Shindaiwa CWT-7410 Handleiding

Type
Handleiding
NEDERLANDS
BEDIENINGSHANDLEIDING
WAGEN VOOR CSG
CWT-7410
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE
REGELS VOOR VEILIG GEBRUIK.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS KAN
ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2
Belangrijke informatie
Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.
Juist gebruik van dit product
Dit product is bestemd voor montage van een snijzaag die gemaakt is voor het snijden van een grondoppervlak, zoals
beton.
Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
Gebruikers van het product
U dient dit product niet te gebruiken voordat u de bedieningshandleiding goed hebt gelezen en de inhoud ervan hebt
begrepen.
Dit product mag niet door iemand worden gebruikt die de bedieningshandleiding niet goed heeft gelezen, die een ver-
koudheid heeft, vermoeid is of anderszins in een slechte fysieke conditie is. Ook kinderen mogen dit product niet ge-
bruiken.
Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of
hun eigendommen.
Over uw bedieningshandleiding
In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de bediening en het onderhoud van uw product. Lees deze
aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar aan
bij uw dealer.
De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus-
sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorgt u er dan voor dat de per-
soon die het product leent en ermee zal werken ook de handleiding ontvangt. Indien u dit product overhandigt aan een
derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Vragen
Neem contact met uw dealer voor meer informatie over het product, de aankoop van verbruiksmaterialen, reparaties
en andere soortgelijke vragen.
Kennisgevingen
Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving zijn
voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelijken.
Raadpleeg uw dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.
3
Inhoud
Veilig gebruik van uw product............................................................................................. 4
Waarschuwingsmededelingen....................................................................................... 4
Overige aanduidingen ................................................................................................... 4
Symbolen....................................................................................................................... 4
Plaats waar de veiligheidsticker is bevestigd................................................................. 5
Omgaan met het product............................................................................................... 6
Paklijst ................................................................................................................................ 8
Beschrijving ........................................................................................................................ 9
Voordat u begint ............................................................................................................... 10
Montage....................................................................................................................... 10
Procedure voor montage van de gemotoriseerde snijzaag ......................................... 10
Procedure voor verwijdering van de gemotoriseerde snijzaag .................................... 13
Brandstofvoorraad ....................................................................................................... 13
Het wiel vervangen ...................................................................................................... 14
Bediening.......................................................................................................................... 15
Snijgeleider.................................................................................................................. 15
De wagen verplaatsen ................................................................................................. 16
Onderhoud en verzorging ................................................................................................. 17
Onderhoud en verzorging............................................................................................ 17
Opslag .............................................................................................................................. 19
Specificaties...................................................................................................................... 20
4
Veilig gebruik van uw product
Lees dit hoofdstuk nauwkeurig voordat u het product gaat gebruiken.
De voorzorgsmaatregelen die in dit hoofdstuk beschreven worden, bevatten belangrijke veiligheidsinformatie. Neem
deze in acht.
U dient ook de voorzorgsmaatregelen te lezen die in de handleiding zelf staan.
Tekst gevolgd door een [diamond mark] beschrijft de mogelijk consequenties van het niet naleven van de voorzorgsmaatregelen.
Waarschuwingsmededelingen
Situaties waarbij er een risico voor fysiek letsel voor de gebruiker en andere personen bestaat, worden in deze handleiding en op
het product zelf door de volgende waarschuwingsmededelingen aangeduid. Lees en volg zorgvuldig de regels voor een veilig
gebruik.
Overige aanduidingen
Naast waarschuwingsmededelingen worden in deze handleiding de volgende verklarende symbolen gebruikt:
Symbolen
In deze handleiding en op het product zelf worden diverse verklarende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u volledig begrijpt wat
elk symbool betekent.
GEVAAR WAARSCHUWING LET OP
Dit symbool in combinatie met het
woord "GEVAAR" vestigt de aan-
dacht op handelingen of omstandig-
heden die ernstig lichamelijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
Dit symbool in combinatie met het
woord "WAARSCHUWING" vestigt de
aandacht op handelingen of omstandig-
heden die ernstig lichamelijk letsel of de
dood tot gevolg kunnen hebben.
"LET OP" geeft aan dat er een poten-
tieel gevaarlijke situatie is, die wan-
neer die niet wordt vermeden, licht tot
matig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Het pictogram met een
cirkel en een schuine
streep geeft aan dat
hetgeen wordt ge-
toond, verboden is.
OPMERKING BELANGRIJK
Deze ingesloten boodschap bevat tips
voor gebruik, verzorging en onderhoud
van het product..
Omkaderde tekst met het woord "
BELANGRIJK"bevat belangrijke in-
formatie over het gebruik, de contro-
le, het onderhoud en de opslag van
het product dat beschreven staat in
deze handleiding.
Symboolvorm / vorm Symboolbeschrijving /
toepassing
Symboolvorm / vorm Symboolbeschrijving /
toepassing
Lees de bedieningshandlei-
ding aandachtig door
Draag oog-, oor-, neus-,
mond- en hoofdbescherming
Veiligheid/waarschuwing Ruststand
De snijzaag niet optillen met
behulp van de voorste hand-
greep
Vergrendeld
Omgekeerde montage van
snijarm is verboden
Ontgrendeld en vrije
beweging
5
Veilig gebruik van uw product
Plaats waar de veiligheidsticker is bevestigd
De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg
ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.
Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een
vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg
ervoor dat de sticker altijd leesbaar is.
1. Veiligheidssticker (onderdeelnummer X505-011460)
6
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met het product
Algemene voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Lees aandachtig de bedieningshandlei-
ding voordat u het product gaat gebrui-
ken om er zeker van te zijn dat u het
product correct bedient.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het
gevolg zijn.
Houd u aan alle lokale en nationale wetten en voor-
schriften
Nationale of lokale voorschriften kunnen het gebruik van
deze snijzaag beperken.
Gebruik dit product niet voor andere dan de hiervoor
genoemde doeleinden.
U mag het product niet gebruiken voor doeleinden an-
ders dan die beschreven in de bedieningshandleiding.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den.
Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan
U mag het product niet wijzigen.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het
product worden niet gedekt door de garantie van de fabri-
kant.
Gebruik het product niet zonder dat het is gecontro-
leerd en onderhouden
U dient het product niet te onderhouden wanneer het
niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd
voor dat het product regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden.
Vervang gebarsten en gebroken beschermkasten vóór
gebruik.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze hand-
leiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de
persoon die het product leent ook de handleiding ont-
vangt.
Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er
dan de bedieningshandleiding bij.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Voorbereid zijn in geval van een verwonding
Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke
geval van een ongeval of verwonding.
EHBO-doos
Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te
stoppen)
Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)
Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van ande-
ren kunt vragen kan de verwonding verslechteren.
7
Veilig gebruik van uw product
Beschermende uitrusting
WAARSCHUWING
Draag beschermende uitrusting
Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wan-
neer u met de snijzaag werkt. Zorg er in de eerste plaats
voor dat u tijdens het werk altijd een veiligheidsbril, een
stofmasker en gehoorbescherming draagt.
Zonder de beschermende uitrusting kunt u afval of stof dat
weggeblazen wordt, inademen of in de ogen krijgen wat een
ongeval of letsel tot gevolg kan hebben.
a Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd
b Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor
c Veiligheidsbril: Beschermt de ogen
d Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen
e Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen
kou en trillingen
f Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek):
Beschermt het lichaam
g Stevige antisliplaarzen (met veiligheidsneus) of antis-
lipschoenen (met veiligheidsneus): Beschermt de voeten
Niet opvolgen van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of ge-
hoorbeschadiging of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
Beschermende kleding dragen
Draag uw haar zo dat het tot op uw schouders komt.
Draag geen stropdassen, sieraden of losse kleding die door de machine
kunnen worden gegrepen.
Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, sandalen etc.), loop niet
blootsvoets of met blote benen.
Niet opvolgen van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging
of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
8
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
Nummer Onderdeelnaam Aantal
(1) Wagen 1
(2) Waterreservoir 1
(3) Bouten 2
(4) T-sleutel 1
(5) Bedieningshandleiding 1
9
Beschrijving
1. Gashendel
2. Handgreep van wagen
3. Bedieningssticker - X532-005990
4. Hendel voor diepteafstelling
5. Dop van waterreservoir
6. Waterreservoir
7. Houder van waterreservoir
8. Plaatje van achterste handgreep
9. Bevestiging van achterste handgreep
10. Diepteafstellingsindicator
11. Bedieningssticker - X524-007730
12. Voorwiel
13. Achterwiel
14. Handgreepvergrendelknop
15. Koppelbus
16. Wielrem
17. Bedieningssticker - X532-006000
18. Montageplaatje voor voorste handgreep
19. Gasklepplaatje
20. Zaagvergrendelknop
10
Voordat u begint
Montage
1. Draai de handgreepvergrendelknop los, draai de handgreep
van de wagen naar de stand voor bediening en draai de
handgreepvergrendelknop vervolgens vast om de hand-
greep vast te zetten.
Zorg er hierbij voor dat de tanden van de getande borgringen
overeenkomen.
Let erop dat de gaskabel niet blijft haperen aan onderdelen
wanneer u de handgreep in de juiste stand zet.
2. De houder van het waterreservoir bevindt zich in de opge-
borgen stand bij verzending. Houd de onderkant van het wa-
terreservoir stevig vast, draai de in de afbeelding
aangegeven bout los en verwijder de bout. Let op bij het ver-
wijderen van de houder van het waterreservoir dat u de ka-
bel niet beschadigt.
3. Lijn de onderkant van het reservoir uit en draai de drie bou-
ten vast. (Aanhaalmoment: 10 tot 14 N•m). Leid de kabel on-
der de houder van het waterreservoir.
Procedure voor montage van de gemotoriseerde snijzaag
WAARSCHUWING
Houd de houder van het waterreservoir stevig vast wanneer u de bouten op de houder van het waterreservoir ver-
wijdert.
De houder van het waterreservoir kan vallen en letsel veroorzaken
Tijdens montage kan de houder van het waterreservoir onverwacht vallen. Let op dat uw vingers niet bekneld raken.
LET OP
Als de gaskabel tijdens bedrijf blijft haperen aan andere onderdelen, werken de gasklep en de diepteafstellng niet
naar behoren.
1. Handgreepvergrendel-
knop
2. Handgreep van wagen
3. Getande borgring
1. Houder van waterreser-
voir
2. Bout
3. Diepteafstellingskabel
1. Houder van waterreser-
voir
2. Accessoirebouten
3. Bout
4. Diepteafstellingskabel
WAARSCHUWING
Draai de zaagvergrendelknop volledig naar binnen.
Als de knop niet voldoende is vastgedraaid, kan de gemotoriseerde snijzaag loskomen tijdens gebruik of transport.
11
Voordat u begint
1. Voordat u de snijzaag op de wagen monteert, brengt u het
snijwiel voor nat zagen aan dat geschikt is voor de taak.
2. Schakel de wielrem in.
(Duw naar voren om de rem in te schakelen.)
De wielrem wordt met een voet bediend.
3. Voordat u de snijzaag op de wagen monteert, verwijdert u
eventueel vuil of puin op de wagen of de snijzaag.
4. Draai de knop van het gasklepplaatje en de zaagvergrendel-
knop los. Draai het gasklepplaatje linksom om het te ope-
nen. Til het plaatje van de achterste handgreep op.
5. Stel het diepteafstellingsplaatje van de wagen in op de rust-
stand (met het voorwiel in de laagste stand). Gebruik het
achterwiel als steunpunt en til de voorzijde van de wagen op
zodat het voorwiel de grond niet meer raakt. Duw de hendel
voor diepteafstelling naar de vrije zijde, zodat het voorwiel
op en neer kan bewegen. Stel de diepteafstellingsindicator
in op de ruststand en duw de hendel voor diepteafstelling
weer naar de vergrendelde zijde om deze in de ruststand
vast te zetten.
6. Plaats de gemotoriseerde snijzaag zodat de beschermplaat
op de voorzijde van de handgreep in het midden van het
montageplaatje voor de voorste handgreep zit.
LET OP
Gebruik het snijwiel voor nat zagen dat is aanbevolen voor onze gemotoriseerde snijzaag.
Gebruik niet het slijpwiel.
Als u een snijwiel gebruikt dat niet geschikt is voor de toepassing, zal dit problemen tot gevolg hebben.
Breng geen met water gevuld reservoir op de wagen aan voordat u de gemotoriseerde snijzaag monteert.
Doet u dit wel, dan is de wagen niet meer in evenwicht en kan deze omvallen.
BELANGRIJK
Breng de snijzaag niet aan met omgekeerd gemonteerde snijarm.
De trillingsdempende onderdelen van de snijzaag verslijten sneller.
1. Wielrem
1. Gasklepplaatje
2. Knop van gasklepplaat-
je
3. Plaatje van achterste
handgreep
4. Zaagvergrendelknop
1. Diepteafstellingsplaatje
2. Ruststand
3. Diepteafstellingsindica-
tor
4. Hendel voor diepteaf-
stelling
5. Vrije zijde
6. Vergrendelde zijde
1. Beschermplaat
2. Snijzaag
3. Montageplaatje voor
voorste handgreep
12
Voordat u begint
7. Plaats de onderkant achter van de handgreep van de gemo-
toriseerde snijzaag tussen de geleidepennen.
8. Houd de achterste handgreep van de gemotoriseerde sn-
ijzaag omlaag met het plaatje van de achterste handgreep
en draai de zaagvergrendelknop helemaal vast.
9. Draai het gasklepplaatje rechtsom en duw het naar binnen.
Draai de knop van het gasklepplaatje vast. Zorg ervoor dat
de gashendel van de wagen is gekoppeld aan de hand-
gastrekker van de gemotoriseerde snijzaag en dat deze soe-
pel samenwerken.
10. Lijn de slang van het waterreservoir uit met de groef in de
houder van het waterreservoir en breng het waterreservoir
op de wagen aan. Wees voorzichtig dat uw handen niet
bekneld raken bij het aanbrengen van het waterreservoir.
11. Zet het vloeistofkraantje van de gemotoriseerde snijzaag in
de gesloten stand. Sluit de koppelbus aan op de verbinding
van de gemotoriseerde snijzaag.
12. Zorg ervoor dat de gaskabel zich op de juiste plaats bevindt.
13. Pas de rotatiehoek van de wielbeschermer aan zodat de
wielbeschermer niet door de grond wordt belemmerd, zelfs
als de maximale snijdiepte is ingesteld. (Raadpleeg de be-
dieningshandleiding van de gemotoriseerde snijzaag voor
het afstellen van de wielbeschermer.)
1. Geleidepennen 2. Achterste handgreep
1. Plaatje van achterste
handgreep
2. Achterste handgreep
3. Zaagvergrendelknop
1. Knop van gasklepplaat-
je
2. Gasklepplaatje
1. Waterreservoir
2. Groef
3. Koppelbus
1. Wielbeschermer
13
Voordat u begint
Procedure voor verwijdering van de gemotoriseerde snijzaag
1. Stel de diepteafstellingsindicator in op de ruststand op het
diepteafstellingsplaatje. (Zie pagina 10.)
2. Schakel de wielrem in op vlakke grond.
3. Maak de koppelbus los en verwijder het waterreservoir van
de wagen. (De wagen heeft de neiging om te vallen als een
met water gevuld waterreservoir op de wagen aanwezig is.)
4. Draai de knop van het gasklepplaatje los. Draai het gasklep-
plaatje linksom en open het.
5. Houd de achterste handgreep van de gemotoriseerde sn-
ijzaag omlaag, draai de zaagvergrendelknop los en zet het
plaatje van de achterste handgreep omhoog. Als u de ach-
terste handgreep niet omlaag houdt, zal deze omhoog ko-
men en kan het snijwiel tegen de grond slaan, met schade
tot gevolg.
6. Til de gemotoriseerde snijzaag op en verwijder deze van de
wagen. Wees voorzichtig dat u hierbij niet in aanraking komt
met hete onderdelen, zoals de geluiddemper of cilinderkop.
Brandstofvoorraad
1. Leg voor het bijvullen de volledige wagen op zijn zijkant op
een vlakke ondergrond, met de brandstoftankdop naar bo-
ven.
Wees voorzichtig wanneer u de wagen op zijn zijkant legt. Er
kan water uit het reservoir lekken.
Draai na het bijvullen de brandstoftankdop goed vast en zet de
wagen weer rechtop.
1. Diepteafstellingsplaatje
2. Diepteafstellingsindica-
tor
3. Hendel voor diepteaf-
stelling
4. Vrije zijde
5. Vergrendelde zijde
1. Knop van gasklepplaat-
je
2. Gasklepplaatje
1. Achterste handgreep
2. Zaagvergrendelknop
3. Plaatje van achterste
handgreep
LET OP
Als u de wagen op zijn zijkant legt, doe dit dan langzaam en voorzichtig om schokken op de wagen te vermijden.
Als u de snijzaag bijvult met brandstof terwijl de wagen op een helling of oneffen ondergrond op zijn zijkant is gelegd,
kan er brandstof worden gemorst als de wagen verschuift tijdens het bijvullen.
1. Brandstoftankdop
14
Voordat u begint
Het wiel vervangen
1. Als u het snijwiel wilt vervangen, verwijder dan eerst de ge-
motoriseerde snijzaag uit de wagen.
2. Vervang het snijwiel volgens de instructies in de bedienings-
handleiding van de gemotoriseerde snijzaag.
LET OP
Als u het snijwiel vervangt met de snijzaag op de wagen, kan de wagen omkantelen en een ongeval veroorzaken.
1. Snijwiel 2. Snijzaag
15
Bediening
Snijgeleider
1. Schakel de wielrem in op vlakke grond.
2. Draai de handgreepvergrendelknop los en stel de hoogte
van de handgreep van de wagen in op een comfortabele
werkhoogte. Draai de handgreepvergrendelknop weer volle-
dig vast. (Zorg er hierbij voor dat de tanden van de getande
borgringen overeenkomen.)
3. Vul het waterreservoir volledig met water. De slangverbin-
ding kan worden ontkoppeld, zodat u het waterreservoir kunt
verwijderen en naar een waterkraan brengen om het te vul-
len.
Terwijl u water in het waterreservoir doet en de slangverbin-
ding niet is aangesloten, zal er water uit de slangverbinding
lekken. Plaats de slangverbinding op een hoger niveau dan
het waterniveau.
4. Controleer voordat u de motor start of de diepteafstellingsin-
dicator van de wagen op de ruststand is ingesteld en het
snijwiel de grond niet raakt.
5. Houd de voorste handgreep van de gemotoriseerde sn-
ijzaag vast en start de motor. Start de motor volgens de in-
structies in de bedieningshandleiding van de
gemotoriseerde snijzaag. Zodra de motor start, neemt u de
handgreep van de wagen vast
6. Open het vloeistofkraantje van de gemotoriseerde snijzaag
zodat het water begint te stromen. (Open het vloeistofkraan-
tje volgens de instructies in de bedieningshandleiding van
de gemotoriseerde snijzaag.)
7. Schakel de wielrem uit. Duw de hendel voor diepteafstelling
naar de vrije zijde terwijl u de snijzaag optilt met behulp van
de handgreep van de wagen. Laat het wiel op de vloer neer
en verhoog geleidelijk het motortoerental. Pas met behulp
van de handgreep van de wagen de belasting op de snijrand
aan, om een plotselinge belasting te vermijden, en begin ge-
leidelijk aan te snijden.
Wanneer u begint te snijden, zal de wagen de neiging hebben
om vooruit te bewegen. Houd daarom de wagen stevig vast tij-
dens het snijden.
WAARSCHUWING
Controleer vóór gebruik of functies als de gashendel, diepteafstelling en wielrem naar behoren werken.
Als er functies zijn die niet goed werken, neem dan contact op met de winkel voor reparatie.
Verwijder obstakels op het snijpad.
Als de motor wordt gestart met het snijwiel op de grond, kan de wagen worden aangedreven en een ongeval veroor-
zaken.
Als de motor wordt gestart in de vergrendelde stand, draait het wiel met hoge snelheid op het ogenblik van het star-
ten. Zet de vergrendeling onmiddellijk vrij door de gashendel eenmaal te bedienen.
Schakel altijd de wielrem in wanneer u de motor start en wanneer de snijzaag niet in gebruik is.
LET OP
Maak altijd gebruik van de waterspoelfunctie wanneer u de wagen gebruikt om te snijden.
Gebruik schoon water om de snede te spoelen. Als u vuil water gebruikt, kan dit tot problemen leiden.
Als u het snijwiel in de vergrendelde stand laat staan wanneer u met volgas snijdt, kan dit beschadiging tot gevolg
hebben.
1. Handgreep van wagen 2. Handgreepvergrendel-
knop
1. Startknop
1. Wielrem
2. Hendel voor diepteaf-
stelling
3. Vrije zijde
4. Vergrendelingszijde
16
Bediening
8. Snijd tot de vereiste diepte en duw de hendel voor diepteaf-
stelling naar de vergrendelde zijde. Ga verder met snijden in
deze stand voor een uniforme diepte. Bekijk de indexbouten
om de diepte van de snede te bepalen.
Wees uiterst attent tijdens het snijden en let zowel op het ge-
luid van de motor als de snelheid van het snijwiel om overbe-
lasting van de motor te voorkomen.
Als het snijwiel vertraagt, verminder dan de voorwaartse druk
op de handgreep en zet deze lichtjes achteruit. Wacht tot het
motortoerental weer normaal is en duw dan opnieuw.
Als het snijwiel vastloopt, laat dan de gashendel los en til het
snijwiel op van de grond. Neem de gashendel weer vast om
het toerental te verhogen en begin te snijden. Als het snijwiel
vastloopt bij volgas, kan dit leiden tot schade aan de gemoto-
riseerde snijzaag.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u op maximale diepte snijdt,
aangezien het snijwiel dan het meest gevoelig is voor vastlo-
pen. Als u niet dieper dan nodig snijdt, werkt u efficiënter en
gaan snijwielen langer mee.
Maak bij het snijden niet opzettelijk curven. Dit zet het snijwiel
onder spanning waardoor het gevoelig is voor vastlopen.
9. Als u klaar bent met een snede, til dan eerst het snijwiel op
en laat vervolgens de gashendel los.
10. Duw de hendel voor diepteafstelling naar de vrije zijde, stel
de diepteafstellingsindicator in op de ruststand en duw de
hendel voor diepteafstelling naar de vergrendelde zijde om
deze te vergrendelen.
11. Zet de motor uit en sluit het vloeistofkraantje om de water-
toevoer te stoppen.
12. Schakel altijd de wielrem in voordat u de wagen achterlaat.
Als u de wagen op een helling achterlaat, kan de wagen on-
opgemerkt wegrollen en een ongeval veroorzaken.
De wagen verplaatsen
1. Zorg dat u tijdens het duwen van de wagen om deze te ver-
plaatsen het snijwiel optilt bij niveauverschillen in het
grondoppervlak, zodat het snijwiel er niet tegenaan slaat.
2. Zet de motor altijd uit voordat u de wagen verplaatst.
3. Als u de handgreep naar voren plaatst, is de wagen kleiner
en kunt u deze gemakkelijker in een voertuig laden.
1. Diepteafstellingsindica-
tor
2. Indexbouten
3. Gashendel
RICHTLIJN VOOR SNIJDIEPTE (TER REFERENTIE)
DIEPTE MET SNIJWIEL VAN 350 mm
AANDUIDING OP STICKER SNIJDIEPTE
25% ONG. 30 mm
50% ONG. 60 mm
75% ONG. 90 mm
MAX ONG. 120 mm
1. Gashendel
2. Ruststand
3. Diepteafstellingsindica-
tor
WAARSCHUWING
Verwijder de gemotoriseerde snijzaag uit de wagen voordat u de wagen op het laadbed van een voertuig plaatst.
Als u de wagen optilt terwijl de gemotoriseerde snijzaag erop is gemonteerd, doe dit dan niet met behulp van de
handgreep van de gemotoriseerde snijzaag.
Als het plaatje van de achterste handgreep plots wordt ontgrendeld, kan de wagen vallen en letsel veroorzaken.
LET OP
Als de gaskabel zich niet op de juiste plaats bevindt, kan de diepteafstellingsvergrendeling ontgrendeld worden.
1. Handgreep van wagen
17
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Gaskabel
1. Draai de twee borgmoeren los.
2. Stel de kabel zodanig af dat de handgastrekker volledig ge-
opend is wanneer u de gashendel inknijpt.
3. Stel de kabel zodanig af dat er een speling is tussen de
handgastrekker en het gasklepplaatje wanneer u de ga-
shendel loslaat.
4. Draai de twee borgmoeren vast.
Diepteafstellingskabel
1. Duw de handgreep van de wagen naar voren.
2. Draai de twee borgmoeren los.
3. Duw de hendel voor diepteafstelling naar de vergrendelings-
zijde en vrije zijde om te controleren in welke stand de hen-
del werkt.
4. Draai de twee borgmoeren vast.
Achterste handgreep
1. Als er speling is in de greep van de achterste handgreep,
draai de bout dan los en verminder de speling door het pla-
atje van de achterste handgreep omlaag naar de achterste
handgreep toe te duwen.
Wagen
Als de wagen naar één kant trekt.
1. Draai de bouten voor en achter los op de bevestiging van de
achterste handgreep van de gemotoriseerde snijzaag en
schuif de bevestiging naar links of rechts om het trekken te
corrigeren.
2. Als de wagen naar rechts trekt, schuift u de bevestiging van
de achterste handgreep naar rechts; als de wagen naar links
trekt, voert u de correctie naar links uit.
Maak bij het verschuiven van de bevestiging van de achterste
handgreep naar links/rechts kleine aanpassingen volgens de
mate van trekken
Als de wagen bochten maakt tijdens het rijden.
1. Draai de twee bouten los.
2. Pas de richting van het achterwiel aan.
3. Draai de twee bouten vast.
Neem bij vragen of problemen contact op met uw dealer.
1. Borgmoeren
2. Gasklepplaatje
3. Handgastrekker
1. Borgmoeren
1. Bouten 2. Plaatje van achterste
handgreep
1. Bouten voor en achter 2. Bevestiging van achter-
ste handgreep
1. Bouten 2. Achterwiel
18
Onderhoud en verzorging
Wielrem
Als de wielrem minder goed werkt
1. Draai de twee bouten los en pas de afstand tot het wiel aan.
2. Stel de afstand tussen het achterwiel en het remplaatje in op
1,0 mm met de hendel in de stand waarin de wielrem is uit-
geschakeld.
3. Draai de twee bouten vast.
1. Bouten
2. Remplaatje
3. Achterwiel
19
Opslag
Verwijder vuil en berg de wagen op nadat u klaar bent met het
werk van de dag.
Als u de wagen ongereinigd laat staan, zal het vuil hard wor-
den en moeilijk te verwijderen zijn, wat later problemen kan
veroorzaken. Als u voor het schoonmaken water gebruikt,
veeg de wagen daarna dan goed droog.
Controleer of de schroeven, bouten en moeren goed zijn aan-
gehaald. Draai deze vast als ze loszitten.
Voor langdurige opslag verwijdert u de gemotoriseerde sn-
ijzaag uit de wagen. Volg de instructies in de bedieningshand-
leiding van de gemotoriseerde snijzaag om deze op te bergen.
Smeer bewegende onderdelen vóór langdurige opslag.
Bij opslag van het product gedurende langere periodes (30 dagen of langer) dienen de volgende voorbereidingen
voor de opslag te worden getroffen.
1. Onderdelen smeren
20
Specificaties
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving.
Model
CWT-7410
Monteerbare producten: Model Verkoopregio
CSG-7410ES
Europa
Rusland
EC741S Europa
Buitenafmetingen: Lengte × breedte × hoogte mm 1162 × 442 × 1069
Massa: Zonder snijzaag en met leeg waterreservoir kg 29,5
Waterreservoir:
Type
Inhoud l
Watervoorziening via zwaartekracht
10
Maximale diepte: mm 120 (met snijwieldiameter van 350 mm)
Diepteafstelling: Inbegrepen (handbediende hendel, 6 standen)
Wielrem: Met de voet bediend
Handgreep: Verstelbaar (in stappen van 15 graden)
21
MEMORANDUM
22
MEMORANDUM
23
MEMORANDUM
2020
1-7-2 SUEHIROCHO, OHME, TOKYO 198-8760, JAPAN
TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145.
©
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Shindaiwa CWT-7410 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren