LET OP
Laat NOOIT enig persoon of dier
onder het apparaat staan tijdens het
omhoogheffen.
Dubbele (ride-on) troffelmachines zijn
zeer zwaar en lastig om te verplaatsen.
Gebruik de juiste hijsprocedures voor zwaar materieel
en probeer de troffelmachine NIET te hijsen aan de
beveiligingsringen.
Hijs de troffelmachine NOOIT terwijl de bestuurder op de
machine zit.
OPGELET!
De eenvoudigste manier om de troffelmachine te hijsen
is om de hijslussen die op het frame zijn gelast te
gebruiken. Deze hijslussen bevinden zich aan de linker- en
rechterzijdes van de stoel van de bestuurder.
Een band/ketting kan aan deze hijslussen worden bevestigd,
waardoor een vorkheftruck of kraan de troffelmachine op
of van een betonplaat kan hijsen. De band of ketting moet
een minimale hijscapaciteit hebben van 1.000 kg (2.000
Engelse ponden) en het hijsmateriaal moet geschikt zijn
om ten minste deze capaciteit te kunnen hijsen.
met zwevende
pannen tenzij veiligheidsvergrendelingen worden gebruikt
die door de fabrikant specifiek zijn vrijgegeven voor
dergelijk transport.
meer dan 90 cm (3 ft) boven
de grond als de zwevende pannen zijn bevestigd.
Vóór het hijsen, dient u te controleren of de hijslussen niet
beschadigd zijn.
Zorg dat de kraan of het hijsmiddel goed is bevestigd aan
de hijslussen van de apparatuur.
Schakel de motor ALTIJD uit voordat u het apparaat gaat
transporteren.
Hijs de apparatuur NOOIT op als de motor nog draait.
Bevestig de brandstofdop goed en sluit de brandstofkraan
om te voorkomen dat brandstof wordt gemorst.
Gebruik adequate hijskabels (draad of kabel) van
voldoende sterkte.
Hijs de machine NIET tot onnodige hoogtes.
Bevestig ALTIJD de apparatuur tijdens het transport door
de apparatuur met banden te bevestigen. Controleer de
banden op eventuele rafels of schade.
LET OP
Controleer uw plaatselijke of overheidsvei-
ligheidbepalingen betreffende slepen, zodat
u voldoet aan de Department of Trans-
portation (DOT) Veiligheidsbepalingen
betreffende het slepen, voordat u de trof-
felmachine gaat slepen.
Om de eventuele waarschijnlijkheid op een ongeval te
beperken tijdens het transporteren van de troffelmachine
over openbare wegen, dient u ALTIJD de trailer te
controleren of deze de troffelmachine kan dragen en of het
sleepvoertuig mechanisch in goede staat verkeert.
Schakel de motor ALTIJD uit voordat u het apparaat gaat
transporteren.
Controleer of de bevestiging en koppeling van het
sleepvoertuig gelijk is aan, of groter is dan het "bedrijfsvaardig
gewicht" van de trailer.
Controleer ALTIJD de bevestiging en koppeling op slijtage.
Sleep een trailer NOOIT als de bevestigingen, koppelingen,
kettingen, enz. defect zijn.
Controleer de bandendruk van zowel het sleepvoertuig
als de trailer. De fabrikant adviseert dat de banden
van de trailer moeten worden opgepompt tot 50 psi
koud. Controleer bovendien de bandendikte van beide
voertuigen.
Controleer ALTIJD of de trailer is voorzien van een
veiligheidsketting.
Bevestig ALTIJD op juiste wijze de veiligheidskettingen van
de trailer aan het sleepvoertuig.
Controleer ALTIJD of de directionele richting van
het voertuig en de trailer, de back-up, remmen en
trailerverlichting goed zijn aangesloten en functioneren.
DOT-vereisten omvatten het volgende:
• Sluit de elektrische rembediening aan en test deze.
• Bevestig de draagbare aansluitkabels in de kabellade
met tiewraps.
De maximale snelheid voor het slepen op de snelweg is
90 km/u tenzij anders aangegeven. De adviessnelheid bij
het slepen off-road is 25 km/u of minder, afhankelijk van
het terrein.
Vermijd plotseling stoppen en starten. Dit kan blokkering
of dubbelklappen veroorzaken. Soepel, langzaam starten
en stoppen zal het slepen verbeteren.
Vermijd scherpe bochten om omrollen te vermijden.