Manitowoc Ice Q Model QuietQube Q1400C Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual
MANITOWOC ICE, INC. 2110 S. 26
th
ST., PO Box 1720, Manitowoc, WI. 54221-1720 USA P/N 80-0027-3
920-682-0161 Fax 920-683-7585 Website - www.manitowoc.com 12/06
QuietQube
IJsmachines
Model Q1400C
Installatie
Plaats van de ijsmachine
De plaats die voor de ijsmachine wordt gekozen, moet aan de
volgende criteria voldoen. Indien aan één van deze criteria niet
wordt voldaan, kiest u een andere plaats.
De plaats moet vrij zijn van zwevende en andere
vervuilende stoffen.
De temperatuur van de lucht moet minstens 1.6C (35F)
bedragen, maar mag niet hoger zijn dan 43C (110F).
De plaats mag zich niet in de omgeving bevinden van
apparatuur die warmte produceert, en evenmin in
rechtstreeks zonlicht.
De lokatie moet een vrije luchtcirculatie door en rond de
ijsmachine mogelijk maken. Zie onderstaande tabel voor de
vereiste vrije ruimten.
IJsmachine
Bovenzijde/
zijkanten
Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 13 cm (5”) wordt aanbevolen voor
een efficiënt gebruik en onderhoud.
Achterzijde Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 13 cm (5”) wordt aanbevolen voor
een efficiënt gebruik en onderhoud.
VOORZICHTIG
Als ze zal worden blootgesteld aan temperaturen onder 0°C
(32°F), moet de machine worden begeschermd. Defecten als
gevolg van blootstelling aan vorst worden niet door de
waarborg gedekt.
Plaats van de condensoreenheid
De plaats die voor de condensoreenheid van de ijsmachine
wordt gekozen, moet aan de volgende criteria voldoen. Indien
aan één van deze criteria niet wordt voldaan, moet u een andere
plaats kiezen.
De temperatuur van de lucht moet minstens -29C (-20F)
bedragen, maar mag niet hoger zijn dan 54C (130F).
De plaats moet zo worden gekozen dat geen warmte van
ventilatiemonden en/of vet in de condensator kan dringen.
De lokatie moet een vrije luchtcirculatie door en rond de
condensoreenheid mogelijk maken. Zie onderstaande tabel
voor de vereiste vrije ruimten.
Condensoreenheid
Bovenzijde/
zijkanten
Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 15cm (6”) wordt aanbevolen voor een
efficiënt gebruik en onderhoud.
Voor/
achterzijde
1.2m (4')
WAARSCHUWING
Gevaar op lichamelijke letsels
De ijsmachine bevat koelvloeistof. De installatie en het
solderen van de leidingen moeten worden uitgevoerd door een
goed opgeleide koeltechnicus, die zich bewust is van de
gevaren van het omgaan met apparatuur die koelvloeistof
bevat.
2
Elektriciteit
WAARSCHUWING
Alle bedradingen moeten overeenstemmen met de
plaatselijke, nationale en andere voorschriften
Spanning
De maximale toegelaten spanningsvariatie voor zowel de
ijsmachine als de condensoreenheid bedraagt 10% van de
nominale spanningen tijdens het opstarten (wanneer de
elektrische belasting piekt).
WAARSCHUWING
De ijsmachine en de condensoreenheid moeten volgens de
nationale en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften worden
aangesloten op een aardleiding.
Zekering/stroomonderbreker
De ijsmachine en de condensoreenheden hebben een
gescheiden bedrading.
Minimale amperage van de stroomkring
De minimale amperage van de stroomkring wordt gebruikt bij
het bepalen van de diameter van de bedrading van de
stroomtoevoer. (De minimale stroomsterkte van de
stroomkring is niet hetzelfde als de stroomsterkte van de
ijsmachine tijdens de werking).
De diameter van de draden hangt ook af van de lokatie, de
gebruikte materialen, de kabellengte enz.; hij moet daarom
door een bevoegd elektricien worden bepaald.
Q1400C ijsmachine en CVD1475 condensoreenheid
De ijsmachine en de condensoreenheid hebben een gescheiden bedrading.
IJsmachine CVD-condensoreenheid
Modelnummer Spanning
Fase
Cyclus
Maximale
waarde
Zekering/Stroom
onderbreker
Totale
stroomsterkte
Modelnummer Spanning/Fase/
Cyclus
Maximale
waarde
Zekering/Stroom
onderbreker
Minimale
amperage
stroomkring
115/1/60 15 A 1.1
208-230/1/60 35 A 19.6
Q1400C
CVD1475
208-230/3/60 25 A 14.1
230/1/50 15 A 0.6
230/1/50 35 A 19.8
3
Diameters/koppelingen van de watertoevoer en -afvoer
WAARSCHUWING
Alle loodgieterij moet voldoen aan de plaatselijke,
nationale en andere voorschriften.
De inlaat van de ijsmachine mag uitsluitend worden aangesloten op drinkbaar water
Niet aansluiten op een warmwatertoevoer
Installeer een afsluitkraan
Isoleer de watertoevoer- en afvoerleidingen om condensatie te voorkomen.
Plaats
Watertemperatuur
Waterdruk
Fitting ijsmachine Diameter van de leiding
naar de fitting van de
ijsmachine
Waterinlaat
ijsproductie
0.6C (33°F) Min.
32C (90°F) Max.
137,9 kPA (20 psi) Min.
551,KPA (80 psi) Max.
3/8” vrouwelijke draad
9,5 mm (3/8”) minimum
binnendiameter
Waterafvoer
ijsproductie
--- ---
1/2” vrouwelijke draad
12,7 mm (1/2”) minimum
binnendiameter
Afvoer ijsbak
--- ---
3/4” vrouwelijke draad
19,1 mm (3/4”) minimum
binnendiameter
VENTILATIE-
OPENING
FITTING
WATERAFVOER
IJSPRODUCTIE
AFVOERLEIDING
BA
K
FITTING AFVOER
BAK 3/4” F.P.T.
V
ENTIL
AFVOER: OPEN,
MET SIFON OF
LUCHTS
MOET
LUCHTSPL
GEEN
SIFON
FOUT
FITTING
WATERINLAAT
IJSPRODUCTIE
SV1767
4
Installatie koelsysteem
QuietQube
ijsmachine
CDV-
condensoreenheid
Leidingset*
Q1400C
CVD1475
RC-20
RC-30
RC-50
*Leidingset Aanzuigleiding Vloeistofleiding
RC
19.1 mm
(3/4 inch)
12.7 mm
(1/2 inch)
Gebruik met condensoreenheden van
derden
De Manitowoc CVD condensoreenheden zijn specifiek
ontworpen voor het gebruik met een QuietQube ijsmachine.
Een QuietQube kan niet worden gebruikt met standaard
condensoreenheden..
Lading met koelvloeistof bij de
verzending uit de fabriek
Kopgedeelte van de ijsmachine
Elke ijsmachine wordt door de fabriek geleverd met een
lading R-404A koelvloeistof die volstaat voor de werking van
het volledige systeem. Het plaatje met het serienummer op de
ijsmachine vermeldt de hoeveelheid koelvloeistof.
VOORZICHTIG
Voeg voor geen enkele toepassing meer dan de nominale
lading aan het koelsysteem toe.
CVD-condensoreenheid
Elke condensoreenheid wordt door de fabriek onder druk
geleverd, met een mengeling van 50/50 stikstof-helium op
ongeveer 38kPA (20 psig), die bij de installatie moet worden
verwijderd.
Koelleidingen/Sifonset
De koelleidingen en hevelsets worden afgesloten en onder
atmosferische druk geleverd.
WAARSCHUWING
De installatie van een QuietQube condensoreenheid kan voor
de opstelling het gebruik van een kraan vereisen. Het takelen en
heffen moet gebeuren door opgeleid en bevoegd personeel.
5
Installatie van de koelleidingen
Algemeen
Bij de installatie van de koelleidingen moet u de maximale
verticale en horizontale lengte van de leidingen tussen de
ijsmachine en de condensor in aanmerking nemen. Houd u aan
de volgende richtlijnen om een correcte terugloop van de olie
en werking van de CVD-condensor/ijsmachine te verzekeren.
WAARSCHUWING
De ijsmachine is gevuld met koelvloeistof. De ijsmachine bevat
(3) koelventielen die gesloten moeten blijven tot de leidingen
correct zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Schakel de stroomtoevoer naar de ijsmachine en de CVD-
condensoreenheid uit voor u verder gaat.
Stap 1. Controleer of de plaats van de ijsmachine en de
CVD-condensoreenheid aan de voorschriften voldoet.
Voor u de ijsmachine en de CVD-condensoreenheid
installeert, moet u zich ervan verzekeren dat hun onderlinge
afstand overeenstemt met de voorschriften in deze
handleiding.
Penetratie van daken of wanden
Maak indien nodig een rond gat van 8cm (3”) in de wand of
het dak om de koelleiding door te laten..
Openingen in daken moeten door een bevoegde vakman
worden aangebracht.
Stap 2. Plaats de koelleiding
Leid de koelleiding op de correcte wijze van de ijsmachine
naar de CVD-condensoreenheid.
A. Lengte van de leidingset
30m (100’) lengte: De maximale toegelaten lengte van de
leidingset.
De ontvanger is ontworpen om een lading koelvloeistof te
bevatten die volstaat voor de werking van de ijsmachine in
omgevingstemperaturen van -29C (-20F ) tot 54C (130F),
met een leidinglengte van maximum 30 m (100’).
Belangrijk
Een QuietQube ijsmachine werkt niet met leidingen die
langer zijn dan 30m (100’). Tracht geen langere leidingen te
gebruiken en als compensatie meer koelvloeistof toe te voegen!
SV1751
11M (35’)
MAXIMALE
AFSTAND
B. Stijg- of valhoogte van de leidingen
11m (35’) Stijghoogte: De maximale afstand tussen de CVD-
condensoreenheid boven de ijsmachine.
4.5m (15’) Valhoogte: De maximale afstand tussen de CVD-
condensoreenheid onder de ijsmachine
4.5M (15')
MAXIMALE
AFSTAND
SV1750
6
C. Oliehevels aanzuigleiding
VOORZICHTIG
Zorg dat de koelleidingen geen ongewenste hevels vormen.
Wikkel overtollige leiding niet in een spiraal.
Stijging van 0 tot 6m (0 tot 20’): Het kopgedeelte van
kopgedeelte van de ijsmachine bevat een ingebouwde
oliehevel die een maximale stijging van 6m (20’) van de
condensor mogelijk maakt zonder bijkomende hevels in de
aanzuigleiding.
Onderhoudslus
Een onderhoudslus in de leiding maakt een vlotte toegang tot
de ijsmachine voor reiniging en onderhoud mogelijk.
Een onderhoudslus is niet verplicht bij de installatie.
Een onderhoudslus wordt niet als een oliehevel
beschouwd.
De onderhoudslus wordt niet meegerekend bij de
bepaling van de lengte, stijging of val van de leiding.
Gebruik op deze plaats geen stijve koperen buis.
VOORZICHTIG
Indien een leiding stijgt en daarna daalt, mag u ze niet
opnieuw laten stijgen. Op dezelfde manier mag na een
daling, gevolgd door een stijging, geen tweede daling
worden aangebracht.
Stijging van 6 tot 11m (21 tot 35’): Voor de aanzuigleiding
moet een bijkomende oliehevel ("S" type) worden
geïnstalleerd. Plaats de hevel zo dicht mogelijk bij het midden
tussen de ijsmachine en de CVD-condensoreenheid. S-
hevelsets zijn verkrijgbaar bij Manitowoc (zie onderstaande
tabel).
SV1759
STIJGING VAN 6M OF
MINDER
GEEN BIJKOMENDE
HEVEL NODIG
STIJGING VAN 6M
OF MEER
BIJKOMENDE
HEVEL NODIG
SV1751
Model Nummer S-hevelset Diameter leiding
Q1400C K00166 19.1 mm
(3/4 inch)
Manitowoc S-hevelset
SV1760
7
Stap 3. Leidingen verlengen of verkorten
VOORZICHTIG
Zorg dat de koelleidingen geen ongewenste hevels vormen.
Wikkel overtollige leiding nooit in een spiraal.
Als u leidingen moet verkorten of verlengen, doet u dit voor u
de leidingen aansluit op de ijsmachine of op de CVD-
condensoreenheid.
Stap 4. De leidingen aansluiten
Om oxidatie van het koper te voorkomen, moet u tijdens het
solderen de leidingen en de condensoreenheid met droge
stikstof spoelen..
WAARSCHUWING
De ijsmachine is gevuld met koelvloeistof. De ijsmachine bevat
(3) koelventielen die gesloten moeten blijven tot de leidingen
correct zijn geïnstalleerd.
Sluit de leidingen aan op de ijsmachine
De afsluitventielen aan de achterzijde van de ijsmachine
moeten tijdens het solderen gesloten blijven en beschermd
worden tegen verhitting. Wikkel er voor het solderen een
vochtige doek of een andere vorm van isolatie om.
Sluit de leidingen aan op de CVD-condensoreenheid
WAARSCHUWING
De condensoreenheid wordt geleverd met een mengeling van
50/50 stikstof-helium onder druk. Laat de druk uit de
aanzuigleiding en de vloeistofleiding ontsnappen voor u in
koelleidingen zaagt.
De compressorolie neemt snel vocht op. Zorg dat u klaar
bent om de installatie van de leidingen te voltooien en de
evacuatie te beginnen, zodat de compressor zo kort mogelijk
wordt blootgesteld aan de lucht. (Het systeem mag maximum
15 minuten in contact komen met de lucht).
De leidingen kunnen door de voorzijde of de linkerzijde van
de condensoreenheid worden ingevoerd.
Verwijder de ponsplaatjes op de gewenste plaats.
Plaats de meegeleverde plastic bussen in de openingen,
zodat de leiding niet in contact komt met het plaatmetaal.
Gebruik de meegeleverde ellebogen van 90° om de
leidingen te oriënteren.
Snijd de uiteinden van de aanzuigleiding en de
vloeistofleiding af en soldeer de leidingen aan de
condensoreenheid
PT1284A
SV1769A
DE KLEPPEN MOETEN TIJDENS HET SOLDEREN
GESLOTEN BLIJVEN EN BESCHERMD WORDEN
TEGEN VERHITTING
(
WIKKEL ER EEN VOCHTIGE DOEK OM
)
AANZUIGLIJN
VLOEISTOFLEIDING
STEL HET KOELSYSTEEM ZO KORT MOGELIJK BLOOT AAN DE
LUCHT (MAXIMUM 15 MINUTEN).
8
Stap 5. Test de druk en evacueer de leidingen en de CVD-
condensoreenheid
Om de evacuatie sneller te doen verlopen, is het gebruik
aanbevolen van gereedschap voor het verwijderen van de
Schraderkernen, dat het mogelijk maakt de kernen te
verwijderen en weer aan te brengen zonder de
spruitstukslangen te verwijderen.
Laat de afsluitventielen van de leidingen gesloten (naar rechts
gedraaid). Voer een druktest uit van de leidingen en de CVD-
condensoreenheid met 1035kPA (150 psig) droge stikstof.
Voeg de stikstof toe via de afsluitventielen van de leidingen
aan de achterzijde van de ijsmachine. Voltooi de druktest,
controleer of er een lekken zijn en verwijder de stikstof uit
het systeem voor u de vacuümpomp aansluit. Sluit een
vacuümpomp aan op beide afsluitventielen van de leidingen
aan de achterzijde van de ijsmachine. Evacueer tot 500 micron
of minder. Om de CVD-condensoreenheid volledig te
evacueren, blijft u nog 30 minuten evacueren nadat u de grens
van 500 micron hebt bereikt.
Indien nodig, kunnen de leidingen en de condensoreenheid
geëvacueerd worden via de Schraderventielen van de CVD-
condensoreenheid. In dit geval gebruikt u speciaal
gereedschap voor het verwijderen van de kern van de
Schraderventielen (dat het mogelijk maakt de kernen terug te
plaatsen zonder de slangen van de vacuümpomp te
verwijderen).
ALTERNATIEVE AANSLUITING OP DE
SCHRADERVENTIELEN VAN DE
CONDENSOR
PT1284
SV1757
SLUIT DE VACUÜMPOMP AAN OP
DE VENTIELEN VAN DE LEIDINGEN
Voor u verder gaat, koppelt u de vacuümpomp af van de
afsluitventielen van de leidingen en/of de condensorpoorten.
9
Step 6. Open de afsluitventielen van het koelsysteem.
Bij de verzending en de installatie zijn de afsluitventielen van
de aanzuigleiding en de vloeistofleiding en het serviceventiel
van de ontvanger gesloten.
Open de ventielen voor u de ijsmachine start.
A. Draai de afsluitventiel van de aanzuigleiding langzaam
naar links om ze te openen.
B. Draai de afsluitventiel van de vloeistofleiding langzaam
naar links om ze te openen.
C. Draai het serviceventiel van de ontvanger langzaam naar
links om ze te openen.
Open de afsluitventielen van de aanzuigleiding en de
vloeistofleiding
Belangrijk
Alle doppen van de koelventielen moeten weer worden
geplaatst, om toekomstige lekken van koelvloeistof te
voorkomen.
SV1756
DOP VAN HET
SERVICEVENTIEL
(NAAR LINKS DRAAIEN OM TE
VERWIJDEREN))
NAAR LINKS DRAAIEN OM
TE OPENEN
SV 1762
GEBRUIK EEN INBUSSLEUTEL
OM DE SLUITKLEPPEN VAN DE
AANZUIGLEIDING EN DE
V
LOEISTOFLEIDING TE OPENEN
Open het servicelventiel van de ontvanger
Controleer of de O-ring van de doppen van de
Schraderventielen intact zijn. Installeer ze weer op de
afsluitventielen, om lekken van koelvloeistof te voorkomen.
Breng de doppen van de afsluitventielen weer aan en draai ze
vast met de volgende koppels.
Koppelwaarden
schacht 18-20 ft lbs.
doppen 12-15 ft lbs.
Schraderkern 1.5-3 in. lbs.
Plaats de dop weer op het serviceventiel en draai hem vast.
Op de vloeistofleiding bevindt zich bij de uitlaat van de
ontvanger een solenoïdeventiel. De koelvloeistof zal niet naar
de condensoreenheid vloeien tot de ijsmachine gestart is. Sluit
de stroomtoevoer van het kopgedeelte en de condensoreenheid
aan. Plaats de schakelaar van de ijsmachine in de stand IJS,
zodat de koelvloeistof naar de leidingen en de condensor
vloeit.
10
Step 7. Controleer het koelsysteem op lekken.
Controleer de nieuwe koppelingen van de leidingset op lekken
bij de kop van de ijsmachine en bij de condensoreenheid.
Controleer ook de in de fabriek aangebracht koppelingen van
heel het systeem.
Step 8. Isolatievereisten
Om condensatie te voorkomen, moet de volledige
aanzuigleiding, inclusief het afsluitventiel, geïsoleerd worden.
De isolatie moet luchtdicht zijn en aan beide zijden worden
verzegeld.
De volgende isolatievereisten voorkomen condensatie bij een
omgevingstemperatuur van 32C (90F) en een relatieve
luchtvochtigheid van 70%. Als een hogere vochtigheid te
verwachten valt, moet een dikkere isolatie worden voorzien.
De volledige aanzuigleiding, met inbegrip van de
afsluitventiel voor de aanzuigleiding, aan de achterzijde van
de machine, vereist een isolatiedikte van minimum 9.5mm
(3/8 inch).
De volledige vloeistofleiding vereist een isolatiedikte van
minstens 6.4mm (1/4 inch).
Belangrijk
Om condensatie te voorkomen, moet u de volledige
aanzuigleiding isoleren, met inbegrip van de afsluitventiel. De
isolatie moet luchtdicht zijn en aan beide uiteinden worden
verzegeld.
Dit vereist een isolatiedikte van minimum 9.5mm (3/8 inch) bij
een luchtvochtigheid van 70% of lager en een
omgevingstemperatuur van 32C (90F). Als een hogere
vochtigheid te verwachten valt, moet een dikkere isolatie
worden voorzien.
Isolatie van de afsluitventiel van de aanzuigleiding
De voorgevormde isolatie voor de afsluitventiel van de
aanzuigleiding bevindt zich in het aan het watergordijn
vastgekleefde plastic zakje.
a. Controleer of het ventiel en de doppen vastgedraaid
zijn volgens de specificaties (zie stap 6).
b. Plaats de isolatie over de ventieldop en de linkerzijde
van het ventiel. Plaats de lip tussen de montagebeugel en
het achterpaneel.
c. Vouw de isolatie en houd ze tegen de rechterzijde
van het ventiel gedrukt, terwijl u ze met elektrische tape
bevestigt. Kleef de isolatie van de leiding met behulp van
elektrische tap aan de isolatie van het ventiel.
11
Gebruik en onderhoud
Dikte van het ijs
Na een Afgiftesequentie inspecteert u de ijsblokjes in de
bewaarbak. De voeler voor de dikte van het ijs is in de fabriek
afgeregeld voor een ijsbrug van 3.2mm (1/8 inch). Indien een
aanpassing nodig is, gaat u als volgt te werk.
1. Draai de stelschroef van de voeler voor de ijsdikte naar
rechts voor een dikkere ijsbrug en naar links voor een
dunnere ijsbrug.
Aanpassing van de dikte van het ijs
2. Zorg dat de voelerdraad voor de dikte van het ijs en zijn
beugel de beweging van de voeler niet hinderen.
Controle van het waterpeil
1. Controleer het waterpeil terwijl de machine in vriesmodus
werkt en de waterpomp draait. Het correcte waterpeil is 3-
12.5 mm (1/8”-1/2”) boven de behuizing van de rotor van
de waterpomp.
Controle van het waterpeil
2. De vlotterafsluiter is in de fabriek ingesteld op het juiste
waterpeil. Indien afstellingen nodig zijn:
A. Draai de twee schroeven op de beugel van de
vlotterafsluiter los.
B. Plaats de vlotterafsluiter hoger of later, zoals
gewenst, en draai de schroeven weer vast.
C. Als een bijkomende aanpassing nodig is, buigt u de
vlotterarm voorzichtig om het juiste waterpeil te
bereiken.
SV1456a
WATERPEIL 1/8”-
1/2” BOVEN
BEHUIZING
BEHUIZING VAN
DE ROTOR VAN
DE WATERPOMP
WATER-
POMP
UITLAAT
POMP
SV1208
STELSCHROEF
3.2MM (1/8”)
DIKTE VAN DE
IJSBRUG
12
Volgorde van de stappen van de
ijsproductie
EERSTE START OF START NA AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
1. Waterdoorspuiting
Voor de compressor start, worden de waterpomp en het
waterstortventiel gedurende 45 seconden geactiveerd, om oud
water uit de machine te verwijderen. Dit verzekert dat de
cyclus met vers water begint.
VRIESSEQUENTIE
2. Voorkoeling
IJsmachine: Het ventiel van de vloeistofleiding wordt na de
doorspuiting van 45 seconden geactiveerd en blijft tijdens de
volledige Vries- en Afgiftesequenties open. De solenoïde van
de vloeistoflijn wordt 30 seconden voor het vloeien van het
water geactiveerd. Dit start het koelsysteem en zorgt voor de
voorkoeling van de verdamper.
Het watervulventiel wordt samen met het ventiel van de
vloeistofleiding geactiveerd.
CVD-condensoreenheid: Wanneer de druk van de
koelvloeistof voldoende hoog is om de lagedrukregelaar te
sluiten, wordt de contactspoel geactiveerd en starten de
compressor en de ventilatormotor van de condensor. Ze zijn
gedurende de volledige Vries- en Afgiftesequenties actief. De
ventilatormotor is bedraad via een drukregelaar voor de
ventilatorcyclus en kan dus aan en uit worden geschakeld.
3. Vriezen
De waterpomp start opnieuw na de 30 seconden voorkoeling.
Het water vloeit gelijkmatig over de verdamper en in de
blokjesvakken, waar het bevriest.
Wanneer voldoende ijs gevormd is, maakt het water (niet het
ijs) contact met de voeler voor de ijsdikte. Na ongeveer 7
seconden doorlopend contact, wordt de Afgiftesequentie
gestart. De ijsmachine kan geen Afgiftesequentie starten voor
het einde van een vriesperiode van 6 minuten.
AFGIFTESEQUENTIE
4. Waterdoorspuiting
De waterpomp blijft werken en het waterstortventiel wordt
gedurende 45 seconden geactiveerd, om het water uit de
vergaarbak te verwijderen. Na de doorspuitcyclus van 45
seconden, worden het watervulventiel, de waterpomp en het
stortventiel uitgeschakeld.
De twee koeldampsolenoïden worden tijdens het begin van de
waterdoorspuiting eveneens geopend, om koelgas naar de
verdamper af te leiden.
5. Afgifte
De koeldampsolenoïde blijft open en het koelgas verwarmt de
verdampers, zodat de ijsblokjes als een blad van de verdamper
naar de bewaarbak glijden. Het glijdende blad blokjes duwt
het watergordijn naar buiten en opent de overeenkomstige
bakschakelaar.
Het tijdelijke openen en weer sluiten van de bakschakelaar
schakelt relais 2 (rechts) of 3 (links) uit. Het openen van relais
2 of 3 schakelt de overeenkomstige koeldampsolenoïde
gedurende het restant van de Afgiftesequentie uit. Het
tijdelijke openen en weer sluiten van beide bakschakelaars
beëindigt de Afgiftesequentie en brengt de ijsmachine terug
naar de Vriessequentie (stappen 2 - 3).
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
6. Automatische uitschakeling
IJsmachine: Wanneer de verzamelbak vol is, op het einde van
de Afgiftesequentie, raakt het blad ijsblokjes één of beide
watergordijnen. Wanneer één of beide watergordijnen 7
seconden geopend blijven, openen alle 5 relais en schakelt de
machine zichzelf uit.
CVD-condensoreenheid: Wanneer de druk van de
koelvloeistof laag genoeg is om de lagedrukregelaar van de
ventilator te openen, wordt de contactspoel uitgeschakeld en
stoppen de compressor en de ventilatormotor van de
condensor.
De ijsmachine blijft uitgeschakeld tot voldoende ijs uit de
bewaarbak is verwijderd opdat het ijs het watergordijn niet
zou raken. Wanneer het watergordijn terugkeert naar de
werkpositie, sluit de schakelaar van de bak en start de
ijsmachine opnieuw (stappen 1-2).
13
Inwendige reiniging en ontsmetting
ALGEMEEN
Voor een efficiënte werking, moet u de ijsmachine elke zes
maanden reinigen en ontsmetten. Indien de ijsmachine vaker
moet worden gereinigd en ontsmet, raadpleegt u een bevoegd
onderhoudsbedrijf om de waterkwaliteit te onderzoeken en
een gepast waterbehandelingssysteem of de installatie van het
AuCS
-accessoire (Automatic Cleaning System) aan te
bevelen. Een zeer vuile ijsmachine kan worden gedemonteerd
om ze te reinigen en te ontsmetten.
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend het door Manitowoc goedgekeurde
reinigingsmiddel (Cleaner, artikelnummer 94-0546-3) en
ontsmettingsmiddel (Sanitizer, artikelnummer 94-0565-3).
Het is verboden deze stoffen anders te gebruiken dan op het
etiket wordt voorgeschreven. Zorg dat u alle etiketten op de
flessen leest en begrijpt vóór u de producten gebruikt.
VOORZICHTIG
Meng de reiniger en het ontsmettingsmiddel niet met elkaar.
Het is verboden deze oplossingen anders te gebruiken dan op
het etiket wordt voorgeschreven.
WAARSCHUWING
Draag rubberen handschoenen en een veiligheidsbril (en/of
gelaatsmasker) wanneer u met de reiniger of het
ontsmettingsmiddel werkt.
REINIGINGSPROCEDURE
Gebruik reiniger om algen of slijm te verwijderen. Gebruik
hem niet om kalkaanslag of andere minerale afzettingen te
verwijderen. Ga als volgt te werk om met behulp van de
gepatenteerde reinigingstechnologie van Manitowoc een
reinigingscyclus te starten.
Stap 1 Plaats de schakelaar in de UIT-stand nadat het ijs op
het einde van een Afgiftesequentie uit de verdamper is
gevallen. U kunt de schakelaar ook op UIT zetten en het ijs
van de verdamper laten smelten.
VOORZICHTIG
Tracht nooit ijs van de verdamper los te wrikken. Dit kan de
machine beschadigen.
Stap 2 Om een reinigingscyclus te beginnen, plaatst u de
schakelaar in de positie REINIGEN. Het water zal door het
stortventiel in de afvoer lopen. Het lampje Reinigen begint te
branden, als teken dat de ijsmachine in reinigingsmodus
werkt.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut, of tot het water over de
verdamper vloeit.
Stap 4 Giet de juiste hoeveelheid Manitowoc reiniger voor
ijsmachines in de waterbak.
CVD-modellen Hoeveelheid
reiniger
Q1400C 150 ml (5 ounces)
Stap 5 De ijsmachine zal automatisch een reinigingscyclus
van tien minuten uitvoeren, gevolgd door zes spoelcycli.
Daarna stopt ze. De volledige cyclus duurt ongeveer 25
minuten..
OPMERKING: Aangrenzende vlakken die niet met het
waterdistributiesysteem in contact komen, moeten regelmatig
worden schoongemaakt.
Stap 6 Wanneer de reiniging stopt, plaatst u de schakelaar in
de UIT-positie. Zie "Ontsmettingsprocedure" op de volgende
pagina.
14
ONTSMETTINGSPROCEDURE
Gebruik ontsmettingsmiddel om algen of slijm te verwijderen.
Gebruik het niet om kalkaanslag of andere minerale
afzettingen te verwijderen. Ga als volgt te werk om met
behulp van de gepatenteerde
reinigings/ontsmettingstechnologie van Manitowoc een
ontsmettingscyclus te starten.
Stap 1 Plaats de schakelaar in de UIT-stand nadat het ijs op
het einde van een Afgiftesequentie uit de verdamper is
gevallen. U kunt de schakelaar ook op UIT zetten en het ijs
van de verdamper laten smelten.
VOORZICHTIG
Tracht nooit ijs van de verdamper los te wrikken. Dit kan de
machine beschadigen.
Stap 2 Om een ontsmettingscyclus te beginnen, plaatst u de
schakelaar in de positie REINIGEN. Het water zal door het
stortventiel in de afvoer lopen. Het lampje Reinigen begint te
branden, als teken dat de ijsmachine in reinigingsmodus
werkt.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut, of tot het water over de
verdamper vloeit.
Stap 4 Giet de juiste hoeveelheid Manitowoc
ontsmettingsmiddel voor ijsmachines in de waterbak.
CVD-modellen Hoeveelheid
ontsmettingsmiddel
Q1400C 150 ml
Stap 5 De ijsmachine zal automatisch een ontsmettingscyclus
van tien minuten uitvoeren, gevolgd door zes spoelcycli.
Daarna stopt ze. De volledige cyclus duurt ongeveer 25
minuten..
Opmerking: Aangrenzende vlakken die niet met het
waterdistributiesysteem in contact komen, moeten regelmatig
worden schoongemaakt. Als de bak ontsmet moet worden,
verwijdert u al het ijs en ontsmet u hem met een oplossing van
120 ml ontsmettingsmiddel in 23 L water.
Gesteriliseerde ruimtes niet naspoelen s.v.p.
Stap 6 Wanneer de ontsmettingsprocedure stopt, plaatst u de
schakelaar in de positie IJS om weer ijs te produceren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Manitowoc Ice Q Model QuietQube Q1400C Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual