Agria 5529 de handleiding

Type
de handleiding
Handleiding voor
agria
®
-aanbouw-hooikeerder
5529 021
voor agria type 3400 en 5500
3582
&
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr. 998 854 01.99
Kwaliteit voor uw
plezier!
Motor TMotor T
Motor TMotor T
Motor T
uin Wuin W
uin Wuin W
uin W
erktuigenerktuigen
erktuigenerktuigen
erktuigen
2 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
Symbolen, typeplaatje
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking hebben
op uw veiligheid.
belangrijke informatie
Hier invullen:
Machine art. nr.: .........................
Identificatie/machine nr.:
..................................................
Datum aankoop:.........................
Typeplaatje op het frame bij de aan-
bouwflens
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserveonder-
delen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldingen
en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aanspra-
kelijk worden gesteld. Wij behouden
ons het recht voor veranderingen aan
te brengen, zonder deze handleiding
te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
aanbouw-hooikeerder
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 3
Afb. A
Aanduiding van de onderdelen
4 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
Afb. A
1 stuurstang
2 zwadplaat
3 hooikeerder
4 harktanden
5 wiel
6 veiligheidsschakelhendel
Aanduiding van de onderdelen
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 5
1
3
4
2
5
Inhoudsopgave
Symbolen, typeplaatje ......................2
Aanduiding van de onderdelen .........3
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ...................... 6–9
2. Technische gegevens ...... 10
3. Machine- en
bedieningselementen
Hooikeerder aanbouwen.................12
Veiligheidsschakeling .....................13
Sturen.............................................13
Wielen ............................................14
Zwadplaat .......................................14
4. Ingebruikname en bediening
Werkzaamheden verrichten............15
Rijden .............................................15
Keren..............................................16
Wenden ..........................................16
Zwaden ..........................................17
Mest strooien.................................. 17
Eggen van grasland ........................17
5. Onderhoud en reparatie
Smeren...........................................18
V-snaarspanning ............................19
V-snaar ...........................................19
Algemeen, reiniging ........................19
De machine stallen ......................... 19
Smeermiddelen, lak,
slijtageonderdelen ............... 20
Aanbeveling, smeerstoffen,
onderhoud ............................ 20
Onderhouds- en
inspectietabel....................... 20
Conformiteitsverklaring ...... 23
Let op uitklappagina!
Afb. A ...................................... 3
6 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de
hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen.
Let ook op de veiligheidstechnische
aanwijzingen in de handleiding van de
basismachine.
Gebruik conform de
bestemming
De aanbouw-hooikeerder is uitsluitend
bestemd voor gebruik als landbouwma-
chine in de bosbouw, gras- en weiland-
verzorging (gebruik conform de bestem-
ming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de machine gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van on-
gevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid, ar-
beidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
hooikeerder altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De hooikeerder mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwij-
zingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 7
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De hooikeerder kan door zijn eigen ge-
wicht nalopen. Blijf op een veilige afstand
van een nalopende machine. Wacht tot
de harktanden tot stilstand zijn gekomen
en verwijder de bougie, voordat met werk-
zaamheden aan de machine wordt be-
gonnen.
Bij werkzaamheden met elektrische
werktuigen bestaat de kans op verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op het werk-
tuig.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stuur-
en remvermogen van de machine. Let op
voldoende stuur- en remmogelijkheden.
Pas uw werksnelheid aan aan de
omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental ver-
groot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
hooikeerder.
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de machine. Let vooral
op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal ze
tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de om-
heining in acht genomen te worden, zodat
de machine niet beschadigd wordt.
Wees bedacht op het feit dat de roteren-
de harkvorken stenen en wortels kunnen
grijpen. Voorzichtig!
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponen-
ten, alsmede van het functioneren ervan.
In het bijzonder dient u te weten hoe u de
motor in geval van nood snel en veilig
afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide
dat zeer giftig is wanneer het ingeademd
wordt.
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand ‘neutraal’
te worden gezet.
Wees voorzichtig tijdens het starten en
het harken, blijf met uw handen en voe-
ten uit de directe nabijheid van de ma-
chine!
Tijdens het starten mag de hooikeerder
niet op de zijkant worden gelegd, of wor-
den gekanteld.
8 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Ga bij het starten van de motor niet voor
de hooikeerder staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels. Ex-
plosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
hooikeerder die afstand van de machine
in acht, waartoe u door de stuurstang ge-
dwongen wordt, vooral bij het nemen van
bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer de hooikeerder vast zit moet de
motor worden afgezet en de bougie wor-
den verwijderd, en dient de machine met
passend gereedschap te worden schoon-
gemaakt.
Indien de hooikeerder beschadigd is moet
de machine onmiddellijk worden gestopt
en de motor worden afgezet. Laat de
schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrichting de
hooikeerder meteen stoppen en de motor
afzetten. Laat het defect direct repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, de hooikeerder
met een trekkabel of een trekstang vast
te houden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De bestuurder moet
zich heuvelopwaarts van de machine
bevinden en dient voldoende afstand te
houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de werkzaamheden
Laat de hooikeerder nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de hooikeerder
verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinde-
ren. Haal de contactsleutel uit het contact
(indien aanwezig) of trek de bougiekap
eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitgescha-
kelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan
vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkan-
telen (handrem, wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden. Er
bestaat ongevalrisico.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, hooikeer-
der beveiligen tegen wegrollen. Voorkom
gebruik door onbevoegden. Monteer
eventueel de transport- of bescherming-
sinrichting en zet deze in de veiligheids-
stand.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 9
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde harkvorken moeten worden
vervangen!
Zorg ervoor dat de hooikeerder schoon
blijft, om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig contro-
leren of ze vast zitten en eventueel aan-
draaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Houd anti-corrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval van
contact met de ogen meteen met veel
water uitspoelen. Vermijd het inademen
van de dampen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete olie,
er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden
en volgens de voorschriften verwerken.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma agria
vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de hooikeerder in ruim-
tes met open kachels is verboden.
Parkeer de hooikeerder niet in gesloten
ruimtes wanneer zich nog brandstof in de
brandstoftank bevindt. Benzinedampen
zijn gevaarlijk.
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, on-
derhouds- en repara-
tiewerkzaamheden
motor afzetten en
bougiekap eruit
trekken.
Bij lopende motor vol-
doende afstand hou-
den van de hooikeer-
der!
Tast nooit in bewegen-
de machineonderde-
len. Wacht totdat ze tot
stilstand gekomen
zijn.
Bij lopende motor vol-
doende afstand hou-
den van de machine!
10 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
Afmetingen
type: 5529 021
a = ............. 500 mm
c =.............. 325 mm
e = ........... 1450 mm
h = ............. 940 mm
A = ........... 1950 mm
B = ........... 2600 mm
H = ........... 1300 mm
L = ........... 1930 mm
2
2. Technische gegevens
Hooikeerder
voor aanbouw aan agria-
basismachines.
Hooikeerder – artikel:
5529 021 ....... voor type 3400 en 5500
Gebruik conform bestemming
De gecombineerde hooikeerder is be-
stemd voor het oogsten van dunne hal-
men op weilanden en velden, en is ge-
schikt voor het wenden, keren en zwa-
den van het gemaaide materiaal. De
hooikeerder is eveneens geschikt voor
het onderhoud van groenvoorzieningen,
voor het zwaden van bladeren, eggen van
weilanden en mestverspreiding.
Technische beschrijving
Het stalen frame van de hooikeerder is
gemonteerd op een bestuurbaar onder-
stel met twee wielen.
Een dwarslopende band, gevormd door
V-snaren die in regelmatige afstanden
door dwarslijsten met aangeschroefde
harktanden met elkaar verbonden zijn,
dient als werktuig.
Aan de achterzijde van het frame bevindt
zich een aansluitflens, om de hooikeer-
der aan de eenassige tractor of de
werktuigdrager te bevestigen.
De machine wordt met de aftakas van
de aandrijfeenheid aangedreven.
De wielen zijn in hoogte verstelbaar.
Voor het zwaden van het maaigoed wordt
een instelbare zwadplaat aangebracht.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 11
2
2. Technische gegevens
Type: ....................................................................... 5529 021
Arbeidsbreedte: .......................................................... 160 cm
Aantal harktanden: ............................................................. 10
Afstand van de harktanden:............................... ca. 4084 mm
Aantal hooikeerder-V-snaren: ...............................................2
Wielen: ............................................................... luchtbanden
Hoogteverstelling: ......................... afzonderlijk, aan de wielen
Arbeidssnelheid:..................................................max. 4 km/h
Transportsnelheid: ...............................................max. 6 km/h
Gewicht: ................................................................ ca. 130 kg
12 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
3
B
C
3. Machine- en bedieningselementen
Hooikeerder aanbouwen
aan de basismachine
W
Monteer en demonteer de
hooikeerder alleen bij stil-
staande motor.
Beveilig de aanbouwwerktuigen tegen
wegrollen en let bij de montage op het
ongevalrisico!
Voer montage en demontage op een
stevige en vlakke ondergrond uit.
De hooikeerder is een frontaanbouw-
werktuig.
agria 3400
Draai de stuurstang 180°, zodat de motor
zich aan de achterzijde bevindt, gezien
vanuit de rijrichting (zie handleiding bij
basismachine).
Werktuigdragers agria 5500 en 5800
De stuurstang staat al in de juiste posi-
tie.
l
Hooikeerder voor
de basismachine zet-
ten, met uitgeschoven
steunpoot (B/2). De
aanbouwflens moet
verticaal zijn
l
montage en demontage aan de agria-
basismachine gebeurt met het agria-snel-
koppelsysteem, zoals beschreven in
handleiding van de basismachine
l
stuurstang
(C/1) op de
stuuras (C/2)
zetten en met
de moer beves-
tigen
l
elektrische kabels voor de veiligheids-
schakeling aansluiten:
stekkerverbinding van de motorleiding
uit elkaar trekken
stekkerverbinding van de elektrische
leiding van de hooikeerder verbinden met
de stekkerverbinding van de motorleiding
l
steunpoot (1) na de montage omhoog
schuiven en met de klemschroef (2) vast-
zetten.
De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde, vervolgens schakelverbin-
dingsstang in de klem vastzetten en de
aftakasbeschermingskap aanbrengen.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 13
3
3. Machine- en bedieningselementen
Veiligheidsschakeling
De hooikeerder is voorzien van een vei-
ligheidsschakeling (A/6), zodat de veilig-
heidsschakelhendel tijdens het sturen
met de stuurstang niet tegen de basis-
machine hoeft te worden gedrukt.
Bij de montage moet hiervoor de elektri-
sche bekabeling van de veiligheidsscha-
keling zijn aangesloten (zoals in
hoofdstuk ‘aanbouw van de hooikeerder’
op blz. 12 staat beschreven).
Stoppositie
l
Wanneer de hendel wordt losgelaten,
wordt het contact uitgeschakeld (de
motor springt af)
W
Voorzichtig, motor loopt door
eigen gewicht na.
Bedrijfspositie
l
Voor het inschakelen van de hooikeer-
der dient de veiligheidshendel aan de
stuurstang te worden neergedrukt
W
Veiligheidshendel niet vast-
binden.
Startpositie
l
Veiligheidsschakeling van de basis-
machine in startpositie brengen, zoals
beschreven in de handleiding van de
basismachine.
Sturen
De hooikeerder wordt geleid met de
stuurboom van de basismachine, maar
gestuurd met behulp van de stuurstang
(A/1).
l
wordt de stuurstang naar rechts ge-
zwenkt, dan rijdt de machine naar links
l
wordt de stuurstang naar links ge-
zwenkt, dan rijdt de machine naar rechts
14 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
3
E
F
D
3. Machine- en bedieningselementen
Wielen in hoogte
verstellen
De bodemvrijheid van de machine kan
worden vergroot of verkleind door de
wielen in hoogte te verstellen.
l
Houd de wielhouder
met één hand vast en
maak met de andere
hand de verstelhendel
los (D/1)
l
schuif de wielhouder
omhoog of omlaag tot
de gewenste bodem-
vrijheid; draai vervol-
gens de verstelhendel
weer vast.
Steunschijven
voor werkzaamheden op flauwe
hellingen
De wielen kunnen worden voorzien van
steunschijven (wielsterren F/3), voor een
betere sturing bij werkzaamheden op
flauwe hellingen.
Extra gewichten
voor werkzaamheden op
steilere hellingen
Voor werkzaamheden op steilere hellin-
gen kunnen extra gewichten (F/1) aan de
wielen worden gemonteerd, waardoor
een betere zijwaartse sturing van de
machine ontstaat.
Zwadplaat
De zwadplaat is nodig voor het keren en
zwaden.
Zwadplaat verstellen
l
De zwadplaat (E/1) kan traploos wor-
den versteld nadat de schroef (E/4) is
losgemaakt en de vierkante buis (E/2) is
verschoven.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 15
3
4. Ingebruikname en bediening
Werkzaamheden
verrichten
Tijdens het transporteren van de hooi-
keerder met de basismachine op de
openbare weg dienen de bepalingen van
de wegenverkeerswet (bijv. verlichting en
beschermkappen) in acht te worden
genomen.
W
Op de weg of tijdens een rit
over het veld moet de hooi-
keerder zijn uitgeschakeld!
Rijden met uitgeschakelde
hooikeerder
Let hierbij op de volgende basisprincipes:
l
stel de beide wielen zo hoog af dat de
vorken van de hark voldoende bodem-
vrijheid hebben en bij het rijden over
oneffen oppervlak niet beschadigd kun-
nen worden
Transportsnelheid:
max. 6 km/h
Rijden met ingeschakelde
hooikeerder
W
Er mogen zich geen personen
binnen het gevarenbereik be-
vinden.
Controleer voordat met de werkzaam-
heden begonnen wordt eerst het te
bewerken oppervlak. Verwijder stenen,
takken e.d.. Controleer de directe
omgeving. Let vooral op kinderen en
dieren!
Voorzichtig met draaiende werktuigen
– veiligheidsafstand!
Tijdens werkzaamheden met ingescha-
kelde hooikeerder kan vooruit en achter-
uit worden gereden.
l
Start de motor zoals beschreven in de
handleiding van de basismachine
l
schakel de aftakas in met de aftakas-
schakelhendel of met de aftakasstang (zo
worden de aftakas en tegelijkertijd de
hooikeerder ingeschakeld)
l
veiligheidsschakelhendel aan de
stuurstang in bedrijfspositie brengen
l
gewenste versnelling (max. 4 km/h)
inschakelen en koppeling langzaam los-
laten, terwijl u gas geeft
16 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
Keren
Wenden
4
4. Ingebruikname en bediening
Keren
Verwijder de zwadplaat van de hooikeer-
der
l
stel de wielen zo af dat de tanden van
de hooikeerder de bodem licht aanraken
l
stel het wiel aan de uitwerpzijde iets
hoger af, zodat het gemaaide materiaal
gelijkmatig gekeerd wordt
l
afhankelijk van het soort materiaal
meer of minder gas geven, tot het beste
resultaat verkregen wordt
l
tijdens de werkzaamheden dient u zo
over het veld te rijden dat de gemaaide
zwade tussen de beide wielen ligt.
Wenden
l
Verwijder de zwadplaat van de hooi-
keerder
l
stel voor het wenden de wielen pre-
cies zo af als voor het keren
l
draai op vlak terrein en op flauwe
hellingen tijdens de werkzaamheden in
een cirkel rond
l
op steilere hellingen dient u langs de
ploeglijnen te rijden, en moet u hellingaf-
waarts draaien.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 17
Zwaden
4
4. Ingebruikname en bediening
Zwaden
l
Monteer de zwadplaat aan de hooi-
keerder
l
trek de vierkante draagbuis zo ver uit
dat de zwadplaat ca. 60 cm. zijdelings van
het omkeerpunt van de harktanden staat
l
stel de beide wielen zo af dat de elas-
tische tanden zich op gelijke hoogte
bevinden en de bodem licht raken
l
wanneer het maaigoed zich tijdens de
werkzaamheden om de tanden wikkelt,
is:
l
de snelheid van de hooikeerder te laag
(toerental verhogen door gas te geven),
l
de zwadkam te dicht bij het omkeer-
punt van de harktanden (zwadkam ver-
der uittrekken),
l
de harktanden te dicht boven de bo-
dem (hooikeerder hoger afstellen door de
wielen af te stellen).
Mest strooien
De mest moet uit kort stro (gehakseld)
bestaan. De machine wordt gebruikt voor
het verstrooien van mest uit de zwade.
De mest kan in dezelfde of in omgekeer-
de richting worden gestrooid.
Na het strooien van stalmest dient de
machine grondig te worden gereinigd.
Eggen van grasland
De hooikeerder is ook uitstekend ge-
schikt voor het eggen van grasland.
De hoogte van de wielen wordt afhanke-
lijk van de bodemgesteldheid ingesteld.
Bij deze werkzaamheden moeten de
tanden zo over de bodem bewegen dat
de grasnerf matig wordt geverticuteerd.
De roterende elastische tanden maken
mols- en mierenhopen vlak en halen
bovendien grasresten weg die de groei
van het gewas verhinderen, zodat de
bodem beter belucht wordt.
18 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
5
25–40 h
5. Onderhoud en reparatie
Voer onderhouds-, re-
paratie- en reinigings-
werkzaamheden al-
leen uit met een afgezette motor en
wanneer de contactsleutel verwijderd
is! Verwijder ook de bougiekap.
Draag tijdens werkzaamheden aan de
hooikeerder en de tanden altijd werk-
handschoenen. Ongevalsrisico!
Schakel bij eventuele verstoppingen
de machine uit, en probeer nadat u de
machine hebt beveiligd, de machine
met een passend hulpmiddel (houten
stok) te reinigen.
Beschadigde werktuigen dienen te
worden vervangen.
Voorzichtig met
draaiende werktuigen
– veiligheidsafstand!
Voorzichtig met nalopende werktui-
gen. Wacht tot het werktuig helemaal
stil staat.
Lees ook de onderhouds- en repara-
tievoorschriften bij de basismachine!
Na iedere 25–40 bedrijfsuren en na ie-
dere reinigingsbeurt met een hogedruk-
reiniger moeten de volgende delen wor-
den gesmeerd:
l
voor iedere montage van het werktuig
moet de koppelmof worden gereinigd en
met een kwastje (4) worden ingevet
l
smeernippels van de wielen met bio-
smeervet smeren
l
de naven van de V-snaarschijfas zijn
gevuld met smeervet. Na twee seizoe-
nen moeten de naven worden uitgebouwd
en met nieuw smeervet worden gevuld.
(Verwijder het oude vet en spoel de naaf
met olie uit)
De verende harkvorken hebben een
zelfsmerend lager en hebben geen sme-
ring nodig.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 19
5
G
5. Onderhoud en reparatie
Afstellen van de
V-snaarspanning
De V-snaarspanning dient regelmatig te
worden gecontroleerd en moet evt. op de
volgende manier worden veranderd:
l
klemschroef (G/3) losmaken
l
contramoer (G/2) losmaken en op de
spanschroef enkele malen terugdraaien
l
spanschroef (G/1) zover verstellen tot
de V-snaren (G/4) gespannen zijn
l
contramoer (G/2) en klemschroef
(G/3) weer vastdraaien
l
toestand van de V-snaar controleren
(bijv. op scheuren), evt. V-snaar vervan-
gen.
Algemeen
l
Schroeven en moeren regelmatig
controleren, eventueel natrekken
l
alle glijdende of beweeglijke onderde-
len met biologisch-afbreekbaar vet of olie
smeren.
Reiniging
De hooikeerder moet na gebruik grondig
met water worden afgespoeld.
Na iedere reinigingsbeurt met de hoge-
drukreiniger alle plaatsen die met vet zijn
ingesmeerd nasmeren en inoliën, en de
hooikeerder kort laten draaien zodat het
water eruit loopt.
De lagers moeten zijn voorzien van een
vetkraag. Deze beschermt de lagers
tegen het binnendringen van plantensap-
pen, water en vuil.
Stallen
Wanneer de hooikeerder gedurende lan-
gere tijd niet gebruikt wordt, moeten
volgende maatregelen genomen worden:
a) grondige reinigingsbeurt
laklaag bijwerken, smeerpunten door-
smeren, hooikeerder enige tijd laten
draaien, harkvorken met biologisch-af-
breekbare corrosiewerende olie inoliën.
b) plaats de machine nooit in vochtige
ruimtes, in ruimtes waar kunstmest
bewaard wordt of in stallen of daarnaast
liggende ruimten. Op deze manier wordt
corrosievorming aanzienlijk bevorderd.
c) dek de machine af met een dekzeil of
iets dergelijks.
20 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
Smeermiddelen, lak
agria-bestelnr.
Smeermiddelen en anti-corrosiemiddelen
690 34 Biologisch afbreekbaar smeervet ........................................ bus 400 g
690 35 Biologisch afbreekbare smeerolie .........................................fles 500 ml
690 36 Biologisch afbreekbaar anti-corrosiemiddel ...........................fles 500 ml
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen ................................................... spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 ............................................... spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart .............................................................. spuitbus 400 ml
Aanbevelingen: onderhoud en reparatie
Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden
en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer u beschikt over
het juiste gereedschap en de vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmoto-
ren.
Klop nooit met harde voorwerpen of metalen gereedschappen tegen het vliegwiel. Het kan
scheuren en tijdens gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroor-
zaakt worden. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap.
Aanbevelingen: smeermiddelen en anti-corrosiemiddelen
Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen (zie ‘Technische
gegevens’).
Voor ‘open’ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreek-
bare olie of smeervet (volgens de aanwijzingen in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machines en aanbouwwerktuigen adviseren wij biologisch af-
breekbare corrosiewerende olie (niet gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen). Het
anti-corrosiemiddel kan met een kwast of met een spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch
snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare smeermiddelen en corrosiewerende olie gebruikt, gaat u
bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage aan de gezondheid van mens,
fauna en flora.
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 21
22 hooikeerder 5529 021 uitgave 01.99
5 1025501001000
Schroeven en moeren
controleren
K19
Koppelmof smeren K K K 18
Lagers smeren K K K 18
V-snaarspanning controleren K K 19
A
Steeds na bedrijfsuren
blz.
min.
3mndl.
min.
jaarl. B
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere montage
B = na iedere reinigingsbeurt met de hogedrukreiniger
K = onderhouds- en inspectiewerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden
uitgevoerd
uitgave 01.99 hooikeerder 5529 021 23
EG conformiteitsverklaring
volgens de EG-richtlijn machines 98/37/EG
Wij
agria-Werke, GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
verklaren op eigen verantwoording dat het product
aanbouw-hooikeerder type 5529 021
waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met de
desbetreffende wezenlijke veiligheids- en gezondheidseisen
van de EG-richtlijn machines 98/37/EG.
Möckmühl, 29-01-1999
Gregor Czaja Ir. Thomas Ilchmann
Hoofd kwaliteitsbewaking Hoofd ontwikkeling en constructie
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
tel. +49 6298 39-0
fax +49 6298 39-111
internet: http://www.agria.de
Uw agria-dealer zorgt voor service en snelle levering van reserveonderdelen
Motor TMotor T
Motor TMotor T
Motor T
uin Wuin W
uin Wuin W
uin W
erktuigenerktuigen
erktuigenerktuigen
erktuigen
Het succesprogramma
Motorfrees Eenwielfrees Eenassige tractor
AllShredd Bermenmaaier
Gazonmaaier Verticuteermachine Combiwerktuig
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Agria 5529 de handleiding

Type
de handleiding