22
C INSCHAKELEN
14 Plaats de motoreenheid op een droge, stevige, vlakke ondergrond, in de buurt van een
stopcontact.
15 Controleer dat de snelheidsregelaar op 0 staat.
16 Steek de stekker in het stopcontact.
C SNELHEIDSREGELAAR
17 Zet de snelheidsregelaar op de gewenste snelheid (1 = laag, 8 = hoog).
18 Draai de snelheidsregelaar terug naar 0 om de motor uit te schakelen.
19 Gewoonlijk stemmen grote hoeveelheden, dikke mengsels en een hoge verhouding van
vaste stoffen tot vloeistoffen overeen met een langere timing en langzamere snelheden.
20 Kleinere hoeveelheden, dunnere mengsels en meer vloeistoffen dan vaste stoffen stemmen
overeen met een kortere timing en hogere snelheid.
C WELKE SNELHEID?
#1 ACCESSOIRES
21 Plaats en verwijder de opzetstukken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, de stekker uit het
stopcontact is gehaald en de arm omlaag staat.
22 Verwijder de klep voor de vooraandrijving van de arm.
23 Breng de achterkant van de hoofdeenheid op één lijn met de opening in de vooraandrijving,
duw het accessoire in de aandrijver en draai rechtsom tot het vastklikt.
24 Om een accessoire te verwijderen, draait u het linksom en haalt u het van de arm.
25 Gebruik geen vingers of bestek om voedsel door de tube te duwen – alleen de duwer.
26 Verwijder de duwer en laat de ingrediënten door de tube vallen.
27 Plaats de duwer weer en gebruik hem om de ingrediënten zachtjes door de tube te duwen.
28 De tomatenpeller/pers en de vleesmolen kunnen op de lade worden geplaatst om het proces
te versnellen.
, Om oververhitting te voorkomen, dient u de motor niet langer dan 3 minuten onafgebroken
te laten draaien. Zet het apparaat na 3 minuten minstens 3 minuten uit om de motor te laten
afkoelen.
#2 TOMATENPELLER/PERS
29 Dit accessoire kan worden gebruikt voor het pellen/persen van vruchten met een heel dunne
schil en zacht vruchtvlees, zoals pruimen en druiven.
30 Gebruik vruchten zonder zaden of verwijder de zaden/pitten zelf.
31 Grotere vruchten, zoals tomaten en pruimen, moeten in vier parten worden gedeeld.
32 Duw de as in de hoofdeenheid.
33 Breng de zeef op één lijn met de hoofdeenheid en duw de zeef in de hoofdeenheid.
•Met de grove zeef kunnen grotere deeltjes vruchtvlees in het sap terechtkomen.
•De fijne zeef snijdt de deeltjes kleiner.
34 Breng de zeefhouder op één lijn met de hoofdeenheid, duw deze in de hoofdeenheid en
draai linksom om vast te klikken.
35 Breng de achterkant van de vultuit op één lijn met de voorkant van de zeefhouder en draai
de aanwijzer naar 1, 2 of 3 (afhankelijk van de dikte van de darm).
bevestigingsdeel snelheid gebruik
garde 4-8 het kloppen/beluchten van slagroom,
eiwitten, beslag, luchtige mengsels
klopper 4-6 het opromen van boter en suiker, gemiddelde
cakemengsels
haak 1-3 zware mengsels, brood, gebak