DL1–50E · Edition 01.21
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
DL1–50E
Om overdruk, onderdruk of verschildruk voor lucht,
rookgas of andere niet-agressieve gassen te bewaken.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd– zie pagina 5 (8 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding DL1–50E
DL Luchtdrukschakelaar
1 Instelbereik 0,2–1mbar
3 Instelbereik 0,2–3mbar
5 Instelbereik 0,4–5mbar
10 Instelbereik 1,0–10mbar
50 Instelbereik 2,5–50mbar
E Met slangaansluiting, stelschroef
G Met goudcontacten
-1 El. aansluiting met platte AMPstekkers
P Met testaansluiting
W Z-houder
2.2 Typeaanduiding DL1–50ET
DL Luchtdrukschakelaar
1 Instelbereik 0,08–0,4 "WC (0,2–1mbar)
3 Instelbereik 0,12–1,2 "WC (0,3–3mbar)
5 Instelbereik 0,2–2 "WC (0,5–5mbar)
10 Instelbereik 0,4–4 "WC (1–10mbar)
50 Instelbereik 1–20 "WC (2,5–50mbar)
E Met slangaansluiting, stelschroef
T T product
-1 El. aansluiting met platte AMPstekkers
(UR-goedgekeurd)
2.3 Benamingen onderdelen
2
3
4
5
3
4
1 DL1–3E
2 DL5–50E
3 Overdrukaansluiting
4 Onderdrukaansluiting
5 Testaansluiting bij DL5–50E..P
2.4 Typeplaatje
Made in Germany
DL
pmax.
T
U
IP
I
Max. inlaatdruk pmax. = weerstandsdruk, netspanning,
inbouwpositie, schakelpuntpS, omgevingstemperatuur,
beschermingswijze: zie typeplaatje.
3 INBOUWEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Max. medium- en omgevingstemperatuur in
acht nemen, zie pagina 5 (8 Technische
gegevens).
– Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen.
– Aansluitingen voor het binnendringen van
verontreiniging of vocht uit het te meten medium
of uit de omgevingslucht beschermen. Zo nodig
een filter inbouwen.
– Bij een oneffen ondergrond de drukschakelaar
met slechts twee schroeven aan dezelfde kant
op de montageplaat of het luchtkanaal
bevestigen, om spanningen op de drukschake-
laar te voorkomen.
– Siliconenhoudende dampen kunnen de
contactwerking storen. Bij gebruikmaking van
siliconenslangen erop letten dat deze slangen
voldoende getemperd zijn.
– Bij een hoge luchtvochtigheid raden wij een
drukschakelaar met gouden contact aan op
grond van de hogere corrosiebestendigheid.
Een ruststroombewaking is onder moeilijke
gebruikscondities raadzaam.
➔
Inbouwposititie– zie typeplaatje. Bij een andere
inbouwpositie verandert het schakelpuntpS.
ps = SK SK + 18 Pa
[+ 0,071 "WC]
SK - 18 Pa
[- 0,071 "WC]
DL 5E, DL 10E, DL 50E
DL 1E, DL 3E
➔
Afstelling van het schakelpuntpS volgens type-
plaatje. Bijv. DL5ET: pS = 100Pa, inbouwpositie
ondersteboven,100Pa- 18Pa= 82Pa.
1 Inbouw van de DL door vastschroeven.