Documenttranscriptie

8. Indoor kit There are two different indoor kits, one for 400V 3N~, 50Hz and one for 230V 1N~, 50Hz Table 2: Indoor kit Part no. Quantity Name 086U8671 1 Indoor kit 400V 3N~, 50Hz 086U8860 1 Indoor kit 230V 1N~, 50Hz Table 3: Pos. Indoor kit contents 400V 3N~, 50Hz Part no. Quantity Name Illustration 1 086U7999 1 Exchange valve 2 086U8504 1 Electric heating element with junction box 3 086U8888 1 Circulation pump Table 4: Pos. Installation contents 230V 1N~, 50Hz Part no. Quantity Name Illustration 1 086U7999 1 Exchange valve 2 086U8668 1 Electric heating element with junction box 3 086U8888 1 Circulation pump 4 086U8850 1 Control unit for electric heating element 086U9005 29  NL - Installatiehandleiding Over de handleiding 1. Inleiding Deze handleiding beschrijft de installatie van de binnenkit. Verwijzingen naar hoofdstukken en secties worden cursief weergegeven, bijv. 1 Over de handleiding. Verwijzingen naar menuopties in het regelsysteem van de warmtepomp worden met hoofdletters geschreven, bijv. INFORMATIE -> BEDRIJF -> AUTO. Alle afbeeldingen en tabellen in de handleiding zijn genummerd, zodat installateurs en servicemonteurs ze makkelijk kunnen vinden. 2. Symbolen De handleiding bevat verschillende waarschuwingssymbolen die samen met de tekst de gebruiker laten weten dat de uit te voeren handelingen gevaren met zich meebrengen. De symbolen worden links naast de tekst weergegeven en er worden vier verschillende symbolen gebruikt: BB  Gevaarlijke elektrische spanning! Wijst op een direct gevaar dat leidt tot dodelijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. AA  Gevaar! Gevaar voor persoonlijk letsel! Wijst op een mogelijk gevaar dat kan leiden tot dodelijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. DD  EE  Gevaar voor schade aan de installatie. Wijst op een mogelijk gevaar dat kan leiden tot productschade indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Informatie met betrekking tot het vereenvoudigen van het werken met de installatie of een mogelijk operationeel technisch nadeel. 3. Terminologie In de gehele handleiding worden termen gebruikt waarmee onderdelen en functies worden aangeduid. De tabel bevat de meest gebruikte termen in de handleiding. Tabel 1: Terminologie Term Betekenis Verwarmingssysteem Het circuit dat warmte genereert voor het pand of voor de boiler. Aanvoerleiding De aanvoerleiding van het verwarmingssysteem met stroomrichting naar radiatoren/vloerverwarming of boiler. Retourleiding De retourleiding van het verwarmingssysteem met stroomrichting vanaf radiatoren/vloerverwarming of boiler. 44 086U9005  Veiligheidsmaatregelen 4. Algemene veiligheidsmaatregelen DD  De installatie moet worden uitgevoerd door bevoegde installatietechnici en de installatie moet voldoen aan de plaatselijke regels en voorschriften en aan deze installatiehandleiding. DD  Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrekkige ervaring en kennis, tenzij onder supervisie van of geïnformeerd over de functies van de apparatuur door een persoon die gekwalificeerd is op het gebied van veiligheid. AA  Gevaar! Gevaar voor persoonlijk letsel! Kinderen mogen niet met de apparatuur spelen. DD  De unit moet op een stabiele ondergrond worden geplaatst. De ondergrond moet het brutogewicht kunnen dragen. DD  Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen niet gespannen zijn! DD  Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na de installatie wordt ontlucht. DD  Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden geïnstalleerd. DD  Radiatorsystemen met gesloten expansievaten moeten ook zijn voorzien van goedgekeurde drukmeters en veiligheidskleppen. DD  Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit hittebestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De overstortleidingen van de veiligheidsklep moeten een open aansluiting hebben met de afvoer. De aansluiting moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. DD  De aansluitleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet geleidelijk omhoog lopen. Dit betekent dat de leiding bij een horizontaal punt nergens mag aflopen. 5. DD  Afvoeren Bij het afvoeren moeten de toepasselijke, plaatselijke regels en voorschriften in acht worden genomen. 086U9005 45  Installatiehandleiding 6. Beschrijving De binnenkit is een accessoire/systeemoplossing voor klanten die een elektrisch verwarmingselement willen aansluiten. De binnenkit bevat de belangrijkste onderdelen. De vereiste leidingen en elektrische bedrading moeten in de installatieruimte door erkende installateurs worden aangesloten. 7. Beschrijving van de installatie De leidingen en onderdelen voor het elektrische verwarmingselement worden op het bestaande radiatorsysteem aangesloten. Het aanvoerwater vanuit de warmtepomp wordt naar voren gedrukt door de circulatiepomp in het geïsoleerde reservoir voor het elektrische verwarmingselement. Het elektrische verwarmingselement verwarmt het water voor de radiatoren en stuurt het naar de driewegklep die het water naar het verwarmingssysteem van het huis of naar de boiler voor huishoudelijk tapwater leidt. Het elektrische verwarmingselement, de circulatiepomp en de driewegklep worden aangestuurd door het regelcentrum van de warmtepomp. 5 6 7 4 8 9 3 10 2 11 12 1 14 Figuur 1. 13 Binnenkit aansluiten Beschrijving afbeelding 1 Kabel naar circulatiepomp 2 Kabel naar elektrisch verwarmingselement 3 Kabel naar driewegklep 4 Klemmenstrook 5 Regelcentrum 6 Naar verwarmingssysteem 7 Naar boiler 8 Driewegklep 9 Veiligheidsklep 10 Elektrisch verwarmingselement 11 Aansluitdoos elektrisch verwarmingselement 12 Circulatiepomp 13 Aanvoerleiding vanuit warmtepomp 14 Regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement (alleen voor 230V 1N~, 50Hz) 46 086U9005  8. Binnenkit Er zijn twee verschillende binnenkits, één voor 400V 3N~, 50Hz en één voor 230V 1N~, 50Hz Tabel 2: Binnenkit Onderdeelnr. Hoeveelheid Naam 086U8671 1 Binnenkit 400V 3N~, 50Hz 086U8860 1 Binnenkit 230V 1N~, 50Hz Tabel 3: Pos. Inhoud binnenkit 400V 3N~, 50Hz Onderdeelnr. Hoeveelheid Naam 1 086U7999 1 Driewegklep 2 086U8504 1 Elektrisch verwarmingselement met aansluitdoos 3 086U8888 1 Circulatiepomp Tabel 4: Pos. Illustratie Inhoud installatie 230V 1N~, 50Hz Onderdeelnr. Hoeveelheid Naam Illustratie 1 086U7999 1 Driewegklep 2 086U8668 1 Elektrisch verwarmingselement met aansluitdoos 3 086U8888 1 Circulatiepomp 4 086U8850 1 Regeleenheid voor elektrisch verwarmingselement 086U9005 47  9. Installatie 9.1 Leidingaansluiting Volg bij de installatie de veiligheidsinstructies in de installatiehandleiding van de warmtepomp. Sluit de onderdelen op de aanvoerleiding aan, zie figuur 1 en de installatiehandleiding van de warmtepomp. Lees ook de instructies van de leverancier. 1. Installeer de circulatiepomp en sluit deze aan. 2. Installeer het elektrische verwarmingselement en sluit het op de aansluitdoos aan. 3. Sluit de veiligheidsklep aan. 4. Installeer de driewegklep en sluit deze aan. 9.2 Elektrische aansluiting Zie ook het meegeleverde bedradingsschema en het bedradingsschema van de warmtepomp. 9.2.1 Elektrische aansluiting 400V 3N~, 50Hz 1. Sluit gezekerde (3 x 16 A) stroom op het elektrische verwarmingselement aan, gemarkeerd met N, L1, L2, L3 en . 2. Leid een kabelbrug vanuit de aansluiting van het elektrische verwarmingselement (1) naar de aansluiting van het elektrische verwarmingselement (3). DD  De kabelbrug moet op de aansluiting worden uitgevoerd om het elektrische verwarmingselement aan te sturen. 1 2 3 Figuur 2. Aansluiting elektrisch verwarmingselement 3. Sluit de communicatiekabel vanuit het elektrische verwarmingselement (1 en 2) aan op de klemmenstroom van het regelcentrum (290 en 291). 4. Sluit de kabels vanuit de circulatiepompaansluiting (L en N) aan op de klemmenstrook van het regelcentrum (213 en N2). 5. Sluit de kabels vanuit de driewegklepaansluiting (2, 6 en 3) aan op de klemmenstroom van het regelcentrum (214, 217 en N2). 9.2.2 Elektrische aansluiting 230V 1N~, 50Hz EE  Stroom naar het elektrische verwarmingselement moet vanuit de regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement worden aangesloten! 1. Installeer de regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement. 2. Sluit gezekerde (20A) stroom aan op de regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement (N, L en PE). L N F1 1 2 K1 3 4 290 291 PE Figuur 3. De regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement aansluiten 3. Sluit de stroomkabel vanuit de regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement (2, 4 en PE) aan op het elektrische verwarmingselement (L1, N en . 48 086U9005  4. Sluit de kabels vanuit de regeleenheid voor het elektrische verwarmingselement (290 en 291) aan op de klemmenstrook van het regelcentrum (290 en 291). 5. Sluit de kabels vanuit de circulatiepompaansluiting (L en N) aan op de klemmenstrook van het regelcentrum (213 en N2). 6. Sluit de kabels vanuit de driewegklepaansluiting (2, 6 en 3) aan op de klemmenstroom van het regelcentrum (214, 217 en N2). 9.3 Met water vullen Vul het systeem met water, zie de installatiehandleiding van de warmtepomp. 9.4 Ontluchten Ontlucht het systeem, zie de installatiehandleiding van de warmtepomp. 10. Opstarten 1. Stel de regelingen van de onderdelen in, zie de instructies van de leverancier. 2. De binnenkit wordt aangestuurd vanuit het menusysteem van de warmtepomp, zie de servicehandleiding van de warmtepomp. 086U9005 49