19
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
b
egin gewoon de pedalen rond te draaien om
het bedieningspaneel in werking te stellen.
Zie stap 1 op pagina 16.
2. Kies een programma voor de hartslag.
Druk op de Heart Rate 1 (hartslag) of op de Heart
rate 2 toets aan de linkerkant van het bedien-
ingspaneel om een van de programma’s voor de
hartslag te kiezen.
3. Invoeren van een doelinstelling voor de hart-
slag.
Een paar seconden nadat u een programma voor
de hartslag hebt gekozen zal de doelinstelling
voor de hartslag voor het programma in de display
rechts onderaan opflikkeren.
Dezelfde doelin-
stelling voor de hart-
slag zal tijdens pro-
gramma 1 voor de
hartslag voor alle seg-
menten geprogram-
meerd worden. Druk wanneer u programma 1
hebt gekozen op de toename of afname toetsen
boven de Heart Rate Programma [HEART RATE
PROGRAMS] toetsen om de gewenste
doelinstelling voor de hartslag in te voeren (zie
OEFENINTENSITEIT op bladzijde 22).
Verschillende doelinstellingen voor de hartslag
zullen tijdens programma 2
voor de hartslag
voor verschillende segmenten van het programma
geprogrammeerd worden. Druk wanneer u pro-
gramma 2 hebt gekozen op de toename of
afname toetsen boven de Heart Rate Programma
toetsen om de gewenste maximale doelinstelling
voor de hartslag in te voeren (zie OEFENINTEN-
SITEIT op bladzijde 22).
4. Draag de borstkaspolssensor of gebruik de
handgreep met polssensor.
U moet voor het programma voor de hartslag de
borstkaspolssensor of de handgreep met polssen-
sor gebruiken. Opmerking: Het bedieningspaneel
zal uw hartslag niet nauwkeurig kunnen aangeven
wanneer u de borstkassensor en de handgreep
met polssensor gelijktijdig gebruikt.
Tijdens de programma’s voor de hartslag hoeft u
niet voortdurend de handgreep met polssensor
v
ast te houden wanneer u de handgreep met
polssensor gebruikt. U moet echter regelmatig de
h
andgreep vasthouden om te zorgen dat het pro-
gramma goed werkt.
Ledere keer dat u de hand-
greep met polssensor gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat u de metalen contactpunten min-
stens 30 seconden lang vasthoudt.
5. Begin met uw oefening om het programma te
starten.
Programma 1
is onderverdeeld in 40 segmenten
van één minuut. Opmerking: Voor een kortere
oefening, stop gewoon met oefenen of kies een
ander programma vóór het programma eindigt.
Programma 2 is onderverdeeld in 30 segmenten
van één minuut. Een doelinstelling voor de hart-
slag is voor ieder segment geprogrammeerd.
Opmerking: dezelfde doelinstelling kan voor twee
of meerdere opeenvolgende segmenten worden
geprogrammeerd.
Het programmaprofiel zal tijdens het programma
uw vordering aangeven. Het flikkerende
profielsegment geeft het huidige segment van het
programma aan. De hoogte van het flikkerende
segment geeft de doelinstelling voor de hartslag
voor het huidige segment aan. U zult een reeks
geluiden horen aan het eind van ieder segment en
het volgende segment van het profiel zal beginnen
op te flikkeren.
T
ijdens beide programma’s
zal het bedien-
ingspaneel regelmatig uw hartslag met de doelin
-
stelling voor de hartslag voor het huidige segment
van het programma vergelijken. De weerstand van
de pedalen zal automatisch omhoog of omlaag
gaan wanneer uw hartslag boven of onder uw
doelinstelling ligt om zodanig uw hartslag dichter
bij uw doelinstelling te brengen. Elke keer dat de
weerstand verandert zal het weerstandsniveau
een paar seconden lang in de display verschijnen
om u te waarschuwen.