8
bloedvaten of de zenuwen van de vingers,
handen en polsen bij personen die lijden
aan bloedsomloopstoornissen of
abnormale zwellingen. Langdurig gebruik
bij koud weer is in verband gebracht met
schade aan de bloedvaten bij overigens
gezonde mensen. Als er symptomen
optreden als verstijving, pijn, verlies van
kracht, verandering in huidskleur of
-weefsel of verlies van gevoel in de
vingers, handen of polsen, stop dan het
gebruik van dit apparaat en ga naar een
arts.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig
letsel of overlijden zo klein mogelijk te
houden moeten personen met een
pacemaker hun eigen arts en de fabrikant
van de pacemaker raadplegen voordat ze
deze machine gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen
het gebruik van de machine beperken.
1 - Gebruik de machine niet voordat u op
de hoogte bent van de specieke manier
waarop deze moet worden gebruikt. De
gebruiker dient eerst te oefenen met het
apparaat voordat hij of zij het in de praktijk
gaat gebruiken.
2 - De machine mag uitsluitend worden gebruikt
door volwassenen die in goede lichamelijke
conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen
kennen.
3 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4 - Draag altijd gepaste stevige kleding en
veiligheidsuitrusting (schoenen, een lange
broek, handschoenen, oor-, oogbeschermig
en een helm). De kleding moet aangenaam
zitten, maar mag niet te los worden gedragen.
5 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken.
6 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich
in een straal van 15 meter van de in werking
zijnde bosmaaier niemand anders bevindt.
7 - Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te
controleren of de schroef, die het maaiblad
bevestigt, stevig vast zit.
8 - Gebruik nooit een ander snijwerktuig of
-onderdeel, dat niet expliciet is aanbevolen
voor deze machine (zie pag. 122).
9 - De bosmaaier mag niet zonder
maaibladbeveiliging worden gebruikt.
10 - Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
11 - Tijdens het werk moet u regelmatig het
maaiblad controleren (als de motor uit staat).
Gebruik de bosmaaier nooit als het maaiblad
kapot is of breuken vertoont: u dient dan het
maaiblad onmiddellijk te vervangen.
12 - Gebruik de machine alleen op goed
geventileerde plaatsen, gebruik de machine
niet in explosieve of ontvlambare ruimtes of
in gesloten ruimtes.
13 - Raak nimmer het maaiblad als de motor
loopt en pleeg ook geen onderhoud met
draaieinde motor.
14 - Het is verboden een andere rotor op de
stroomaansluiting van de machine aan te
brengen dan degene die door de fabrikant
geleverd is.
15 - Werk niet met een beschadigde, slecht
gerepareerde, slecht gemonteerde
of eigenhandig gewijzigde machine.
Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen,
beschadig hen niet en stel hen niet buiten
werking. Gebruik alleen werktuigen die zijn
aangegeven in de tabel.
16 - Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 24).
17 - Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 14).
18 - Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
19 - U mag de motor nooit starten zonder
transmissiesteel.
20 - Controleer de bosmaaier dagelijks om er
zeker van te zijn dat alles juist functioneert
en dat alle veiligheidsvoorzieningen juist
werken.