WAGNER W 660 Operating Instructions Manual

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de WAGNER W 660 Operating Instructions Manual. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
31
W 660
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw WAGNER spuitpistool.
U bezit nu een merkproduct, dat voor een storingvrije werking zorgvuldig moet worden
gereinigd en onderhouden. Lees voor inbedrijfstelling van het apparaat de
gebruikshandleiding nauwkeurig door en neem de veiligheidsaanwijzingen in
acht. Bewaar de gebruikshandleiding zorgvuldig.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Let op! Lees alle aanwijzingen goed door. Fouten bij het opvolgen van
hieronder vermelde aanwijzingen kunnen leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel. Met het hieronder gebruikte
begrip "elektrisch gereedschap" wordt zowel elektrisch gereedschap
op netvoeding (met netkabel) bedoeld als oplaadbaar elektrisch
gereedschap (zonder netkabel).
1. Werkplek
a) Houd uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommel en slecht verlichte
werkplekken kunnen leiden tot ongevallen.
b) Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving met
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap wekt vonken
op die stof of dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap op afstand. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over
het apparaat verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a) De netstekker van het apparaat moet passen in de wandcontactdoos. De
stekker mag op geen enkele manier worden gewijzigd. Gebruik geen
stekkeradapter voor geaarde apparaten. Ongewijzigde stekkers en
passende wandcontactdozen verminderen het risico van elektrische schokken.
b) Voorkom contact van uw lichaam met geaarde oppervlakken van
b.v. buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico op elektrische schokken wanneer uw lichaam is geaard.
c) Houd het apparaat uit de regen en breng het niet in contact met water. In
een elektrisch apparaat binnendringend water verhoogd het risico van
elektrische schokken.
d) Gebruik de netkabel niet voor andere doeleinden, b.v. om het apparaat
aan te dragen, op te hangen of om de stekker uit de wandcontactdoos te
trekken. Houd de kabel verwijderd van warmtebronnen, olie, scherpe
NL
32
W 660
randen of bewegende delen van apparaten. Beschadigde kabels en kabels
die in de war zijn verhogen het risico van elektrische schokken.
e) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, dient u uitsluitend
verlengkabels te gebruiken die voor buitengebruik zijn toegestaan. Het
gebruik van voor buitengebruik geschikte verlengkabels vermindert het risico
van elektrische schokken.
3. Veiligheid van personen
a) Wees alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij het
werken met elektrisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet wanneer u
moe bent of onder de invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Eén
moment van onachtzaamheid tijdens het gebruik van het apparaat kan leiden
tot ernstig letsel.
b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en draag altijd een
veiligheidsbril. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals
stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van type en gebruik van het elektrisch
gereedschap, vermindert het risico van letsel.
c) Voorkom onbedoeld starten van het gereedschap. Verzeker u ervan dat de
schakelaar in de stand "UIT" staat, voordat u de netstekker in de
wandcontactdoos steekt. Wanneer u tijdens het dragen van het apparaat een
vinger op de schakelaar houdt of het apparaat ingeschakeld op de netvoeding
aansluit, kan dit leiden tot ongevallen.
d) Verwijder afstelgereedschap of moersleutels voordat u het apparaat
inschakelt. Gereedschap of een moersleutel die zich in een draaiend deel van
het apparaat bevindt, kan leiden tot letsel.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een goede houding en bewaar op elk
moment uw evenwicht. Dan kunt u het apparaat in onverwachte situaties
beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sierraden.
Houd haren, kleding en handschoenen verwijderd van bewegende delen.
Loszittende kleding, sierraden of lange haren kunnen door bewegende delen
worden gegrepen.
NL
33
W 660
4. Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrisch gereedschap
a) Zorg dat u het apparaat niet overbelast. Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bedoelde elektrische gereedschap. Met het juiste elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c) Verwijder de stekker uit de wandcontactdoos voordat u afstellingen aan
het apparaat uitvoert, accessoires vervangt of het apparaat aan de kant
legt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt dat het apparaat onbedoeld wordt
gestart.
d) Bewaar elektrisch gereedschap, wanneer het niet wordt gebruikt, buiten
bereik van kinderen. Laat geen personen met het apparaat werken die
daar niet mee vertrouwd zijn of die deze aanwijzingen niet hebben
gelezen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer dit door onervaren
personen wordt gebruikt.
e) Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer dat bewegende delen
correct functioneren en niet klemmen en dat er geen onderdelen zijn
gebroken of zodanig beschadigd dat de werking van het apparaat nadelig
wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen voor gebruik van het
apparaat repareren. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrisch gereedschap.
f) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, hulpmiddelen enz. in
overeenstemming met deze aanwijzingen en zoals voor dit specifieke
type apparaat is voorgeschreven. Houd daarbij rekening met de
werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor ander dan het bedoelde gebruik kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
5. Service
a) Laat het apparaat uitsluitend repareren door gekwalificeerd technisch
personeel en uitsluitend met originele onderdelen. Daarmee blijft de
veiligheid van het apparaat gewaarborgd.
NL
34
W 660
Veiligheidsaanwijzingen voor spuitpistolen
Let op! Draag adembescherming: verfnevel en oplosmiddeldampen zijn schadelijk voor de
gezondheid. Werk uitsluitend in ruimten met goede natuurlijke ventilatie of gebruik
geforceerde ventilatie. Het dragen van werkkleding, veiligheidsbril, gehoorbescherming en
handschoenen wordt aanbevolen.
Let op! Gevaar voor letsel! Richt de spuitstraal nooit op personen of dieren!
Met het spuitpistool mogen uitsluitend lakken en andere vloeistoffen worden verspoten met
een vlampunt van 21°C of hoger (zie de informatie op de materiaalverpakking).
De spuitpistolen mogen niet worden gebruikt voor het verspuiten van brandbare stoffen.
De spuitpistolen mogen niet worden gereinigd met brandbare oplosmiddelen met
een
vlampunt lager dan 21°C.
Houd rekening met gevaren die het gevolg kunnen zijn van het verspoten materiaal en neem
tevens de aanwijzingen op de verpakking of van de fabrikant van het materiaal in acht.
Verspuit geen materialen waarvan u de eventuele gevaren niet kent.
De spuitpistolen mogen niet worden gebruikt op arbeidsplaatsen, die vallen onder de
wetgeving voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Om explosiegevaar tijdens spuitwerkzaamheden te voorkomen, moet worden gezorgd voor
goede natuurlijke of geforceerde ventilatie.
Tijdens het spuiten mogen zich in de omgeving geen ontstekingsbronnen bevinden, zoals
open vuur, brandende sigaretten, vonken, gloeidraden en hete oppervlakken.
Let erop, dat er geen oplosmiddeldampen door het apparaat worden aangezogen. Spuit niet
over het apparaat!
Het spuitpistool is geen speelgoed. Laat nooit kinderen met het spuitpistool werken of ermee
spelen.
Verwijder voor alle werkzaamheden aan het spuitpistool de netstekker uit de
wandcontactdoos.
Dek de oppervlakken die niet
moeten worden gespoten af. Houd er tijdens de
werkzaamheden rekening mee dat verfnevel b.v door de wind over grote afstanden kan
worden verplaats en daardoor schade kan veroorzaken.
Met originele WAGNER accessoires en reserveonderdelen heeft u de garantie dat
aan alle veiligheidsvoorschriften is voldaan.
Technische gegevens
Max. viscositeit: 45 DIN-s
Spanning: 230-240 V~
Opgenomen vermogen: 350 W
Verstuivingsvermogen: 105 W
Dubbel geïsoleerd:
Geluidsdrukniveau: 80 dB(A)
Trillingsniveau: <2,5 m/s²
Lengte luchtslang: 1,8 m
Gewicht
:
3,3 kg
NL
35
W 660
Verwerkbare materialen
Oplosmiddelhoudende en waterverdunbare lakken, beitsen, grondverven,
2-componentlakken, blanke lakken, autolakken en houtveredelingsmiddelen.
Niet-verwerkbare materialen
Muurverven (dispersies) enz., loog- of zuurhoudende materialen. Materialen met een
vlampunt onder 21°C.
Voorbereiden van het materiaal
Voor verwerking met een spuitpistool moet verf in het algemeen worden verdund.
Aanwijzingen voor de juiste verdunning voor het verspuiten vindt u echter zelden op de
verpakking van het materiaal. Maak in dat geval gebruik van de viscositeitstabel
hieronder.
(Viscositeit = dikvloeibaarheid van het materiaal)
Meten van de viscositeit
1. Roer het materiaal voor de meting grondig door.
2. Dompel de viscositeitmeetbeker (Afb 2.) tot boven de rand onder in het materiaal
3. Til de meetbeker op en meet de tijd in seconden tot het moment dat de
vloeistofstraal tijdens het leeglopen wordt onderbroken (Afb. 2).
Deze tijd wordt de "uitlooptijd in seconden" genoemd.
Viscositeitstabel
Te verspuiten materiaal Uitlooptijd in seconden
Oplosmiddelverdunbare grondverven 30 - 45
Oplosmiddelverdunbare lakken 20 - 45
Waterverdunbare grondverven 30 - 45
Waterverdunbare lakken 20 - 40
Houtveredelingsmiddelen, beitsen, oliën onverdund
Desinfectiemiddelen, plantenbeschermingsmiddelen onverdund
Auto-aflakken 20 - 40
Beschrijving (Afb. 1)
1 Luchtkap 9 Luchtslang
2 Spuitkop 10 Draagriem
3 Wartel 11 Luchtfilter
4 Pistoollichaam standaardspuitopzet 12 Luchtrooster
5 Trekker 13 Netkabel
6 Stelschroef materiaalhoeveelheid 14 Pistoolhouder
7 Pistoolgreep 15 Reservoir
8 AAN/UIT-schakelaar
NL
36
W 660
Inbedrijfstelling
Controleer voor aansluiting op het lichtnet dat de netspanning overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje.
Bevestig de draagriem aan het apparaat. (Afb. 3)
Schroef het reservoir los van het spuitpistool.
Positioneer de stijgbuis. (Afb. 4)
Bij een juiste stand van de stijgbuis kan de inhoud van het reservoir nagenoeg
zonder achterblijvende restanten worden verspoten.
Bij spuitwerkzaamheden op liggende voorwerpen: stijgbuis naar voren draaien.
(Afb. 4A)
Bij spuitwerkzaamheden boven het hoofd: stijgbuis naar achteren draaien. (Afb. 4B)
Plaats het reservoir op een stuk papier en vul deze met het voorbereide materiaal.
Draai het reservoir stevig aan het spuitpistool vast.
Koppel voor- en achterstuk van het pistool aan elkaar. (Afb. 6)
Monteer de luchtslang (Afb. 5, a + b). Steek de luchtslang stevig in de aansluiting op
het apparaat en op de pistoolgreep. De stand van de slang kan daarbij willekeurig
worden gekozen.
Plaats het spuitpistool in de pistoolhouder op het apparaat.
Plaats het apparaat uitsluitend op een schone, vlakke ondergrond zodat het geen
stof kan aanzuigen.
Hang het apparaat met de draagriem om.
Neem het spuitpistool uit de pistoolhouder en richt deze op het spuitobject.
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de
materiaalhoeveelheid en het spuitresultaat te bepalen.
Bedien de AAN/UIT-schakelaar op het apparaat.
Op het spuitpistool kunnen afhankelijk van toepassing en object drie
verschillende spuitstraalvormen worden ingesteld.
Spuitstraalvorm
Afb. 7 A = verticale vlakke straal voor het horizontaal opbrengen van verf
Afb. 7 B = horizontale vlakke straal voor het verticaal opbrengen van verf
Afb. 7 C = ronde straal voor hoeken en randen en voor moeilijk
bereikbare oppervlakken
Instelling van de gewenste spuitstraalvorm (Afb. 8)
Draai de wartel (1) iets los en draai de luchtkap (2) in de gewenste
spuitvormstand (pijl). Draai vervolgens de wartel weer vast.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel! Haal nooit de trekker
over tijdens het afstellen van de luchtkap.
NL
37
W 660
Instelling van de materiaalhoeveelheid (Afb. 9)
Bepaal de materiaalhoeveelhid door de stelschroef op de trekker van het pistool te
verdraaien.
- naar links draaien minder materiaal
+ naar rechts draaien meer materiaal
Spuittechniek
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het te
spuiten oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom zorgvuldig
voor en houd het stofvrij.
Dek oppervlakken die niet moeten worden gespoten af.
Dek schroefdraden en dergelijke aan het spuitobject af.
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de juiste instelling
voor het spuitpistool te bepalen.
Belangrijk: Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom onderbrekingen
binnen het te spuiten oppervlak.
De spuitbeweging moet niet met de pols worden uitgevoerd, maar met de arm. Zo
blijft tijdens het spuiten de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak altijd
gelijk. Kies een afstand van 5 - 15 cm, afhankelijk van de gewenste straalbreedte.
Afb. 10 a: GOED gelijkmatige afstand tot het object.
Afb. 10 b: FOUT ongelijkmatige afstand leidt tot een ongelijkmatig resultaat.
Beweeg het spuitpistool gelijkmatig heen en weer of op en neer, afhankelijk van de
instelling van de spuitstraalvorm.
Gelijkmatige bewegingen met het spuitpistool geven een uniforme
oppervlaktekwaliteit.
Reinig spuitkop en luchtkap met oplosmiddel resp. water wanneer zich daarop
materiaal heeft opgebouwd.
Werkonderbreking van maximaal 4 uur
Schakel het apparaat uit.
Steek het spuitpistool in de pistoolhouder.
Bij het verwerken van 2-componentenlakken moet het apparaat direct worden
gereinigd.
Buiten bedrijf stellen en reinigen
1. Schakel het apparaat uit. Haal de trekker over zodat het materiaal in het
spuitpistool terugloopt in het reservoir.
2. Demonteer het pistool. Druk de haak (Afb. 6b "klik") iets omlaag.
Verdraai het voorstuk van het pistool en de pistoolgreep ten opzichte van elkaar.
3. Draai het reservoir los. Giet het resterende materiaal terug in het verfblik.
4. Maak reservoir en stijgbuis met een kwast zo ver mogelijk schoon.
5. Vul het reservoir met oplosmiddel resp. water. Draai het reservoir weer vast.
Gebruik uitsluitend oplosmiddelen met een vlampunt boven 21°C.
6. Zet het pistool weer in elkaar. (Afb. 6)
NL
38
W 660
7. Schakel het apparaat in en spuit het oplosmiddel resp. het water in een reservoir
of op een doek.
8. Herhaal dit proces tot er helder oplosmiddel resp. water uit de spuitkop komt.
9. Schakel het apparaat uit en demonteer het pistool.
10. Giet vervolgens het reservoir helemaal leeg. Houd de afdichting van het reservoir
vrij van materiaalresten en controleer deze op beschadigingen.
11. Maak de buitenzijde van spuitpistool en reservoir schoon met een in oplosmiddel
resp. water gedrenkte doek.
12. Draai de wartel los en verwijder luchtkap en spuitkop. Reinig luchtkap en spuitkop
met kwast en oplosmiddel resp. water.
LET OP! Reinig nooit de afdichtingen en de spuit- of luchtopeningen van het
spuitpistool met spitse metalen voorwerpen.
13. Zet alle delen weer in elkaar. Let bij het monteren van de spuitkop op de juiste
stand. (Afb. 11)
Onderhoud
Vervang afhankelijk van de mate van vervuiling het luchtfilter. Verwijder de afdekking
door deze met een schroevendraaier uit het apparaat te wippen (Afb. 12, pijl). Plaats
een schoon luchtfilter in de afdekking. De gladde zijde van het luchtfilter (Afb. 12, 1)
moet daarbij naar het apparaat zijn gekeerd. Klik de afdekking weer vast in het
apparaat.
Belangrijk! Gebruik het apparaat nooit zonder luchtfilter omdat eventueel
aangezogen vuil de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
Meer informatie over de productenreeks van WAGNER voor renovatiewerkzaamheden
onder www.wagner-group.com
Reserveonderdelenlijst (Afb. 13)
Pos. Benaming Bestelnr.
1 Wartel 0417 319
2 Luchtkap 0414 368
3 Spuitkop 0414 352
4 Spuitkopafdichting 0414 353
5 Standaardspuitopzet compl. met reservoir 800 ml 0417 914
6 Pistoolgreep 0414 240
7 Luchtslang 0414 202
8 Draagriem 0414 204
9 Viscositeitmeetbeker 0209 058
10 Afdekking 0414 302
11 Luchtfilter 9995 617
12 Reservoir (800 ml) met deksel 0413 909
13 Stijgbuis 0414 363
14 Reservoirafdichting 0417 341
15 Luchtspuitkop 0414 329
NL
39
W 660
Luchtspuitkop
De luchtspuitkop is geschikt voor het verwijderen van vuil en voor het snel opblazen van
luchtbedden e.d. (Afb. 14).
LET OP!
Draag een veiligheidsstofmasker. Fijne stofdeeltjes kunnen in de luchtwegen terechtkomen.
Overbelast het apparaat niet! De overdrukopeningen (Afb. 14, 1) mogen niet
worden afgesloten.
Gebruik de luchtspuitkop uitsluitend onder continu toezicht. Controleer continu de luchtdruk in het
op te blazen voorwerp. Voorkomen schade door het voortijdig verwijderen van de
luchtspuitkop.
Verhelpen van storingen
Accessoires (niet bij levering inbegrepen)
Benaming Bestelnr.
Reservoir 800 ml met deksel
Voorkomt het uitdrogen van de verf en het verdampen van het oplosmiddel. 0413 909
Standaardpuitopzet incl. reservoir 800 ml
Voor het snel wisselen van verf. Voor middelgrote en grote voorwerpen en meubels. 0417 914
Spuitopzet voor kleine hoeveelheden incl. reservoir 250 ml
Voor filigreine voorwerpen, gedetailleerd en creatief werk. 0417 918
Spuitopzet voor grote hoeveelheden incl. reservoir 1400 ml
Vlot werken op grote voorwerpen zoals blokhutten, garagedeuren, enz. 0417 917
Detail- en radiatorspuitopzet met verlengstuk incl. reservoir 600 ml
Voor moeilijk bereikbare plaatsen, b.v. radiatoren, hoekjes in kasten, nissen, enz. 0417 915
Storing Oorzaak Oplossing
Er komt geen materiaal uit de Spuitkop verstopt Reinigen
spuitkop Stelschroef materiaalhoeveelheid te
ver naar rechts gedraaid (-) Naar links draaien (+)
Geen drukopbouw in het reservoir Reservoir vastdraaien
Reservoir leeg Bijvullen
Stijgbuis los Insteken
Stijgbuis verstopt Reinigen
Materiaal druppelt na uit de Ophoping van materiaal op luchtkap Reinigen
spuitkop en spuitkop
Spuitkop los Wartel vastdraaien
Spuitkopafdichting versleten Vervangen
Spuitkop versleten Vervangen
Te grove verstuiving Materiaalhoeveelheid te hoog Stelschroef materiaalhoeveel-
Stelschroef materiaalhoeveelheid te ver heid naar rechts draaien (-)
naar links gedraaid (+)
Dpuitkop vuil Reinigen
Materiaal te dikvloeibaar Viscositeit controleren
Te lage drukopbouw in het reservoir Reservoir vastdraaien
Luchtfilter sterk vervuild Vervangen
Spuitstraal pulseert Materiaal in het reservoir is bijna op Bijvullen
Spuitkopafdichting versleten Vervangen
Luchtfilter sterk vervuild Vervangen
Materiaal vormt tot uitlopers Teveel materiaal opgebracht Stelschroef materiaalhoeveel-
heid naar rechts draaien (-)
Materiaal te dunvloeibaar Viscositeit controleren
Teveel materiaalnevel Afstand tot het spuitobject te groot Spuitafstand verkleinen
(overspray) Materiaalhoeveelheid te hoog Stelschroef materiaalhoeveel-
heid naar rechts draaien (-)
NL
40
W 660
Milieu
Het apparaat met accessoires dient milieubewust te worden gerecycled. Depo-
neer het apparaat niet bij het huisvuil. Bescherm het milieu en lever het apparaat
in bij een lokaal inzamelpunt of informeer bij de winkel.
Belangrijke aanwijzing m.b.t. productaansprakelijkheid!
Op basis van een sinds 01.01.1990 geldende EU-verordening is de fabrikant uitsluitend
aansprakelijk voor zijn product, wanneer alle onderdelen van hem afkomstig zijn of door
hem zijn vrijgegeven, resp. wanneer de apparatuur correct is gemonteerd en wordt
gebruikt. Bij gebruik van niet-originele accessoires en reserveonderdelen kan de
aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk vervallen.
2 jaar garantie
De garantie bedraagt 2 jaar, gerekend vanaf de dag van verkoop (kassabon). Deze garantie omvat en is
beperkt tot het gratis verhelpen van eventuele gebreken, die aantoonbaar te wijten zijn aan het gebruik
van niet onberispelijk materiaal bij de fabricage of montagefouten of tot het kosteloos vervangen van de
defecte onderdelen. De garantie geldt niet in geval van beschadigingen te wijten aan ondeskundig gebruik
of ondeskundige inbedrijfname. De garantie vervalt bij zelfstandig uitgevoerde montages of reparaties, die
niet in onze bedieningshandleiding zijn vermeld. De aan normale slijtage onderhevige onderdelen zijn
eveneens uitgesloten van garantie. Industriële toepassingen zijn van aansprakelijkheid uitgesloten. Wij
behouden ons het recht op garantieclaim uitdrukkelijk voor. De garantie vervalt indien het apparaat door
andere personen dan het Wagner-personeel wordt geopend. Transportschade, onderhoudswerkzaam
heden evenals schade en storingen door ondeskundige onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesloten van
garantie. De garantie geldt alleen als het aankoopbewijs en de volledig ingevulde garantiekaart kunnen
worden voorgelegd. Tenzij de Wet anders oordeelt, zijn garantieclaims uitgesloten voor alle persoonlijke
ongelukken, materiële schade of verdere schade voortvloeiend uit een schadegeval, in het bijzonder
indien het apparaat voor een andere toepassing dan in de bedieningshandleiding beschreven werd
gebruikt, niet volgens onze bedieningshandleiding in bedrijf werd genomen of onderhouden, of indien
reparaties zelfstandig door niet deskundigen werden uitgevoerd. Wij behouden ons alle reparaties en
reparaties in onze werkplaats voor, die buiten het aangegeven bestek van deze handleiding vallen.
Indien het een garantie of reparatie betreft, richt u zich tot de desbetreffende dealer.
W 660
CE Konformitätserklärung
Wir erklären in alleiniger Verantwortung, dass dieses Produkt den folgenden einschlägigen Bestimmungen ent-
spricht: 73/23/EWG, 89/336 EWG; 2002/95/EG; 2002/96/EG
Angewandte harmonisierte Normen: EN 55014-1: 2002, EN 55014-2: 2001, EN 61000-3-2: 2005,
EN 61000-3-3: 2001, EN 60335-1:2004
CE Declaration of Conformity
We declare under sole responsibility that this product conforms to the following relevant stipulations: 73/23/EWG,
89/336 EWG; 2002/95/EG; 2002/96/EG
Applied harmonised norms: EN 55014-1: 2002, EN 55014-2: 2001, EN 61000-3-2: 2005,
EN 61000-3-3: 2001, EN 60335-1:2004
CE Déclaration de conformité
Nous déclarons sous notre responsabilité que ce produit est en conformité avec les réglementations suivantes :
73/23/EWG, 89/336 EWG; 2002/95/EG; 2002/96/EG
Conforme aux normes et documents normalisés : EN 55014-1: 2002, EN 55014-2: 2001, EN 61000-3-2: 2005,
EN 61000-3-3: 2001, EN 60335-1:2004
CE Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen: 73/23/EWG, 89/336 EWG; 2002/95/EG; 2002/96/EG.
En normatieve dokumenten: EN 55014-1: 2002, EN 55014-2: 2001, EN 61000-3-2: 2005,
EN 61000-3-3: 2001, EN 60335-1:2004
J. Wagner GmbH
Otto-Lilienthal-Str. 18 A. Aepli i. V. J. Ulbrich
D-88677 Markdorf Division Manager Development Manager
D
GB
F
NL
1/48