NL-3
Inbouwen
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de DG..C bij het monteren
en in werking niet beschadigd raakt, moet er op
het volgende gelet worden:
– Continubedrijf met gassen met meer dan
0,1vol.-% H
2
S versnelt de veroudering van het
elastomeermateriaal en verkort de levensduur.
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de bijbe-
horende modules voor gebruik vervangen.
– Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
– Op de max. omgevingstemperatuur letten, zie
pagina 5 (Technische gegevens).
– Max. inlaatdruk pmax 600mbar (8,5psig).
– Max. testdruk om de gehele installatie te testen:
gedurende korte tijd <15min. 2bar (29psig).
– Het apparaat tegen het binnendringen van ver-
ontreiniging en vocht (ijsvorming bij temperaturen
beneden het vriespunt) uit het te meten medium
beschermen. Bijv. een filter inbouwen en stijg-
leiding aanbrengen.
– Sterke impulsen aan het apparaat vermijden.
– Bij sterk schommelende druk ervoor een voor-
restrictie inbouwen, zie pagina 5 (Toebeho-
ren).
DG..C
▷
Inbouwpositie verticaal of horizontaal. Bij een
horizontale inbouwpositie verandert het tevoren
ingestelde schakelpunt met 0,2mbar (0,08"WC).
-0.2 mbar
(-0.08 "WC)
+0.2 mbar
(+0.08 "WC)
±0 mbar
(±0 "WC)
=
=
=
▷Indien de DG..C met de stekker naar beneden
gericht wordt ingebouwd, reduceert de bescher-
mingswijze zich tot IP40.
▷De DG..C mag geen muur aanraken. Minimale
afstand 20mm (0,79inch).
▷Op voldoende vrije ruimte voor de montage let-
ten.
▷Bij de DG..VC voor vrij zicht op het handwiel zor-
gen.
1 Installatie spanningsvrij maken.
Gastoevoer afsluiten.
De leiding spoelen.
DG..C..1, DG..C..9 aan een gasmagneetklep
valVario monteren
▷
Voor het meetpunt voor de inlaatdruk p
u
, tus-
senruimtedruk p
z
of uitlaatdruk p
d
de aanbouw-
positie voor de drukschakelaar uit de bedrijfs-
handleiding van de gasmagneetklep selecteren.
▷
Alleen bijgevoegde, zelftappende schroeven
gebruiken.
Bedraden
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de DG..C tijdens bedrijf
niet beschadigd raakt, moet er op het volgende
gelet worden:
–
Als de DG..C..G (DG..VCT..G) ooit een spanning van
>24V (>30V) en een stroom van >0,1A bij cosφ =
1 of >0,05A bij cosφ = 0,6 geschakeld heeft, is de
gouden laag op de contacten weggebrand. Daarna
kan het apparaat alleen nog maar voor dat vermogen
of voor hogere vermogens worden gebruikt.
– Let op het schakelvermogen, zie pagina 5
(Technische gegevens).
▷
De DG..C kan met behulp van een vlakke steek-
huls (4,8×0,8mm) of een contrastekker elek-
trisch worden aangesloten.
▷
De DG..CT wordt via een contrastekker met
½"NPT-draad en reeds aangebrachte aansluit-
draden elektrisch aangesloten.
DG..C DG..C DG..CT
▷
De DG..C is als maakcontact of omschakelcon-
tact leverbaar.
▷
Let op de contactpositie bij dalende/stijgende
drukbewaking:
Het omschakelcontact schakelt bij dalende druk-
bewaking van NO2 naar NC1, bij stijgende druk-
bewaking van NC1 naar NO2. Het maakcontact
opent bij dalende drukbewaking, bij stijgende
drukbewaking sluit het contact.