIE
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
MATRIX
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
HOME THX CINEMA
DOLBY PRO LOGIC
II
C:
E:
B:
C:
E:
Signaal/Instelbaar
Geen signaal/Niet instelbaar
In- of uitgeschakeld door instelling
luidsprekerconfiguratie
Mogelijk
Niet mogelijk
Signalen en instelbaarheid in de verschillende standen
Parameter (standaardwaarden aangegeven tussen haakjes)
SURROUND PARAMETER
ALLEEN in PRO LOGIC II MUSIC MODE
Mode
TONE
CONTROL
CINEMA
EQ
MODE
ROOM SIZE
EFFECT
LEVEL
DELAY
TIME
PANORAMA
DIMENSION
CENTER
WIDTH
E
E
E
E
E
E
E
E
E
STEREO
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
EXTERNAL INPUT
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
WIDE SCREEN
C (0dB)
C (OFF)
E
E
C (ON, 10)
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (0dB)
C (OFF)
C (CINEMA)
E
E
E
C (OFF)
C (3)
C (3)
DOLBY DIGITAL
C (0dB)
C (OFF)
E
E
E
E
E
E
E
DTS SURROUND
C (0dB)
C (OFF)
E
E
E
E
E
E
E
DTS NEO:6
C (0dB)
C (OFF)
C (CINEMA)
E
E
E
E
E
E
5CH/7CH STEREO
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
SUPER STADIUM
C (Note 1)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
ROCK ARENA
C (Note 2)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
JAZZ CLUB
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
CLASSIC CONCERT
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
MONO MOVIE
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
MATRIX
C (0dB)
E
E
E
E
C (30msec)
E
E
E
PURE DIRECT, DIRECT
HOME THX CINEMA
DOLBY PRO LOGIC
II
(Opmerking 1) BASS (lage tonen) +6 dB,
C:
TREBLE (hoge tonen): 0 dB E :
(Opmerking 2) BASS (lage tonen) +8 dB,
TREBLE (hoge tonen): +4 dB
234
Instelbaar
Niet instelbaar
NEDERLANDS
2 De verschillen in de benaming van de functie van Surround zijn afhankelijk van de
ingangssignalen.
Ingangssignalen
Functie Surround
DTS
DOLBY DIGITAL
ANALOG
LINEAR PCM
DTS (5.1 ch)
DTS 96/24(5.1 ch)
DTS (6.1 ch)
D. D. (2 ch)
D. D. (5.1 ch)
PURE DIRECT, DIRECT
C
C
C
C
C
C
C
STEREO
C
C
C
C
C
C
C
THX
THX
✳ THX MTRX6.1
THX5.1
B THX DSCRT6.1
THX
✳ THX SURROUND EX
E
E
✳ DTS ES MTRX
✳ DTS ES MTRX
B DTS ES DSCRT6.1
HOME THX CINEMA
THX5.1
DTS SURROUND
DTS NEO:6
THX5.1
THX MTRX5.1
Als een probleem optreedt, moet u eerst het volgende controleren:
1. Zijn de aansluitingen juist ?
2. Hebt u de ontvanger bediend volgens de bedieningsinstructies ?
3. Werken de luidsprekers, platenspeler en andere componenten zoals het hoort ?
Als dit toestel niet naar behoren werkt, controleer dan de in onderstaande tabel vermelde punten. Als het
probleem blijft bestaan, is er mogelijk een defect.
Schakel onmiddellijk de spanning uit en neem contact op met uw verkooppunt.
Symptoom
E
E
DTS SURROUND
DTS 96/24
DTS MTRX6.1
DTS NEO:6
DTS NEO:6
E
E
E
DTS NEO:6
E
E
E
E
E
E
E
✳ 6,1 SURROUND
DOLBY DIGITAL
14 OPLOSSING VAN PROBLEMEN
DISPLAY licht niet op en er is geen
klank wanneer de spanning wordt
ingeschakeld.
DOLBY DIGITAL
DOLBY PRO LOGIC
II
DOLBY
PRO LOGIC
C
DSP SIMULATION
C:
✳:
B:
E:
E
DOLBY
II
PRO LOGIC
C
E
E
II
C
C
C
E
DOLBY
PRO LOGIC
C
II
DISPLAY brandt, maar er is geen
geluid.
C
Selecteerbaar
De benaming van de functie Surround verschilt per parameterinstelling van de “SB CH OUT”.
De benaming van de functie Surround is verschillend als gevolg van het ingangssignaal.
Niet selecteerbaar
12 LAATSTE-FUNCTIEGEHEUGEN
Oorzaak
Blz.
• Controleer of de stekker goed in het
stopcontact steekt.
205
• Luidsprekerkabels niet goed
aangesloten.
• Ingangsbron-keuzetoets verkeerd
ingesteld.
• Volume staat in de minimumstand.
• MUTING (demping) is ingeschakeld.
• Er wordt geen digitaal signaal
ingevoerd.
• Luidspreker A- of B-toets staat op
“OFF”.
• Sluit de kabels goed aan.
208
• Stel de juiste stand in.
223
• Stel het volume in op een geschikt niveau.
• Schakel MUTING uit.
• Kies op de juiste wijze een digitale
ingangsbron.
• Zet de toets van de aangesloten
luidsprekeraansluiting op “ON”.
224
223
215
210
Er wordt niets weergegeven op de
monitor.
• De video-uitgangsaansluitingen van • Controleer of de aansluitingen 205, 206
de AVC-A11SR en de
correct zijn.
ingangsaansluitingen van de
monitor zijn niet juist aangesloten.
• De instelling van de monitor-TV- • Stel de ingangskeuzeschakelaar van 205, 206
ingang is verkeerd.
de TV in op de aansluitingen waarop
videosignalen zijn aangesloten.
• De aansluitingen van de
• Stem af op composiet van S- 205, 206
videosignalen van de verschillende
aansluiting.
componenten zijn niet op elkaar
afgestemd.
• De functie VIDEO UIT (OFF) is
• De functie VIDEO AAN (ON) is
226
ingesteld.
ingesteld.
• De functie ZUIVER DIRECT (PURE
• Een functie anders dan de functie
226
DIRECT) is ingesteld.
ZUIVER DIRECT (PURE DIRECT) is
ingesteld.
Er wordt geen DTS-geluid
voortgebracht.
• De audio-uitgang van de DVD-speler • Maak de begininstellingen van de
is niet ingesteld op bit stream.
DVD-speler.
• De DVD-speler is niet DTS- • Gebruik een DTS-compatibele
compatibel.
speler.
• De ingang van de AVC-A11SR is • Stel in op AUTO of DTS.
ingesteld op analoog.
• Dit toestel is uitgerust met een laatste-functiegeheugen dat de ingangs- en uitgangsinstellingen opslaat zoals
ze waren net vóór de spanning werd uitgeschakeld.
Deze functie voorkomt dat u bij het inschakelen van de spanning ingewikkelde instellingen opnieuw moet
uitvoeren.
• Dit toestel is ook uitgerust met een reservegeheugen. Deze functie bewaart de geheugeninhoud ongeveer
één week wanneer de spanningsschakelaar van het hoofdtoestel is uitgeschakeld en het netsnoer is
uitgetrokken.
13 INITIALISATIE VAN DE MICROPROCESSOR
Wanneer de aanduiding op het display niet normaal is of wanneer de bediening van het toestel niet het verwachte
resultaat oplevert, moet de microprocessor als volgt worden geïnitialiseerd.
Maatregelen
• Netsnoer steekt niet goed in.
—
—
223
Kopiëren van DVD naar VCR is niet
mogelijk.
• Videosoftware bevat
kopieerbeveiligingssignalen.
• Kopiëren is niet mogelijk.
• De spanning van de subwoofer is
niet ingeschakeld.
• De begininstelling van de
subwoofer is “ON”.
• De subwooferuitgang is niet
aangesloten.
• Schakel de spanning in.
—
• Kies de instelling “YES”.
210
• Sluit goed aan.
208
—
1
Schakel het toestel uit met de
spanningsschakelaar van het hoofdtoestel.
Er is geen geluid uit de subwoofer.
2
Houd de DIRECT- en de STEREO-toets
tegelijkertijd ingedrukt en zet de
spanningsschakelaar van het hoofdtoestel aan.
Er worden geen testtonen
voortgebracht.
• Er is een andere surroundstand dan • Stel de stand in op Dolby Surround.
Dolby Surround ingesteld.
—
Er komt geen geluid uit de
surroundluidsprekers.
• De surroundstand is ingesteld op • Stel een andere stand dan
“STEREO”.
“STEREO” in.
—
Dit toestel werkt niet correct
wanneer het wordt bediend met de
afstandsbediening.
• Batterijen leeg.
• Afstandsbediening te ver van het
toestel.
• Obstakel tussen dit toestel en
afstandsbediening.
• Verkeerde toets ingedrukt.
• < en >-polen van de batterijen
liggen in de verkeerde richting.
3
Kijk of het volledige display knippert met een
tussentijd van ongeveer 1 seconde en laat de 2
toetsen los. De microprocessor wordt
geïnitialiseerd.
1, 2
2
OPMERKINGEN:
• Als stap 3 niet werkt, herbegin dan vanaf stap 1.
• Als de microprocessor is teruggesteld, worden
de waarden van alle toetsen teruggesteld op de
standaardwaarden (de waarden ingesteld bij
verzending uit de fabriek).
• Vervang door nieuwe batterijen.
• Breng dichter bij elkaar.
217
217
• Neem het obstakel weg.
217
• Druk de juiste toets in.
• Leg de batterijen juist in.
—
217
235
NEDERLANDS
15 BIJKOMENDE INFORMATIE
Surround-achterluidsprekers
Optimale surroundklank voor verschillende bronnen
Er zijn momenteel verschillende soorten meerkanalensignalen (signalen of formaten met meer dan twee
kanalen).
2 Soorten meerkanalensignalen
Dolby Digital (EX), Dolby Pro Logic, DTS (ES), hoge-resolutie 3-1 signalen (Japan MUSE, Hi-Vision audio), DVDAudio, SACD (Super Audio CD), MPEG meerkanalenaudio, enz.
“Bron” verwijst hier niet naar het soort signaal (formaat) maar naar de opgenomen inhoud. Men maakt een
onderscheid tussen twee hoofdcategorieën van bronnen.
Het formaat THX Surround EX
voegt nieuwe “Surround Back”-kanalen (SB) toe aan het conventionele 5,1-kanaalssysteem. Op die manier wordt
gemakkelijk een positionering van het geluid juist achter de luisteraar verkregen, wat voorheen moeilijk was met
bronnen ontworpen voor conventionele multi-surroundluidsprekers. Bovendien wordt het geluidsbeeld dat zich
uitstrekt tussen de zijkanten en de achterkant vernauwd, wat de weergave van surroundsignalen gevoelig
verbetert voor geluiden die zich vanaf de zijkanten naar achteren en vanaf de voorkant naar het punt vlak achter
de luisterpositie verplaatsen.
Verandering van positionering en geluidsbeeld bij
5,1-kanaalssystemen
FL
SW
C
Verandering van positionering en geluidsbeeld bij een
THX Surround EX-systeem
FR
FL
SW
C
FR
Soorten bronnen
• Filmgeluid Signalen bedoeld voor weergave in bioscopen. Over het algemeen wordt het geluid
opgenomen voor weergave in bioscopen met meervoudige surroundluidsprekers, ongeacht
het formaat (Dolby Digital, DTS, enz.)
SL ch
SR ch
Geluidsveld van bioscoop
FL
SW
C
FR
SL
Geluidsveld van huiskamer
SR
FL
SW
C
SL
FR
SR
SB
In dit geval is het belangrijk om met de
surroundkanalen hetzelfde gevoel van
ruimtelijkheid te creëren als in een bioscoop.
Daartoe wordt in sommige gevallen het aantal
surroundluidsprekers verhoogd (van vier tot
acht) of worden luidsprekers met bipolaire of
dipolaire eigenschappen gebruikt.
SL: Surround L-kanaal
SR: Surround R-kanaal
SB: Surround B-(achter-)kanaal
SB
Meervoudige surroundluidsprekers
• Andere soorten geluid
FL
SW
C
Deze signalen zijn bedoeld voor het recreëren van een geluidsveld van 360° met
behulp van drie tot vijf luidsprekers.
FR
In dit geval moeten de luidsprekers de luisteraar langs alle kanten
omringen om een uniform geluidsveld van 360° te creëren. Idealiter
fungeren de surroundluidsprekers als “punt”-geluidsbronnen, net zoals de
voorste luidsprekers.
SL
SR
Deze twee soorten bronnen hebben dus verschillende eigenschappen en bijgevolg zijn verschillende
luidsprekerinstellingen, in het bijzonder voor de surroundluidsprekers, nodig om de ideale klank te bekomen.
De surroundluidspreker-keuzefunctie van de AVC-A11SR’s maakt het mogelijk om de instellingen te
veranderen al naar gelang de gebruikte surroundluidsprekercombinatie en de omgeving, om zodoende voor
alle bronnen de ideale klank in te stellen. Dit betekent dat u een paar bipolaire of dipolaire surroundluidsprekers
(opgesteld langs weerszijden van de voornaamste luisterpositie) kan aansluiten, evenals een afzonderlijk paar
direct stralende (monopolaire) luidsprekers, opgesteld in de achterste hoeken van de kamer.
236
SL ch
SR ch
Verplaatsing van het geluidsbeeld van SR naar SL
SB ch
Verplaatsing van het geluidsbeeld van SR naar SB naar SL
Een luidspreker/luidsprekers voor één of twee kanalen is/zijn vereist om een THX Surround EX-systeem te
verkrijgen met de AVC-A11SR. Wanneer u deze toevoegt, levert dit evenwel niet alleen sterkere
surroundeffecten op voor bronnen die zijn opgenomen in THX Surround EX, maar ook voor conventionele 2- tot
5,1-kanaalsbronnen. Met de stand WIDE SCREEN verkrijgt u surroundgeluid in 7,1 kanalen met de surroundachterluidsprekers voor bronnen die zijn opgenomen in conventionele Dolby Surround, alsook voor Dolby Digital
5,1-kanaals- en DTS Surround 5,1-kanaalsbronnen. Voorts zijn alle originele Denon-surroundstanden (zie blz. 232)
compatibel met 7,1-kanaalsweergave, zodat u kan genieten van 7,1-kanaalsgeluid bij de weergave van om het
even welke signaalbron.
2 Aantal surround-achterluidsprekers
Bij THX Surround EX bestaat het surround-achterkanaal uit één kanaal van weergavesignalen, maar wij raden
aan twee luidsprekers te gebruiken. Met name wanneer gebruik wordt gemaakt van dipolaire luidsprekers is
het gebruik van twee luidsprekers essentieel.
Het gebruik van twee luidsprekers resulteert in een betere versmelting met het geluid van de
surroundkanalen en een betere positionering van het geluid van het surround-achterkanaal wanneer geluisterd
wordt vanuit een andere positie dan de middenpositie.
2 Plaatsing van de linkse en rechtse surroundkanalen bij gebruik van de surround-achterluidsprekers
Het gebruik van surround-achterluidsprekers verbetert de positionering van het geluid achteraan gevoelig.
Daarom spelen de linkse en rechtse surroundkanalen een belangrijke rol in het bereiken van een vlotte
overgang van het geluidsbeeld van voor naar achter. Zoals de bovenstaande afbeelding laat zien, worden in
een bioscoop de surroundsignalen ook voortgebracht van diagonaal vóór de luisteraars, wat resulteert in een
geluidsbeeld dat de indruk geeft dat het geluid in de ruimte zweeft.
Om deze effecten te bereiken, raden wij aan de luidsprekers voor de linkse en rechtse surroundkanalen iets
meer naar voren te plaatsen dan bij conventionele surroundsystemen. Dit verhoogt soms het surroundeffect
bij de weergave van conventionele 5,1-kanaalsbronnen in de stand THX Surround EX. Controleer de
surroundeffecten van de verschillende standen alvorens de surroundstand te kiezen.
NEDERLANDS
(3) Gebruik van verschillende surroundluidsprekers voor film en muziek
Om een efficiëntere surroundklank te bekomen voor zowel film als muziek, moet u verschillende sets
surroundluidsprekers gebruiken en verschillende surroundstanden instellen voor de twee soorten
bronnen.
Voorbeelden van luidsprekeropstellingen
Hierna beschrijven we een aantal luidsprekeropstellingen voor verschillende doeleinden. Gebruik deze
voorbeelden als richtlijnen om uw systeem op te stellen volgens het type luidsprekers dat u gebruikt en het
voornaamste gebruiksdoel.
1. Voor THX Surround EX-systemen (met surround-achterluidsprekers)
• Zet de voorluidsprekers verder uiteen dan in de opstelling voor het bekijken
van films alleen en richt ze naar de luisterpositie om een duidelijke
positionering van het geluid te bekomen.
• Stel de middenluidspreker op zoals in voorbeeld (1).
Scherm
• Stel surroundluidsprekers A op voor het bekijken van films zoals beschreven
Subwoofer
in voorbeeld (1) of (2), afhankelijk van het gebruikte type luidsprekers.
45° ~ 60°
• Stel surroundluidsprekers B op voor het weergeven van
Surroundluidmeerkanalenmuziek, op dezelfde hoogte als de voorluidsprekers, iets schuin
sprekers A
ten opzichte van de achterkant van de luisterpositie en naar de luisterpositie
gericht.
• Sluit de surroundluidsprekers voor het
140°
SurroundSurroundbekijken van films aan op de
luidspreker A
achterluidspreker
Iets
surroundluidsprekeraansluitingen A van
VoorluidSurroundneerwaarts
spreker
achterluidrichten
de
AVC-A11SR
en
de
sprekers (A)
60 tot 90 cm
surroundluidsprekers voor het
Surroundluidsprekers B
weergeven van meerkanalenmuziek op
Surroundluid
Bovenaanzicht
sprekers B
de surroundluidsprekeraansluitingen B.
Stel de surroundluidsprekeroptie in het
Zijaanzicht
instelmenu in. (Zie blz. 210 voor
instructies.)
• Om de juiste luidsprekers te activeren voor film en voor muziek, raden wij u aan tijdens de instelling
Dolby Digital/DTS met THX en surroundluidsprekers A te kiezen (de bipolaire of dipolaire luidsprekers
gemonteerd langs weerszijden van de luisterpositie).
Kies Dolby Digital/DTS zonder THX en surroundluidsprekers B (de direct stralende luidsprekers
gemonteerd in de achterste hoeken van de kamer). Dan zullen door gewoon activeren van de THXfunctie (gebruikt tijdens filmweergave) automatisch de surroundluidsprekers A worden geactiveerd.
Schakel voor het beluisteren van meerkanalenmuziek (Dolby Digital- of DTS-muziekprogramma’s) de
THX-functie uit met de THX-toets op de afstandsbediening, waarna de surroundluidsprekers B
automatisch zullen worden geactiveerd.
Voorbeeld:
Filmbronnen (Dolby, DTS surround, enz.)
“THX”- of “THX 5,1”-stand: luidsprekers A
Muziekbronnen (DVD video, DTS CD, enz.)
“Dolby/DTS surround”: luidsprekers B
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
(1) Standaardopstelling, voornamelijk voor het bekijken van films
Deze stand wordt aangeraden wanneer voornamelijk films worden weergegeven en gewone eenwegof tweewegluidsprekers worden gebruikt als surroundluidsprekers.
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
• Stel de voorluidsprekers op met hun
SurroundSurroundachterluidspreker
voorzijde zoveel mogelijk op één lijn met
luidspreker
Iets
neerwaarts
de TV of het beeldscherm. Plaats de Voorluidspreker
richten
Scherm
middenluidspreker tussen de linker en
Subwoofer
rechter voorluidsprekers en niet verder
60 tot 90 cm
van
de
luisterpositie
dan
de
45°
voorluidsprekers.
Surround• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
luidsprekers
Zijaanzicht
subwoofer voor advies betreffende het
opstellen van de subwoofer in de huiskamer.
• Als de surroundluidsprekers direct stralend zijn (monopolair), plaats ze dan
60°
iets naar achteren en in een hoek ten opzichte van de luisterpositie,
evenwijdig met de muren en 60 tot 90 centimeter boven oorniveau op de
Surround-achterluidspreker
voornaamste luisterpositie.
Bovenaanzicht
• Wanneer u twee surround-achterluidsprekers gebruikt, plaats ze dan
achteraan, naar voren gericht en minder ver uit elkaar dan de linkse en rechtse luidsprekers. Wanneer
u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, plaats hem dan in het midden achteraan, richt hem
naar voren en plaats hem iets hoger (0 tot 20 cm) dan de surroundluidsprekers.
• Wij raden aan de surround-achterluidspreker(s) iets neerwaarts te richten. Dit voorkomt op efficiënte
wijze dat de signalen van het surround-achterkanaal weerkaatsen via de monitor of het scherm in het
midden vooraan, wat zou leiden tot storingen en een minder scherp gevoel van verplaatsing van het
geluid van voor naar achter.
• Sluit de surroundluidsprekers aan op de surroundluidsprekeraansluitingen A van de AVC-A11SR en zet
alle instellingen in het instelmenu op “A”. (Dit is de standaard fabrieksinstelling. Zie blz. 209 voor
details.)
(2) Opstelling voornamelijk voor het bekijken van films met diffuus stralende luidsprekers als
surroundluidsprekers
Diffuus stralende luidsprekers, zoals de bipolaire of dipolaire (THX) types zorgen voor een optimaal
gevoel van geluidsomhulling omdat ze het geluid beter verspreiden dan een direct stralende luidspreker
(monopolair). Plaats deze luidsprekers langs weerszijden van de voornaamste luisterpositie en monteer
ze boven oorniveau.
Weg die het surroundgeluid aflegt van
de luidsprekers naar de luisterpositie
• Stel
de
voorluidsprekers,
SurroundSurroundmiddenluidspreker en subwoofer op zoals luidspreker
achterluidspreker
Iets
Voorluidin voorbeeld (1).
neerwaarts
spreker
richten
• De surroundluidsprekers worden het best
opgesteld juist naast of iets naar voren
Surround60 tot 90 cm
luidsprekers
ten opzichte van de kijkpositie, 60 tot 90
cm boven oorniveau.
• Idem als de installatiemethode voor de
Zijaanzicht
surround-achterluidspreker(s) (1).
Het effect is sterker wanneer u ook voor de surround-achterluidsprekers
60°
dipolaire luidsprekers gebruikt.
Surround-achterluidspreker
• Sluit de surroundluidsprekers aan op de surroundluidsprekeraansluitingen A
Bovenaanzicht
van de AVC-A11SR en zet alle instellingen in het instelmenu op “A”. (Dit is
de standaard fabrieksinstelling. Zie blz. 209 voor details.)
• De signalen van de surroundkanalen worden weerkaatst door de muren, zoals getoond op de
afbeelding links, en creëren zo een omhullende en realistische surroundklank.
Het is evenwel mogelijk dat bij meerkanalen-muziekbronnen het gebruik van bipolaire of dipolaire
luidsprekers, gemonteerd langs weerszijden van de luisterpositie, niet voldoet om een coherent
surroundgeluidsveld van 360 graden te creëren. Sluit een ander paar direct stralende luidsprekers aan
zoals beschreven in voorbeeld (3) en stel ze op in de achterste hoeken van de kamer met hun voorzijde
naar de voornaamste luisterpositie gericht.
U kan met één druk op een toets van luidsprekers veranderen door HOME THX CINEMA in te schakelen
voor filmweergave en uit te schakelen voor de weergave van meerkanalenmuziek.
2.
Wanneer u de surround-achterluidsprekers niet gebruikt
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
Scherm
Subwoofer
45°
120°
Surroundluidsprekers
Bovenaanzicht
• Plaats de voorluidsprekers met hun voorkant zo
Surroundluidspreker
gelijk mogelijk met het TV-scherm of de monitor.
Plaats de middenluidspreker tussen de linkse en
Voorluidspreker
rechtse voorluidsprekers en niet verder van de
luisterpositie dan de voorluidsprekers.
60 tot 90 cm
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
subwoofer voor advies m.b.t. het plaatsen van
de subwoofer in de luisterkamer.
Zijaanzicht
• Als de surroundluidsprekers direct stralend
(monopolair) zijn, plaats ze dan iets achter en in een hoek ten opzichte van
de luisterpositie, evenwijdig met de wanden, op 60 tot 90 centimeter boven
oorniveau op de voornaamste luisterpositie.
• Sluit de surroundluidsprekers aan op de surroundluidspreker A-aansluitingen
op de AVC-A11SR en stel alle instellingen in het instelmenu in op “A”. (Dit
is de standaard-fabrieksinstelling. Zie blz. 209 voor details.)
Tijdens de weergave kan u naar wens van surroundluidsprekers veranderen door instelling van de
surroundparameters. (Zie blz. 224 voor instructies.)
237
NEDERLANDS
Surround
De AVC-A11SR is uitgerust met een digitaal signaalverwerkingscircuit dat u toelaat programmabronnen weer te
geven in de surroundstand, om hetzelfde gevoel van betrokkenheid te creëren als in een bioscoopzaal.
(1) Dolby Surround
q Dolby Digital (Dolby Surround AC-3)
Dolby Digital is het meerkanaals digitale signaalformaat dat werd ontwikkeld door Dolby Laboratories.
Dolby Digital biedt tot “5,1” kanalen - links voor, rechts voor, midden, surround links, surround rechts en een
extra kanaal dat exclusief is voorbehouden voor bijkomende diepe basklankeffecten (het LFE-kanaal voor
laagfrequente effecten, ook het “.1”-kanaal genoemd, geeft lagetonenfrequenties weer tot 120 Hz.)
In tegenstelling tot het analoge Dolby Pro Logic-formaat kunnen de hoofdkanalen van Dolby Digital alle
geluidsinformatie over het volledige bereik weergeven, van de laagste lage tonen tot de hoogste frequenties
– 22 kHz. De signalen binnen elk kanaal worden van de andere signalen onderscheiden, wat resulteert in een
nauwkeurig geluidsbeeld. Daarnaast biedt Dolby Digital een zeer breed dynamisch bereik, van de sterkste
geluidseffecten tot de stilste, zachtste geluiden, vrij van ruis en vervorming.
2 Dolby Digital en Dolby Pro Logic
Vergelijking van
huiskamer-surroundsystemen
Dolby Digital
Dolby Pro Logic
Aantal opgenomen kanalen (elementen)
5,1 kan.
2 kan.
Aantal weergavekanalen
5,1 kan.
4 kan.
Weergavekanalen (max.)
L, R, M, SL, SR, SW
L, R, M, S (SW - aanbevolen)
Geluidsverwerking
Hogefrequentie-weergavelimiet
van surroundkanaal
Digitale discrete verwerking met Dolby Digital
(AC-3) codering/decodering
20 kHz
Analoge matrixverwerking met
Dolby Surround
7 kHz
2 Dolby Digital-compatibele media en weergavemethoden
Logo’s die de compatibiliteit met Dolby Digital aangeven:
en
.
Hierna volgen algemene voorbeelden. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de speler.
Media
Dolby Digital-uitgangsaansluitingen
Weergavemethode (referentieblz.)
LD (VDP)
Coaxiale Dolby Digital RF-uitgangsaansluiting
1
Zet de ingangsstand op “AUTO”
(Blz. 223)
DVD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO”.
(Blz. 223)
Overige
(satellietuitzendingen, CATV, enz.)
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
Zet de ingangsstand op “AUTO”.
(Blz. 223)
q Dolby Pro Logic II
• Dolby Pro-Logic II is een nieuw meerkanalen-weergaveformaat ontwikkeld door Dolby Laboratories met
behulp van stuurtechnologie met feedback-logica en biedt een aantal verbeteringen in vergelijking met
conventionele Dolby Pro Logic-circuits.
• Dolby Pro Logic II kan worden gebruikt voor het decoderen van zowel bronnen opgenomen in Dolby
Surround ( ) als gewone stereobronnen in vijf kanalen (links voor, rechts voor, midden, links surround
en rechts surround) om surroundgeluid te verkrijgen.
• Daar waar bij conventionele Dolby Pro Logic de weergavefrequentieband van het surroundkanaal
beperkt was, biedt Dolby Pro Logic II een breder bandbereik (20 Hz tot 20 kHz of hoger). Bovendien
waren bij de vorige Dolby Pro Logic de surroundkanalen mono (geen verschil tussen het linkse en het
rechtse surroundkanaal), terwijl ze door Dolby Pro Logic II worden weergegeven als stereosignalen.
• Diverse parameters kunnen worden ingesteld overeenkomstig het brontype en de inhoud, zodat een
optimale decodering mogelijk is (zie blz. 231).
Bronnen opgenomen in Dolby Surround
Dit zijn bronnen waarin drie of meer surroundkanalen zijn opgenomen als twee kanalen van signalen
met de Dolby Surround-codeertechnologie.
Dolby Surround wordt gebruikt voor de soundtracks van films opgenomen op DVD's, LD's en
videocassettes voor weergave op stereo-videorecorders, alsook voor de stereo-uitzendsignalen van
FM-radio, TV, satellietuitzendingen en kabeltelevisie.
Door het decoderen van deze signalen met Dolby Pro Logic kan een meerkanalen-surroundweergave
worden verkregen. De signalen kunnen ook worden afgespeeld op een gewoon stereo-apparaat, wat
zal resulteren in normaal stereogeluid.
Er zijn twee soorten DVD Dolby Surround-opnamesignalen.
q 2-kanaals PCM-stereosignalen
w 2-kanaals Dolby Digital-signalen
Wanneer één van deze signalen wordt ingevoerd in de AVC-A11SR, wordt de surroundstand
automatisch ingesteld op Dolby Pro Logic II wanneer de stand “DOLBY/DTS SURROUND” is
gekozen.
2 Bronnen opgenomen in Dolby Surround zijn voorzien van het hierna getoonde logo.
Dolby Surround-logo:
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Vertrouwelijk niet-gepubliceerd werk. ©1992-1999 Dolby Laboratories. Alle rechten voorbehouden.
(2) DTS Digital Surround
1 Gebruik een los verkrijgbare adapter om de Doby Digital RF (AC-3RF) uitgangsaansluiting van de
Laser Disc-speler op de digitale ingangsaansluiting aan te sluiten.
Raadpleeg bij het aansluiten de gebruiksaanwijzing van de adapter.
2 Sommige digitale DVD-uitgangen beschikken over een functie die de weergavemethode van Dolby
Digital-signalen schakelt tussen “bit stream” en “(converteren naar) PCM”. Schakel bij weergave in
Dolby Digital-surround op de AVC-A11SR de uitvoerstand van de DVD-speler in “bit stream”.
Sommige spelers zijn uitgerust met zowel “bit stream + PCM” als “PCM alleen” digitale uitgangen.
Sluit in dit geval de “bit stream + PCM”-aansluitingen aan op de AVC-A11SR.
DTS Digital Surround (ook kortweg DTS genoemd) is een meerkanaals digitaal signaalformaat ontwikkeld door
Digital Theater Systems.
DTS biedt dezelfde “5,1” weergavekanalen als Dolby Digital (links voor, rechts voor en midden, surround links
en surround rechts), alsook de 2-kanaals stereostand. De signalen voor de verschillende kanalen zijn volledig
onafhankelijk, waardoor het risico op vermindering van de geluidskwaliteit als gevolg van interferentie tussen
signalen, overspraak, enz. wordt vermeden.
DTS heeft in vergelijking met Dolby Digital een hogere bitsnelheid (1234 kbps voor CD’s en LD’s, 1536 kbps
voor DVD’s) en werkt dus met een relatief lage compressieverhouding. Daardoor is het aantal data groot, en
bij gebruik van DTS-weergave in bioscopen wordt een afzonderlijke, met de film gesynchroniseerde CD-ROM
afgespeeld.
Bij LD’s en DVD’s is een extra disc uiteraard overbodig; de beelden en het geluid kunnen tegelijkertijd op
dezelfde disc worden opgenomen, zodat de discs op dezelfde manier kunnen worden behandeld als andere
discformaten.
Er zijn ook muziek-CD’s opgenomen in DTS. Deze CD’s bevatten 5,1-kanaals surroundsignalen (tegenover 2
kanalen op gewone CD’s). Zij bevatten geen beeldgegevens, maar maken surroundweergave mogelijk op CDspelers die zijn uitgerust met digitale uitgangen (digitale uitgang van het PCM-type vereist).
DTS-surroundweergave brengt de complexe en hoogwaardige bioscoopklank direct in uw huiskamer.
2 DTS-compatibele media en weergavemethoden
Logo’s die de compatibiliteit met DTS aangeven:
en
.
Hierna volgen algemene voorbeelden. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de speler.
238
NEDERLANDS
Media
Dolby Digital-uitgangsaansluitingen
Weergavemethode (referentieblz.)
CD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 223). Stel de
stand nooit in op “ANALOG” of “PCM”.
1
LD (VDP)
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
2
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 223). Stel de
stand nooit in op “ANALOG” of “PCM”.
1
DVD
Optische of coaxiale digitale uitgang
(zelfde als voor PCM)
3
Zet de ingangsstand op “AUTO” of “DTS” (blz. 223).
1 DTS-signalen worden op dezelfde manier op CD’s en LD’s opgenomen als PCM-signalen. Daardoor
worden ongecodeerde DTS-signalen weergegeven als een scherp rondomgeluid via de analoge
uitgangen van de CD- of LD-speler. Als dit geluid wordt weergegeven met een zeer hoog
versterkervolume, kan dit de luidsprekers beschadigen. Stel om dit te voorkomen de ingangsstand in
op “AUTO” of “DTS” alvorens in DTS opgenomen CD’s of LD’s weer te geven. Verander de ingang
ook nooit in “ANALOG” of “PCM” tijdens de weergave. Hetzelfde geldt voor het weergeven van CD’s
of LD’s op een DVD-speler of LD/DVD-compatibele speler. Bij DVD’s worden de DTS-signalen op een
speciale manier opgenomen en stelt het probleem zich dus niet.
2 De signalen op de digitale uitgangen van een CD- of LD-speler kunnen een soort van interne
signaalverwerking ondergaan (regeling van uitgangsniveau, omzetting van bemonsteringsfrequentie,
enz.) In dit geval is het mogelijk dat DTS-gecodeerde signalen verkeerd worden verwerkt, waardoor ze
niet kunnen worden gedecodeerd door de AVC-A11SR, of alleen ruis produceren. Zet, alvorens DTSsignalen voor het eerst weer te geven, het hoofdvolume op een laag niveau, start de weergave van de
DTS-disc en controleer vervolgens of de DTS-indicator op de AVC-A11SR (zie blz. 177) oplicht alvorens
het hoofdvolume omhoog te draaien.
3 Voor het weergeven van DTS DVD’s is een DVD-speler met DTS-compatibele digitale uitgang vereist.
Compatibele DVD-spelers zijn herkenbaar aan het DTS Digital Output logo op het voorpaneel. Recente
DENON-modellen van DVD-spelers beschikken over een DTS-compatibele digitale uitgang. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de speler voor informatie over het configureren van de digitale uitgang voor
DTS-weergave van DTS-gecodeerde DVD’s.
Vervaardigd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US Pat. nr. 5.451.942, 5.956.674, 5.974.380, 5.978.762
en andere wereldwijd afgeleverde en aangevraagde patenten.
“DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Copyright 1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
(3) DTS-ES Extended Surround
TM
DTS-ES Extended Surround is een nieuw digitaal meerkanalen-signaalformaat dat is ontwikkeld door Digital
Theater Systems Inc. DTS-ES Extended Surround is uiterst compatibel met het conventionele DTS Digital
Surround-formaat en verbetert aanzienlijk de 360-graden surroundindruk en de ruimtelijke expressie dankzij
een verdere uitbreiding van de surroundsignalen. Dit formaat wordt professioneel gebruikt in bioscoopzalen
sinds 1999. Naast de 5.1 surroundkanalen (links voor, rechts voor, midden, surround-links, surround-rechts en
LFE) biedt DTS-ES Extended Surround tevens het SB-kanaal (surround-achter, soms ook “surround-midden”
genoemd) voor surroundweergave met in totaal 6.1 kanalen. DTS-ES Extended Surround bevat twee
signaalformaten met verschillende opnamemethoden voor het surroundsignaal, zoals hieronder beschreven.
2 DTS-ESTM Discrete 6.1
DTS-ES Discrete 6.1 is het laatste nieuwe opnameformaat. In dit formaat zijn alle 6.1 kanalen (inclusief
het SB-kanaal) afzonderlijk opgenomen met een digitaal discreet systeem. Het voornaamste kenmerk van
dit formaat is dat, aangezien de kanalen SL, SR en SB volledig onafhankelijk zijn, het geluid met een totale
vrijheid kan worden ontworpen en het mogelijk is om een effect te bereiken waarbij geluidsbeelden zich
vrij bewegen tussen de achtergrondgeluiden en de luisteraar 360 graden omringen.
Hoewel een optimaal effect wordt bereikt wanneer met dit systeem opgenomen soundtracks worden
weergegeven met een DTS-ES-decoder, worden bij weergave met een conventionele DTS-decoder de
signalen van het SB-kanaal automatisch gedownmixed naar de SL- en SR-kanalen, zodat geen enkel
signaalbestanddeel verloren gaat.
2 DTS-ESTM Matrix 6.1
Met dit formaat ondergaan de signalen van het bijkomende SB-kanaal een matrix-codering en worden ze
vooraf ingevoerd in de kanalen SL en SR. Bij de weergave worden ze gedecodeerd naar de kanalen SL,
SR en SB. De prestaties van de bij de opname gebruikte encoder kunnen volledig worden geëvenaard
door gebruik te maken van een door DTS ontwikkelde uiterst precieze digitale matrix-decoder, waarmee
een surroundgeluid wordt verkregen dat dichter het door de producent bedoelde geluidsontwerp
benadert dan het geval zou zijn met conventionele signaalbronnen met 5.1 of 6.1 kanalen.
Bovendien is het bitstream-formaat 100% compatibel met conventionele DTS-signalen, zodat het effect
van het formaat Matrix 6.1 ook met signaalbronnen met 5.1 kanalen kan worden verkregen. Uiteraard
kunnen bronnen die zijn gecodeerd met DTS-ES Matrix 6.1 ook worden weergegeven met een DTSdecoder voor 5.1 kanalen.
Wanneer bronnen die zijn gecodeerd met DTS-ES Discrete 6.1 of Matrix 6.1 worden gedecodeerd met
een DTS-ES-decoder, wordt het formaat automatisch herkend bij het decoderen en wordt de meest
geschikte weergavestand ingesteld. Het kan evenwel voorkomen dat Matrix 6.1-bronnen worden herkend
als een formaat met 5.1 kanalen en dat de DTS-ES Matrix 6.1-stand handmatig moet worden ingesteld
om deze bronnen weer te geven. (Zie blz. 230 voor instructies m.b.t. het kiezen van de surroundstand.)
De DTS-ES-decoder beschikt nog over een andere functie: de surroundstand DTS Neo:6 voor 6.1kanalenweergave van digitale PCM- en analoge signaalbronnen.
2 DTS Neo:6 TM surround
Deze stand voert conventionele 2-kanalensignalen naar de uiterst precieze digitale matrix-decoder die
wordt gebruikt voor DTS-ES Matrix 6.1 om een surroundweergave met 6.1 kanalen te verkrijgen. De
uiterst precieze herkenning van het ingangssignaal en de matrixverwerking maken een weergave van de
volledige band mogelijk (frequentieweergave van 20 Hz tot 20 kHz of hoger) voor alle 6.1 kanalen, en de
scheiding tussen de verschillende kanalen wordt verbeterd tot hetzelfde niveau als dat van het digitale
discrete systeem.
DTS Neo:6 surround biedt twee standen voor een optimale decodering van de signaalbron.
• DTS Neo:6 Cinema
Deze stand is optimaal voor het weergeven van films. Bij het decoderen wordt de nadruk gelegd op de
scheiding, teneinde dezelfde sfeer te creëren met 2-kanalenbronnen als met 6.1-kanalenbronnen.
Deze stand is ook uiterst geschikt voor het weergeven van bronnen die zijn opgenomen in
conventionele surroundformaten, aangezien de in-fase-componenten grotendeels worden toegewezen
aan het middenkanaal (C) en de omgekeerde-fase-componenten aan de surroundkanalen (SL, SR en
SB).
• DTS Neo:6 Music
Deze stand is het meest geschikt voor het weergeven van muziek. De signalen van de voorste kanalen
(FL en FR) gaan voorbij aan de decoder en worden direct weergegeven, zodat de geluidskwaliteit niet
verslechtert, en het effect van de surroundsignalen die worden uitgevoerd via het middenkanaal (C) en
de surroundkanalen (SL, SR en SB) voegen een natuurlijk gevoel van expansie toe aan het geluidsveld.
239
NEDERLANDS
(4) DTS 96/24
De bemonsteringsfrequentie, het aantal bits en het aantal kanalen die worden gebruikt voor de opname van
muziek e.d. in studio’s is de afgelopen jaren toegenomen en er is een groeiend aantal signaalbronnen van
hoge kwaliteit, waaronder 96 kHz/24-bits 5.1-kanaalsbronnen.
Er zijn bijvoorbeeld DVD-videobronnen met een hoge beeld- en geluidskwaliteit met 96 kHz/24-bits stereoPCM-geluidstracks.
Aangezien de gegevenssnelheid van deze geluidstracks echter erg hoog is, zijn er grenzen aan de opname in
slechts twee kanalen, en aangezien de kwaliteit van de beelden moet worden beperkt, worden vaak alleen
stilstaande beelden opgenomen.
Daarnaast is 96 kHz/24-bits 5.1-kanaals surround mogelijk met DVD-audiobronnen, maar voor het weergeven
van een dergelijke hoge kwaliteit zijn DVD-audiospelers vereist.
DTS 96/24 is een meerkanaals digitaal signaalformaat ontwikkeld door Digital Theater Systems Inc. dat een
oplossing biedt voor deze situatie.
Conventionele surroundformaten maakten gebruik van bemonsteringsfrequenties van 48 of 44,1 kHz, zodat
de maximumfrequentie van het weergavesignaal ongeveer 20 kHz was. DTS 96/24 verhoogt de
bemonsteringsfrequentie tot 96 of 88,2 kHz, waardoor een breed frequentiebereik van ruim 40 kHz wordt
verkregen.
Voorts heeft DTS 96/24 een resolutie van 24 bits, wat resulteert in dezelfde frequentieband en hetzelfde
dynamisch bereik als 96 kHz/24-bits PCM.
Net als conventionele DTS Surround is DTS 96/24 compatibel met maximum 5.1 kanalen. Dit betekent dat
bronnen die zijn opgenomen in DTS 96/24 kunnen worden weergegeven als meerkanaals geluid met hoge
bemonsteringsfrequentie met normale media als DVD-video’s en CD’s.
Met DTS 96/24 kan dus hetzelfde 96 kHz/24-bits meerkanaals surroundgeluid worden verkregen als met
DVD-Audio bij het bekijken van DVD-Videobeelden op een conventionele DVD-videospeler ( 1). Ook kan met
DTS 96/24-compatibele CD’s 88,2 kHz/24-bits meerkanaals surroundgeluid worden verkregen met normale
CD-/LD-spelers ( 1).
Zelfs bij de meerkanaalssignalen van hoge kwaliteit is de opnametijd dezelfde als voor conventionele DTSsurroundbronnen.
Bovendien is DTS 96/24 volledig compatibel met het conventionele DTS-surroundformaat, zodat DTS 96/24signaalbronnen kunnen worden weergegeven met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of 44,1 kHz op
conventionele DTS- of DTS-ES-surrounddecoders ( 2).
1: Een DVD-speler met digitale DTS-uitgang (voor CD-/LD-spelers, een speler met digitale uitgangen
voor conventionele DTS CD’s/LD’s) en een in DTS 96/24 opgenomen disc zijn vereist.
2: De resolutie is 24 of 20 bits, afhankelijk van de decoder.
(5) De surroundstand Home THX Cinema
THX is een exclusieve reeks normen en technologieën die zijn vervaardigd door de wereldberoemde
filmproductiemaatschappij Lucasfilm Ltd. THX kwam voort uit het persoonlijk verlangen van George Lucas om
de wijze waarop u de soundtrack van een film ervaart de intenties van de regisseur zo dicht mogelijk te laten
benaderen, zowel in de bioscoop als bij uw thuis.
Soundtracks van films worden gemixt in speciale filmstudio’s die “dubbing stages” worden genomen, en
worden gemaakt om te worden afgespeeld in bioscopen met vergelijkbare apparatuur en onder vergelijkbare
omstandigheden. De soundtrack die voor de bioscoop wordt gemaakt, wordt daarna rechtstreeks overgezet
op LaserDisc, VHS videoband, DVD, enz., en wordt niet aangepast voor weergave in een kleine
thuisbioscoop.
THX ingenieurs ontwikkelden gepatenteerde technologie om het geluid dat is bedoeld voor een bioscoop,
nauwkeurig te vertalen naar de huiskamer toe waarbij de tonale en ruimtelijke afwijkingen worden
gecorrigeerd. Wanneer de THX thuisbioscoopfunctie van de AVC-A11SR is ingeschakeld, wordt de THX
bewerking automatisch toegevoegd na de Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS decoder.
Re-EqualizationTM
De tonale balans van de soundtrack van een film klinkt bij weergave over geluidsapparatuur in huis veel te
helder en te scherp omdat de soundtrack is ontworpen voor weergave in zeer grote bioscopen met
professionele apparatuur. Re-Equalization herstelt de juiste tonale balans van een soundtrack voor weergave
in een relatief kleine huiskamer.
Timbre MatchingTM
Het menselijk gehoor verandert het besef dat we van een geluid hebben mede van waar het geluid vandaan
komt. In een bioscoop is een reeks van surround-luidsprekers aanwezig zodat u wordt overspoeld door
informatie. In een thuisbioscoop worden slechts twee luidsprekers gebruikt die zich aan weerszijden van uw
240
luisterpositie bevinden. De Timbre Matching functie filtert de informatie voor de surround-luidsprekers, zodat
ze nauwkeuriger overeenkomen met de tonale eigenschappen van het geluid dat uit de voorste luidsprekers
komt. Hierdoor sluit het geluid tussen de voorste en de surround-luidsprekers naadloos op elkaar aan.
Adaptive DecorrelationTM
In een bioscoop is er een groot aantal surround luidsprekers om u te omgeven met surround-geluid, terwijl
een thuisbioscoop meestal bestaat uit slechts twee luidsprekers. Hierdoor klinken surround-luidsprekers
vaak als een hoofdtelefoon die het gevoel van ruimte en omgeving ontberen. Bovendien valt het surroundgeluid weg naarmate u verder van de middelste luisterpositie af komt te zitten. Adaptive Decorrelation
brengt minieme veranderingen aan in de tijd-fase verhouding van één surround-kanaal ten opzichte van het
andere surround-kanaal. Dit resulteert in een bredere luisterpositie en creëert - met slechts twee
luidsprekers - dezelfde ruimtelijke ervaring als in een bioscoop.
THX UltraTM
Voordat een component van een thuisbioscoop een TXH Ultra certificaat kan verkrijgen, moet het van alle
bovengenoemde functies zijn voorzien en bovendien een rigoureuze reeks kwaliteits- en prestatietests
doorstaan. Alleen dan mag een product worden voorzien van het THX Ultra logo, hetgeen voor u een garantie
is dat de door u gekochte thuisbioscoopsystemen u nog vele jaren op sublieme wijze van dienst zullen zijn.
De vereisten van THX Ultra hebben betrekking op ieder aspect van het product, inclusief de prestaties van
de vermogensversterker en de voorversterker, bedieningsgemak en nog honderden andere parameters op
zowel het digitale als het analoge vlak.
Lucasfilm, THX, Home THX, Re-Equalization, Timbre Matching, Adaptive Decorrelation en THX Ultra zijn
handelsmerken van Lucasfilm Ltd.
(6) THX CSurround EX
In 1999 werd samen met de film “Star Wars Episode I” een nieuw surroundsysteem uitgebracht.
“Dolby Digital Surround EX” is een nieuwe filmsoundtrack die het gevoel van ruimtelijke expressie en de
positionering van het geluid afkomstig uit het surroundkanaal gevoelig verbetert. Dit resulteert in bewegende
geluidseffecten die zich 360 graden verplaatsen en zich net boven het hoofd van de luisteraar lijken te
bewegen.
Dit systeem werd gezamenlijk ontwikkeld door Lucasfilm THX en Dolby Laboratories en is een combinatie
van het idee van Lucasfilm om de ruimtelijke expressie te verbeteren en de matrix-coderingstechnologie van
Dolby Laboratories, waarmee een eenvormige positionering van het geluid over 360 graden wordt verkregen.
De nadruk werd gelegd op de compatibiliteit met het bestaande Dolby Digital 5,1-kanaalssysteem, en een
nieuw "surround back"-kanaal (SB) werd toegevoegd om het conventionele 5,1-kanaalssysteem te verbeteren
op het vlak van de positionering van het geluid achteraan, de verplaatsing van het geluidsbeeld van de twee
zijkanten naar achter, alsook de beweging van geluid van voor naar achter in het midden met behulp van de
multi-surroundluidsprekersystemen die in bioscopen worden gebruikt, waardoor de luisteraar kan genieten
van verschillende soorten surroundgeluid.
Het signaal van het surround-achterkanaal is een matrix-gecodeerd signaal dat wordt toegevoegd aan de
kanalen Dolby Digital SL (surround links) en SR (surround rechts). Bij de weergave worden de signalen
gedecodeerd door een uiterst precieze digitale matrix-decoder in de Dolby Digital-decoder in de kanalen SL,
SR en SB en uitgevoerd als 6,1-kanaalssignalen. Met de AVC-A11SR ondergaan de signalen een verdere
verwerking door Home THX Cinema om te komen tot een THX Surround EX-systeem. Zelfs zonder de
geschikte omgeving voor de weergave van het SB-kanaal zijn Dolby Digital Surround EX-signalen 100%
compatibel met bestaande 5,1-kanaals-weergavesystemen en kunnen ze als dusdanig worden weergegeven.
In dit geval wordt het signaal van het SB-kanaal geproduceerd als een monosignaal uit zowel het SL- als het
SR-kanaal, zodat geen van de signaalcomponenten ontbreken. De specifieke effecten van THX Surround EX
(het gevoel van ruimtelijke expressie en de positionering van het geluid) zijn echter dezelfde als bij
conventionele 5,1-kanaals-surroundsystemen.
©Lucasfilm Ltd. & TM. Alle rechten voorbehouden. Surround EX is een technologie die gezamenlijk is
ontwikkeld door THX en Dolby Laboratories en is een handelsmerk van Dolby Laboratories. Gebruikt onder
licentie.
NEDERLANDS
Surroundstanden en parameters
Systeeminstelparameters en standaardwaarden (ingesteld bij verzending uit
de fabriek)
Signalen en instelbaarheid in de verschillende standen
Systeeminstelling
q
Kanaaluitvoer
Standaardinstellingen
Speaker
Configuration
Voer de combinatie van luidsprekers en hun respectieve
formaten (SMALL voor gewone luidsprekers, LARGE voor
grote luidsprekers met volledig bereik) in uw systeem in om
automatisch de samenstelling van de uit de luidsprekers
uitgevoerde signalen en de frequentieweergave in te stellen.
(Surround
Speaker
Setting)
Gebruik deze functie bij gebruik van meerdere
surroundluidspreker-combinaties voor een ideale
instelling van de surroundklank. Zodra de
combinaties van surroundluidsprekers voor de
verschillende surroundstanden zijn voorgekozen,
worden de surroundluidsprekers automatisch
geselecteerd afhankelijk van de surroundstand.
Surround
stand
Front Sp.
Center Sp.
Sub Woofer
Surround Sp.
Surround Back Sp.
Small
Small
Yes
Small
Small / 2spkrs
DOLBY/
DTS
SURROUND
Surround
luidspreker
THX
THX 5.1
A
WIDE
SCREEN
A
5CH/7CH
STEREO
A
DSP
SIMULATION
A
—
EXT. IN
A
A
—
—
—
FRONT L/R
Mode
w
e
r
t
Stel de frequentie (Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende
luidsprekers moet worden uitgevoerd via de subwoofer.
Subwoofer
mode
Deze parameter selecteert de subwoofer-luidspreker voor het
weergeven van diepe bassignalen.
SB CH Auto
Flag Detect
Voor het instellen van de methode voor de weergave van
digitale signalen via het surround-achterkanaal.
Delay Time
Deze parameter optimaliseert de timing waarmee de
luidsprekers en de subwoofer de signalen uitvoeren afhankelijk
van de luisterpositie.
Multi Zone Vol.
Level
Channel Level
LFE —THX—
Front L & R
Center
3.6 m (12 ft)
3.6 m (12 ft)
Sub Woofer
Deze parameter regelt het volume van de signaaluitvoer uit de
luidsprekers en de subwoofer voor de verschillende kanalen om
optimale effecten te bekomen.
Subwoofer
Peak Limit Lev
Deze parameter herkent het maximale niveau van de lage
bassignalen uit het subwooferkanaal om de subwoofer tegen
schade te beschermen en onaangename, vervormde klanken te
voorkomen.
u
Digital In
Assignment
Deze
parameter
kent
de
digitale
ingangsaansluitingen toe aan de verschillende
ingangsbronnen.
On Screen
Display
Deze parameter bepaalt of het opscherm-display al dan niet op
het scherm verschijnt wanneer de toetsen op de
afstandsbediening of op het hoofdtoestel worden ingedrukt
(alleen uit MONITOR 1-uitgangen).
Ingangsbron
Digitale
ingangen
Surround L & R
3.6 m (12 ft)
SBL & SBR
3.0 m (10 ft)
Front L
Center
Front R
Surround
R
0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
Surround
Back R
Surround
Back L
Surround
L
Subwoofer
0 dB
0 dB
0 dB
0 dB
DVD
VDP
TV
COAXIAL COAXIAL COAXIAL OPTICAL
1
2
3
1
DBS/
SAT
VCR-1
VCR-2
OPTICAL
2
OPTICAL
3
OPTICAL
4
VCR-3
TAPE
OFF
OPTICAL
5
V. AUX
TUNER
Bij weergave van Dolby Digital- en DTS-signalen
SB CH OUT
D. COMP
LFE
AFDM
E
E
E
B
C (OFF)
C (0dB)
E
E
C
E
E
E
B
C (OFF)
C (0dB)
E
E
EXTERNAL INPUT
C
B
B
B
B
E
E
E
E
WIDE SCREEN
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DOLBY DIGITAL
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DTS SURROUND
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
DTS NEO:6
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
C
C
5CH/7CH STEREO
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
SUPER STADIUM
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
ROCK ARENA
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
JAZZ CLUB
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
CLASSIC CONCERT
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
MONO MOVIE
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
MATRIX
C
B
B
B
B
C (OFF)
C (0dB)
E
C
HOME THX CINEMA
II
C:
E:
B:
C:
E:
Signaal/Instelbaar
Geen signaal/Niet instelbaar
In- of uitgeschakeld door instelling
luidsprekerconfiguratie
Peak Limitter = OFF
CD
SUBWOOFER
C
3.0 m (10 ft)
Variable
SURROUND
BACK L/R
STEREO
Auto Flag Detect Mode = ON / Non-Flag Source SBch Output = THX Surround EX DTS ES
Stelt het uitgangsniveau in voor de multi-zone-uitgangen.
y
i
FIXED —THX—
Parameter (standaardwaarden aangegeven tussen haakjes)
SURROUND
L/R
PURE DIRECT, DIRECT
DOLBY PRO LOGIC
Crossover
Frequency
CENTER
—
Mogelijk
Niet mogelijk
Signalen en instelbaarheid in de verschillende standen
Parameter (standaardwaarden aangegeven tussen haakjes)
OFF
OFF
—
SURROUND PARAMETER
ALLEEN in PRO LOGIC II MUSIC MODE
On Screen Display = ON
Mode
TONE
CONTROL
CINEMA
EQ
MODE
ROOM SIZE
EFFECT
LEVEL
DELAY
TIME
PANORAMA
DIMENSION
CENTER
WIDTH
E
E
E
E
E
E
E
E
E
STEREO
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
EXTERNAL INPUT
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
WIDE SCREEN
C (0dB)
C (OFF)
E
E
C (ON, 10)
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
C (0dB)
C (OFF)
C (CINEMA)
E
E
E
C (OFF)
C (3)
C (3)
DOLBY DIGITAL
C (0dB)
C (OFF)
E
E
E
E
E
E
E
DTS SURROUND
C (0dB)
C (OFF)
E
E
E
E
E
E
E
DTS NEO:6
C (0dB)
C (OFF)
C (CINEMA)
E
E
E
E
E
E
5CH/7CH STEREO
C (0dB)
E
E
E
E
E
E
E
E
SUPER STADIUM
C (Note 1)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
ROCK ARENA
C (Note 2)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
JAZZ CLUB
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
CLASSIC CONCERT
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
MONO MOVIE
C (0dB)
E
E
C (Medium)
C (10)
E
E
E
E
MATRIX
C (0dB)
E
E
E
E
C (30msec)
E
E
E
PURE DIRECT, DIRECT
HOME THX CINEMA
DOLBY PRO LOGIC
II
(Opmerking 1) BASS (lage tonen) +6 dB,
C:
TREBLE (hoge tonen): 0 dB E :
(Opmerking 2) BASS (lage tonen) +8 dB,
TREBLE (hoge tonen): +4 dB
Instelbaar
Niet instelbaar
241
NEDERLANDS
2 De verschillen in de benaming van de functie van Surround zijn afhankelijk van de
ingangssignalen.
• Digitaal
D/A-vermogen:
Ingangssignalen
Functie Surround
DTS
DOLBY DIGITAL
ANALOG
LINEAR PCM
DTS (5.1 ch)
DTS 96/24(5.1 ch)
DTS (6.1 ch)
D. D. (2 ch)
D. D. (5.1 ch)
PURE DIRECT, DIRECT
C
C
C
C
C
C
C
STEREO
C
C
C
C
C
C
C
THX
THX
✳ THX MTRX6.1
THX5.1
B THX DSCRT6.1
THX
✳ THX SURROUND EX
E
E
✳ DTS ES MTRX
✳ DTS ES MTRX
B DTS ES DSCRT6.1
DTS SURROUND
DTS 96/24
DTS MTRX6.1
HOME THX CINEMA
THX5.1
DTS SURROUND
DTS NEO:6
THX5.1
THX MTRX5.1
E
E
DTS NEO:6
DTS NEO:6
E
E
E
DTS NEO:6
E
E
E
E
E
E
E
✳ 6,1 SURROUND
DOLBY DIGITAL
DOLBY DIGITAL
DOLBY PRO LOGIC
II
DOLBY
PRO LOGIC
PRO LOGIC
C
DSP SIMULATION
C:
✳:
B:
E:
E
DOLBY
II
C
E
E
II
C
C
C
E
DOLBY
PRO LOGIC
C
II
C
Selecteerbaar
De benaming van de functie Surround verschilt per parameterinstelling van de “SB CH OUT”.
De benaming van de functie Surround is verschillend als gevolg van het ingangssignaal.
Niet selecteerbaar
Digitale ingang:
• Phono-equalizer
(PHONO-ingang — REC OUT)
Ingangsgevoeligheid:
RIAA-afwijking:
Signaal-ruisverhouding:
Nominaal vermogen /
Maximaal vermogen:
Vervormingsfactor:
2 Videogedeelte
• Standaard video-aansluitingen
Ingangs-/uitgangsniveau
en impedantie:
Frequentieweergave:
• S-video-aansluitingen
Ingangs-/uitgangsniveau
en impedantie:
Frequentieweergave:
• Kleurcomponent-video-aansluiting
Ingangs-/uitgangsniveau
en impedantie:
Frequentieweergave:
16 TECHNISCHE GEGEVENS
2 Audiogedeelte
• Vermogensversterker
Nominaal vermogen:
Dynamisch vermogen:
Uitgangsaansluitingen:
• Analoog
Ingangsgevoeligheid /
ingangsimpedantie:
Frequentieweergave:
Signaal-ruisverhouding:
Vervorming:
Nominaal vermogen:
242
Front (Voor):
125 W + 125 W (8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,05% T.H.V.)
180 W + 180 W (6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
Center (Midden):
125 W (8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,05% T.H.V.)
180 W (6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
Surround:
125 W + 125 W (8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,05% T.H.V.)
180 W + 180 W (6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
Surround-achtel:
125 W + 125 W (8 Ω/ohm, 20 Hz ~ 20 kHz met 0,05% T.H.V.)
180 W + 180 W (6 Ω/ohm, 1 kHz met 0,7% T.H.V.)
170 W x 2 kan. (8 Ω/ohms)
270 W x 2 kan. (4 Ω/ohms)
350 W x 2 kan. (2 Ω/ohms)
Front (Voor)/Center (Midden)/Surround-achtel: 6 ~ 16 Ω/ohms
Surround:
A of B
6 ~ 16 Ω/ohms
A+B
8 ~ 16 Ω/ohms
200 mV / 47 kΩ/kohms
10 Hz ~ 100 kHz: +0, –3 dB (DIRECT-stand)
105 dB (DIRECT-stand)
0,005% (20 Hz ~ 20 kHz) (DIRECT-stand)
1,2 V
Nominaal vermogen — 2 V (bij 0 dB weergave)
Totale harmonische vervorming — 0,005% (1 kHz, bij 0 dB)
Signaal-ruisverhouding — 110 dB
Dynamisch bereik — 108 dB
Formaat — Digitale audio-interface
2,5 mV
±1 dB (20 Hz tot 20 kHz)
74 dB (A-belast, met ingang van 5 mV)
150 mV / 8 V
0,03% (1 kHz, 3 V)
1 Vp-p, 75 Ω/ohm
5 Hz ~ 10 MHz — +0, –3 dB
Y-signaal (helderheid) — 1 Vp-p, 75 Ω/ohm
C-signaal (kleur) — 0,286 Vp-p, 75 Ω/ohm
5 Hz ~ 10 MHz — +0, –3 dB
Y-signaal (helderheid) — 1 Vp-p, 75 Ω/ohm
PB/CB-signaal (blauw) — 0,7 Vp-p, 75 Ω/ohm
PR/CR-signaal (rood) — 0,7 Vp-p, 75 Ω/ohm
DC ~ 50 MHz — +0, –3 dB
2 Algemeen
Stroomvoorziening:
Stroomverbruik:
Maximale buitenafmetingen:
Gewicht:
230 V wisselstroom, 50 Hz
600 W
434 (B) x 179 (H) x 485 (D) mm
20,5 kg
2 Afstandsbediening (RC-899)
Batterijen:
Buitenafmetingen:
Gewicht:
Type R6P/AA (3 batterijen)
61 (B) x 230 (H) x 34 (D) mm
200 g (batterijen inbegrepen)
* Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud met het oog op verbetering.