NL – Installatie koelmodule
Belangrijke informatie/
veiligheidsvoorschriften
⚠
De koelmodule dient te worden geplaatst door bevoegde
installatietechnici en de plaatsing moet voldoen aan de plaat-
selijke regels en voorschriften en aan deze installatiehandlei-
ding.
⚠
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door personen
(waaronder kinderen) met verminderde fysieke, sensorische
of mentale vermogens of gebrekkige ervaring en kennis, ten-
zij onder supervisie van of geïnformeerd over de functies van
de apparatuur door een persoon die gekwalificeerd is op het
gebied van veiligheid.
⚠
Kinderen mogen niet met de apparatuur spelen.
LET OP! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen
bij het monteren niet gespannen zijn!
LET OP! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem volledig
wordt ontlucht nadat het is geplaatst.
LET OP! Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden geïn-
stalleerd.
Elektrische aansluiting
De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een
erkende elektricien (en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en
landelijke voorschriften).
⚠
Elektrische stroom! De klemmenstroken staan onder span-
ning en kunnen zeer gevaarlijk zijn vanwege het gevaar voor
elektrische schokken. De stroomtoevoer moet altijd wor-
den geïsoleerd voordat met de elektrische installatie wordt
begonnen.
Inbedrijfstelling
⚠
De inbedrijfstelling mag alleen worden uitgevoerd wanneer
het verwarmingssysteem, de boiler en het brinesysteem zijn
gevuld en ontlucht. Anders kunnen de pompen beschadigd
raken.
Gebied van gebruik
Als er meer koeling nodig is dan gerealiseerd kan worden via pas-
sieve koeling (vrije koeling).
Voor vereiste koeling tot max. 20 kW.
De koelmodule maakt het mogelijk om passieve of passieve/actieve
koeling te halen uit de steen-/grondwatercollectoren. Het distri-
butiesysteem hiervoor kan het radiatorsysteem zijn (ventilatorcon-
vectoren) of vloerverwarmingssystemen. Het koelen start wanneer
de buitentemperatuur de ingestelde waarde voor warmtestop
overschrijft.
Voor de installateur
Installatie
De koelmodule moet verticaal hangend aan een muur worden
bevestigd.
De centrale afstand voor montagegaten is 530 mm.
Het leidingwerk wordt uitgevoerd conform de schema’s.
Werking tijdens koeling
Stap 1. Passieve koeling
Om de warmtepomp de passieve koeling te laten starten, moet zijn
voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. de buitentemperatuur hoger is dan de instelling voor
CV.STOP.
2. De kamertemperatuur overstijgt de gewenste tempera-
tuur met hetzelfde aantal graden als waarop de kamer-
factor is ingesteld.
3. Aan bovenstaande vereisten moet binnen 5 minuten
worden voldaan.
De interne brinepomp van de warmtepomp start en laat het kou-
demiddel via de koelmodule naar de booropening circuleren. In de
koelmodule wordt de ingestelde temperatuur weggeshunt naar het
koelsysteem.
Stap 2. passieve/actieve koeling (deze functies zijn alleen
beschikbaar voor de passieve/actieve module)
Om de warmtepomp de passieve koeling te laten starten, moet zijn
voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Er moet zijn voldaan aan alle voorwaarden voor passieve
koeling.
2. De kamertemperatuur overschrijdt de gewenste tempe-
ratuur met twee maal de kamerfactor.
3. Aan bovenstaande vereisten moet gedurende 1 minuut
worden voldaan.
4. Als de ingaande brontemperatuur tijdens passieve koe-
ling hoger is dan de gewenste temperatuur voor het
koelsysteem, wordt na 120 seconden de actieve koeling
geforceerd ingeschakeld.
De compressor van de warmtepomp start en de schakelkleppen
voor de werking van de actieve koeling worden gereset. In eerste
instantie wordt de overtollige warmte gebruikt die wordt gepro-
duceerd in de condensor van de warmtepomp voor het opwarmen
van warm tapwater. Als het warme tapwater opgewarmd is, wordt
de overtollige warmte omlaag geschakeld naar de booropening.
Dit zorgt voor een gunstigere werking van de warmtepomp, terwijl
tegelijkertijd een groot koelingseffect en een goede efficiency wor-
den gerealiseerd.