Johannus OPUS 225 Handleiding

Type
Handleiding
JOHANN US
ORGELBOUW
Een kort gescniedenis-overzicnt,
Hoewel JOHANNUS Orgelbouw een relatief jong bedrijf is, kan net bogen op
een ruime ervaring in net bouwen van electroniscne klassieke orgels,
Het begon in een kelderruimte met net bouwen van kerkorgels, waarvan net
eerste werd uitgeleverd op 4 maart 1971, Al vrij spoedig daarna werden
studieorgels aan net assortiment toegevoegd,
Er was veel vraag naar dit nieuwe instrument, dat net studeren van
klassieke- en litnurgiscne muziek voor veel meer orgel-entnousiasten
mogelijk maakte.<immers niet iedereen had de mogelijkneid regelmatig in
de kerk te kunnen en te mogen spelen),
Door de snel stijgende produktie was de werkruimte al gauw te klein en
vernuisde men in 1972 naar een pand in Veenendaal, Hier werden de
studie-orgels type S, HII en HIlI, en de kerkorgels type KII, KIIB, KIIC
en KIIIC gebouwd,
In 1976 durfde men net aan om een eigen bedrijf te laten bouwen, waarmee
de wensen van zowel artistiek- als produktiegericnte mensen in
vervulling konden gaan,
20 werd binnen net bedrijf een complete concertzaal gemaakt die, geneel
volgens de moderne opvattingen "multi-functioneel" was, dat wil zeggen
dat deze zaal behalve voor net geven van concerten, ook gebruikt kon
<en kan) worden voor net demonstreren van kerkorgels, en voor net
v66rintoneren van deze orgels. Dit noudt in dat kerkorgels nier
klanktecnniscn op een grote ruimte worden ingesteld, zodat di t enige
uren kan scnelen bij net intoneren in de kerk zelf,
Het nieuwe bedrijf in Ede werd op 12 maart 1976 geopend door de organist
Feike Asma, naar wie de concertzaal tot zijn eigen verrassing ook werd
genoemd, uit erkentelijkneid voor de waardevolle adviezen die hij
JOHANNUS Orgelbouw neeft gegeven die nebben bijgedragen bij net leggen
van de basis van de karaktristieke "Jonannus" klank.
Tot op de dag van vandaag bouwen wij met veel inzet en genoegen een
uitgebreide serie "grote" en "kleine" orgels die inmiddels in de genele
wereld bekend zijn geworden,
JOHANNUS Orgelbouw wenst u veel muzikaal genoegen met uw orgel,
INLEIDING
U bent de bezitter geworden van een JOHANNUS orgel, een instrument met een
enorme klankrijkdom en ongekende cOlI\binaties.Wii als bouwers van dit orgel
willen u graag he1pen deze eigenschaPpen te ontdekken. De verschillende
onderdelen worden puntsgewijs behandeld, en achterin zijn enkele
registervoorbeelden opgenomen. Hierbij is ook enige ruimte opengelaten voor het
noteren van uw eigen combinaties.
Wij hopen dat deze handleiding, samen met uw orgel, een goed uitgangspunt zal
zijn voor vele jaren van muzikaal genoegen,
LESSENAAR
De lessenaar heeft een vergrendeling, die voorkomt dat deze tijdens het
transport beschadigt. Om de lessenaar op- of neer te laten klappen moet men deze
eerst aan de onderzijde iets optillen zodat de vergrendeling wordt opgeheven,
NETSPANNING
Controleer, voor u het orgel aansluit, of de spanning welke vermeld staat op de
serienummerplaat, geliik is aan die van uw wandkontaktdoos,
De serienummerplaat bevindt zich links onder de manualen ,
PEDAAL
Het pedaal van uw orgel werkt met magneetschakelaars. Het moet daarom goed onder
het orgel worden geschoven, om het uitvallen van tonen te voorkomen.
NETSCHAKELAAR
Met de netschakelaar kan het orgel in- of uitgeschakeld worden.
Wanneer het orgel aanstaat, gaat er een rood lampje branden in de schakelaar,
VASTE COMBINATIES
De vaste combinaties ZlJn registergroepen, electronisch ingesteld volgens vaste
muzikale normen, beginnend bij PP (Pianissimo) en eindigend bii T (Tutti).
Wilt u zelf registreren, dan kan dit door de knop HR (Handregistratie) in te
drukken. Het is ook mogeliik om binnen een vaste combinatie zelf registers bij
te schakelen, Dit kunt u doen door niet alleen een vaste-combinatie knop, maar
ook de HR+ knop in te drukken. Wilt u de tongwerken in een vaste combinatie of
in de handregistratie uitschakelen, dan kan dit door de TA knop (Tongwerken af)
in te drukken. De tongwerken zijn de rood aangegeven registers.
KOPPELS
Het orgel bezit volledige manuaal- en pedaalkoppels. Met de manuaalkoPpels
kunnen de verschillende werken aan elkaar gekoppeld worden. Dit houdt in dat u
bij de OPUS 225 en de OPUS 235 de registers van het zwelwerk op het hoofdwerk
kunt bespelen, (resp. Opus 225:26 of Opus 235:28>.
Bij gebruik van de pedaalkoppels kunt u de registers van de respectievelijke
manualen bespelen op het pedaal.
TREMULANTEN
De manualen hebben gescheiden tremulanten,
Bij gebruik van de pedaalkoppels worden de tremulanten van de desbetreffende
manualen meegekoppeld naar het Pedaal.
Het pedaal zelf heeft uiteraard geen tremulant,
ZWELTREDE(N) en register GENERAAL ZWEL
Bii de OPUS 225 kan met de zweltrede het klankvolume van het zwelwerk geregeld
worden. Indien het register GENERAAL ZWEL (27) ingeschakeld wordt kan met de
zweltrede het klankvolume van het gehele orgel geregeld worden, Bij de OPUS 235
~ft
1.~r
manuaal zijn eigen zweltrede, waarbij het pedaalvolume regelbaar is
met de zweltrede van het hoofdwerk, Bij gebruik van de zweltrede neemt de
scherpte van de registers af wanneer men het volume terugneemt.
AKOESTIEK AANSLUITING
Aan de achterzijde van het orgel bevindt zich een 5-polige connector(metaal),
bestemd voor het aansluiten van de JOHANNUS 4-kanalen akoestiek. Dit is
een
systeem dat d.m.v. 4 losse luidsprekerboxen in de ruimte waar het orgel staat de
klank van
een
concertzaal of kathedraal creeert.
Uw Hi-Fi installatie kan eveneens op de akoestiek worden aangesloten, waardoor
ook andere apparatuur als pick-up en cassette-deck in combinatie met de
akoestiek beluisterd kunnen worden.
PIJPENFRONT AANSLUITING
De zwarte a-polige connector, welke zich eveneens aan de achterzijde van het
orgel bevindt, is bestemd voor het aansluiten van een JDHANNUS
luidsprekeropbouw, al of niet met sierpijpwerk, Dit front geeft niet alleen
een
fraai uiterlijk aan uw orgel, maar ook het geluid wordt verbeterd: Door de
combinatie van luidsprekers in het orgel en in de opbouw ontstaat
een
betere
geluidsbalans en
een
optimale klankspreiding.
ONDERHOUO
Het meubel is deels afgewerkt met houtfineer en deels met Massief hout, U kunt
het droog afnemen met een gewone stofdoek of met
een
vochtige doek of zeem, en
het daarna droogwrijven met een niet-pluizende doek,
Wij raden het gebruik van meubel- of teakolie af, omdat dit
een
schadelijke
invloed op de lak kan hebben.
Direkt zonlicht kan het meubel doen verkleuren. Dit geldt in het bijzonder voor
blank eiken meubels. De toetsen kunt u behandelen als het meubel, Kleine
krasjes, die op den duur door het bespelen van het instrument kunnen ontstaan,
kan men wegwerken met autopolish, Probeer NOOn vlekken te verwijderen met
agressieve vloeistoffen als thinner, aceton e.d. Deze zullen uw instrument
onherroepelijk beschadigen.
GARANTIE
U heeft bij de aankoop van uw JOHANNUS orgel een garantiekaart gekregen. Lees de
garantiebepalingen zorgvuldig door en stuur zo spoedig mogelijk het onderste
deel naar JOHANNUS ORGELBOW B.V, te Ede.
Nogmaals willen wij uw aandacht vestigen op het feit dat veranderingen aan het
orgel of ondeskundige behandeling de garantie kunnen doen vervallen.
TECHNISCHE GEGEVENS
- Manuaalomvang: C - c"" (5 oktaven)
- Pedaalomvang: C - fl (mechelse Maatvoeriog, 3O-tonig).
3 Brug-eindVersterkers van elk maximaal 2a Watt.
- 5 Generatoren voor de toonopwekking.
- Aanslag: Kerkorgeltoucher
Koppels: Volledl~ manuaai- en pedaalkoPPels, electronisch
~schakeld.
- Pedaalkontaktsysteem: Reedschakelaars, magneet in pedaaltoetsen,
- Kathedraal: Digitaal systeem met aparte VOlUMe- en lengteregeling
(3 stappen en 1 uit-stand)
- Tremulanten: Zelfstandige tremulant-generator per manuaal.
- TransPOSiteur: 3 halve tonen omhoog of omlaag.
- Aanspreektijden: Verschillend per manuaal en per octaaf.
Externe aansluitingen:
*
Voor Hoofdtelefoon,
*
Voor JOHANNUS 4-kanalen akoestiek.
*
Voor JOHANNUS pijpenfront
- Impedantie versterkers: 4 - a Ohm.
- Impedantie luidsprekers: a Ohm.
Voedingsspanning: 220 Volt 50 Hz.
Hoogte , ..
Breedte
I ••
Diepte (incl.pedaal),.
109
132
92
SO
25
20
Orgel .
I ••••••• I , •• , ••
peaaal ,
r
I
Bal1lc: ..
I ••••••••••••••
TRANSPOSITEUR
De transpositeur geeft u de mogelijkheid om het orgel te transponeren, d,w,z, u
kunt met deze regelaar het orgel drie "aal een halve toon hoger of lager
stemmen, Dit kan vooral van pas komen bij het samenspelen met andere
instrumenten of met zangers, die graag hoger of lager spelen of zingen, terwijl
u de originele muziek kunt blijven spelen,
KATHEDRAAL
Het door JOHANNUS Orgelbouw b,v, ontwikkelde digitale kathedraal-effect zorgt
voor een ruimtelijke weergave van de orgelklank,
Voor een optimale instelling van dit effect staan er twee regelaars tot uw
beschikking: De linker regelaar bepaalt het volume van de kathedraal, de rechter
regelaar de lengte d.m,v, 4 standen, 1 uit-stand (uiterst links) en 3 lengte-
standen, oplopend van links naar rechts, 20wel de intensiteit als de uitlooptijd
van het kathedraal-effect kunnen op deze wijze worden geregeld,
CHORUS
Om een zo breed mogelijk klinkend orgel te verkrijgen is er gebruik gemaakt van
meerdere toonopwekkingssystemen,
Door
de regelaar "CHORUS" rechtsom te draaien worden de verschillende
toonopwekkingssystemen onderling een weinig verstemd, Met de chorus-regelaar
kunt u naar eigen smaak een meer strak klinkend, dan wel een breed juichend
orgel verkrijgen, Het optimale effect van de chorus verkrijgt men
door
gekoppeld
te spelen, Het chorus-effect is maximaal bij een geheel rechtsom gedraaide
chorus-regelaar, In het algemeen dient men dit effect met mate te gebruiken,
VOLUME
Het totale volume van het orgel is instelbaar met de regelaar "VOLUME",
Deze volume-regeling verandert (in tegenstelling tot het zwelpedaal) niets aan
de klankkleur van het orgel.
HOOFDTELEFOON AANSLUITING
De hoofdtelefoonaanslui ting is stereo uitgevoerd en geschikt
voor
elke stereo
hoofdtelefoon tot
200
Ohm, Bij gebruik van de hoofdtelefoon op het orgel worden
de luidsprekers van het orgel automatisch afgeschakeld, De verschillende kanalen
worden nu gelijkmatig verdeeld over de twee kanalen van de hoofdtelefoon,
DE KUNST VAN HET REGISTREREN
Het registreren is een wezenlijk onderdeel van het orgelspel. Waarschijnlijk is
het ook een van de moeiliJkste begrippen om duidelijk te maken, OMdat het in
grote mate afhankelijk is van de persoonlijke smaak van de organist(e),
Als u geen ervaring heeft in het registreren, zult u echt tijd nodig hebben om
al de mogelijkheden van uw orgel te leren kennen. Op de achterzijde van deze
handleiding staan een aantal registratievoorbeelden, Hierin ziet u dat op het
pedaal een 16 voets labiaal(b.v,SUBBAS 16') altijd de basis is, terwijl dit op
de manualen altijd een 8 voets labiaal<b,v.H:lLPIJP 8') is. Vanuit deze basis
wordt de registratie verder opgebouwd, Het verdient aanbeveling om zoveel
mogelijk binnen een registergroep of "koor" te combineren, 20 bestaat een
prestantenkoor ondermeer uit: PRESTANT, OCTAAF, QUINT en MIXTUUR ,
Een fluitenkoor bestaat ondermeer uit: HOLPIJP, ROERFLUIT, FLUIT en WOUDFLUIT.
Voorbeelden van goede en fraaie registercombinaties zijn bijvoorbeeld
PRESTANT 8' met OCTAAF 4' of van HDLPIJP 8' met FLUIT 4', De vulstemmen (aIle
stemmen die geen hele voetmaat-aanduiding hebben) komen als kroon op de
combinatie van 8', 4', en 2' registers. Tongwerken zijn te gebruiken als
solostem of als aanvulling op het volle werk, Nogmaals, laat uw eigen smaak de
belangrijkste raadgever zijn, weet de registers te gebruiken zoals een schilder
zijn kleuren, steeds weer verschillende combinaties, waarbij u de funcies van de
zweltreden en tremulanten niet moet vergeten,
:A-Quintfluit 22/3' uitkomend op Zwelwerk
:B-Idem
:C-Sesquialter uitkomend op Zwelwerk
:D-Idem
:E-Trio Hoofdwerk en Zwelwerk
:F-Idem
ENKELE :G-Quint 22/3' uitkomend op Hoofdwerk
:H-PP (romantisch)
REG ISTRATIE :I-Dulciaan 81uitkomend op Zwelwerk
:J-Idem
SUGGESTIES :K-Trompet 8' uitkomend op Hoofdwerk
:L-MF beginregistratie
OPUS 225 :M-P1enum
:N-Forte (romantisch)
:D-MF (zwel dicht)
:P-FF
:Q-Tutti
:R-Quint 22/3
I
uitk.
:S-Romantisch
ABC
0
E F GHIJKLMN
0
PQRS
1, Contrabas 16'
· · ···
·
·
·
··
·
00 0 0 0 0
··
2. Subbas 161
000000000 0 0 0
·
000 0 0 0
3. Prestant 81
·
·
·
·
00 0 0 0
·
·
4. Violon 81
·
··
·
·
·
·
0
·
000 000000
5. Gedekt 8'
0 0 0000 0 0 0 0 0
·
0 0 0 0 0
6. Octaaf 41
00 0
7. Mixtuur 3st
0
·
0
8. Bazuin 161
00
9. Trompet 8'
00
10. Klaroen 41
·
·
··
·
·
0
11, Hoofdw.-Ped.
00
·
0
·
0
·
0
·
0 0
·
12. Zwelw.-Ped.
0 0 00000000
A
BC
0
EFGHI J K L M N
0
PQR S
13. Prestant 8'
·
·
0
··
0
·
00000
·
14. Gamba 81
·
0
·
0
·
·
·
0
·
0
·
0
·
0
·
·
·
0
15. Holpijp 8'
000 0 0 0 0 0 0 00
·
0 0 0 0 0 0
16. Dctaaf 4'
·
·
·
·
·
·
·
·
00
·
00
·
17. ~n Fluit 41
0 0 0 0 0 0 00
·
00000
18. Quint 22/31
00000 0 0 0 0 0
19. Octaaf 21
·
0 0 0
20. Su~r Quint 11/3'
·
00
·
0
21 . Dc aaf 11
·
0 0
22. Mixtuur 5st
·
0
·
·
00
23. Trompet 8'
0 0 0 0 0
24. Klaroen 4'
·
·
·
·
0
·
·
25. Tremulant
0000
·
··
·
·
0 0
26. Zwelw.-Hoofdw.
00 0 00 0 0 0
27. Generaal Zwel
0
A
BC
0
EFGHIJ K L M ND P QR S
28. ~uintadeen 161
·
·
0
·
0
29. restant 81
·
0000 0
·
·
30. Celeste 81
· ·
·
··
·
·
0
····
0
·
·
0 0
31. Roerfluit 8'
0 0 0000 0 0 00
·
0
·
000 0
32. Octaaf 41
·
·
·
· · ·
·
·
00000
33. Koppel fluit 41
·
0000 0 0 0 0000 0
34. Quintfluit 22/31
0 0 0
·
000 0 0
·
0 0 0
35. Fluit 21
·
·
00 0
36. Ses~ialter 2st.
0 0
·
· ·
0
37. Fa~t 16'
00 0 0
38. Du ciaan 81
·
·
· · ·
0
39. Tremulant
0 0 0 00
A
BC
0
EFGHI J K L M ND P QR S
:A-------------
:B-------------
:C-------------
:0-------------
:E------------
:F-------------
RUIMTE VOOR :6-------------
:H-------------
ZELF6EKOZEN :1------------
:J-------------
RE61STRATIES :K------------
:L-------------
OPUS 225 :M-------------
:N-------------
:0-------------
:P-------------
:Q-------------
:R-------------
:S-------------
AB C
0
EF6 H 1
J
K L M
N
0
PQR
S
1. Contrabas 16'
2. Subbas 16'
3. Prestant 8'
4. Violon 8'
5. 6edekt 8'
6. Octaaf 4'
7. Mixtuur 3st
8. Bazuin 16'
9. Trompet 8'
10. Klaroen 4'
11. Hoofdw .-Ped .
12. Zwelw.-Ped. AB C
0
E F 6H1
J
K L M
N
0
PQRS
13. Prestant 8'
14. 6amba 8'
15. Holpijp 8'
16. Octaaf 4'
17. Open Fluit 4'
18. Quint 22/3'
19. Octaaf 2'
20. s~r Quint 11/3'
21. Oc aaf 1'
22. Mixtuur 5st
23. Trompet 8'
24. Klaroen 4'
25. Tremulant
26. Zwelw.-Hoofdw.
27. 6eneraal Zwel A B C
0
E
F6H1
J
KLM
N
0
p
QRS
28. Quintadeen 16'
29. Prestant 8'
30. Celeste 8'
31. Roerfluit 8'
32. Octaaf 4'
33. Ko~lfluit 4'
34. Quintfluit 22/3'
35. Fluit 2'
36. Sesquialter 2st.
37. Fayot 16'
38. Ou ciaan 8'
39. Tremulant ABC
0
EF6H1
J
KLM
N
0
PQR S
PEDAAL
1. Cont rabas
2. Subbas
3. Prestant
4. Violon
5. Gedekt
6. Octaaf
7. Mixtuur
8. Bazuin
9. Trompet
10. Klaroen
11. Hoofdw.-Pedaal
12. Zwelw.-Pedaal
16'
16'
8'
8'
8'
4'
3
st.
16'
8'
4'
HOOFOWERK
13. Prestant
14. Gamba
15. Holpijp
16. Octaaf
17. OPen Fluit
18. Quint
19. Octaaf
20. Super Quint
21. Octaaf
22. Mixtuur
23. Trompet
24. Klaroen
25. TreMulant
26. Zwelw.-Hoofdw.
27. Generaal Zwel
Verklaring van de cijfers:
1. Pedaal
2. Vaste-cOlllbinatieschakelaar
3. Aansluiting hoofdtelefoon
4. Plaats van de serienummerplaat
5, Volume regelaar totale orgel
6. Chorus regelaar
7. Volume regelaar kathedraal
8. 4-Standen lengteregelaar kathedraal
9. Registers pedaal
10. Zwelwerk
11. Registers hoofdwerk
12. Hoofdwerk
13. Registers zwelwerk
14. Transpositeur
15. Netschakelaar
16. Zweltrede
8'
8'
8'
4'
4'
2 2/3'
2'
1 1/3'
1 '
5
st.
8'
4'
ZWELWERK
28. Quintadeen
29. Prestant
30. Celeste
31. Roerflui t
32. Octaaf
33. Koppelfluit
34. Quintfluit
35, Fluit
36. Sesquial tel'
37. Fagot
38, Qulciaan
39. Tremulant
Afk. Benaming Sallenstelling (registernutlMers)
PP PianissiMo
2 15 31
P Piano PP + 5 17 33
t'F
Mezzo Forte P +
3 13 16 29 30
F Forte MF +
6 9 18 19 23 34 35 38
FF FortissiMo F + 1
7 14 20 28 32
: T Tutti FF +
8 10
11
12 22 24 263637 :
1 ,
TA (Tongwerken-af) schakelaar
HR (Handregistratie) schakelaar
HR+ schakelaar: hiermee is het registreren in
co.binatie met de vaste combinaties MOgeliJk.
16'
8'
8'
8'
4'
4'
2 2/3'
2'
2
st.
16'
8'
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Johannus OPUS 225 Handleiding

Type
Handleiding