Victron energy EasySolar 12V & 24V, 1600VA de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES IT Appendix
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit
product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur dient
uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs
als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij
de in- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de accu uit
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Verwijder het voorpaneel niet en stel het product niet in werking als niet
alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door
gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de accu om u ervan te verzekeren dat het
product bestemd is voor gebruik in combinatie met de accu. De veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant van de accu dienen altijd in acht te worden genomen.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging).
De wisselstroom in- en/of uitgangsklemmen moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt
zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd,
moet het product worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onbedoelde
inbedrijfstelling; neem in dat geval contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de gelijkstroom- en wisselstroomaansluitkabels zijn voorzien van zekeringen
en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander type.
Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt
met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding.
2
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt in de juiste omgevingsomstandigheden. Gebruik
het product nooit in een vochtige of stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije
ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet worden
geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van
het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de -40°C en
60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, opnieuw opladen en verwijderen van de accu.
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
Alles-in-één stroomoplossing op zonne-energie
De EasySolar combineert een MPPT zonne-laadcontroller, een omvormer/lader en
wisselstroomverdeling in één behuizing.
Het product is eenvoudig te installeren, met een minimum aan bedrading.
Zonne-laadcontroller: BlueSolar MPPT 100/50
Tot drie sets PV-panelen kunnen met drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers worden
aangesloten.
Omvormer/lader: MultiPlus Compact 12/1600/70 of 24/1600/40
De MPPT laadcontroller en de EasyPlus omvormer/lader delen de gelijkstroom-accukabels
(meegeleverd). De accu's kunnen worden opgeladen met zonne-energie (MPPT) en/of met
wisselstroom (omvormer/lader) via het elektriciteitsnet of een reeks aggregaten.
Wisselstroomverdeling
De wisselstroomverdeling bestaat uit een aardlekschakelaar (30mA/16A) en vier
wisselstroomuitgangen die van twee 10A- en twee 16A-contactverbrekers zijn voorzien.
Een 16A-uitgang wordt aangestuurd door de wisselstroomingang: deze wordt alleen
ingeschakeld als er wisselstroom beschikbaar is.
PowerAssist
De unieke PowerAssist-technologie beschermt het apparaat of de aggregaatvoeding tegen
overbelasting door, indien nodig, extra omvormvermogen toe te voegen.
3
EN NL FR DE ES IT Appendix
2.2 Omvormer
MultiPlus Compact functioneel
The MultiPlus Compact dankt zijn naam aan de vele functies die het kan uitvoeren. Het is
een krachtige zuivere sinusgolfomvormer, een geavanceerde acculader met adaptieve
laadtechnologie en een supersnelle AC-wisselschakelaar in een enkele compacte
behuizing. Naast deze primaire functies beschikt de MultiPlus Compact over meerdere
geavanceerde eigenschappen die een reeks nieuwe toepassingen, zoals onderstaand
beschreven, mogelijk maken.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, wordt de
omvormer in de MultiPlus Compact automatisch geactiveerd en neemt deze de voeding
over van de aangesloten apparaten. Dit gaat zo snel (in minder dan 20 milliseconden) dat
computers en andere elektronische apparaten ongestoord kunnen blijven functioneren.
PowerControl Maximaal benutten van beperkte aggregaat- of walstroom
Met het Multi Control-bedieningspaneel kan een maximale wal- of aggregaatstroom
worden ingesteld. De MultiPlus Compact houdt dan rekening met andere
stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is, zodat de
aggregaat- of walaansluiting niet wordt overbelast.
PowerAssist Vergroot de capaciteit van aggregaat- of walstroom
Deze functie voegt nog een dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de
MultiPlus Compact het beschikbare vermogen van het aggregaat of de walaansluiting
verdubbelt. Waar piekvermogen vaak slechts kortstondig nodig is, is het mogelijk om de
grootte van het benodigde aggregaat te verkleinen of omgekeerd om meer vermogen te
verkrijgen met de vaak slechts beperkte walaansluiting. Als de belasting afneemt, wordt
de reservestroom gebruikt om de accu weer op te laden.
Programmeerbaar relais
De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais dat standaard is ingesteld als
alarmrelais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd,
bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
2.3 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk absorptie druppel opslag
Het microprocessorgestuurde ‘adaptieve’ accumanagementsysteem van de MultiPlus
Compact kan vooraf worden ingesteld voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie
optimaliseert het laadproces automatisch afhankelijk van hoe de accu wordt gebruikt.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu (bijvoorbeeld als een jacht op walstroom is aangesloten)
wordt de absorptie kort gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe
ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
4
Schade door overmatige gasvorming beperken: door de begrensde spanningsstijging
(BatterySafe)
Indien, om de accu snel te kunnen opladen, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in
combinatie met een verhoogde absorptiespanning, zal de MultiPlus Compact schade door
overmatige gasvorming voorkomen door de snelheid, waarmee de spanning stijgt, te
beperken als de gasspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: door de
opslagfunctie
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. De
spanning wordt dan verlaagd tot 2,2V/cel (13,2V bij een 12V-accu) om gasvorming en
corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén keer per week wordt de
spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt
stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Verlengen van de levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
Bij iedere MultiPlus Compact wordt een accutemperatuursensor meegeleverd. Als de accu is
aangesloten, neemt de laadspanning automatisch af als de accutemperatuur stijgt. Deze
functie is vooral geschikt voor onderhoudsvrije accu's en/of als er aanzienlijke
temperatuurschommelingen van de accu worden verwacht.
Meer informatie over accu's en het opladen van accu's
Om meer te weten te komen over accu's en het opladen van accu's zie ons boek 'Elektriciteit
aan boord' (gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en te downloaden via
www.victronenergy.com). Voor meer informatie over adaptieve oplading zie de ‘Technische
Informatie’ op onze website.
2.4 Laadcontroller MPPT 100/50
Laadstroom tot 50A en PV-spanning tot 100V
De BlueSolar MPPT 100/50 laadcontroller kan een accu met een lagere nominale spanning
laden vanaf een PV-paneel met een hogere nominale spanning.
Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT)
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert, verbetert een ultrasnelle
MPPT-controller de energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWM-laadcontrollers en tot
10% in vergelijking met tragere MPPT-controllers.
Advanced Maximum Power Point Detection in het geval van wisselende schaduw
In het geval van wisselende schaduw kan de vermogen-spanningscurve twee of meer
maximale vermogenspunten bevatten.
Conventionele MPPTs benutten meestal plaatselijke MPP, hetgeen mogelijk niet het optimale
MPP is.
Het innovatieve BlueSolar-algoritme maximaliseert de energieopbrengst altijd door het
optimale MPP te benutten.
Uitstekend omzettingsrendement
Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan 98%. Volledige
uitgangsstroom tot 40°C (104°F).
5
EN NL FR DE ES IT Appendix
Flexibel laadalgoritme
Acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen
worden.
Uitgebreide elektronische beveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij hoge temperaturen.
Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit.
Beveiliging tegen PV-sperstroom.
Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor temperatuur.
Adaptief drietraps laden
De BlueSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een drietraps oplaadproces:
bulklading, absorptielading en druppellading.
Bulklading
Tijdens deze fase levert de controller zo veel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te
laden.
Absorptielading
Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de controller over
op de constante spanningsmodus.
Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort gehouden om overlading
van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch
verlengd om de accu volledig op te laden. Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd
als de laadstroom onder 2A daalt.
Druppellading
Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op de accu om deze volledig
opgeladen te houden.
2.5 Configuratie-assistenten
Er staan meerdere softwareprogramma's (assistenten) ter beschikking voor de configuratie
van het systeem voor zowel elektriciteitsnet interactieve systemen als autonome
toepassingen. Zie hiervoor http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/
6
3. BEDIENINGomvormer/lader
3.1 Schakelaar on/off/charger only
Als de schakelaar op onwordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer
wordt ingeschakeld en de LEDinverter ongaat branden.
Als er op de AC-in’-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen
de specificaties valt, worden doorgeschakeld naar de AC-outaansluiting. De omvormer
wordt uitgeschakeld, de LEDmains ongaat branden en de lader begint met opladen.
Afhankelijk van de laadmodus gaan de LEDs bulk, absorptieof floatbranden.
Als de spanning op de AC-in‘-aansluiting niet binnen de specificaties valt, zal de omvormer
worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op charger onlywordt gezet, zal alleen de acculader van de MultiPlus
Compact worden ingeschakeld als er netspanning aanwezig is. In deze modus wordt de
ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de AC-out’-aansluiting.
LET OP: Als alleen de laadfunctie nodig is, let er dan op dat de schakelaar in de stand
charger onlywordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de
omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het controlepaneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de
AC-ingang kan worden ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
Zie de juiste DIP switch-instellingen in paragraaf 5.5.1.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractiebatterijen hebben soms regelmatig een egalisatielading nodig. In de modus Egalisatie
gaat de MultiPlus Compact gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven
de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan
beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De LEDs bulken absorptiongaan dan
afwisselend knipperen.
De modus Egalisatie levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd
met een absorptiespanning te laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiPlus
Compact gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning
laden. De LEDabsorptiongaat dan branden.
7
EN NL FR DE ES IT Appendix
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De MultiPlus Compact kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het
voorpaneel in deze beide toestanden worden gebracht. Voorwaarde is wel dat alle
schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening en op het paneel) in de stand on
worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand charger onlystaat.
Om de MultiPlus is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden
gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt
gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden omgeschakeld. Hiermee wordt de
laadtoestand niet gewijzigd.
LET OP: het omschakelen van onnaar charger onlyen andersom, zoals hieronder beschreven,
dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de
middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook maar even in de stand offblijft
staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te
beginnen. Vooral bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij
gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem.
Procedure:
1. Controleer of alle schakelaars (bijv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar
op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in de stand onstaan.
2. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale
laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus druppellading).
3. Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van onnaar charger onlyen laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze
stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van charger onlynaar onen laat de schakelaar 0,5 tot 2
seconden in deze stand.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van onnaar charger onlyen laat de schakelaar in deze stand.
4. Op de MultiPlus gaan nu de drie LEDs ‘inverter, chargeren alarm5 keer knipperen.
Als een MultiControl-paneel is aangesloten, gaan de LEDs ‘bulk, absorptionen floatop het paneel ook 5
keer knipperen.
5. Vervolgens gaan op de MultiPlus de LEDs ‘bulk, absorption’ en ‘floatelk gedurende 2 seconden
branden.
Als een MultiControl-paneel is aangesloten, gaan de LEDs ‘bulk, absorptionen floatop het paneel ook
elk gedurende 2 seconden branden.
6.
a. Als de schakelaar op de MultiPlus op onwordt gezet, terwijl de LEDbulk brandt, schakelt de lader over
op egalisatie.
Evenzo schakelt de lader over op egalisatie als de schakelaar op het MultiControl-paneel op onwordt
gezet, terwijl de LEDbulkbrandt.
b. Als de schakelaar op de MultiPlus op onwordt gezet, terwijl de LEDabsorptionbrandt, schakelt de
lader over op geforceerde absorptie.
Evenzo schakelt de lader over op geforceerde absorptie als de schakelaar op het MultiControl-paneel op
onwordt gezet, terwijl de LEDabsorptionbrandt.
c. Als de schakelaar op de MultiPlus op onwordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden, schakelt de
lader over op druppellading’.
Evenzo schakelt de lader over op druppelladingals de schakelaar op het MultiControl-paneel op onwordt
gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden.
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiPlus in de modus charger onlyen schakelt daarna over
op druppellading.
8
3.4 LED-aanduidingen
Omvormer
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting. Accu in
bedrijf.
inverter
On
charger
Off
alarm
charger only
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accuspanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
inverter
On
charger
Off
alarm
charger only
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of
accuspanning te laag, of
omvormer temperatuur te hoog, of
DC-rimpelspanning op accu-
klem was te hoog.
inverter
On
charger
Off
alarm
charger only
LED uit
LED knippert
LED brandt
9
EN NL FR DE ES IT Appendix
Acculader
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader voert een bulk- of absorptielading uit.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader is uitgeschakeld.
De lader kan de accu-eindspanning niet
bereiken (bulkbeveiligings modus).
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de lader
voert een bulk- of absorptielading uit.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader voert een druppellading uit.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
10
4. INSTALLATIE omvormer/lader
4.1 Locatie
De MultiPlus Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd
zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te
worden vrijgehouden voor koeling.
De MultiPlus Compact is geschikt voor wandmontage. Zie voor de montage bijlage A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als ook verticaal worden gemonteerd; de voorkeur wordt
aan een verticale montage gegeven. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te
blijven.
Houd de afstand tussen de MultiPlus Compact en de accu zo kort mogelijk om het
spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen moet dit apparaat om veiligheidsredenen in een hittebestendige
omgeving worden geïnstalleerd. Voorkom daarom de aanwezigheid van
bijvoorbeeld chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel,
enz. in de directe omgeving.
4.2 Aansluiten van de accukabels (zie bijlage A)
Om de capaciteit van de MultiPlus Compact volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend
gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de
juiste dikte. Zie tabel.
24/1600
12/1600
standaard voorzien van 1,5
meter kabel (mm
2)
25 35
Aanbevolen kabeldikte (mm
2
)
1,5
1
5m
35
70
5 10m
70
140
Dit product dient door een gekwalificeerde elektricien te worden geïnstalleerd.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piekvermogen of geheel uitschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
11
EN NL FR DE ES IT Appendix
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Sluit de accukabels als volgt aan: de + (rood) en de (zwart) op de accu, zie bijlage A.
Bij omgekeerde polariteit (+ op en op +) raakt het apparaat beschadigd. (de
veiligheidszekering in de behuizing van de EasySolar kan beschadigd raken)
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
4.3 Aansluiten van de AC-kabels
De in- en uitgangsaansluitstekker bevindt zich aan de onderkant van de MultiPlus Compact,
zie bijlage A. De wal- of voedingskabel dient met behulp van een drie-aderige kabel op de
stekker te worden aangesloten. Gebruik een drie-aderige kabel met een flexibele kern en een
doorsnede van 2,5mm².
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC-kabels als volgt te werk:
De AC-uitgangskabel kan direct op de mannelijke stekker worden aangesloten (de stekker
kan worden uitgetrokken).
De aansluitpunten worden duidelijk aangegeven. Van links naar rechts: N’ (nulleider), aarde
en L1(fase)
De AC-ingangskabel kan direct op de vrouwelijke stekker worden aangesloten (de stekker
kan worden uitgetrokken).
De aansluitpunten worden duidelijk aangegeven. Van links naar rechts: L1(fase), aarde en
‘N’ (nulleider).
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde steeksleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen en/of het aardpunt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging.
De EasySolar is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de
neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen
externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe
wisselspanningsvoeding wordt aangeboden, zal het aardrelais zich openen
voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede werking
van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden
gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet
de behuizing worden geaard.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken.
In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische
corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietranformator.
12
Druk de ingangsspanningsstekker in de AC-ingangsstekker (aan de linker kant).
Druk de uitgangsspanningsstekker in de AC-uitgangsstekker (van links naar rechts AC0 tot
AC3).
4.4 Aansluitopties
Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden:
Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing en verwijder het voorpaneel.
4.4.1 Tweede accu
De MultiPlus Compact heeft een aansluiting (+) voor het laden van een startaccu. Zie voor het
aansluiten bijlage 1.
4.4.2 Temperatuursensor
Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de minpool van de accu worden
gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor druppel- en absorptieladen zijn 25°C. In
de instelmodus werkt de temperatuurcompensatie niet.
10.0
10.5
11.0
11.5
12.0
12.5
13.0
13.5
14.0
14.5
15.0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
Battery temperature
Volts
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Volts
4.4.3 Afstandsbedieningspaneel & schakelaar voor aan-/uitschakelen op afstand
Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend:
- Met een externe driewegschakelaar
- Met een Multi Control Panel
Zie paragraaf 5.5.1. voor de juiste DIP switch-instellingen.
Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een
afstandsbedieningspaneel.
4.4.4. Programmeerbaar relais
De MultiPlus is voorzien van een multifunctioneel relais dat standaard is geprogrammeerd als
alarmrelais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd,
bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist).
Een LED vlakbij de aansluitklemmen gaat branden als het relais wordt geactiveerd (zie S,
bijlage A).
13
EN NL FR DE ES IT Appendix
5. INSTELLINGEN omvormer/lader
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn over het algemeen
geschikt voor toepassing op 1 apparaat.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw
accu’s! Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw
acculeverancier!
MultiPlus-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer 50Hz
Ingangsfrequentiebereik 45 - 65Hz
Ingangsspanningsbereik 180 - 265 VAC
Omvormerspanning 230 VAC
Standalone / parallel / 3-fase standalone
Zoekmodus uit
Aardrelais aan
Lader aan/uit aan
Accukarakteristiek viertraps adaptief met BatterySafe-modus
Laadstroom 75% van de maximale laadstroom
Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt
voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden uit
Absorptiespanning 14,4 / 28,8V
Absorptietijd tot 8 uur (afhankelijk van bulk ladingstijd)
Druppelladingsspanning 13,8 / 27,6V
Opslagspanning 13,2 / 26,4V (niet instelbaar)
Herhaalde absorptietijd 1 uur
Herhaald absorptie-interval 7 dagen
Bulkbeveiliging aan
AC ingangsstroomlimiet 12A (= instelbare stroomgrens voor functies PowerControl
en PowerAssist)
UPS-functie aan
Dynamische stroombegrenzer uit
Zwakke AC uit
BoostFactor 2
PowerAssist aan
Programmeerbaar relais alarmfunctie
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees vóór het wijzigen aandachtig de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
14
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer
informatie vindt u in de help-bestanden van de software configuratieprogramma’s (zie
paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus
synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is
dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 65Hz; 45 55Hz; 55 65Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus synchroniseert
binnen dit bereik met de AC-ingangsspanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de
spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens: 180 - 230V
Bovengrens: 230 - 270V
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 – 245V
Search Mode (zoekmodus, enkel van toepassing in standalone-configuratie)
Als de zoekmodus is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%.
De search mode houdt in dat de MultiPlus Compact uitschakelt als er geen belasting is of als
deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus Compact even inschakelen. Als de
uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omvormer werken. Zo niet, dan
gaat de omvormer weer uit.
De zoekmodus kan met een DIP switch worden ingesteld.
De belastingniveaus uitschakelingen ingeschakeld blijvenvan de zoekmodus kunnen met
VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
15
EN NL FR DE ES IT Appendix
AES (Automatic Economy Switch)
In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES (enkel met behulp van VEConfigure) worden
gekozen.
Wanneer deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage
belasting verlaagd met ca. 20% door de sinusspanning iets te 'versmallen'.
Niet regelbaar met DIP switches.
Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais (H) wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het
terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in
de uitgang veilig te stellen.
Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze
functie worden uitgeschakeld.
Niet instelbaar met DIP switches.
Acculaadkarakteristiek
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor
een beschrijving.
Dit is de aanbevolen laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de software
configuratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
Accutype
De standaard instelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide
A200 en stationaire buisplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere
accu’s worden gebruikt: bijv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en
vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP switches kunnen vier laadspanningen
worden ingesteld.
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de
maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V-accu) nadat tijdens
absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP switches.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure.
Absorptietijd
Deze is afhankelijk van de bulktijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal
wordt opgeladen. Als de ‘vaste’ laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast.
Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt. Als voor snellading
een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de
voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP switches kan een tijd van acht of vier uur worden
ingesteld. Bij de adaptieve laadcurve bepaalt dit de maximale absorptietijd.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, herhaald absorptie-interval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP switches.
16
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere
laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet
instelbaar met DIP switches.
AC-ingangsstroomlimiet
Dit is de stroomgrensinstelling, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. De
fabrieksinstelling is 12A.
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op
onze website www.victronenergy.com.
Opmerking: laagst toegestane stroominstelling voor PowerAssist: 2,7A.
(2,7A per unit in geval van parallel bedrijf)
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de
MultiPlus praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf. De MultiPlus kan dan worden
gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige
apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor
gebruik van deze instelling* - de MultiPlus zou voortdurend omschakelen naar
omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De
MultiPlus reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor
wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (de
meeste computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van.
Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiPlus niet synchroniseert of voortdurend
terugschakelt naar omvormerbedrijf.
*Over het algemeen kan de UPS-instelling op ‘on’ blijven staan als de MultiPlus is
aangesloten op een aggregaat met een ‘synchrone AVR-geregelde wisselstroomdynamo’.
De UPS-modus moet misschien op ‘off’ worden gezet als de MultiPlus is aangesloten op een
aggregaat met een ‘synchrone condensatorgeregelde wisselstroomdynamo of een
asynchrone wisselstroomdynamo.
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een
statische omvormer (zogenaamde ‘omvormer’-aggregaten). Bij deze generatoren wordt het
toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik en
vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij
een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat
de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de MultiPlus beginnen met het leveren van extra
vermogen op een laag aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de
ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het aggregaat de tijd om op
toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op
plotselinge belastingvariaties.
17
EN NL FR DE ES IT Appendix
ZwakkeAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of
nauwelijks werkt. Als ZwakkeAC wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk
vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom.
Advies: ZwakkeAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens
zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer
desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen.
Niet instelbaar met DIP-switches.
BoostFactor
Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy
getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-switches.
Programmeerbaar relais
Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarmrelais, d.w.z. dat het relais
stroomloos wordt in geval van een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm,
rimpelspanning op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag).
Niet instelbaar met DIP switches.
Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is.
VEConfigure
Met behulp van de VEConfigure-software kan het relais ook voor andere functies worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld voor een aggregaatstartsignaal.
5.3 Configuratie via de pc
Alle instellingen kunnen via een pc worden gewijzigd. Sommige instellingen kunnen
gewijzigd worden door middel van DIP switches (zie par. 5.2).
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
- VEConfigureII-software of de betreffende assistent(en): kan gratis worden gedownload van
www.victronenergy.com.
- Een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naar-RS232-interface. Indien uw computer
geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232-naar-USB-
interfacekabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee één Compact-unit of
systemen met maximaal 3 Compact-units (parallel of driefasebedrijf) op eenvoudige wijze
geconfigureerd kunnen worden. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naar-
RS232-interface nodig.
Indien uw computer geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232-
naar-USB-interfacekabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer
MultiPlus-units moet de software VE.Bus System Configurator worden gebruikt. U kunt de
18
software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel uit van dit
programma.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naar-
RS232-interface nodig.
Indien uw computer geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232-
naar-USB-interfacekabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
Hiervoor heeft u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais
en de VirtualSwitch.
5.5 Configuratie met DIP switches (zie bijlage D)
Sommige instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches.
Dit gaat als volgt:
a) Schakel de MultiPlus Compact in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning
op de ingangen. De MultiPlus Compact werkt dan in omvormerbedrijf.
b) Stel de DIP switches in zoals gewenst.
c) Sla de instellingen op door DIP switch 8 op ‘on’ en daarna weer op ‘off’ te zetten.
5.5.1. DIP switch 1 en 2
Standaardinstelling: om het product te gebruiken met de schakelaar On/Off/Charger
Only
ds 1: off
ds 2: on
De standaardinstelling is vereist als u de schakelaar On/Off/Charger Onlyop het voorpaneel
gebruikt.
Instelling voor afstandsbediening met een Multi Control Panel:
ds 1: on
ds 2: off
Deze instelling is vereist als een Multi Control Panel is aangesloten.
Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie
bijlage A.
Instelling voor afstandsbediening door middel van een 3-wegschakelaar:
ds 1: off
ds 2: off
Deze instelling is vereist als een 3-wegschakelaar is aangesloten.
De 3-wegschakelaar moet aangesloten zijn met klem H, zie bijlage C.
Er kan maar één afstandsbediening zijn aangesloten, bijv. een schakelaar of een
afstandsbedieningspaneel.
In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op ‘on’ te staan.
19
EN NL FR DE ES IT Appendix
5.5.2. DIP switch 3 tot 7
Met deze DIP switches kunnen de volgende instellingen gedaan worden:
- Acculaadspanning en absorptietijd
- Frequentie omvormer
- Zoekmodus
- AC-ingangsstroomlimiet 12A of 6A
ds3-ds4: Laadspanningsinstelling
ds3-ds4
Absorptie-
spanning
Druppel-
ladings-
spanning
Opslag-
spanning
Absorptie-
tijd (uren)
Geschikt voor
ds3=off
ds4=off
(fabrieksinstelling)
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
8
Gel Victron
Deep
Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron
Deep
Discharge
ds3=on
ds4=off
14,1
28,2
56,4
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
8
Gel Victron
Long Life
(OPzV)
Gel Exide A600
(OPzV)
Gel MK battery
ds3=off
ds4=on
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
5
AGM Victron
Deep
Discharge
Buisjesplaat of
OPzS-accu’s in
semi-
druppelmodus
AGM spiraalcel
ds3=on
ds4=on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
6
Buisjesplaat
tractie-accu’s of
OPzS-accu’s in
cyclische
modus
Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen over het algemeen geladen worden met een
lagere absorptiespanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek
Elektriciteit aan boordop www.victronenergy.com). Vraag bij gebruik van andere typen
accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de MultiPlus
Compact hierop (met behulp van VEConfigure) aanpassen.
De laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale laadstroom. Vaak is dit een te hoge
laadstroom.
De meeste accu’s dienen geladen te worden met een stroom van 0,1 tot 0,2 keer de
accucapaciteit.
20
ds5: frequentie omvormer off = 50Hz on = 60Hz
ds6: Search mode off = uit on = aan
ds7: AC-ingangsstroomlimiet off = 12A on = 4A
Sla de instellingen op door DIP switch 8 op ‘on’ en daarna weer op ‘off’ te zetten.
5.5.3 Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc
worden alle DIP switches van een nieuw product ingesteld op 'off', behalve de DS-2).
DS-1 Paneeloptie
off
DS-2 Paneeloptie
on
DS-3 Laadspanning
off
DS-4 Laadspanning
off
DS-5 Frequentie
off
DS-6 Zoekmodus
off
DS-7 AC-in-limiet
off
DS-8 opslaginstelling
DS-1
off
DS-2
on
DS-3
off
DS-4
on
DS-5
off
DS-6
off
DS-7
on
DS-8
DS-1
on
DS-2
off
DS-3
on
DS-4
on
DS-5
on
DS-6
on
DS-7
off
DS-8
Voorbeeld 1: (fabrieksinstellingen)
1 geen paneel- of afstands-
schakelaar aangesloten
2 geen paneel- of afstands-
schakelaar aangesloten
3, 4 GEL 14,4V
5 Frequentie: 50 Hz
6 Search Mode off
7 AC-in-limiet 12 A
8 Opslaginstelling: off→ on→ off
Voorbeeld 2:
1 geen paneel- of
afstandsschakelaar aangesloten
2 geen paneel- of
afstandsschakelaar aangesloten
3, 4 AGM 14,7V
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode off
7 AC-in-limiet 4A
8 Opslaginstelling: off→ on→ off
Voorbeeld 3:
1 paneel of
afstandsschakelaar aangesloten
2 paneel of
afstandsschakelaar aangesloten
3, 4 Buisjesplaat 15V
5 Frequentie: 60 Hz
6 Search Mode on
7 AC-in-limiet 12A
8 Opslaginstelling: off→ on→ off
Sla de instellingen (DS3-DS7) op door DIP switch 8 van 'off' op 'on' te zetten en daarna weer
op ‘off’.
Bij acceptatie van de instellingen gaan de LEDs ‘charger’ en ‘alarm’ knipperen.
21
EN NL FR DE ES IT Appendix
6. PROBLEEMOPLOSSINGSTABEL omvormer/lader
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel
worden opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/of acculader worden uitgevoerd dienen de DC-
belastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden
losgekoppeld van de omvormer.
Neem contact op met uw Victron Energy-dealer als de storing niet kan worden verholpen.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De omvormer
werkt niet als
deze wordt
ingeschakeld
De accuspanning is te hoog of
te laag
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is
De omvormer
werkt niet
Processor staat in uit-modus
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit
Wacht 4 seconden
Schakel de omvormer weer
aan.
De LEDalarm
knippert
Voor-alarm, alt. 1. De DC-
ingangsspanning is laag
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen
De LEDalarm
knippert
Voor-alarm, alt. 2. De
omgevingstemperatuur is te
hoog
Plaats de omvormer in een
koele en goed geventileerde
ruimte of verlaag de belasting
De LEDalarm
knippert
Voor-alarm, alt. 3. De belasting
op de omvormer is hoger dan de
nominale belasting
Verlaag de belasting
De LEDalarm
knippert
Voor-alarm, alt. 4.
Rimpelspanning op DC-ingang
overschrijdt 1,25 Vrms
Controleer de accukabels en
-klemmen.
Controleer de accucapaciteit;
verhoog deze indien nodig
De alarm-LED
knippert
afwisselend
Voor-alarm, alt. 5. Lage
accuspanning en te hoge
belasting
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Gebruik kortere
en/of dikkere accukabels
De LEDalarm
brandt
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van een voor-alarm
Zie de tabel voor de juiste
maatregelen
22
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De lader werkt niet
De netspanning of -frequentie is
buiten het bereik
Zorg dat de netspanning tussen
185 VAC en 265 VAC ligt en dat
de frequentie overeenkomt met de
instelling
De thermische contactverbreker
is geactiveerd
Reset de 16A thermische
contactverbreker
De accu wordt niet
volledig opgeladen
Verkeerde laadstroom
Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2 keer de accucapaciteit
Een slechte accu-aansluiting
Controleer de accu-aansluitingen
De absorptiespanning is op een
verkeerde waarde ingesteld
Stel een juiste waarde voor de
absorptiespanning in
De druppellaadspanning is op
een verkeerde waarde ingesteld
Stel een juiste waarde in voor de
druppellaadspanning.
De interne DC-zekering is kapot
Omvormer is defect
De accu wordt
overladen
De absorptiespanning is op een
verkeerde waarde ingesteld
Stel een juiste waarde voor de
absorptiespanning in
De druppellaadspanning is op
een verkeerde waarde ingesteld
Stel een juiste waarde in voor de
druppellaadspanning
Een defecte accu
Vervang de accu
Een te kleine accu
Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit
De accu is te warm
Sluit een temperatuursensor aan
De laadstroom van
de accu zakt terug
naar 0 als de
absorptiespanning
is bereikt
Alt. 1: De accu is oververhit
(> 50°C)
- Laat de accu afkoelen
- Plaats de accu in een koele
omgeving
- Controleer of er kortsluiting in de
cellen is opgetreden
Alt 2: Accutemperatuursensor is
defect
Koppel de accutemperatuursensor
los van de MultiPlus
Reset de MultiPlus door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer in te
schakelen
Als de laadfunctie nu weer goed is,
is de temperatuursensor defect en
moet deze worden vervangen
23
EN NL FR DE ES IT Appendix
7. INSTALLATIE zonne-laadcontroller
7.1 Aansluiting van de zonnepanelen
Tot drie sets PV-panelen kunnen met drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers worden
aangesloten.
7.2. PV-configuratie
● De controller werkt alleen als de PV-spanning de accuspanning (Vaccu)
overschrijdt.
● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt
de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
● Maximale PV-nullastspanning: 100V
De controller kan voor elke PV-configuratie worden gebruikt die aan de drie
bovenstaande voorwaarden voldoet.
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een zonnepaneel met 144
cellen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de celspecificaties, 100V
overschrijden. In dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
7.3 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op,
maar wordt de accu niet opgeladen).
Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse
lichtinval tijdens de installatie, bijv. door deze te bedekken.
● Raak nooit niet-geïsoleerde kabeluiteinden aan.
● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
24
8. INSTELLINGEN de zonne-laadcontroller
Acht voorgeprogrammeerde laadalgoritmes, instelbaar met een draaischakelaar (zie bijlage
A):
Pos
Aanbevolen accutype
Absorptie
V
Druppel
lading
V
dV/dT
mV/°C
0
Gel Victron long life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK
28,2 27,6 -32
1
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls Marine (nat)
Rolls Solar (nat)
28,6 27,6 -32
2
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls Marine (nat)
Rolls Solar (nat)
28,8 27,6 -32
3
AGM spiral cell
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls AGM
29,4 27,6 -32
4
PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OpzS accu's
29,8
27,6
-32
5
PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OpzS accu's
30,2
27,6
-32
6
PzS buisjesplaat-tractieaccu's of
OpzS accu's
30,6
27,6
-32
7
Lithium-ijzerfosfaat- (LiFePO4
)
accu's
28,4
27,0
0
25
EN NL FR DE ES IT Appendix
Na het wijzigen van de stand van de draaischakelaar gaan de LEDs 4 seconden lang als
volgt knipperen:
schakelaar-
stand
LED
druppellading
LED
absorptielading
LED
bulklading
knipper-
frequentie
0
1
1
1
snel
1
0
0
1
langzaam
2
0
1
0
langzaam
3
0
1
1
langzaam
4
1
0
0
langzaam
5
1
0
1
langzaam
6
1
1
0
langzaam
7
1
1
1
langzaam
Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals onderstaand beschreven.
Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PV-stroom bij de ingang van de
controller beschikbaar is.
8.1 LEDs
Blauwe LEDbulklading’: brandt als de accu is aangesloten
Gaat uit als de absorptiespanning is bereikt.
Blauwe LEDabsorptielading: brandt als de absorptiespanning is bereikt.
Gaat uit aan het einde van de absorptieperiode.
Blauwe led druppellading: brandt als de zonne-lader is overgeschakeld op druppellading.
8.2 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een nieuwe
laadcyclus.
De maximale duur van de absorptieperiode wordt bepaald door de accuspanning. Deze wordt
net vóór het opstarten van de acculader in de ochtend gemeten:
Accuspanning Vb (bij het
opstarten)
Maximale absorptietijd
Vb < 23,8V 4 u
23,8V < Vb < 24,4V 2 u
24,4V < Vb < 25,2V 1 u
Vb > 25,2V 0 u
Als de absorptieperiode wordt onderbroken door een wolk of een stroomvretende last, wordt
het absorptieproces weer hervat als de absorptiespanning later die dag weer wordt bereikt, tot
de absorptieperiode is voltooid.
26
De absorptieperiode eindigt ook als de uitgangsstroom van de zonne-acculader onder minder
dan 2 Amp daalt. Niet vanwege het lage vermogen van het zonnepaneel, maar omdat de
accu volledig wordt opgeladen (staartstroomuitschakeling).
Dit algoritme voorkomt dat de accu als gevolg van dagelijkse absorptielading wordt overladen
als het systeem zonder last of met een kleine last wordt gebruikt.
8.3 Aansluitbaarheid
Meerdere parameters kunnen worden aangepast (VE.Direct naar USB-kabel,
ASS030530000, en een computer zijn nodig). Zie het witboek over datacommunicatie op onze
website.
De vereiste software kan worden gedownload van
http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/
De laadcontroller kan worden aangesloten op een Color Control-paneel, BPP000300100R,
met een VE.Direct naar VE.Direct-kabel.
9. PROBLEEMOPLOSSINGzonne-laadcontroller
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Lader werkt niet
Omgekeerde PV-
aansluiting
Sluit PV juist aan
Omgekeerde accu-
aansluitingen
Niet vervangbare zekering
doorgebrand.
Retourneer het apparaat
naar VE voor reparatie
De accu wordt niet
volledig opgeladen
Slechte accuverbinding Controleer accuverbinding
Te hoge kabelverliezen
Gebruik kabels met een
grotere doorsnede
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen lader en accu
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden
voor de lader en de accu
gelijk zijn
Enkel voor een 24V-
systeem: foute
systeemspanning gekozen
(12V i.p.v. 24V) door de
laadcontroller
Koppel de PV-installatie en
de accu los nadat is
gecontroleerd of de
accuspanning tenminste
>19V bedraagt en sluit deze
opnieuw aan
De accu wordt
overladen
Een accucel is defect Vervang de accu
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen lader en accu
(Tomgeving_lad<
Tomgeving_acc)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden
voor de lader en de accu
gelijk zijn
27
EN NL FR DE ES IT Appendix
10. ONDERHOUD
Dit product heeft geen specifiek onderhoud nodig. Het volstaat om alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de MultiPlus Compact vochtig wordt en
houd het apparaat schoon.
28
11. TECHNISCHE SPECIFICATIES
EasySolar
EasySolar 12/1600/70 EasySolar 24/1600/40
Omvormer/lader
PowerControl / PowerAssist
Ja
Omschakelaar
16A
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik 9,5 17V 19 33V
Uitgang zware gebruikersAC 0 16A
Uitgang AC1, 2, 3
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2%
Frequentie: 50Hz ± 0,1% (1)
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (3)
1600VA / 1300W
Cont. uitgangsvermogen bij 40°C 1200W
Piekvermogen
3000W
Max. rendement
92%
94%
Nullastvermogen
8W
10W
Nullastvermogen in zoekmodus
2W
3W
LADER
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC
Ingangsfrequentie: 45 65Hz Vermogensfactor: 1
Laadspanning 'absorptielading' 14,4 / 28,8V
Laadspanning 'druppellading'
13,8 / 27,6V
Opslagmodus
13,2 / 26,4V
Laadstroom behuizing accu (4)
70A
40A
Accutemperatuursensor
Ja
Programmeerbaar relais (5) Ja
Beveiligingen (2)
a – g
Zonne-laadcontroller
Maximale accustroom
50A
Maximaal PV-vermogen, 6a, b)
700W
1400W
Maximale PV-nullastspanning 100V 100V
Max. rendement 98%
Eigen verbruik
10mA
Laadspanning 'absorptielading',
fabrieksinstelling
14,4V 28,8V
Laadspanning 'druppellading',
fabrieksinstelling
13,8V 27,6V
Laadalgoritme
meertraps adaptief
Temperatuurcompensatie
-16 mV / °C resp. -32 mV / °C
Beveiliging
a - g
29
EN NL FR DE ES IT Appendix
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld als algemeen alarmrelais, onderspanningsalarm of
startsignaal voor een aggregaat
6a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen tot
720W resp. 1440W.
6b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
Algemeen
Bedrijfstemp.bereik -20 tot +50°C (ventilatorkoeling)
Vochtigheidsgraad (geen
condensvorming):
max 95%
BEHUIZING
Materiaal en kleur aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermingsklasse IP21
Accu-aansluiting
Accukabels van 1,5 meter
PV-aansluiting
Drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers
230 V AC-aansluiting
G-ST18i-stekkers
Gewicht 11,7kg
Afmetingen (hxbxd) 745 x 214 x 110 mm
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29,
NEN-EN 62109
Emissie / immuniteit
NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2,
NEN-EN 61000-3-3
Voertuigrichtlijn
2004/104/EG
EN
NL
Battery :
1) Battery + 2) Battery -
Accu :
1) Accu + 2) Accu -
Data :
10) VE-Bus/VE-Direct
Data :
10) VE-Bus/VE-Direct
Solar :
3, 4, 5) Solar 6, 7, 8) Solar +
Zonne-energie :
3, 4, 5) Zonne-energie 6, 7, 8) Zonne-energie +
Input/Output :
11) AC-Input 12, 13, 14, 15) AC-Output
Ingang/Uitgang :
11) AC-Ingang 12, 13, 14, 15) AC-Uitgang
Solar charger settings :
9) Rotary switch for charger algorithms
Instellingen zonnelader :
9) Draaischakelaar voor laadalgoritmes
Female GST 18 connector “AC-In”
Vrouwelijke GST 18-aansluiting “AC-In”
Male GST 18 connector “AC-In”
Mannelijke GST 18-aansluiting “AC-In”
MC4 “-“
MC4 “-“
MC4 “+”
MC4 “+”
FR
DE
Batterie :
1) Batterie + 2) Batterie -
Batterie:
1) Batterie + 2) Batterie -
Données :
10) VE-Bus/VE-Direct
Daten:
10) VE-Bus/VE-Direct
Solaire :
3, 4, 5) Solaire 6, 7, 8) Solaire +
Solar:
3, 4, 5) Solar 6, 7, 8) Solar +
Entrée / Sortie :
11) Entrée CA 12, 13, 14, 15) Sortie CA
Eingang/Ausgang:
11) AC-Eingang 12, 13, 14, 15) AC-Ausgang
Paramètres du chargeur solaire :
9) Interrupteur rotatif pour les algorithmes du chargeur :
Einstellungen Solar-Ladegerät:
9) Drehknopf für Ladegerät-Algorithmen
Connecteur Femelle GST 18 « AC-In »
GST 18 Buchse “AC-In”
Connecteur Mâle GST 18 « AC-In »
GST 18Stecker “AC-In”
MC4 « - »
MC4 “-“
MC4 « + »
MC4 “+”
ES
IT
Batería:
1) Batería + 2) Batería -
Batteria:
1) Batteria + 2) Batteria -
Datos:
10) VE-Bus/VE-Direct
Dati:
10) VE-Bus/VE-Direct
Solar:
3, 4, 5) Solar 6, 7, 8) Solar +
Solare:
3, 4, 5) Solare 6, 7, 8) Solare +
Entrada/Salida:
11) Entradas CA 12, 13, 14, 15) Salida CA
Entrata/Uscita:
11) Entrata CA 12, 13, 14, 15) Uscita CA
Ajustes del controlador de carga solar:
9) Interruptor giratorio para algoritmos del cargador
Impostazioni caricabatterie solare:
9) Interruttore a rotazione per gli algoritmi di carica
Conector hembra GST 18 «AC-I
Connettore femmina GST 18 “AC-In”
Conector macho GST 18 «AC-In»
Connettore maschio GST 18 “AC-In”
MC4 «
MC4 “-“
MC4 «+»
MC4 “+”
EN
NL
AC-in
AC-in
Solar
Zonnepaneel
AC out 0 (break)
AC-uit 0 (break)
AC out 1 (No-break)
AC-uit 1 (No-break)
AC out 2 (No-break
AC 2 (No-break)
AC out 3 (No-break)
AC-uit 3 (No-break)
Chassis
Chassis
Battery
Accu
FR
DE
AC-in
AC-Ein
Solaire
Solar
AC-out 0 (coupure)
AC Aus 0 (Unterbrechung)
AC-out 1 (pas de coupure)
AC Aus 1 (Keine Unterbrechung)
AC-out 2 (pas de coupure)
AC Aus 2 (Keine Unterbrechung)
AC-out 3 (pas de coupure)
AC Aus 3 (Keine Unterbrechung)
Boitier
Gehäuse
Batterie
Batterie
ES
IT
Entrada CA
AC-in
Solar
Solare
Salida CA 0 (interrupción)
Uscita CA 0 (discontinuo)
Salida CA 1 (sin interrupción)
Uscita CA 1 (continuo)
Salida CA 2 (sin interrupción)
Uscita CA 2 (continuo)
Salida CA 3 (sin interrupción)
Uscita CA 3 (continuo)
Chasis
Telaio
Batería
Batteria
EN
NL
C: Comm. Port
-UTP - VE-Configure
C: Comm. Poort
-UTP - VE-Configure
Indicator programmable relay
LED illuminates when relay is activated
Indicator programeerbare relais
LED licht op wanneer het relais geactiveerd wordt
D: Temperature sensor
1 = red sensor + 2 = black sensor
D: Temperatuursensor
1 = rode sensor + 2 = zwarte sensor
H : Remote switch
1 = charger only 2 = middle terminal (gnd !) 3 = on
H : Externe schakelaar
1 = alleen lader 2 = middenterminal (aarding!)
3 = aan
E : Alarm contact
1 = NO 2 = COM 3 = NC
E : Alarmcontact
1 = NEE 2 = COM 3 = NC
FR
DE
C : Port de Comm. -
-UTP - VE-Configure
C: Comm. Anschluss
-UTP - VE-Configure
Indicateur Relais programmable
La LED s'allume quand le relais est activé
Anzeige programmierbares Relais
LED leuchtet bei aktiviertem Relais
D : Sonde de température
1 = Rouge Sonde + 2 = Noir Sonde -
D: Temperatur-Sensor
1 = roter Sensor + 2 = schwarzer Sensor
H : Interrupteur à distance
1 = chargeur uniquement 2 = borne du milieu (terre !) 3 = on
H: Fernst.-Schalter
1 = nur Ladegerät 2 = mittlerer Anschluss (Erde!)
3 = an
E : Contact alarme
1 = NO 2 = COM 3 = NC
E: Alarm-Kontakt
1 = NO 2 = COM 3 = NC
ES
IT
C: Puerto de comunicaciones
-UTP - VE-Configure
C: Porta Com.
-UTP - VE-Configure
Indicador del reprogramable
El LED se ilumina al activarse el relé
Indicatore relè programmabile
Il LED si accende quando il relè è attivo
D: Sensor de temperatura
1 = rojo sensor + 2 = negro sensor
D: Sensore temperatura
1 = sensore rosso + 2 = sensore nero
H : Interruptor remoto
1 = sólo cargador 2 = terminal medio (¡masa!) 3 =
encendido
H : Interruttore remoto
1 = solo caricatore 2 = terminale intermedio (gnd !)
3 = on
E : Contacto de la alarma
1 = NO 2 = COM 3 = NC
E : Contatto allarme
1 = NO 2 = COM 3 = NC

Documenttranscriptie

EN 1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Algemeen NL Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. FR DE WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de accu uit voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. ES IT Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het voorpaneel niet en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Appendix Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de accu om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de accu. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de accu dienen altijd in acht te worden genomen. WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp. Installatie Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt. Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De wisselstroom in- en/of uitgangsklemmen moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onbedoelde inbedrijfstelling; neem in dat geval contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de gelijkstroom- en wisselstroomaansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander type. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. 1 Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt in de juiste omgevingsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de -40°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, opnieuw opladen en verwijderen van de accu. 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen Alles-in-één stroomoplossing op zonne-energie De EasySolar combineert een MPPT zonne-laadcontroller, een omvormer/lader en wisselstroomverdeling in één behuizing. Het product is eenvoudig te installeren, met een minimum aan bedrading. Zonne-laadcontroller: BlueSolar MPPT 100/50 Tot drie sets PV-panelen kunnen met drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers worden aangesloten. Omvormer/lader: MultiPlus Compact 12/1600/70 of 24/1600/40 De MPPT laadcontroller en de EasyPlus omvormer/lader delen de gelijkstroom-accukabels (meegeleverd). De accu's kunnen worden opgeladen met zonne-energie (MPPT) en/of met wisselstroom (omvormer/lader) via het elektriciteitsnet of een reeks aggregaten. Wisselstroomverdeling De wisselstroomverdeling bestaat uit een aardlekschakelaar (30mA/16A) en vier wisselstroomuitgangen die van twee 10A- en twee 16A-contactverbrekers zijn voorzien. Een 16A-uitgang wordt aangestuurd door de wisselstroomingang: deze wordt alleen ingeschakeld als er wisselstroom beschikbaar is. PowerAssist De unieke PowerAssist-technologie beschermt het apparaat of de aggregaatvoeding tegen overbelasting door, indien nodig, extra omvormvermogen toe te voegen. 2 EN 2.2 Omvormer NL MultiPlus Compact functioneel The MultiPlus Compact dankt zijn naam aan de vele functies die het kan uitvoeren. Het is een krachtige zuivere sinusgolfomvormer, een geavanceerde acculader met adaptieve laadtechnologie en een supersnelle AC-wisselschakelaar in een enkele compacte behuizing. Naast deze primaire functies beschikt de MultiPlus Compact over meerdere geavanceerde eigenschappen die een reeks nieuwe toepassingen, zoals onderstaand beschreven, mogelijk maken. FR DE Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, wordt de omvormer in de MultiPlus Compact automatisch geactiveerd en neemt deze de voeding over van de aangesloten apparaten. Dit gaat zo snel (in minder dan 20 milliseconden) dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord kunnen blijven functioneren. ES IT PowerControl – Maximaal benutten van beperkte aggregaat- of walstroom Met het Multi Control-bedieningspaneel kan een maximale wal- of aggregaatstroom worden ingesteld. De MultiPlus Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is, zodat de aggregaat- of walaansluiting niet wordt overbelast. Appendix PowerAssist – Vergroot de capaciteit van aggregaat- of walstroom Deze functie voegt nog een dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de MultiPlus Compact het beschikbare vermogen van het aggregaat of de walaansluiting verdubbelt. Waar piekvermogen vaak slechts kortstondig nodig is, is het mogelijk om de grootte van het benodigde aggregaat te verkleinen of omgekeerd om meer vermogen te verkrijgen met de vaak slechts beperkte walaansluiting. Als de belasting afneemt, wordt de reservestroom gebruikt om de accu weer op te laden. Programmeerbaar relais De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais dat standaard is ingesteld als alarmrelais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. 2.3 Acculader Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorptie – druppel – opslag Het microprocessorgestuurde ‘adaptieve’ accumanagementsysteem van de MultiPlus Compact kan vooraf worden ingesteld voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie optimaliseert het laadproces automatisch afhankelijk van hoe de accu wordt gebruikt. De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu (bijvoorbeeld als een jacht op walstroom is aangesloten) wordt de absorptie kort gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden. 3 Schade door overmatige gasvorming beperken: door de begrensde spanningsstijging (BatterySafe) Indien, om de accu snel te kunnen opladen, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in combinatie met een verhoogde absorptiespanning, zal de MultiPlus Compact schade door overmatige gasvorming voorkomen door de snelheid, waarmee de spanning stijgt, te beperken als de gasspanning is bereikt. Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: door de opslagfunctie De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. De spanning wordt dan verlaagd tot 2,2V/cel (13,2V bij een 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu. Verlengen van de levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie Bij iedere MultiPlus Compact wordt een accutemperatuursensor meegeleverd. Als de accu is aangesloten, neemt de laadspanning automatisch af als de accutemperatuur stijgt. Deze functie is vooral geschikt voor onderhoudsvrije accu's en/of als er aanzienlijke temperatuurschommelingen van de accu worden verwacht. Meer informatie over accu's en het opladen van accu's Om meer te weten te komen over accu's en het opladen van accu's zie ons boek 'Elektriciteit aan boord' (gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en te downloaden via www.victronenergy.com). Voor meer informatie over adaptieve oplading zie de ‘Technische Informatie’ op onze website. 2.4 Laadcontroller MPPT 100/50 Laadstroom tot 50A en PV-spanning tot 100V De BlueSolar MPPT 100/50 laadcontroller kan een accu met een lagere nominale spanning laden vanaf een PV-paneel met een hogere nominale spanning. Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT) Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWM-laadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPT-controllers. Advanced Maximum Power Point Detection in het geval van wisselende schaduw In het geval van wisselende schaduw kan de vermogen-spanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten bevatten. Conventionele MPPTs benutten meestal plaatselijke MPP, hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is. Het innovatieve BlueSolar-algoritme maximaliseert de energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten. Uitstekend omzettingsrendement Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan 98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F). 4 EN Flexibel laadalgoritme Acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden. NL Uitgebreide elektronische beveiliging Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij hoge temperaturen. Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit. Beveiliging tegen PV-sperstroom. FR Interne temperatuursensor Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor temperatuur. DE ES Adaptief drietraps laden De BlueSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een drietraps oplaadproces: bulklading, absorptielading en druppellading. IT Bulklading Tijdens deze fase levert de controller zo veel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te laden. Appendix Absorptielading Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de controller over op de constante spanningsmodus. Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden. Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom onder 2A daalt. Druppellading Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op de accu om deze volledig opgeladen te houden. 2.5 Configuratie-assistenten Er staan meerdere softwareprogramma's (assistenten) ter beschikking voor de configuratie van het systeem voor zowel elektriciteitsnet interactieve systemen als autonome toepassingen. Zie hiervoor http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/ 5 3. BEDIENING – omvormer/lader 3.1 Schakelaar on/off/charger only Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de LED ‘inverter on’ gaat branden. Als er op de ‘AC-in’-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden doorgeschakeld naar de ‘AC-out’ aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED ‘mains on’ gaat branden en de lader begint met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de LEDs ‘bulk’, ‘absorptie’ of ‘float’ branden. Als de spanning op de ‘AC-in‘-aansluiting niet binnen de specificaties valt, zal de omvormer worden ingeschakeld. Als de schakelaar op ‘charger only’ wordt gezet, zal alleen de acculader van de MultiPlus Compact worden ingeschakeld als er netspanning aanwezig is. In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de ‘AC-out’-aansluiting. LET OP: Als alleen de laadfunctie nodig is, let er dan op dat de schakelaar in de stand ‘charger only’ wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel. Het controlepaneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2. Zie de juiste DIP switch-instellingen in paragraaf 5.5.1. 3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie 3.3.1 Egalisatie Tractiebatterijen hebben soms regelmatig een egalisatielading nodig. In de modus Egalisatie gaat de MultiPlus Compact gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De LEDs ‘bulk’ en ‘absorption’ gaan dan afwisselend knipperen. De modus Egalisatie levert een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld voordat er extra wordt opgeladen. 3.3.2 Geforceerde absorptie Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiPlus Compact gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning laden. De LED ‘absorption’ gaat dan branden. 6 EN 3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren De MultiPlus Compact kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening en op het paneel) in de stand ‘on’ worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand ‘charger only’ staat. Om de MultiPlus is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd. NL FR Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd. DE ES LET OP: het omschakelen van ‘on’ naar ‘charger only’ en andersom, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook maar even in de stand ‘off’ blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te beginnen. Vooral bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem. 7 Appendix 1. Controleer of alle schakelaars (bijv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in de stand ‘on’ staan. 2. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus ‘druppellading’). 3. Activeren: a. Zet de schakelaar snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. b. Zet de schakelaar snel weer terug van ‘charger only’ naar ‘on’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand. c. Zet de schakelaar nog eens snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar in deze stand. 4. Op de MultiPlus gaan nu de drie LEDs ‘inverter’, ‘charger’ en ‘alarm’ 5 keer knipperen. Als een MultiControl-paneel is aangesloten, gaan de LEDs ‘bulk’, ‘absorption’ en ‘float’ op het paneel ook 5 keer knipperen. 5. Vervolgens gaan op de MultiPlus de LEDs ‘bulk’, ‘absorption’ en ‘float’ elk gedurende 2 seconden branden. Als een MultiControl-paneel is aangesloten, gaan de LEDs ‘bulk’, ‘absorption’ en ‘float’ op het paneel ook elk gedurende 2 seconden branden. 6. a. Als de schakelaar op de MultiPlus op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘bulk’ brandt, schakelt de lader over op egalisatie. Evenzo schakelt de lader over op egalisatie als de schakelaar op het MultiControl-paneel op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘bulk’ brandt. b. Als de schakelaar op de MultiPlus op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘absorption’ brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie. Evenzo schakelt de lader over op geforceerde absorptie als de schakelaar op het MultiControl-paneel op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘absorption’ brandt. c. Als de schakelaar op de MultiPlus op ‘on’ wordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden, schakelt de lader over op ‘druppellading’. Evenzo schakelt de lader over op ‘druppellading’ als de schakelaar op het MultiControl-paneel op ‘on’ wordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden. d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiPlus in de modus ‘charger only’ en schakelt daarna over op druppellading. IT Procedure: 3.4 LED-aanduidingen LED uit LED knippert LED brandt Omvormer inverter charger alarm On Off De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Accu in bedrijf. charger only inverter charger alarm On Off charger only inverter charger alarm 8 On Off charger only De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Voor-alarm: overbelasting, of accuspanning te laag, of omvormer temperatuur hoog De omvormer is uitgeschakeld. Alarm: overbelasting, of accuspanning te laag, of omvormer temperatuur te hoog, of DC-rimpelspanning op accuklem was te hoog. inverter alarm on off NL charger EN Acculader De netspanning is doorgeschakeld en de lader voert een bulk- of absorptielading uit. FR charger only DE inverter off De netspanning is doorgeschakeld en de lader is uitgeschakeld. De lader kan de accu-eindspanning niet bereiken (bulkbeveiligings modus). IT alarm on ES charger charger only Appendix inverter on charger off De netspanning is doorgeschakeld en de lader voert een bulk- of absorptielading uit. alarm charger only inverter charger alarm on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader voert een druppellading uit. charger only 9 4. INSTALLATIE – omvormer/lader Dit product dient door een gekwalificeerde elektricien te worden geïnstalleerd. 4.1 Locatie De MultiPlus Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: Kortere levensduur. Lagere laadstroom. Lager piekvermogen of geheel uitschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De MultiPlus Compact is geschikt voor wandmontage. Zie voor de montage bijlage A. Het apparaat kan zowel horizontaal als ook verticaal worden gemonteerd; de voorkeur wordt aan een verticale montage gegeven. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te blijven. Houd de afstand tussen de MultiPlus Compact en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen moet dit apparaat om veiligheidsredenen in een hittebestendige omgeving worden geïnstalleerd. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel, enz. in de directe omgeving. 4.2 Aansluiten van de accukabels (zie bijlage A) Om de capaciteit van de MultiPlus Compact volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. standaard voorzien van 1,5 meter kabel (mm2) Aanbevolen kabeldikte (mm2) 1,5 1  5m 5  10m 10 24/1600 12/1600 25 35 35 70 70 140 EN Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: NL Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde steeksleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. FR Sluit de accukabels als volgt aan: de + (rood) en de – (zwart) op de accu, zie bijlage A. Bij omgekeerde polariteit (+ op – en – op +) raakt het apparaat beschadigd. (de veiligheidszekering in de behuizing van de EasySolar kan beschadigd raken) Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken. DE 4.3 Aansluiten van de AC-kabels ES Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen en/of het aardpunt aan de buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. IT Appendix De EasySolar is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe wisselspanningsvoeding wordt aangeboden, zal het aardrelais zich openen voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar. - In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing worden geaard. - In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). - Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietranformator. De in- en uitgangsaansluitstekker bevindt zich aan de onderkant van de MultiPlus Compact, zie bijlage A. De wal- of voedingskabel dient met behulp van een drie-aderige kabel op de stekker te worden aangesloten. Gebruik een drie-aderige kabel met een flexibele kern en een doorsnede van 2,5mm². Procedure Ga voor het aansluiten van de AC-kabels als volgt te werk: De AC-uitgangskabel kan direct op de mannelijke stekker worden aangesloten (de stekker kan worden uitgetrokken). De aansluitpunten worden duidelijk aangegeven. Van links naar rechts: ‘N’ (nulleider), aarde en ‘L1’ (fase) De AC-ingangskabel kan direct op de vrouwelijke stekker worden aangesloten (de stekker kan worden uitgetrokken). De aansluitpunten worden duidelijk aangegeven. Van links naar rechts: ‘L1’ (fase), aarde en ‘N’ (nulleider). 11 Druk de ingangsspanningsstekker in de AC-ingangsstekker (aan de linker kant). Druk de uitgangsspanningsstekker in de AC-uitgangsstekker (van links naar rechts AC0 tot AC3). 4.4 Aansluitopties Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden: Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing en verwijder het voorpaneel. 4.4.1 Tweede accu De MultiPlus Compact heeft een aansluiting (+) voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten bijlage 1. 4.4.2 Temperatuursensor Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de minpool van de accu worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor druppel- en absorptieladen zijn 25°C. In de instelmodus werkt de temperatuurcompensatie niet. 15.0 14.5 14.0 13.5 13.0 Volts 12.5 12.0 11.5 11.0 10.5 10.0 30 29 28 27 26 25 24 23 22 21 20 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Volts 50 55 60 Battery temperature 4.4.3 Afstandsbedieningspaneel & schakelaar voor aan-/uitschakelen op afstand Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend: - Met een externe driewegschakelaar - Met een Multi Control Panel Zie paragraaf 5.5.1. voor de juiste DIP switch-instellingen. Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel. 4.4.4. Programmeerbaar relais De MultiPlus is voorzien van een multifunctioneel relais dat standaard is geprogrammeerd als alarmrelais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist). Een LED vlakbij de aansluitklemmen gaat branden als het relais wordt geactiveerd (zie S, bijlage A). 12 EN 5. INSTELLINGEN – omvormer/lader NL Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees vóór het wijzigen aandachtig de instructies. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan. FR 5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik DE De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn over het algemeen geschikt voor toepassing op 1 apparaat. ES Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw acculeverancier! Automatisch egalisatie laden Absorptiespanning Absorptietijd Druppelladingsspanning Opslagspanning Herhaalde absorptietijd Herhaald absorptie-interval Bulkbeveiliging AC ingangsstroomlimiet UPS-functie Dynamische stroombegrenzer Zwakke AC BoostFactor PowerAssist Programmeerbaar relais 50Hz 45 - 65Hz 180 - 265 VAC 230 VAC standalone uit aan aan viertraps adaptief met BatterySafe-modus 75% van de maximale laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) uit 14,4 / 28,8V tot 8 uur (afhankelijk van bulk ladingstijd) 13,8 / 27,6V 13,2 / 26,4V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen aan 12A (= instelbare stroomgrens voor functies PowerControl en PowerAssist) aan uit uit 2 aan alarmfunctie Appendix Frequentie omvormer Ingangsfrequentiebereik Ingangsspanningsbereik Omvormerspanning Standalone / parallel / 3-fase Zoekmodus Aardrelais Lader aan/uit Accukarakteristiek Laadstroom IT MultiPlus-standaardfabrieksinstellingen 13 5.2 Uitleg bij de instellingen Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de software configuratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3). Frequentie omvormer Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50Hz; 60Hz Ingangsfrequentiebereik Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang. Instelbaar: 45 – 65Hz; 45 – 55Hz; 55 – 65Hz Ingangsspanningsbereik Spanningsbereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsspanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang. Instelbaar: Ondergrens: 180 - 230V Bovengrens: 230 - 270V Omvormerspanning Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accubedrijf. Instelbaar: 210 – 245V Search Mode (zoekmodus, enkel van toepassing in standalone-configuratie) Als de zoekmodus is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De search mode houdt in dat de MultiPlus Compact uitschakelt als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus Compact even inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omvormer werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De zoekmodus kan met een DIP switch worden ingesteld. De belastingniveaus ‘uitschakeling’ en ‘ingeschakeld blijven’ van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld. De fabrieksinstelling is: Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting) Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting) 14 EN AES (Automatic Economy Switch) In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen. Wanneer deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet regelbaar met DIP switches. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. NL FR Aardrelais (zie bijlage B) Met dit relais (H) wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgang veilig te stellen. Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. Niet instelbaar met DIP switches. DE ES IT Acculaadkarakteristiek De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is de aanbevolen laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de software configuratieprogramma’s voor andere mogelijkheden. Appendix Accutype De standaard instelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bijv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP switches kunnen vier laadspanningen worden ingesteld. Automatische egalisatielading Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximumstroom. Niet instelbaar met DIP switches. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure. Absorptietijd Deze is afhankelijk van de bulktijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’ laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt. Als voor snellading een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve laadcurve bepaalt dit de maximale absorptietijd. Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, herhaald absorptie-interval Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP switches. 15 Bulkbeveiliging Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP switches. AC-ingangsstroomlimiet Dit is de stroomgrensinstelling, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. De fabrieksinstelling is 12A. Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website www.victronenergy.com. Opmerking: laagst toegestane stroominstelling voor PowerAssist: 2,7A. (2,7A per unit in geval van parallel bedrijf) UPS-functie Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf. De MultiPlus kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling* - de MultiPlus zou voortdurend omschakelen naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De MultiPlus reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (de meeste computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiPlus niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf. *Over het algemeen kan de UPS-instelling op ‘on’ blijven staan als de MultiPlus is aangesloten op een aggregaat met een ‘synchrone AVR-geregelde wisselstroomdynamo’. De UPS-modus moet misschien op ‘off’ worden gezet als de MultiPlus is aangesloten op een aggregaat met een ‘synchrone condensatorgeregelde wisselstroomdynamo’ of een asynchrone wisselstroomdynamo. Dynamische stroombegrenzer Bedoeld voor aggregaten waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘omvormer’-aggregaten). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de MultiPlus beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het aggregaat de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties. 16 EN ZwakkeAC Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als ZwakkeAC wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: ZwakkeAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen. Niet instelbaar met DIP-switches. NL FR DE BoostFactor Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP-switches. ES Programmeerbaar relais Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarmrelais, d.w.z. dat het relais stroomloos wordt in geval van een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpelspanning op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag). Niet instelbaar met DIP switches. Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is. IT Appendix VEConfigure Met behulp van de VEConfigure-software kan het relais ook voor andere functies worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld voor een aggregaatstartsignaal. 5.3 Configuratie via de pc Alle instellingen kunnen via een pc worden gewijzigd. Sommige instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van DIP switches (zie par. 5.2). Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig: - VEConfigureII-software of de betreffende assistent(en): kan gratis worden gedownload van www.victronenergy.com. - Een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naar-RS232-interface. Indien uw computer geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232-naar-USBinterfacekabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee één Compact-unit of systemen met maximaal 3 Compact-units (parallel of driefasebedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com. Voor aansluiting op uw computer heeft u een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naarRS232-interface nodig. Indien uw computer geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232naar-USB-interfacekabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer MultiPlus-units moet de software VE.Bus System Configurator worden gebruikt. U kunt de 17 software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. Voor aansluiting op uw computer heeft u een RJ45 UTP-kabel en de MK2.2b RS-485-naarRS232-interface nodig. Indien uw computer geen RS232-aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232naar-USB-interfacekabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel Hiervoor heeft u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig. Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 5.5 Configuratie met DIP switches (zie bijlage D) Sommige instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches. Dit gaat als volgt: a) Schakel de MultiPlus Compact in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De MultiPlus Compact werkt dan in omvormerbedrijf. b) Stel de DIP switches in zoals gewenst. c) Sla de instellingen op door DIP switch 8 op ‘on’ en daarna weer op ‘off’ te zetten. 5.5.1. DIP switch 1 en 2 Standaardinstelling: om het product te gebruiken met de schakelaar ‘On/Off/Charger Only’ ds 1: ‘off’ ds 2: ‘on’ De standaardinstelling is vereist als u de schakelaar ‘On/Off/Charger Only’ op het voorpaneel gebruikt. Instelling voor afstandsbediening met een Multi Control Panel: ds 1: ‘on’ ds 2: ‘off’ Deze instelling is vereist als een Multi Control Panel is aangesloten. Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A. Instelling voor afstandsbediening door middel van een 3-wegschakelaar: ds 1: ‘off’ ds 2: ‘off’ Deze instelling is vereist als een 3-wegschakelaar is aangesloten. De 3-wegschakelaar moet aangesloten zijn met klem H, zie bijlage C. Er kan maar één afstandsbediening zijn aangesloten, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel. In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op ‘on’ te staan. 18 EN NL 5.5.2. DIP switch 3 tot 7 Met deze DIP switches kunnen de volgende instellingen gedaan worden: - Acculaadspanning en absorptietijd - Frequentie omvormer - Zoekmodus - AC-ingangsstroomlimiet 12A of 6A FR ds3-ds4: Laadspanningsinstelling 13,2 26,4 52,8 8 ds3=on ds4=off 14,1 28,2 56,4 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 8 ds3=off ds4=on 14,7 29,4 58,8 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 5 ds3=on ds4=on 15,0 30,0 60,0 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 6 Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK battery AGM Victron Deep Discharge Buisjesplaat of OPzS-accu’s in semidruppelmodus AGM spiraalcel Buisjesplaat tractie-accu’s of OPzS-accu’s in cyclische modus Appendix 13,8 27,6 55,2 Geschikt voor IT 14,4 28,8 57,6 ds3=off ds4=off (fabrieksinstelling) Absorptietijd (uren) ES Opslagspanning Absorptiespanning DE Druppelladingsspanning ds3-ds4 Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen over het algemeen geladen worden met een lagere absorptiespanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek ‘Elektriciteit aan boord’ op www.victronenergy.com). Vraag bij gebruik van andere typen accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de MultiPlus Compact hierop (met behulp van VEConfigure) aanpassen. De laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale laadstroom. Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een stroom van 0,1 tot 0,2 keer de accucapaciteit. 19 ds5: frequentie omvormer off = 50Hz on = 60Hz ds6: Search mode off = uit on = aan ds7: AC-ingangsstroomlimiet off = 12A on = 4A Sla de instellingen op door DIP switch 8 op ‘on’ en daarna weer op ‘off’ te zetten. 5.5.3 Voorbeeldinstellingen Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP switches van een nieuw product ingesteld op 'off', behalve de DS-2). DS-1 Paneeloptie DS-2 Paneeloptie DS-3 Laadspanning DS-4 Laadspanning DS-5 Frequentie DS-6 Zoekmodus DS-7 AC-in-limiet DS-8 opslaginstelling off off off off off off on → ← Voorbeeld 1: (fabrieksinstellingen) 1 geen paneel- of afstandsschakelaar aangesloten 2 geen paneel- of afstandsschakelaar aangesloten 3, 4 GEL 14,4V 5 Frequentie: 50 Hz 6 Search Mode off 7 AC-in-limiet 12 A 8 Opslaginstelling: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off off off off on on on → ← Voorbeeld 2: 1 geen paneel- of afstandsschakelaar aangesloten 2 geen paneel- of afstandsschakelaar aangesloten 3, 4 AGM 14,7V 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode off 7 AC-in-limiet 4A 8 Opslaginstelling: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off off on on on on on → ← Voorbeeld 3: 1 paneel of afstandsschakelaar aangesloten 2 paneel of afstandsschakelaar aangesloten 3, 4 Buisjesplaat 15V 5 Frequentie: 60 Hz 6 Search Mode on 7 AC-in-limiet 12A 8 Opslaginstelling: off→ on→ off Sla de instellingen (DS3-DS7) op door DIP switch 8 van 'off' op 'on' te zetten en daarna weer op ‘off’. Bij acceptatie van de instellingen gaan de LEDs ‘charger’ en ‘alarm’ knipperen. 20 EN 6. PROBLEEMOPLOSSINGSTABEL – omvormer/lader NL Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Voordat testen met de omvormer en/of acculader worden uitgevoerd dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden losgekoppeld van de omvormer. FR Neem contact op met uw Victron Energy-dealer als de storing niet kan worden verholpen. De LED ‘alarm’ knippert De LED ‘alarm’ knippert Voor-alarm, alt. 1. De DCingangsspanning is laag Voor-alarm, alt. 2. De omgevingstemperatuur is te hoog Voor-alarm, alt. 3. De belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting Voor-alarm, alt. 4. Rimpelspanning op DC-ingang overschrijdt 1,25 Vrms Ontkoppel de netspanning. Schakel de omvormer uit Wacht 4 seconden Schakel de omvormer weer aan. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde ruimte of verlaag de belasting Verlaag de belasting De LED ‘alarm’ knippert De LED ‘alarm’ knippert De alarm-LED knippert afwisselend Voor-alarm, alt. 5. Lage accuspanning en te hoge belasting De LED ‘alarm’ brandt De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een voor-alarm Appendix Processor staat in uit-modus IT Oplossing Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is ES Oorzaak De accuspanning is te hoog of te laag DE Probleem De omvormer werkt niet als deze wordt ingeschakeld De omvormer werkt niet Controleer de accukabels en -klemmen. Controleer de accucapaciteit; verhoog deze indien nodig Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Gebruik kortere en/of dikkere accukabels Zie de tabel voor de juiste maatregelen 21 Probleem Oorzaak Oplossing De lader werkt niet De netspanning of -frequentie is Zorg dat de netspanning tussen buiten het bereik 185 VAC en 265 VAC ligt en dat de frequentie overeenkomt met de instelling De thermische contactverbreker Reset de 16A thermische is geactiveerd contactverbreker De accu wordt niet Verkeerde laadstroom volledig opgeladen Een slechte accu-aansluiting Stel de laadstroom in tussen 0,1 en 0,2 keer de accucapaciteit Controleer de accu-aansluitingen De absorptiespanning is op een Stel een juiste waarde voor de verkeerde waarde ingesteld absorptiespanning in De druppellaadspanning is op Stel een juiste waarde in voor de een verkeerde waarde ingesteld druppellaadspanning. De interne DC-zekering is kapot Omvormer is defect De accu wordt overladen De absorptiespanning is op een verkeerde waarde ingesteld De druppellaadspanning is op een verkeerde waarde ingesteld Een defecte accu Stel een juiste waarde voor de absorptiespanning in Stel een juiste waarde in voor de druppellaadspanning Vervang de accu Een te kleine accu Reduceer de laadstroom of gebruik een accu met een hogere capaciteit Sluit een temperatuursensor aan De accu is te warm De laadstroom van Alt. 1: De accu is oververhit de accu zakt terug (> 50°C) naar 0 als de absorptiespanning is bereikt Alt 2: Accutemperatuursensor is defect 22 - Laat de accu afkoelen - Plaats de accu in een koele omgeving - Controleer of er kortsluiting in de cellen is opgetreden Koppel de accutemperatuursensor los van de MultiPlus Reset de MultiPlus door deze uit te schakelen en na minstens 4 seconden wachten weer in te schakelen Als de laadfunctie nu weer goed is, is de temperatuursensor defect en moet deze worden vervangen EN 7. INSTALLATIE – zonne-laadcontroller NL • Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval tijdens de installatie, bijv. door deze te bedekken. ● Raak nooit niet-geïsoleerde kabeluiteinden aan. ● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap. FR 7.1 Aansluiting van de zonnepanelen DE Tot drie sets PV-panelen kunnen met drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers worden aangesloten. ES 7.2. PV-configuratie IT ● De controller werkt alleen als de PV-spanning de accuspanning (Vaccu) overschrijdt. ● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V. ● Maximale PV-nullastspanning: 100V Appendix De controller kan voor elke PV-configuratie worden gebruikt die aan de drie bovenstaande voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld: 24V-accu en mono- of polykristallijne panelen ● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel). ● Maximum: 144 cellen. Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een zonnepaneel met 144 cellen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de celspecificaties, 100V overschrijden. In dat geval moet het aantal cellen worden verminderd. 7.3 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1) Ten eerste: sluit de accu aan. Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen). 23 8. INSTELLINGEN – de zonne-laadcontroller Acht voorgeprogrammeerde laadalgoritmes, instelbaar met een draaischakelaar (zie bijlage A): Pos 0 1 2 3 4 5 6 7 24 Aanbevolen accutype Gel Victron long life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls Marine (nat) Rolls Solar (nat) Fabrieksinstelling Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls Marine (nat) Rolls Solar (nat) AGM spiral cell Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls AGM PzS buisjesplaat-tractieaccu's of OpzS accu's PzS buisjesplaat-tractieaccu's of OpzS accu's PzS buisjesplaat-tractieaccu's of OpzS accu's Lithium-ijzerfosfaat- (LiFePO4) accu's Absorptie V Druppel lading V dV/dT mV/°C 28,2 27,6 -32 28,6 27,6 -32 28,8 27,6 -32 29,4 27,6 -32 29,8 27,6 -32 30,2 27,6 -32 30,6 27,6 -32 28,4 27,0 0 LED bulklading 1 1 0 1 0 1 0 1 knipperfrequentie snel langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam DE LED absorptielading 1 0 1 1 0 0 1 1 FR LED druppellading 1 0 0 0 1 1 1 1 NL schakelaarstand 0 1 2 3 4 5 6 7 EN Na het wijzigen van de stand van de draaischakelaar gaan de LEDs 4 seconden lang als volgt knipperen: ES Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals onderstaand beschreven. IT Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PV-stroom bij de ingang van de controller beschikbaar is. Appendix 8.1 LEDs Blauwe LED ‘bulklading’: brandt als de accu is aangesloten Gaat uit als de absorptiespanning is bereikt. Blauwe LED ‘absorptielading’: brandt als de absorptiespanning is bereikt. Gaat uit aan het einde van de absorptieperiode. Blauwe led ‘druppellading’: brandt als de zonne-lader is overgeschakeld op druppellading. 8.2 Accu-oplaadinformatie De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een nieuwe laadcyclus. De maximale duur van de absorptieperiode wordt bepaald door de accuspanning. Deze wordt net vóór het opstarten van de acculader in de ochtend gemeten: Accuspanning Vb (bij het opstarten) Maximale absorptietijd Vb < 23,8V 4u 23,8V < Vb < 24,4V 2u 24,4V < Vb < 25,2V 1u Vb > 25,2V 0u Als de absorptieperiode wordt onderbroken door een wolk of een stroomvretende last, wordt het absorptieproces weer hervat als de absorptiespanning later die dag weer wordt bereikt, tot de absorptieperiode is voltooid. 25 De absorptieperiode eindigt ook als de uitgangsstroom van de zonne-acculader onder minder dan 2 Amp daalt. Niet vanwege het lage vermogen van het zonnepaneel, maar omdat de accu volledig wordt opgeladen (staartstroomuitschakeling). Dit algoritme voorkomt dat de accu als gevolg van dagelijkse absorptielading wordt overladen als het systeem zonder last of met een kleine last wordt gebruikt. 8.3 Aansluitbaarheid Meerdere parameters kunnen worden aangepast (VE.Direct naar USB-kabel, ASS030530000, en een computer zijn nodig). Zie het witboek over datacommunicatie op onze website. De vereiste software kan worden gedownload van http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/ De laadcontroller kan worden aangesloten op een Color Control-paneel, BPP000300100R, met een VE.Direct naar VE.Direct-kabel. 9. PROBLEEMOPLOSSING – zonne-laadcontroller Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Omgekeerde PVaansluiting Sluit PV juist aan Omgekeerde accuaansluitingen Niet vervangbare zekering doorgebrand. Retourneer het apparaat naar VE voor reparatie Slechte accuverbinding Controleer accuverbinding Te hoge kabelverliezen Gebruik kabels met een grotere doorsnede Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen lader en accu Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn Enkel voor een 24Vsysteem: foute systeemspanning gekozen (12V i.p.v. 24V) door de laadcontroller Koppel de PV-installatie en de accu los nadat is gecontroleerd of de accuspanning tenminste >19V bedraagt en sluit deze opnieuw aan Een accucel is defect Vervang de accu Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen lader en accu (Tomgeving_lad< Tomgeving_acc) Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn Lader werkt niet De accu wordt niet volledig opgeladen De accu wordt overladen 26 EN 10. ONDERHOUD NL Dit product heeft geen specifiek onderhoud nodig. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de MultiPlus Compact vochtig wordt en houd het apparaat schoon. FR DE ES IT Appendix 27 11. TECHNISCHE SPECIFICATIES EasySolar EasySolar 12/1600/70 EasySolar 24/1600/40 Omvormer/lader PowerControl / PowerAssist Ja Omschakelaar 16A OMVORMER Ingangsspanningsbereik 9,5 – 17V Uitgang ‘zware gebruikers’ AC 0 19 – 33V 16A Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie: 50Hz ± 0,1% (1) Uitgang AC1, 2, 3 Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (3) 1600VA / 1300W Cont. uitgangsvermogen bij 40°C 1200W Piekvermogen 3000W Max. rendement 92% 94% Nullastvermogen 8W 10W Nullastvermogen in zoekmodus 2W 3W LADER AC-ingang Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 65Hz Vermogensfactor: 1 Laadspanning 'absorptielading' 14,4 / 28,8V Laadspanning 'druppellading' 13,8 / 27,6V Opslagmodus Laadstroom behuizing accu (4) 13,2 / 26,4V 70A 40A Accutemperatuursensor Ja Programmeerbaar relais (5) Ja Beveiligingen (2) a–g Zonne-laadcontroller Maximale accustroom 50A Maximaal PV-vermogen, 6a, b) 700W 1400W Maximale PV-nullastspanning 100V 100V Max. rendement Eigen verbruik Laadspanning 'absorptielading', fabrieksinstelling Laadspanning 'druppellading', fabrieksinstelling Laadalgoritme Temperatuurcompensatie Beveiliging 28 98% 10mA 14,4V 28,8V 13,8V 27,6V meertraps adaptief -16 mV / °C resp. -32 mV / °C a-g Bedrijfstemp.bereik -20 tot +50°C (ventilatorkoeling) NL Vochtigheidsgraad (geen condensvorming): EN Algemeen max 95% BEHUIZING Beschermingsklasse PV-aansluiting 230 V AC-aansluiting Afmetingen (hxbxd) Drie sets MC4 (PV-ST01) PV-stekkers G-ST18i-stekkers 11,7kg ES Gewicht IP21 Accukabels van 1,5 meter DE Accu-aansluiting aluminium (blauw RAL 5012) FR Materiaal en kleur 745 x 214 x 110 mm NORMEN Emissie / immuniteit Appendix Voertuigrichtlijn NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29, NEN-EN 62109 NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2, NEN-EN 61000-3-3 IT Veiligheid 2004/104/EG 1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V 2) Beveiligingen a. Kortsluiting b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. 230VAC op omvormeruitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet lineaire belasting, topfactor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld als algemeen alarmrelais, onderspanningsalarm of startsignaal voor een aggregaat 6a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen tot 720W resp. 1440W. 6b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V. 29 EN Battery : 1) Battery + 2) Battery Data : 10) VE-Bus/VE-Direct Solar : 3, 4, 5) Solar – 6, 7, 8) Solar + Input/Output : 11) AC-Input 12, 13, 14, 15) Solar charger settings : 9) Rotary switch for charger algorithms Female GST 18 connector “AC-In” Male GST 18 connector “AC-In” MC4 “-“ MC4 “+” NL AC-Output FR Batterie : 1) Batterie + 2) Batterie Données : 10) VE-Bus/VE-Direct Solaire : 3, 4, 5) Solaire – 6, 7, 8) Solaire + Entrée / Sortie : 11) Entrée CA 12, 13, 14, 15) Sortie CA Paramètres du chargeur solaire : 9) Interrupteur rotatif pour les algorithmes du chargeur : Connecteur Femelle GST 18 « AC-In » Connecteur Mâle GST 18 « AC-In » MC4 « - » MC4 « + » ES Batería: 1) Batería + 2) Batería Datos: 10) VE-Bus/VE-Direct Solar: 3, 4, 5) Solar – 6, 7, 8) Solar + Entrada/Salida: 11) Entradas CA 12, 13, 14, 15) Salida CA Ajustes del controlador de carga solar: 9) Interruptor giratorio para algoritmos del cargador Conector hembra GST 18 «AC-In» Conector macho GST 18 «AC-In» MC4 «-» MC4 «+» Accu : 1) Accu + 2) Accu Data : 10) VE-Bus/VE-Direct Zonne-energie : 3, 4, 5) Zonne-energie – 6, 7, 8) Zonne-energie + Ingang/Uitgang : 11) AC-Ingang 12, 13, 14, 15) AC-Uitgang Instellingen zonnelader : 9) Draaischakelaar voor laadalgoritmes Vrouwelijke GST 18-aansluiting “AC-In” Mannelijke GST 18-aansluiting “AC-In” MC4 “-“ MC4 “+” DE Batterie: 1) Batterie + 2) Batterie Daten: 10) VE-Bus/VE-Direct Solar: 3, 4, 5) Solar – 6, 7, 8) Solar + Eingang/Ausgang: 11) AC-Eingang 12, 13, 14, 15) Einstellungen Solar-Ladegerät: 9) Drehknopf für Ladegerät-Algorithmen GST 18 Buchse “AC-In” GST 18Stecker “AC-In” MC4 “-“ MC4 “+” IT AC-Ausgang Batteria: 1) Batteria + 2) Batteria Dati: 10) VE-Bus/VE-Direct Solare: 3, 4, 5) Solare – 6, 7, 8) Solare + Entrata/Uscita: 11) Entrata CA 12, 13, 14, 15) Uscita CA Impostazioni caricabatterie solare: 9) Interruttore a rotazione per gli algoritmi di carica Connettore femmina GST 18 “AC-In” Connettore maschio GST 18 “AC-In” MC4 “-“ MC4 “+” AC-in Solar AC out 0 (break) AC out 1 (No-break) AC out 2 (No-break AC out 3 (No-break) Chassis Battery AC-in Solaire AC-out 0 (coupure) AC-out 1 (pas de coupure) AC-out 2 (pas de coupure) AC-out 3 (pas de coupure) Boitier Batterie Entrada CA Solar Salida CA 0 (interrupción) Salida CA 1 (sin interrupción) Salida CA 2 (sin interrupción) Salida CA 3 (sin interrupción) Chasis Batería EN FR ES AC-in Zonnepaneel AC-uit 0 (break) AC-uit 1 (No-break) AC 2 (No-break) AC-uit 3 (No-break) Chassis Accu NL DE AC-Ein Solar AC Aus 0 (Unterbrechung) AC Aus 1 (Keine Unterbrechung) AC Aus 2 (Keine Unterbrechung) AC Aus 3 (Keine Unterbrechung) Gehäuse Batterie AC-in Solare Uscita CA 0 (discontinuo) Uscita CA 1 (continuo) Uscita CA 2 (continuo) Uscita CA 3 (continuo) Telaio Batteria IT EN C: Comm. Port -UTP - VE-Configure Indicator programmable relay LED illuminates when relay is activated D: Temperature sensor 1 = red sensor + 2 = black sensor – H : Remote switch 1 = charger only 2 = middle terminal (gnd !) E : Alarm contact 1 = NO 2 = COM NL 3 = on 3 = NC FR C : Port de Comm. -UTP - VE-Configure Indicateur Relais programmable La LED s'allume quand le relais est activé D : Sonde de température 1 = Rouge Sonde + 2 = Noir Sonde H : Interrupteur à distance 1 = chargeur uniquement 2 = borne du milieu (terre !) 3 = on E : Contact alarme 1 = NO 2 = COM 3 = NC ES C: Puerto de comunicaciones -UTP - VE-Configure Indicador del relé programable El LED se ilumina al activarse el relé D: Sensor de temperatura 1 = rojo sensor + 2 = negro sensor – H : Interruptor remoto 1 = sólo cargador 2 = terminal medio (¡masa!) 3 = encendido E : Contacto de la alarma 1 = NO 2 = COM 3 = NC C: Comm. Poort -UTP - VE-Configure Indicator programeerbare relais LED licht op wanneer het relais geactiveerd wordt D: Temperatuursensor 1 = rode sensor + 2 = zwarte sensor – H : Externe schakelaar 1 = alleen lader 2 = middenterminal (aarding!) 3 = aan E : Alarmcontact 1 = NEE 2 = COM 3 = NC DE C: Comm. Anschluss -UTP - VE-Configure Anzeige programmierbares Relais LED leuchtet bei aktiviertem Relais D: Temperatur-Sensor 1 = roter Sensor + 2 = schwarzer Sensor – H: Fernst.-Schalter 1 = nur Ladegerät 2 = mittlerer Anschluss (Erde!) 3 = an E: Alarm-Kontakt 1 = NO 2 = COM 3 = NC IT C: Porta Com. -UTP - VE-Configure Indicatore relè programmabile Il LED si accende quando il relè è attivo D: Sensore temperatura 1 = sensore rosso + 2 = sensore nero – H : Interruttore remoto 1 = solo caricatore 2 = terminale intermedio (gnd !) 3 = on E : Contatto allarme 1 = NO 2 = COM 3 = NC
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192

Victron energy EasySolar 12V & 24V, 1600VA de handleiding

Type
de handleiding