Johannus Opus 900 Handleiding

Type
Handleiding
JOHANNUS ORGELBOUW b.v.
CLASSICAL ORGANS
:--",
,/
")..
,,""
-
-
II I I
HANDLEIDING
OPUS 900
INHOUD
INLEIDING . • .
NETSPANN ING . .
TRANS POSER
KATHEDRAAL
EXTERNE AANSLUITINGEN . . • • . . . • • • . • . • .
AANSLUITING MIDI . . . • • . . . • . . • • •
AUX ••••••••••••••••••••
AANSLUITING AKOESTIEK •...•••.•.•.
ONDERHOUD
GARANTIE
JOHANNUS ORGELBOUW
EEN KORT GESCHIEDENIS-OVERZICHT
Hoewel JOHANNUS ORGELBOUW een relatief jong bedrijf is, kan het bogen op
en ruime ervaring in het bouwen van electronische klassieke orgels.
Het begon in een kelderruimte met het bouwen van kerkorgels, waarvan het
eerste werd uitgeleverd op 4 maart 1971. AI vrij spoedig daama werden studie-
orgels aan het assortiment toegevoegd.
Er was veel vraag naar dit nieuwe instrument, dat het studeren van klassieke- en
lithurgische muziek voor veel meer orgel-enthousiasten mogelijk maakte. (immers
niet iedereen had de mogelijkheid regelmatig in de kerk te kunnen en te mogen
spelen).
Door de snel stijgende productie was de werkruimte al gauw te klein en verhuisde
men in 1972 naar een pand in Veenendaal. Hier werden de studie-orgels type S,
HII, en Hili, en de kerkorgels type KII, KIIB, KIIC,en KIIIC gebouwd.
In 1976 durfde men het aan om een eigen bedrijf te laten bouwen, waarmee de
wensen van zowel artistiek- als productiegerichte mensen in vervulling konden
gaan.
Zo werd binnen het bedrijf een complete concertzaal gemaakt die, geheel volgens
de modeme opvattingen "multi-functioneel" was, dat wil zeggen dat deze zaal
behalve voor het geven van concerten, ook gebruikt kon (en kan) worden voor
het demonstreren van kerkorgels, en voor het v66r-intoneren van deze orgels. Dit
houdt in dat kerkorgels hier klank-technisch op een grote ruimte worden inge-
steld, zodat dit enige uren kan schelen bij het intoneren in de kerk zelf.
Het nieuwe bedrijf in Ede werd op 12 maart 1976geopend door de organist Feike
Asma, naar wie de concertzaal tot zijn eigen verrassing ook werd genoemd, uit
erkentelijkheid voor de waardevolle adviezen die hij JOHANNUS ORGELBOUW
heeft gegeven die hebben bijgedragen bij het leggen van de basis van de
karakteristieke "JOHANNUS"-klank.
Tot op de dag van vandaag bouwen wij met veel inzet en genoegen een uitge-
breide serie "grote" en "kleine" orgels die inmiddels in de gehele wereld bekend
zijn geworden.
U bent de bezitter geworden van een JOHANNUS orgel, een instrument met een
enorme klankrijkdom en ongekende combinaties. Wij als bouwers van dit orgel
willen u graag helpen deze eigenschappen te ontdekken.
De verschillende onderdelen worden puntsgewijs behandeld.
Achterin zijn enkele registratie-voorbeelden opgenomen. Hierbij is ook enige
ruimte overgelaten voor het noteren van uw eigen combinaties.
Wij hopen dat dit orgel, samen met deze handleiding, een goed uitgangspunt zal
zijn voor vele jaren van muzikaal genoegen.
Controleer, voor u het orgel aansluit, of de netspanning welke vermeld staat op de
serienummerplaat, gelijk is aan die van uw wandcontaetdoos (220V).
De serienummerplaat bevindt zich links onder de manualen.
De netschakelaar bevindt zich rechts naast de klavieren.
Met de netschakelaar kan het orgel in- of uitgeschakeld worden.
Wanneer het orgel aanstaat, brandt het rode controle-Iampje in de netschakelaar.
Enkele seconden nadat u het orgel aangezet heeft schakelen de eindversterkers
automatisch in.
Het pedaal van uw orgel werkt met magneetschakelaars.
De magneetschakelaars bevinden zich (aan de buitenkant niet zichtbaar) achter
de zwarte pedaalplank van het orgel. De magneten zijn aan de voorkant in de
pedaaltoetsen gemonteerd. Wanneer een pedaaltoets wordt ingedrukt, aetiveert
de magneet in de pedaaltoets de magneetschakelaar achter de zwarte pedaal-
plank.
Het pedaal moet daarom goed onder het orgel worden geschoven, om het
uitvallen van het pedaal te voorkomen.
Het totale volume van het orgel is instelbaar met de regelaar VOLUME, welke zich
rechts van de klavieren bevindt. Deze volumeregeling is onafhankeliik van de
stand van de zwelpedalen.
De TRANSPOSER, welke zich rechts van de klavieren bevindt, geeft u de moge-
lijkheid om het orgel te transponeren, d.w.z. u kunt met deze keuzeschakelaar
drie maal een halve toon hoger of lager stemmen. In de stand 0 staat het orgel op
de normale stemming (440Hz).
De TRANSPOSER kan vooral van pas komen bij het samenspelen met andere
instrumentalisten of met zangers/zangeressen die een bepaald muziekstuk graag
hoger of lager spelen dan de eigenlijke muzieknotatie aangeeft.
Het digitale kathedraal-effect zorgt voor een ruimtelijke weergave van de orgel-
klank. Dit effect kunt u instellen met behulp van een volume-regelaar en een
keuzeschakelaar, welke zich links van de klavieren bevinden.
Met de volume-regelaar KATHEDRML kan het volume van het kathedraal-effect
worden ingesteld. Met de keuzeschakelaar KATHEDRML 1-2-3-4-5-6 kan een
keuze gemaakt worden uit zes verschillende nagalm-Iengten.
Om het kathedraal-effect uit te schakelen dient u de vOlume-regelaar KATHE-
DRML geheel linkom te draaien.
De beide manualen hebben gescheiden tremulanten.
Bij het gebruik van de koppels worden de tremulanten van de desbetreffende
manualen meegekoppeld naar het hoofdwerk en/of het pedaal.
Het orgel bezit twee pedaalkoppels en een manuaalkoppel.
Dit houdt in dat u door het inschakelen van de/een pedaalkoppel(s) de registers
van het hoofdwerk en/of het zwelwerk ook op het pedaal kunt bespelen.
Met het manuaalkoppel kan het zwelwerk aan het hoofdwerk gekoppeld worden.
De registers van het zwelwerk kunnen dan ook op het hoofdwerk bespeeld
worden.
MANUAAL BAS (MB)
De knop voor het inschakelen van de manuaal bas bevindt zich rechts naast de
schakelaars voor de bediening van het setzer.
Door deze knop in te drukken kunt u het pedaal naar het hoofdwerk koppelen. De
manuaal bas is, in tegenstelling tot de "normale" koppels geen volledig koppel:
Aileen de laagste toon van het accoord dat u op het hoofdwerk speelt wordt bij
gebruik van de manuaal bas van het pedaal naar het hoofdwerk gekoppeld.
Met de linker zweltrede kan het volume van het hoofdwerk en het pedaal geregeld
worden. De rechter zweltrede is voor de volumeregeling van het zwelwerk.VAS
TE COMBINATIES (PRESETS)
De knoppen voor het kiezen van een vaste combinatie bevinden zich midden
onder het hoofdwerk-klavier.
Dit zijn de knoppen PP-P-MF-F-T-HR-HR+-TA.
De vaste combinaties zijn registergroepen, eleetronisch ingesteld volgens vaste
muzikale normen beginnend bij PP (pianissimo) en eindigend bij T (tutti).
Door het indrukken van de HR-knop kunt u overgaan van een vaste combinatie
naar handregistratie.
Het indrukken van de HR+-knop geeft de mogelijkheid om binnen een vaste
combinatie of een vrije combinatie (zie setzer) zelf registers bij te schakelen.
Door het indrukken van de TA-knop schakelt u de Tongwerken At.
Dit geldt voor zowel handregistratie, een vaste combinatie, als een vrije combina-
tie.
De tongwerken zijn de in het rood aangegeven registers.
De knoppen voor de bediening van het setzer bevinden zich links onder het
hoofdwerk-klavier. Dit zijn de knoppen 1-2-3-4-5-6-0en SET. (De beschrijving van
de funetie MB (MANUAAL BAS) kunt u elders in de handleiding terugvinden.)
Het setzer-systeem biedt de mogelijkheid om 6 zelfgekozen registercombinaties in
een geheugen op te slaan en op elk gewenst moment weer op te roepen of te
wijzigen.
Het "inlezen" van een vrije combinatie gaat als voigt:
1. Stel de registratie in die u in het geheugen op wilt slaan.
2. Druk de knop in waar u de ingestelde registratie in op wilt
slaan (b.v. 1).
3. Druk de SET-knop even in. De door u ingestelde registratie is
nu opgeslagen in geheugen 1.
U kunt op dezelfde manier nog 5 andere registraties opslaan, gebruik makend van
de knoppen 2 t/m 6.
Door het "inlezen" van een combinatie wordt automatisch de oude combinatie in
het betreffende geheugen gewist.
Door het indrukken van de O-knop kunt u overgaan van het setzer naar handregis-
tratie of naar de presets.
Het geheugen van het setzer-systeem is zodanig beveiligd dat de door u "ingele-
zen" vrije combinaties niet verloren gaan wanneer het orgel uitgezet wordt of
wanneer het netsnoer uit de wandcontaetdoos gehaald wordt.
De hoofdtelefoonaansluiting bevindt zich links onder de manualen (naast de serie-
nummerplaat).
De hoofdtelefoonaansluiting is stereo uitgevoerd en geschikt voor hoofdtelefoons
met een impedantie tot 2000 Ohm. Bij gebruik van een laag-ohmige hoofdtelefoon
(8 Ohm), kan het zijn dat u het volume te hard vindt. U kunt dan met de regelaar
VOLUME het voor u juiste volume instellen.
Bij gebruik van de hoofdtelefoon op het orgel worden de luidsprekers van het
orgel automatisch afgeschakeld. De verschillende kanalen worden nu gelijkmatig
verdeeld over de twee kanalen van de hoofdtelefoon.
Het registreren is een wezenlijk onderdeel van het orgelspel. Waarschijnlijk is het
ook aan van de moeilijkste begrippen om duidelijk te maken, omdat het in grote
mate afhankelijk is van de persoonlijke smaak van de organist(e).
Ais u geen ervaring heeft in het registreren, zult u echt tijd nodig hebben om al de
mogelijkheden van uw orgel te leren kennen. Op de achterzijde van deze handlei-
ding staan een aantal registratievoorbeelden. Hierin ziet u dat op het pedaal een
16-voets labiaal (b.v. SUBBAS 16') meestal de basis is, terwijl dit op de manualen
vrijwel altijd een 8-voets labiaal (b.v. ROERFLUIT8') is. Vanuit deze basis wordt
de registratie verder opgebouwd.
Het verdient aanbeveling om zoveel mogelijk binnen een "registergroep" of "koor"
te combineren. Zo bestaat een prestantenkoor onder meer uit: PRESTANT8', OC-
TAAF 4', QUINT 2 2/3' OCTAAF 2' en MIXTUUR. Een fluitenkoor bestaat onder-
meer uit: ROERFLUIT8', FLUIT4' en WOUDFLUIT2'.
Voorbeelden van een goede en fraaie registercombinaties zijn b.v. PRESTANT8'
met OCTAAF 4' of van ROERFLUIT8' met FLUIT4'.
De ''vulstemmen" (aile stemmen die geen heIe voetmaat-aanduiding hebben)
komen als kroon op de combinatie 8',4',2' registers.
Tongwerken zijn te gebruiken als solostemmen of als aanvulling op het volle werk.
Nogmaals laat uw eigen smaak de belangrijkste raadgever zijn. Weet de registers
te gebruiken zoals een schilder zijn kleuren, steeds weer verschillende combina-
ties, waarbij u de funetie van de zweltreden. koppels en tremulanten niet moet
vergeten.
EXTERNE AANSLUITINGEN
Op de achterzijde van het orgel (vanaf de achterzijde gezien rechts onder)
bevinden zich een aantal z.g. DIN-aansluitingen. De funeties van deze aansluitin-
gen worden hieronder beschreven.
AANSLUITING MIDI (MIDI IN/THRU/OUT)
MIDI is de afkorting voor Musical Interface for Digital Instruments. Dit houdt in dat
u d.m.v. de MIDI-aansluiting(en) verschillende instrumenten op elkaar aan kunt
sluiten.
U kunt dan b.v. meerdere instrumenten (die een MIDI-aansluiting hebben) tegelijk
bespelen.
Met MIDI IN kunt u middels een ander instrument het JOHANNUS orgel laten
spelen.
MIDI THRU geeft de mogelijkheid om verschillende instrumenten "als een ketting"
achter elkaar schakelen.
Met MIDI OUT kunt u, spelend op uw JOHANNUS orgel, tegelijkertijd een ander
instrument mee laten spelen.
AUX (AUX IN/OUT)
Deze ingang/uitgang is bestemd voor het aansluiten van uw JOHANNUS orgel op
een ander audio instrument (b.v. een cassettedeck). U kunt dan b.v. rechtstreeks
een opname van de gespeelde muziek maken, en deze ook weer via het orgel af
laten spelen.
AANSLUITING AKOESTIEK (AK-4)
Deze aansluiting is bestemd voor het aansluiten van een JOHANNUS (digitale) 4-
kanalen akoestiek.
Dit is een systeem dat d.m.v. 4 losse luidsprekerboxen, in de ruimte waar het
orgel staat, de ruimtewerking van een concertzaal of kathedraal creeert.
Het meubel is deels afgewerkt met houtfineer en deels met massief hout. U kunt
het meubel droog afnemen met een gewone stofdoek of met een vochtige doek
of zeem, en het daarna droogwrijven met een niet-pluizende doek.
Wij raden het gebruik van meubel- of teakolie af, omdat dit een schadelijke
invloed 00 de 18kkan hebben.
Direkt zonlicht kan het meubel doen verkleuren. Dit geldt in het bijzonder voor
blank eiken meubels.
De toetsen kunt u behandelen als het meubel. Kleine krasjes, die op den duur
door het bespelen van het instrument kunnen ontstaan, kan men wegwerken met
autopolish.
Probeer NOOIT vlekken te verwijderen met agressieve vloeistoffen als thinner,
aceton e.d. Deze zullen uw instrument onherroeoelijk beschadigen.
U heeft bij de aankoop van uw JOHANNUS orgel een garantiekaart gekregen.
Lees de garantiebepalingen zorgvuldig door en stuur zo spoedig mogelijk het
onderste deel van de garantiekaart naar JOHANNUS ORGELBOUWB.V. te EDE.
Nogmaals willen wij uw aandacht vestigen op het feit dat veranderingen aan het
orgel of ondeskundige behandeling de garantie kunnen doen vervallen.
PPPPP
UITKOMEND HOOFDW.
UITKOMEND ZWELW.
TRIO I
TRIO II
ROMANTISCH
PLENUM
PBDAAL
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
CONTRABAS 16'
SUBBAS 16'
PRE STANT 8'
• •
GEDEKT 8'
• •
FLUITBAS
4'
MIXTUUR III • •
TROMPET 8'
KLAROEN
4'
BOOFDIIBRK
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
PRE STANT 8'
ROERFLUIT 8'
• •
OCTAAF
4'
QUINT 2 2/3'
SUPEROCTAAF 2' •• •
CORNET IV
MIXTUUR II-IV
TROMPET 8'
Z1fEL1fBRK
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
BOURDON 16'
HOLPIJP 8'
• •
VIOLA DA GAMBA 8'
• •
VOIX CELESTE 8' • •
FLUIT
4'
WOUDFLUIT 2'
NASARD 1 1/3'
• •
DULClAAN 8'
SPBBLBULPBJI
A
B
C
D E
F
G
H
I
J
K
L
M
ZWELWERK-HOOFDWERK
••
HOOFDWERK PEDAAL
• •
ZWELWERK-PEDAAL
••
TREMULANT HOOFDWERK • •
TREMULANT ZWELWERK
CHORUS • •
• •
10
PBDAAL
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
H
0
CONTRABAS 16'
000000000000000
SUBBAS 16'
0000 0 0 0 0 0 000 0 0 0
PRE STANT 8'
000000000000000
GEDEKT 8'
0 0 0 00000000000 0
FLUITBAS
4'
000000 0 0 0 00000 0
MIXTUUR III
000000 0 0 0 00000 0
TROMPET 8'
00000000 0 00 0 0 0 0
KLAROEN
4'
0 0 0 0 00000 0 00 0 0 0
BOOFDWBU
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
H
0
PRE STANT 8'
0000 0 000 0 000 0 0 0
ROERFLUIT 8'
0 0 0 0 0000000000 0
OCTAAF
4'
00000000000000 0
QUINT 22/3'
00000000000000 0
SUPEROCTAAF 2'
00000000000000 0
CORNET IV
0000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
MIXTUUR II-IV
0 0 00 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
TROMPET 8'
000000 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Z1fBL1fBRK
A
B
C
DE
F
G
H
I
J
K
L
M
H
0
BOURDON 16'
00000000000000 0
HOLPIJP 8'
000000 0 0 0 00000 0
VIOLA DA GAMBA 8'
00000000 0 00 0 00 0
VOIX CELESTE 8'
000000000000000
FLUIT
4'
0000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
WOUDFLUIT 2'
000000 0 0 0 00 0 00 0
NASARD 11/3'
00000000000 0 00 0
DULClAAN 8'
000000000 0 00 0 0 0
SPBBLIIULPBB
A
B
C
D E
F
G
H
I
J
K
L
M
H
0
ZWELWERK-HOOFDWERK
00000000 0 000000
HOOFDWERK PEDAAL
00000000000000 0
ZWELWERK-PEDAAL
000000000000 0 0 0
TREMULANT HOOFDWERK
000 0 00000000 0 0 0
TREMULANT ZWELWERK
000000000000000
CHORUS
0000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
11
TECHNISCHE GEGEVENS OPUS 900
- Manuaalomvang
- Pedaalomvang
- Aanslag
- Koppels
- Tremulanten
- Toonopwekking
- Versterking/weergave
- Volume
- Aanblaasverschijnsel
- Chorus
- Pedaalkontaktsysteem
- Mixturen
- Transposer
- Vaste combinaties
- Setzer
: C-c""(5 oktaven).
: C-f'(30 tonig Mechels).
: Kerkorgeltoucher.
: Volledige manuaal- en pedaalkoppels.
: Zelfstandige tremulant generator
voor hoofdwerk en zwelwerk.
: D.S.A. (Qigitaal-Sampling-
Reproduktie) systeem.
: 4 versterkers van elk 40 watt,
voorzien van 6 luidsprekers.
: Het volume van het gehele orgel is
extern regelbaar.
: elk register heeft per toets een
natuurgetrouw aanblaasverschijnsel.
: Het JOHANNUS chorus effect maakt het
orgel zeer breed van karakter.
: het kathedraal-effekt wordt DIGITAAL
verwezenlijkt, het volume is traploos
regelbaar, keuze uit 6 verschillende
programma's.
: Magneetschakelaars.
: Repeterend.
: 3 halve tonen omlaag en 3 halve
tonen omhoog.
: PP-P-MF-F-FF-T-TA-HR-HR+
: 6 vrij te programeren register-
combinaties
: Hierbij is de laagste toon in het
akkoord op het hoofdwerk ook
pedaaltoon.
: 1 Zweltrede voor volumeregeling van het
Hoofdwerk en Pedaal.
1 Zweltrede voor volumeregeling van het
Zwelwerk.
EXTERNE AANSLUITINGEN
*HOOFDTELEFOON : geschikt voor stereo
hoofdtelefoons, aanbevolen hoogohmig
tot 2-Kohm.
*AUX IN/OUT : stereo audio in- en uitgang.
*JOHANNUS 4-KANALEN
AKOESTIEK.
*MIDI IN/THRU/OUT.
: - Setzer 24 vrije combinaties.
- Harpsichord/Chimes.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Johannus Opus 900 Handleiding

Type
Handleiding