Victron energy MultiPlus Compact 12/24V 2000VA 230V de handleiding

Categorie
Acculaders
Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES Appendix
1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur
dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (accu) Zelfs
als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij
de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de accu uit voor
het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant niet en stel het product pas in
werking als alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de accu om u ervan te verzekeren dat het
product bestemd is voor gebruik in combinatie met de accu. De veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant van de accu dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging)
De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt
zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd,
moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere
onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers.
Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor
het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt
met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding.
2
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd
voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen
niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de maximale ingangsspanning
van de MultiPlus.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het
product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de 20°C en
60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de accu.
3
EN NL FR DE ES Appendix
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
Multi Compact functioneel
De basis van de MultiPlus Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en
omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de MultiPlus Compact
een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a. PowerControl en PowerAssist.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal
de Multi Compact overschakelen van laderbedrijf op omvormerbedrijf en de voeding van
de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere
elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren.
PowerControl Maximaal benutten van beperkte walstroom
Met het Multi Control bedieningspaneel kan een maximale wal- of aggregaatstroom
ingesteld worden. De Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers
en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist Doe meer met uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp”
functie van de MultiPlus Compact
Met PowerAssist kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt parallel
met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen. Tijdelijk
te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee! Nog
stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt de
walstroom in met een simpele draaiknop op het Phoenix Multi Control paneel.
Opm 1: Igv parallel bedrijf met een generator mag het vermogen van de generator niet
minder zijn dan het vermogen van de MultiPlus Compact. (voorbeeld: een generator geschikt
voor parallel bedrijf met een MultiPlus Compact 12/2000/80 moet een vermogen van minstens
2000VA hebben)
Opm 2: De uitgangsspanning van een generator kan sterk vervormd zijn. In dat geval moet
de “AC waveform check” uitgezet worden.
4
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk absorption float storage
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden
ingesteld voor verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces
automatisch aan het accugebruik aan.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en
overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch
verlengd om de accu volledig te laden.
Schade wegens overmatige gasvorming voorkomen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in combinatie
met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade wegens overmatige gasvorming worden
voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te voorkomen wanneer de
gasspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet wordt gebruikt: de Opslag-
functie
De Opslag-functie wordt geactiveerd wanneer de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen.
In dat geval wordt de drijfspanning verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V accu) om
gasvorming en corrosie van de positieve platen te voorkomen. Eens per week wordt de
spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt
stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, een voorname oorzaak van vroege
accustoringen.
Twee DC-uitgangen om twee accu's te laden
De eerste DC-aansluitklem kan de volle uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld
voor het laden van een startaccu, is begrensd op 4A en heeft een iets lagere
uitgangsspanning.
Verhoogde levensduur van de accu: temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd bij het product) dient om de laadspanning te
verminderen wanneer de accutemperatuur toeneemt. Dit is bijzonder belangrijk voor
onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen.
Meer over accu's en laden
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis
verkrijgbaar op onze website www.victronenergy.com -> Support & Downloads’ -> Algemene
Technische Informatie). Voor meer informatie over de adaptieve laadkarakteristiek verwijzen
wij u naar ‘Algemene Technische Informatie’ op onze website
2.3 Eigen verbruik zonne-energie-opslagsystemen
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan
het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het
land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te
schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern
gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi/Quattro op het
elektriciteitsnet aan te sluiten.
5
EN NL FR DE ES Appendix
3. BEDIENING
3.1 On/off/charger only schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden.
Als er op de “AC-in” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en
goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt
uitgeschakeld, de gele LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking.
Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de gele LED
branden (bulk en of absorption) of de gele LED knippert (float).
Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden
ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de
Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting.
TIP: Als u uw Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip
verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat
bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
De Multi Compact kan optioneel met het Multi Control paneel worden bediend. Met dit paneel
kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen.
Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale
laadstroom instellen. De Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden wanneer de
totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan.
Het laadgedeelte van de Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan door
middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Multi Control
paneel (AC ingangsstroom op 0 zetten).
Voor de juiste DIP switch instellingen, zie §5.5.1.
3.3 Speciale laad-mode Equalizing
Het dient de aanbeveling dat bepaalde Typ accuen eens in de maand extra nageladen te
worden. In de Equalizing modus gaat de Multi Compact gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor
een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend
gaan knipperen.
De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat
er extra wordt nageladen.
6
Forced absorption
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een
Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Multi Compact
gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption spanning
laden. De gele led Charger brandt.
De Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in deze
toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control ) op de
stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna
beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder
beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig
omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware overgeslagenwordt. Als de
desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het
apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij
gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control
is dit geen probleem.
1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of
remote control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan.
2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een AC-
ingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.)
3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”.
Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het
omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
4. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED
“alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens
de “bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar
“on” gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet.
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption”
naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet.
Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float”
mode.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de
schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”.
Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
7
EN NL FR DE ES Appendix
3.4 LED aanduidingen
Omvormer
Accu bedrijf. De omvormer staat aan en
levert vermogen aan de belasting.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur te hoog, of
DC rimpelspanning was te hoog
(slechte verbinding!).
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
Acculader
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de bulk mode en of
absorption mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de float mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
LED uit
LED knippert
LED brandt
De omvormer is ingeschakeld en
levert vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
8
De netspanning is doorgeschakeld en de
en de lader is uitgeschakeld.
De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn
eindwaarde (accu spanning) bereiken.
Lader staat in bulk protection Mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in bulk of absorption mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in float mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en er is
een vooralarm: overbelast of de lader is
warm.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
Remote Control panel indicatie (optioneel)
PowerControl en PowerAssist indicatie
Opm: Wanneer de LED’s “overload” en “low battery” tegelijk branden is apparaat
uitgeschakeld tgv te hoge rimpel op de gelijkspanning.
inverter on
mains on
overload
bulk
low battery
absorption
temperature
float
on
charger only
off
9
EN NL FR DE ES Appendix
4. INSTALLATIE
4.1 Locatie
De Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd
zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste
10cm te worden vrijgehouden voor koeling.
De Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de
achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix
A .
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal
monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd
de afstand tussen de Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over
de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe
omgeving.
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
10
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Multi Compact volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik
te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste
dikte. Zie tabel.
24/2000
12/2000
Aanbevolen
kabeldikte (mm
2
)
6 m
50
70
24/2000
12/2000
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
200 500 350 1000
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet accu’s.
Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”,
downloadbaar van onze website.
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
11
EN NL FR DE ES Appendix
4.3 Aansluiten AC kabels
De Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector aan de onderkant, zie appendix A.
De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook.
De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 30A, en de
kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te zijn.
Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering
gekozen te worden.
De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok
Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 2kVA (dwz 2000 / 230 = 9A) toevoegen
aan de uitgang wanneer veel vermogen wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus
oplopen tot 30 + 9 = 39A. In serie met de uitgang dient een op de belasting aangepaste
aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is
40A.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging.
De MultiPlus Compact: is voorzien van een aard relais (zie appendix B) dat de N
uitgang automatisch met de behuizing verbint wanneer geen externe
wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe
wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat
het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix B). Dit is om goede werking van
een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding vezekerd worden
met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galavanische corrosie.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator.
12
4.4 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
4.4.1 Startaccu
De Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het
aansluiten appendix A.
4.4.2 Temperatuursensor
Voor temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten (zie Appendix A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu
worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C.
Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt
Absorptie spanning. In de instel mode werkt de temperatuur compensatie niet.
10.0
10.5
11.0
11.5
12.0
12.5
13.0
13.5
14.0
14.5
15.0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
Battery temperature
Volts
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Volts
4.4.3 Afstandsbediening
Het product kan op afstand bediend worden op twee manieren:
- Met een externe driewegschakelaar
- Met een Multi Control Panel
Zie §5.5.1. voor de juiste DIP switch instellingen.
4.4.4 Programmeerbaar relais
De MultiPlus heeft is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is
geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen
geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S,
appendix A).
13
EN NL FR DE ES Appendix
4.4.5 Parallel schakelen (zie appendix C)
De MultiPlus is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt
een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5
kabels (UTP Patch leads). Het systeem (apparaten samen met eventueel een
bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
Maximaal zes units parallel.
Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel.
De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde
doorsnede hebben.
Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de
aansluiting tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som
van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de
MultiPlus’s.
Plaats de MultiPlus’s dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte
onder, boven en opzij van de units.
De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te
worden (en op het remote paneel).
Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen.
Op het systeem hoeft maar bij één unit een accu-temperatuursensor aangesloten te
worden. Indien U de temperatuur van meerdere accu’s wilt meten kunt U ook de
sensoren van andere MultiPlus’s in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiPlus).
De temperatuur compensatie tijdens acculaden reageert dan op de sensor die de hoogste
temperatuur meet.
Voltage sense moet op de ‘Master’ aangesloten worden (zie paragraaf 5.5.1.4).
Bij meer dan 3 units parallel in één systeem is een ‘dongle’ vereist. (zie hoofdstuk 5).
Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten
worden.
4.4.6 Drie-fase configuratie (zie appendix D)
De MultiPlus kan ook gebruikt worden in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiertoe wordt een
verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels
(dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel)
dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.5
Opmerking: de MultiPlus is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
14
5. INSTELLINGEN
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt
voor toepassing van 1 apparaat.
Er hoeft dan niets ingesteld te worden.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s!
Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw accu leverancier!
MultiPlus standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie 50 Hz
Input frequency range 45 65 Hz
Input voltage range 180 -265 VAC
Omvormer spanning 230 VAC
Stand alone / parallel / 3-fase stand alone
Search mode off
Ground relay on
Lader on/ off on
Laad karakteristieken vier traps Adaptive met BatterySafe mode
Laadstroom 75% van de maximum laadstroom
Accu type Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt
voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden off
Absorption spanning 14.4/ 28.8V
Absorption tijd tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd)
Float spanning 13.8 / 27.6V
Storage spanning 13,2 / 26,4V (niet instelbaar)
Herhaalde Absorption Tijd 1 uur
Herhaald Absorption Interval 7 dagen
Bulk Beveiliging on
AC in stroomgrens 16A (= instelbare stroomgrens tbv
PowerControl en PowerAssist functies)
UPS function on
Dynamic current limiter off
WeakAC off
BoostFactor 2
Multifunctioneel relais alarm functie
PowerAssist on
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
15
EN NL FR DE ES Appendix
5.2 Verklaring instellingen
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet
vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden
in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3).
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Input frequency range
Ingang frequentie bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus
synchroniseert binnen dit bereik met de frequentie van de op de AC ingang aanwezige
spanning. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 65 Hz; 45 55 Hz; 55 65 Hz
Input voltage range
Spanning bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert
binnen dit bereik met de op AC ingang aanwezige spanning. De spanning op de uitgang
is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens 180 - 230V
Bovengrens 230 - 270V
Omvormer spanning
Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accu bedrijf.
Instelbaar: 210 245V
Stand alone / parallel operation
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel)
- een 3-fase systeem te maken
Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling.
Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden.
Search mode
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search
mode houdt in dat de MultiPlus uitschakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel
laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus even aan schakelen. Als de belasting dan de
ingestelde waarde overschrijdt blijft de Multi aan. Zo niet, dan gaat de Multi weer uit.
De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveau’s kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabrieksinstelling is:
‘UIT’: 40 Watt
‘AAN’: 100 Watt
Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
16
AES (Automatic Economy Switch)
In plaats van ‘search modekan ook de AES gekozen worden.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting
met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Niet instelbaar met DIP switches.
Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Ground relay (zie appendix B)
Met dit relais (H) wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de
teruglever veiligheidsrelais in de AC ingangen open is. Dit om de correcte werking van
aardlek schakelaars in de uitgang te verzekeren.
Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie uit
gezet worden.
Niet instelbaar met DIP switches.
Laad karakteristieken
De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor
een beschrijving.
Dit is de beste laad karakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s
voor andere mogelijkheden.
Accu type
De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200,
en buisjes plaat stationaire accu’s (tubular plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling
kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld Victron AGM Deep Discharge
en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat open accu’s.
Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden.
Automatisch egalisatie laden
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s. Bij deze instelling wordt de
maximale absorptie spannig verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens
absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximum
stroom.
Niet instelbaar met DIP switches.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure.
Absorption tijd
Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal
geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’ laad karakteristiek gekozen wordt is de absorption tijd
vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt. Indien t.b.v snel laden
een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!) is 4 uur beter.
Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval
Zie hoofdstuk 2
Niet instelbaar met DIP switches.
17
EN NL FR DE ES Appendix
Bulk Beveiliging
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een
langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten
accu cel).
Niet instelbaar met DIP switches.
AC-in stroombegrenzing
Dit is de stroomgrens instelling waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instelling bereik: van 2,7A tot 30A.
De fabrieksinstelling is 16A
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’, of de vele beschrijvingen van deze unieke
functie op onze web site www.victronenergy.com.
UPS function
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking
naar omvormerbedrijf wanneer de AC op de ingang wegvalt. De MultiPlus is dan toe te
passen als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor
gevoelige apparatuur zoals computers of communicatie systemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor
gebruik van deze instelling: de MultiPlus zou voortdurend omschakelen naar omvormer
bedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te zetten. Dan
reageert de MultiPlus minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2.
Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormer bedrijf wat langer, maar de meeste
apparatuur ( de meeste computers, klokken van huishoudelijke apparatuur) ondervindt
hier geen hinder van.
Advies: UPS function uit zetten wanneer de MultiPlus niet wil synchroniseren of voortdurend
terugschakelt naar omvormer bedrijf.
Dynamic current limiter
Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een
statische omvormer (zogenaamde ‘inverter’ generatoren). Bij deze generatoren wordt het
toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstof verbruik
en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt
bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat
de motor op toeren is.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt zal de MultiPlus beginnen met bijleveren op een
lage stroom en de bijlevergrens geleidelijk verhogen naar de ingestelde stroom. Hierdoor
krijgt de motor van de generator de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op
plotselinge belasting variaties.
18
WeakAC
De ingangsstroom van de lader van de MultiPlus is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke
vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks
werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk vervormde
spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens
zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamic current limiter’ aan en reduceer desnoods de
maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen.
Niet instelbaar met DIP switches.
BoostFactor
Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy
getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP switches.
Programmeerbaar relais
Het multifunctionele relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt
i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te
hoog, accuspanning bijna te laag).
Niet instelbaar met DIP switches.
Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S,
appendix A).
19
EN NL FR DE ES Appendix
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden
gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch).
Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie
par. 5.5.
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
VEConfigure3-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) imterface
Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45
UTP kabel is dan nodig).
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met
maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd
kunnen worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 Multi’s of
meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de
software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit
programma.
5.4 Instellen met een VE.Net paneel
Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais
en de VirtualSwitch.
20
5.5 Instellen met DIP switches
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches
Dit gaat als volgt:
a) Schakel de MultiPlus aan, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de
ingangen. De MultiPlus werkt dan in omvormer bedrijf.
b) Stel de dipswitches in zoals gewenst.
c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna
weeroff’ te schakelen.
5.5.1. DIP switch 1 en 2
Standaard instelling: om het product te gebruiken met de “On/Off/Charger Only
schakelaar op het frontpaneel
ds 1: “off”
ds 2: “on”
De standaard instelling is vereist wanneer u de “On/Off/Charger Only” schakelaar op het
frontpaneel gebruikt.
Instelling voor het op afstand gebruiken middels een Multi Control Panel:
ds 1: “on”
ds 2: “off”
Deze instelling is vereist wanneer een Multi Control Panel is verbonden.
Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48 sockets B, zie bijlage
A.
Instelling voor het op afstand gebruiken middels een 3-way switch:
ds 1: “off”
ds 2: “off”
Deze instelling is vereist wanneer een 3-way switch is verbonden.
De 3-way switch moet aangesloten zijn met klem L, zie bijlage A.
Er kan maar één apparaat op afstand verbonden zijn, bijv. een switch of paneel.
In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op “on” te staan.
5.5.2 DIP switch 3 tot 7
Met deze DIP switches kunnen de volgende instellingen gedaan worden:
- Laadspanning
- Omvormer frequentie
- Search mode uit of aan
- AC ingangsstroom instellen op 16A of 30A
21
EN NL FR DE ES Appendix
ds3-ds4: laadspanning
ds3-ds4
Absorptie
spanning
Float
spanning
Storage
spanning
Absorptie
tijd (uren)
Bedoeld voor
dS3=off
dS4=off
(fabrieks
instelling)
14.4
28.8
57.6
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
8
Gel Victron Deep
Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep
Discharge
dS3=on
dS4=off
14.1
28.2
56.4
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
8
Gel Victron Long
Life (OPzV)
Gel Exide A600
(OPzV)
Gel MK battery
dS3=off
dS4=on
14.7
29.4
58.8
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
5
AGM Victron Deep
Discharge
Buisjes plaat OPzS
accu’s in semi-float
mode
AGM spiral cell
dS3=on
dS4=on
15.0
30.0
60.0
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
6
Buisjes plaat tractie
accu’s of OPzS
accu’s in cyclic
mode
1
De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en
chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen
worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek
"Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com). De lader staat standaard ingesteld voor
het laden van gel accu’s zoals de Sonnenschein/Exide Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere
typen accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact
hierop (met behulp van VEConfigure) aanpassen. De Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale
laadstroom. Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een
stroom van 0.1 tot 0.2x de capaciteit.
ds5: omvormer frequentie off = 50Hz on = 60Hz
ds 6: Search mode off = uit on = aan
ds 7: AC ingang stroom berenzing: off = 16A on = 30A
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
22
5.5.3 Voorbeelden
Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor stand alone bedrijf
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling
Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC ingang
bepaald door het paneel, en niet door de in de Phoenix Multi opgeslagen waarde.
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Charger’en ‘AlarmLEDs knipperen.
6 Onderhoud
De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact vochtig wordt en
houd het apparaat schoon.
DS-1
off
DS-2 Paneel
on
DS-3 Laadspanning
off
DS-4 Laadspanning
off
DS-5 Frequentie
off
DS-6 Search mode:
off
DS-7 AC-in grens
off
DS-8 Opslaan
DS-1
off
DS-2
on
DS-3
off
DS-4
on
DS-5
off
DS-6
off
DS-7
on
DS-8
DS-1
on
DS-2
off
DS-3
on
DS-4
on
DS-5
on
DS-6
on
DS-7
off
DS-8
Voorbeeld 1: (fabrieksinstelling)
1 Geen paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
2 Geen paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
3, 4 GEL 14.4 V
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode off
7 AC-in grens 16A
8 opslaan: off on off
Voorbeeld 2:
1 Geen paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
2 Geen paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
3,4 AGM 14,7V
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode off
7 AC-in grens
30A
8 opslaan: off on off
Voorbeeld 3:
1 Paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
2 Paneel of
afstandsschakelaar
verbonden
3, 4 Buisjes plaat 15V
5 Frequentie: 60Hz
6 Search Mode on
7 AC-in grens
16A
8 opslaan: off→ on→ off
23
EN NL FR DE ES Appendix
7. FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel
worden opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DC-
belastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden
losgekoppeld van de omvormer.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
De omvormer
werkt niet
Processor staat in uit-mode
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan
de nominale belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de
accucapaciteit voldoende is,
verhoog deze eventueel.
De LED “lalarm”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande voor-
alarm omstandigheden.
Zie de bovenstaande
oplossingen
24
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De lader werkt
niet
De netspanning of frequentie is
buiten het bereik.
Zorg dat de netspanning
tussen 185 VAC en 265 VAC
komt te liggen en dat de
frequentie overeenkomt met de
instelling.
De thermische onderbreker is
geactiveerd.
Reset de 30A thermische
onderbreker.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
Verkeerde laadstroom.
Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2x de accucapaciteit.
Een slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
De capaciteit van de accu is te
groot.
Sluit een accu aan met een
kleinere capaciteit en verhoog de
laadstroominstelling.
De interne DC zekering is kapot.
Omvormer is defect.
De accu wordt
overladen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Een slechte accu.
Vervang de accu.
Een te kleine accu.
Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit.
De accu staat te warm.
Sluit een temperatuursensor aan.
De laadstroom zakt
terug naar 0 zodra
de absrptie fase
ingaat
De accu is oververhit (>50°C)
- Plaats de accu in een koelere
ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen
een interne sluitng heeft
De accu temperatuur sensor is
stuk
Maak het stekkertje van de
temperatuur sensor in de Multi
los.
Reset de Multi door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer aan te
zetten.
Indien de laad functie nu weer
goed is moet de temperatuur
sensor vervangen worden.
25
EN NL FR DE ES Appendix
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
MultiPlus
12/2000/80-30
230V
24/2000/50-30
230V
PowerControl / PowerAssist ja ja
Maximale doorschakelstroom (A)) 30 30
Minimum PowerAssist stroom (A)
2,7
2,7
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
9,5 17
19 33
Uitgang (1)
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2%
Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3)
2000
2000
Continu vermogen bij 25°C (W)
1600
1600
Continu vermogen bij 40°C (W) 1400 1400
Continu vermogen bij 65°C (W)
1000
1000
Piek vermogen (W)
3500
4000
Maximaal rendement (%)
93
94
Nullast (W)
9
11
Search mode
3
4
LADER
AC Ingang
Ingangspanning: 187-265 VAC Frequentie: 45-65Hz
Power factor: 1
Laadspanning 'absorption' (V DC) 14,4 / 28,8
28,8
Laadspanning 'float' (V DC)
13,8 / 27,6
27,6
Laadspanning 'opslag' (V DC)
13,2 / 26,4
26,4
Laadstroom accessoire accu (A) (4)
80
50
Laadstroom startaccu (A) 4
Temperatuur sensor ja
ALGEMEEN
Programmeerbaar relais (5)
ja
Beveiligingen (2)
a - g
Algemeen
Temperatuur bereik: -40 tot +65°C
Vocht (niet condenserend): max 95%
BEHUIZING
Algemeen
Materiaal & kleur: aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
Accu-aansluiting
M8 bouten
230 V AC-aansluiting
WAGO CAGE CLAMP® connector 6 m, 10 AWG
Gewicht (kg)
12
Afmetingen (hxbxd in mm) 520 x 255 x 125
NORMEN
Veiligheid EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emissie / Immuniteit
EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat

Documenttranscriptie

EN 1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemeen NL Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. FR DE WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (accu) Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de accu uit voor het plegen van onderhoud. ES Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant niet en stel het product pas in werking als alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Appendix Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de accu om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de accu. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de accu dienen altijd te worden opgevolgd. WAARSCHUWING: til geen zware lasten zonder hulp. Installatie Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt. Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. 1 Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd. Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de maximale ingangsspanning van de MultiPlus. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en verwijderen van de accu. 2 EN 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen NL FR Multi Compact functioneel De basis van de MultiPlus Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de MultiPlus Compact een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a. PowerControl en PowerAssist. DE Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de Multi Compact overschakelen van laderbedrijf op omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren. ES PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie van de MultiPlus Compact Met PowerAssist kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen. Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt de walstroom in met een simpele draaiknop op het Phoenix Multi Control paneel. Opm 1: Igv parallel bedrijf met een generator mag het vermogen van de generator niet minder zijn dan het vermogen van de MultiPlus Compact. (voorbeeld: een generator geschikt voor parallel bedrijf met een MultiPlus Compact 12/2000/80 moet een vermogen van minstens 2000VA hebben) Opm 2: De uitgangsspanning van een generator kan sterk vervormd zijn. In dat geval moet de “AC waveform check” uitgezet worden. 3 Appendix PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom Met het Multi Control bedieningspaneel kan een maximale wal- of aggregaatstroom ingesteld worden. De Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is. 2.2 Acculader Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorption – float – storage Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld voor verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan het accugebruik aan. De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig te laden. Schade wegens overmatige gasvorming voorkomen: begrensde spanningsstijging Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade wegens overmatige gasvorming worden voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te voorkomen wanneer de gasspanning is bereikt. Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet wordt gebruikt: de Opslagfunctie De Opslag-functie wordt geactiveerd wanneer de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In dat geval wordt de drijfspanning verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen te voorkomen. Eens per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, een voorname oorzaak van vroege accustoringen. Twee DC-uitgangen om twee accu's te laden De eerste DC-aansluitklem kan de volle uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is begrensd op 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. Verhoogde levensduur van de accu: temperatuurcompensatie De temperatuursensor (meegeleverd bij het product) dient om de laadspanning te verminderen wanneer de accutemperatuur toeneemt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen. Meer over accu's en laden In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis verkrijgbaar op onze website www.victronenergy.com -> Support & Downloads’ -> Algemene Technische Informatie). Voor meer informatie over de adaptieve laadkarakteristiek verwijzen wij u naar ‘Algemene Technische Informatie’ op onze website 2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure. Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen. Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen. Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten. 4 EN 3. BEDIENING 3.1 On/off/charger only schakelaar NL FR Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig. De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “AC-in” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de gele LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de gele LED branden (bulk en of absorption) of de gele LED knippert (float). Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld. Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. DE ES Appendix TIP: Als u uw Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening De Multi Compact kan optioneel met het Multi Control paneel worden bediend. Met dit paneel kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen. Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale laadstroom instellen. De Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan. Het laadgedeelte van de Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan door middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Multi Control paneel (AC ingangsstroom op 0 zetten). Voor de juiste DIP switch instellingen, zie §5.5.1. 3.3 Speciale laad-mode Equalizing Het dient de aanbeveling dat bepaalde Typ accuen eens in de maand extra nageladen te worden. In de Equalizing modus gaat de Multi Compact gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde. Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend gaan knipperen. De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat er extra wordt nageladen. 5 Forced absorption In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Multi Compact gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption spanning laden. De gele led Charger brandt. De Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control ) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat. Om de Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven. LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware ‘overgeslagen’ wordt. Als de desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control is dit geen probleem. 1. 2. 3. 4. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een ACingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.) Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”. Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED “alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de “bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden. • Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet. • Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption” naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet. • Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float” mode. Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”. Dit zal de laadtoestand niet wijzigen. 6 EN 3.4 LED aanduidingen NL LED uit LED knippert LED brandt FR Omvormer alarm on off DE inverter charger Accu bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. ES charger only alarm on off charger only inverter charger alarm on off charger only De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Voor-alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur hoog Appendix inverter charger De omvormer is uitgeschakeld. Alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur te hoog, of DC rimpelspanning was te hoog (slechte verbinding!). Acculader inverter charger alarm on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de bulk mode en of absorption mode. charger only inverter charger alarm on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de float mode. charger only 7 inverter charger on off alarm charger only inverter charger on off alarm De netspanning is doorgeschakeld en de en de lader is uitgeschakeld. De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn eindwaarde (accu spanning) bereiken. Lader staat in bulk protection Mode. De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in bulk of absorption mode. charger only inverter charger on off alarm De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in float mode. charger only inverter charger on off alarm De netspanning is doorgeschakeld en er is een vooralarm: overbelast of de lader is warm. charger only Remote Control panel indicatie (optioneel) PowerControl en PowerAssist indicatie inverter on mains on overload bulk low battery absorption temperature float charger only on off Opm: Wanneer de LED’s “overload” en “low battery” tegelijk branden is apparaat uitgeschakeld tgv te hoge rimpel op de gelijkspanning. 8 EN 4. INSTALLATIE NL Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden geïnstalleerd. FR 4.1 Locatie DE De Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling. ES Appendix Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: Kortere levensduur. Lagere laadstroom. Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix A. Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. 9 4.2 Aansluiten accukabels Om de capaciteit van de Multi Compact volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. Aanbevolen kabeldikte (mm2)  6m Aanbevolen accucapaciteit (Ah) 24/2000 12/2000 50 70 24/2000 12/2000 200 – 500 350 – 1000 Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”, downloadbaar van onze website. Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. 10 4.3 Aansluiten AC kabels EN NL Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. 11 Appendix • De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook. De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 30A, en de kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te zijn. Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering gekozen te worden. De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 2kVA (dwz 2000 / 230 = 9A) toevoegen aan de uitgang wanneer veel vermogen wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus oplopen tot 30 + 9 = 39A. In serie met de uitgang dient een op de belasting aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is 40A. ES • DE De Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector aan de onderkant, zie appendix A. FR De MultiPlus Compact: is voorzien van een aard relais (zie appendix B) dat de N uitgang automatisch met de behuizing verbint wanneer geen externe wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix B). Dit is om goede werking van een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren. - In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding vezekerd worden met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan dan moet de behuizing geaard worden. - In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). - Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galavanische corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator. 4.4 Aansluitopties Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten. 4.4.1 Startaccu De Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten appendix A. 4.4.2 Temperatuursensor Voor temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten (zie Appendix A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C. Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt Absorptie spanning. In de instel mode werkt de temperatuur compensatie niet. 15.0 14.5 14.0 13.5 13.0 Volts 12.5 12.0 11.5 11.0 10.5 10.0 30 29 28 27 26 25 Volts 24 23 22 21 20 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Battery temperature 4.4.3 Afstandsbediening Het product kan op afstand bediend worden op twee manieren: - Met een externe driewegschakelaar - Met een Multi Control Panel Zie §5.5.1. voor de juiste DIP switch instellingen. 4.4.4 Programmeerbaar relais De MultiPlus heeft is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S, appendix A). 12 EN 4.4.5 Parallel schakelen (zie appendix C) De MultiPlus is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (UTP Patch leads). Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: Maximaal zes units parallel. Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel. De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s. Plaats de MultiPlus’s dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en opzij van de units. De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen. Op het systeem hoeft maar bij één unit een accu-temperatuursensor aangesloten te worden. Indien U de temperatuur van meerdere accu’s wilt meten kunt U ook de sensoren van andere MultiPlus’s in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiPlus). De temperatuur compensatie tijdens acculaden reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet. Voltage sense moet op de ‘Master’ aangesloten worden (zie paragraaf 5.5.1.4). Bij meer dan 3 units parallel in één systeem is een ‘dongle’ vereist. (zie hoofdstuk 5). Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden. NL FR DE ES Appendix 4.4.6 Drie-fase configuratie (zie appendix D) De MultiPlus kan ook gebruikt worden in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.5 Opmerking: de MultiPlus is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie. 13 5. INSTELLINGEN Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees voor het wijzigen goed de instructies. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan. 5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat. Er hoeft dan niets ingesteld te worden. Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw accu leverancier! MultiPlus standaard fabrieksinstellingen Omvormer frequentie Input frequency range Input voltage range Omvormer spanning Stand alone / parallel / 3-fase Search mode Ground relay Lader on/ off Laad karakteristieken Laadstroom Accu type Automatisch egalisatie laden Absorption spanning Absorption tijd Float spanning Storage spanning Herhaalde Absorption Tijd Herhaald Absorption Interval Bulk Beveiliging AC in stroomgrens UPS function Dynamic current limiter WeakAC BoostFactor Multifunctioneel relais PowerAssist 14 50 Hz 45 – 65 Hz 180 -265 VAC 230 VAC stand alone off on on vier traps Adaptive met BatterySafe mode 75% van de maximum laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) off 14.4/ 28.8V tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd) 13.8 / 27.6V 13,2 / 26,4V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen on 16A (= instelbare stroomgrens tbv PowerControl en PowerAssist functies) on off off 2 alarm functie on EN 5.2 Verklaring instellingen NL Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3). FR Omvormer frequentie Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50Hz; 60Hz DE Input frequency range Ingang frequentie bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de frequentie van de op de AC ingang aanwezige spanning. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang. Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz ES Appendix Input voltage range Spanning bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de op AC ingang aanwezige spanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang. Instelbaar: Ondergrens 180 - 230V Bovengrens 230 - 270V Omvormer spanning Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accu bedrijf. Instelbaar: 210 – 245V Stand alone / parallel operation Met meerdere apparaten is het mogelijk om: - het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel) - een 3-fase systeem te maken Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden. Search mode Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat de MultiPlus uitschakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus even aan schakelen. Als de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Multi aan. Zo niet, dan gaat de Multi weer uit. De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveau’s kunnen ingesteld worden met VEConfigure. De fabrieksinstelling is: ‘UIT’: 40 Watt ‘AAN’: 100 Watt Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. 15 AES (Automatic Economy Switch) In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES gekozen worden. Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’. Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. Ground relay (zie appendix B) Met dit relais (H) wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de teruglever veiligheidsrelais in de AC ingangen open is. Dit om de correcte werking van aardlek schakelaars in de uitgang te verzekeren. Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie uit gezet worden. Niet instelbaar met DIP switches. Laad karakteristieken De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is de beste laad karakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s voor andere mogelijkheden. Accu type De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200, en buisjes plaat stationaire accu’s (tubular plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld Victron AGM Deep Discharge en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat open accu’s. Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden. Automatisch egalisatie laden Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptie spannig verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximum stroom. Niet instelbaar met DIP switches. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure. Absorption tijd Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’ laad karakteristiek gekozen wordt is de absorption tijd vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt. Indien t.b.v snel laden een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!) is 4 uur beter. Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval Zie hoofdstuk 2 Niet instelbaar met DIP switches. 16 EN Bulk Beveiliging Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten accu cel). Niet instelbaar met DIP switches. NL FR AC-in stroombegrenzing Dit is de stroomgrens instelling waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. Instelling bereik: van 2,7A tot 30A. De fabrieksinstelling is 16A Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’, of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze web site www.victronenergy.com. DE 17 Appendix Dynamic current limiter Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘inverter’ generatoren). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstof verbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt zal de MultiPlus beginnen met bijleveren op een lage stroom en de bijlevergrens geleidelijk verhogen naar de ingestelde stroom. Hierdoor krijgt de motor van de generator de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op plotselinge belasting variaties. ES UPS function Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf wanneer de AC op de ingang wegvalt. De MultiPlus is dan toe te passen als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur zoals computers of communicatie systemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling: de MultiPlus zou voortdurend omschakelen naar omvormer bedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te zetten. Dan reageert de MultiPlus minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormer bedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur ( de meeste computers, klokken van huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: UPS function uit zetten wanneer de MultiPlus niet wil synchroniseren of voortdurend terugschakelt naar omvormer bedrijf. WeakAC De ingangsstroom van de lader van de MultiPlus is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamic current limiter’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen. Niet instelbaar met DIP switches. BoostFactor Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP switches. Programmeerbaar relais Het multifunctionele relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag). Niet instelbaar met DIP switches. Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S, appendix A). 18 EN 5.3 Instellingen wijzigen met een computer NL Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch). Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par. 5.5. FR Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig: • VEConfigure3-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com. • Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) imterface Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP kabel is dan nodig). DE ES 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com. Appendix 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 Multi’s of meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. 5.4 Instellen met een VE.Net paneel Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig. Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 19 5.5 Instellen met DIP switches Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches Dit gaat als volgt: a) Schakel de MultiPlus aan, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De MultiPlus werkt dan in omvormer bedrijf. b) Stel de dipswitches in zoals gewenst. c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. 5.5.1. DIP switch 1 en 2 Standaard instelling: om het product te gebruiken met de “On/Off/Charger Only” schakelaar op het frontpaneel ds 1: “off” ds 2: “on” De standaard instelling is vereist wanneer u de “On/Off/Charger Only” schakelaar op het frontpaneel gebruikt. Instelling voor het op afstand gebruiken middels een Multi Control Panel: ds 1: “on” ds 2: “off” Deze instelling is vereist wanneer een Multi Control Panel is verbonden. Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48 sockets B, zie bijlage A. Instelling voor het op afstand gebruiken middels een 3-way switch: ds 1: “off” ds 2: “off” Deze instelling is vereist wanneer een 3-way switch is verbonden. De 3-way switch moet aangesloten zijn met klem L, zie bijlage A. Er kan maar één apparaat op afstand verbonden zijn, bijv. een switch of paneel. In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op “on” te staan. 5.5.2 DIP switch 3 tot 7 Met deze DIP switches kunnen de volgende instellingen gedaan worden: Laadspanning Omvormer frequentie Search mode uit of aan AC ingangsstroom instellen op 16A of 30A 20 EN ds3-ds4: laadspanning Bedoeld voor 13.2 26.4 52.8 8 Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge dS3=on dS4=off 14.1 28.2 56.4 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 8 dS3=off dS4=on 14.7 29.4 58.8 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 5 dS3=on dS4=on 15.0 30.0 60.0 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 6 Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK battery AGM Victron Deep Discharge Buisjes plaat OPzS accu’s in semi-float mode AGM spiral cell Appendix 13.8 27.6 55.2 ES 14.4 28.8 57.6 dS3=off dS4=off (fabrieks instelling) Absorptie tijd (uren) DE Storage spanning FR Float spanning NL Absorptie spanning ds3-ds4 Buisjes plaat tractie accu’s of OPzS accu’s in cyclic mode 1 De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek "Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com). De lader staat standaard ingesteld voor het laden van gel accu’s zoals de Sonnenschein/Exide Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere typen accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact hierop (met behulp van VEConfigure) aanpassen. De Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale laadstroom. Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een stroom van 0.1 tot 0.2x de capaciteit. ds5: omvormer frequentie off = 50Hz on = 60Hz ds 6: Search mode off = uit on = aan ds 7: AC ingang stroom berenzing: off = 16A on = 30A Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. 21 5.5.3 Voorbeelden Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor stand alone bedrijf Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC ingang bepaald door het paneel, en niet door de in de Phoenix Multi opgeslagen waarde. DS-1 DS-2 Paneel DS-3 Laadspanning DS-4 Laadspanning DS-5 Frequentie DS-6 Search mode: DS-7 AC-in grens DS-8 Opslaan off on off off off off off → ← Voorbeeld 1: (fabrieksinstelling) 1 Geen paneel of afstandsschakelaar verbonden 2 Geen paneel of afstandsschakelaar verbonden 3, 4 GEL 14.4 V 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode off 7 AC-in grens 16A 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off on off on off off on → ← Voorbeeld 2: 1 Geen paneel of afstandsschakelaar verbonden 2 Geen paneel of afstandsschakelaar verbonden 3,4 AGM 14,7V 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode off 7 AC-in grens 30A 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 on off on on on on off → ← Voorbeeld 3: 1 Paneel of afstandsschakelaar verbonden 2 Paneel of afstandsschakelaar verbonden 3, 4 Buisjes plaat 15V 5 Frequentie: 60Hz 6 Search Mode on 7 AC-in grens 16A 8 opslaan: off→ on→ off Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Charger’en ‘Alarm’ LED’s knipperen. 6 Onderhoud De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact vochtig wordt en houd het apparaat schoon. 22 EN 7. FOUTZOEKSCHEMA NL Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden losgekoppeld van de omvormer. FR Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur. Oplossing Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is. Processor staat in uit-mode De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 1: de accuspanning is laag. Voor-alarm, alt. 2: de belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting. Voor-alarm, alt. 3: lage accuspanning en te hoge belasting. Ontkoppel de netspanning. Schakel de omvormer uit. Wacht 4 seconden. Schakel de omvormer weer aan. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. Ontkoppel een deel van de belasting. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 3: rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,25Vrms. De LED “lalarm” brandt. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van voortduring van een van bovenstaande vooralarm omstandigheden. Appendix De LED “alarm” knippert. ES Oorzaak De accuspanning is te hoog of te laag. DE Probleem De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld De omvormer werkt niet Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels. Controleer de dynamo. Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel. Zie de bovenstaande oplossingen 23 Probleem De lader werkt niet Oorzaak De netspanning of –frequentie is buiten het bereik. De thermische onderbreker is geactiveerd. De accu wordt niet Verkeerde laadstroom. volledig opgeladen. Een slechte accuaansluiting. De accu wordt overladen. Reset de 30A thermische onderbreker. Stel de laadstroom in tussen 0,1 en 0,2x de accucapaciteit. Controleer de accuaansluitingen. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. De capaciteit van de accu is te groot. De interne DC zekering is kapot. Regel de floatspanning af op een goede waarde. Sluit een accu aan met een kleinere capaciteit en verhoog de laadstroominstelling. Omvormer is defect. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Een slechte accu. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. Regel de floatspanning af op een goede waarde. Vervang de accu. Een te kleine accu. Reduceer de laadstroom of gebruik een accu met een hogere capaciteit. Sluit een temperatuursensor aan. De accu staat te warm. De laadstroom zakt De accu is oververhit (>50°C) terug naar 0 zodra de absrptie fase ingaat De accu temperatuur sensor is stuk 24 Oplossing Zorg dat de netspanning tussen 185 VAC en 265 VAC komt te liggen en dat de frequentie overeenkomt met de instelling. - Plaats de accu in een koelere ruimte - Verlaag de laadstroom - Kijk of een van de accucellen een interne sluitng heeft Maak het stekkertje van de temperatuur sensor in de Multi los. Reset de Multi door deze uit te schakelen en na minstens 4 seconden wachten weer aan te zetten. Indien de laad functie nu weer goed is moet de temperatuur sensor vervangen worden. MultiPlus 12/2000/80-30 230V EN 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES 24/2000/50-30 230V ja ja Maximale doorschakelstroom (A)) 30 30 Minimum PowerAssist stroom (A) 2,7 2,7 NL PowerControl / PowerAssist FR OMVORMER Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 – 17 19 – 33 1600 2000 1600 Continu vermogen bij 40°C (W) 1400 1400 Continu vermogen bij 65°C (W) 1000 1000 Piek vermogen (W) 3500 4000 Maximaal rendement (%) 93 94 Nullast (W) 9 11 Search mode 3 4 Appendix 2000 Continu vermogen bij 25°C (W) ES Continu vermogen bij 25°C (VA) (3) DE Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1% Uitgang (1) LADER AC Ingang Laadspanning 'absorption' (V DC) Ingangspanning: 187-265 VAC Frequentie: 45-65Hz Power factor: 1 28,8 14,4 / 28,8 Laadspanning 'float' (V DC) 13,8 / 27,6 27,6 Laadspanning 'opslag' (V DC) 13,2 / 26,4 26,4 80 50 Laadstroom accessoire accu (A) (4) Laadstroom startaccu (A) 4 Temperatuur sensor ja ALGEMEEN Programmeerbaar relais (5) Beveiligingen (2) Algemeen ja a-g Temperatuur bereik: -40 tot +65°C Vocht (niet condenserend): max 95% BEHUIZING Algemeen Accu-aansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Afmetingen (hxbxd in mm) Materiaal & kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21 M8 bouten WAGO CAGE CLAMP® connector 6 mm², 10 AWG 12 520 x 255 x 125 NORMEN Veiligheid Emissie / Immuniteit EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 25 1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V 2) Beveiligingen a. Kortsluiting b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. Wisselspanning op de uitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150

Victron energy MultiPlus Compact 12/24V 2000VA 230V de handleiding

Categorie
Acculaders
Type
de handleiding