TRANSPOSITEUR
De transpositeur geeft u de mogelijkheid om het orgel te transponeren, d.w.z. u
kunt Met deze regelaar het orgel drie Itaal een halve toon hoger of lager
steMllen. Dit kan vooral van pas komen bij het sa_nspelen met andere
instrumenten of met zangers, die graag hoger of lager apelen of zingen, terwijl
u de originele muziek kunt blijven spelen.
KATHEDRAAL
Het door JOHANNUS Orgelbouw b.v. ontwikkelde digitale kathedraal-effect zorgt
voor een ruimtelijke weergave van de orgelklank.
Voor een optimale instelling van dit effect staan er twee regelaars tot uw
beschikking: De linker regelaar bepaalt het volume van de kathedraal, de rechter
regelaar de lengte d.M.V. 4 standen, 1 uit-stand (uiterst links) en 3 lengte-
standen, oplopend van links naar rechts. Zowel de intensiteit als de uitlooptijd
van het kathedraal-effect kunnen op deze wijze worden geregeld.
CHORUS
Om een zo breed mogelijk klinkend orgel te verkrijgen is er gebruik gemaakt van
meerdere toonopwekkingssysteMen.
Door de regelaar "CHORUS" rechtsom te draaien worden de verschi llende
toonopwekkingssysteMen onderling een weinig versteMd. filetde chorus-regelaar
kunt u naar eigen sMaak een meer strak klinkend, dan wel een breed juichend
orgel verkrijgen. Het optiMale effect van de chorus verkrijgt Men door gekoppeld
te spelen. Het chorus-effect is maxiMaal bij een geheel rechtsoM gedraaide
chorus-regelaar. In het algemeen dient men dit effect met mate te gebruiken.
VOLUME
Het totale volume van het orgel is instelbaar met de regelaar
Deze volume-regeling verandert (in tegenstelling tot het zwelpedaal)
de klankkleur van het orgel.
"VOLUt1E".
niets aan
HOOFDTELEFOON AANSLUITING
De hoofdtelefoonaanslui ting is stereo uitgevoerd en gegchikt voor elke stereo
hoofdtelefoon tot
200
Ohm. Bij gebruik van de hoofdtelefoon op het orgel worden
de luidsprekers van het orgel automatisch afgegchakeld. De verschillende kanalen
worden nu gelijkmatig verdeeld over de twee kanalen van de hoofdtelefoon.
DE KUNST VAN HET RE6ISTREREN
Het registreren is een wezenlijk onderdeel van het orgelspel. Waarschijnlijk is
het ook een van de moeilUkste begriPpen om duidelijk te Maken, OMdat het in
grote mate afhankelijk is van de persoonlijke sMaak van de organist(e).
Ais u geen ervaring heeft in het registreren, zult u echt tijd nodig hebben om
al de mogelijkheden van uw orgel te leren kennen. Op de achterzijde van deze
handleiding staan een aantal registratievoorbeelden. Hierin ziet u dat op het
pedaal een 16 voets labiaal(b.v.SUBBAS 16') altijd de basis is, terwijl dit op
de manualen altijd een 8 voets labiaaHb. v .HJLPIJP 8') is. Vanuit deze basis
wordt de registratie verder opgebouwd. Het verdient aanbeveling OM zoveel
mogelijk binnen een registergroep of "koor" te combineren. Zo bestaat een
prestantenkoor onderMeer uit: PRESTANT, OCTAAF, QUINT en t1IXTUUR.
Een fluitenkoor bestaat ondermeer uit: I-D..PIJP,ROERFLUIT, FLUIT en WOUOFLUIT.
Voorbeelden van 90ede en fraaie registercOMbinaties zijn bijvoorbeeld
PRESTANT 8' met OCTAAF 4' of van HOLPIJP 8' met FLUIT 4'. De vulstemmen (aIle
stemmen die geen hele voetmaat-aanduiding hebben) kOMen als kroon op de
combinaUe van 8', 4', en 2' registers. Tongwerken zijn te gebruiken als
solostem of als aanvulling op het volle werk. N09Maals, laat uw eigen smaak de
belangrijkste raadgever zijn, weet de registers te gebruiken zoals een schilder
ziJn kleuren, steeds weer verschillende cOMbinaties, waarbij u de funcies van de
zweltreden en tremulanten niet moet vergeten.