Kromschroder DGS Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Cert. Version 11.23 · Edition 11.23 · NL · 03251643
DE, EN, FR, NL, IT, ES, DA, SV, NO, PT, EL, TR, CS, PL, RU, HU – www.docuthek.com
Gas-druksensor DGS
1 Veiligheid .............................1
2 Gebruik controleren .....................2
3 Inbouwen .............................2
4 Elektrisch aansluiten .....................3
5 Gebruikerstoetsen en display ..............3
6 Led (kleur-/knippercode) .................4
7 Bedienen .............................5
8 Wachtwoord wijzigen ....................5
9 In bedrijf stellen ........................6
10 Lektest ..............................6
11 Functie controleren.....................6
12 Toebehoren ..........................6
13 Onderhoud ...........................7
14 Hulp bij storingen ......................7
15 Technische gegevens ..................10
16 Levensduur.......................... 11
17 Certificering .........................11
18 Parameters..........................12
19 Logistiek ............................14
20 Verwijdering van afvalstoffen ............14
1 VEILIGHEID
1.1 Lezen en bewaren
Deze handleiding voor montage en
werking zorgvuldig doorlezen. Na het monteren de
handleiding aan de exploitant doorgeven. Dit ap-
paraat moet volgens de geldende voorschriften en
normen worden geïnstalleerd en in bedrijf worden
gesteld. Deze handleiding vindt u ook op www.
docuthek.com.
1.2 Legenda
1, 2,3, a, b, c = bewerkingsfase
= aanwijzing
1.3 Aansprakelijkheid
Voor schade op grond van veronachtzaming van de
handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden
wij geen aansprakelijkheid.
1.4 Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze hand-
leiding als volgt aangeduid:
GEVAAR
Duidt op levensgevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING
Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op licha-
melijk letsel.
OPGELET
Duidt op mogelijke materiële schade.
Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een
gekwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd.
Elektrowerkzaamheden uitsluitend door een gekwa-
lificeerde elektromonteur.
1.5 Ombouwen, reserveonderdelen
Iedere technische verandering is verboden. Uitslui-
tend originele onderdelen gebruiken.
BEDIENINGSVOORSCHRIFT
DG smart · Edition 11.23
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
Om de overdruk of verschildruk voor gas, waterstof,
lucht, rookgas of andere niet-agressieve gassen te
bewaken.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven gren-
zen gewaarborgd– zie pagina 10 (15 Technische
gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk
gebruik.
2.1 Typeaanduiding
DGS Gas-druksensor
Meetbereik relatieve druksensor
(overdruk)
Zonder sensor
100 0–100mbar (0–40,1 "WC)
350 0–350mbar (0–140,7 "WC)
1000 0–1000mbar (0–401 "WC)
A Niet storingsbeveiligd (ePSD Cat-A)
C Storingsbeveiligd (ePSD Cat-C)
Meetbereik differentiële druksensor
Zonder sensor
5 0–5mbar (0–2 "WC)
50 0–50mbar (0–20 "WC)
100 0–100mbar (0–40,1 "WC)
R Rp-binnendraad
N NPT-binnendraad
8 El. aansluiting: 2 x M12-connectors
TX 10/100 mbit/s (Snel Ethernet)
-M Modbus TCP
2.2 Benamingen onderdelen
6
12
5
4
3
9
1 2
8
7
11
10
1 Bovendeel van het huis
2 Onderdeel van het huis
3 Display
4 Statusindicatie
5 Gebruikerstoetsen
6 Voedingsspanning/4–20mA-signaal
7 Ethernet
8 P1, gas-/luchtaansluiting Rp1/4 (1/4"NPT)
9 P2, gas-/luchtaansluiting Rp1/4 (1/4"NPT)
10 Beluchtingsopening
11 M1/M2, meetnippels
12 M4-schroefklem voor de aarding van het
apparaat
2.3 Typeplaatje
Gassoort, schakeldruk, max. inlaatdruk, omgevings-
temperatuur, netspanning en uitgangssignalen: zie
typeplaatje.
DGS ...
p = ...
pmax = ...
T = ...
Input = ...
Output = ...
Elster GmbH, Made in Germany
3 INBOUWEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
Continubedrijf met gassen met meer dan
0,1vol.-% H2S of ozonbelasting boven 200μg/
m3 versnelt de veroudering van het elastomeer-
materiaal en verkort de levensduur.
Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen. Bij temperaturen beneden het
vriespunt kan het apparaat door ijsvorming
gestoord raken of uitvallen.
Sterke impulsen aan het apparaat vermijden.
3.1 Inbouwpositie
Inbouwpositie verticaal of horizontaal, niet onderste-
boven. De aanbevolen inbouwpositie is verticaal.
Om afwijkingen te vermijden moet bij de inbedrijf-
stelling of bij onderhoud een nulpunt worden afge-
steld. Het nulpunt moet bij een normale bedrijfstem-
peratuur worden afgesteld om de best mogelijke
nauwkeurigheid te verkrijgen en thermische effecten
te reduceren.
3.2 Aansluitingen
P1
P3
P2
Relatieve druk (overdruk)
Aansluiten Afsluiten
P1 P2
P2 P1
DG smart · Edition 11.23
NL-3
Verschildruk
voor de hogere
absolute druk
voor de lagere
absolute druk
P1 P2
3.3 Druk aansluiten
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer sluiten.
3 Let erop dat de buisleiding schoon is.
4 De leiding spoelen.
De buisleiding zo aansluiten, dat een duidelijk
zicht op het display gegarandeerd is.
De weergave kan van de daadwerkelijke inbouw-
positie afwijken.
Relatieve druksensor
Relatieve druk (overdruk) op aansluiting1
Aansluiting 2 afsluiten.
a
2
b
1
Relatieve druk (overdruk) op aansluiting2
Aansluiting 1 afsluiten.
a
2
b
1
c
2
Verschildruksensor
Aansluiting 1 voor de hogere absolute druk,
2 voor de lagere druk.
a
2
1
4 ELEKTRISCH AANSLUITEN
1 De aanbevolen aanhaalkoppels in acht nemen,
zie pagina 10 (15.2.1 Aanbevolen aanhaal-
koppel).
Voedingsspanning en 4–20mA-signaal
2 Installatie spanningsvrij maken.
Voedingsspanning 24V= via connector M12
(stekker/stekker, 4-polig, A-gecodeerd) aanslui-
ten.
1 2
3
4–20 mA
GND
4
+24 V=
GND
3
Communicatie-interface (10/100 Mbit/s (Fast
Ethernet))
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de DG smart tijdens
bedrijf niet beschadigd raakt, moet er op het
volgende gelet worden:
Bij niet-gebruik van de Ethernet-verbinding
ervoor zorgen dat de afdichtplug de aansluiting
blijft beschermen. Anders is IP65 niet langer
gewaarborgd.
Bij niet-gebruik van de Ethernet-verbinding komen
de volgende stappen te vervallen.
Ethernet via connector M12 (bus/koppeling,
4-polig, D-gecodeerd) aansluiten.
2 1
4
TD+
RD-
3
RD+
TD-
4 5
Om stoorsignalen via de Ethernet-aansluiting te
voorkomen, wordt aanbevolen de functionele
aarde via een fijnaderige kabel (max. 4mm2) aan
te sluiten.
6 Schroefklem M4 alleen losdraaien.
7 8 9
5 GEBRUIKERSTOETSEN EN DIS-
PLAY
Op het display worden geregistreerde gege-
vens, parameters, instellingen en meldingen in
tekstvorm weergegeven. De OK-toets ca. 1,5s
ingedrukt houden om het display te ontgrende-
len en om het menu op te roepen. Door kort op
de OK-toets of een willekeurige andere toets
te drukken wordt de achtergrondverlichting
geactiveerd.
DG smart · Edition 11.23
NL-4
De menunavigatie en parameterinstelling wordt
uitgevoerd met behulp van de gebruikerstoetsen.
Sym-
bool Beschrijving
OK
Met de toets OK wordt een keuze of
opvraag bevestigd.
Navigatie OP/NEER
Om in het menu te navigeren of om een
waarde te verhogen/verlagen. Voor het
continu verhogen/verlagen van een
waarde de toets ingedrukt houden.
Ontgrendeling
De toets Ontgrendelen ingedrukt
houden, tot het display wordt gereset.
Terug
De toets Terug biedt de mogelijkheid
om vanuit de menuhiërarchie terug te
navigeren.
5.1 Achtergrondverlichting
Door gedurende <0,5s op een willekeurige toets te
drukken, schakelt de achtergrondverlichting in. 30s
na de laatste druk op de toets schakelt de achter-
grondverlichting weer uit.
6 LED (KLEUR-/KNIPPERCODE)
Twee van kleur wisselende leds geven de status van
de MAX-/MIN-functie of een melding weer.
Is de MAX-/MIN-functie gedeactiveerd, dan
blijven de leds in normaal bedrijf uitgeschakeld.
Kleur- en knippercode
De gegevens zijn gerelateerd aan waarden die
geparametriseerd zijn, zie Parameters.
Kleur Beteke-
nis Modus Beschrijving
Led MAX
rood Alarm perma-
nent
De druk is groter dan
of gelijk aan de
instelwaarde van de
NFS-parameter
“MAX alarm”.
geel Waar-
schuwing
perma-
nent
De druk is groter dan
of gelijk aan de
instelwaarde van de
NFS-parameter
“MAX warning” (MAX
waarschuwing).
groen OK perma-
nent
De druk is kleiner
dan de instelwaarde
van de NFS-parame-
ters “MAX alarm”,
“MAX warning” en
“MAX switching
value” (MAX
schakelwaarde).
Kleur Beteke-
nis Modus Beschrijving
rood Registra-
tie
knippe-
rend
(1Hz)
De druk is groter dan
de instelwaarde van
de NFS-parameter
“MAX switching
value”.
Led MIN
rood Alarm perma-
nent
De druk is kleiner
dan of gelijk aan de
instelwaarde van de
NFS-parameter “MIN
alarm”.
geel Waar-
schuwing
perma-
nent
De druk is kleiner
dan of gelijk aan de
instelwaarde van de
NFS-parameter “MIN
warning” (MIN
waarschuwing).
groen OK perma-
nent
De druk is groter dan
de instelwaarde van
de NFS-parameters
“MIN alarm”, “MIN
warning” en “MIN
switching value”
(MIN schakelwaar-
de).
rood Registra-
tie
knippe-
rend
(1Hz)
De druk is kleiner
dan de instelwaarde
van de NFS-parame-
ter “MIN switching
value”.
Led MAX en led MIN
geel
Wordt
geïnitiali-
seerd
perma-
nent
Het apparaat bevindt
zich in de initialisatie-
modus.
geel
Instelling
van het
nulpunt
knippe-
rend
(5Hz)
Gereed voor het
afstellen van het
nulpunt (er mag
geen sprake van een
storing zijn)
rood Alarm perma-
nent
Interne technische
fout
rood
Overdruk/
Onder-
druk
vastge-
steld
knippe-
rend
(1Hz)
Er is overdruk/
onderdruk vastge-
steld en de druk ligt
nu weer binnen de
grenswaarden
(ontgrendeling en
controle van het
apparaat vereist).
rood
Overdruk/
Onder-
druk
aanwezig
knippe-
rend
(5Hz)
Overdruk/Onderdruk
aanwezig. De druk
moet worden
uitgeschakeld.
geel
Perma-
nente
afstands-
ontgren-
deling
knippe-
rend
(1Hz)
Permanente
afstandsontgrende-
ling (waarschuwing:
alleen als de
afstandsontgrende-
ling geparametri-
seerd is)
DG smart · Edition 11.23
NL-5
Kleur Beteke-
nis Modus Beschrijving
rood
Te vaak
op
afstand
ontgren-
deld
knippe-
rend
(1Hz)
Te vaak op afstand
ontgrendeld
(storingsvergrende-
ling: alleen als de
afstandsontgrende-
ling geparametri-
seerd is)
7 BEDIENEN
7.1 Statusweergave/vergrendeld display
Het apparaat bevindt zich in de bedrijfsmodus.
Het display moet niet worden ingeschakeld.
De actuele drukwaarde en onder bepaalde
omstandigheden ook een melding worden direct
weergegeven.
50.0 mbar
In het onderste gedeelte worden de appa-
raatnaam en ingestelde grenswaarden (MIN-/
MAX-functie) weergegeven.
Display ontgrendelen
Om het display te ontgrendelen de OK-toets
(ca.1,5s) ingedrukt houden.
Op het display verschijnt het hoofdmenu.
De menunavigatie en parameterinstelling wordt
uitgevoerd met behulp van de gebruikerstoetsen.
De DGsmart start bij de eerste keer inschakelen
automatisch de werking met de tevoren gepara-
metriseerde instellingen of fabrieksinstellingen.
Met een wachtwoord beveiligde instellingen kun-
nen worden gewijzigd als je bent ingelogd op de
DGsmart of via de webserver. Login om de met
een wachtwoord beveiligde parameters te wijzi-
gen, zie pagina 5 (8 Wachtwoord wijzigen).
Instelling via de webserver, zie TI DGsmart, hoofd-
stuk Web server.
7.1.1 Weergave busprotocol
Bij een actieve/niet actieve Ethernet-verbinding
wordt op het display het volgende weergegeven:
Eth:... = niet verbonden
Eth:con = verbonden
50.0 mbar
Details omtrent de Modbus TCP, zie TI DGS, hoofd-
stuk Modbus holding registers.
7.2 Main menu (Hoofdmenu)
Via de volgende menuhiërarchie kunnen verschillen-
de parameters worden bereikt.
Op de OP-/NEER-toetsen drukken om in het
menu te navigeren. Kort op de OK-toets drukken
om een keuze te bevestigen.
Om naar de statusweergave terug te gaan kort
op de Terug-toets drukken.
8 WACHTWOORD WIJZIGEN
1 In het hoofdmenu “Settings” (Instellingen) kiezen.
2 Het parameter “Password” (wachtwoord)
selecteren.
– – – –
Een viercijferig wachtwoord beperkt de toegang tot
het apparaat. Het wachtwoord kan worden veran-
derd. De fabrieksinstelling is 0000.
OPGELET
Ondeskundig gebruik!
Om schade te voorkomen, moet op het volgende
gelet worden:
Het wachtwoord direct na de inbedrijfstelling
wijzigen!
Wachtwoord invoeren
3 Op de betreffende pijltjestoets drukken om het
cijfer van het bestaande wachtwoord te wijzigen.
4 Op de OK-toets drukken om het getal te
bevestigen en om het volgende invoerveld te
bewerken.
5 Zijn alle 4 cijfers ingesteld dan kan het nieuwe
wachtwoord met de OK-toets overgenomen
worden.
Met behulp van de pijltjestoetsen kan ook
“Cancel” (Annuleren) gekozen worden en kan de
invoer worden afgesloten.
DG smart · Edition 11.23
NL-6
9 IN BEDRIJF STELLEN
Bij de inbedrijfstelling moet bij bedrijfstemperatuur
een nulpunt worden afgesteld.
1 Gasleiding ontluchten.
2 Drukwaarde aflezen en onder Parameters –>
Safety Parameters (Veiligheidsparameters) een
negatieve waarde invoeren. Bijv.: afgelezen =
0,5mbar, -0,5 invoeren. Het wachtwoord
invoeren wanneer daarom gevraagd wordt en
met OK bevestigen.
3 Met de Terug-toets naar het hoofdmenu gaan.
De parameters worden opgeslagen en het appa-
raat wordt opnieuw gestart.
De momentele omgevingsdruk wordt als nulpunt
vastgelegd.
Het apparaat is nu gereed voor gebruik.
10 LEKTEST
Alle gebruikte gasaansluitingen op lekkage contro-
leren.
1 De gasleiding direct na de klep afsluiten.
2 Klep en gastoevoer openen.
Testdruk N2: <1,5x weerstandsdruk voor max.
15min.
3 N
2
4
11 FUNCTIE CONTROLEREN
Aanbevolen wordt, de goede werking 1x per jaar te
controleren.
1 Transmitter- en/of de MIN/MAX-functie met de
geparametriseerde schakeldrukken controleren.
2 Het nulpunt bij bedrijfstemperatuur afstellen, zie
pagina 6 (9 In bedrijf stellen).
3 Referentiedrukmeting uitvoeren, zie pagina 7
(13 Onderhoud), relatieve drukmeting en verschil-
drukmeting.
12 TOEBEHOREN
12.1 Testtoets PIA
Om het nulpunt af te stellen of om de MIN-functie te
testen kan de DG smart via de testtoets van de PIA
(niet non-ferrometaalvrij) worden ontlucht.
R
¼
Rp
¼
Bestelnr.: 74329466
Click
TEST
12.2 Slangenset
Alleen voor bedrijf met lucht.
Slangenset met 2m pvc-slang, 2kanaalaansluitflen-
zen met schroeven, aansluitnippels R1/4 en R1/8.
Βestelnr.: 74912952.
12.3 Verbindingsset voor DGS en DG
Een DGS als relatieve druksensor (overdruk) kan
aangesloten worden op een drukschakelaar (DG..U,
DG..B, DG..H, DG..N) met mechanische scha-
kelfunctie.
Bestelnr.: 74912250
1
2
1
2
2 x
2
3
1 x
1
4
DG smart · Edition 11.23
NL-7
12.4 Montageset met schroeven, U-vorm
M4 x 12
50 (1.97")
75 (2.95")
30 (1.18")
20
(0.79")
25 (0.98")
45 (1.77")
20
(0.79")
24 (0.94")
43 -0,3 (1.69")
64 (2.52")
40 (1.57")
16
(0.63")
39 (1.53")
4,20 +0,1
(0.17")
5,2
(0.2") 10
(0.4")
Βestelnr.: 74915387
13 ONDERHOUD
Om een storingvrije werking te garanderen, jaarlijks
de dichtheid en het functioneren van de druksensor
controleren.
Na het verrichten van de onderhoudswerkzaam-
heden op lekkage controleren.
Om de best mogelijke nauwkeurigheid te verkrijgen,
moet na het onderhoud bij bedrijfstemperatuur een
nulpunt worden afgesteld.
13.1 Meetnippel
P1
P3
M1
M2
P2
Meting relatieve druk (overdruk)
De relatieve druk wordt gemeten bij een meet-
nippel, meetnippel M1 of M2.
De ongebruikte meetnippel blijft gesloten.
Drukverschilmeting
De verschildruk wordt gemeten op beide meetaan-
sluitingen, M1 en M2.
13.2 Service
Onder de parameter Service worden de procesge-
gevens weergegeven en kan er een firmware-upgra-
de worden uitgevoerd.
De parameter Service is alleen via de webserver
bereikbaar, zie TIDGsmart, hoofdstuk Web server.
14 HULP BIJ STORINGEN
De achtergrondverlichting schakelt in geval van
storing automatisch in.
Een waarschuwing of storing wordt in tekstvorm in
het onderste gedeelte van het display weergegeven.
1 Kort op de OK-toets drukken (<1,5s) om de
storingscode weer te laten geven.
2 Om naar de statusweergave terug te gaan kort
op de Terug-toets drukken.
Storingen alleen door middel van de hier be-
schreven maatregelen opheffen.
OPGELET
Om schade te voorkomen, moet op het volgende
gelet worden:
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
Helpen de maatregelen niet om de storing te
verhelpen: het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? Storingen
! Oorzaak
Remedie
DG smart · Edition 11.23
NL-8
14.1 Error code (Foutcode)
Code Mo-
dules Beschrijving
96 0 Too many remote resets
52 10 Permanent remote reset
34 10 Supply voltage
32 10 Undervoltage
33 10 Overvoltage
81 10 Warning undertemperature
80 10 Warning undertemperature
83 10 Undertemperature
82 10 Overtemperature
40 12 MIN pressure
41 12 MAX pressure
91 12 Underpressure
92 12 Overpressure
2 3 4–20mA interrupted
3 3 4–20mA impedance error
3/4 9 Faulty parameters
6 9 Inconsistent NFS para.
2 8 Inconsistent FS para.
99 Internal error
Storingen alleen door middel van de hier be-
schreven maatregelen opheffen.
OPGELET
Om schade te voorkomen, moet op het volgende
gelet worden:
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
Helpen de maatregelen niet om de storing te
verhelpen: het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? Storingen
! Oorzaak
Remedie
14.2 Too many remote resets
? Te vaak op afstand ontgrendeld?
! Binnen 15minuten werd er meer dan 5x auto-
matisch of handmatig op afstand ontgrendeld.
Vervolgfout van een voorgaande fout waarvan
de eigenlijke oorzaak niet weggenomen is.
Op voorgaande foutmeldingen letten.
De oorzaak verhelpen.
De oorzaak wordt niet verholpen door telkens na
een storingsuitschakeling opnieuw te ontgren-
delen.
Ontgrendeling op afstand op normconformiteit
(EN746 staat alleen een ontgrendeling onder
toezicht toe) controleren en eventueel corrigeren.
De ontgrendelingstoets ingedrukt houden, zie
pagina 9 (14.19 Ontgrendelen).
14.3 Permanent remote reset
? Permanente afstandsontgrendeling?
! Waarschuwing: het apparaat wordt permanent
via de buscommunicatie op afstand ontgrendeld.
De aansturing voor de ontgrendeling op
afstand controleren en resetten.
14.4 Mains voltage
? Netspanning?
! De functie voor het inlezen van de netspanning is
defect.
Het apparaat eenmaal ontgrendelen.
Helpt de beschreven maatregel niet, het
apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
14.5 Under-/Overvoltage
? Voedingsspanning te laag/te hoog?
! De voedingsspanning is te laag (<24V= - 20%)
of te hoog (>24V= + 20%).
Het apparaat binnen het toegestane netspan-
ningsbereik gebruiken, zie pagina 10 (15
Technische gegevens).
14.6 Warn. Undertemp.
? Waarschuwing Omgevingstemperatuur te
laag?
! De omgevingstemperatuur is zeer laag (tussen
0–5°C).
Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.7 Warn. Overtemp.
? Waarschuwing Omgevingstemperatuur te
hoog?
! De omgevingstemperatuur is zeer hoog (tussen
55–60°C).
Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.8 Undertemperature
? Omgevingstemperatuur te laag?
! De omgevingstemperatuur ligt voor het apparaat
onder de toelaatbare grens (<0°C).
Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.9 Overtemperature
? Omgevingstemperatuur te hoog?
! De omgevingstemperatuur ligt voor het apparaat
boven de toelaatbare grens (>60°C).
Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
DG smart · Edition 11.23
NL-9
14.10 MIN pressure
? MIN.-schakeldruk?
! De ingestelde MIN.-schakeldruk is onderschre-
den.
Voor voldoende inlaatdruk zorgen.
Bij een geparametriseerde MIN reset-functie
(“manual” of “remote”) het apparaat ontgren-
delen.
14.11 MAX pressure
? MAX.-schakeldruk?
! De ingestelde MAX.-schakeldruk is overschre-
den.
Voor een toelaatbare inlaatdruk zorgen.
Bij een geparametriseerde MAX reset-functie
(“manual” of “remote”) het apparaat ontgren-
delen.
14.12 Underpressure
? Onderdruk?
! Er is onderdruk vastgesteld. De druk ligt onder
het toegestane meetbereik.
Het apparaat is buiten de technische grenzen
gebruikt en is mogelijk beschadigd.
Om er zeker van te zijn dat het apparaat goed
werkt de werking ervan controleren.
Voor een toelaatbare inlaatdruk zorgen. Vervol-
gens het apparaat ontgrendelen.
14.13 Overpressure
? Overdruk?
! Er is overdruk vastgesteld. De druk ligt boven het
toegestane meetbereik.
Het apparaat is buiten de technische grenzen
gebruikt en is mogelijk beschadigd.
Om er zeker van te zijn dat het apparaat goed
werkt de werking ervan controleren.
Voor een toelaatbare inlaatdruk zorgen. Vervol-
gens het apparaat ontgrendelen.
? 4–20mA interrupted?
! 4–20mA-signaal ontbreekt/onderbroken.
Aansluiting voor 4–20mA-signaal controleren/
aanbrengen, zie pagina 3 (4 Elektrisch
aansluiten).
14.14 4–20mA impedance error
? Impedantiefout 4–20mA-signaal?
! Te grote impedantie (interne netweerstand) in het
meetsysteem.
Meetimpedantie controleren, zie belasting
uitgangssignaal 4–20mA, pagina 10 (15.3
Elektrische gegevens).
14.15 Faulty parameters
? Foutieve parameters?
Parameterinstelling controleren en eventueel
veranderen.
14.16 Inconsistent FS para.
? Inconsistente veiligheidsparameter?
! Er is een inconsistente veiligheidsparameter
aanwezig.
Parameterrecord controleren en eventueel
veranderen.
14.17 Inconsistent NFS para.
? Inconsistente niet-veiligheidsparameter?
! Er is een inconsistente niet-veiligheidsparameter
aanwezig.
Parameterrecord controleren en eventueel
veranderen.
14.18 Internal error
? Interne technische fout?
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Het apparaat eenmaal ontgrendelen.
Helpt de beschreven maatregel niet, het
apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
14.19 Ontgrendelen
De netspanning is ingeschakeld.
De ontgrendelingstoets ingedrukt houden, tot het
display wordt gereset.
Fout resetten:
De ontgrendelingstoets minimaal 0,5 seconden lang
ingedrukt houden.
14.20 Fabrieksinstellingen weer herstellen
OPGELET
Gegevensverlies!
Alle parameterinstellingen van klanten en de firm-
ware worden op de fabrieksinstellingen teruggezet.
1 Met het inschakelen van de netspanning
(POWERON) beide pijltjestoetsen gelijktijdig
ingedrukt houden, tot op het display “Upgrading
MCA...” verschijnt.
2 De pijltjestoetsen loslaten.
Het terugzetten kan tot 5minuten duren.
DG smart · Edition 11.23
NL-10
15 TECHNISCHE GEGEVENS
15.1 Omgevingsomstandigheden
IJsvorming, condensatie en condensatiewater in en
aan het apparaat is niet toegestaan.
Toelaatbare omgevingstemperatuur tijdens bedrijf: 0
tot 60°C (32 tot 140°F).
Continubedrijf bij hoge omgevingstemperaturen
versnelt de veroudering van het elastomeermateriaal
en vermindert de levensduur (neem contact op met
de fabrikant).
Opslag- en transporttemperatuur: -20 tot +40°C (4
tot 104°F).
Temperatuur van het medium: 0 tot 60°C (32 tot
140°F).
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlak-
ken op het apparaat voorkomen. Max. medium- en
omgevingstemperatuur in acht nemen!
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO2, vermijden.
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimtes/gebou-
wen opgeslagen/ingebouwd worden.
Het apparaat is geschikt voor een maximale plaat-
singshoogte van 2000m boven zeeniveau.
Beschermingswijze: IP65.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
15.2 Mechanische gegevens
Gassoorten relatieve druksensor: aardgas, stadsgas,
lpg (gasvormig), rookgas, biogas (max. 0,1vol.-
%H2S), waterstof en lucht.
Gassoorten differentiële druksensor: lucht.
Het gas moet onder alle temperatuurcondities
schoon en droog zijn en mag niet condenseren.
Max. inlaatdruk pmax. = weerstandsdruk,
meetbereik en max. afwijkingen, zie pagina 11
(15.4 Meetbereik).
Maximale lekhoeveelheid QL = max.20cm3/h.
Bovendeel van het huis: kunststof PBT met staalve-
zel versterkt en uitgassingsarm.
Onderdeel van het huis: AlSi 12.
Aansluitdraad Rp1/4 (1/4"NPT).
Gewicht: 450 g.
15.2.1 Aanbevolen aanhaalkoppel
Bouwcomponent
Aanhaal-
koppel
[Ncm]
Rp 1/4-aansluiting (1/4"NPT)
onderdeel van aluminium 1000
Meetnippelschroef T15 150
Aardingsschroef T20 100
Beschermkap M12 x 1 60
15.3 Elektrische gegevens
100% inschakelduur (continubedrijf).
Beschermingsklasse: 3.
DGS..A (ePSD Cat-A): niet storingsbeveiligde regel-
en besturingsfuncties.
DGS..C (ePSD Cat-C): storingsbeveiligde regel- en
besturingsfuncties.
Netspanning: 24V=, ±20%, SELV/PELV, vermogen:
≥5W.
Eigen verbruik: <2,5W.
Overspanningscategorie III.
Communicatie-interface: 10/100 Mbit/s (Fast
Ethernet).
Busprotocol: Modbus TCP.
Elektrische aansluiting
Voedingsspanning en 4–20mA-signaal: connector
M12 (stekker/stekker, 4-polig, A-gecodeerd).
Belasting uitgangssignaal 4–20mA: ≤500Ω.
Ethernet: connector M12 (bus/koppeling, 4-polig,
D-gecodeerd).
Functionele aarde: aardingsklem voor de aansluiting
van fijnaderige kabels tot 4mm2.
Interne zekering: niet vervangbare zekering (traag,
250mA).
15.3.1 Codering uitgangssignaal
De 4–20mA-uitgang geeft de actuele druk als ana-
loge waarde aan. Het druk-meetbereik is geschaald
naar 4–20mA.
De NAMUR-aanbeveling NE43 (standaardisatie
van het signaalniveau voor de uitvalinformatie van
digitale meetwaardeomvormers met een analoog
uitgangssignaal) wordt gebruikt als referentie voor
gestandaardiseerde foutinformatie (naast de meet-
informatie).
Actueel
bereik
[mA]
Beschrijving
22,0 Overdruk vastgesteld
21,0 MAX.-schakeldruk vastgesteld
21,0 Bovenste foutbereik
20,5 Bovenste tech-bereik
20,0 Bovenste nominale bereik
4,0 Onderste nominale bereik
3,8 Onderste tech-bereik
3,6 Onderste foutbereik
3,0 MIN.-schakeldruk vastgesteld
2,0 Over-/onderspanning of over-/
ondertemperatuur vastgesteld
1,0 Onderdruk vastgesteld
0 Uitgang Uit (interne/technische fout)
DG smart · Edition 11.23
NL-11
15.4 Meetbereik
Relatieve druk (overdruk)
Meet-
bereik
[mbar]
Weer-
stands-
druk
[mbar]
MAX/MIN
schakel-
puntbereik
[mbar]
Sensortype
0–100 600 11–100
RVS,
media
geïsoleerd
0–350 600 24–350
RVS,
media
geïsoleerd
Meet-
bereik
[mbar]
Nauwkeurigheid
bij 25°C [%
FSO]*
Totale nauwkeurig-
heid bij 0–60°C
conform EN1854
[%FSO]
0–100 ≤ ±0,5 ≤ ±1,6
0–350 ≤ ±0,5 ≤ ±1,0
* Inclusief herhaalbaarheid, hysterese, lineariteit volgens
de limietpuntmethode.
15.4.1 Totale nauwkeurigheid volgens
EN1854:2022
De totale nauwkeurigheid E van een gegeven inlaat-
druk wordt aan de hand van verschillende invloeds-
factoren berekend.
ER2 + EH2 + ED2 + ETemp2 + EL2 + ET2 + EO2 + ES2
E = (
)
± E
Res
Invloedsfactoren [% FSO]
0–100
mbar
0-350
mbar
ERHerhaalbaarheid 0,00 0,03
EHHysterese 0,10 0,06
EDVerloop 0,20 0,06
ETemp
Temperatuurgevoelig-
heid 1,40 0,74
ELLineariteit 0,16 0,41
ETOverdrachtsverhouding
(4–20mA) 0,18 0,18
EOOffset 0,20 0,29
ESWijzigingen van de
voedingsspanning 0,00 0,06
ERes Resolutie (4–20mA) 0,03 0,03
ERes Resolutie (digitalisering) 0,10 0,03
16 LEVENSDUUR
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd
op een gebruik van het product conform deze
bedieningshandleiding. Het is noodzakelijk de veilig-
heidsrelevante producten na het bereiken van hun
levensduur te vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van produc-
tie) conform EN1854 voor DG smart: 10jaar.
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
17 CERTIFICERING
17.1 Downloaden certificaten
Certificaten, zie www.docuthek.com
17.2 Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als fabrikant dat het product DG
smart aan het gestelde in de vermelde richtlijnen en
normen voldoet.
Richtlijnen:
2014/30/EU – EMC
2011/65/EU – RoHS II
2015/863/EU – RoHS III
Normen:
EN1854:2022
EN60730-1:2016 + A1:2019
EN60730-2-6:2016 + A1:2020
Het betreffende product komt overeen met het
gecontroleerde type.
Elster GmbH
17.3 REACH-verordening
Het apparaat bevat zeer zorgwekkende stoffen die
in de kandidatenlijst van de Europese REACH-ver-
ordening nr.1907/2006 zijn opgenomen. Zie Reach
list HTS opwww.docuthek.com.
17.4 China RoHS
Richtlijn betreffende de beperking van het gebruik
van gevaarlijke stoffen (RoHS) in China. Scan van de
blootstellingentabel (Disclosure Table China RoHS2),
zie certificaten op www.docuthek.com.
DG smart · Edition 11.23
NL-12
18 PARAMETERS
18.1 Algemeen
Het menupunt Parameters is verdeeld in veiligheids-
parameters (met een wachtwoord beveiligd) en
niet-veiligheidsparameters.
Het bereik van de parameters kan op de DGsmart
of de geïntegreerde webserver worden gewijzigd.
Details omtrent de webserver, zie TIDGsmart, Web
server.
Details omtrent het bereik van de parameterwaar-
den, zie TIDGsmart, Parameters.
18.2 Safety parameters (Veiligheidsparameters)
Alle veiligheidsparameters worden beschermd
met een wachtwoord. Om te veranderen moet de
gebruiker zijn ingelogd.
Naam Vertaling Bereik van de
waarden Fabrieksinstelling
Sensor function Sensor-functie
Transmitter
MIN
MAX
MIN- en MAX-func-
tie
Transmitter
MAX switching value MAX schakelwaar-
de Instelwaarde 0mbar
MIN switching value MIN schakelwaarde Instelwaarde 0mbar
MAX reset MAX ontgrendeling
Automatic
Manual
Remote
Automatic
MIN reset MIN ontgrendeling
Automatic
Manual
Remote
Automatic
MAX delay time MAX vertragingstijd Instelwaarde 0s
MIN delay time MIN vertragingstijd Instelwaarde 0s
Overpressure value Overdruk Instelwaarde 100% van het
meetbereik
Zero adjustment Afstellen van het
nulpunt Instelwaarde 0mbar
18.3 Non-safety parameters (Niet-veiligheids-
parameters)
Naam Vertaling Bereik van de
waarden Fabrieksinstelling
MAX warning MAX waarschuwing Instelwaarde 0mbar
MAX alarm MAX alarm Instelwaarde 0mbar
MIN warning MIN waarschuwing Instelwaarde 0mbar
MIN alarm MIN alarm Instelwaarde 0mbar
Communication Communicatie
IP address*
Netmask* Gateway
address*
MAC address*
192.168.0.200
* Login vereist.
DG smart · Edition 11.23
NL-13
18.4 Settings (Instellingen)
Display
Naam Vertaling Bereik van de
waarden Fabrieksinstelling
Measuring unit Meeteenheid mbar, kPa, PSI,
"WC mbar
Decimal separator Decimaal schei-
dingsteken Punt of komma Punt
Brightness Helderheid
Instelwaarde:
helderheid van het
display
100%
Temperature unit Temperatuureen-
heid C, F, K C
Language Taal English Engels
Password
Weergave Vertaling Bereik van de
waarden Fabrieksinstelling
Password Wachtwoord xxxx 0000
18.5 Statistics (Statistieken)
Naam Vertaling Bereik van de waarden
Event history
Device statistics
Customer statistics
Geschiedenis van de gebeurtenis
Apparaatstatistiek
Klantenstatistiek
Informatie over de geschiedenis van
de gebeurtenis, de apparaat- en
klantenstatistiek worden in tekstvorm
weergegeven.
Clear event history* Geschiedenis van de gebeurtenis
wissen
Resetten van de geschiedenis van de
gebeurtenis
Clear customer statistics* Klantenstatistiek wissen Resetten van de klantenstatistiek
* Login vereist.
18.6 Information (Informatie)
Naam Vertaling Bereik van de waarden
Device name
Network
Firmware
Apparaatnaam
Netwerk
Firmware
Apparaatnaam, netwerkconfiguratie
en firmware worden in tekstvorm
weergegeven.
18.7 Service
Naam Bereik van de waarden
Firmware upgrade Firmware-upgrade
DG smart · Edition 11.23
NL-14
19 LOGISTIEK
Transport
Het apparaat beschermen tegen belasting van
buitenaf (schok, klap, trillingen).
Transporttemperatuur: zie pagina 10 (15 Techni-
sche gegevens).
De voor het transport beschreven omgevingsom-
standigheden zijn van toepassing.
Transportschade aan het apparaat of de verpakking
direct melden.
Leveringsomvang controleren.
Opslag
Opslagtemperatuur: zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
De voor de opslag beschreven omgevingsomstan-
digheden zijn van toepassing.
Opslagduur: 6 maanden voordat het apparaat voor
het eerst gebruikt wordt, in de originele verpakking.
Mocht de opslagtijd langer zijn, dan wordt de totale
levensduur met deze extra periode verkort.
20 VERWIJDERING VAN AFVAL-
STOFFEN
Apparaten met elektronische componenten:
AEEA-richtlijn 2012/19/EU – richtlijn betreffen-
de afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur
Het product en de verpakking ervan na afloop
van de levensduur van het product (aantal schakel-
cycli) bij een recyclingcentrum inleveren. Het appa-
raat niet bij het gewone huisvuil doen. Het product
niet verbranden.
Indien gewenst worden oude apparaten door de
fabrikant in het kader van de afvalrechtelijke bepalin-
gen, bij levering franco huis, teruggenomen.
© 2023 Elster GmbH
Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten voorbehouden.
Het productspectrum van Honeywell Thermal Solutions omvat
Honeywell Combustion Safety, Eclipse, Exothermics, Hauck,
Kromschröder en Maxon. Kijk voor meer informatie over onze
producten op de site ThermalSolutions.honeywell.com of neem
contact op met uw Honeywell verkoopingenieur.
Elster GmbH
Strotheweg 1, D-49504 Lotte
T +49 541 1214-0
www.kromschroeder.com
Leiding van de wereldwijde centrale servicedienst:
T +49 541 1214-365 of -555
Vertaling uit het Duits
VOOR MEER INFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Kromschroder DGS Handleiding

Type
Handleiding