MQ Multiquip hhng5 Handleiding

Type
Handleiding
BEDIENINGSHANDLEIDING
DEZE HANDLEIDING MOET TE ALLEN TIJDE BIJ HET APPARAAT WORDEN BEWAARD.
Ga naar onze website op:
www.multiquip.com voor de meest
recente revisie van deze publicatie
SERIE
MODEL HHNG5
DUBBELE TROFFELMACHINE
(VANGUARD 540000 BENZINEMOTOR)
Revisienummer 0 (16/07/13)
PAGINA 2 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
VOORSTEL 65 WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
CALIFORNIË Voorstel 65 Waarschuwing
De uitlaat van de motor en enkele bijbeho-
rende bestanddelen en stof dat ontstaat bij
zandstralen, zagen, slijpen, boren en overige
constructie-activiteiten bevatten chemicaliën
die bekend staan in de staat Californië als
veroorzaker van kanker, afwijkingen bij ge-
boortes en overige voortplantingsgebonden
afwijkingen. Enkele van deze chemicaliën zijn:
Lood van op loodgebaseerde verven
Kristallijn silica van bakstenen
Cement en overige metselproducten
Arseen en chroom van chemisch
behandeld hout
Uw risico op blootstelling hieraan, is afhanke-
lijk van hoe vaak u dit soort werkzaamheden
uitvoert. Om blootstelling aan deze chemica-
liën te beperken: Werk ALTIJD in een goed
geventileerde ruimte en met goedgekeurde
veiligheidsuitrusting, zoals stofmaskers die
specifiek zijn ontworpen om microscopische
deeltjes te filteren.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 3
WAARSCHUWINGEN VOOR SILICOSE/LUCHTWEGEN
WAARSCHUWING VOOR
SILICOSE
Slijpen/snijden/boren van metselwerk, beton, metaal en
overige materialen met silica, kunnen stof of dampen
genereren die krystallijn silica bevatten. Silica is een
basiscomponent van zand, kwarts, baksteen, graniet en
een groot aantal overige mineralen en stenen. Herhaalde
en/of substantiële inhalatie van vrijgekomen kristallijn
silica kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken aan de
luchtwegen, waaronder silicose. Daarnaast heeft de staat
Californië en enkele overige overheidsinstanties respirabel
kristallijn silica beoordeeld als een substantie die kanker
kan veroorzaken. Bij het snijden van dergelijke materialen
dient u altijd bovenstaande voorzorgsmaatregelen inzake
de luchtwegen in acht te nemen.
RISICO'S VOOR DE
LUCHTWEGEN
Slijpen/snijden/boren van metselwerk, beton,
metaal en overige materialialen kunnen stof, nevel
en dampen genereren die chemicaliën bevatten
die bekend staan als veroorzakers van ernstig of
dodelijk letsel door ziekte, zoals aandoeningen aan
de luchtwegen, kanker, afwijkingen bij de geboorte
of overige voortplantingsgebonden afwijkingen. Als u
niet bekend bent met de risico's die samenhangen aan
een bepaald proces en/of materiaal dat moet worden
gesneden of de samenstelling van het te gebruiken
gereedschap, dient u het materiaalgegevensblad te
bekijken en/of uw werkgever, de producent van het
materiaal of de leverancier, overheidsinstanties, zoals
OSHA en NIOSH en overige bronnen van gevaarlijke
materialen te raadplegen. De staat Californië en enkele
overige overheidsinstanties hebben bijvoorbeeld lijsten
gepubliceerd van substanties waarvan bekend is dat ze
kanker, voortplantingsvergiftiging of overige schadelijke
effecten kunnen veroorzaken.
Beperk stof, nevel en dampen zoveel mogelijk bij de bron.
Maak hiertoe gebruik van goede werkpraktijken en volg
de aanbevelingen van de producenten of leveranciers,
OSHA/NIOSH en beroeps- en handelsverenigingen op.
Voor stofonderdrukking moet water worden gebruikt als
natsnijden uitvoerbaar is. Als de risico's op inademing van
stof, nevel en dampen niet kunnen worden voorkomen,
moeten de operator en alle omstaanders altijd een
stofmasker dragen dat goedgekeurd is door NIOSH/
MSHA voor de te gebruiken materialen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
PAGINA 4 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
INHOUDSOPGAVE
HHNG5 DUBBELE
TROFFELMACHINE
Voorstel 65 waarschuwing ....................................... 2
Waarschuwingen voor silicose/luchtwegen ............. 3
Inhoudsopgave ........................................................ 4
Training controlelijst ................................................. 6
Controlelijst vóór dagelijks gebruik .......................... 7
Veiligheidsinformatie ........................................... 8-13
Afmetingen/specificaties (troffelmachine) .............. 14
Specificaties (motor) .............................................. 15
Algemene informatie ......................................... 16-17
Componenten ................................................... 18-19
Basismodel van de motor ...................................... 20
Nieuwe machine installatie .................................... 21
Inspectie ................................................................ 22
Bediening .......................................................... 23-25
Onderhoud ........................................................ 26-37
Probleemoplossing (troffel) ............................... 38-39
Probleemoplossing (motor) .............................. 40-41
OPMERKING
Specificaties en onderdeelnummers kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 5
OPMERKINGEN
PAGINA 6 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
TRAINING CONTROLELIJST
Training controlelijst
Nr. Beschrijving OK? Datum
1 Lees de bedieningshandleiding volledig.
2
Machinelay-out, locatie van de
onderdelen, controleren van het oliepeil
van de motor.
3
Brandstofsysteem, procedure voor het
tanken.
4 Bediening van spray en lampen.
5 Bedieningsknopppen (machine draait niet).
6
Veiligheidsknoppen, bediening van de
veiligheidsstopschakelaar.
7 Noodstopprocedures.
8
Opstarten van de machine,
voorverwarmen, choke.
9 Een beweging handhaven.
10 Manoeuvreren.
11 Pitchafstand.
12 Uitlijnen van bladpitch. Twin-Pitch™
13 Betonafwerkingstechnieken.
14 Uitschakelen van de machine.
15 Heffen van de machine (hefl ussen).
16 Transport en opslag van de machine.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 7
CONTROLELIJST VÓÓR DAGELIJKS GEBRUIK
Controlelijst vóór dagelijks gebruik
1 Oliepeil van de motor
2
Koelmiddelniveau van de
radiateur
3 Conditie van de bladen
4 Bediening bladpitch
5
Bediening
veiligheidsstopschakelaar
6 Bediening besturingssysteem
PAGINA 8 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Bedien het apparaat niet en voer geen onderhoud uit voordat
u deze handleiding volledig hebt gelezen. De
veiligheidsvoorschriften moeten te allen tijde in
acht worden genomen tijdens het bedienen van
deze apparatuur. Het nalaten om de veiligheids-
en bedieningsinstructies te lezen en te begrijpen
kan leiden tot letsel bij uzelf en anderen.
VEILIGHEIDSBERICHTEN
De vier veiligheidsberichten die hieronder worden
weergegeven, informeren u over mogelijke risico's waardoor
u of anderen letsel kunnen krijgen. De veiligheidsinstructies
betreffen specifi ek de mate van blootstelling van de gebruiker
en worden voorafgegaan door één van vier woorden:
GEVAAR, WAARSCHUWING, LET OP
of OPGELET!
VEILIGHEIDSSYMBOLEN
GEVAAR
Geeft een risicovolle situatie aan die ZAL leiden tot
OVERLIJDEN of ERNSTIG LETSEL indien deze niet
wordt vermeden.
WAARSCHUWING
Geeft een risicovolle situatie aan die KAN leiden tot
OVERLIJDEN of ERNSTIG LETSEL indien deze niet
wordt vermeden.
LET OP
Geeft een risicovolle situatie aan die KAN leiden tot
LICHT of MIDDELZWAAR LETSEL indien deze niet
wordt vermeden.
OPGELET
Geeft werkwijzes aan die niet gerelateerd zijn aan
persoonlijk letsel.
Naar mogelijke risico's die zijn gekoppeld aan de bediening
van dit apparaat zal worden verwezen met gevaarsymbolen
die in deze handleiding kunnen worden weergegeven in
combinatie met veiligheidsinstructies.
Symbool Veiligheidsrisico
Gevaren van dodelijke
uitlaatgassen
Gevaar van explosieve brandstof
Gevaar voor brandwonden
Gevaar voor roterende onderdelen
Gevaar op vloeistof dat onder druk
staat
Gevaar op hydraulische vloeistof
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE
ALGEMENE VEILIGHEID
LET OP
Bedien dit apparaat NOOIT zonder de geschikte
beschermingskledij, onbreekbare bril,
ademhalingsbescherming, gehoorbescherming, schoenen
met stalen neuzen en andere beschermende apparaten
die zijn vereist door de richtlijnen van het werk of van de
plaats en de staat.
Vermijd het dragen van sieraden of losse kleding die in de
bediening of bewegende onderdelen kunnen vastgrijpen.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Bedien dit apparaat NOOIT wanneer u
vermoeid of ziek bent, of medicijnen slikt.
Bedien dit apparaat NOOIT wanneer u onder
invloed bent van drugs of alcohol.
Reinig ALTIJD het werkgedeelte van stof, ruim gereedschap
op enz. zodat dit geen enkel risico kan vormen wanneer
het apparaat wordt gebruikt.
Uitsluitend de bestuurder mag in de werkomgeving
aanwezig zijn wanneer het apparaat in gebruik is.
Gebruik het apparaat NIET voor enig ander doeleinde dan
waarvoor het bestemd is.
OPGELET
Dit apparaat mag uitsluitend worden bediend door getraind
en gekwalifi ceerd personeel dat ten minste 18 jaar is.
Vervang indien nodig, het naambordje, de bedienings- en
veiligheidsmarkeringen wanneer deze moeilijk leesbaar
worden.
De producent accepteert geen verantwoordelijkheid
voor enig ongeval door wijzigingen aan de apparatuur.
Onbevoegde wijzigingen aan het apparaat zal alle
aanspraak op garantie doen vervallen.
Gebruik NOOIT
accessoires of uitrustingsstukken die niet
voor dit apparaat worden aanbevolen door Multiquip. Dit
kan leiden tot schade aan apparatuur en/of letsel van de
gebruiker.
Ga ALTIJD na waar de dichtstbijzijnde
brandblusser is.
Ga ALTIJD na waar de dichtstbijzijnde eerste
hulpkit is.
Ga ALTIJD na waar de dichtstbijzijnde telefoon is of
zorg
voor een telefoon op de locatie van de werkzaamheden.
Zorg bovendien dat u de telefoonnummers van de
dichtstbijzijnde ambulance, dokter en
brandweer kent.
Deze informatie zal onmisbaar zijn bij een noodgeval.
EHBO-
KOFFER
AMBULANCE
BRANDWEER
PAGINA 10 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
VEILIGHEIDSINFORMATIE
VEILIGHEID VAN TROFFELMACHINE
GEVAAR
De uitlaatgassen van de motor bestaan uit giftige
koolmonoxide. Dit gas is kleur- en geurloos en kan dodelijk
zijn als het wordt ingeademd.
De motor van dit apparaat vereist een adequate vrije aanvoer
van koele lucht. Bedien dit apparaat NOOIT in een afgesloten
of kleine ruimte waar de vrije
aanvoer van frisse lucht beperkt
is. Als de vrije luchtaanvoer
beperkt is, zal dit letsel kunnen
veroorzaken en ernstig schade
kunnen toebrengen aan eigen-
dom, apparatuur of motor.
Bedien het apparaat NOOIT
in een explosiegevoelige omgeving of nabij
brandbare materialen. Een explosie of brand
kan resulteren in ernstig lichamelijk letsel
of zelfs dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Indien van toepassing, mag u NOOIT uw
hand gebruiken om hydraulische lekken te
zoeken. Gebruik een stuk hout of karton.
Hydraulische vloeistof die in de huid wordt
geïnjecteerd, moet direct worden behandeld
door een deskundige arts, anders kan ernstig letsel of zelfs
dodelijk letsel optreden.
Zorg ALTIJD dat draaiende of bewegende
onderdelen vrij blijven tijdens het bedienen
van de troffelmachine.
Koppel NOOIT noodstop- of veiligheids-
voorzieningen los. Deze voorzieningen
zijn bedoeld voor de veiligheid van de bestuurder. Het
loskoppelen van deze onderdelen kan ernstige schade,
lichamelijk letsel en zelfs dodelijke ongevallen tot gevolg
hebben. Het loskoppelen van enige voorzieningen zal alle
garanties ongeldig maken.
LET OP
Laat NOOIT passagiers of bijrijders toe op de troffelmachine
tijdens gebruik.
Smeer NOOIT de componenten en probeer geen
onderhoud uit te voeren aan een draaiende machine.
Plaats NOOIT uw handen of voeten in de veiligheidsringen
tijdens het starten of het bedienen van deze apparatuur.
DANGEROUS
GAS FUMES
OPGELET
Zorg dat de machine ALTIJD in juiste conditie blijft.
Repareer onmiddellijk schade aan de machine en vervang
direct defecte onderdelen.
Bewaar ALTIJD
de apparatuur op de juiste wijze wanneer
deze niet in gebruik is. Apparatuur moet altijd worden
bewaard in een schone, droge omgeving buiten het bereik
van kinderen en onbevoegd personeel.
Een veiligheidshandleiding voor het bedienings- en onder-
houdspersoneel van aangedreven betontroffelmachines die
is vervaardigd door de Association of Equipment Manufac-
turers (AEM) kan tegen vergoeding worden verkregen via
hun website op www.aem.org.
Bestelformulier PT-160
MOTORVEILIGHEID
WAARSCHUWING
Plaats GEEN
handen of vingers in de motorruimte wanneer
de motor draait.
Gebruik NOOIT
de motor indien de warmteschilden of
warmteafdekkingen zijn verwijderd.
Zorg dat vingers, handen, haar en kleding
uit de buurt blijven van alle bewegende
onderdelen teneinde letsel te vermijden.
Verwijder de radiateurdop NIET wanneer de
motor nog heet is. Kokend water dat onder hoge druk staat
zal uit de radiateur spuiten en bij personen die zich in de
directe omgeving van de troffelmachine bevinden ernstige
brandwonden veroorzaken.
Verwijder de aftapplug voor het koelmiddel
NIET als de motor nog heet is. Er zal heet
koelmiddel uit de koelvloeistoftank spuiten en
bij personen die zich in de directe omgeving
van de troffelmachine bevinden ernstige
brandwonden veroorzaken.
Verwijder de aftapplug voor de motorolie NIET
wanneer de
motor nog heet is. Er zal hete olie uit de olietank spuiten
en bij personen die zich in de directe omgeving van de
troffelmachine bevinden ernstige brandwonden veroorzaken.
LET OP
Raak NOOIT het hete uitlaatspruitstuk,
de geluidsdemper of cilinder aan. Laat
deze onderdelen eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan het apparaat gaat uitvoeren.
GEVAARLIJ KE
GASDAMPEN
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 11
VEILIGHEIDSINFORMATIE
OPGELET
Laat de motor NOOIT draaien zonder luchtfi lter of met een
vervuild luchtfi lter. Er kan ernstige schade optreden. Voer
regelmatig onderhoud aan het luchtfi lter uit om defecten
te voorkomen.
Breng NOOIT wijzigingen aan in de
fabrieksinstellingen van de motor of de
motorregelaar. Schade aan de motor
of apparatuur kan optreden als het
snelheidsbereik boven de toegestane
maximumsnelheid komt.
BRANDSTOFVEILIGHEID
GEVAAR
Start de motor NIET nabij gemorste brandstof of brandbare
vloeistoffen. Brandstof is extreem brandbaar en de dampen
ervan kunnen bij ontsteking leiden tot een explosie.
Vul de brandstof ALTIJD bij in een voldoende geventileerde
ruimte, buiten het bereik van vonken en open vuur.
Gebruik ALTIJD uiterste zorgvuldigheid bij het werken met
brandbare vloeistoffen.
Vul de brandstoftank NIET bij wanneer de motor draait of
heet is.
Vul de tank NIET te vol, omdat gemorste brandstof
kan ontsteken indien deze in contact komt met hete
motoronderdelen of vonken van het ontstekingssysteem.
Bewaar brandstof in goedgekeurde containers, in
voldoende geventileerde omgevingen en uit de buurt van
vonken en vlammen.
Gebruik NOOIT brandstof als reinigingsmiddel.
Rook NIET nabij dit apparaat. Door de
brandstofdampen kan brand of explosie
ontstaan of als brandstof wordt gemorst op
een hete motor.
ACCUVEILIGHEID
GEVAAR
Laat de accu NIET
vallen. Er is een mogelijkheid dat de
accu zal exploderen.
Stel de accu NIET bloot aan open vuur,
vonken, sigaretten, enz. De accu bevat
brandbare gassen en vloeistoffen. Als deze
gassen en vloeistoffen in contact komen met
vuur of een vonk, kan een explosie optreden.
WAARSCHUWING
Draag ALTIJD een veiligheidsbril wanneer
u met de accu werkt, teneinde oogirritatie te
vermijden. De accu bevat zuren die letsel aan
ogen en huid kunnen veroorzaken.
Gebruik voldoende geïsoleerde handschoe-
nen bij het oppakken van de accu.
Zorg dat de accu ALTIJD
is opgeladen. Als de accu niet
is geladen, kunnen brandbare gassen worden gevormd.
Laad de accu NIET
op indien deze bevroren is. De accu
kan exploderen. Als de accu is bevroren, dan moet de accu
tot ten minste 16 °C (61 °F) worden opgewarmd.
Laad de accu ALTIJD
op in een voldoende geventileerde
omgeving teneinde het risico op een gevaarlijke concentratie
van brandbare gassen te vermijden.
Als de accuvloeistof (verdunning van
zwavelzuur) in aanraking komt met kleding
of huid, dan dient u de huid of de kleding
direct met veel water te spoelen.
Als de accuvloeistof (verdunning van zwavelzuur) in
aanraking komt met de ogen
, dan dient u direct te
spoelen met veel water en contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde arts of ziekenhuis voor medische hulp.
LET OP
Koppel ALTIJD de MIN-accupool (negatief)
los voordat u
onderhoud aan de apparatuur gaat uitvoeren.
Zorg dat de accukabels ALTIJD
in goede staat verkeren.
Repareer of vervang alle versleten kabels.
PAGINA 12 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
VEILIGHEIDSINFORMATIE
TRANSPORTVEILIGHEID
LET OP
Laat NOOIT een persoon of dier onder het
apparaat staan tijdens het omhoogheffen.
Dubbele (ride-on) troffelmachines zijn
zeer zwaar en lastig om te verplaatsen.
Gebruik de juiste hijsprocedures
voor zwaar materieel en probeer de
troffelmachine NIET te hijsen aan de beveiligingsringen.
OPGELET
De eenvoudigste manier om de troffelmachine te hijsen
is om de hijslussen die op het frame zijn gelast te
gebruiken. Deze hijslussen bevinden zich aan de linker- en
rechterzijdes van de stoel van de bestuurder.
Een band of ketting kan aan deze hijslussen worden
bevestigd, waardoor een vorkheftruck of kraan de
troffelmachine op of van een betonplaat kan hijsen. De band
of ketting moet een minimale hijscapaciteit hebben van
1.000 kg (2.000 ponden) en het hijsmateriaal moet geschikt
zijn om ten minste deze capaciteit te kunnen hijsen.
Transporteer de troffelmachine NOOIT met zwevende
pannen tenzij veiligheidsvergrendelingen worden gebruikt
die door de fabrikant specifiek zijn vrijgegeven voor
dergelijk transport.
Hijs de troffelmachine NOOIT meer dan 90 cm (3 ft)
boven de grond indien de zwevende pannen zijn bevestigd.
U dient voor het hijsen te controleren of de hijslussen niet
beschadigd zijn.
Zorg dat de kraan of het hijsmiddel goed is bevestigd aan
de hijslussen van de apparatuur.
Schakel de motor ALTIJD uit voordat u het apparaat gaat
transporteren.
Til het apparaat NOOIT op terwijl de motor nog draait.
Bevestig de brandstofdop goed en sluit de brandstofkraan
om te voorkomen dat brandstof wordt gemorst.
Gebruik adequate hijskabels (draad of kabel) van
voldoende sterkte.
Hijs de machine NIET tot onnodige hoogtes.
Bind het apparaat ALTIJD goed vast tijdens transport
door het apparaat met touw te bevestigen.
SLEEPVEILIGHEID
LET OP
Controleer uw gemeentelijke, regionale, na-
tionale of internationale veiligheidbepalingen
betreffende slepen, zodat u voldoet aan de
Department of Transportation (DOT) Veilig-
heidsbepalingen betreffende het slepen,
voordat u de troffelmachine gaat slepen.
Om de mogelijkheid van een ongeval te beperken tijdens
het transporteren van de troffelmachine over openbare
wegen, dient u ALTIJD
te controleren of de trailer de
troffelmachine kan dragen en of het sleepvoertuig en de
trailer mechanisch in goede staat zijn.
Schakel de motor ALTIJD
uit voordat u het apparaat gaat
transporteren.
Controleer of de bevestiging en koppeling van het
sleepvoertuig gelijk is aan, of groter is dan het 'bedrijfsvaardig
gewicht' van de trailer.
Controleer ALTIJD
de bevestiging en koppeling op
slijtage. Sleep een trailer NOOIT
indien de bevestigingen,
koppelingen, kettingen, enz. defect zijn.
Controleer de bandendruk van zowel het sleepvoertuig
als de trailer.
De banden van de trailer moeten worden
opgepompt tot 50 psi koud.
Controleer bovendien de
bandendikte van beide voertuigen.
Controleer ALTIJD
of de trailer is voorzien van een
veiligheids ketting.
Bevestig ALTIJD
op juiste wijze de veiligheidskettingen van
de trailer aan het sleepvoertuig.
Controleer ALTIJD
of de richting van het voertuig en de
trailer, de back-up, remmen en trailerverlichting goed zijn
aangesloten en functioneren.
DOT-vereisten omvatten het volgende:
• Sluit de elektrische rembediening aan en test deze.
Bevestig de draagbare aansluitkabels in de kabellade
met tiewraps.
De maximale snelheid voor het slepen op de snelweg is 90
km/u tenzij anders aangegeven. De adviessnelheid bij het off-
road slepen is 25 km/u of minder, afhankelijk van het terrein.
Vermijd plotseling stoppen en starten. Dit kan blokkering
of dubbelklappen veroorzaken. Soepel, langzaam starten
en stoppen zal het slepen verbeteren.
Vermijd scherpe bochten om omrollen te vermijden.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 13
VEILIGHEIDSINFORMATIE
De trailer moet te allen tijde worden aangepast aan een
niveaupositie tijdens het slepen.
De wielstand van de trailer moet in opwaartse positie staan
en worden vergrendeld tijdens het slepen.
Plaats de blokkeerblokken onder het wiel om rollen tijdens
parkeerstand te vermijden.
Plaats ondersteuningsblokken onder de bumper van de
trailer teneinde te voorkomen dat deze kantelt tijdens de
parkeerstand.
Gebruik de draaiaansluiting van de trailer om de
trailerhoogte aan te passen zodat deze op de juiste
niveaupositie is tijdens parkeerstand.
MILIEUVEILIGHEID/
DEÏNSTALLATIE
OPGELET
Deïnstallatie is een gecontroleerd proces dat wordt gebruikt
om apparatuur of een onderdeel dat verbruikt is, veilig te
kunnen afvoeren. Als de apparatuur een onacceptabele en
niet-repareerbaar veiligheidsrisico veroorzaakt door slijtage
of schade, of niet langer kostenbesparend kan worden
onderhouden (na de vastgestelde levensduur), dan moet
deze worden gedeïnstalleerd (vernietigd en gedemonteerd).
De volgende procedure moet hiertoe worden uitgevoerd:
Gooi GEEN afval of olie direct op de grond, in een afvoer
of in een wateroppervlak.
Neem contact op met de landelijke dienst voor
openbare werken of het afvalverwerkingssta-
tion in uw omgeving en zorg voor de juiste
verwijdering van elektrische onderdelen, afval
of olie die aan deze apparatuur is gekoppeld.
Als de levensduur van dit apparaat is verstreken, verwijdert
u de accu en brengt u het apparaat naar een geschikte fa-
ciliteit voor loodreclamatie. Gebruik veiligheidsvoorschriften
bij het werken met accu's die zwavelzuur bevatten.
Als de levenscyclus van dit apparaat is verstreken,
dan adviseren wij dat het frame van de troffelmachine
en alle overige metalen onderdelen naar een
afvalverwerkingsstation wordt gebracht.
Recycling van metaal omvat de verzameling van
metaal van weggegooide producten en de
transformatie hiervan naar grondstoffen om weer te
gebruiken bij de vervaardiging van een nieuw product.
Recyclers en fabrikanten bevorderen het proces om metaal
te recyclen. Gebruik een afvalverwerkingsstation voor
metaal dat energiekostenbesparingen aanmoedigt.
UITSTOOTINFORMATIE
OPGELET
De verbruikte benzinemotor in deze apparatuur is
ontworpen om de schadelijke niveaus van koolmonoxide
(CO), koolwaterstoffen (HC) en stikstofoxide (NOx) in de
uitstoot van diesel te beperken.
Deze motor voldoet aan de certifi cering van de Amerikaanse
EPA uitstootvereisten in de geïnstalleerde confi guratie.
Een poging om aanpassingen of veranderingen aan
te brengen aan het uitstootsysteem van de motor door
onbevoegd personeel zonder geschikte training kan leiden tot
schade aan de apparatuur of een onveilige situatie creëren.
Daarnaast kunnen wijzigingen aan het brandstofsysteem
negatieve invloed bewerkstelligen op de uitstoot, waardoor
dampen of overige strafrechtelijke sancties kunnen ontstaan.
Label uitstootcontrole
Het label uitstootcontrole vormt een integraal onderdeel van
het uitstootsysteem en wordt strikt beheerd door wettelijke
bepalingen.
Het label moet tijdens de gehele levensduur op de motor
zijn aangebracht.
Als een vervanging van het uitstootlabel nodig is, dient u
contact op te nemen met uw bevoegde distributeur voor
Yanmar Motoren.
PAGINA 14 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
AFMETINGEN/SPECIFICATIES (TROFFELMACHINE)
Tabel 1.
CB
A D
Afbeelding 1. Afmetingen
Tabel 2. HHNG5 Specicaties
A-lengte: cm 246,4 (97,0)
B-hoogte (zitting): cm 127 (50,0)
C-hoogte (krukashandgreep): cm 117 (46,0)
D-breedte: cm 117 (46,0)
Gewicht: kg (kg) Bediening 495 (1.083)
Gewicht: kg (kg) Verzending 620 (1.368)
Brandstoftank - liters 19 (5)
Rotor – TPM 0 tot 180
Padbreedte - cm 233 (92)
Oliecapaciteit versnellingsbak
651 ML
(4,26 liter)
ISO 22O AGMA GR 5EP
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 15
SPECIFICATIES (MOTOR)
Tabel 3. Geluids- en trillingsemissies
Model HHNG5
Gegarandeerd ISO 11201:2010 Gebaseerd
Geluidsdrukniveau in het bestuurdersstation in dB(A)
a
91
Gegarandeerd ISO 3744:2010 Gebaseerd
Geluidsvermogenniveau in dB(A)
b
106
Trilling van de gehele carrosserie conform ISO
2631-1:1997+A1:2010 in m/s
2
SA(8)
0,03
a. Met een onzekerheidsfactor K van 2,5 dB (A) opgenomen conform opmerking 1 in sectie 7.2.1 van EN
12649::2008+A1:2011b. Met een onzekerheidsfactor K van 1,5 dB (A) opgenomen conform opmerking 1 in sectie 7.2.1
van EN 12649::2008+A1:2011
Tabel 4. Motor specicaties
Model
540000, Briggs & Stratton, Vanguard
Type OHV, luchtgekoelde benzinemotor
Cilinders 2
Zuigerverplaatsing -- 896 cc
Boring en slag 85,5 mm x 78 mm (3,36 in x 3,07 in)
Max. uitvoer 35 bhp/3600 tpm (26 kW)
Max. koppel 26,4 Kg aan 2300 tpm
Olietype van de motor
SAE 30, 10W-30, 5W-30 of
SF, SG, SH, SJ of hoger
Capaciteit motorolie 2,36 liter (2,5 Am. qt)
Smeersysteem Drukinvoer met spin-on filter
Brandstoftype Benzine - minimum 87 octaangehalte
Systeem opstarten 12 VDC Elektrische start
Resistor bougietype B&S 692051
Elektrodenafstand van bougie 0,76 mm (.030 in.)
Afmetingen (H x B x D) 508 mm x 483 mm x 711 mm (20,0 in. x 19 in. x 28 in).
Verzendingsgewicht 149 lbs. (67,5 kg.)
PAGINA 16 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
ALGEMENE INFORMATIE
breed). Deze troffelmachine is uitgerust met vijf bladen per
rotor, met gelijke afstand in een radiaal patroon en bevestigd
aan een verticale draaiende as middels een spinassemblage.
Twin Pitch Control™
De Twin Pitch™ bedieningseigenschap biedt de operator de
mogelijkheid om tegelijkertijd de pitch van beide rotoren te
bedienen met een minimale inspanning, en toch individuele
pitchcontrole te behouden.
Helicale versnellingsbakken
Deze troffelmachine bestaat uit twee aparte helicale
versnellingsbakassemblages die in een robuuste kast van
gegoten aluminium zitten.
Sturen
Hendels met dubbele bediening aan de voorkant van de
bestuurdersstoel voor het besturen van deze troffelmachine.
De bedieningshendels zijn gekoppeld aan twee cilinders
met veerbelasting. Bovendien is een stuurhulpeigenschap
voorzien om de troffelmachine gemakkelijker, te bedienen,
vooral wanneer zwevende pannen zijn geïnstalleerd.
Als u de linkerhendel naar voren duwt en de rechterbedie-
ningshendel naar achteren haalt, dan zal de troffelmachine
rechtsom draaien rond de middenas. Als u de linkerhendel
naar achteren haalt en de rechterbedieningshendel naar
voren duwt, dan zal de troffelmachine linksom draaien. Zie
Tabel 7 voor een volledige beschrijving van de besturings-
posities van de bedieningshendels.
Homokinetische koppelingen
Homokinetische koppelingen zorgen voor een efficiënte
overdracht van kracht naar de aandrijfas en deze behouden de
timing van de versnellingsbakken zonder slipmogelijkheden.
Continue variabele transmissie (CVT)
Een continue variabele transmissie (CVT) werd geïnstalleerd
om een maximaal aandrijfkoppel te bereiken.
Deze wordt bereikt door continu de aandrijfsnelheid af te
stellen om een optimaal koppel en snelheid te halen tijdens
alle fasen van de afwerking van lage snelheid hoog koppel
tot hoge snelheid polijsten.
KENNISMAKEN MET DE HHNG5 DUBBELE
KRACHTTROFFELMACHINE
Deze dubbele krachttroffelmachine is ontworpen voor het
vlinderen en afwerken van funderingsplaten.
Loop rondom de troffelmachine. Bekijk alle belangrijke
componenten (zie Afbeelding 2 en Afbeelding 3) zoals de
motor, de bladen, het luchtfilter, het brandstofsysteem, de
brandstofafsluitklep, de ontstekingsschakelaar enz. Controleer
of de smeermiddelniveaus voor de motor en tandwielkast zich
binnen het juiste bereik bevinden.
Lees alle veiligheidsinstructies zorgvuldig door. Veiligheids-
instructies kunt u vinden in deze handleiding alsook op de
machine. Zorg dat alle veiligheidsinformatie in goede, leesbare
staat is. Bestuurders moeten goed opgeleid zijn in de bedie-
ning en het onderhoud van de troffelmachine.
Bekijk de bedieningshendels van de bestuurder. Pak de
bedieninghendels vast en beweeg ze iets. Bekijk hoe de
bedieningshendels er voor zorgen dat de tandwielkasten en
het chassis beweegt.
Merk op dat het voetpedaal de motor en de bladsnelheid
bedient. Bekijk ook de hoofdaandrijving van de troffelmachine.
Bekijk de staat van de uitlijning van de aandrijfriemen. Dit is
hoe de riem er uitziet als die goed is afgesteld.
Voordat u de troffelmachine gebruikt, test u deze op vlak
afgewerkt beton. Deze test zal uw vertrouwen in het gebruik
van de troffelmachine doen vergroten en u gelijktijdig
bekend maken met de bedieningselementen en indicatoren
van de troffelmachine. Daarnaast zult u begrijpen hoe de
troffelmachine onder de huidige omstandigheden kan worden
bediend.
Motor
Deze troffelmachine is uitgerust met een Briggs and
Stratton Vanguard luchtgekoelde, V-twin grootblok, 35 HP
benzinemotor. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
motor voor specifieke instructies betreffende de bediening
van de motor. Deze handleiding wordt bij de troffelmachine
geleverd als deze wordt verzonden. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde Multiquip distributeur als u een vervangende
handleiding wenst.
Bladen
De bladen van de troffelmachine werken beton af als deze over
het oppervlak bewegen. De bladen worden geclassificeerd
als combinatie (25 of 20 cm breed) en als afwerking (15 cm
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 17
HOE HET WERKT
De multi-koppeling werkt net gelijk een standaard CVT-
systeem. Naargelang de TPM verhogen, sluit de aandrijving
of de primaire koppeling, wat de riem naar buiten doet rijden
op de aandrijfschijven. Het sluiten van de aandrijfkoppeling
doet de riem ook de aangedreven of secundaire riemschijven
openen. Het openen en sluiten van deze riemschijven creëert
een snelheidsvariatie... en bijgevolg CVT of continue variabele
transmissie.
Riembescherming wordt verkregen in de multi-koppeling via
het gebruik van een reeks centrifugale koppelingen. Terwijl
de meeste CVT-systemen een losse of spelingsriem hebben
als de motor stationair draait, draaien de riemschijven van
die systemen constant en dragen op de riem.
Die systemen vereisen ook dat de stationaire riem wordt
ingesneden door de constant draaiende riemschijven tijdens
het opstarten. De relatieve rotatie van de riemschijven op de
riem veroorzaakt onnodige slijtage van de riem. Bij traditionele
CVT-systemen doet zich altijd slijtage op de riem voor
wanneer de motor stationair draait en bij elk opstarten van de
aangedreven apparatuur. Hier is het waar de multi-koppeling
verschilt van de andere CVT's.
De multi-koppeling gebruikt twee centrifugale koppelingen
(het startkoppelingssyteem) om de borstels aan te drijven
van de aandrijvingskoppeling (primaire). Dit betekent dat de
riem strak kan blijven in de riemschijven, en dat zowel de
riemschijven als de riem stationair zijn terwijl het voertuig
stationair draait. Dit elimineert de riemslijtage bij stationair
draaien en bij het opstarten, terwijl ook een bijkomende vorm
van riembescherming wordt verkregen.
De centrifugale koppelingen (startkoppeling) kan eveneens
werken als een overbelastingsbescherming. In gevallen
waarbij wordt geprobeerd om teveel koppel over te dragen
op de riem, kunnen de centrifuges schuiven voordat de
maximale belasting op de riem wordt bereikt. Dit betekent dat
i.p.v. het verschuiven van de riem op de riemschijven tijdens
een overbelasting, de centrifuges eerst zullen verschuiven
om de riem verder te beschermen tegen slijtage.
Training
Voor de training gebruikt u de "TRAINING CONTROLELIJST"
die u voorin in de handleiding kunt vinden. Deze controlelijst
is niet bedoeld als vervanging voor een juiste training, maar
geeft een omschrijving voor een ervaren bestuurder om
training aan een nieuwe bestuurder te geven.
ALGEMENE INFORMATIE
PAGINA 18 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
COMPONENTEN
Afbeelding 2. HHNG5 Componenten (Voorkant)
2
8
9 10
11
12
14
13
16
17
15
18
19
MC-6LC
www.LOFA.net
HOURS
1/10
0.0
3
4
5
6
1
7
1. Hendel stuurbediening (rechts) — Hiermee kan de
eenheid in een voorwaartse of achterwaartse richting of
naar links of rechts worden verplaatst.
2. Regelknoppen voor de brandvertragingsspray
Mits ingedrukt, kan de brandvertragingsspray door de
sproeikop aan de voorzijde van de machine stromen.
3. Lichtschakelaar — Indien geactiveerd, gaan vier
halogeenlampen branden. Lampen bieden betere
zichtbaarheid als u binnenshuis werkt.
4. Uurmeter — geeft het aantal uren aan dat de
constactsleutel in de "AAN" positie zit.
5. Ontstekingsschakelaar — Als de sleutel is ingestoken,
draait u deze rechtsom om de motor te starten.
6. Olie, temperatuur en belastingsindicator scherm
Brandt wanneer de oliedruk laag is, de watertemperatuur
hoog of het elektrische systeem niet goed oplaadt.
7. Veiligheidsschakelaar — schakelt de motor uit wanneer
de bestuurder niet op de stoel zit.
8. Stoel — biedt comfortabele positie voor bediening van de
troffelmachine. De motor zal niet starten als de bestuurder
niet zit. De stoel kan langsboord worden afgesteld voor
comfort van de bestuurder.
9. Hendel stuurbediening (links) — hiermee kan de
eenheid in een voorwaartse of achterwaartse richting of
naar links of rechts worden verplaatst.
10. Twin Pitch bediening (links) — verstelt de bladhoogte
voor de linkerzijde van de troffelmachine. Draai de krukas
zoals dat gemarkeerd staat op de bovenkant ervan om
de bladhoogte te vergroten of te verkleinen.
11. Linkerkoplamp — 55 watt, 12 VDC Hella™ halogeenlamp
is voorzien voor nachttijd en binnenwerk.
12. Linker voetpedaal — voetpedaal voor bestuurder.
13. Eenvoudige verplaatser — bevestigingspunt (linksvoor)
voor de eenvoudige verplaatser. Gebruikt wanneer de
troffelmachine moet verplaatst worden.
14. Sproeikop linksvoor — sproeikop voor
brandvertragingsspray.
15. Rechter voetpedaal — regelt de snelheid van de bladen.
Een langzame snelheid van de bladen wordt verkregen als
u het voetpedaal iets indrukt. Een maximum snelheid van de
bladen wordt verkregen als u het voetpedaal volledig indrukt.
16. Eenvoudige verplaatser — bevestigingspunt (rechtsvoor)
voor de eenvoudige verplaatser. Gebruikt wanneer de
troffelmachine moet verplaatst worden.
17. Sproeikop rechtsvoor — sproeikop voor
brandvertragingsspray.
18. Rechterkoplamp — 55 watt, 12 VDC Hella™
halogeenlamp is voorzien voor nachttijd en binnenwerk.
19. Twin Pitch bediening (rechts) — verstelt de bladhoogte
voor de linkerzijde van de troffelmachine. Draai de krukas
zoals dat gemarkeerd staat op de bovenkant ervan om
de bladhoogte te vergroten of te verkleinen.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 19
COMPONENTEN
Afbeelding 3. HHNG5 Componenten (Achter)
20
22
24
26
28
31
33
36
35
34
38
37
23
29
32
39
25
27
30
21
20. Rechterkoplamp — 55 watt, 12 VDC Hella™
halogeenlamp is voorzien voor nachttijd en binnenwerk.
21. Chokeknop — gebruikt bij het starten van een koude
motor of in koude weersomstandigheden. De choke
verrijkt het brandstofmengsel.
22. Heus linkerzijde — bevestig een band met gepast
hefvermogen aan deze lus wanneer de troffelmachine
moet worden getild.
23. Heus rechterzijde — bevestig een band met gepast
hefvermogen aan deze lus wanneer de troffelmachine
op een betonplaat moet worden getild.
24. Brandstoftank — bevat 19 liter benzine. Gebruik
loodvrije benzine.
25. Brandstofmeter/vuldop — geeft de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank weer. Verwijder deze dop
om brandstof bij te vullen.
26. Documentatiehouder — bevat de bedieningshandleiding
en andere documenten over de troffelmachine.
27. Houtskoolhouder — container gevuld met geactiveerde
houtskool die benzinedampen uit het brandstofsysteem
opvangt.
28. Linkerachterkoplamp — 55 watt, 12 VDC Hella™
halogeenlamp is voorzien voor nachttijd en binnenwerk.
29. Motor — deze troffelmachine maakt gebruik van een
Briggs and Stratton, Vanguard 35 HP benzinemotor.
30. Rechter en linker sproeipomp met brandvertrager
Levert brandvertrager aan de sproeikop.
31. Kijkglas hydraulische olie rechterzijde — geeft het
niveau hydraulische olie in de rechter versnellingsbak.
32. Rechterspin — bestaat uit troffelarmen, bladen,
draagplaat en drukkraag, enz. (basisversie)
33. Eenvoudige verplaatser — bevestigingspunt
(rechtsachter) voor de eenvoudige verplaatser. Gebruikt
wanneer de troffelmachine moet verplaatst worden.
34. Tank brandvertragingsspray — bevat 19 liter
brandvertragingsvloeistof.
35. Accu — levert +12V gelijkstroomvermogen aan het
elektrische systeem.
36. Eenvoudige verplaatser — bevestigingspunt
(linksachter) voor de eenvoudige verplaatser. Gebruikt
wanneer de troffelmachine moet verplaatst worden.
37. Bescherming voor aandrijfriem — bedekt de
aandrijfriem in samenhang met de koppeling. Reserve
aandrijfriem zit eveneens bij deze beveiliging.
38. Kijkglas hydraulische olie linkerzijde — geeft het
niveau hydraulische olie in de linker versnellingsbak.
39. Linkerspin — bestaat uit troffelarmen, bladen, draagplaat
en drukkraag, enz. (basisversie)
PAGINA 20 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
BASISMODEL VAN DE MOTOR
Tabel 5.
Afbeelding 4. Basis motorcomponenten
INITIEEL ONDERHOUD
8
1
2
3
6
7
4
5
10
11
12
10
13
7
14
9
2
De benzinemotor (Afbeelding 4) moet worden gecontroleerd
op juiste smering en worden gevuld met brandstof voor
bediening. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van
de motor voor instructies en details over de bediening en
het onderhoud.
1. Oliedruksensor — controleert de druk van de motorolie.
In geval van lage oliedruk wordt de motor uitgeschakeld.
2. Bougie (2) — geeft een vonk aan het ontstekingssysteem.
Stel de afstand van de vonk in op 0,7 mm (0,030 in.).
Reinig de bougie één keer per week.
3. Luchtfilter — voorkomt dat vuil en overig stof
in het brandstofsysteem terechtkomt. Koppel de
luchtfilterafdekking los om toegang tot het filterelement
te verkrijgen.
4. Binnenbrandstoffilter — filtert de brandstof op
vervuiling.
5. Motor — Briggs and Stratton, Vanguard 35 HP,
luchtgekoeld, groot blok benzinemotor.
6. Motor oliekoeler — bezorgt continu koele olie voor het
smeersysteem.
7. Olieaftapplug (2) Verwijder om de olie uit de carter af
te tappen. Verwijder altijd gebruikte olie en oliefilters op
een milieuveilige manier. Verwijder gebruikte olie NIET
door ze af te voeren in de grond of in een waterafvoer.
8. Olielter — spin-on type, filtert de olie op vervuiling.
9. Motorlabel — biedt motormodel identificatie en
informatie.
10. Hijsbeugel (2) — bij het hijsen van de motor moet een
band of ketting met het gepaste hefvermogen aan deze
hijspunten worden bevestigd.
11. Olievuldop — verwijderen om motorolie toe te voegen.
Raadpleeg tabellen 4 en 6 wanneer motorolie wordt
toegevoegd.
12. Oliepeilstok — verwijder om de olie in de carter te
controleren.
13. Geluidsdemper — gebruikt om geluid en uitstoot te
beperken.
14. Starter start de motor als de ontstekingssleutel in
de "START"-positie wordt gedraaid.
WAARSCHUWING
Motorcomponenten kunnen extreme hitte
genereren. Om brandwonden te voorkomen,
mag u deze gedeeltes NIET aanraken als
de motor draait of direct na gebruik Bedien
de motor NOOIT als de geluidsdemper is
verwijderd.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 21
NIEUWE MACHINE INSTALLATIE
Het doel van dit gedeelte is om de gebruiker te assisteren bij
het instellen van de NIEUWE troffelmachine. Als uw
troffelmachine reeds is gemonteerd (stoel, hendels, knoppen
en accu) kunt u dit gedeelte overslaan.
Voor het verpakken en het verzenden is deze dubbele (ride-on)
troffelmachine bediend en getest in de fabriek. Als er problemen
zijn, verzoeken wij u ons hiervan op de hoogte te stellen.
MONTAGE VAN BEDIENINGSHENDELS
De stuurbedieningshendels zijn tijdens de verzending
niet aan de twee onderste hendels bevestigd. Om de
stuurbedieningshendels aan de twee onderste
hendelassemblages te bevestigen, voert u het volgende uit:
1. Verwijder de bouten uit de plastic tas die aan de
bedieningstorens is bevestigd.
2. Verwijder de beschermende folie en de bandjes van de
bedieningshendels.
3. Schuif het bovenste (losse) onderdeel in de basis van
de overeenkomstige hendel en zorg dat de twee gaatjes
zijn uitgelijnd.
4. Plaats de bout in de uitgelijnde gaatjes en draai de
dopmoer vast op het bedrade einde.
5. Let op kabels die zich in de bedieningshendels kunnen
bevinden. Beknel of snij GEEN draden tijdens de installatie.
6. In de onderdelenzak zitten twee knoppen voor de
krukassen voor de hoogtebedieningstoren. Plaats deze
twee knoppen op de torenkrukashendels.
STOELASSEMBLAGE
De stoel wordt vanwege verzenddoeleinden niet op de troffelma-
chine gemonteerd. Het bevestigen van de stoel gaat als volgt:
1. Haal de stoel uit de verpakking.
2. Plaats de bouten in de onderkant van de stoel door de
gaten in de bevestigingsplaat.
3. Plaats de geleverde moeren en draai ze aan.
OPGELET
De nieuwe troffelmachine kan pas in dienst treden
wanneer de installatie-instructies voltooid zijn.
OPGELET
Sommige modellen worden uitgevoerd met hendels die in
hoogte verstelbaar zijn. Pas de hoogte aan door de bout
in de combinatie van gaatjes te plaatsen die overeenkomt
met de meest comfortabele hoogte.
4. Verbind de kabel van de 'motorstopschakelaar' (stoel) met
de stekker zoals weergegeven in Afbeelding 5.
Afbeelding 5. Motorstopschakelaar (stoel)
ACCU INSTELLEN
Deze troffelmachine werd verzonden met een natopgeladen
accu. Deze accu moet wellicht voor een korte periode worden
opgeladen volgens de instructies van de fabrikant.
Controleer of de accu goed in het accucompartiment is
geplaatst om de accu op de troffelmachine te installeren.
De pluskabel (positief), normaliter ROOD, wordt gekoppeld
aan het "+"-symbool op de accu. De minkabel (negatief),
normaliter ZWART, wordt gekoppeld aan het "-" symbool op
de accu. Zie Afbeelding 6. Sluit eerst de pluskabel aan op
de plusterminal van de accu, vervolgens sluit u de minkabel
aan op de minterminal. Sluit de kunststofdeksel van het
accucompartiment en bevestig het compartiment.
Afbeelding 6. Oriëntatie accukabel
LET OP
Neem alle veiligheidsmaatregelen van de fabrikant van
de accu in acht tijdens werkzaamheden met de accu.
MOTORSTOP-
SCHAKELAAR
NAAR MOTORSPOEL
MINKABEL
(ZWART)
PLUSKABEL
(ROOD)
VERBINDEN
PAGINA 22 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
INSPECTIE
Dit gedeelte is bedoeld om de bestuurder te helpen met
het initiële opstarten van de troffelmachine. Het is uiterst
belangrijk dat dit gedeelte zorgvuldig wordt gelezen voordat
u de troffelmachine in de praktijk gaat gebruiken.
Gebruik uw dubbele troffelmachine NIET totdat u dit onderdeel
volledig hebt begrepen.
OLIEPEIL VAN DE MOTOR
1. Trek de peilstok van de motorolie uit de houder.
2. Als het motorolieniveau laag is (Afbeelding 7), verwijder
dan de olievuldop en voeg de juiste hoeveelheid
motorolie toe om het olieniveau op een normaal en
veilig niveau te brengen. (Zie Tabel 6).
Afbeelding 7. Peilstok motorolie
LET OP
Als u de bediening van deze troffelmachine niet begrijpt,
kan dit tot zware schade aan de machine of ernstig
persoonlijk letsel leiden.
Zie Afbeelding 2 en Afbeelding 3 voor de locatie van een
schakelaar of indicator die in deze handleiding wordt vermeld.
Tabel 6. Aanbevolen viscositeitsgradaties
OLIENIVEAU VAN VERSNELLINGSBAK
1. Controleer de versnellingsbakolie in beide versnellings-
bakken door naar het peilglas te kijken aan de zijkant van
de versnellingsbak. Zie Afbeelding 8.
2. Het oliepeil van de versnellingsbak moet worden gevuld
tot het middelpunt van het peilglas (Afbeelding 8). De
oliecapaciteit van de versnellingsbak is 3,79 liter (1 Am.
gallon). Als er extra olie nodig is, schroef de olievuldop
bovenaan de versnellingsbak los, en vul opnieuw met
ISO 220 A GMA GR 5 EP olie.
Afbeelding 8. Doppen voor
transmissieolie/peilglas
BRANDSTOF
Bepaal of de brandstof bijna op is (Afbeelding 9). Als de
brandstofniveau laag is, verwijder de brandstofvuldop en vul
met benzine met een minimum octaangehalte van 87.
Afbeelding 9. Benzinemaatstaf
GEVAAR
Ga voorzichtig met de brandstof om. Motorbrandstoffen
zijn uiterst ontvlambaar en kunnen gevaarlijk zijn als hier
onjuist mee wordt omgegaan.
NIET roken tijdens het
tanken. Tank de dubbele troffelmachine NIET bij als de
motor heet is of nog steeds draait.
LET OP
Laat de dubbele troffelmachine NOOIT met brandstof in
de tank staan gedurende een langere periode. Ruim direct
gemorste brandstof op.
PEILSTOK VAN
DE MOTOROLIE
VULDOP
AFTAPPLUG
PEILGLAS
(CONTROLE OLIE)
VEILIGE WERKING
OLIEPEIL
MOTOROLIE
TOEVOEGEN
OMGEVINGSTEMPERATUUR
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 23
BEDIENING
DE MOTOR STARTEN
1. Plaats één voet op het platform van de troffelmachine,
grijp de handgreep op het voorste frame vast en hijs uzelf
op de troffelmachine. Vervolgens gaat u op de stoel van
de bestuurder zitten.
2. Het rechter voetpedaal (Afbeelding 10) bedient de snel-
heid van de bladen en van de motor. De positie van het
voetpedaal bepaalt de bladsnelheid. Een langzame snel-
heid van de bladen wordt verkregen als u het voetpedaal
iets indrukt. Een maximum snelheid van de bladen wordt
verkregen als u het voetpedaal volledig indrukt.
Afbeelding 10. Voetpedaal regelt bladsnelheid
OPGELET
Deze troffelmachine beschikt over een veiligheidsschakelaar
waardoor de machine pas kan starten nadat de
bestuurder op de stoel heeft plaatsgenomen. Het gewicht
van een bestuurder ontgrendelt de veiligheidsschakelaar,
waardoor de motor kan starten.
WAARSCHUWING
Schakel de veiligheidsschakelaar NOOIT uit en koppel
deze ook nooit los. Deze is aangebracht voor de
veiligheid van de bestuurder en als de schakelaar wordt
uitgeschakeld, losgekoppeld of slecht wordt onderhouden,
kan dit resulteren in letsel.
OPGELET
Gebruik van de veiligheidsschakelaar om de motor te
stoppen na elk gebruik verifieert of de schakelaar goed
werkt. Vergeet niet om de sleutel naar de "UIT" te draaien
nadat u de machine hebt gestopt. Als u dit niet doet, kan
de accu leegraken.
3. Als u een koude motor start, trekt u de chokeknop
(Afbeelding 11) naar omhoog naar de "GESLOTEN" positie.
Afbeelding 11. Chokeknop (gesloten stand)
4. Steek de contactsleutel (Afbeelding 12) in het contactslot.
Afbeelding 12. Contactslot
5. Draai de contactsleutel rechtsom in de positie AAN.
Aux1, Aux 2, koelvloeistof temp en olie controlelampjes
zullen branden gedurende 10 seconden (Afbeelding 12).
Indicatorlampje opladen blijft branden tot de motor start.
Afbeelding 13. Indicatielampjes
OPGELET
De indicatielampjes olie en opladen gaan branden als
de contactsleutel in de AAN positie wordt gezet en de
motor NIET draait.
CHOKEKNOP
UIT
AAN
START
GESLOTEN
(TREKKEN)
PAGINA 24 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
6. Houd uw voet VAN het rechterpedaal, draai de
contactsleutel volledig naar rechts en luister of de motor
start. Zodra de motor is gestart, laat u de contactsleutel
los. De gashendelsnelheid gaat standaard naar stationair.
Laat de motor enige minuten warmdraaien.
7. Eenmaal de motor is gestart en opgewarmd, draai de
chokeknop (Afbeelding 14) naar de stand OPEN.
Afbeelding 14. Chokeknop (Open positie)
8. Als de motor op deze manier niet start, raadpleeg
dan de gebruikershandleiding van de motor die bij de
troffelmachine is geleverd.
9. Test de veiligheidsstopschakelaar door kort op te staan.
De schakelaar onder de stoel zou ervoor moeten zorgen
dat de motor stopt. Als de schakelaar de motor niet
stopt, zet u de motor uit met de sleutelschakelaar en
repareert u de veiligheidsstopschakelaar. Zie tabellen
Probleemoplossing voor mogelijke problemen.
10. Herhaal dit gedeelte enkele keren om volledig bekend te
raken met de startprocedure van de motor.
OPGELET
De gasklep gaat standaard naar volledige snelheid als
de rechterpedaal wordt ingetrapt en aanwezigheid van
de bestuurder wordt ontdekt.
STUREN
Twee bedieningshendels voor de bestuurdersstoel bieden de
mogelijkheid om richting geven aan de dubbele krachttroffel.
Tabel 7 illustreert de verschillende richtingen van de joysticks
en het effect hiervan op de dubbele troffelmachine.
1. Duw zowel de linker als de rechter bedieningshendels
naar voren. See Afbeelding 15.
Afbeelding 15. Linker- en rechter
bedieningshendels
2. Met uw rechtervoet trapt u snel het rechter voetpedaal
halverwege in. Let op dat de dubbele troffelmachine
nu naar voren begint te bewegen. Zet de beide
joystickbedieningen in hun neutrale positie om de
voorwaartse beweging te stoppen. Vervolgens haalt u
uw rechtervoet van het rechter voetpedaal.
3. Oefen het op de plaats houden van de machine terwijl u
de bladsnelheid vergroot. Als ca. 75% max. bladsnelheid
is verkregen, zal het blad met de juiste afwerksnelheid
bewegen. Het kan lastig zijn om de machine op één plaats
te houden. Het is een goede oefening om de dubbele
troffelmachine op zijn plaats te houden.
4. Probeer het manoeuvreren van de dubbele troffelmachine
met gebruik van de informatie in Tabel 7. Probeer om ge-
controleerde bewegingen te maken alsof u een betonplaat
wilt afwerken. Probeer een groot gebied af te werken.
5. Probeer de pitch van de bladen af te stellen. Dit kan
worden uitgevoerd als de dubbele troffelmachine stilstaat
of als de troffelmachine zich verplaatst. Al naargelang
wat u comfortabel vindt. Test, mits van toepassing,
de bediening van de optionele apparatuur zoals de
brandvertragingsspray en de lampen.
OPGELET
Alle directionele verwijzingen betreffende de besturings-
hendels zijn gezien vanuit de bestuurderspositie.
BEDIENING
LINKER BEDIE-
NINGSHENDEL
RECHTER
BEDIENINGSHENDEL
VOORWAARTS
OPENEN
(DUWEN)
CHOKEKNOP
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 25
BEDIENING
6. Trek zowel de linker- als de rechter joysticks naar achteren
en herhaal stap 3 t/m 6 waarbij u het woord achterwaarts
vervangt door voorwaarts.
Bladhoogte
Soms is het noodzakelijk om de bladhoogte overeen te laten
komen met de twee sets bladen. Er kunnen tekenen zijn die
bevestigen dat dit noodzakelijk is. De verschillen in pitch zou
bijv. een opmerkelijk verschil in afwerkingskwaliteit tussen de
twee sets bladen veroorzaken. Of, het verschil in bladpitch
kan ervoor zorgen dat de machine lastig kan worden bediend.
Dit komt doordat het oppervlakgedeelte in contact komt met
het beton (de bladset met het grotere contactgedeelte neigt
ernaar meer aan het beton te plakken).
Tabel 7. Directionele positie van bedieningshendel
Bedieningshendel Richting Resultaten
Links
Beweeg bedieningshendel
vooruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine vooruit en naar
rechts gaan.
Links
Beweeg bedieningshendel
achteruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine achteruit en
naar links gaan.
Rechts
Beweeg bedieningshendel
vooruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine vooruit en naar
links gaan.
Rechts
Beweeg bedieningshendel
achteruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine achteruit en
naar rechts gaan.
Links en rechts
Beweeg beide
bedieningshendels vooruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine naar voren
gaan in een rechte lijn.
Links en rechts
Beweeg beide
bedieningshendels
achteruit
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine achteruit gaan
in een rechte lijn.
Links en rechts
Beweeg beide
bedieningshendels naar
rechts
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine naar rechts
gaan.
Links en rechts
Beweeg beide
bedieningshendels naar
links
Hierdoor zal de dubbele
troffelmachine naar links gaan.
LET OP
Troffelarmen kunnen worden beschadigd door ruwe
handelingen of door het raken van blootliggende leidingen
of ophopingen tijdens gebruik. Kijk ALTIJD uit voor objecten
die schade zouden kunnen aanrichten aan de troffelarmen.
Bladhoogte voor beide sets bladen overeen laten komen
Voor troffelmachines die zijn uitgerust met Twin Pitch
TM
-
bediening moet de bladpitch tussen de twee sets bladen
mogelijk worden "gesynchroniseerd". Als de bladen moeten
worden gesynchroniseerd, dan kan dit gemakkelijk worden
gedaan door het volgende uit te voeren:
1. Beweeg de pitchaanpassingshendel omhoog (Afbeelding
16) aan beide zijden. Zodra de hendel omhoog staat is
die zijde niet aan het Twin Pitch
TM
-systeem gekoppeld.
2. Pas aan om overeen te komen met de andere zijde.
3. Zodra de aanpassing is gemaakt kunt u de hendel omlaag
bewegen naar de Twin Pitch
TM
-bedieningspositie.
Afbeelding 16. Pitchtorens
LET OP
Wanneer een aanpassingshendel wordt gedraaid, NIET
forceren om te draaien want dit kan de kabel beschadigen.
Als de kabel merkbaar begint te draaien is dit een goede
aanduiding dat ofwel een zijde al op volledige pitch is, of
vast zit door beton, vuil of corrosie.
GEDEACTIVEERD
(ÉÉN ZIJDE)
BEDIENINGSPOSITIE
PAGINA 26 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
ONDERHOUD
Tabel 8. Motoronderhoudschema
OMSCHRIJVING
(3)
BEDIENING
VOOR ELK
GEBRUIK
EERSTE
MAAND OF
20 UUR
ELKE 6
MAANDEN
OF 100 UUR
ELK JAAR OF
300 UUR
ELKE 2 JAAR
OF 500 UUR
Motorolie
Controleren X
Wijzigen X X
Motoroliefilter Vervangen Elke 200 uur
Luchtreiniger
Controleren X
Reinigen X (1)
Wijzigen X (
*
)
Bougies
Controleren/
aanpassen
X
Vervangen X
Vonkstopper Reinigen X
Brandstoffilter Vervangen X (2)
Brandstofslang Controleren Elke 2 jaar (vervangen indien nodig) (2)
* Vervang alleen het papierfilterelement.
(1) Voer frequenter onderhoud uit bij gebruik in STOFFIGE gebieden.
(2) Deze items moeten worden onderhouden door uw servicedealer tenzij u beschikt over het juiste gereedschap en mechanisch
vakkundig bent. Raadpleeg de BRIGGS and STRATTON-winkelhandleiding voor onderhoudsprocedures.
(3) Leg voor commercieel gebruik de werkuren vast om de juiste onderhoudsintervallen vast te stellen.
Tabel 9. Troffelonderhoudsplanning
Item controleren BEDIENING DAGELIJKS
Periodieke onderhoudsplanning
Elke 25
uur
Elke 50
uur
Elke 100 tot
125 uur
Elke 500
uur
De armen, de drukkraag en het stuurscharnier
opnieuw smeren
Smeer X
Armen en drukkraag verwijderen, reinigen,
installeren en smeren
Reinigen X
Controleer en vervang indien nodig de
armdraagbussen en drukkraagdraagbussen.
Controleren X
Controleer bladen op overmatige slijtage of
schade en vervang ze indien nodig.
Controleren X
Stel indien nodig de bladsnelheid bij. Controleren X
Transmissiesmeermiddel Vervangen 1e keer X
Aandrijfriem Controleren X
Bevestigingsmiddelen Controleren X
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 27
ONDERHOUD
Bij het uitvoeren van enig onderhoud aan de troffelmachine
of de motor dient u alle veiligheidsberichten en regels voor
veilige bediening die aan het begin van deze handleiding
worden vermeld, in acht te nemen.
Aan het begin van deze handleiding is een 'Controlelijst
vóór dagelijks gebruik' opgenomen. Maak kopieën van deze
controlelijst en gebruik ze dagelijks.
WAARSCHUWING
Onvoorzien starten kan ernstig of zelfs
dodelijk letsel veroorzaken.
Zet de AAN/UIT-schakelaar ALTIJD in de
UIT-positie.
Koppel de bougiekabels los, aard deze en
koppel de minkabel van de accu los voordat
u onderhoud aan de accu gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Enige onderhoudswerkzaamheden
vereisen dat de motor draait.
Controleer of de onderhoudsruimte
goed geventileerd is. Uitlaatgassen
bevatten giftige koolmonoxide die
bewusteloosheid kan veroorzaken en
kan leiden tot de DOOD
LET OP
Laat de motor ALTIJD afkoelen voordat u
enig onderhoud gaat uitvoeren. Probeer
NOOIT enig onderhoud uit te voeren aan
een hete motor.
Luchtreiniger
Verwijder grondig al het vuil en de olie van de motor en
het bedieningsgebied. Reinig of vervang indien nodig de
luchtreinigingselementen. Controleer en draai indien nodig
alle bevestigingsmiddelen vast.
1. Maak de vergrendelingsklepjes (Afbeelding 17) aan
beide zijden van het deksel van de luchtreiniger los en
verwijder het deksel.
Afbeelding 17. Luchtfiltercomponenten
2. Verwijder vervolgens de moer, buitenste (schuim) en
interne filters (papier).
3. Controleer beide luchtfilter elementen, vervang ze indien nodig
UIT
LUCHTREINIGER
DEKSEL
BORGRING
BUITENFILTER
(SCHUIM)
INTERNE FILTER
(PAPIER)
VERGRENDE-
LINGSKNOP
MOER
PAGINA 28 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
Luchtreiniger reinigen
1. Om het papier luchtfilter te reinigen (Afbeelding 18), tikt u
het filterelement meerdere keren op een hard oppervlak
om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht (30 psi
(207 kPa, 2,1 kgf/cm
2
niet te overschrijden) door het
filterelement van binnen naar buiten.
Afbeelding 18. De binnenste
papierfilter reinigen
2. Probeer NOOIT vuil af te stoffen. Door vuil af te stoffen
duwt u het vuil in de vezels. Als het papierelement
bijzonder vuil is, moet u het element vervangen.
3. Reinig het schuimluchtfilterelement in warm water met
zeep, spoel het uit en zorg dat het volledig droogt. Of
reinig met een niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat
het drogen. NIET om het even welk type van olie in het
schuim element gieten.
4. Veeg vuil met een vochtige doek van de binnenzijde van de
luchtreiniger en de hoes. Laat geen vuil of onzuiverheden
toe in de luchtkamer die naar de carburateur leidt.
5. Leg het schuim luchtfilter terug op het papieren
luchtfilterelement. Installeer het luchtfilter en deksel
opnieuw. Met behulp van de vergrendelknop, stevig het
deksel van de luchtreiniger vergrendelen.
LET OP
Draag persoonlijke veiligheidskleding
zoals goedgekeurde veiligheidsbrillen of
gezichtsbescherming en stofmaskers of
respiratoren met schone luchtfilters met
perslucht.
LET OP
Het bedienen van de motor met een geblokkeerd
grasscherm, vuile of aangesloten koelvinnen en/of
verwijderde koelschermen, kan zorgen voor motorschade
door oververhitting.
Motorolie vervangen (100 uur)
1. Tap de motorolie af als de olie warm is zoals getoond
in figuur 16.
2. Verwijder de olieaftapbout en afdichtingsring, en laat de
olie weglopen in een geschikte container.
Afbeelding 19. Motorolie aftappen
3. Plaats de aftapbout met afdichtingsring en draai deze
goed vast.
4. Vervang de motorolie met het aanbevolen olietype zoals
weergegeven in Tabel 4. Zie voor motoroliecapaciteit
Tabel 4. DOE NIET te veel brandstof in de tank.
Olielter (200 uur)
1. Vervang de motoroliefilter van de motor (Afbeelding 20)
elke 200 uur.
Afbeelding 20. Oliefilter
2. Dicht de nieuwe oliefilter af met schone motorolie.
ONDERHOUD
BINNENSTE
FILTER
(PAPIER)
AFDICHTINGSRING
OLIEFILTER
AFDICHTEN
AFTAPBOUT
(VERWIJDEREN)
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 29
ONDERHOUD
Brandstoflter (200 uur)
1. Vervang het brandstoffilter (Afbeelding 21) om de 200 uur.
Afbeelding 21. Brandstoffilter locatie
Bougies
1. Zorg dat de motor is afgekoeld voordat u de bougies
onderhoudt.
2. Ontkoppel de bougiedopjes. Controleer op vuil en
verwijder vuil rond het bougiegebied.
3. Verwijder de bougies met een bougiesleutel van 16 mm.
4. Als de bougies zijn beschadigd, de afdichtingsring in
slechte staat is of de elektrode versleten is, moet u de
bougies vervangen.
5. Meet de afstand tussen de bougie-elektroden (Afbeelding
22) met een draadvoelmaat. Pas indien nodig het gat aan
naar 0,76 mm (0,030 in.) door de zij-elektrode voorzichtig
te buigen.
Afbeelding 22. Aanpassing van bougieopening
6. Plaats de bougie voorzichtig met de hand om
kruisbedrading te voorkomen.
7. Draai de bougie, nadat deze is geplaatst, aan met een 16
mm bougiesleutel om de afdichtingsring vast te zetten.
8. Wanneer u een nieuwe bougie plaatst, draait u de
bougie een halve slag nadat u deze hebt geplaatst om
de afdichtingsring vast te zetten.
9. Wanneer u de originele bougie opnieuw plaatst, draait
u de bougie een achtste of een kwartslag nadat u deze
hebt geplaatst om de afdichtingsring vast te zetten.
10. De bougiedoppen opnieuw bevestigen
MOTORAFSTELLING MOTOR
Zie de handleiding van uw motor voor specifieke informatie
over het afstellen van uw motor, het controleren en openstaan
van de bougies, enz.
LANGDURIGE OPSLAG
Laat de benzinetank volledig leeglopen, of voeg STA-BIL
aan de brandstof toe.
Verwijder de bougie en giet een paar druppels motorolie
in de cilinder. Start de motor drie tot vier keer aan zodat
de olie alle interne delen bereikt.
Reinig de buitenzijde met een doekje dat in schone olie
is gedrenkt.
Verwijder de accu.
Bewaar de eenheid die is afgedekt met plastic in een
vochtige en stofvrije locatie, niet in direct zonlicht.
OPGELET
Raadpleeg de handleiding van de motor die bij uw machine
is geleverd voor het juiste onderhoudsinterval van de motor
en de gids voor probleemoplossingen bij problemen.
LET OP
Laat de dubbele troffelmachine NOOIT met brandstof
in de tank staan gedurende een langere periode. Ruim
direct gemorste brandstof op.
BRANDSTOFFILTER
0,030 inch
(0,76 mm)
OPENING
PAGINA 30 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13)
ONDERHOUD
DE AANDRIJFRIEM CONTROLEREN
De aandrijfriem moet worden vervangen zodra deze slijtage
begint te vertonen. Gebruik een riem NOOIT opnieuw.
Indicaties van overmatige slijtage van de riem zijn rafelen,
piepen tijdens gebruik, een riem die rook ontwikkelt of een
brandende rubberlucht tijdens gebruik.
Verwijder de aandrijfriembescherming om toegang te krijgen
tot de aandrijfriem (Afbeelding 23), en voer vervolgens
een visuele controle uit van de aandrijfriem op schade of
overmatige slijtage. Vervang de aandrijfriem als die versleten
of beschadigd is.
Afbeelding 23. Controle van aandrijfriem
WAARSCHUWING
GEEN handen of gereedschap plaatsen in
het riemgebied terwijl de motor draait en
de veiligheidsbescherming is verwijderd.
Houd vingers, handen, haar en kleding uit
de buurt van alle beweegbare onderdelen
om letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING
Verwijder de aandrijfriembescherming NIET
totdat de geluidsdemper is afgekoeld. Laat
de volledige troffelmachine afkoelen voordat
u deze procedure uitvoert.
RIEMMETING
Lange levensduur mag worden verwacht met dit aandrijfstel
zolang de aandrijfriem juist blijft uitgelijnd.
De koppeling zal niet goed veranderen wanneer de
aandrijfriembreedte onder 1,14" blijft. Meet de CVT-
aandrijfriem (Afbeelding 24) elke 100 uur gebruik om ervoor
te zorgen dat hij binnen de opgegeven tolerantie is.
Afbeelding 24. Riemmeting
DE AANDRIJFRIEM VERWIJDEREN
11. Verwijder de borgmoeren (4) die de aandrijfriembescher-
ming beveiligen (Afbeelding 25) aan de troffelframe.
Afbeelding 25. De aandrijfriembescherming
verwijderen
ZIJWAND
SLIJTAGE
CVT-RIEM
KALIBERS
BORGMOEREN (4)
AANDRIJF-
RIEMBE-
SCHERMING
GESATINEERD
SCHEUREN
MET OLIE DOORDRENKT
SNOERSTORING
ONTBREKEND
RUBBER
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 31
ONDERHOUD
12. Koppel de linkerzijde CV-as van de linker versnellingsbak
en de onderste aandrijfrolkoppeling. Zie Afbeelding 26.
Afbeelding 26. Linker CV-as verwijderen
13. Als de gordel niet wordt hergebruikt (aanbevolen), SNIJD
de aandrijfriem dan door. Zorg ervoor dat alle overblijfse-
len van de riem worden verwijderd uit de aandrijfrollen.
AANDRIJFRIEM INSTALLEREN
1. Plaats nieuwe CVT-riem over de onderste aandrijfrol.
Knijp de riem (Afbeelding 27) en trek hem omhoog en
naar de achterkant van de troffel. Dit zal de zijden van
de lagere aandrijfrol openvouwen.
Afbeelding 27. Lagere aandrijfrol open houden
OPGELET
Merk op dat de 3 bouten die de CV-as aan het koppelstuk
bevestigen korter zijn dan deze die de CV-as aan de
versnellingsbak bevestigen. Vergeet de boutoriëntatie
niet voor hermontage.
2. Plaats het vrije uiteinde van de CVT-riem (Afbeelding 28)
in de bovenste aandrijfrolgroeven.
Afbeelding 28. Installatie bovenste
aandrijfrolriem
3. Breng een dunne laag van RVT-silicone aan op
pasvlakken van homokinetische koppeling (Afbeelding
29) en linker versnellingsbakkoppeling.
Afbeelding 29. RTF-siliconen aanbrengen
4. Verbind de homokinetische koppeling aan de linkerzijde
van het koppelstuk van de versnellingsbak.
5. Installeer de aandrijfriembescherming opnieuw op het
frame. Bevestig met borgmoeren (4).
BOVENSTE AANDRIJFROL/
KOPPELING
LINKER
VERSNELLINGSBAK
KORTERE
SCHROEVEN (3)
VERSNELLINGSBAK
KOPPELSTUK
OMHOOG OF NAAR
ACHTEREN VAN DE
TROFFELMACHINE
TREKKEN
BRENG SILICONEN AAN OP
RAKENDE VLAKKEN VAN
HOMOKINETISCHE KOPPELING
RTV
SILICONE
CVT-RIEM
ONDERDEELNR.
23365
KOPPELING
BOVENSTE
AANDRIJFROL
ONDERSTE
AANDRIJFROL
VASTE ZIJDE
ONDERSTE
AANDRIJFROL
BEWEEGBARE ZIJDE
CV-AS
KOPPELSTUK
ONDERSTE
AANDRIJFROL
CVT-RIEM
PAGINA 32 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
ONDERHOUD
Afstelprocedure bladpitch
Onderhoudsafstelling van de bladpitch kan worden uitgevoerd
door een bout (Afbeelding 30) op de arm van de bladvinger
van de troffelmachine af te stellen. Deze bout is het
contactpunt van de troffelarm en de onderste draagplaat op
de drukkraag. Het doel van de afstelling is om consistente
bladpitch en afwerkingskwaliteit te bevorderen.
Kijk naar de volgende indicaties als de bladen ongelijkmatig
slijten. Als dit het geval is, is wellicht afstelling noodzakelijk.
Is een blad volledig versleten en ziet de andere er nog als
nieuw uit?
Heeft de machine een waarneembare rollende of
springende beweging tijdens gebruik?
Kijk naar de machine als deze draait, bewegen de
beveiligingsringen "omhoog en omlaag" ten opzichte van
de grond?
Bewegen de pitchcontroletorens heen en weer?
Afbeelding 30. Afstelbout van bladpitch
De eenvoudigste en meest consistente wijze om afstellingen
aan de troffelarmvingers aan te brengen, is het gebruik van
de afstelhouder troffelarm (onderdeelnr. 9177). Deze wordt
geleverd met alle noodzakelijke hardware om op juiste wijze
dit onderhoud uit te voeren en de instructies over het gebruik
van dit gereedschap.
Als een afstelhouder van de troffelarm niet beschikbaar is en
directe afstelling is noodzakelijk, kan een tijdelijke afstelling
worden uitgevoerd als u ziet of voelt welk blad harder trekt
door de bout van het desbetreffende blad af te stellen.
Een betere manier om te bepalen welke bladen moeten
worden aangepast, is om de machine op een bekend 'VLAK'
oppervlak (metalen staalplaat) te plaatsen en de bladen zo
vlak mogelijk te pitchen. Kijk nu naar de afstelbouten. Ze
moeten nauwelijks contact maken met de onderste draagplaat
op de spin. Als u ziet dat een van de bouten geen contact
maakt, dient u een afstelling door te voeren.
Stel de 'hoge' bouten omlaag tot het niveau van de ene die
geen contact maakt, of pas de 'lage' bout aan het niveau van
de hogere bouten aan. Indien mogelijk past u de lage bout aan
het niveau van de overige bouten aan. Dit is de eenvoudigste
manier, maar werkt niet altijd. Verifieer na afstelling of de
bladpitches juist functioneren.
Bladen die onjuist zijn afgesteld, kunnen meestal niet vlak
pitchen. Dit kan optreden als de afstelbouten te hoog zijn
afgesteld. Afstelbouten daarentegen die te laag zijn afgesteld,
zorgen ervoor dat de bladen niet voldoende hoog voor
afwerkingswerkzaamheden zijn afgesteld.
Als de machine na het afstellen van de bladpitches nog steeds
niet goed functioneert, moeten de bladen, troffelarmen en
de draagbussen van de troffelarm worden gecontroleerd op
afstelling, schade of slijtage. Zie de volgende gedeeltes.
Bladen verwisselen
Wij adviseren dat ALLE bladen van de gehele machine
gelijktijdig worden verwisseld. Als slechts een of enkele van
de bladen worden verwisseld, zal de machine het beton niet
gelijkmatig afwerken en kan de machine gaan hobbelen of
springen.
1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond. Pas de
regeling van de bladpitch aan om de bladen zo vlak
mogelijk te maken. Let op de bladrichting op de troffelarm.
Dit is belangrijk voor dubbele (ride-on) troffelmachines
omdat de twee sets bladen contradraaien. Hijs de
machine op, plaats ter ondersteuning blokken onder de
belangrijkste beveiligingsring.
2. Verwijder de bouten en de borgringen op de troffelarm
en verwijder vervolgens het blad.
3. Schraap al het beton en vuil van de troffelarm. Dit is
belangrijk om het nieuwe blad goed te kunnen bevestigen.
4. Installeer het nieuwe blad, behoud de juiste draairichting.
5. Plaats de bouten en de borgringen terug.
6. Herhaal stap 2 t/m 5 voor alle overige bladen.
Reiniging
Zorg dat beton nooit uithardt op de krachttroffelmachine. Spoel
direct na gebruik al het beton van de troffelmachine met water.
Zorg dat u niet op een hete motor of geluidsdemper sproeit.
U kunt met een oude verfkwast of borstel beton weghalen dat
al bezig is met uitharden.
SPINPLAAT
TROFFELHENDEL (VINGER)
TROFFELARM
AFSTELBOUT
BLADPITCH
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 33
ONDERHOUD
Afstelling troffelarm
Een vlak, schoon oppervlak om de troffelmachine voor en na
de afstelling te testen, is van essentieel belang. Enige oneffen
plekken op de vloer of vuil onder de troffelbladen zullen een on-
juiste weergave van de afstelling geven. Een 1,5 x 1,5 m vlakke
staalplaat van 19 mm zou zeer geschikt zijn voor het testen.
Enkele aanduidingen van slechte betonafwerking zijn onjuiste
troffelarmuitlijning, versleten spin draagbussen of verbogen
troffelarmen:
Vertoont uw troffel het volgende?
Zijn bladen gelijkmatig afgesleten? Is een blad volledig
versleten en ziet de andere er nog als nieuw uit?
Bekijk de machine terwijl die werkt. Gaan de veiligheidsringen
'op en neer' ten opzichte van de grond?
Heeft de machine een waarneembare rollende of
springende beweging tijdens gebruik?
1. Om vast te stellen welke bladen moeten worden afgesteld
kunt u de troffel in het testgebied plaatsen (een plaat van
19 mm) en naar de volgende omstandigheden kijken:
2. Pitch de bladen zo vlak mogelijk. De afstelbouten moeten
net contact maken met de onderste draagplaat op de spin.
Als een bout geen contact maakt, moet deze opnieuw
worden afgesteld (Afbeelding 31).
Afbeelding 31 toont "onjuiste uitlijning", versleten spin draagbussen
of verbogen troffelarmen. Controleer of de afstelbout net (2,5 mm /
0,10" max. speling) de onderste draagplaat raakt. Alle uitlijnbouten
moeten dezelfde afstand hebben tot de onderste draagplaat.
.
Afbeelding 31. Onjuiste uitlijning spinplaat
OPGELET
Gebruik de volgende procedure om de troffelarmen
te controleren en aan te passen als blijkt dat de
troffelmachine slecht functioneert of routinematig
onderhoud nodig heeft.
Afbeelding 32 illustreert de 'juiste uitlijning' voor een spinplaat
(zoals verzonden vanuit de fabriek).
Afbeelding 32. Juiste uitlijning van spinplaat
VERWIJDERING VAN SPIN
Verwijder als volgt de spinassemblage van de versnellingsbakas:
1. Lokaliseer de konische punt vierkante kopschroef
(Afbeelding 33) en bevestigde borgmoer te vinden aan
de kant van de spinassemblage.
2. Draai de borgmoer en konische punt vierkante kopschroef los.
3. Hijs zorgvuldig de bovenste troffelassemblage van de
spinassemblage. Het kan nodig zijn om zachtjes met een
rubberen hamer te kloppen om de spin van de hoofdas
van de hydraulische motor los te krijgen.
4. Gebruik Blue Loctite #242 op de borgmoer van de spin
bij montage en draai deze aan met een koppel van 176
N.m (130 ft.lbs). (176 N.m)
Afbeelding 33. Verwijdering van spin
"CONCAAF"
EFFECT OP
AFGEWERKT
BETON
ONDERSTE
DRAAGPLAAT
OPPERVLAK
AFSTELBOUT
VERSNELLINGSBAK
OPPERVLAK
TROFFELARM
BEVESTIGINGSBALK
Versnellingsbakas
Bovenste draagplaat
Drukkraaglagers
Drukkraag
Draagbus drukkraag
Onderste draagplaat
Borgringen
Borgmoeren
Spinplaat
Borgring
Stekker
BLAD
JUISTE
UITLIJNING
PAGINA 34 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
VERWIJDEREN VAN DE TROFFELBLAD
Verwijder de troffelbladen door de drie zeskantige kopbouten
(Afbeelding 34) van de troffelarm te verwijderen. Plaats de
bladen terzijde.
Afbeelding 34. Verwijderen van het troffelblad
VERWIJDEREN VAN TROFFELARM
1. Verwijder de hardware die de stabilisatiering op de
troffelarm bevestigd. (Afbeelding 35)
Afbeelding 35. Stabilisatiering
(Stabilisatiering)
2. Elke troffelarm wordt met een zeskantige kopbout op
de spinplaat (Afbeelding 36) gehouden (schroefdraad
smeren) en een rolpen. Verwijder zowel de zeskantige
kopbout en de rolpen van de spinplaat.
ONDERHOUD
3. Verwijder de troffelarm van de spinplaat.
Afbeelding 36. Rolpen en smeernippel
verwijderen
4. Als de inzetstukken van de troffelarm (bronzen draagbus)
uit de troffelarm komen, verwijdert u de draagbus uit
de troffelarm en legt u deze op een veilige plek. Als
de draagbus in de spinplaat blijft, dient u de draagbus
voorzichtig te verwijderen.
5. Bepaal de bronzen troffelarm draagbussen (afbeelding
37) en reinig deze indien nodig. Vervang de draagbussen
als deze vervormd of versleten zijn.
Afbeelding 37. Bronzen draagbussen
6. Verwijder met een metaalborstel enige afzetting van beton
van alle zes zijden van de troffelarm. Herhaal dit voor de
overige armen.
CONTROLEER OF DE TROFFELARMEN RECHT ZIJN
Troffelarmen kunnen beschadigd zijn door ruwe handelingen
(zoals de troffelarm op een pad laten vallen) of door het raken
van blootliggende leidingen, waardoor ze vervormd raken
tijdens gebruik. Met een verbogen troffelarm kan de
TROFFELARM
ZESKANTIGE
KOP BOUT
2-DELIG
BRONZEN
DRAAGBUS
SPINPLAAT
TERUGDRUK-
VEER ARM
TROFFELARM
ZESKANTIGE SCHROEF
ZESKANTIGE BORGMOER
BORGRING
HEFBOOM
ROLPEN
BORGMOER
(SCHROEFDRAAD
INSMEREN)
BORGRING
TROFFELBLAD
STABILISATIE-
RING
2-DELIG BRONZEN
DRAAGBUSSEN
TROFFELARM
VLAKKE
RING
MOER
MOER
STAAFEINDE
BOUT
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 35
ONDERHOUD
troffelmachine geen vloeiende beweging maken. Als u denkt
dat de troffelarmen verbogen zijn, dan controleert u als volgt
op vlakheid. Raadpleeg Afbeelding 39:
Afbeelding 38. Troffelarm
1. Gebruik een dikke staalplaat, granietenplaat of enig
oppervlak dat gegarandeerd vlak is om alle zijden van
elke troffelarm op vlakheid te controleren.
2. Controleer elk van de zes zijden van de troffelarm
(zeskantig gedeelte). Een voelmaat van 0,10 mm (0,004
inch) mag niet tussen het vlakke gedeelte van de
troffelarm en het testoppervlak passen langs de lengte
van het testoppervlak. (Afbeelding 39) .
Afbeelding 39. Controleer of de
troffelarmen vlak zijn
3. Controleer vervolgens de speling tussen de ronde as en het
testoppervlak als een van de vlakke zeskantige gedeeltes
van de arm op het testoppervlak rust. Draai de arm
naar elk vlak zeskantig gedeelte en controleer de speling
rondom de as. Gebruik een voelmaat van 0,127 mm (0,005
inch). Elk gedeelte moet dezelfde speling vertonen tussen
rondom de as van de troffelarm en het testoppervlak.
4. Als de troffelarm niet vlak of verbogen is, vervangt u de
troffelarm.
AFSTELLING TROFFELARM
In (Afbeelding 40) wordt de afstelhouder met hierin een
troffelarm, weergegeven. Omdat elke troffelarm in de houder
wordt bevestigd, moet de armbout worden afgesteld tot waar
deze een stop op de houder veroorzaakt. Hierdoor zullen
gelijkmatig alle troffelarmen worden afgesteld, waardoor de
afwerkingsmachine vlak en zo gelijkmatig wordt.
1. Plaats het afstelgereedschap voor de troffelarm
onderdeelnr. 9177.
Afbeelding 40. Afstelgereedschap voor
troffelarm zijaanzicht
2. Controleer of de houderarm juist is afgesteld (omhoog
of omlaag) voor de draaiing van uw troffelarm, zoals
weergegeven in Afbeelding 41.
Afbeelding 41. Afstelling troffelarm
OPGELET
Armen met een bladrotatie RECHTSOM gebruiken de
houderarm in de positie OMHOOG (Afbeelding 41A).
Armen met een bladrotatie LINKSOM gebruiken de houder
met de houderarm in de positie OMLAAG (Afbeelding 41B).
Bevestigingssleuf van hendel
(linkerarm weergegeven)
Gedeelte zeskantige as
van troffelarm
TROFFELARM
VOELMAAT
(0,004 in./0,10 mm)
VOELMAAT
0,127 mm (0,005 in.)
VLAK
TESTOPPERVLAK
Troffelarm
Gedeelte van ronde as
AFSTELBOUT
"AFSTAND"
BORGMOER
HOUDER
ARM
ZIJAANZICHT
Rolpenopening
Boutopening voor
bladbevestiging (één van drie)
Vlak van zeskantige as
(bovenzijde van arm)
PAGINA 36 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
3. Schroef de vergrendelingsbouten van het afstelgereed-
schap en plaats de troffelarm in de houder zoals weer-
gegeven in Afbeelding 42. Mogelijk is een dunne af-
standsplaat nodig om de bladgaten op de troffelarm te
bedekken. Let op dat de afstelbout voor de troffelmachi-
ne wordt uitgelijnd met de afstelbout van de houder.
Afbeelding 42. Componenten afstelhouder
troffelmachine
4. Gebruik een inbussleutel om de vergrendelingsbouten
aan te draaien om de troffelarm te bevestigen.
5. Pas de bout-'afstand' aan zoals weergegeven in
Afbeelding 42 aan zodat deze met één van de armen
overeenkomt. De overige armen zullen worden afgesteld
op deze afstand.
6. Draai de vergrendelingsbout van de troffelarmhefboom
los, draai de afstelbout van de troffelarm vast totdat deze
net (2,5 mm / 0,010 inch) de afstelbout van de houder.
7. Zodra de juiste afstelling is uitgevoerd, draait u de
vergrendelingsbout op de troffelarm vast om deze te
bevestigen.
8. Draai de vergrendelingsbouten op de afstelhouder los en
verwijder de troffelarm.
ONDERHOUD
9. Herhaal dit voor de overige troffelarmen.
HERMONTAGE
1. Reinig en controleer de bovenste/onderste draagplaten
en draagkraag. Controleer de gehele spinassemblage.
Veeg met een metaalborstel enig beton of roestvorming
weg. Als enig spincomponent schade vertoont of
vervormd is, dient u deze te vervangen.
2. Controleer of de bronzen troffelarm draagbus niet
beschadigd of vervormd is. Reinig eventueel de draagbus.
Als de bronzen draagbus beschadigd of versleten is, moet
u deze vervangen.
3. Installeer de bronzen draagbus op de troffelarm.
4. Herhaal stappen 2 en 3 voor elke troffelarm.
5. Controleer of de spanningsveer de juiste positie heeft om
spanning op de troffelarm uit te oefenen.
6. Plaats alle troffelarmen met hendels in de spinplaat (met
bronzen draagbus reeds geïnstalleerd), let op dat de
smeernippel op de bronzen draagbus wordt uitgelijnd
met de smeernippel op de spinplaat.
7. Vergrendel de troffelarmen door de zeskantige kopbout
vast te draaien met smeermiddel op het schroefdraad
en borgmoer.
8. Installeer de bladen terug op de troffelarmen.
9. Installeer de stabilisatiering op de spinassemblage.
10. Smeer alle smeernippels in met premium smeermiddel
'Lithium 12', overeenkomstig consistentie van NLG1
graad nr. 2.
ARM
HEFBOOM
TROFFELMA-
CHINE
HOUDER
ARM
AFSTELBOUT
AFSTAND =
0,010 in.
AFSTELBOUT
AFSTELHOUDER
TROFFELARM
VERGRENDE-
LINGSBOUTEN
AFSTAND-
PLAAT
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 37
ONDERHOUD
PANNEN OP DE AFWERKINGSBLADEN PLAATSEN
Deze ronde schijven worden ook wel "pannen" genoemd,
en worden bevestigd op de spinarmen en maken vroegtijdig
zweven van nat beton en eenvoudige verplaatsing van
natte naar droge gebieden mogelijk. Deze zijn bovendien
zeer effectief in het integreren van grote aggregaten en
oppervlakverharders.
Raadpleeg Afbeelding 43 wanneer u pannen onder de
afwerkingsbladen wilt plaatsen.
Afbeelding 43. Installatie Z-clip afwerkingspan
WAARSCHUWING
Hijsen/gevaar op beknelling. Hijs de
troffelmachine NIET wanneer de pannen
zijn bevestigd.
WAARSCHUWING
Installeer de pannen ALTIJD in de werkomgeving of in een
naastgelegen omgeving of werkomgeving op hetzelfde
niveau. Hijs de troffelmachine NIET wanneer de pannen
zijn bevestigd.
1. Hijs de troffelmachine voldoende zodat de pan
onder de bladen kan worden geschoven. Breng de
afwerkingsmachine omlaag op de pan met de bladen
naast de Z-clips.
2. Draai de bladen in positie onder de Z-clips. Controleer
of de bladen draaien in de rijrichting van de machine als
deze in bedrijf is of gebruik de motor om de bladen in
positie te draaien.
3. Bevestig de bladbanden aan de verre zijde van de
Z-clipbeugels met de bevestigingsknoppen zoals
weergegeven in Afbeelding 43.
4. Controleer of de bladranden onder de Z-clips zijn bevestigd
en de bevestigingsbanden volledig over de randen van de
bladen zijn bevestigd voordat de machine weer in gebruik
wordt genomen.
DEÏNSTALLATIE VAN TROFFEL/COMPONENTEN
Deïnstallatie is een gecontroleerd proces dat wordt gebruikt
om apparatuur of een onderdeel dat verbruikt is, veilig te
kunnen afvoeren. Als de apparatuur een onacceptabel en
niet-repareerbaar veiligheidsrisico veroorzaakt door slijtage
of schade, of niet langer kostenbesparend kan worden
onderhouden (na de vastgestelde levensduur), dan moet deze
worden gedeïnstalleerd, (vernietigd en gedemonteerd). De
volgende procedure moet hiertoe worden uitgevoerd:
1. Tap alle vloeistoffen volledig af. Dit kan olie, benzine,
hydrauliekolie en antivries zijn. Gooi deze conform de
plaatselijke en overheidsvoorschriften weg. Giet deze
nooit op de grond of in de afvoer of het riool.
2. Verwijder de accu en breng deze naar een afvalfaciliteit
voor loodreclamatie. Gebruik veiligheidsvoorschriften bij
het werken met accu's die zwavelzuur bevatten.
3. Het restant kan naar een afvalverwerkingsstation of
metaalreclamatiefaciliteit voor nadere demontage worden
gebracht.
KNOP, BEVESTIGINGS-
Z-CLIPPANNEN
BEVESTIGING,
BLAD
BLADASSAMBLAGE
Z-CLIP,
PAN
PAGINA 38 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
PROBLEEMOPLOSSING (TROFFEL)
Probleemoplossing (mechanische dubbele troffelmachine)
Symptoom Mogelijk probleem Oplossing
Motor draait zwaar of niet.
Fout van stopschakelaar?
Zorg ervoor dat de stopschakelaar functioneert wanneer de
bestuurder zit. Vervang de schakelaar indien dat noodzakelijk
is.
Brandstof?
Kijk naar het brandstofsysteem. Zorg ervoor dat er brandstof
naar de motor wordt toegevoerd. Controleer dit om ervoor te
zorgen dat het brandstoffi lter niet verstopt is.
Ontsteking?
Controleer dit om ervoor te zorgen dat de
ontstekingsschakelaar voeding heeft en op de juiste wijze
functioneert.
Veiligheidsstopschakelaar functioneert niet.
Slechte contactpunten? Vervang de schakelaar.
Losse draadverbindingen? Controleer de bedrading. Vervang deze indien nodig.
Overige problemen? Raadpleeg de handleiding van de motor.
De troffelmachine stuitert, rolt beton of maakt
oneffen sporen in beton.
Bladen?
Zorg ervoor dat de bladen in goede conditie zijn en niet
overmatig zijn versleten. Afwerkingsbladen moeten minimaal
50 mm zijn vanaf het blad tot aan de onderste rand,
combobladen moeten minimaal 89 mm zijn. De onderste rand
van het blad moet recht en parallel aan het mesblad zijn.
Pitch-aanpassing?
Controleer of alle bladen zijn ingesteld met dezelfde pitchhoek
zoals gemeten bij de spin. Er is een hulpmiddel voor kalibratie
ter plaatse beschikbaar voor de hoogteaanpassing van de
troffelarmen (neem contact op met de afdeling Onderdelen).
Verbogen troffelarmen?
Controleer de spinassemblage op verbogen troffelarmen. Als
een van de armen iets verbogen is, dient u deze onmiddellijk
te vervangen.
Troffelarm draagbussen?
Controleer de draagbussen van de troffelarm op bevestiging.
Dit kan worden gedaan door de troffelarmen omhoog en
omlaag te bewegen. Als er meer dan 3,2 mm speling is aan
het uiteinde van de arm, dan moeten de draagbussen worden
vervangen. Alle draagbussen moeten tegelijkertijd worden
vervangen.
Drukkraag?
Controleer de vlakheid van de drukkraag door deze op de spin
te draaien. Als deze met meer dan 0,5 mm varieert, dan dient u
de drukkraag te vervangen.
Draagbus drukkraag?
Controleer de drukkraag door deze op de spin te bewegen.
Als deze meer dan 1,6 mm, zoals gemeten bij de drukkraag
O.D., kan worden gekanteld, dan dient u de draagbus in de
drukkraag te vervangen.
Druklager versleten?
Controleer de druklager op soepel draaien. Vervang deze
indien nodig.
Machine heeft een voelbare rollende
beweging tijdens het draaien.
Hoofdas?
De hoofduitvoeras van de versnellingsbakassemblage
moet worden gecontroleerd op rechtheid. De hoofdas moet
recht zijn en kan niet meer dan 0,08 mm afwijken bij het
spinbevestigingspunt.
Koppelstuk?
Controleer of de beide vingers van het koppelstuk evenredig op
de draagdop drukken. Vervang het koppelstuk indien nodig.
Bladpitch?
Controleer of elk blad dusdanig is afgesteld dat dit dezelfde
pitch heeft als alle overige bladen. Pas deze aan volgens de
procedure in het gedeelte Onderhoud.
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 39
PROBLEEMOPLOSSING (TROFFEL)
Probleemoplossing (mechanische dubbele troffelmachine), vervolg
Symptoom Mogelijk probleem Oplossing
Lampen (optioneel) functioneren
niet.
Bedrading?
Controleer alle elektrische verbindingen in het verlichtingssysteem.
Controleer of bedrading in goede conditie en zonder tekorten is. Vervang
defecte bedrading of onderdelen onmiddellijk.
Lampen?
Als +12 V gelijkstroom aanwezig is bij de fi ttingaansluiting wanneer de
lichtschakelaar is geactiveerd en het licht niet wordt ingeschakeld, vervang
dan de lamppeer.
Kapotte schakelaar?
Controleer de werking van de lichtschakelaar. Vervang de lichtschakelaar
indien deze defect is.
Kapotte zekering? Controleer de zekering. Vervang de zekering als deze defect is.
Brandvertragingsspray (optioneel)
functioneert niet.
Brandvertraging?
Controleer het brandvertragingsniveau in de tank. Vul de tank bij, indien
nodig.
Bedrading?
Controleer alle elektrische verbindingen in het sproeipompsysteem.
Controleer of bedrading in goede conditie en zonder tekorten is. Vervang
defecte bedrading of onderdelen onmiddellijk.
Kapotte schakelaar?
Controleer de continuïteit van zowel linker- als rechtersproeischakelaars
(palmhendels). Vervang de sproeischakelaar indien deze defect is.
Slechte spraypomp?
Als +12 V gelijkstroom aanwezig is bij de pompaansluiting wanneer de
sproeischakelaar is geactiveerd en de pomp niet werkt, vervang dan de
sproeipomp.
Kapotte zekering? Controleer de zekering. Vervang de zekering als deze defect is.
Besturing reageert niet.
Snelheid van het blad niet goed afgesteld?
Raadpleeg het gedeelte betreffende het afstellen van de snelheid van het
blad.
Stuurscharnier niet aangepast?
Pas het verbindende scharnier aan dat u kunt vinden bij de basis van de
hendel. Neem contact op met uw MQ-veldservicemanager voor instructies.
Versleten onderdelen?
Controleer of de besturingslagers en scharnieronderdelen zijn versleten.
Vervang deze indien nodig.
Bedieningspositie is niet
comfortabel.
Stoel aangepast aan de bestuurder?
Pas de stoel aan met de hendel die zich aan de voorzijde van de stoel
bevindt.
Voedingskop op elektrische pitch
(optioneel) werkt niet.
Kapotte of losse onderdelen?
Als de motor draait en de pitch wordt niet beïnvloed, kunnen er onderdelen
in de voedingskop los zitten of kapot zijn. Stuur de voedingskop terug naar
de dealer voor onderhoud.
Bedrading?
Controleer alle elektronische verbindingen en bedrading. Controleer de
werking bij de voedingskopeenheid. Controleer of er een voltage aanwezig
is bij de voedingskopschakelaar met de contactsleutel in de positie Aan.
Schakelaar?
Controleer de werking van de schakelaar. Vervang de schakelaar meteen
als deze niet goed werkt.
Twin Pitch-scharnier werkt niet.
Krukashendels?
Zorg ervoor dat beide krukashendels zo ver mogelijk naar beneden staan
om er zeker van te zijn dat het scharnier wordt geactiveerd.
Kapot onderdeel? Vervang meteen alle kapotte onderdelen.
Slippende koppeling of een
trage reactie bij wijzigingen in
motorsnelheid.
Versleten riemen? Vervang de riem.
Koppeling niet goed afgesteld?
Pas deze aan volgens de instructies in het gedeelte Onderhoud van deze
handleiding.
Versleten of defecte koppelingonderdelen? Vervang onderdelen indien nodig.
Versleten lagers in de versnellingsbak?
Draai de invoeras met de hand. Als de as moeizaam draait, controleer dan
de invoer- en uitvoeraslagers. Vervang deze indien nodig.
Versleten of kapotte tandwielen in de
versnellingsbak?
Controleer of de versnellingsbakas draait wanneer de invoeras wordt
gedraaid. Vervang zowel de worm als het wormwiel in setjes.
PAGINA 40 — HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13)
Probleemoplossing (motor)
Symptoom Mogelijk probleem Oplossing
Motor start niet of de start is vertraagd,
hoewel de motor kan worden ingeschakeld.
Komt er geen brandstof bij de injectiepomp?
Voeg brandstof toe. Controleer het gehele
brandstofsysteem.
Defecte brandstofpomp? Vervang de brandstofpomp
Brandstoffi lter verstopt? Vervang het brandstoffi lter en reinig de tank.
Defecte brandstofl eiding? Vervang of repareer de brandstofl eiding.
Compressie te laag?
Controleer de zuiger, de cilinder en de
kleppen. Breng de afstellingen of reparaties
volgens de reparatiehandleiding van de
motor.
Functioneert de brandstofpomp niet goed? Repareer of vervang de brandstofpomp.
Oliedruk te laag? Controleer de oliedruk van de motor.
Limiet voor lage starttemperatuur
overschreden?
Controleer de instructies voor koudstarten en
de juiste olieviscositeit.
Defecte accu? Laad de accu op of vervang de accu.
Lucht of water gemengd in
brandstofsysteem?
Controleer zorgvuldig op losse koppelingen
van de brandstofl eiding, losse moer enz.
Bij lage temperaturen kan de motor niet
starten.
Motorolie te dik?
Vul de carter met de juiste soort olie voor
winterse omstandigheden.
Defecte accu? Vervang de accu.
Motor start maar stopt zodra de startmotor
wordt uitgeschakeld.
Brandstoffi lter geblokkeerd? Vervang het brandstoffi lter.
Brandstoftoevoer geblokkeerd? Controleer het gehele brandstofsysteem.
Defecte brandstofpomp? Vervang de brandstofpomp
Motor stopt uit zichzelf tijdens normaal
gebruik.
Brandstoftank leeg? Voeg brandstof toe.
Brandstoffi lter geblokkeerd? Vervang het brandstoffi lter.
Defecte brandstofpomp? Vervang de brandstofpomp
De uitschakelsensor van de mechanische
oliedruk stopt de motor door te laag oliepeil?
Voeg olie toe. Vervang, indien nodig, de
uitschakelsensor voor laag oliepeil.
Laag motorvermogen, uitvoer en snelheid.
Brandstoftank leeg? Vervang het brandstoffi lter.
Brandstoffi lter verstopt? Vervang het brandstoffi lter.
Is de ontluchting van de brandstoftank
inadequaat?
Controleer of de tank op adequate manier
wordt ontlucht.
Lekkage bij leidingverbindingen?
Controleer de leidingverbindingen met
schroefdraad en bevestig de verbindingen
indien nodig.
Bedieningshendel blijft niet in de
geselecteerde positie?
Raadpleeg de handleiding van de motor voor
de juiste handeling.
Oliepeil van de motor te vol? Correct oliepeil.
Injectiepomp versleten?
Gebruik uitsluitend nr. 2-D dieselbrandstof.
Controleer het brandstofi njectiepompelement
en de toevoerklepassemblage en vervang
deze indien nodig.
PROBLEEMOPLOSSING (MOTOR)
HHNG5 DUBBELE (RIDE-ON) TROFFELMACHINE • GEBRUIKERSHANDLEIDING — REV. #0 (16/07/13) — PAGINA 41
Probleemoplossing (motor) - vervolg
Symptoom Mogelijk probleem Oplossing
Lage vermogensuitvoer van de motor en lage
snelheid, zwarte rook uit de uitlaat.
Luchtfi lter geblokkeerd? Reinig of vervang het luchtfi lter.
Onjuiste klepspelingen?
Pas de kleppen volgens specifi catie van de
motor aan.
Slecht functioneren van de injector? Raadpleeg de handleiding van de motor.
Motor raakt oververhit.
Te veel olie in de carter?
Tap de motorolie af tot de bovenste
markering op de peilstok.
Is het gehele koelsysteem vervuild/
geblokkeerd?
Reinig het koelsysteem en de koelribben.
Ventilatorriem gebroken of uitgerekt? Wijzig de riem of pas de riemspanning aan.
Koelmiddel onvoldoende? Vul koelmiddel bij.
Radiateurnet of radiateurrib verstopt door
stof?
Reinig zorgvuldig het net of de rib.
Ventilator, radiateur of radiateurdop defect? Vervang het defecte onderdeel.
Thermostaat defect?
Controleer de thermostaat en vervang deze
indien nodig.
Koppakking defect of waterlekkage? Vervang de onderdelen.
PROBLEEMOPLOSSING (MOTOR)
BEDIENINGSHANDLEIDING
Uw plaatselijke dealer is:
HOE KUNT U HULP KRIJGEN
ZORG DAT U HET MODEL EN SERIE-
NUMMER BIJ DE HAND HEBT WANNEER U CONTACT OPNEEMT
© COPYRIGHT 2014, MULTIQUIP INC.
Multiquip Inc
, het MQ logo en het Whiteman logo
zijn geregistreerde handelsmerken van Multiquip Inc. en mogen niet worden gebruikt, verveelvoudigd of gewijzigd zonder schriftelijke
toestemming. Alle overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren en zijn gebruikt met toestemming.
Deze handleiding
MOET
te allen tijde bij het apparaat worden bewaard. Deze handleiding wordt beschouwd als een permanent onderdeel van het apparaat en moet worden verstrekt
als het apparaat wordt doorverkocht.
De informatie en specifi caties die in deze publicatie zijn opgenomen, waren ten tijde van goedkeuring voor afdrukken van kracht. Illustraties, omschrijvingen, referenties en technische
gegevens die in deze handleiding worden vermeld, zijn uitsluitend als richtlijn bestemd en mogen niet als bindend worden beschouwd. Multiquip Inc. behoudt zich het recht voor om te
allen tijde specifi caties, het ontwerp of de gepubliceerde informatie te wijzigen of te verwijderen uit deze publicatie zonder kennisgeving en zonder enige verplichtingen.
VERENIGDE STATEN
Multiquip Corporate Offi ce MQ Parts Department
18910 Wilmington Ave.
Carson, CA 90746
Tel. (800) 421-1244
Fax (310) 537-3927
800-427-1244
310-537-3700
Fax: 800-672-7877
Fax: 310-637-3284
Service Department Warranty Department
800-421-1244
310-537-3700
Fax: 310-537-4259 800-421-1244
310-537-3700
Fax: 310-943-2249
Technische ondersteuning
800-478-1244 Fax: 310-943-2238
CANADA
VERENIGD KONINKRIJK
Multiquip Multiquip (UK) Limited Hoofdkantoor
4110 Industriel Boul.
Laval, Quebec, Canada H7L 6V3
Contact: jmartin@multiquip.com
Tel: (450) 625-2244
Tel: (877) 963-4411
Fax: (450) 625-8664
Unit 2, Northpoint Industrial Estate,
Global Lane,
Dukinfi eld, Cheshire SK16 4UJ
Contact: [email protected].uk
Tel: 0161 339 2223
Fax: 0161 339 3226
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

MQ Multiquip hhng5 Handleiding

Type
Handleiding