DG..B, DG..U · Edition 11.22
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
Gasdrukschakelaars DG voor het bewaken van stij-
gende of dalende gas- en luchtdruk.
Overdruk Onderdruk
DG..B Gas, lucht, rookgas –
DG..U Gas, lucht, rookgas Lucht, rookgas
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd, zie pagina 6 (9 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding
DG Gasdrukschakelaar
6–500 Max. instelling in mbar
B Schakelt bij stijgende overdruk
BN Schakelt bij dalende overdruk
U Schakelt bij stijgende over-/onder-/ver-
schildruk
UN Schakelt bij dalende over-/onder-/ver-
schildruk
G Met vergulde contacten
-3 El. aansluiting met schroefklemmen
-4 El. aansluiting met schroefklemmen,
IP65
-5 El. aansluiting met stekker, 4-polig,
zonder contrastekker, IP54
-6 El. aansluiting met stekker, 4-polig, met
contrastekker, IP54
-9 El. aansluiting met stekker, 4-polig, met
contrastekker, IP65
K2 Rode/groene controle-led voor 24V=/~
T Blauw controlelampje voor 230V~
T2 Rode/groene controle-led voor
110–230V~
N Blauw controlelampje voor 120V~
2.2 Benamingen onderdelen
1
2
3
4
1 Bovendeel van het huis met deksel
2 Onderdeel van het huis
3 Handwiel
4 M16-wartel
2.3 Typeplaatje
DG
CE 2
13
Made in Germany
Max. inlaatdruk = weerstandsdruk, netspanning,
omgevingstemperatuur, beschermingswijze: zie ty-
peplaatje.
3 INBOUWEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
– Max. omgevingstemperatuur in acht nemen, zie
pagina 6 (9.1 Omgevingsomstandigheden).
– Siliconenhoudende dampen kunnen de
contactwerking storen. Bij gebruikmaking van
siliconenslangen erop letten dat deze slangen
voldoende getemperd zijn.
– Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen. Indien mogelijk op stijgende
leidingen/stijgend buizenwerk letten. Anders
bestaat het gevaar van ijsvorming bij temperatu-
ren beneden het vriespunt, verschuiving van het
schakelpunt of corrosie in het apparaat, hetgeen
storing tot gevolg kan hebben.
– De drukschakelaar bij externe installatie
overdekken en tegen directe zonnestraling
beschermen (ook bij IP65). Om condensatiewa-
ter en condensaat te voorkomen, kan het deksel
met drukcompensatie element gebruikt worden.
Zie de toebehoren, drukcompensatie element.
– Sterke impulsen aan het apparaat vermijden.
– Bij sterk schommelende druk ervoor een
dempingspijpstuk/voorrestrictie inbouwen.
➔De DG mag niet met de muur in aanraking komen.
Minimale afstand 20mm.
➔Op voldoende vrije ruimte voor de montage letten.
➔Voor vrij zicht op het handwiel zorgen.
3.1 Inbouwpositie
Inbouwpositie verticaal, horizontaal of deels onderste-
boven, bij voorkeur met verticaal staand membraan.
Bij verticale inbouw komt het schakelpuntpS overeen
met de op de schaal op het handwiel aangegeven
waardeSK. Bij een andere inbouwpositie verandert
het schakelpuntp
S
en komt niet meer overeen met de
ingestelde, op de schaal aangegeven waardeSK. Het
schakelpuntpS moet gecontroleerd worden.
pS = SK
pS = SK +
0,18mbar (0,8
"WC)
pS = SK -
0,18mbar (0,8
"WC)