Roche ISE 9180 Handleiding

Type
Handleiding
9180 Electrolyte Analyzer
Handleiding
©2012 Roche
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 116
D-68305 Mannheim
Germany
www.roche.com
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 3
9180 Electrolyte Analyzer
Revisie-overzicht
Impressumy
9180 Electrolyte Analyzer
Alles werd in het werk gesteld om ervoor te zorgen, dat de informatie in dit handboek
op het moment van ter perse gaan correct is. Roche behoudt zich echter het recht
voor in het kader van een voortdurende productontwikkeling zonder voorafgaande
aankondiging noodzakelijke wijzigingen bij het handboek te verrichten.
Softwareactualiseringen worden uitgevoerd door de Roche klantenservice.
Copyrights
© 2012, Roche Diagnostics GmbH. All rights reserved.
De inhoud van deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Roche noch geheel noch gedeeltelijk in enige vorm gereproduceerd of aan derden
doorgegeven worden. Deze publicatie werd met de nodige zorgvuldigheid
samengesteld, zodat voor eventueel resterende fouten of omissies alsmede voor
schade die daardoor eventueel ontstaat, geen aansprakelijkheid aanvaard wordt door
Roche. Wijzigingen voorbehouden.
Merknamen
ROCHE MICROSAMPLER, SNAPPAK, ISETROL are trademarks of Roche.
Handboekversie Software versie Revisiedatum Opmerking
1.0 April 2004
2.0 April 2005
3.0 Januari 2007
4.0 April 2007
5.0 Maart 2008
6.0 Maart 2012
9180 Electrolyte Analyzer
Roche Maart 2012
4 Handleiding · Versie 6.0
Contactadres
Fabrikant
Versie
Revisie 6.0, Maart 2012
Eerste uitgave: April 2004
REF/No. 0 4381190001
Lokaal servicecontact
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 116
D-68305 Mannheim
Germany
www.roche.com
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 5
9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Revisie-overzicht 3
Impressumy 3
Copyrights 3
Merknamen 3
Contactadres 4
Versie 4
Lokaal servicecontact 4
Inhoudsopgave 5
Voor woord 7
Aanwijzingen voor het gebruik van dit handboek 7
Tek stco nvent ie s 7
Inleiding en specificaties Deel A
1 Veiligheidsaanwijzingen
Belangrijke mededeling A-5
Veiligheidstechnische aanwijzingen A-6
2 Algemene beschrijvingen
Inleiding A-9
Meet- en kalibratieprocedures A-10
Beoordeling van een meting A-11
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen A-11
Stand-by-modus A-13
3 Specificaties
Karakteristieken van de verschillende parameters
A-17
Lineariteit A-21
Storingen A-23
Beperkingen A-23
Verhouding tussen geïoniseerd calcium en totaal
calcium A-24
Bibliografie A-24
Doorloopsnelheid van de monsters A-25
Monstervolume A-25
Type monster A-25
Kalibratie A-25
Omgevingsparameters A-26
Productgegevens A-29
Printer A-29
Display A-29
4 Theoretische grondbeginselen
Referentie- en kritische waarden A-33
Principes van de metingen A-36
Specificaties van de elektrodes A-41
Kalibratieprincipe A-47
Systeemcomponenten Deel B
5 Systeemcomponenten
Beschrijving van het systeem B-5
Bediening Deel C
6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname C-5
Buiten bedrijf stellen C-17
7Meting
Pre-analyse C-25
Beperkingen van de klinische analyse C-28
Meetproces C-29
Normaalwaardebereiken (referentie-waarden) C-33
Correlatiefactoren C-34
Overige instellingen C-36
8 Kwaliteitscontrole
Kwaliteitscontrole C-40
Algemeen concept van kwaliteitscontrole C-40
Instellingen van kwaliteitscontrolematerialen C-41
Kwaliteitscontrolemetingen C-43
Afdrukken van een kwaliteitscontrolerapport C-45
Onderhoud Deel D
9 Onderhoud
Onderhoud D-5
Ontsmetting D-5
Dagelijks onderhoud D-6
Wekelijks onderhoud D-8
Maandelijks onderhoud D-10
Halfjaarlijks onderhoud D-13
Jaarlijks onderhoud D-14
Indien nodig D-15
Verdere onderhoudswerkzaamheden D-20
Verhelpen van storingen Deel E
10 Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen E-5
Foutmeldingen E-5
Servicefuncties E-10
Servicecodes E-14
Gegevens wissen E-16
Roche Maart 2012
6 Handleiding · Versie 6.0
9180 Electrolyte Analyzer
Appendix Deel F
11 Appendix
Beschrijving van de rapporten F-5
Specificatie van de oplossingen F-7
Programmadoorstroomschema F-8
Onderhoudsschema F-9
Bestelinformatie F-10
Woordenlijst F-13
Index Deel G
Index G-3
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 7
9180 Electrolyte Analyzer
Voorwoord
De 9180 Electrolyte Analyzer is een krachtig apparaat, dat is ontworpen voor het snel,
precies en efficiënt uitvoeren van bepalingen van basale elektrolyten in het
laboratorium.
Deze handleiding bevat informatie voor het invoeren van de instellingen van het
analyseapparaat en voor het uitvoeren van monsteranalyses. Nadat de gebruiker
vertrouwd is geraakt met de werking van het apparaat, kan de handleiding als
naslagwerk bij de dagelijkse routinewerkzaamheden en als handleiding voor het
onderhoud en het oplossen van problemen worden gebruikt.
Aanwijzingen voor het gebruik van dit handboek
Een inhoudsopgave aan het begin van dit handboek en van elk hoofdstuk alsmede een
trefwoordenregister aan het einde van dit handboek stellen u in staat om informatie
snel te vinden.
Tekstconventies
Het vinden en interpreteren van informatie wordt in dit handboek gemakkelijker
gemaakt door bepaalde optische accentueringen. In dit deel worden de gebruikte
tekstconventies toegelicht.
Symbolen In dit handboek worden de volgende symbolen gebruikt om informatie te vinden en
te interpreteren:
o Bewaar dit handboek op een veilige plek waar dit niet beschadigd raakt en op elk
moment binnen handbereik is.
o Deze gebruiksaanwijzing moet op elk moment toegankelijk zijn
Symbolen Betekenis
a handelingsinstructie
o lijstelement
e
verwijzing
h pad
Aanwijzing
Let op
Alle delen / passages die voorzien zijn van dit symbool, beschrijven procedures
en/of wijzen op bepaalde omstandigheden of gevaren die kunnen leiden tot
beschadiging of defecten van het 9180 Electrolyte Analyzer.
Waarschuwing
De met dit symbool gemarkeerde passages bevatten informatie en
aanwijzingen die in acht moeten worden genomen ter voorkoming van
mogelijk persoonlijk letsel (bij patiënten, gebruikers of derden).
9180 Electrolyte Analyzer
Roche Maart 2012
8 Handleiding · Versie 6.0
IVD-symbolen Het gebruik van de symbolen geschiedt conform de voorschriften DIN EN 980
(a)
,
alsmede DIN EN ISO 780
(b)
.
Infectiegevaar
Alle delen / passages die voorzien zijn van dit symbool, beschrijven procedures
waarbij een mogelijk infectierisico aanwezig is.
Symbolen Betekenis
(a) DIN EN 980: symbolen voor gebruik bij het etiketteren van medische hulpmiddelen
(b) DIN EN ISO 780: Verpakking - Pictogrammen voor behandeling tijdens transport
Symbool Beschrijving
Conformité Européenne:
Dit product voldoet aan de eisen van de richtlijn
98/79/EG inzake In Vitro Diagnostica.
Batchnaam
Verbruiksmaterialen: gebruiken tot... (= vervaldatum)
De oplossing mag op en na de aangegeven datum niet meer worden
gebruikt. Wordt er geen dag aangegeven, dan geldt de laatste
kalenderdag van de betreffende maand.
Temperatuurbegrenzing
De temperatuur- / opslagvoorwaarden die nodig zijn voor het
waarborgen van de gespecificeerde houdbaarheid van het product in
ongeopende toestand.
In Vitro Diagnosticum
Fabrikant
(conform de richtlijnen inzake In Vitro Diagnostica 98/79/EG)
Referentie- resp. bestelnummer
LET OP: Goed nota nemen van gebruiksaanwijzing
Goed nota nemen van bijsluiter / gebruiksaanwijzing
Serienummer (typeplaatje)
Niet gebruiken bij beschadigde verpakking
Steriel - ethyleenoxide (Roche MICROSAMPLER PROTECT)
Steriel door bestraling (BS2 Blood Sampler)
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 9
9180 Electrolyte Analyzer
Andere symbolen De volgende symbolen worden gebruikt als extra informatie:
Biologisch risico!
(conform de norm IEC/EN 61010-2-101
(a)
) (apparaat)
Biorisico!
(conform de norm DIN EN 980
(b)
) (verbruiksmaterialen)
(a) IEC/EN 61010-2-101: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en
laboratoriumgebruik - (Deel 2-101: Bijzondere eisen voor in-vitro diagnostische (IVD) medische
apparatuur)
(b) DIN EN 980: symbolen voor gebruik bij het etiketteren van medische hulpmiddelen
Symbool Beschrijving
Symbool Beschrijving
Gevarensymbool: Xi: Irriterend
Classificatie: zonder bijtend te zijn, kunnen bij kortstondig,
langer aanhoudend of herhaald contact met huid of slijmvliezen
ontstekingen worden veroorzaakt. Bij classificatie R 43 bestaat bij
contact met de huid gevaar voor sensibilisatie.
Voorzichtig: contact met ogen en huid vermijden, dampen niet
inademen.
Gevarensymbool: T: giftig (op de verpakking van de referentie-
elektrode)
Classificatie: inademen, inslikken of opname via de huid van zelfs
geringe hoeveelheden kan leiden tot ernstige gezondheidsrisico´s,
zelfs met de dood tot gevolg. Bij herhaald of langdurig contact
wordt door dit type verbindingen ernstige, mogelijk
onherstelbare schade aan de gezondheid aangericht, in het
bijzonder door de carcinogene of mutagene werking ervan of de
invloed ervan op de voortplanting.
Wa ar s ch uw i ng : Iedere aanraking met het menselijk lichaam moet
worden vermeden.
Indien u zich onwel voelt, dient u onmiddellijk een arts te
raadplegen. Bij alle verbindingen, die aanleiding kunnen geven
tot carcinogene, genetische of reproductieve risico´s wordt op
deze gevaren gewezen. Bij de omgang met deze stoffen moeten de
van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.
Gevarensymbool: N: gevaarlijk voor het milieu (op de verpakking
van de referentie-elektrode)
Classificatie: Bij vrijkomen in een waterig- en niet-waterig milieu
kan door verandering van de milieucondities direct of op langere
termijn schade aan het ecologische systeem worden aangericht.
Deze stoffen of de nevenproducten ervan kunnen gelijktijdig
schade aanrichten aan gevoelige gebieden in het milieu.
Wa ar s ch uw i ng : Afhankelijk van de potentiele risico´s niet in
riolering, bodem of milieu laten komen. De specifieke
voorschriften voor afvalverwijdering dienen zorgvuldig te worden
nageleefd.
Rechtop bewaren
XI: R36/37/38, S 26-37
T:R23/33/50-53
N:S45/60/61/7
9180 Electrolyte Analyzer
Roche Maart 2012
10 Handleiding · Versie 6.0
Het symbool ”Grüner Punkt” (Duitsland)
Veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril en geschikte
beschermende kleding moeten gedragen worden.
Symbool Beschrijving
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 11
9180 Electrolyte Analyzer
9180 Electrolyte Analyzer
Roche Maart 2012
12 Handleiding · Versie 6.0
Maart 2012
1 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-3
2 Algemene beschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-7
3 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-15
4 Theoretische grondbeginselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-31
Inleiding en specificaties
A
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-3
9180 Electrolyte Analyzer 1 Veiligheidsaanwijzingen
Inhoudsopgave
Veiligheidsaanwijzingen
De in dit hoofdstuk beschreven informatie is onmisbaar voor een veilige en
storingvrije werking van het apparaat en moet door de gebruiker absoluut worden
gelezen en begrepen.
Belangrijke mededeling ...............................................................................................A-9
Veiligheidstechnische aanwijzingen .........................................................................A-10
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
1
Roche Maart 2012
A-4 Handleiding · Versie 6.0
1 Veiligheidsaanwijzingen 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-5
9180 Electrolyte Analyzer 1 Veiligheidsaanwijzingen
Belangrijke mededeling
Belangrijke mededeling
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke waarschuwingen en
veiligheidsaanwijzingen waarvan absoluut goed nota genomen moet worden.
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor een heel specifieke, in de gebruiksaanwijzing
beschreven toepassing. Hierna worden de belangrijkste, voor toepassing en gebruik
van het apparaat noodzakelijke voorwaarden en veiligheidsmaatregelen toegelicht,
zodat het apparaat de gespecificeerde prestatie kan leveren. Gebruik buiten de
beschreven toepassing en zonder inachtneming van de noodzakelijke voorwaarden en
veiligheidsmaatregelen geschiedt op eigen risico.
Het apparaat mag uitsluitend gebruikt worden door personeel dat op grond van zijn
kwalificatie in staat is, de bij het gebruik van het apparaat noodzakelijke
veiligheidsmaatregelen na te leven.
Om direct contact met biologische werkstoffen te vermijden, moet een geschikte
beschermingsuitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, mondbescherming worden gedragen. Bovendien is
gezichtsbescherming noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Geschikte
desinfectieprocedures moeten worden toegepast.
Instel- en onderhoudswerkzaamheden aan het geopende apparaat onder spanning
mogen uitsluitend uitgevoerd worden door hiervoor geschoold personeel dat zich
bewust is van het hiermee gepaard gaande gevaar.
De reparatie van het apparaat mag uitsluitend uitgevoerd worden in de fabriek of
door het hiervoor opgeleid geschoold personeel.
Om op lange termijn het prestatievermogen en de meetnauwkeurigheid van het
apparaat te waarborgen, adviseren wij om uitsluitend verbruiksmaterialen en
reserveonderdelen te gebruiken die door Roche geadviseerd worden. Deze zijn
speciaal voor het gebruik in dit apparaat vervaardigd en voldoen aan de hoogste
kwaliteitseisen.
Bij gebruik van het apparaat met oplossingen waarvan de samenstelling niet
overeenkomt met die van de originele oplossingen, kan vooral de
meetnauwkeurigheid blijvend nadelig beïnvloed worden. Door afwijkingen in de
samenstelling van de oplossingen kan verder de levensduur van een Sensor Cartridge
verminderd worden.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten er dagelijks kwaliteitscontrolemetingen worden
uitgevoerd. Aangezien de meetresultaten van het apparaat niet alleen afhankelijk zijn
van het correct functioneren van het apparaat zelf, maar ook van een reeks
randvoorwaarden (bijv.: voorafgaande analytische methoden), moeten de door het
apparaat geleverde resultaten worden onderworpen aan een expertise door een
specialist, voordat verdergaande maatregelen worden getroffen op basis van de
geleverde meetwaarde.
WAARSCHUWING
Neem goed nota van documentatie!
Als het apparaat niet overeenkomstig de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, kunnen
aanwezige beveiligingsmechanismen worden belemmerd.
Roche Maart 2012
A-6 Handleiding · Versie 6.0
1 Veiligheidsaanwijzingen 9180 Electrolyte Analyzer
Veiligheidstechnische aanwijzingen
Veiligheidstechnische aanwijzingen
Het apparaat is conform de volgende normen gebouwd en getest:
o IEC/EN 61010-1
(a)
o IEC/EN 61010-2-101
(b)
o IEC/EN 61010-2-081 + A1
(c)
o Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch correcte staat verlaten. Om
deze toestand te handhaven en een veilige werking te garanderen, dient de
gebruiker de aanwijzingen en waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing in acht
te nemen.
o Het apparaat is uitgevoerd in beschermklasse I (conform IEC/EN 61010-1).
o Het apparaat voldoet aan overspanningscategorie II.
o Het apparaat voldoet aan verontreinigingsgraad 2.
o Het apparaat mag niet worden gebruikt in explosieve atmosfeer of in de buurt van
explosieve mengsels van anesthesiemiddelen met zuurstof of lachgas.
o De service mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel. Het
apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden
onderhouden.
o Terugkerende controles dienen op basis van lokale voorschriften te worden
uitgevoerd.
o Als voorwerpen of vloeistoffen binnenin het apparaat komen, moet het apparaat
van het elektriciteitsnet worden losgekoppeld en door een vakman worden
gecontroleerd, voordat het verder wordt gebruikt.
o Het apparaat is geschikt voor langdurig gebruik binnen.
(a) IEC/EN 61010-1: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en laboratoriumgebruik
(Deel 1: Algemene eisen)
(b) IEC/EN 61010-2-101: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en laboratoriumgebruik
(Deel 2-101: Bijzondere eisen voor in-vitro diagnostische (IVD) medische apparatuur)
(c) IEC/EN 61010-2-081: Veiligheidseisen voor elektrisch materiaal voor meet- en regeltechniek en laboratoriumgebruik
(Deel 2-081: Bijzondere eisen voor automatische en semi-automatische laboratoriumapparatuur voor analyses en
andere doeleinden)
De voorschriften en veiligheidsaanwijzingen in de betreffende hoofdstukken van de
gebruiksaanwijzingen dienen in acht te worden genomen.
LET OP
WAARSCHUWING:
o De stekker mag alleen worden ingestoken in een stopcontact met randaarde. De
beschermende werking mag niet worden opgeheven door een verlengkabel zonder
randaarde.
o Het netsnoer moet voldoen aan de specifiek voor de landen geldende eisen.
Bestellingen zijn alleen mogelijk via de lokale Roche organisatie.
o Elke onderbreking van de randaardedraad binnen of buiten het apparaat of loslaten
van de aansluiting van de randaardedraad kan ertoe leiden dat bedieningspersoneel
door het apparaat in gevaar wordt gebracht. Een doelbewuste onderbreking is niet
toegestaan.
o Het apparaat is niet geschikt om te worden verbonden met een gelijkspanningsnet.
o Alleen het originele voedingsdeel voor 9180 Electrolyte Analyzer mag worden gebruikt.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-7
9180 Electrolyte Analyzer 2 Algemene beschrijvingen
Inhoudsopgave
Algemene beschrijvingen
Inleiding .......................................................................................................................A-9
Meet- en kalibratieprocedures ..................................................................................A-10
Meetprocedure .....................................................................................................A-10
Kalibratieprocedure .............................................................................................A-10
Beoordeling van een meting .....................................................................................A-11
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen .........................................................................A-11
Monsterafname en monsterbehandeling ...........................................................A-11
Afvalverwijdering van SnapPak, elektrodes en apparaat ...................................A-12
Afvalverwijdering van de referentie-elektrode .............................................A-12
Ontsmetting .........................................................................................................A-12
Omgang met oplossingen ...................................................................................A-12
Behandeling van elektrodes ................................................................................A-13
Stand-by-modus ........................................................................................................A-13
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
2
Roche Maart 2012
A-8 Handleiding · Versie 6.0
2 Algemene beschrijvingen 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-9
9180 Electrolyte Analyzer 2 Algemene beschrijvingen
Inleiding
Inleiding
De 9180 Electrolyte Analyzer is een krachtig apparaat, dat is ontworpen voor het snel,
precies en efficiënt uitvoeren van bepalingen van basale elektrolyten in het
laboratorium.
Deze handleiding bevat informatie voor het invoeren van de instellingen van het
analyseapparaat en voor het uitvoeren van monsteranalyses. Nadat de gebruiker
vertrouwd is geraakt met de werking van het apparaat, kan de handleiding als
naslagwerk bij de dagelijkse routinewerkzaamheden en als handleiding voor het
onderhoud en het oplossen van problemen worden gebruikt.
Afbeelding A-1
Roche Maart 2012
A-10 Handleiding · Versie 6.0
2 Algemene beschrijvingen 9180 Electrolyte Analyzer
Meet- en kalibratieprocedures
Meet- en kalibratieprocedures
Meetprocedure
Voor de bepaling van de meetwaarden wordt in de 9180 Electrolyte Analyzer een
methode toegepast, die is gebaseerd op de principes van ionselectieve
elektrodemetingen (ISE).
e
Zie hoofdstuk 4 Theoretische grondbeginselen, paragraaf Werking van de elektrodes op
pagina A-36.
In de 9180 Electrolyte Analyzer worden zes verschillende elektrodes gebruikt:
natrium, kalium, chloride, geïoniseerd calcium, lithium en een referentie-elektrode.
Iedere elektrode heeft een ionselectief membraan en vertoont een specifieke reactie
met de betreffende ionen in het te analyseren monster. Het membraan is een
ionenwisselaar, die reageert op de elektrische lading van de ionen, waardoor een
verandering van de membraanpotentiaal, die wordt opgebouwd over de film tussen
het monster en het membraan, wordt veroorzaakt.
Door middel van een galvanische meetketen binnen de elektrode wordt het verschil
tussen de twee potentiaalwaarden aan beide zijden van het membraan bepaald. De
galvanische keten wordt aan de ene zijde door het monster met de referentie-
elektrode, de referentie-elektrolyt en het ”open uiteinde” gesloten. Het membraan, de
inwendige elektrolyt en de inwendige elektrode sluiten de keten aan de andere zijde.
Een verschil in ionenconcentratie van de inwendige elektrolyt en het monster
veroorzaakt een elektrochemisch potentiaal over het membraan van de actieve
elektrode. Dit potentiaal wordt door een inwendige elektrode met een hoog
geleidingsvermogen naar een versterker geleid.
De referentie-elektrode is zowel met de aardleiding als met de versterker verbonden.
De ionenconcentratie van het monster wordt vervolgens bepaald met behulp van een
kalibratiecurve, die is gemaakt met behulp van metingen van twee
standaardoplossingen met precies bekende ionenconcentraties.
Kalibratieprocedure
In de modus ”Ready” voert het apparaat elke vier uur automatisch een 2-punts
kalibratie uit. Een 1-punts kalibratie vindt automatisch na elke meting plaats.
Een automatische kalibratieprocedure vindt eveneens kort na het aanzetten of het
opnieuw instellen van het apparaat plaats. Een kalibratie kan ook handmatig gestart
worden op momenten, dat er geen metingen van monsters worden uitgevoerd.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-11
9180 Electrolyte Analyzer 2 Algemene beschrijvingen
Beoordeling van een meting
Beoordeling van een meting
De met de 9180 Electrolyte Analyzer verkregen meetresultaten moeten altijd door
klinisch-chemisch geschoold personeel worden beoordeeld. Hierbij moet rekening
worden gehouden met het klinische beeld van de patiënt, voordat op grond van de
resultaten klinische beslissingen genomen worden.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel,
na elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede
na maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole
in 3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3
- niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-
metingen vaker worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole voor elektrolyten vindt plaats door monstermaterialen met
bekende controlewaardebereiken te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
e
Voor meer informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 8 Kwa li te its con tr ol e.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Voor uw eigen veiligheid en voor de goede werking van het apparaat, dienen de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht te worden genomen:
o Houd het analyseapparaat verwijderd van vochtige plaatsen, zoals van wasbakken
en gootstenen.
o Ga altijd zorgvuldig om met bloedmonsters en bloedafnamematerialen en -
apparatuur.
o Gebruik goedgekeurde beschermende handschoenen om direct contact met het
bloedmonster te vermijden.
o Aseptische werkwijzen zijn bij de reiniging van de monsternaald noodzakelijk om
een besmetting te vermijden.
o Gooi het SnapPak weg volgens de binnen uw laboratorium of instelling geldende
richtlijnen en voorschriften.
Monsterafname en monsterbehandeling
Let bij het omgaan met monstermateriaal op het naleven van de noodzakelijke
hygiënevoorschriften. De monsters kunnen gevaarlijke ziekteverwekkers bevatten.
e
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 7 Meting.
LET OP
Gebruik op of in de omgeving van het analyseapparaat geen ammoniak- of
alcoholhoudende reinigingsmiddelen, die een chemische reactie aan kunnen gaan met
kunststoffen.
Roche Maart 2012
A-12 Handleiding · Versie 6.0
2 Algemene beschrijvingen 9180 Electrolyte Analyzer
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Afvalverwijdering van SnapPak, elektrodes en apparaat
Afvalverwijdering van de referentie-elektrode
Ontsmetting
Het doel van de ontsmettingsprocedure is om het infectierisico bij het hanteren van
onderdelen, die met biologisch monstermateriaal in contact zijn geweest, tot een
minimum te beperken.
Roche adviseert een ontsmettingsprocedure, die in overeenstemming is met de
specifieke richtlijnen en voorschriften voor uw instelling of laboratorium.
Deze ontsmettingsprocedure moet regelmatig worden uitgevoerd, om het
infectierisico tot een minimum te beperken.
e
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 9 Onderhoud.
Omgang met oplossingen
De kalibratie- en reinigingsoplossingen moeten overeenkomstig de specificaties op de
verpakking worden opgeslagen. De oplossingen moeten voor gebruik op
omgevingstemperatuur worden gebracht.
De gebruiksduur van de oplossingen is beperkt.
De opslagtemperatuur en de maximale houdbaarheid vindt u op het etiket van de fles
en op de verpakking.
e
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 3 Specificaties.
Gooi SnapPak, elektrodes en apparaat weg overeenkomstig de binnen uw laboratorium of
instelling en wettelijk geldende richtlijnen en voorschriften (biologisch besmet materiaal-
potentieel infectieus materiaal!).
Deze elektrode bevat kwik en moet overeenkomstig de binnen uw laboratorium of
instelling en wettelijk geldende richtlijnen en voorschriften worden weggegooid (potentieel
infectieus materiaal!).
T:R23/33/50-53 N:S45/60/61/7
Altijd handschoenen dragen!
LET OP
Let op, niet invriezen! Bij het invriezen kan de concentratie van de oplossing veranderen,
waardoor er bij de kalibratie fouten kunnen optreden!
Beschadigde SnapPaks niet gebruiken. Afzonderlijke componenten niet mengen!
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-13
9180 Electrolyte Analyzer 2 Algemene beschrijvingen
Stand-by-modus
Behandeling van elektrodes
Bewaar de elektrodes overeenkomstig de aanwijzingen op de verpakking.
De gebruiksduur van de elektrodes is beperkt.
De opslagtemperatuur en de maximale houdbaarheid vindt u op het etiket en op de
verpakking.
e
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 3 Specificaties.
Stand-by-modus
De 9180 Electrolyte Analyzer is zodanig ontworpen, dat er bij normaal gebruik iedere
vier uur een kalibratie wordt uitgevoerd. Wanneer er gedurende langere tijd geen
monsteranalyses worden uitgevoerd, zoals b.v. 's nachts en in het weekeinde, kan het
analyseapparaat in de Stand-by-modus worden geplaatst, waardoor de automatische
kalibratie kan worden uitgesteld.
Om het apparaat in de Stand-by-modus te plaatsen:
o Druk op NO, tot de melding [OPERATOR FUNCTIONS?] verschijnt.
o Druk op YES, vervolgens op NO tot [Go to Standby Mode?] verschijnt.
o Druk op YES.
Het analyseapparaat geeft de Stand-by-modus op de display weer.
Om de Standby-modus te verlaten:
o Druk op YES, waarna [Leave Standby Mode?] op de display verschijnt.
o Druk opnieuw op YES.
Afhankelijk van de duur van de Stand-by-modus kan een automatische kalibratie
worden uitgevoerd. Vervolgens keert het analyseapparaat terug naar de [READY]-
modus.
Het analyseapparaat kan zo geprogrammeerd worden, dat de Stand-by-modus
automatisch geactiveerd wordt, wanneer gedurende langere tijd geen metingen worden
uitgevoerd.
e
Zie hoofdstuk 10 Verhelpen van storingen, paragraaf Servicecodes op pagina E-14.
Roche Maart 2012
A-14 Handleiding · Versie 6.0
2 Algemene beschrijvingen 9180 Electrolyte Analyzer
Stand-by-modus
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-15
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Inhoudsopgave
Specificaties
Karakteristieken van de verschillende parameters ...................................................A-17
Meetbereik van de verschillende parameters .....................................................A-17
Reproduceerbaarheid en herhaalbaarheid .........................................................A-17
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis
(niveau 1), n=80 ............................................................................................A-18
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis
(niveau 2), n=80 ............................................................................................A-18
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis
(niveau 3), n=80 ............................................................................................A-18
Materiaal: RNA EQUIL oplossing van gereduceerd runderhemoglobine
(niveau 2), n=80 ............................................................................................A-18
Materiaal: waterige standaardoplossing (niveau 1), n=80 ..........................A-19
Materiaal: waterige standaardoplossing (niveau 2), n=80 ..........................A-19
Materiaal: gemengd humaan serum, n=80 ..................................................A-19
Materiaal: acetaat-dialysaat-oplossing, n=80 ...............................................A-19
Materiaal: bicarbonaat-dialysaat-oplossing, n=80 ......................................A-20
Materiaal: urine, n=80 ..................................................................................A-20
Lineariteit ...................................................................................................................A-21
Lineariteit in waterige standaardoplossingen ....................................................A-21
Lineariteit in serum .............................................................................................A-21
Correlatie met vlamfotometrie .....................................................................A-21
Correlatie met directe ISE-meting - zonder correlatie met
vlamfotometrie ..............................................................................................A-22
Correlatie met directe ISE-meting - met correlatie met vlamfotometrie ...A-22
Correlatie met chloridometrie ......................................................................A-22
Storingen ....................................................................................................................A-23
Beperkingen ...............................................................................................................A-23
Verhouding tussen geïoniseerd calcium en totaal calcium .....................................A-24
Bibliografie ................................................................................................................A-24
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
3
Roche Maart 2012
A-16 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Doorloopsnelheid van de monsters .........................................................................A-25
Monstervolume .........................................................................................................A-25
Type monster .............................................................................................................A-25
Kalibratie ....................................................................................................................A-25
Omgevingsparameters ..............................................................................................A-26
Temperatuur / luchtvochtigheid / houdbaarheid ..............................................A-26
Apparaat .........................................................................................................A-26
Elektrodes ......................................................................................................A-26
Oplossingen .........................................................................................................A-27
SnapPak ..........................................................................................................A-27
Urine Diluens .................................................................................................A-28
Kwaliteitscontrolemateriaal ................................................................................A-28
ISETROL Electrolyt Control .........................................................................A-28
Productgegevens ........................................................................................................A-29
Elektrische gegevens ............................................................................................A-29
Classificatie (conform IEC/ISO) ........................................................................A-29
Afmetingen ..........................................................................................................A-29
Printer ........................................................................................................................A-29
Display .......................................................................................................................A-29
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-17
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Karakteristieken van de verschillende parameters
Karakteristieken van de verschillende parameters
Meetbereik van de verschillende parameters
Reproduceerbaarheid en herhaalbaarheid
De precisie in de serie (herhaalbaarheid, Swr), de precisie van dag tot dag
(reproduceerbaarheid, S
dd) en de totale precisie (ST) werden bepaald door gedurende
20 dagen dagelijks 2 maal een controle in duplo te analyseren op twee 9180 Electrolyte
Analyzers. De waarden voor natrium en kalium zijn het gemiddelde van alle
apparaten, terwijl de waarden voor chloride, geïoniseerd calcium en lithium zijn
bepaald aan de hand van twee metingen van iedere configuratie van de
analyseapparaten. Alle waarden zijn weergegeven in mmol/L.
Monster: Gespecificeerd bereik
Na
+
B/S/A/D/Q 40 - 205 mmol/L
U 1 - 300 mmol/L
K
+
B/S/Q 1,5 - 15 mmol/L
A/D 0,8 - 15 mmol/L
U 4,5 - 120mmol/L
U* 60 - 120 mmol/L
Cl
-
B/S/A/D/Q 50 - 200 mmol/L
U 1 - 300 mmol/L
Ca
2+
B/S/A/D/Q 0,2 - 5,0 mmol/L
Li
+
B/S/Q 0,1 - 6,0 mmol/L
Ta be l A-1
Bvolbloed
Sserum of plasma
A acetaathoudende dialysaatoplossingen
D bicarbonaathoudende dialysaatoplossingen
Q waterig QC-materiaal
U urine (verdunnen, zie paragraaf Urinemonsters op pagina C-32)
U* urine (nogmaals verdunnen, zie paragraaf Urinemonsters op pagina C-32)
Roche Maart 2012
A-18 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Karakteristieken van de verschillende parameters
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis (niveau 1), n=80
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis (niveau 2), n=80
Materiaal: ISETROL waterig kwaliteitscontrolemateriaal op proteïnebasis (niveau 3), n=80
Materiaal: RNA EQUIL oplossing van gereduceerd runderhemoglobine (niveau 2), n=80
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 114,6 0,48 0,42 0,76 0,66 0,89 0,78
Kalium 2,82 0,025 0,87 0,035 1,24 0,041 1,44
Chloride 76,7 0,29 0,38 0,52 0,67 0,72 0,94
Geïoniseerd calcium 2,07 0,015 0,72 0,024 1,18 0,034 1,66
Lithium 0,40 0,010 2,40 0,018 4,57 0,026 6,41
Ta b el A -2
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 141,2 0,40 0,28 0,30 0,21 0,46 0,33
Kalium 4,35 0,024 0,55 0,023 0,53 0,036 0,82
Chloride 102,4 0,18 0,18 0,20 0,20 0,32 0,31
Geïoniseerd calcium 1,35 0,016 1,21 0,021 1,55 0,042 3,10
Lithium 1,04 0,012 1,19 0,035 3,36 0,045 4,31
Ta b el A -3
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 158,8 0,51 0,32 0,76 0,48 0,90 0,56
Kalium 5,74 0,027 0,48 0,026 0,45 0,036 0,62
Chloride 123,2 0,36 0,29 0,89 0,72 1,17 0,95
Geïoniseerd calcium 0,63 0,010 1,52 0,007 1,07 0,014 2,29
Lithium 2,59 0,025 0,97 0,063 2,44 0,082 3,18
Ta b el A -4
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 134,8 0,53 0,40 0,45 0,33 0,63 0,47
Kalium 4,89 0,039 0,79 0,021 0,42 0,043 0,88
Chloride 100,4 0,43 0,43 0,42 0,41 0,58 0,57
Geïoniseerd calcium 1,10 0,008 0,75 0,004 0,40 0,011 0,95
Lithium N/A
Ta b el A -5
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-19
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Karakteristieken van de verschillende parameters
Materiaal: waterige standaardoplossing (niveau 1), n=80
Materiaal: waterige standaardoplossing (niveau 2), n=80
Materiaal: gemengd humaan serum, n=80
Materiaal: acetaat-dialysaat-oplossing, n=80
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 150,0 0,55 0,37 0,34 0,23 0,57 0,38
Kalium 4,97 0,022 0,44 0,018 0,36 0,029 0,57
Chloride 115,0 0,11 0,09 0,08 0,07 0,16 0,14
Geïoniseerd calcium 0,96 0,004 0,41 0,004 0,39 0,007 0,76
Lithium 0,30 0,004 1,27 0,005 1,60 0,008 2,48
Ta b el A -6
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 113,2 0,51 0,45 0,96 0,85 1,07 0,95
Kalium 1,82 0,033 1,88 0,043 2,36 0,053 2,92
Chloride 82,9 0,27 0,33 0,67 0,80 0,87 1,05
Geïoniseerd calcium 2,43 0,014 0,56 0,032 1,33 0,043 1,76
Lithium 5,42 0,043 0,78 0,155 2,86 0,196 3,62
Ta b el A -7
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 138,8 0,30 0,22 0,36 0,28 0,47 0,34
Kalium 4,49 0,034 0,75 0,041 0,92 0,051 1,13
Chloride 106,8 0,18 0,17 1,00 0,93 1,24 1,16
Geïoniseerd calcium 1,19 0,007 0,55 0,031 2,64 0,039 3,29
Lithium 0,17 0,011 6,19 0,015 8,40 0,023 13,28
Ta b el A -8
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 86,1 0,85 0,98 1,81 2,10 1,78 2,07
Kalium 2,09 0,029 1,41 0,041 1,94 0,049 2,32
Chloride 107,8 0,25 0,24 0,23 0,21 0,40 0,37
Geïoniseerd calcium 1,77 0,020 1,13 0,092 5,20 0,115 6,50
Lithium N/A
Ta b el A -9
Roche Maart 2012
A-20 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Karakteristieken van de verschillende parameters
Materiaal: bicarbonaat-dialysaat-oplossing, n=80
Materiaal: urine, n=80
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 135,2 0,45 0,33 0,59 0,44 0,72 0,54
Kalium 1,58 0,023 1,46 0,031 1,95 0,037 2,37
Chloride 107,3 0,37 0,35 0,63 0,59 0,86 0,80
Geïoniseerd calcium 1,68 0,012 0,72 0,016 0,96 0,027 1,63
Lithium N/A
Ta b el A -1 0
Parameter Gemiddeld Swr (CV %) Sdd (CV %) ST (CV %)
Natrium 51,5 1,98 3,84 3,06 5,94 3,65 7,08
Kalium 48,4 0,65 1,34 0,97 2,00 1,11 2,29
Chloride 85,9 0,53 0,62 0,66 0,76 0,99 1,16
Geïoniseerd calcium N/A
Lithium N/A
Ta b el A -1 1
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-21
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Lineariteit
Lineariteit
Lineariteit in waterige standaardoplossingen
Voor de bepaling van de lineariteit werden gravimetrisch bereide, N.I.S.T.-herleidbare
waterige standaardoplossingen gemeten op acht 9180 Electrolyte Analyzers. Hierbij
werden telkens twee analyseapparaten met een van de volgende configuraties
gebruikt: Na/K/Cl, Na/K/Ca en Na/K/Li.
Lineariteit in serum
De lineariteit in serum werd bepaald door de analyse van twee verschillende
monsters: commercieel uit serum bereide standaarden met een normaal eiwitgehalte
voor de bepaling van de lineariteit van de meting van natrium, chloride en kalium en
serum van een groep willekeurig gekozen patiëntenmonsters. Alle monsters werden in
duplo op telkens twee 9180 Electrolyte Analyzers met elk van de configuraties Na/K/
Cl, Na/K/Ca en Na/K/Li bepaald. Daarnaast werden de monsters voor de
methodenvergelijking in duplo bepaald met ieder van de onderstaande typen
analyseapparaten:
Correlatie met vlamfotometrie
IL 943 vlamfotometer
Parameter Helling Intercept Correlatie Coëfficiënt Sy·x Bereik [mmol/L] n
Natrium 0,99993 0,0128 0,99995 0,666 51 - 196 300
Kalium 0,99838 0,0119 0,99919 0,194 2,0 - 12,6 300
Chloride 0,97556 -0,1775 0,99994 0,674 56 - 194 100
Geïoniseerd calcium 1,01552 -0,0078 0,99980 0,037 0,4 - 3,3 100
Lithium 0,99850 0,0087 0,99985 0,038 0,3 - 5,3 100
Ta b el A -1 2
Directe ISE-meting, zonder correlatie tot
vlamfotometer
(weergegeven als 98X)
983 Na/K/Cl-analyseapparaat
984 Na/K/Ca-analyseapparaat
985 Na/K/Li-analyseapparaat
Directe ISE-meting, met correlatie met
vlamfotometer (weergegeven als 91XX)
9130 Na/K/Cl-analyseapparaat
9140 Na/K/Ca-analyseapparaat
Vlamabsorptie-emissiespectroscopie IL 943 vlamfotometer
Chloridometrie Labconco Digital Chloridometer
Parameters Helling Intercept Correlatie Coëfficiënt Sy·x Bereik [mmol/L] n
Natrium 0,9617 5,83 0,9908 2,04 104 - 178 50
Kalium 1,0249 0,015 0,9991 0,075 1,8 - 11,5 50
Lithium 0,9803 0,0011 0,9822 0,028 0,11 - 0,71 15
Ta b el A -1 3
Roche Maart 2012
A-22 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Lineariteit
Correlatie met directe ISE-meting - zonder correlatie met vlamfotometrie
98X elektrolytanalyseapparaten
Correlatie met directe ISE-meting - met correlatie met vlamfotometrie
91XX elektrolytanalysators
Correlatie met chloridometrie
Labconco digitale chloridometer
Parameters Helling Intercept Correlatie Coëfficiënt Sy·x Bereik [mmol/L] n
Natrium 0,9895 -6,35 0,9992 0,61 110 - 186 50
Kalium 1,0223 -0,25 0,9996 0,05 2,0 - 11,6 50
Chloride 0,9631 -1,01 0,9995 0,51 70 - 152 50
Geïoniseerd calcium 0,8898 0,107 0,9960 0,021 0,67 - 1,66 50
Lithium 0,9923 0,008 0,9985 0,010 0,11 - 0,71 15
Ta b el A -1 4
Parameters Helling Intercept Correlatie Coëfficiënt Sy·x Bereik [mmol/L] n
Natrium 0,9856 -2,02 0,9856 1,21 104 - 179 50
Kalium 0,9992 0,02 0,9994 0,05 1,9 - 11,8 50
Chloride 1,0026 -5,31 0,9989 0,73 70 - 152 50
Geïoniseerd calcium 1,0023 0,040 0,9954 0,022 0,62 - 1,54 50
Ta b el A -1 5
Parameters Helling Intercept Correlatie Coëfficiënt Sy·x Bereik [mmol/L] n
Chloride 1,0222 2,75 0,9923 2,03 66 - 145 50
Ta b el A -1 6
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-23
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Storingen
Storingen
Het is bekend, dat zeer hoge salicylaatconcentraties een storende invloed hebben op
de chloride-elektrode en leiden tot te hoge chloridewaarden. Bij
salicylaatconcentraties in het therapeutische bereik is de invloed op de
chloridebepaling klinisch niet van betekenis.
De lithiumelektrode vertoont een lichte gevoeligheid voor het in het monster
aanwezige geïoniseerde calcium, hetgeen tot een te lage lithiumwaarde leidt. Bij
normale fysiologische concentraties van geïoniseerd calcium is de invloed van het
geïoniseerde calcium klinisch echter niet van betekenis.
Beperkingen
Van een aantal stoffen is bekend, dat deze kunnen leiden tot fysiologische
veranderingen van de concentraties van de te bepalen stoffen in bloed, serum of
plasma. Een uitvoerige bespreking van deze en andere storende stoffen, hun bloed-,
serum- of plasmaconcentraties en hun mogelijke fysiologische invloed, valt buiten de
opzet van deze handleiding. Van bromide, ammonium en jodide kon in
serummonsters geen significante invloed worden aangetoond.
Zoals bij alle klinische reacties moeten gebruikers verdacht zijn op mogelijke storende
invloeden van geneesmiddelen of endogene stoffen op de resultaten. Bij de
beoordeling van de verkregen resultaten moeten het laboratorium en de arts rekening
houden met het totale klinisch beeld van de patiënt.
Het openen en sluiten van de vuist met een aangelegd tourniquet leidt tot een stijging
van de kaliumwaarden met 10 tot 20 %. Het wordt aanbevolen om het bloedmonster
zonder tourniquet af te nemen. Als alternatief kan men na het inbrengen van de naald
het tourniquet losmaken en het monster na 2 minuten afnemen.
Aangezien de caliumconcentratie in de erytrocyten veel hoger is dan in de
extracellulaire vloeistof, moet hemolyse worden vermeden en moet het serum zo snel
mogelijk na de afname worden gescheiden van de cellen.
Het meetresultaat van de lithiumelektrode is onder meer afhankelijk van de in het
monster aanwezige hoeveelheid natrium.
De metingen van de lithiumconcentratie op de 9180 Electrolyte Analyzer worden niet
beïnvloed door de aanwezigheid van 95 - 180 mmol/L (89,6 - 169,5 mmol/L voor
bloed/serum) Na
+
.
Voor de bepaling van lithium mogen uitsluitend lithiumvrije monsternamebuisjes worden
gebruikt! Gebruik van monsternamebuisjes met lithium als anticoagulans kan leiden tot
onjuiste meetresultaten, die mogelijk kunnen resulteren in verkeerde klinische
beslissingen.
Gevaar voor persoonlijk letsel!
Roche Maart 2012
A-24 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Verhouding tussen geïoniseerd calcium en totaal calcium
Verhouding tussen geïoniseerd calcium en totaal calcium
De verhouding tussen geïoniseerd calcium en totaalcalcium ligt bij een gezonde
populatie bij ongeveer 0,50 resp. 50 %
(a)
. Deze verhouding kan veranderen, wanneer
in het bloed citraat aanwezig is of als de zuur-base-stofwisseling verstoord is.
Bibliografie
Bishop ML, Duben-Engelkirk JL, Fody EP. Clinical Chemistry Principles Procedures
Correlations, 2nd Ed., (Philadelphia: J.B.Lippincott Co.),1992, blz.281.
Burritt MF, Pierides AM, Offord KP: Comparative studies of total and ionized serum
calcium values in normal subjects and in patients with renal disorders. Mayo Clinic
Proc. 55:606, 1980.
Burtis C, Ashwood E (Eds.), Tietz Textbook of Clinical Chemistry, 2nd Ed.,
(Philadelphia: W.B. Saunders, Co.,1994) blz.1354-1360,2180-2206.
Calbreath, Donald F., Clinical Chemistry A Fundamental Textbook, (Philadelphia:
W.B. Saunders Co., 1992) blz.371, 376, 390-395.
Henry, R.J., Clinical Chemistry - Principles and Technics, (New York, Harper and
Row, 1974)
Kost GJ.Arch.Path.Lab.Med., Vol.117, Sep.1993, blz.890-95
Clinical and Laboratory Standards Institute. Protection of Laboratory Workers from
Occupationally Acquired Infections; Approved Guideline—Third Edition; CLSI
Document M29-A3, (2005).
National Committee for Clinical Laboratory Standards. Additives for Blood
Collection Devices: Heparin; Tentative Standard; NCCLS Document H24-T, (1988).
Clinical and Laboratory Standards Institute. Evaluation of Precision Performance of
Quantitative Measurement Methods; Approved Guideline—Second Edition; CLSI
Document EP5-A2, (2004).
Rose, Burton David, Clinical Physiology of Acid-Base and Electrolyte Disorders, 4th
Ed., (New York: McGraw-Hill, Inc., 1993) blz. 346-348, 432, 797-798.
Schoeff, Larry E & Williams, Robert H. (Eds.) Principles of Laboratory Instruments,
(St. Louis: Mosby Year Book Inc., 1993) blz. 150-157, 161-164.
Snyder John R., Senhauser Donald A, (Eds.), Administration and Supervision in
Laboratory Medicine, 2nd Ed, (Philadelphia: J.B.Lippincott Co., 1989) blz.262-284.
Tietz, Norbert W.,Ed.,Clinical Guide to Laboratory Tests, 2nd Ed., (Philadelphia:
W.B. Saunders Co., 1990), blz.98-99, 118-119, 456-459, 510-511, 720-721
Tietz, Norbert W.,Ed., Textbook of Clinical Chemistry, 2nd Ed., (Philadelphia: W.B.
Saunders, Co.,1986), blz.1816, 1837, 1840-1842, 1845.
Toffaletti J, Gitelman JH, Savory J: Separation and quantification of serum
constituents associated with calcium by gel filtration. Clin Chem 22: 1968-72, 1976.
(a)
Tietz, Norbert W., Ed., Clinical Guide to Laboratory Tests, 2nd Ed., (Philadelphia:
W.B.Saunders, Co., 1990) blz. 98-99, 118-119, 456-459, 510-511, 720-721.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-25
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Doorloopsnelheid van de monsters
Doorloopsnelheid van de monsters
60 monsters per uur zonder afdrukken van een rapport.
45 monsters per uur met afdrukken van een rapport.
Monstervolume
95 µL
Type monster
Volbloed, serum, plasma, acetaat- of bicarbonaathoudende dialysaatoplossingen,
urine, kwaliteitscontrolemateriaal.
Kalibratie
1-punts kalibratie na elke monstermeting.
2-punts kalibratie iedere 4 uren.
Roche Maart 2012
A-26 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Omgevingsparameters
Omgevingsparameters
Temperatuur / luchtvochtigheid / houdbaarheid
Apparaat
Elektrodes
Condities voor gebruik van het apparaat:
Omgevingstemperatuur +15 °C tot +32 °C
Relatieve luchtvochtigheid < 85 % (zonder condensatie)
Opslag- en transportcondities:
Temperatuur -20 tot 40 °C
Relatieve luchtvochtigheid < 85 % (zonder condensatie)
Condities voor gebruik van de elektrodes:
Gebruikstemperatuur +15 °C tot +33 °C
Relatieve luchtvochtigheid 20 - 95 %, indien T +15 tot +31 °C
20 - 90 %, indien T > +31 tot +33 °C
Opslagcondities in de originele verpakking:
Temperatuur +15 tot +30 °C (droog)
Relatieve luchtvochtigheid 15 - 85 % (zonder condensatie)
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-27
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Omgevingsparameters
Oplossingen
SnapPak
Bevat de volgende oplossingen: Standaarden A, B en C en referentie-oplossing:
Standaard A Voor de kalibratie van natrium, kalium, chloride, geïoniseerd calcium en lithium op
de 9180 Electrolyte Analyzer.
Standaard B Voor de kalibratie van natrium, kalium, chloride, geïoniseerd calcium en lithium op
de 9180 Electrolyte Analyzer.
Standaard C Voor de kalibratie van natrium, kalium, chloride, geïoniseerd calcium en lithium op
de 9180 Electrolyte Analyzer.
Inhoud:
350 mL
Werkzame stoffen:
Na
+
150 mmol/L
K
+
5,0 mmol/L
Cl
-
115 mmol/L
Ca
2+
0,9 mmol/L
Li
+
0,3 mmol/L
Opslagtemperatuur:
+15 - +30 °C
Houdbaarheid:
Vervaldatum en chargenummer zijn aangegeven op het etiket
van het product.
Houdbaarheid in gebruik:
14 weken
Ta be l A-17
Inhoud:
85 mL
Werkzame stoffen:
Na
+
100 mmol/L
K
+
1,8 mmol/L
Cl
-
72 mmol/L
Ca
2+
1,5 mmol/L
Li
+
0,3 mmol/L
Opslagtemperatuur:
+15 - +30 °C
Houdbaarheid:
Vervaldatum en chargenummer zijn aangegeven op het etiket
van het product.
Houdbaarheid in gebruik:
14 weken
Ta be l A-1 8
Inhoud:
85 mL
Werkzame stoffen:
Na
+
150 mmol/L
K
+
5,0 mmol/L
Cl
-
115 mmol/L
Ca
2+
0,9 mmol/L
Li
+
1,4 mmol/L
Opslagtemperatuur:
+15 - +30 °C
Houdbaarheid:
Vervaldatum en chargenummer zijn aangegeven op het etiket
van het product.
Houdbaarheid in gebruik:
14 weken
Ta be l A-1 9
Roche Maart 2012
A-28 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Omgevingsparameters
Referentie-oplossing Zoutbrug voor kalibratie en meting op de 9180 Electrolyte Analyzer.
Urine Diluens
Verdunningsoplossing voor de meting van urinemonsters op de 9180 Electrolyte
Analyzer.
Kwaliteitscontrolemateriaal
ISETROL Electrolyt Control
Opslagcondities in de originele verpakking
Inhoud:
85 mL
Werkzame stoffen:
kaliumchloride 1,2 mol/L
Opslagtemperatuur:
+15 - +30 °C
Houdbaarheid:
Vervaldatum en chargenummer zijn aangegeven op het etiket
van het product.
Houdbaarheid in gebruik:
14 weken
Ta be l A-2 0
De houdbaarheid in gebruik heeft betrekking op het in het apparaat geplaatste SnapPak.
Het SnapPak moet uiterlijk na 14 weken worden vervangen.
Het gebruikte SnapPak overeenkomstig de binnen uw instituut of instelling geldende
voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Het SnapPak bevat een afvalcontainer, die na gebruik potentieel infectieuze
lichaamsvloeistoffen bevat. Ga hier uitermate voorzichtig mee om en vermijd contact met
de huid of inslikken.
Inhoud: 500 mL
Werkzame stoffen: natriumchloride 120 mmol/L
Opslagtemperatuur: +5 - +30 °C
Houdbaarheid: Vervaldatum en chargenummer zijn aangegeven op het etiket
van het product.
Ta be l A-2 1
Temperatuur +15 tot +30 °C max. 24 maanden
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-29
9180 Electrolyte Analyzer 3 Specificaties
Productgegevens
Productgegevens
Elektrische gegevens
Classificatie (conform IEC/ISO)
Afmetingen
Printer
Display
Netspanningsbereik 100 tot 240 VAC
Frequentie 50/60 Hz
Benodigd vermogen 50 W
Hoofdzekering 250 VAC / 1.6 AT (2 stuks)
Beschermingsklasse I
Overspanningscategorie II
Verontreinigingsgraad 2
Hoogte 33,5 cm
Breedte 31,5 cm
Diepte 29,5 cm
Gewicht < 6 kg
Type thermische printer
Resolutie 16 karakters / regel
Afdruksnelheid 4 mm / sec
Papierbreedte 38 mm
Papierlengte ca. 30 m
Type monochroom-LCD
Resolutie 2 regels, 16 karakters per regel
Roche Maart 2012
A-30 Handleiding · Versie 6.0
3 Specificaties 9180 Electrolyte Analyzer
Display
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-31
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Inhoudsopgave
Theoretische grondbeginselen
Referentie- en kritische waarden ..............................................................................A-33
Natrium ...............................................................................................................A-33
Kalium ..................................................................................................................A-34
Chloride ...............................................................................................................A-34
Geïoniseerd calcium ............................................................................................A-35
Lithium ................................................................................................................A-35
Principes van de metingen ........................................................................................A-36
Werking van de elektrodes ..................................................................................A-36
Fysische grondbeginselen ....................................................................................A-38
Specificaties van de elektrodes ..................................................................................A-41
Natriumelektrode ................................................................................................A-41
Constructie ....................................................................................................A-41
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-41
Kaliumelektrode ..................................................................................................A-42
Constructie ....................................................................................................A-42
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-42
Chloride-elektrode ..............................................................................................A-43
Constructie ....................................................................................................A-43
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-43
Calciumelektrode ................................................................................................A-44
Constructie ....................................................................................................A-44
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-44
Lithiumelektrode .................................................................................................A-45
Constructie ....................................................................................................A-45
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-45
Referentie-elektrode-unit ....................................................................................A-46
Constructie ....................................................................................................A-46
Behuizing van de referentie-elektrode ..........................................................A-46
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-46
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
4
Roche Maart 2012
A-32 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Referentie-elektrode ......................................................................................A-47
Gebruik en onderhoud ..................................................................................A-47
Kalibratieprincipe ......................................................................................................A-47
ISE-kalibratie .......................................................................................................A-47
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-33
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Referentie- en kritische waarden
Referentie- en kritische waarden
Het resultaat van laboratoriumonderzoeken heeft pas praktisch nut als klinische
onderzoeken verschillende toestanden van ziekte en gezondheid hebben
toegeschreven aan waarde-intervallen.
(a)
Referentie-intervallen zijn nuttig, omdat deze typische resultaten proberen te
beschrijven die worden aangetroffen in een gedefinieerde populatie van duidelijk
gezonde mensen. Verschillende methodes kunnen verschillende waarden opleveren,
afhankelijk van kalibratie en andere technische overwegingen. Daarom kunnen
verschillende referentie-intervallen en resultaten worden verkregen in verschillende
laboratoria.
Referentie-intervallen mogen ondanks het feit dat ze nuttig zijn als richtlijn voor
clinici, niet worden gebruikt als absolute indicators voor ziekte en gezondheid.
(b)
Natrium
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics, 4
th
Edition 2006, p. 2252
(b) see Chapter 16 of "Tietz' Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics", 4
th
Edition 2006
WAARSCHUWING
De referentie-intervallen die in dit hoofdstuk worden vermeld, dienen uitsluitend voor
algemene informatiedoeleinden.
Individuele laboratoria dienen hun eigen verzameling referentie-intervallen te ontwikkelen.
Referentie-waarden:
(a)
Prematuur, navelstreng 116 - 140 mmol/L 116 - 140 mEq/L
Prematuur, 48 uur 128 - 148 mmol/L 128 - 148 mEq/L
Pasgeborene, navelstreng 126 - 166 mmol/L 126 - 166 mEq/L
Pasgeborene 133 - 146 mmol/L 133 - 146 mEq/L
Zuigeling 139 - 146 mmol/L 139 - 146 mEq/L
Kind 138 - 145 mmol/L 138 - 145 mEq/L
Volwassene 136 - 145 mmol/L 136 - 145 mEq/L
Volwassene > 90 jaar 132 - 146 mmol/L 132 - 146 mEq/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2294 f.
Kritische waarden: Ondergrens Bovengrens
o Serum of plasma:
(a)
120 mmol/L 160 mmol/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2317
Roche Maart 2012
A-34 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Referentie- en kritische waarden
Kalium
Chloride
Referentie-waarden:
o Serum
(a)
Prematuur, navelstreng 5,0 - 10,2 mmol/L 5,0 - 10,2 mEq/L
Prematuur, 48 uur 3,0 - 6,0 mmol/L 3,0 - 6,0 mEq/L
Pasgeborene, navelstreng 5,6 - 12,0 mmol/L 5,6 - 12,0 mEq/L
Pasgeborene 3,7 - 5,9 mmol/L 3,7 - 5,9 mEq/L
Zuigeling 4,1 - 5,3 mmol/L 4,1 - 5,3 mEq/L
Kind 3,4 - 4,7 mmol/L 3,4 - 4,7 mEq/L
Volwassene 3,5 - 5,1 mmol/L 3,5 - 5,1 mEq/L
o Plasma (heparine)
(a)
Volwassene, man 3,5 - 4,5 mmol/L 3,5 - 4,5 mEq/L
Volwassene, vrouw 3,4 - 4,4 mmol/L 3,4 - 4,4 mEq/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2291
Kritische waarden: Ondergrens Bovengrens
o Serum of plasma:
(a)
2,8 mmol/L 6,2 mmol/L
o Serum of plasma:
(a)
Pasgeborene 2,8 mmol/L 7,8 mmol/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2317
Referenzwert:
o Serum, Plasma:
(a)
Nabelschnur 96 - 104 mmol/L 96 - 104 mEq/L
Frühgeborene 95 - 110 mmol/L 95 - 110 mEq/L
0 - 30 Tage 98 - 113 mmol/L 98 - 113 mEq/L
Erwachsene 98 - 107 mmol/L 98 - 107 mEq/L
Erwachsene > 90 Jahre 98 - 111 mmol/L 98 - 111 mEq/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2260
Kritische Werte: Unterer Grenzwert Oberer Grenzwert
o Serum oder Plasma:
(a)
80 mmol/L 120 mmol/L
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2317
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-35
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Referentie- en kritische waarden
Geïoniseerd calcium
Lithium
Referentie-waarden:
o Volbloed, serum, plasma:
(a)(b)
Volwassene vrouw & man 1,15 - 1,35 mmol/L 4,6 - 5,4 mg/dL
Navelstrengbloed 1,30 +/- 0,061 mmol/L 5,20 +/- 0,24 mg/dL
Pasgeborene 1 dag 1,10 +/- 0,059 mmol/L 4,40 +/- 0,24 mg/dL
Pasgeborene 3 dagen 1,13 +/- 0,051 mmol/L 4,52 +/- 0,20 mg/dL
Pasgeborene 5 dagen 1,22 +/- 0,053 mmol/L 4,86 +/- 0,21 mg/dL
Kinderen 1 - 20 jaar 1,18 +/- 0,069 mmol/L 4,70 +/- 0,28 mg/dL
(a) Labor und Diagnose: Indikation und Bewertung von Laborbefunden für die medizinische Diagnostik, Thomas Lothar, 7. Auflage, S. 332
Kritische waarden: Ondergrens Bovengrens
o Plasma:
(a)
Volwassene 0,75 mmol/L of 3,01 mg/dL 1,6 mmol/L of 6,41 mg/dL
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2317
Therapeutisch bereik:
o Serum, Plasma:
(a)
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4th Edition 2006, p. 2309
0,6- 1,2 mmol/L
Toxisch bereik:
o Serum, Plasma:
(a)
(a) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics: 4
th
Edition 2006, p. 2309
> 2,0 mmol/L
Roche Maart 2012
A-36 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Principes van de metingen
Principes van de metingen
Werking van de elektrodes
De 9180 Electrolyte Analyzer is een hoogwaardig medisch analyseapparaat, dat werkt
volgens het principe van ionselectieve elektrodemetingen (ISE) voor de precieze
bepaling van elektrolytwaarden. Ofschoon de technologie zelf nogal gecompliceerd is,
kan de werkwijze van het apparaat bij de monsteranalyse relatief eenvoudig worden
uitgelegd. In principe vergelijkt het analyseapparaat een onbekende meetwaarde met
een bekende, om hieruit de elektrolytwaarden van het monster te berekenen.
Een ionselectief membraan vertoont een specifieke reactie met het betreffende
elektrolyt in het te analyseren monster. Dit membraan is een ionenwisselaar, die op de
elektrische veranderingen van de ionen reageert, waardoor er een verandering van de
membraanpotentiaal resp. van de meetspanning wordt veroorzaakt, die in het bereik
tussen elektrode en monster wordt opgebouwd.
Door middel van een galvanische meetketen binnen de elektrode wordt het verschil
tussen de twee potentiaalwaarden aan beide zijden van het membraan bepaald.
De galvanische keten wordt aan de ene zijde door het monster met de referentie-
elektrode, de referentie-elektrolyt en het ”open uiteinde” afgesloten. Het membraan,
het inwendige elektrolyt en de inwendige elektrode sluiten de keten aan de andere
zijde (zie Afbeelding A-2).
De verschillende ionenconcentraties van het inwendige elektrolyt en het monster
vormen een elektrochemisch potentiaal over het membraan van de actieve elektrode.
Deze potentiaal wordt door de inwendige elektrode naar de ingang van een versterker
geleid. De referentie-elektrode is geaard en aangesloten op de tweede ingang van de
versterker.
Aangezien de referentie-elektrode geaard is, maakt de versterking van de
elektrodepotentiaal ten opzichte van de massa de verdere verwerking van het signaal
mogelijk.
De ionenconcentratie van het monster wordt vervolgens bepaald met behulp van een
kalibratiecurve, die is gemaakt met behulp van metingen van twee
standaardoplossingen met precies bekende ionenconcentraties (tweepunts-
kalibratie), en met behulp van de gemeten spanning van het monster en van
Standaard A (eenpunts-kalibratie).
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-37
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Principes van de metingen
A glascapillair
B referentie-elektrode
C Voltmeter
D inwendige oplossing
E ionselectieve elektrode
F ionselectief membraan
G monster
Afbeelding A-2 Meetprincipe
B
C
D
F
A
E
G
Roche Maart 2012
A-38 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Principes van de metingen
Fysische grondbeginselen
Een ionselectieve elektrode wordt op een referentie-elektrode aangesloten om een
meetsysteem te vormen (zie Afbeelding A-3). Wanneer het systeem in een oplossing
wordt gedompeld, die het relatieve ion bevat, geldt de Nernst-vergelijking:
1.
of
2.
(+)voor kationen
(–)voor anionen
De vergelijking kan ook als volgt geschreven worden:
3.
E
de gemeten elektrische potentiaal
E’
EMK van het systeem in een standaardoplossing
a
i
activiteit van het gemeten ion
R
algemene gasconstante (8,31 J/Kmol)
T
temperatuur
n
valentie van het gemeten ion
F
Constante van Faraday (96.496 A·s/g)
f
i
activiteitscoëfficiënt
c
i
concentratie van het gemeten ion
S
helling van de elektrodekarakteristiek
EE
RT
nF
---------- -
a
i
ln±=
EE Sf
i
c
i
()log±=
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-39
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Principes van de metingen
Wanneer de ionenconcentratie van een meetoplossing bekend is, kan de
ionenconcentratie van het monster bepaald worden op grond van het verschil tussen
twee gemeten potentialen.
4.
5.
6.
De onbekende ionenconcentratie in het monster kan nu als volgt worden bepaald:
7.
A glascapillair
B referentieelektrode
C Referentieelektrolyt (KCl)
D behuizing van de
referentieelektrode
E massa
F Na
+
elektrode
G K
+
elektrode
H versterker
I display
J Cl
-
elektrode
K inwendige elektrode
L inwendig elektrolyt
M chlorideselectief membraan
N kaliumselectief membraan
O monster
P natriumselectief membraan
Afbeelding A-3 Meetsysteem
A
B
C
D F G H I
J
K
L
MNO
E
P
E
Het verschil tussen de gemeten potentialen van het monster en van de
standaard
S
Het potentiaalverschil van de elektrode, bepaald door het potentiaalverschil
tussen twee gemeten standaardoplossingen
c
i,monster
De concentratie van het te bepalen ion in het monster
c
i,standaard
De concentratie van het te bepalen ion in de standaardoplossingen
E
monster
E Sf
i
c
imonster,
()log+=
E
standaard
E Sf
i
c
istandaard,
()log+=
ΔEE
monster
E
standaard
S
c
imonster,
c
istandaard,
--------------------------
log==
Δ
c
imonster,
c
istandaard,
10
ΔES
=
Roche Maart 2012
A-40 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Principes van de metingen
Zoals door deze vergelijkingen wordt weergegeven, meet de ionselectieve elektrode
niet de ionenconcentratie, maar de activiteit van de betreffende ionen. Deze activiteit
is een criterium voor de wisselwerking met andere ionen, waaraan elk ion een
proportioneel deel van zijn energie besteedt.
De ionenconcentratie wordt op basis van de ionenactiviteit berekend. Deze correlatie
wordt door het totaal aantal ionen in de oplossing beïnvloed. Aangezien natrium in
bloed en serum het meest voorkomende ion is, maakt de bekende waarde van de
natriumconcentratie het mogelijk om de totale ionensterkte en het effect hiervan vast
te stellen en in te stellen.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-41
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Specificaties van de elektrodes
Specificaties van de elektrodes
e
Voor veiligheidstechnische aanwijzingen zie hoofdstuk 2 Algemene beschrijvingen,
paragraaf Belangrijke veiligheidsaanwijzingen op pagina A-11.
Natriumelektrode
De natriumelektrode is een glascapillairelektrode, die wordt gebruikt voor
diagnostische in vitro metingen van natriumionen in vloeistofmonsters. De
behuizing is voorzien van een Na
+
-markering.
Constructie
Gebruik en onderhoud
De natriumelektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid in acht
worden genomen.
Gebruik absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals b.v. alcohol of Amphyl,
voor het reinigen van de elektrode, aangezien deze de kunststof behuizing aantasten.
Bewaar de elektrode op een schone, droge plek, nadat deze tevoren is gereinigd, is
gespoeld met gedestilleerd water en is afgedroogd met een niet-pluizende doek.
Tijdens de opslag moet de O-ring afdichting in de elektrode blijven.
Behuizing van de elektrode:
transparant acrylglas
Meetcapillair:
selectief voor natriumionen
Elektrolytkamer:
luchtdicht, gevuld met elektrolytoplossing voor Na
+
-
elektrodes
Verbindingsstekker:
zilver, zilverchloride (Ag / AgCl)
A glascapillair
B markering
C O-ring afdichting
D elektrolytkamer
E inwendige elektrode
F verbindingsstekker
G markering - serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-4 Natriumelektrode
A
C
D
E
FG
B
Roche Maart 2012
A-42 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Specificaties van de elektrodes
Kaliumelektrode
De kaliumelektrode is een membraanelektrode, die wordt gebruikt voor
diagnostische in vitro metingen van kaliumionen in vloeistofmonsters. De behuizing
is voorzien van een K
+
-markering.
Constructie
Gebruik en onderhoud
De kaliumelektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid in acht
worden genomen. Gebruik absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals b.v.
alcohol of Amphyl, voor het reinigen van de elektrode, aangezien deze de kunststof
behuizing aantasten.
Bewaar de elektrode op een schone, droge plek, nadat deze tevoren is gereinigd, is
gespoeld met gedestilleerd water en is afgedroogd met een niet-pluizende doek.
Tijdens de opslag moet de O-ring afdichting in de elektrode blijven.
Behuizing van de elektrode:
transparant acrylglas
Meetcapillair:
selectief voor kaliumionen
Elektrolytkamer:
luchtdicht, gevuld met elektrolytoplossing voor K
+
-
elektrodes
Verbindingsstekker:
zilver, zilverchloride (Ag / AgCl)
A glascapillair
B markering
C O-ring afdichting
D elektrolytkamer
E inwendige elektrode
F verbindingsstekker
G markering - serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-5 Kaliumelektrode
A
C
D
E
FG
B
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-43
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Specificaties van de elektrodes
Chloride-elektrode
De chloride-elektrode is een membraanelektrode, die wordt gebruikt voor
diagnostische in vitro metingen van chloride-ionen in vloeistofmonsters. De
behuizing is voorzien van een Cl
-
-markering.
Constructie
Gebruik en onderhoud
De chloride-elektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid in acht
worden genomen.
Gebruik absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals b.v. alcohol of Amphyl,
voor het reinigen van de elektrode, aangezien deze de kunststof behuizing aantasten.
Bewaar de elektrode op een schone, droge plek, nadat deze tevoren is gereinigd, is
gespoeld met gedestilleerd water en is afgedroogd met een niet-pluizende doek.
Tijdens de opslag moet de O-ring afdichting in de elektrode blijven.
Behuizing van de elektrode:
transparant acrylglas
Meetcapillair:
selectief voor chloride-ionen
Elektrolytkamer:
luchtdicht, gevuld met elektrolytoplossing voor Cl
-
-
elektrodes
Verbindingsstekker:
zilver, zilverchloride (Ag / AgCl)
A glascapillair
B markering
C O-ring afdichting
D elektrolytkamer
E inwendige elektrode
F verbindingsstekker
G markering - serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-6 Chloride-elektrode
A
C
D
E
FG
B
Roche Maart 2012
A-44 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Specificaties van de elektrodes
Calciumelektrode
De calciumelektrode is een membraanelektrode, die wordt gebruikt voor
diagnostische in vitro metingen van calciumionen in vloeistofmonsters. De behuizing
is voorzien van een Ca
2+
-markering.
Constructie
Gebruik en onderhoud
De calciumelektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid in acht
worden genomen.
Gebruik absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen zoals b.v. alcohol of Amphyl,
voor het reinigen van de elektrode, aangezien deze de kunststof behuizing aantasten.
Bewaar de elektrode op een schone, droge plek, nadat deze tevoren is gereinigd, is
gespoeld met gedestilleerd water en is afgedroogd met een niet-pluizende doek.
Tijdens de opslag moet de O-ring afdichting in de elektrode blijven.
Behuizing van de elektrode:
transparant acrylglas
Meetcapillair:
selectief voor calciumionen
Elektrolytkamer:
luchtdicht, gevuld met elektrolytoplossing voor Ca
2+
-
elektrodes
Verbindingsstekker:
zilver, zilverchloride (Ag / AgCl)
A glascapillair
B markering
C O-ring afdichting
D elektrolytkamer
E inwendige elektrode
F verbindingsstekker
G markering - serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-7 Calciumelektrode
A
C
D
E
FG
B
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-45
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Specificaties van de elektrodes
Lithiumelektrode
De lithiumelektrode is een membraanelektrode, die wordt gebruikt voor
diagnostische in vitro metingen van lithiumionen in vloeistofmonsters. De behuizing
is voorzien van een Li
+
-markering.
Constructie
Gebruik en onderhoud
De lithiumelektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid in acht
worden genomen.
Gebruik absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals b.v. alcohol of Amphyl,
voor het reinigen van de elektrode, aangezien deze de kunststof behuizing aantasten.
Bewaar de elektrode op een schone, droge plek, nadat deze tevoren is gereinigd, is
gespoeld met gedestilleerd water en is afgedroogd met een niet-pluizende doek.
Tijdens de opslag moet de O-ring afdichting in de elektrode blijven.
Behuizing van de elektrode:
transparant acrylglas
Meetcapillair:
selectief voor lithiumionen
Elektrolytkamer:
luchtdicht, gevuld met elektrolytoplossing voor Li
+
-
elektrodes
Verbindingsstekker:
zilver, zilverchloride (Ag / AgCl)
A glascapillair
B markering
C O-ring afdichting
D elektrolytkamer
E inwendige elektrode
F verbindingsstekker
G markering - serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-8 Lithiumelektrode
A
C
D
E
FG
B
Roche Maart 2012
A-46 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Specificaties van de elektrodes
Referentie-elektrode-unit
De referentie-elektrode-unit wordt gebruikt als elektrische verbinding tussen het
monster en de elektrische massa.
Constructie
De referentie-elektrode-unit bestaat uit twee delen: de behuizing van de referentie-
elektrode en de referentie-elektrode.
Behuizing van de referentie-elektrode
In de behuizing van de referentie-elektrode brengt de referentie-elektrolytoplossing
het elektrische contact tussen de referentie-elektrode en het monster tot stand.
Aan het begin van een meting wordt referentie-elektrolyt door de behuizing gepompt.
Tegelijkertijd laat een glascapillair een kleine hoeveelheid van de referentie-elektrolyt
in het meetcapillair binnen en brengt zodoende een elektrisch contact tussen het
monster en de referentie-elektrode tot stand (zie Afbeelding A-9).
Gebruik en onderhoud
De behuizing van de referentie-elektrode is bestemd voor gebruik in de 9180
Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de behuizing van de elektrode moet de benodigde
zorgvuldigheid in acht worden genomen. Gebruik absoluut geen agressieve
reinigingsmiddelen, zoals b.v. alcohol of Amphyl, voor het reinigen van de behuizing.
Bewaar de behuizing van de elektrode op een schone, droge plek, nadat eerst de
referentie-elektrode is verwijderd en de behuizing van de elektrode is gereinigd, met
gedestilleerd water is gespoeld en met een niet-pluizende doek is afgedroogd.
Tijdens de opslag moeten de O-ring afdichtingen in de behuizing blijven.
A O-ring afdichting (a)
B markering
C glascapillair
D invoer van het referentie-elektrolyt
E afvoer van het referentie-elektrolyt
F O-ring afdichting (c)
G O-ring afdichting (b)
H serienummer - 5 cijfers van het
chargenummer
Afbeelding A-9 Referentie-elektrode-unit
A
F
C D E
H G
B
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 A-47
9180 Electrolyte Analyzer 4 Theoretische grondbeginselen
Kalibratieprincipe
Referentie-elektrode
De referentie-elektrode sluit de elektrische kring tussen het referentie-elektrolyt en de
aansluiting met de aarde. Dit wordt gerealiseerd door middel van een aansluitstekker
van watten (in referentie-elektrolyt gedrenkt)-kalomel (Hg
2
Cl
2
)-kwik (Hg)-
platinadraad (zie Afbeelding A-10).
Gebruik en onderhoud
De referentie-elektrodes zijn bestemd voor gebruik in de 9180 Electrolyte Analyzer.
Bij gebruik en opslag van de referentie-elektrode moet de benodigde zorgvuldigheid
in acht worden genomen. Er mogen absoluut geen agressieve reinigingsmiddelen,
zoals b.v. alcohol of Amphyl, worden gebruikt voor het reinigen van de elektrode.
De elektrode moet in de transporthouder, die bij de aankoop van de elektrode werd
geleverd, bewaard worden. Zorg ervoor, dat de transporthouder is gevuld met
referentie-elektrolytoplossing (u kunt hiervoor de referentie-elektrolytoplossing
gebruiken, die in de behuizing van de referentie-elektrode over is gebleven, nadat deze
uit elkaar is genomen).
Kalibratieprincipe
ISE-kalibratie
De 9180 Electrolyte Analyzer gebruikt een gepatenteerde technologie voor de
gelijktijdige kalibratie van Na
+
, K
+
, Ca
2+
, Cl
-
en Li
+
-elektrodes, waarvoor slechts twee
stabiele waterige oplossingen nodig zijn.
A platinadraad
B kabelbehuizing
C glazen buisje
D watten
E kalomel (Hg
2
CL
2
)
F kwik (Hg)
G Seriennummer
Afbeelding A-10 Referentie-elektrode
G D
A B C
F E
LET OP
De referentie-elektrode nooit met gedestilleerd water spoelen!
De referentie-elektrode nooit laten uitdrogen!
Roche Maart 2012
A-48 Handleiding · Versie 6.0
4 Theoretische grondbeginselen 9180 Electrolyte Analyzer
Kalibratieprincipe
Maart 2012
5 Systeemcomponenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-3
Systeemcomponenten
B
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 B-3
9180 Electrolyte Analyzer 5 Systeemcomponenten
Inhoudsopgave
Systeemcomponenten
Beschrijving van het systeem ...................................................................................... B-5
Onderdelen van het analyseapparaat ...................................................................B-5
Display .............................................................................................................. B-6
Toetsenbord ..................................................................................................... B-6
Printer .............................................................................................................. B-7
Meetkamer ....................................................................................................... B-7
Pomp ................................................................................................................B-7
Monstername-mechanisme ............................................................................ B-8
Kleppen ............................................................................................................ B-8
SnapPak ............................................................................................................ B-9
Achterpaneel .................................................................................................... B-9
Seriële interface ..............................................................................................B-10
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
5
Roche Maart 2012
B-4 Handleiding · Versie 6.0
5 Systeemcomponenten 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 B-5
9180 Electrolyte Analyzer 5 Systeemcomponenten
Beschrijving van het systeem
Beschrijving van het systeem
Onderdelen van het analyseapparaat
A ISE SnapPak
TM
B Display
C Toetsenbord
D Klep aan de voorzijde
E Monsterklep
Afbeelding B-1
A
CB
D
E
Roche Maart 2012
B-6 Handleiding · Versie 6.0
5 Systeemcomponenten 9180 Electrolyte Analyzer
Beschrijving van het systeem
Display
De activiteiten van het analyseapparaat, de resultaten van de analyse van de monsters
en andere geprogrammeerde informatie worden weergegegeven op een dot-matrix
display van 2 regels met maximaal 16 alfanumerieke karakters per regel.
Toetsenbord
De bediening van het analyseapparaat geschiedt door middel van een toetsenbord
met JA- en NEE-toetsen (YES/NO). Met behulp van deze toetsen kunnen alle functies
van het analyseapparaat worden uitgevoerd, waaronder de meting van het monster,
de gegevensinvoer, het instellen en de kwaliteitscontrole.
A Peristaltische pomp
B Thermische printer
C Meetkamer
D Monsterklep
E Kleppen
Afbeelding B-2
A
B
C
D
E
Afbeelding B-3
Na K Cl READY
Afbeelding B-4
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 B-7
9180 Electrolyte Analyzer 5 Systeemcomponenten
Beschrijving van het systeem
Printer
De thermische printer gebruikt thermisch papier voor het afdrukken van informatie.
De afgedrukte rapporten bevatten meetresultaten, kalibratiewaarden,
elektrodespanningen en de resterende hoeveelheid vloeistof in het SnapPak, alsmede
reinigings- en onderhoudsinformatie. De eenheid is zodanig ontworpen, dat
gemakkelijk een tweede rol papier in het papiercompartiment kan worden
opgeborgen.
Meetkamer
De meetkamer bevat aan de linkerkant de beweegbare vergrendelingshandel, die de
elektrodes in positie houdt, de elektrodes, de rechter elektrodehouder met
monstersensoraansluiting en de meetkamer-basis.
Pomp
De peristaltische pomp zorgt voor het transport van alle vloeistoffen binnen het
apparaat.
Afbeelding B-5
Afbeelding B-6
Afbeelding B-7
Roche Maart 2012
B-8 Handleiding · Versie 6.0
5 Systeemcomponenten 9180 Electrolyte Analyzer
Beschrijving van het systeem
Monstername-mechanisme
Het monstername-mechanisme bevindt zich achter de monsterklep aan de voorkant
van het apparaat.
Kleppen
Het transport van vloeistoffen binnen het apparaat wordt gestuurd door kleppen.
Afbeelding B-8
Afbeelding B-9
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 B-9
9180 Electrolyte Analyzer 5 Systeemcomponenten
Beschrijving van het systeem
SnapPak
Het aparte SnapPak bevat alle voor de werking noodzakelijke vloeistoffen en is
zodanig ontworpen, dat morsen van afvalmateriaal uit de verpakking niet mogelijk is.
Achterpaneel
Op het achterpaneel van het apparaat bevinden zich naast het typeplaatje met het
serienummer, de netspanningsschakelaar, de stroomaansluiting en een seriële RS232-
aansluiting.
Raak het contactvlak van de Smart Memory Chip niet aan!
Afbeelding B-10
Afbeelding B-11
Roche Maart 2012
B-10 Handleiding · Versie 6.0
5 Systeemcomponenten 9180 Electrolyte Analyzer
Beschrijving van het systeem
Seriële interface
Het toestel is met een seriële RS232-interface uitgerust en maakt de
gegevensuitwisseling met algemeen in de handel verkrijgbare computersystemen
mogelijk. Via de 9-polige DB-9 stiftconnector is de verbinding met COMPACT 2/3
systemen mogelijk om een gemeenschappelijk meetprocotol te kunnen opstellen.
De meetgegevens worden na elk meting overgedragen, de kalibreergegevens worden
na elke kalibratie overgedragen. De interface is altijd actief, gegevens worden
onafhankelijk van printerinstellingen altijd gestuurd.
Zie COMPACT 2/3 gebruiksaanwijzing voor details.
Bij het gebruik van de seriële interface moet met een verhoogde afleidstroom
gerekend worden. Die moet volgens de plaatselijke voorschriften door daarvoor opgeleid
vakpersoneel gecontroleerd worden.
Maart 2012
6 In- en buitenbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-3
7 Meting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-23
8 Kwaliteitscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-39
Bediening
C
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-3
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Inhoudsopgave
In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname ............................................................................................................C-5
Lokatie ....................................................................................................................C-5
Accessoires .......................................................................................................C-5
Installatie ................................................................................................................C-6
Elektrodes en meetkamer ......................................................................................C-6
Voorbereiding van de ingebruikname van het analyseapparaat .......................C-11
1. Een taal selecteren ......................................................................................C-11
2. Apparaat aanzetten ....................................................................................C-11
3. Datum en tijd instellen ..............................................................................C-12
4. SnapPak installeren ...................................................................................C-12
5. Printerpapier plaatsen ...............................................................................C-13
6. Dagelijks onderhoud (handmatig) ...........................................................C-14
7. Parameterconfiguratie kiezen ...................................................................C-16
Buiten bedrijf stellen .................................................................................................C-17
1. Shutdown kit installeren ...........................................................................C-17
2. Transporthouder plaatsen .........................................................................C-18
3. Slangen spoelen .........................................................................................C-18
4. Elektrodes en shutdownplug verwijderen ................................................C-19
5. Ontlastingsklemmen aanbrengen en pompslangen verwijderen ............C-20
6. Analyseapparaat uitschakelen ...................................................................C-21
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
6
Roche Maart 2012
C-4 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-5
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
Ingebruikname
Lokatie
De plaats, waar u het analyseapparaat opstelt, is van belang voor een probleemloze
werking. Kies, voordat u met de installatie begint, een plaats, die geschikt is voor het
afnemen van monsters en voldoet aan de volgende eisen van het apparaat:
o Omgevingstemperatuur: + 15 °C tot + 32 °C.
o Vermijd blootstelling aan direct zonlicht, trillingen en sterke elektromagnetische
velden (elektromotoren, transformators, röntgenapparatuur, mobiele telefoons...)
o Een stabiel en horizontaal werkvlak.
o Maximale relatieve luchtvochtigheid: 85 % (15 % - 85 %).
o Voldoende ruimte voor lichtcirculatie en voor de elektrische aansluitingen rond
het apparaat.
o Niet in een omgeving met explosieve gassen of dampen.
o Correcte spanning: 100 tot 240 VAC (wisselstroom), 50/60Hz.
Nadat de 9180 Electrolyte Analyzer is geplaatst op een lokatie, die voldoet aan de
hierboven beschreven eisen, voert u de volgende stappen uit om te controleren of het
apparaat in gebruik kan worden genomen:
o Controleer eerst aan de hand van de pakbon of het apparaat en alle toebehoren
zijn geleverd. Controleer het apparaat vervolgens op beschadigingen.
o Bij een onvolledige levering moet u uw Roche-vertegenwoordiging hiervan direct
in kennis stellen.
Mocht de levering ondanks zorgvuldige verpakking tijdens het transport toch
beschadigd zijn, dient u dit direct te melden aan het transportbedrijf. Bewaar alle
artikelen en verpakkingsmaterialen tot de reclamatie volledig is afgehandeld.
Accessoires
De volgende artikelen worden standaard met de 9180 elektrolytanalysator geleverd:
o Printerpapier
o Dummy-elektrode
o Vierhoekige ring, 1,78 x 1,02 mm
o Set zekeringen
o Reinigingsnaald
o Spuitje (10 mL) met taps toelopende punt
o Beknopte gebruiksaanwijzing (Engels)
Daarnaast wordt het gebruik van schone, niet-pluizende doeken of tissues aanbevolen
en zijn monstersbuisjes voor eenmalig gebruik nodig, die het best in de buurt van het
analyseapparaat bewaard kunnen worden.
LET OP
Trek het analyseapparaat niet aan de polystyreen (piepschuim)-verpakkingsmaterialen
omhoog uit de kartonnen doos, omdat deze hiervoor niet stevig genoeg zijn.
Roche Maart 2012
C-6 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
Installatie
Voor een beter begrip van de te volgen procedures wordt aanbevolen om, voordat met
de installatie van het apparaat wordt begonnen, dit hoofdstuk volledig door te lezen.
Om te beginnen plaatst u het apparaat op een stevige tafel met voldoende werkruimte
en in de buurt van een stopcontact.
Vervolgens opent u de klep aan de voorzijde van het apparaat en verwijdert u de vijf
rode ontlastingsklemmen voorzichtig van de kleppen.
Trek de beide pompslangen voorzichtig over de pomprollen van het analyseapparaat.
Let er op, dat de pompslangen niet te ver worden uitgerekt!
Elektrodes en meetkamer
De volgende stap omvat de voorbereiding en de plaatsing van de elektrodes in de
meetkamer.
Neem de behuizing van de referentie-elektrode en de elektrodes uit hun
beschermende verpakking en leg deze op een zacht, schoon oppervlak. Controleer of
alle elektrodes aan de linkerkant een O-ring hebben.
De ontlastingsklemmen bewaren. Deze moeten bij het buiten bedrijf stellen van het
apparaat weer worden aangebracht ter bescherming van de slangen (zie paragraaf Buiten
bedrijf stellen op pagina C-17).
(A) (B)
Afbeelding C-1
Afbeelding C-2
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-7
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
Schroef de referentie-elektrode uit de rode transporthouder en controleer of de O-
ring correct op de elektrode is bevestigd. De transporthouder afspoelen, drogen en
voor opslag van de referentie-elektrode bewaren, voor het geval, dat het apparaat
buiten bedrijf moet worden gesteld.
De referentie-elektrode voorzichtig in de behuizing van de referentie-elektrode
schroeven en deze bij de andere elektrodes leggen. Let er op, dat de O-ring zich in de
behuizing bevindt.
Trek de meetkamer naar voren, tot deze in de voorste positie vastklikt. Maak de linker
elektrodehouder los door de vergrendelingshandel naar voren te bewegen.
Afbeelding C-3
A Behuizing van de referentie-elektrode
B Referentie-elektrode
C Rode transporthouder
Afbeelding C-4
BA
C
Afbeelding C-5
Roche Maart 2012
C-8 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
Zorg ervoor, dat de kabel van de monstersensor correct in de aansluiting boven de
meetkamer is bevestigd. Controleer of er zich in de rechter elektrodehouder een O-
ring bevindt.
Plaats nu de elektrodes in de meetkamer en werk hierbij van rechts naar links (de
referentie-elektrode wordt als laatste geplaatst).
Controleer met behulp van de belettering op de elektrode en de nummering van de
meetkamer of de elektrodes juist geplaatst zijn.
Alle elektrodes hebben aan de onderkant een rand, die op de platte kant van de
meetkamer ligt en zodoende het correct plaatsen van de elektrode vergemakkelijkt.
Afbeelding C-6
De elektrode aan de rechterkant is naar keuze één van de volgende: chloride, geïoniseerd
calcium, lithium of, indien een derde test niet noodzakelijk is, een dummy-elektrode. Als
natrium en lithium zijn geselecteerd, wordt de kalium-elektrode vervangen door een
dummy-elektrode.
Afbeelding C-7
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-9
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
Nadat alle elektrodes zijn geplaatst, wordt de vergrendelingshandel van de linker
elektrodehouder naar achteren bewogen, tot deze vastklikt in de achterste positie.
Controleer of de elektrodes goed zijn bevestigd.
Schuif de meetkamer terug, tot deze vastklikt.
Bevestig de stekker met de slangen van de behuizing van de referentie-elektrode in de
aansluiting aan de linker onderkant van de meetkamer.
Ta be l C-1
Afbeelding C-8
Afbeelding C-9
Roche Maart 2012
C-10 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
De mogelijke combinaties van de elektrodes zijn hieronder weergegeven:
e
Voor meer informatie kunt u paragraaf 7. Parameterconfiguratie kiezen op pagina C-16
raadplegen.
Elektrode Pos Combinaties van elektrodes
Na
+
Na
+
Na
+
Na
+
Na
+
Na
+
K
+
K
+
K
+
Dummy K
+
Dummy
Cl
-
/ Ca
2+
/ Li
+
Dummy Cl
-
Cl
-
Ca
2+
Ca
2+
Elektrode Pos Combinaties van elektrodes
Na
+
Na
+
Na
+
(Na
+
)Na
+
K
+
K
+
Dummy Dummy Ca
2+
Cl
-
/ Ca
2+
/ Li
+
Li
+
Li
+
Li
+
Li
+
Ta be l C-2 Combinaties van elektrodes
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-11
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
Voorbereiding van de ingebruikname van het analyseapparaat
1. Een taal selecteren
Voordat het analyseapparaat ingeschakeld wordt, moet de gewenste taal worden
ingesteld. De fabrieksinstelling is Engels.
o Verwijder de papierlade en verplaats de schakelaar met een pen naar de positie van
de gewenste taal.
2. Apparaat aanzetten
o De netschakelaar aan de achterkant van het apparaat moet uitgeschakeld zijn (0).
o Sluit het netsnoer aan op de stroomaansluiting aan de achterkant van het apparaat
en op een geaard stopcontact (100 - 240 V, 50/60 Hz).
o Zet het apparaat aan (I). Het apparaat treedt nu automatisch in werking.
De 9180 Electrolyte Analyzer is nu gereed voor gebruik. Met de toetsen YES en NO op
het toetsenbord kan het apparaat worden bediend. Door middel van de toets NO
kunnen wijzigingen worden ingevoerd, terwijl met de toets YES de op de display
weergegeven waarden of informatie kunnen worden geaccepteerd.
Als u besluit om de taal te wijzigen, nadat het apparaat is ingeschakeld, dan zult u eerst
het apparaat moeten uitzetten om de nieuw gekozen taal te selecteren en vervolgens het
apparaat weer moeten aanzetten om de nieuwe taal te activeren.
Afbeelding C-10
Afbeelding C-11
Roche Maart 2012
C-12 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
3. Datum en tijd instellen
Het analyseapparaat geeft een voorgeprogrammeerde datum en tijd weer, waarvoor in
de plaats de actuele datum en de actuele tijd kunnen worden ingevoerd:
De actuele datum wordt als volgt ingevoerd:
o Druk op NO, tot de actuele dag op de display verschijnt. Bevestig deze waarde
door op YES te drukken, waarna de cursor op de display naar de maand
verspringt.
o Door de toets NO constant in te drukken, doorloopt het analyseapparaat
automatisch alle waarden; eerst langzaam, daarna sneller.
o Druk op NO, tot de actuele maand wordt weergegeven en bevestig deze waarde
door op YES te drukken.
o Druk op NO, tot het actuele jaar wordt weergegeven en bevestig dit eveneens met
YES. Nu wordt de actuele datum op de display weergegeven.
o Om de actuele tijd in te voeren, volgt u dezelfde procedure.
o Nadat de tijd is ingesteld, verschijnt op de display de vraag [ok?]. Druk op YES om
te bevestigen, dat de datum en de tijd correct zijn weergegeven, of druk op NO om
wijzigingen aan te brengen.
o Na drukken op de toets YES verschijnt de volgende melding: [STATUS: NO
SnapPak].
4. SnapPak installeren
Noteer de installatiedatum op het etiket van het SnapPak.
o Verwijder de beschermstrook van het SnapPak en plaats het SnapPak in het
compartiment aan de linkerkant van het apparaat.
Na het aanzetten moeten de datum en tijd worden ingesteld en moet het printerpapier
worden ingevoerd.
Date:
01-JAN-02 dd-mmm-yy
Time:
00:00 hh:mm
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Afbeelding C-12
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-13
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
o Als de vraag [New SnapPak Installed?] op de display verschijnt, drukt u op YES.
o Bij de vraag [Are you sure?] drukt u nogmaals op YES.
5. Printerpapier plaatsen
o Leg een nieuwe rol printerpapier in de houder en voer het papier door de
invoersleuf van het apparaat in.
o Voer het papier in de papierinvoersleuf in, zoals is weergegeven op de tekening
onder de papierhouder van het analyseapparaat.
o Om het papier verder door te voeren, drukt u op de papierdoorvoerknop.
o Sluit de printerkap en scheur het uitstekende papier af.
Zodra de beschermstrook is verwijderd, moet het SnapPak rechtop worden gehouden, om
het morsen van vloeistof te vermijden. Bewaar de beschermstrook voor het afsluiten van de
nippels van de connector van een SnapPak, dat wordt weggegooid.
Afbeelding C-13
Afbeelding C-14
Door kort op de papierdoorvoerknop te drukken, wordt het papier automatisch 10 regels
verder getransporteerd.
Trek het papier niet uit de printer om beschadiging van de printer te vermijden.
Roche Maart 2012
C-14 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
Hierna wordt het eerste dagelijkse onderhoud (Daily Maintenance) uitgevoerd.
6. Dagelijks onderhoud (handmatig)
Om een correct functioneren van het apparaat te waarborgen, moet vóór de eerste
kalibratie of monsteranalyse een eenvoudige reinigings- en conditioneringsprocedure
worden uitgevoerd. Deze procedure voor het dagelijks onderhoud (Daily
Maintenance) moet één keer per dag, voordat het apparaat voor de monsteranalyse
gebruikt mag worden, worden uitgevoerd.
Deze procedure omvat het reinigen en conditioneren van de monsterweg en van de
elektrodes voorafgaand aan de kalibratie van de 9180 Electrolyte Analyzer. Zet de
flessen met reinigings- en conditioneringsoplossing gereed, alsmede een verpakking
niet-pluizende doeken voor het afvegen van de naald.
De reinigingsprocedure wordt gestart met behulp van de toetsen YES/NO.
o Druk op de NO toets, tot [Perform Daily Cleaning?] verschijnt. Druk op YES om
dit te selecteren.
o De melding [Open Sample Door Introduce Sample] verschijnt op de display. Giet
een kleine hoeveelheid reinigingsoplossing (Cleaning Solution A) in een schone
monsterbuis.
o Til de monsterklep op. De melding [Introduce Sample] verschijnt op de display,
waarna de pomp met opzuigen begint.
o Houd de monsternaald in de reinigingsoplossing tot [Wipe Probe / Close Sample
Door] op de display verschijnt.
Controleer de vervaldatum van de flessen Cleaning Solution A en Electrolyte Conditioning
Solution en van het SnapPak.
In sommige gevallen, wanneer het systeem u vraagt om een actie uit te voeren en u niet
binnen een vastgestelde tijd heeft gereageerd, gaat er een alarm af en onderbreekt het
apparaat de werkzaamheden, die het op dat moment uitvoert.
Afbeelding C-15
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-15
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Ingebruikname
o Veeg de monsternaald af met een niet-pluizende doek en sluit de monsterklep.
o Op de display van het analyseapparaat verschijnt [Thank You!] en er wordt op de
display in de hoek rechtsonder een korte countdown gestart. Open tijdens de
countdown de fles met conditioneringsoplossing en giet een kleine hoeveelheid in
een schone monsterbuis.
o Na beëindiging van de countdown verschijnt op de display de vraag [Perform
Daily Conditioning?]. Druk op YES.
o Als de melding [Open Sample Door Introduce Sample] op de display verschijnt,
tilt u de monsterklep op. De melding [Introduce Sample] verschijnt op de display,
waarna de pomp met opzuigen begint.
o Houd de monsternaald in de conditioneringsoplossing tot [Wipe Probe/Close
Sample Door] op de display verschijnt.
o Veeg de monsternaald met een niet-pluizende doek af en sluit de monsterklep.
o Nadat op de display [Thank You!] is weergegeven, verschijnt na een korte
countdown de vraag [Remain in Daily Maintenance?] op de display. Hierna wordt
een automatische kalibratie gestart.
o Druk op NO. Op de display verschijnt: [Calibration]. Het analyseapparaat wordt
nu voorbereid op de automatische kalibratie. Een countdown begint, zodra de
eigenlijke kalibratieprocedure begint.
Afbeelding C-16
Afbeelding C-17
Afbeelding C-18
Roche Maart 2012
C-16 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Ingebruikname
Na beëindiging van de kalibratie keert het apparaat terug naar de [READY]-modus.
Het apparaat is nu gereed voor het uitvoeren van de kwaliteitscontrole.
7. Parameterconfiguratie kiezen
Na beëindiging van de Daily Maintenance-procedure start het analyseapparaat een
automatische kalibratie voor de bepaling van natrium en kalium.
Om de parameterconfiguratie te wijzigen, moet u de kalibratieprocedure
onderbreken door op NO te drukken.
o Blijf op NO drukken, tot [OPERATOR FUNCTIONS?] op de display verschijnt.
Druk vervolgens op YES.
o Druk op NO, tot de melding [Select Parameter Configuration?] op de display
verschijnt (zie Tabel C-2). Met YES bevestigen, waarna de actuele configuratie
wordt weergegeven. De standaardinstelling is de volgende:
Sel. Parameter:
[Na] [K] [ ] ok?
o Druk op NO, tot de gewenste configuratie wordt weergegeven en bevestig deze
keuze door op YES te drukken.
De 9180 Electrolyte Analyzer is nu gereed voor gebruik.
De kalibratie is een automatische procedure. Tijdens deze procedure voert het
analyseapparaat meetprocedures uit, om de nauwkeurigheid van het apparaat te
waarborgen. In sommige gevallen duurt de kalibratie iets langer; de extra tijd wordt op de
display weergegeven met een knipperend sterretje.
Het is buitengewoon belangrijk, dat de klep aan de voorzijde tijdens de kalibratie gesloten
blijft, aangezien deze bescherming biedt tegen elektromagnetische storingen.
Wanneer [(Na)] [ ] [Li] is geselecteerd, worden alleen de lithiumresultaten weergegeven.
Installeer de natrium-elektrode en voer een kalibratie van de lithium-elektrode uit.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole voor elektrolyten vindt plaats door monstermaterialen met bekende
controlewaardebereiken te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
e
Voor meer informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 8 Kwa li te its con tr ol e, sectie
Kwal it eit sc on t ro le op pagina C-39.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-17
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Buiten bedrijf stellen
Buiten bedrijf stellen
Het apparaat moet volledig buiten bedrijf worden gesteld, als het apparaat voor
verzending gereed moet worden gemaakt of gedurende een langere periode niet wordt
gebruikt. Voor het buiten bedrijf stellen is een speciale shutdown kit noodzakelijk
(niet bij de levering van het apparaat inbegrepen).
Voor het uitvoeren van het buiten bedrijf stellen van het apparaat zijn de volgende
onderdelen noodzakelijk:
o Vijf klepontlastingsklemmen (bij de levering van het apparaat en bij de shutdown
kit inbegrepen).
o Twee transporthouders voor de referentie-elektrode (bij de shutdown kit
inbegrepen).
o Een shutdownplug (bij de shutdown kit inbegrepen).
o Twee containers, de een gevuld met tenminste 100 mL water, de ander leeg.
o Beschermstrook voor SnapPak (bij de shutdown kit inbegrepen).
Uitgaande van de displaymelding [READY] wordt het buiten gebruik stellen van het
apparaat als volgt uitgevoerd:
o Druk op NO, tot [OPERATOR FUNCTIONS?] is geselecteerd en bevestig deze
keuze door op YES te drukken.
o Selecteer [Take out of Operation?] en bevestig de keuze met YES.
1. Shutdown kit installeren
Op de display verschijnt de melding [Shut Down Plug & Water Installed?].
o Verwijder het SnapPak en druk de beschermstrook stevig op de connector van het
SnapPak.
o Vul een container van de shutdown kit voor de helft met gedestilleerd water.
o Plaats de shutdownplug voorzichtig in het compartiment voor het SnapPak.
o Plaats de slang met de blauwe band in de met water gevulde container voor
eenmalig gebruik.
o Plaats de slang met de rode band in de lege container.
o Start de procedure voor het doorspoelen van de slangen door op YES te drukken.
LET OP
Het apparaat mag absoluut niet gedurende een langere periode uitgeschakeld worden,
zonder dat een volledige procedure voor het buiten bedrijf stellen van het apparaat is
uitgevoerd.
Als het apparaat slechts enkele dagen niet wordt gebruikt, dan wordt het aanbevolen om
het apparaat niet volledig buiten bedrijf te stellen, maar om het apparaat in de Stand-by-
modus te plaatsen.
Afbeelding C-19
Roche Maart 2012
C-18 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Buiten bedrijf stellen
2. Transporthouder plaatsen
Op de display verschijnt de vraag [Transport Ref Housing Installed?].
o Trek de elektrodehouder en de vergrendelingshandel naar voren en verwijder de
referentie-elektrode-unit.
o Schroef de referentie-elektrode voorzichtig uit zijn behuizing.
o Leg de referentie-elektrode tijdelijk op een schone, zachte doek.
o Giet de referentie-oplossing uit de behuizing van de referentie-elektrode over in
de transporthouder.
o Schroef de referentie-elektrode voorzichtig in de gevulde transporthouder.
o Schroef de tweede transporthouder in de behuizing van de referentie-elektrode.
o Plaats de referentie-elektrode-unit weer terug in de elektrodehouder. Zorg ervoor,
dat de elektrodes juist zijn geplaatst en duw de vergrendelingshandel naar
achteren.
De elektrodehouder blijft in de voorste positie staan.
o Druk op YES.
3. Slangen spoelen
Het apparaat heeft ongeveer een minuut nodig, om alle slangen met water door te
spoelen. Na beëindiging van de procedure verschijnt de melding [Remove Water and
Press YES].
o Haal de slang met de blauwe band uit de met water gevulde container en leg deze
op een doek.
o Druk op YES. Tijdens deze procedure wordt het water uit alle slangen gepompt.
Afbeelding C-20
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-19
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Buiten bedrijf stellen
o Na beëindiging van de procedure verschijnt de melding [All Electrodes & Plug
Removed?].
4. Elektrodes en shutdownplug verwijderen
o Verwijder de shutdownplug uit het compartiment voor het SnapPak en leeg de
afvalcontainer.
o Verwijder de connector van de referentie-elektrode aan de linker onderkant van
de elektrodehouder.
o Beweeg de vergrendelingshandel aan de linkerkant van de elektrodehouder naar
voren.
o Verwijder alle elektrodes en leg ze op een zachte doek.
o Beweeg de vergrendelingshandel naar achteren en druk de lege elektrodehouder in
de achterste positie.
o Schroef de transporthouder van de behuizing van de referentie-elektrode af.
o Maak de behuizing van de referentie-elektrode leeg en berg alle elektrodes ter
bescherming op in de originele verpakking.
o Druk op YES.
A Slang met de blauwe band
Afbeelding C-21
A
Afbeelding C-22
Roche Maart 2012
C-20 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Buiten bedrijf stellen
5. Ontlastingsklemmen aanbrengen en pompslangen verwijderen
De volgende melding verschijnt nu op de display [All 5 Relief Clamps Inserted?].
o Plaats de rode ontlastingsklemmen en let er op, dat deze goed zijn bevestigd.
o Druk op YES.
o De melding [Pump Windings Relieved?] verschijnt.
o Pak de voorste pompslang dicht bij de pomprol stevig vast en trek deze
voorzichtig van de pomprol.
o Herhaal deze procedure voor de achterste pompslang.
De ontlastingsklemmen kunnen op de
volgende posities worden geplaatst:
o A
o B
o C
o R
o V
Afbeelding C-23
LET OP
Als het SnapPak zich nog in het apparaat bevindt, mogen de ontlastingsklemmen absoluut
niet worden geplaatst.
Afbeelding C-24
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-21
9180 Electrolyte Analyzer 6 In- en buitenbedrijfstelling
Buiten bedrijf stellen
o Druk op YES. De melding [Do You Wish to DELETE All Data?] verschijnt.
Als u op YES drukt, zullen alle waarden en statistische gegevens met betrekking tot
de kwaliteitscontrole worden gewist en wordt het monsternummer teruggezet
naar 0. Naast de grenswaarden van de kwaliteitscontroles en de
normaalwaardebereiken worden ook correlatiefactoren, printerinstellingen,
datum/tijd en het volume van het SnapPak gewijzigd in de fabrieksmatige
instellingen. Ook worden alle servicecodes gedeactiveerd. Wissen van alle
gegevens wordt aangeraden, wanneer het apparaat voortaan door ander personeel
gebruikt gaat worden.
o Als u de gegevens wilt behouden, drukt u op NO.
e
zie hoofdstuk 10 Verhelpen van storingen, paragraaf Alle gegevens wissen op pagina E-16
6. Analyseapparaat uitschakelen
o De melding [Shutdown Complete Turn Power Off] verschijnt.
o Schakel de stroom van het apparaat uit en neem de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact.
o Sluit de klep aan de voorzijde.
o Reinig de buitenkant van het apparaat en alle delen achter de klep aan de
voorzijde en de monsterklep, die bereikbaar zijn
e
zie hoofdstuk 9 Onderhoud, paragraaf Buitenkant van het apparaat reinigen op
pagina D-9.
o Het buiten bedrijf stellen is nu voltooid.
o Vervoer het apparaat in de originele verpakking.
Elektrische contacten mogen alleen met een droge, schone of met water bevochtigde doek
worden gereinigd. Gebruik nooit desinfectiemiddelen of Roche Deproteinizer!
Roche Maart 2012
C-22 Handleiding · Versie 6.0
6 In- en buitenbedrijfstelling 9180 Electrolyte Analyzer
Buiten bedrijf stellen
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-23
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Inhoudsopgave
Meting
Pre-analyse .................................................................................................................C-25
Monsterafname ....................................................................................................C-25
Veiligheidsmaatregelen ..................................................................................C-25
Monsteraanvraag ...........................................................................................C-25
Stollingsremmers ...........................................................................................C-25
Monsternamebuisjes ...........................................................................................C-26
Spuiten ...........................................................................................................C-26
Capillaire buisjes ............................................................................................C-26
Roche MICROSAMPLER PROTECT ..........................................................C-26
Monsterbehandeling ...........................................................................................C-27
Volbloedmonsters ..........................................................................................C-27
Serummonsters ..............................................................................................C-27
Plasmamonsters .............................................................................................C-27
Waterige oplossingen .....................................................................................C-28
Dialysaatmonsters .........................................................................................C-28
Beperkingen van de klinische analyse ......................................................................C-28
Algemeen .............................................................................................................C-28
Elektrolyten ..........................................................................................................C-28
Meetproces .................................................................................................................C-29
Meten van monsters ............................................................................................C-29
Directe ISE-meting ..............................................................................................C-31
Dialysaatmonsters ...............................................................................................C-31
Urinemonsters .....................................................................................................C-32
Normaalwaardebereiken (referentie-waarden) .......................................................C-33
Correlatiefactoren .....................................................................................................C-34
Overige instellingen ...................................................................................................C-36
Printerinstellingen ...............................................................................................C-36
Interface-instellingen ..........................................................................................C-38
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
7
Roche Maart 2012
C-24 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-25
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Pre-analyse
Pre-analyse
Monsterafname
Veiligheidsmaatregelen
Monsteraanvraag
Het afnemen van bloed voor de analyse dient te worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
e
Raadpleeg b.v. CLSI document H11-A4, ”Procedures for the Collection of Arterial Blood
Specimens; Approved Standard—Fourth Edition, (2004)”, voor uitvoerige informatie over
bloedafname, opslag en monsterbehandeling.
Stollingsremmers
Bij gebruik van volbloed- en plasmamonsters worden als stollingsremmer
heparinezouten aanbevolen, die geen invloed op de resultaten van de
elektrolytmetingen hebben. Natriumheparine kan eveneens als stollingsremmer in de
analyse van elektrolyten worden gebruikt. Hierbij moet er echter rekening mee
worden gehouden, dat heparine geïoniseerd calcium bindt, hetgeen tot onjuiste
meetwaarden kan leiden.
Andere stollingsremmers, zoals EDTA, citraat, oxalaten en fluoride, hebben een
significante invloed op de verschillende parameters en mogen derhalve niet gebruikt
worden.
Voor serummonsters wordt het gebruik van afnamebuisjes zonder additieven
aangeraden.
Bij de afname van bloedmonsters moeten de algemeen geldende veiligheidsmaatregelen
worden nageleefd. Bij het werken met bloedmonsters bestaat altijd het risico van
overdracht van HIV, hepatitis B en C virussen of andere via bloed overdraagbare
pathogenen. Geschikte bloedafnametechnieken moeten worden toegepast om het risico
voor de laboratoriummedewerkers tot een minimum te beperken.
Om persoonlijk contact met de biologische werkstoffen te voorkomen, dient u geschikte
laboratoriumkleding, handschoenen, een veiligheidsbril en, indien nodig, een mondmasker
te dragen.Bovendien is gezichtsbescherming vereist wanneer er gevaar voor spatten
bestaat. Er dienen geschikte desinfectiemethoden te worden toegepast.
e
Richtlijnen en meer informatie over het werken met bloedmonsters zijn b.v. te
vinden in het CLSI document M29-A3, ”Protection of Laboratory Workers from
Occupationally Acquired Infections; Approved Guideline—Third Edition, (2005)”.
Voor de bepaling van lithium mogen uitsluitend lithiumvrije monsternamebuisjes worden
gebruikt! Gebruik van monsternamebuisjes met lithium als anticoagulans kan leiden tot
onjuiste meetresultaten, die mogelijk kunnen resulteren in verkeerde klinische
beslissingen.
Gevaar voor persoonlijk letsel!
Roche Maart 2012
C-26 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Pre-analyse
Monsternamebuisjes
De 9180 Electrolyte Analyzer neemt monsters direct op uit spuitjes, verzamelbuisjes
of monsterbekers. Met behulp van een adapter kunnen monstervloeistoffen ook uit
capillairbuisjes of de Roche MICROSAMPLER PROTECT opgenomen worden.
Spuiten
Wanneer u een product van een andere fabrikant met vloeibare heparine als
stollingsremmer gebruikt, mogen de afnamebuisjes niet groter zijn dan voor het
vereiste bloedvolume noodzakelijk is; dit om de invloed van bloedverdunning door de
stollingsremmer tot een minimum te beperken.
Capillaire buisjes
De capillaire buisjes moeten, afhankelijk van de gebruikte uitbreidingen van het
apparaat, een minimumvolume van 100 µL.
Bij gebruik van roerstaafjes, die door enkele fabrikanten worden aangeboden, moeten
deze vóór het inbrengen van het monster worden verwijderd om verstopping van de
monsterweg van de apparaat te voorkomen.
Roche MICROSAMPLER PROTECT
Om de arteriële monsterafname technisch gemakkelijker te maken, werd de
Roche MICROSAMPLER PROTECT ontwikkeld.
Deze bestaat uit een gebogen kunststof capillair (~220 µL) in een kunststof container
en is bij uitstek geschikt voor atraumatisch afnemen van arterieel bloed.
Ieder laboratorium moet de toelaatbaarheid van de gebruikte monsterhouders
vastleggen. Deze producten variëren van fabrikant tot fabrikant en soms van charge
tot charge.
Het verdient aanbeveling om de door Roche Diagnostics aangeboden
monsterafnamesystemen te gebruiken.
Voor de bepaling van lithium mogen uitsluitend lithiumvrije monsternamebuisjes worden
gebruikt! Gebruik van monsternamebuisjes met lithium als anticoagulans kan leiden tot
onjuiste meetresultaten, die mogelijk kunnen resulteren in verkeerde klinische
beslissingen.
Gevaar voor persoonlijk letsel!
Geen siliconehoudende monsterafnamebuisjes gebruiken!
Uitsluitend gehepariniseerde spuiten gebruiken, omdat door onjuist gebruik van spuiten
met vloeibare heparine met name bij de ISE-parameters onjuiste waarden worden
verkregen!
Indien andere dan de door Roche Diagnostics aangeboden monsterhouders of
stollingsremmers worden gebruikt, bestaat de kans, dat monsters niet representatief zijn
en kunnen er fouten en verschillen in de meetwaarden ontstaan.
Daarom wordt het gebruik van de speciaal voor dit doel door Roche ontwikkelde
monsterafnamebuisjes aanbevolen.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-27
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Pre-analyse
Monsterbehandeling
Voor de bepaling van geïoniseerd calcium moeten bij alle monstertypes anaërobe
voorwaarden in acht worden genomen. Contact met omgevingslucht leidt tot een
verlies aan CO
2
in het monster; de hieruit resulterende stijging van de pH-waarde
leidt tot een vermindering van de hoeveelheid geïoniseerd calcium.
Volbloedmonsters
Monsters volbloed moeten met gehepariniseerde spuitjes of -capillairen of met de
Roche MICROSAMPLER PROTECTworden afgenomen en zo snel mogelijk na de
afname worden geanalyseerd. Direct na de afname moeten luchtbellen uit het
monsterafnamebuisje worden verwijderd.
Direct na de afname met spuiten moet het monster door omdraaien of door rollen
tussen beide handen goed worden gemengd met de stollingsremmer. De monsters
moeten correct worden gemarkeerd, waarbij de gebruikelijke
documentatieprocedures in acht moeten worden genomen
o Monsters, die binnen 15 minuten worden gemeten, kunnen bij
kamertemperatuur worden bewaard.
o Indien monsters niet binnen 15 minuten kunnen worden gemeten, wordt
aanbevolen om deze tijdelijk in ijswater te bewaren en vervolgens de meting
binnen 30 tot 60 minuten uit te voeren.
Ondanks correcte afname van de monsters kunnen er zich fouten voordoen in de
analyse:
o door onvoldoende mengen van het monster na monsterafname en voor de meting
o door contaminatie met omgevingslucht als gevolg van het niet verwijderen van
luchtbellen na de bloedafname
o door metabole veranderingen in het monster
Serummonsters
Het monster wordt na het optreden van de spontane stolling gecentrifugeerd;
hierdoor worden de cellulaire, vaste bestanddelen en de fibrine van het waterige
serum gescheiden. Dit wordt overgebracht in een geschikte monsterbuis en verzegeld.
Mocht opslag van het monster noodzakelijk zijn, dan wordt de monsterbuis
afgesloten en bij +4 - +8 °C gekoeld. Gekoelde monsters moeten voor de analyse op
kamertemperatuur (+15 - +33 °C) worden gebracht.
Plasmamonsters
Plasmamonsters verkrijgt men door centrifugeren van gehepariniseerd volbloed,
waarbij de cellulaire bestanddelen van het bloed van het plasma loslaten. De analyse
moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
Mocht opslag van het monster noodzakelijk zijn, dan wordt de monsterbuis
afgesloten en bij +4 - +8 °C gekoeld. Gekoelde monsters moeten voor de analyse op
kamertemperatuur (+15 - +33 °C) worden gebracht.
Plasmamonsters, die ouder zijn dan 1 uur, moeten opnieuw worden gecentrifugeerd
om gevormde fibrinestolsels te verwijderen.
Ieder laboratorium moet de geschiktheid van de te gebruiken monsterbuizen bepalen.
Deze producten variëren van fabrikant tot fabrikant en soms ook nog van charge tot
charge.
Roche Maart 2012
C-28 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Beperkingen van de klinische analyse
Waterige oplossingen
Waterige oplossingen, zoals b.v. standaard A, worden in de Standaard-modus
gemeten.
Dialysaatmonsters
Zowel acetaat- als bicarbonaathoudende dialysaatmonsters kunnen worden
geanalyseerd. Dialysaatmonsters kunnen langer dan volbloedmonsters worden
bewaard, maar moeten afgesloten in de koelkast worden bewaard. Gekoelde monsters
moeten voor de analyse op kamertemperatuur (+15 - +33 °C) worden gebracht.
Beperkingen van de klinische analyse
De aangegeven karakteristieken kunnen worden beïnvloed door bekende en
onbekende invloedfactoren, die hierna beschreven worden.
e
Raadpleeg voor details hoofdstuk 3 Specificaties, paragraaf Storingen op pagina A-23.
Algemeen
In de literatuur worden verschillende stoffen vermeld, die het meetresultaat van de
monstermaterialen bloed en plasma/serum kunnen beïnvloeden. Voor een
gedetailleerde weergave van deze fenomenen verwijzen wij naar de vakliteratuur.
Voor de 9180 Electrolyte Analyzer werd geprobeerd om deze eventuele invloeden vast
te stellen resp. te beoordelen. Aangezien het echter niet mogelijk is, alle
medicamenten resp. stoffen te controleren, moet de gebruiker - zoals bij elke klinische
analyse - bij abnormale afwijkingen van de meetresultaten onmiddellijk gealarmeerd
zijn en controleren of deze resultaten overeenkomen met het totale klinisch beeld van
de patiënt resp. eventueel aanvullende metingen in het laboratorium uitvoeren.
Elektrolyten
Het is bijvoorbeeld bekend, dat de kaliumwaarde van een patiënt alleen al door de
aanwezigheid van een drukverband max. 20 % kan afwijken van de normale toestand.
Bloedafname met een aangelegd drukverband moet derhalve worden vermeden. In
het algemeen moet een door druk veroorzaakte lokale hemolyse vóór de bloedafname
verhinderd worden.
In de Standaard-modus worden altijd directe ISE-waarden weergegeven, onafhankelijk
van correlatiefactoren of QCC code (zie Servicecodes op pagina E-14).
Is lithium geactiveerd, dan is de dialysaat-modus niet beschikbaar.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-29
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Meetproces
Meetproces
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel,
na elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede
na maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole
in 3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3
- niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-
metingen vaker worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole voor elektrolyten vindt plaats door monstermaterialen met
bekende controlewaardebereiken te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
e
Voor meer informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 8 Kwa li te its con tr ol e.
Meten van monsters
De 9180 Electrolyte Analyzer levert een snelle en eenvoudige analyse. Wanneer de
melding [READY] verschijnt, is het apparaat gereed voor het uitvoeren van metingen
van monsters.
o Voor de monsteranalyse moet de monsterklep opgetild worden. De melding
[Introduce Sample] verschijnt op de display en de pomp begint met opzuigen.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Bij de afname van bloedmonsters moeten de algemeen geldende veiligheidsmaatregelen
nageleefd worden.Bij het hanteren van bloedmonsters bestaat altijd het risico van
overdracht van HIV, hepatitis B en C virussen of andere door bloed overdraagbare
pathogenen. Geschikte bloedafnametechnieken moeten toegepast worden, om het risico
voor het bedieningspersoneel tot een minimum te beperken.
Om direct contact met biologische werkstoffen te vermijden, moet een geschikte
beschermingsuitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, mondbescherming worden gedragen. Bovendien is
gezichtsbescherming noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Geschikte
desinfectie- en sterilisatiemethoden moeten worden toegepast.
Worden kwaliteitscontrolemetingen niet of onvolledig uitgevoerd resp. wordt het
meetresultaat van de kwaliteitscontrole genegeerd, dan kan dit leiden tot onjuiste
meetresultaten, die mogelijk kunnen resulteren in verkeerde klinische beslissingen.
Gevaar voor persoonlijk letsel!
LET OP
De klep aan de voorzijde van het apparaat moet tijdens de monsteranalyse ter
bescherming tegen elektromagnetische storingen gesloten blijven.
Opmerking: urinemonsters moeten verdund in de urinemodus worden geanalyseerd.
e
Voor aanwijzingen voor het uitvoeren van de meting van urinemonsters: zie Urinemonsters
op pagina C-32.
Roche Maart 2012
C-30 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Meetproces
o Houd de monsternaald helemaal in de monsterbuis tot de melding
[Wipe Probe/Close Sample Door] op de display verschijnt.
o Veeg de monsternaald af met een niet-pluizende doek en sluit de monsterklep.
o Op de display van het analyseapparaat verschijnt [Thank You!] gevolgd door een
korte countdown. Na voltooiing van de analyse worden de testresultaten op de
display weergegeven en afgedrukt.
Afbeelding C-25
Het is buitengewoon belangrijk, dat de klep aan de voorzijde tijdens de monsteranalyse
gesloten blijft, aangezien deze bescherming tegen elektromagnetische storingen biedt.
Afbeelding C-26
De monsternaald moet na de invoer van ieder monster zorgvuldig worden afgeveegd.
Afbeelding C-27
Na K Cl
143.9 4.93 103.1
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: STANDARD
Sample No.28
Na=143.9 mmol/L
K = 4.93 mmol/L
Cl=103.1 mmol/L
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-31
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Meetproces
Als een extra meetrapport gewenst wordt of als het automatische meetrapport is
gedeactiveerd, kunnen de resultaten met behulp van de volgende stappen worden
afgedrukt:
o Druk op NO.
o De melding [PRINT FUNCTIONS?] verschijnt.
o Druk op YES om te accepteren.
o De melding [Print last Sample Report?] verschijnt.
o Druk op YES om te accepteren.
o De testresultaten worden op de display weergegeven en het rapport wordt
afgedrukt.
o Het analyseapparaat keert terug naar de melding [READY].
Directe ISE-meting
o Voor de analyse van een standaardmonster wordt zolang op de toets NO gedrukt
tot [QC/STD/DIALYSATE URINE SAMPLE?] verschijnt en bevestig deze keuze
door op YES te drukken; druk vervolgens op NO tot de vraag [Standard Sample?]
verschijnt. Bevestig dit met YES.
Dialysaatmonsters
Dialysaatmonsters worden in de dialysaatmodus gemeten. In de door de fabrikant
ingestelde configuratie levert de dialysaatmodus dezelfde resultaten als de
standaardmodus.
Speciale correlatiefactoren voor bicarbonaat- en acetaathoudende dialysaatmonsters
dienen voor het optimaliseren van de absolute meting, hetgeen bij bepaalde
dialysaatsamenstellingen noodzakelijk kan zijn.
e
Zie Correlatiefactoren op pagina C-34.
Om in de dialysaatmodus te komen:
o Druk op NO tot de melding [QC/STD/DIALYSATE URINE SAMPLE?]
verschijnt.
o Bevestig de keuze door op YES te drukken en druk vervolgens op NO tot
[Bicarbonate Sample?] of [Acetate Sample?] verschijnt.
Waarden, die buiten de ingevoerde normaalwaardebereiken liggen, worden aangegeven
met een omhoog of omlaag wijzende pijl.
LET OP
Bij een Na
+
-resultaat groter dan 180 mmol/L (169,5 mmol/L voor bloed/serum) of lager
dan 95 mmol/L (lager dan 89,6 mmol/L voor bloed/serum) kan de Li
+
-waarde niet worden
berekend.
In de Standaard-modus worden altijd directe ISE-waarden weergegeven, onafhankelijk
van correlatiefactoren of QCC code (zie Servicecodes op pagina E-14).
Wanneer lithium geactiveerd is, is de dialysaat-modus niet beschikbaar.
Roche Maart 2012
C-32 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Meetproces
Omdat sommige dialysaatoplossingen storende stoffen kunnen bevatten, kan het in
deze gevallen voor het verkrijgen van correcte resultaten noodzakelijk zijn om
correlatiefactoren te bepalen.
Urinemonsters
Voor het uitvoeren van metingen van urinemonsters moet het monster met urine-
verdunningsmiddel in de exacte verhouding 1 deel urine op 2 delen
verdunningsmiddel (b.v.: 1 mL urine en 2 mL urine-verdunningsmiddel) worden
verdund. Meng het monster zorgvuldig en analyseer het in de urinemodus.
Zodra de melding [READY] verschijnt, is het apparaat gereed voor het uitvoeren van
metingen. Urinemonsters worden in de urinemodus geanalyseerd. Men komt als volgt
in deze modus:
o Druk op NO tot de melding [QC/STD/DIALYSATE URINE SAMPLE?]
verschijnt.
o Bevestig de keuze door op YES te drukken en druk vervolgens op NO, tot de
melding [Urine Sample?] verschijnt.
o Druk op YES en volg de instructies op de display op. Na beëindiging van de
analyse worden de testresultaten op de display weergegeven en afgedrukt.
o De Na
+
-waarde (en Cl
-
, wanneer deze parameter geactiveerd is) van de eerste
urinemeting noteren.
o Het verdunde urinemonster (reeds in de exacte verhouding 1:2 met urine-
verdunningsmiddel verdund) met gedestilleerd water in de verhouding 1:1 (b.v.
1 mL verdunde urine en 1 mL gedestilleerd water) verder verdunnen.
o Het monster grondig mengen.
o Een tweede urinemeting met het tweevoudig verdunde urinemonster uitvoeren.
Afbeelding C-28
Na K Cl
263 18.3 118
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: URINE
Sample No.29
Na=263 mmol/L
K = 18.3 mmol/L
Cl=118 mmol/L
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: URINE
Sample No.30
Na=142 mmol/L
K =
↑↑↑
mmol/L
Cl=156 mmol/L
Ca
2+
en Li
+
worden in urine niet gemeten.
LET OP
Wanneer het K
+
-resultaat van het urinemonster als ↑↑↑↑ wordt weergegeven, betekent
dit, dat de K
+
-waarde van het monster hoger is dan 60 mmol/L en zodoende buiten het
meetbereik van het analyseapparaat ligt. In dit geval moet de meting als volgt herhaald
worden:
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-33
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Normaalwaardebereiken (referentie-waarden)
o De Na
+
-waarde (en Cl
-
, wanneer deze parameter geactiveerd is) negeren.
o De K
+
-waarde met 2 vermenigvuldigen en het resultaat noteren.
Normaalwaardebereiken (referentie-waarden)
De normaalwaardebereiken kunnen worden aangepast aan de specifieke eisen van
ieder laboratorium. Waarden, die buiten het ingestelde normaalwaardebereik liggen,
worden aangegeven met een omhoog of omlaag wijzende pijl.
De normaalwaardebereiken kunnen met behulp van het instel-menu worden
veranderd.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt:
[Program instrument?]. Op YES drukken.
Op de display van het analyseapparaat verschijnt het verzoek [Enter Code: AAA]. Om
met het instellen van het apparaat verder te kunnen gaan, moet de b.v. de code ”KEY
als volgt worden ingevoerd:
o Druk zolang op NO tot de letter K op de display verschijnt.
o Druk op YES, waarna de cursor naar de tweede positie verspringt.
o Druk zolang op NO tot de letter E verschijnt en druk vervolgens op YES. De
cursor verspringt naar de laatste positie.
o Druk zolang op NO tot de letter Y op de display verschijnt.
o Druk na het invoeren van de correcte code op YES.
o Druk op NO, tot [Program Normal Ranges?] op de display wordt weergegeven.
Bevestig uw keuze door op YES te drukken.
o Het analyseapparaat geeft vervolgens de normaalwaardebereiken van de actuele
parameterconfiguratie weer:
Na low =xxx
Na high=xxx ok?
De normaalwaardebereiken kunnen na het drukken op NO worden gewijzigd:
o Druk op NO en selecteer de gewenste waarde met de cursor op de display en
bevestig uw keuze door op YES te drukken. Herhaal deze procedure voor alle
waarden van het normaalwaardebereik.
o Nadat het normaalwaardebereik is ingevoerd, worden de nieuwe waarden op de
display weergegeven. Controleer of de bereiken correct zijn ingevoerd:
Na low =xxx
Na high=xxx ok?
o Door op YES te drukken, verschijnt de volgende parameter op de display.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen is het instellen van het apparaat of het wijzigen van
bestaande parameters alleen mogelijk na het invoeren van een wachtwoord.
Als u de gewenste letter heeft gemist, blijf dan op NO drukken, tot de gewenste letter weer
op de display verschijnt.
Als er per ongeluk een onjuiste waarde was ingevoerd, kunt u op NO drukken, waarna de
correcte waarde kan worden ingevoerd.
Roche Maart 2012
C-34 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Correlatiefactoren
Herhaal de bovenstaande procedure voor alle parameters. Na het invoeren van de
laatste parameter verschijnt [Program Corr Factors?] op de display. Hiermee kunnen
de correlatiefactoren worden ingevoerd.
Correlatiefactoren
Door middel van correlatiefactoren is het mogelijk om de resultaten van de 9180
Electrolyte Analyzer te correleren met die van andere meetprocedures. Geactiveerde
correlatiefactoren kunnen bij volbloed-, serum-, plasma- en
kwaliteitscontrolemonsters worden toegepast, maar niet bij standaardmonsters, die in
de [QC/STD/DIALYSATE URINE SAMPLE?]-modus geanalyseerd worden.
Voor dialysaat- en urinemonsters worden speciale correlatiefactoren gebruikt.
De correlatiefactoren kunnen met het instel-menu worden gewijzigd.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt: [Program
instrument?]. Op YES drukken.
Op de display van het analyseapparaat verschijnt het verzoek [Enter Code: AAA]. Om
met het instellen van het apparaat verder te kunnen gaan, moet de b.v. de code ”KEY
als volgt worden ingevoerd:
o Druk zolang op NO tot de letter K op de display verschijnt.
o Druk op YES, waarna de cursor naar de tweede positie verspringt.
o Druk zolang op NO tot de letter E verschijnt en druk vervolgens op YES. De
cursor verspringt naar de laatste positie.
o Druk zolang op NO tot de letter Y op de display verschijnt.
o Druk na het invoeren van de correcte code op YES.
o Druk zolang op NO, tot de volgende melding verschijnt:
[Program Corr. Factors?].
o Druk op YES, waarna de volgende melding verschijnt: [Reset Correlat. Factor
(Default)?].
o Door op YES te drukken, worden alle actuele, ingevoerde correlatiefactoren
gewist.
Het analyseapparaat gaat naar de overige functies voor het instellen van de printer.
Druk op NO om bij de melding [Input/Verify Corr Factors?] te komen.
Als de kwaliteitscontrolemonsters als directe ISE-waarden worden weergegeven (code
QCC, zie Servicecodes), dan worden deze waarden NIET door correlatiefactoren beïnvloed.
Zowel de meetbereiken als de normaalwaarde- en kwaliteitscontrolewaardebereiken
worden altijd vergeleken met de op de display weergegeven waarden. Het is daarom
mogelijk, dat de kwaliteitscontrolewaarde- en normaalwaardebereiken aan uw
correlatiefactoren moeten worden aangepast.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen is het instellen van het apparaat of het wijzigen van
bestaande parameters alleen mogelijk na het invoeren van een wachtwoord.
Als u de gewenste letter heeft gemist, blijf dan op NO drukken, tot de gewenste letter weer
op de display verschijnt.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-35
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Correlatiefactoren
Druk opnieuw op NO om het bereik correlatiefactoren te verlaten en verder te
gaan met de functies voor het instellen van de printer.
o Werden de correlatiefactoren gewist, dan kunnen eigen correlatiefactoren
ingevoerd of reeds ingevoerde correlatiefactoren bevestigd of gewijzigd worden.
De actuele waarden worden getoond, zoals b.v.:
Na (b) = +00.0
Na (m) = 1.000 ok?
o Zijn intercept (b) en de helling/slope (m) van Na
+
correct, druk dan op YES.
Moeten de waarden worden gewijzigd, kies dan NO. De waarden van de intercept
en de helling kunnen worden gewijzigd.
o Druk op NO en stel de gewenste waarde in; bevestig deze waarde door op YES te
drukken.
De ingestelde factoren worden vervolgens automatisch bij metingen van bloed/serum
en kwaliteitscontrolemonsters toegepast.
Herhaal de bovenstaande procedure voor intercept (b) en helling (m) van K
+
, Cl
-
,
Ca
2+
en Li
+
.
Als Na
+
/K
+
, Na
+
/K
+
/Cl
-
of Na
+
/K
+
/Ca
2+
geactiveerd zijn, kunnen speciale
correlatiefactoren voor bicarbonaat- en acetaathoudende dialysaatmonsters worden
ingesteld.
o De vraag [Program Bicarb. Corr Factors?] resp. [Program Acetate Corr Factors?]
met YES bevestigen.
o Stel deze factoren in, zoals hierboven is beschreven. Deze factoren worden
automatisch bij meting van acetaat- en bicarbonaatacetaathoudende
dialysaatmonsters toegepast.
Voor urinemonsters zijn er eveneens speciale correlatiefactoren.
o [Program Urine Corr Factors?] met YES bevestigen. Voor Ca
2+
en Li
+
kunnen
geen urine-correlatiefactoren geprogrammeerd worden, aangezien deze
parameters in de urinemodus niet gemeten worden.
Alleen van geactiveerde parameters kunnen correlatiefactoren worden ingesteld.
Roche Maart 2012
C-36 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Overige instellingen
Overige instellingen
Printerinstellingen
De 9180 Elektrolyt Analysator maakt eenvoudig programmeren van de
printerinstellingen door de gebruiker mogelijk om automatisch meet- en
kalibreerrapporten af te drukken.
Met de fabrieksinstellingen wordt na iedere meting automatisch een meetrapport
afgedrukt, het kalibreerrapport wordt niet automatisch afgedrukt. Deze instellingen
kunnen in het programmeermenu worden gewijzigd.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt:
[Program instrument?]. Op YES drukken.
Op de display van het analyseapparaat verschijnt het verzoek [Enter Code: AAA]. Om
met het instellen van het apparaat verder te kunnen gaan, moet de b.v. de code ”KEY
als volgt worden ingevoerd:
o Druk zolang op NO tot de letter K op de display verschijnt.
o Druk op YES, waarna de cursor naar de tweede positie verspringt.
o Druk zolang op NO tot de letter E verschijnt en druk vervolgens op YES. De
cursor verspringt naar de laatste positie.
o Druk zolang op NO tot de letter Y op de display verschijnt.
o Druk na het invoeren van de correcte code op YES.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt:
[Program Printer Setup?].
o Op YES drukken, de volgende melding verschijnt: [Patient Report off?].
O Op YES drukken, om het automatische meetrapport te deactiveren. Er wordt
doorgegaan met de instelling van het kalibreerrapport.
O Op NO drukken, om het automatische meetrapport na een meting af te
drukken.
o De melding [Print two Patient Reports?] verschijnt.
O Op YES drukken, om na een meting twee automatische meetrapporten af te
drukken.
O Op NO drukken, om na een meting maar één automatisch meetrapport af te
drukken.
o De melding [Automatic Cal Report?] verschijnt.
O Op YES drukken, om na iedere kalibrering een automatisch kalibreerrapport
af te drukken.
O Op NO drukken, om het automatische kalibreerrapport te deactiveren.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen is het instellen van het apparaat of het wijzigen van
bestaande parameters alleen mogelijk na het invoeren van een wachtwoord.
Als u de gewenste letter heeft gemist, blijf dan op NO drukken, tot de gewenste letter weer
op de display verschijnt.
Een kopie van het laatste meetrapport en van het laatste kalibreerrapport alsmede het QC-
rapport kunnen via het menu [PRINT FUNCTIONS?] worden afgedrukt.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-37
9180 Electrolyte Analyzer 7Meting
Overige instellingen
o De melding [Enter Comment Line?] verschijnt. In dit menu kan een opmerking
(een regel van max. 16 tekens) worden gedefinieerd die op alle rapporten wordt
afgedrukt.
o Op YES drukken, de melding [Enter comment:] verschijnt.
o Op NO drukken, om de gewenste letters A-Z of cijfers 0-9 via de cursor te
selecteren.
o Met YES bevestigen, om de cursor naar het volgende teken te bewegen.
Deze procedure wordt voor alle tekens herhaald.
Roche Maart 2012
C-38 Handleiding · Versie 6.0
7Meting 9180 Electrolyte Analyzer
Overige instellingen
Interface-instellingen
De 9180 Elektrolyt Analysator kan worden verbonden met een Compact 2
bloedgasanalysator, om meetresultaten voor ISE en meetresultaten voor pH en
bloedgassen op één meetrapport te combineren. Hiervoor is de als optie verkrijgbare
Interface-Kit nodig.
Is Ca
2+
op de 9180 Elektrolyt Analysator geactiveerd, dan wordt een pH-
gecorrigeerde Ca
2+
-waarde berekend en op het gecombineerde meetrapport
afgedrukt.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt: [Program
instrument?]. Op YES drukken.
Op de display van het analyseapparaat verschijnt het verzoek [Enter Code: AAA]. Om
met het instellen van het apparaat verder te kunnen gaan, moet de b.v. de code ”KEY
als volgt worden ingevoerd:
o Druk zolang op NO tot de letter K op de display verschijnt.
o Druk op YES, waarna de cursor naar de tweede positie verspringt.
o Druk zolang op NO tot de letter E verschijnt en druk vervolgens op YES. De
cursor verspringt naar de laatste positie.
o Druk zolang op NO tot de letter Y op de display verschijnt.
o Druk na het invoeren van de correcte code op YES.
o Zolang op NO drukken, tot de volgende melding verschijnt: [Program Interface?].
o Op YES drukken, de volgende melding verschijnt: [Activate Data Link?].
o Op YES drukken, wanneer de 9180 Elektrolyt Analysator met een Compact 2
moet worden verbonden.
De 9180 Elektrolyt Analysator met de Compact 2 verbinden:
o Beide analysatoren uitschakelen en de netkabel verwijderen.
o De in de Interface-Kit aanwezige interface-filter op de interface van de 9180
aansluiten.
o Een uiteinde van de interface-kabel aansluiten op de interface-filter op de 9180,
het andere uiteinde aansluiten op de COM2 interface van de Compact 2.
Instellingen op de Compact 2 uitvoeren:
o In het menu van de Compact 2 naar het menu [Interface] gaan en [COM2]
selecteren. Raadpleeg voor details de gebruiksaanwijzing van de Compact 2.
o De invoer [9180] selecteren.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen is het instellen van het apparaat of het wijzigen van
bestaande parameters alleen mogelijk na het invoeren van een wachtwoord.
Als u de gewenste letter heeft gemist, blijf dan op NO drukken, tot de gewenste letter weer
op de display verschijnt.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-39
9180 Electrolyte Analyzer 8 Kwaliteitscontrole
Inhoudsopgave
Kwaliteitscontrole
Kwaliteitscontrole ......................................................................................................C-40
Algemeen concept van kwaliteitscontrole ................................................................C-40
Instellingen van kwaliteitscontrolematerialen .........................................................C-41
Kwaliteitscontrolemetingen ......................................................................................C-43
Afdrukken van een kwaliteitscontrolerapport .........................................................C-45
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
8
Roche Maart 2012
C-40 Handleiding · Versie 6.0
8 Kwaliteitscontrole 9180 Electrolyte Analyzer
Kwa lit ei tsc on t role
Kwaliteitscontrole
Algemeen concept van kwaliteitscontrole
Roche Diagnostics streeft er altijd naar, de hoogste kwaliteitsnormen voor haar
producten te waarborgen. Dit kwaliteitsbesef komt voort uit het
verantwoordelijkheidsgevoel voor klanten en voor het welzijn van de patiënten.
De kwaliteitscontrole is een belangrijk element van deze claim. Om te kunnen
waarborgen, dat de 9180 Electrolyte Analyzer meetwaarden van hoge kwaliteit levert,
waardoor klanten en hun patiënten worden beschermd, biedt Roch Diagnostics het
kwaliteitscontrolemateriaal ISETROL aan.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel,
na elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede
na maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole
in 3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3
- niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-
metingen vaker worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole voor elektrolyten vindt plaats door monstermaterialen met
bekende controlewaardebereiken te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
Het gebruik van het volgende controlemateriaal wordt aangeraden:
o ISETROL
De in de bijsluiter aangegeven controlewaardebereiken geven de 2 SD-bereiken (SD =
standaardafwijking) weer.
De resultaten van de kwaliteitscontrolemetingen, die binnen het bereik van de
benoemde waarde ± 2 SD liggen, zijn correct.
Als de resultaten van de kwaliteitscontrolemetingen buiten het bereik van de
benoemde waarde ± 3 SD liggen, mag de parameter niet worden gebruikt voor
verdere metingen!
De resultaten van de kwaliteitscontrolemetingen, die groter zijn dan de benoemde
waarde ± 2 SD maar kleiner dan de benoemdewaarde ± 3 SD, moeten kritisch worden
beoordeeld.
Worden kwaliteitscontrolemetingen niet of onvolledig uitgevoerd resp. wordt het
meetresultaat van de kwaliteitscontrole genegeerd, dan kan dit leiden tot onjuiste
meetresultaten, die mogelijk kunnen resulteren in verkeerde klinische beslissingen.
Gevaar van persoonlijk letsel!
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-41
9180 Electrolyte Analyzer 8 Kwaliteitscontrole
Instellingen van kwaliteitscontrolematerialen
Instellingen van kwaliteitscontrolematerialen
Voor een kwaliteitscontrolemeting moet het kwaliteitscontrolemateriaal gedefinieerd
worden.
Uitgaande van de displaymelding [READY] drukt u op toets NO, tot de melding
[PROGRAM INSTRUMENT?] verschijnt. Bevestig uw keuze met YES.
Op de display van het analyseapparaat verschijnt het verzoek [Enter Code: AAA]. Om
met het instellen van het apparaat verder te kunnen gaan, moet de b.v. de code ”KEY
als volgt worden ingevoerd:
o Druk zolang op NO tot de letter K op de display verschijnt.
o Druk op YES, waarna de cursor naar de tweede positie verspringt.
o Druk zolang op NO tot de letter E verschijnt en druk vervolgens op YES. De
cursor verspringt naar de laatste positie.
o Druk zolang op NO tot de letter Y op de display verschijnt.
o Werd de code correct ingevoerd, dan op YES drukken. De analysator is gereed
voor programmering en toont [Program QC Level 1 Ranges?] op het display.
Bij een nieuwe verpakking ISETROL elektrolyt-controlemateriaal het partijnummer
en de richtbereiken in de analysator invoeren. Elk niveau heeft zijn eigen
partijnummer, dat zich op het informatieblad bevindt dat bij de ISETROL verpakking
gevoegd is.
o Om het partijnummer in te voeren, uitgaand van de melding [Program QC Level
1 Ranges?] op YES drukken.
o De analyzer geeft [Current Lot: Change Lot xxxx?] aan.
o YES indrukken, de analyzer toont [Print old Values and Statistics?].
Chargenummer, vervaldatum, type monster en controlewaarden zijn te vinden in de
bijsluiter van het aanbevolen kwaliteitscontrolemateriaal.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen is het instellen van het apparaat of het wijzigen van
bestaande parameters alleen mogelijk na het invoeren van een wachtwoord.
Als u de gewenste letter heeft gemist, blijf dan op NO drukken, tot de gewenste letter weer
op de display verschijnt.
Als per ongeluk een verkeerde code ingevoerd werd, verschijnt de melding [CODE
ERROR! RETRY?].
YES indrukken, het systeem keert terug naar het verzoek [Code invoeren:]. Voor het
verlaten van dit menu op NO drukken.
Het ISETROL elektrolyt-controlemateriaal wordt speciaal voor het gebruik in de 9180
elektrolytanalysator vervaardigd. Om de nauwkeurigheid van het instrument te
waarborgen, moet uitsluitend ISETROL voor de kwaliteitscontrole gebruikt worden.
Bij de eerste invoer van het partijnummer laat de analysator een opgegeven partijnummer
zien, dat nog gewijzigd moet worden. Hoeft de actuele partij-informatie niet gewijzigd te
worden, maar hoeven alleen de geprogrammeerde QC-bereiken gecontroleerd te worden,
op NO drukken.
Roche Maart 2012
C-42 Handleiding · Versie 6.0
8 Kwaliteitscontrole 9180 Electrolyte Analyzer
Instellingen van kwaliteitscontrolematerialen
o Na drukken op YES wordt een rapport met de volgende informatie afgedrukt:
gemiddelde waarde, standaardafwijking (SD) en variatiecoëfficiënt (CV) van de
opgeslagen gegevens.
o NO indrukken. De melding [New Lot! Delete old Data?] verschijnt.
o YES indrukken om [Enter last 4 Dig of Lot: xxxx] weer te geven.
o Het nieuwe partijnummer invoeren. NO indrukken tot het gewenste getal boven
de cursor weergegeven wordt en met YES naar de volgende positie gaan. Deze
handeling voor de 4 cijfers herhalen.
o Na het invoeren van het partijnummer de correctheid van de invoer controleren
en met YES bevestigen.
Het instrument toont nu de bovenste en onderste bereiken van de parameters van het
betreffende QC-niveau, b.v.:
o Voor weergave van het volgende parameterbereik op YES drukken.
o Nadat alle geactiveerde parameters geprogrammeerd zijn, verschijnt de volgende
melding: [Additional Parameters?]. Met deze optie kunnen ook de gedeactiveerde
parameters geprogrammeerd worden.
o Nadat alle bereiken weergegeven werden, is het programmeren van QC niveau 1
beëindigd.
Deze bewerking voor QC niveau 2 en QC niveau 3 herhalen.
Na beëindiging van het programmeren van QC niveau 3 verschijnt in het display het
verzoek [Program Normal Ranges?]. Deze programmeerfunctie maakt het mogelijk,
de normaalbereiken individueel in te stellen. De analysator gebruikt deze
normaalbereiken, om abnormale patiëntmeetwaarden zowel in het display als in het
afgedrukte rapport te markeren.
e
Zie hoofdstuk 11 Appendix, sectie Kwaliteitscontrolerapport op pagina F-5.
Wordt deze functie gekozen, dan worden alle voor deze QC-partij opgeslagen statistische
gegevens automatisch gewist.
Wordt per ongeluk een verkeerd partijnummer ingevoerd, dan kan NO voor de terugkeer
naar het verzoek [Enter last 4 Dig of Lot: xxxx] ingedrukt worden.
Na laag = 040
Na hoog = 205
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-43
9180 Electrolyte Analyzer 8 Kwaliteitscontrole
Kwal it eit sc on t ro le me t in ge n
Kwaliteitscontrolemetingen
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel,
na elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede
na maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole
in 3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3
- niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-
metingen vaker worden uitgevoerd.
Met behulp van het speciaal voor toepassing met de 9180 Electrolyte Analyzer
ontwikkelde ISETROL elektrolyt-controlemateriaal op proteïnebasis, kan de analyse
van natrium, kalium, geïoniseerd calcium en lithium worden gecontroleerd.
o Uitgaande van de displaymelding [READY] drukt u zo vaak op toets NO, tot het
menu [QC/STD/DIALYSATE URINE SAMPLE?] verschijnt.
o Druk op YES, waarna [QC Level 1 Sample?] verschijnt. Bevestig door op YES te
drukken.
De melding [Open Sample Door Introduce Sample] verschijnt.
o Neem een ampul ISETROL niveau 1 uit de verpakking en meng deze voorzichtig.
o Klop met een vingernagel tegen de ampul, om de vloeistof uit de hals van de
ampul te verwijderen.
o Breek de ampul open.
o Open de monsterklep:
De melding [Introduce Sample] verschijnt.
o Steek de monsternaald diep genoeg in de vloeistof in de ampul, om vorming van
luchtbellen te voorkomen.
o Het monster kwaliteitscontrolemateriaal wordt automatisch opgezogen.
o Veeg de monsternaald na de melding [Wipe Probe/Close Sample Door] af met
een niet-pluizende doek en sluit de klep.
Er kunnen maximaal 35 kwaliteitscontrolemetingen per niveau opgeslagen worden. De
opgeslagen waarden en statistische gegevens kunnen te allen tijde afgedrukt worden.
ISETROL moet in de koelkast bij +15 - +30 °C worden bewaard en voor gebruik op
kamertemperatuur worden gebracht.
LET OP
De klep aan de voorzijde moet tijdens de monsteranalyse ter bescherming tegen
elektromagnetische storingen gesloten blijven.
Om letsel te voorkomen moet u uw handen bij het openbreken van de ampul door middel
van handschoenen en celstof beschermen.
Zuig het kwaliteitscontrolemateriaal direct uit de ampul op!
De monsternaald moet na de invoer van ieder monster zorgvuldig worden afgeveegd.
Roche Maart 2012
C-44 Handleiding · Versie 6.0
8 Kwaliteitscontrole 9180 Electrolyte Analyzer
Kwaliteitscontrolemetingen
Op de display verschijnt de melding [QC Level 1 in progress] en een countdown geeft
de duur van de meting weer. Na beëindiging van de procedure worden de resultaten
kort op de display weergegeven:
De melding [Store values in memory?] verschijnt.
o Druk voor het opslaan van de waarden op YES, voor het weigeren van de waarden
op NO.
o Worden de waarden geweigerd, dan keert het apparaat terug naar de melding [QC
Level 1 Sample?] en geeft de gebruiker de mogelijkheid, de meting van niveau 1 te
herhalen door op toets YES te drukken of door op de toets NO te drukken door te
gaan met de meting van niveau 2.
o Na het opslaan van de waarden verschijnt de melding [Values Accepted!], gevolgd
door de melding [QC Level 2 Sample?].
Voor verdere kwaliteitscontrolemetingen(niveau 2 of 3) de voor niveau 1 beschreven
procedure met de betreffende niveaus (2 en 3) herhalen.
Na beëindiging van de metingen van kwaliteitscontrole niveau 3 vraagt het
analyseapparaat [Remain in QC/Std./Urine Sample?]. Als de metingen voor alle
niveaus zijn voltooid, drukt u op NO, waarna het analyseapparaat terugkeert naar de
displaymelding [READY].
Na K Cl
125.1 3.05 77.8
De 9180 Electrolyte Analyzer markeert waarden buiten de ingevoerde
controlewaardenbereiken met omhoog of omlaag wijzende pijlen.
Waarden buiten het meetbereik van het apparaat (↑↑↑↑, ↓↓↓↓ of ERR) worden
automatisch geweigerd.
Voor het afbreken van de kwaliteitscontrolemetingen kan op de NO-toets worden gedrukt
tot het apparaat terugkeert naar de melding [READY].
Wordt de vraag [Remain in QC/Std./Urine Sample?] met YES beantwoord, dan keert
het analyseapparaat terug naar [QC Level 1 Sample?].
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 C-45
9180 Electrolyte Analyzer 8 Kwaliteitscontrole
Afdrukken van een kwaliteitscontrolerapport
Afdrukken van een kwaliteitscontrolerapport
Het apparaat slaat de laatste 35 meetwaarden van alle 3 controleniveaus op.
Een afdruk van deze waarden, inclusief de gemiddelde waarden, standaardafwijking
(1SD) en variatiecoëfficiënten (CV) kan in het menu printerfuncties worden gekozen.
o Druk, uitgaande van de displaymelding [READY], op de toets NO tot [PRINT
FUNCTIONS?] verschijnt en druk op YES.
o Na twee keer drukken op NO verschijnt [Print QC Values and Statistics?].
o Druk op YES. Het apparaat drukt nu alle waarden, geordend naar configuratie, af.
Voor de statistische verwerking worden alle voor de afzonderlijke parameters
beschikbare waarden gebruikt.
o Na beëindiging van het afdrukken keert het apparaat terug naar de displaymelding
[READY].
Wanneer correlatiefactoren gewijzigd zijn of als kwaliteitscontrolewaarden als directe ISE-
waarden worden weergegeven, worden alle opgeslagen waarden omgerekend en in de
nieuwe instelling afgedrukt.
Roche Maart 2012
C-46 Handleiding · Versie 6.0
8 Kwaliteitscontrole 9180 Electrolyte Analyzer
Afdrukken van een kwaliteitscontrolerapport
Maart 2012
9 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Onderhoud
D
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-3
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Inhoudsopgave
Onderhoud
Onderhoud ................................................................................................................. D-5
Ontsmetting ................................................................................................................ D-5
Monstername-mechanisme ........................................................................... D-5
Buitenkant van het apparaat .......................................................................... D-5
Aanbevolen desinfectiemiddelen ................................................................... D-6
Dagelijks onderhoud .................................................................................................. D-6
Daily Maintenance ............................................................................................... D-6
Wekelijks onderhoud ................................................................................................. D-8
Monsternaald en vulmond reinigen .................................................................... D-8
Buitenkant van het apparaat reinigen ................................................................. D-9
Maandelijks onderhoud ........................................................................................... D-10
Behuizing van de referentie-elektrode reinigen ................................................ D-10
Halfjaarlijks onderhoud ........................................................................................... D-13
Pompslangen vervangen .................................................................................... D-13
Jaarlijks onderhoud .................................................................................................. D-14
Set hoofdslangen vervangen .............................................................................. D-14
Indien nodig ............................................................................................................. D-15
Elektrodes vervangen ......................................................................................... D-15
Reagensniveau controleren en SnapPak vervangen .......................................... D-17
Monsternaald en vulmond vervangen .............................................................. D-19
Printerpapier vervangen .................................................................................... D-20
Verdere onderhoudswerkzaamheden ...................................................................... D-20
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
9
Roche Maart 2012
D-4 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-5
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Ontsmetting
Het doel van deze procedure is om het infectierisico bij het verwisselen van
onderdelen, die met bloed in contact zijn geweest, tot een minimum te beperken.
Deze ontsmettingsprocedure moet regelmatig worden uitgevoerd.
De volgende onderdelen van het apparaat moeten regelmatig worden ontsmet:
o Monstername-mechanisme, bestaande uit monsternaald en vulmond
o Buitenkant van het apparaat
o Elk bereik dat met biologische vloeistoffen vervuild kan worden en hierdoor een
mogelijk infectiegevaar vormt
Monstername-mechanisme
e
Zie Monsternaald en vulmond reinigen op pagina D-8.
Buitenkant van het apparaat
e
Zie Buitenkant van het apparaat reinigen op pagina D-9.
Componenten van de 9180 Electrolyte Analyzer, zoals b.v. slangen, vulmond,
SnapPak, enz., bevatten na gebruik biologische vloeistoffen, die een infectiegevaar kunnen
opleveren.
Deze componenten moeten zorgvuldig, overeenkomstig de voorschriften m.b.t. het werken
met mogelijk infectieus materiaal, worden behandeld.
Om persoonlijk contact met de biologische werkstoffen te voorkomen, dient u geschikte
laboratoriumkleding, handschoenen, een veiligheidsbril en, indien nodig, een mondmasker
te dragen.Bovendien is gezichtsbescherming vereist wanneer er gevaar voor spatten
bestaat. Er dienen geschikte desinfectiemethoden te worden toegepast..
LET OP
Gebruik nooit desinfectiemiddelen op alcoholbasis!
Er mogen geen bleekmiddelen worden gebruikt.
Uitzondering: Roche Deproteinizer.
Niet ontsmetten door besproeien met desinfectiemiddelen!
Elektrische contacten mogen alleen met een droge, schone of met water bevochtigde doek
worden gereinigd. Gebruik nooit desinfectiemiddelen of Roche Deproteinizer!
LET OP:
Het ontsmetten van het gehele apparaat mag uitsluitend bij een uitgeschakeld apparaat
plaatsvinden, met de stekker uit het stopcontact.
Voordat het apparaat opnieuw op het elektriciteitsnet mag worden aangesloten en weer
mag worden aangezet, moet een wachttijd van 15 minuten worden
aangehouden.
Roche Maart 2012
D-6 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Dagelijks onderhoud
Aanbevolen desinfectiemiddelen
Oppervlakken
Proteïneremover (Roche Deproteinizer)
o Mogelijke gevaren
Door het basische en oxiderende karakter van deze oplossing bestaat het gevaar
van lokale irritaties van huid, ogen en slijmvliezen.
o Eerste-Hulp maatregelen
Na inademen: frisse lucht inademen, veel water drinken.
Na huidcontact: met veel water afspoelen, besmette kleding verwijderen.
Na contact met ogen: met veel water uitspoelen, oogarts raadplegen.
Na inslikken: veel water drinken, braken vermijden, arts raadplegen.
Dagelijks onderhoud
Daily Maintenance
Om een correct functioneren van het apparaat te waarborgen, moet voor de eerste
monstermeting van de dag een eenvoudige reinigings- en conditioneringsprocedure,
de Daily Maintenance, worden uitgevoerd. Deze procedure omvat het reinigen en
conditioneren van de monsterweg, inclusief de monsternaald en de elektrodes.
o De vraag [Perform Daily Cleaning?]verschijnt op de display. Druk op YES om dit
te selecteren.
o De melding [Open Sample Door Introduce Sample] verschijnt op de display. Giet
een kleine hoeveelheid reinigingsoplossing in een schone monsterbuis.
o Til de monsterklep op. De melding [Introduce Sample] verschijnt op de display,
waarna de pomp met opzuigen begint.
LET OP
Er mogen geen bleekmiddelen worden gebruikt.
Uitzondering: Roche Deproteinizer.
Elektrische contacten mogen alleen met een droge, schone of met water bevochtigde doek
worden gereinigd. Gebruik nooit desinfectiemiddelen of Roche Deproteinizer!
Werd binnen de laatste 24 uren geen reinigings- resp. conditioneringsprocedure
uitgevoerd, dan drukt het analyseapparaat de aanwijzing
[PERFORM DAILY MAINTENANCE!] op elk meetrapport af.
Worden per dag minder dan 5 monsters geanalyseerd, dan is een keer per week
reinigen voldoende.
e
Zie ”Wekelijks onderhoud”.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-7
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Dagelijks onderhoud
o Houd de monsternaald in de reinigingsoplossing tot het verzoek
[Wipe Probe/Close Sample Door] op de display verschijnt. Veeg de monsternaald
af met een niet-pluizende doek en sluit de monsterklep.
o Op de display van het analyseapparaat verschijnt [Thank You!] en er wordt op de
display in de hoek rechtsonder een korte countdown gestart. Tijdens de
countdown de fles met conditioneringsoplossing openen en een kleine
hoeveelheid in een schone monsterbuis gieten.
o Na beëindiging van de countdown verschijnt op de display de vraag [Perform
Daily Conditioning?]. Druk op YES.
o Als de melding [Open Sample Door Introduce Sample] op de display verschijnt,
opent u de monsterklep. De melding [Introduce Sample] verschijnt op de display,
waarna de pomp met opzuigen begint.
o Houd de monsternaald in de conditioneringsoplossing tot [Wipe Probe/Close
Sample Door] op de display verschijnt. Veeg de monsternaald met een niet-
pluizende doek af en de sluit de monsterklep.
o Nadat op de display [Thank You!] is weergegeven en na een korte countdown
verschijnt de vraag [Remain in Daily Maintenance?] op de display. Druk op NO,
waarna het apparaat met een kalibratie begint.
Afbeelding D-1
De kalibratie mag ter bescherming tegen elektromagnetische straling alleen met de aan de
voorzijde gesloten klep worden uitgevoerd.
De monsternaald van boven naar onderen afvegen om verwondingen te vermijden.
Roche Maart 2012
D-8 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Wekelijks onderhoud
Wekelijks onderhoud
Een keer per week of, indien noodzakelijk, vaker, moeten vulmond, monsternaald en
de buitenkant van het apparaat worden gereinigd.
Monsternaald en vulmond reinigen
o Open de monsterklep en reinig de vulmond, de monsternaald en de omliggende
bereiken met een vochtig wattenstaafje. Sluit na beëindiging van de procedure de
monsterklep.
o Wanneer het analyseapparaat probeert, een monsteranalyse uit te voeren,
verschijnt op de display kort de melding [NO SAMPLE], waarna het apparaat
terugkeert naar het [READY]-menu.
o De buitenkant van het apparaat moet met een zachte, vochtige doek worden
afgenomen.
LET OP
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen voor het reinigen van het analyseapparaat.
Afbeelding D-2
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-9
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Wekelijks onderhoud
Buitenkant van het apparaat reinigen
o De buitenkant van het apparaat, inclusief de klep aan de voorzijde, moet conform
de binnen uw laboratorium of instelling geldende specifieke richtlijnen en
voorschriften regelmatig door afnemen met het onverdunde desinfectiemiddel
Deproteinizer worden ontsmet. Hierbij moeten watten of celstof van tevoren goed
met Deproteinizer worden bevochtigd. De inwerktijd van 15 minuten moet
absoluut worden aangehouden.
o Zichtbare verontreinigingen (b.v. met bloed) moeten vooraf worden
schoongemaakt met in Deproteinizer gedrenkte watten of celstof.
Verontreinigingen van de zierrichels van de klep aan de voorzijde of van het
oppervlak rond het elektrodevenster kunnen hierna met een kleine, in de handel
verkrijgbare, kunststofborstel worden gereinigd. Hierbij moeten alle zichtbare
verontreinigingen worden verwijderd.
Vervolgens moet het ontsmetten, door het afnemen met desinfectiemiddel,
worden uitgevoerd, zoals hierboven is beschreven.
LET OP
Gebruik nooit desinfectiemiddelen op alcoholbasis!
Niet ontsmetten door besproeien met desinfectiemiddelen!
LET OP:
Het ontsmetten van het gehele apparaat mag uitsluitend bij een uitgeschakeld apparaat
plaatsvinden, met de stekker uit het stopcontact.
Voordat het apparaat opnieuw op het elektriciteitsnet mag worden aangesloten en weer
mag worden aangezet, moet een wachttijd van 15 minuten worden aangehouden.
Elektrische contacten mogen alleen met een droge, schone of met water bevochtigde doek
worden gereinigd. Gebruik nooit desinfectiemiddelen of Roche Deproteinizer!
Het gebruikte desinfectiemateriaal overeenkomstig de geldende plaatselijke voorschriften
afvoeren (chemisch afval!).
Roche Maart 2012
D-10 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Maandelijks onderhoud
Maandelijks onderhoud
Behuizing van de referentie-elektrode reinigen
Het maandelijkse onderhoud omvat het reinigen van de behuizing alsmede van de
referentie-elektrode. Hiervoor is een kleine hoeveelheid proteïneremover nodig.
o Uitgaande van de melding [READY] op de toets NO drukken, tot de melding
[DAILY MAINTENANCE?] verschijnt.
o Druk op YES, waarna [Perform Daily Cleaning?] verschijnt. Hierna niet meer op
een andere toets drukken.
o De klep aan de voorzijde openen.
o Trek de stekker met de slangen van de behuizing van de referentie-elektrode uit de
aansluiting aan de linkeronderkant van de meetkamer.
o Trek de meetkamer naar voren, tot deze in de voorste positie vastklikt.
o Open de vergrendelingshandel, door deze naar voren te bewegen.
o Verwijder de referentie-elektrode-unit uit de meetkamer.
Afbeelding D-3
Afbeelding D-4
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-11
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Maandelijks onderhoud
o Schroef de referentie-elektrode uit de behuizing van de referentie-elektrode.
Bewaar de referentie-elektrode in de met referentie-oplossing gevulde rode
transporthouder.
o Giet een kleine hoeveelheid proteïneremover in een kleine container en dompel de
behuizing van de referentie-elektrode onder in de vloeistof. Let er op, dat er geen
luchtbellen in de behuizing achterblijven.
o Neem de behuizing van de referentie-elektrode na 15 minuten uit de
proteïneremover, spoel deze grondig af met kraanwater en droog deze vervolgens
af.
o Schroef de rode transporthouder van de referentie-elektrode en zorg ervoor, dat
de O-ring correct op de elektrode is bevestigd. Bewaar de transporthouder.
o Schroef de referentie-elektrode voorzichtig in de behuizing van de referentie-
elektrode en plaats deze weer in de meetkamer.
o Sluit de vergrendelingshandel door deze naar achteren te bewegen en let er op, dat
de elektrodes goed vast zitten.
Afbeelding D-5
De referentie-oplossing kan uit de behuizing van de referentie-elektrode worden
overgegoten.
LET OP
De referentie-elektrode moet altijd in de referentie-oplossing worden bewaard en mag
absoluut niet uitdrogen.
LET OP
De stekker en de slangen van de behuizing van de referentie-elektrode mogen niet
worden ondergedompeld.
Afbeelding D-6
Roche Maart 2012
D-12 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Maandelijks onderhoud
o Sluit de stekker met de slangen van de behuizing van de referentie-elektrode weer
aan op de aansluiting aan de linkeronderkant van de meetkamer.
o Schuif de meetkamer naar achteren, tot deze vastklikt en sluit de klep aan de
voorzijde.
o Op dit moment kan een Daily Maintenance worden uitgevoerd door op YES te
drukken.
o Is een Daily Maintenance niet nodig, dan kan door op NO te drukken het menu
[CALIBRATION?] worden gekozen. Na keuze van deze functie wordt een
volledige kalibratieprocedure uitgevoerd.
Afbeelding D-7
LET OP
Wanneer voor reiniging van de referentie-elektrodebehuizing geen Roche Deproteinizer
gebruikt of de reiniging ondeskundig uitgevoerd wordt (te lang gereinigd, niet lang
genoeg gespoeld, niet helemaal gedroogd), kunnen QC-resultaten vervalst worden of
elektrodes niet kalibreren.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-13
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Halfjaarlijks onderhoud
Halfjaarlijks onderhoud
Pompslangen vervangen
Iedere zes maanden moeten de slangen van de peristaltische pomp worden vervangen.
o Voor het vervangen van de slangen moet de klep aan de voorzijde worden
geopend. Trek vervolgens de beide pompslangen van de pomprollen.
o Verwijder de slangen hierna één voor één van de oude pompplaat en bevestig de
nieuwe slangen op dezelfde plaats op de nieuwe pompplaat.
o Plaats de nieuwe pompplaat en en trek de nieuwe pompslangen over de
pomprollen. Let er op, dat de slangen niet kruislings bevestigd worden.
o Druk op NO tot de melding [CALIBRATION?] verschijnt.
o Druk op YES om de kalibratieprocedure te starten.
Om ervoor te zorgen, dat de pomp tijdens deze procedure niet wordt ingeschakeld, drukt u
uitgaande van de displaymelding [READY] zolang op de toets NO tot het menu [DAILY
MAINTENANCE?] verschijnt. Druk op YES, waarna de melding [Perform Daily
Cleaning?] verschijnt. Hierna niet meer op een andere toets drukken.
Afbeelding D-8
De gebruikte pompslangen overeenkomstig de binnen uw instituut of instelling geldende
voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
Roche Maart 2012
D-14 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Jaarlijks onderhoud
Jaarlijks onderhoud
Set hoofdslangen vervangen
Eén keer per jaar of, indien noodzakelijk, vaker moet de set hoofdslangen worden
vervangen.
o Druk uitgaande van de displaymelding [READY] op toets NO tot [SERVICE
FUNCTIONS?] verschijnt en bevestig uw keuze met YES.
o Druk op NO tot [Test Pinch Valves?] verschijnt en bevestig dit met YES.
o Voor het vervangen van de set slangen, verwijdert u de klepkappen door deze er in
richting van de pijl af te trekken.
o Verwijder de klemdelen.
o Maak de referentie-elektrode los en neem de witte aansluiting van de referentie-
elektrode uit het apparaat.
o Trek de slangen met het groene etiket uit de linker elektrodehouder.
o Open de monsterklep en neem de vulmond eruit.
o Verwijder het SnapPak en trek de witte reagensaansluiting eruit.
o Maak de slangen los van de pompplaat en trek de set slangen eruit.
o Plaats de nieuwe set hoofdslangen in de omgekeerde volgorde. Het
slangendiagram in de klep aan de voorzijde kan hierbij als hulpmiddel bij de
installatie dienen. Let er op, dat de slangen op de juiste nippels van de pompplaat
worden bevestigd.
o Elke klep door drukken op YES activeren, het klemdeel erop schuiven en klepkap
in pijlrichting laten vastklikken.
o Voor het activeren van de volgende klep op NO drukken. Let op de tekst op het
display.
o Druk op NO tot de melding [CALIBRATION?] verschijnt.
o Druk op YES om een kalibratieprocedure te starten.
Om persoonlijk contact met de biologische werkstoffen te voorkomen, dient u geschikte
laboratoriumkleding, handschoenen, een veiligheidsbril en, indien nodig, een mondmasker
te dragen.Bovendien is gezichtsbescherming vereist wanneer er gevaar voor spatten
bestaat. Er dienen geschikte desinfectie- en sterilisatiemethoden te worden toegepast.
Iedere klep bestaat uit de magneetspoel binnenin de analysator, het klemdeel en de
klepkap. Raadpleeg voor meer details met betrekking tot de positie van de kleppen het
slangdiagram aan de binnenkant van de frontafdekking.
Het kan soms nodig zijn om het metalen stuk van de klep er helemaal uit te trekken en de
klepkappen vast te laten klikken.
De gebruikte set hoofdslangen overeenkomstig de binnen uw instituut of instelling
geldende voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
Het wordt aanbevolen om de set hoofdslangen alsmede de monsternaald en de vulmond
tegelijkertijd te vervangen (zie Monsternaald en vulmond vervangen op pagina D-19).
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-15
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Indien nodig
Indien nodig
Elektrodes vervangen
o Trek de meetkamer naar voren, tot deze in de voorste positie vastklikt.
o Maak de linker elektrodehouder los door de vergrendelingshandel naar voren te
bewegen.
o Verwijder de te vervangen elektrode(s) uit de meetkamer.
o Neem de nieuwe elektrode uit de beschermende verpakking en let er op, dat de
elektrode aan de linkerkant een O-ring bevat.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
Afbeelding D-9
Afbeelding D-10
Roche Maart 2012
D-16 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Indien nodig
o Plaats de elektrode in de overeenkomstig gemarkeerde positie in de meetkamer.
De elektrodes hebben aan de onderkant een rand, die op de platte kant van de
meetkamer ligt en zodoende het correct plaatsen van de elektrode
vergemakkelijkt.
o Beweeg de vergrendelingshandel van de linker elektrodehouder naar achteren tot
deze in de achterste positie vastklikt. Let er op, dat alle elektrodes goed in de
houder vastzitten.
o Schuif de meetkamer terug, tot deze vastklikt.
Na het plaatsen van een nieuwe elektrode moeten, ter controle van de werking van de
elektrode in de 9180 Electrolyte Analyzer, een Daily Maintenance, een kalibratie en
een kwaliteitscontrolemeting worden uitgevoerd.
Afbeelding D-11
Afbeelding D-12
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
De gebruikte elektrodes overeenkomstig de binnen uw instituut of instelling geldende
voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-17
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Indien nodig
Reagensniveau controleren en SnapPak vervangen
De 9180 Electrolyte Analyzer bewaakt het niveau van de reagentia in het SnapPak en
geeft de resterende hoeveelheden aan. De nog in het SnapPak aanwezige hoeveelheid
vloeistof kan als volgt worden gecontroleerd:
o Druk uitgaande van de displaymelding [READY] op toets NO tot [OPERATOR
FUNCTIONS?] verschijnt en bevestig uw keuze met YES.
o [Check/Change SnapPak?] verschijnt. Druk op YES. Het apparaat geeft nu de nog
in het SnapPak aanwezige hoeveelheid vloeistof aan.
o Voor het vervangen van het SnapPak het uitstekende deel ervan vastpakken en het
SnapPak uit het compartiment aan de linkerkant van het apparaat trekken.
Zodra het apparaat vaststelt, dat het SnapPak is verwijderd, verschijnt op de display
de melding [STATUS: NO SnapPak]. Daarnaast wordt de status van het SnapPak op
het rapport afgedrukt.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole voor elektrolyten vindt plaats door monstermaterialen met bekende
controlewaardebereiken te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
e
Voor meer informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 8 Kwa li te its con tr ol e.
Om persoonlijk contact met de biologische werkstoffen te voorkomen, dient u geschikte
laboratoriumkleding, handschoenen, een veiligheidsbril en, indien nodig, een mondmasker
te dragen.Bovendien is gezichtsbescherming vereist wanneer er gevaar voor spatten
bestaat. Er dienen geschikte desinfectie- en sterilisatiemethoden te worden toegepast.
Afbeelding D-13
LET OP
Het SnapPak mag nooit tijdens een kalibratie- of meetprocedure worden verwijderd.
Roche Maart 2012
D-18 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Indien nodig
o Verwijder de beschermstrook voorzichtig van het SnapPak en bewaar deze voor
het afsluiten van de nippels van de connector van een SnapPak, dat wordt
weggegooid.
Noteer de installatiedatum op het etiket van het nieuwe SnapPak.
o Plaats het nieuwe SnapPak in het compartiment aan de linkerkant van het
apparaat.
De melding [New SnapPak installed?] verschijnt op de display.
o Ter bevestiging van de plaatsing van een nieuw SnapPak drukt u op YES. Wanneer
het oude SnapPak weer geplaatst wordt, drukt u op NO.
o Druk op YES, waarna de 9180 Electrolyte Analyzer de teller automatisch op 100 %
zet en met de kalibratie van het systeem begint.
Het gebruikte SnapPak overeenkomstig de binnen uw instituut of instelling geldende
voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
LET OP
Na het verwijderen van de beschermstrook moet het SnapPak rechtop worden gehouden,
om morsen van vloeistof te vermijden.
Afbeelding D-14
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet na elke elektrodewissel, na
elke wissel van het SnapPak, na een inbedrijfstelling van het instrument, alsmede na
maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsstappen een kwaliteitscontrole in
3 niveaus (1=laag, 2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd.
Bovendien moet dagelijks minimaal één QC-meting in afwisselende niveaus (1=laag,
2=normaal, 3=hoog) worden uitgevoerd (b.v. dag 1 - niveau 1, dag 2 - niveau 2, dag 3 -
niveau 3, dag 4 - niveau 1, ...). Naargelang plaatselijke voorschriften moeten QC-metingen
vaker worden uitgevoerd.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 D-19
9180 Electrolyte Analyzer 9 Onderhoud
Indien nodig
Monsternaald en vulmond vervangen
o Open de klep aan de voorzijde.
o Open de monsterklep.
o Verwijder de monsternaald voorzichtig uit de houder. De slang losmaken.
o Sluit de nieuwe monsternaald aan op de slang en druk deze weer in de houder.
Vervolgens kan de vulmond vervangen worden:
o Trek de vulmondhouder uit het monstername-mechanisme.
o Verwijder de vulmond voorzichtig uit de vulmondhouder en trek de slang eraf.
o Monteer de nieuwe vulmond in de omgekeerde volgorde in de vulmondhouder en
bevestig de slang.
o Monteer de vulmondhouder weer in de oorspronkelijke positie.
o Sluit de monsterklep en de klep aan de voorzijde.
o Druk op NO tot de melding [CALIBRATION?] verschijnt.
o Druk op YES om de kalibratieprocedure te starten.
Het wordt aanbevolen om de set hoofdslangen alsmede de monsternaald en de vulmond
tegelijkertijd te vervangen (zie Set hoofdslangen vervangen op pagina D-14).
Om persoonlijk contact met de biologische werkstoffen te voorkomen, dient u geschikte
laboratoriumkleding, handschoenen, een veiligheidsbril en, indien nodig, een mondmasker
te dragen.Bovendien is gezichtsbescherming vereist wanneer er gevaar voor spatten
bestaat. Er dienen geschikte desinfectie- en sterilisatiemethoden te worden toegepast.
Om ervoor te zorgen, dat de pomp tijdens deze procedure niet wordt ingeschakeld, drukt u
uitgaande van de displaymelding
[READY] zolang op toets NO tot het menu [DAILY
MAINTENANCE?]
verschijnt. Druk op YES, waarna de melding [Perform Daily
Cleaning?] verschijnt. Hierna niet meer op een andere toetsen drukken.
A Monsternaald
B Vulmond
Afbeelding D-15
A
B
De gebruikte monsternaald en de gebruikte vulmond overeenkomstig de binnen uw
instituut of instelling geldende voorschriften weggooien (potentieel infectieus materiaal!).
Roche Maart 2012
D-20 Handleiding · Versie 6.0
9 Onderhoud 9180 Electrolyte Analyzer
Verdere onderhoudswerkzaamheden
Printerpapier vervangen
Het papier voor de thermische printer bevat een indicatiestreep, die aangeeft,
wanneer de papierrol vervangen moet worden. Het printerpapier wordt als volgt
vervangen:
o Open de klep aan de voorzijde van het apparaat.
o Verwijder het resterende papier door op de papierdoorvoerknop te drukken.
o Leg een nieuwe rol printerpapier in de houder en voer het papier door de
invoersleuf in het apparaat in.
o Druk op de papierdoorvoerknop, om het papier helemaal in de printer in te
voeren.
o Sluit de printerkap en scheur het uitstekende papier af.
Verdere onderhoudswerkzaamheden
e
Voor gedetailleerde informatie zie Service Manual.
Het printerpapier is slechts aan één kant hittegevoelig; let er daarom op, dat de rol
thermopapier correct wordt geplaatst!
Afbeelding D-16
Door kort op de papierdoorvoerknop te drukken, wordt het papier automatisch 10 regels
verder getransporteerd.
Trek het papier niet uit de printer om beschadiging van de printer te vermijden.
LET OP
Jaarlijks onderhoud mogen uitsluitend door de klantenservice of door goed opgeleid
deskundig personeel uitgevoerd worden.
De gebruikte componenten werden tijdens de ontwikkeling van het apparaat getest om
slijtonderdelen te identificeren. Deze moeten echter in het kader van het jaarlijks
onderhoud vervangen worden, om potentiële functiestoringen te vermijden.
Maart 2012
10 Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-3
Verhelpen van storingen
E
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-3
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Inhoudsopgave
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen ............................................................................................. E-5
Foutmeldingen ............................................................................................................ E-5
Servicefuncties ........................................................................................................... E-10
Elektrodetest ........................................................................................................ E-10
Niet gekalibreerde kaliumelektrode .............................................................. E-11
Monstersensor-test .............................................................................................. E-11
SnapPak-sensor testen ......................................................................................... E-12
Taalschakelaar testen ........................................................................................... E-12
Monsterklep testen .............................................................................................. E-12
Slangenpomp testen ............................................................................................ E-13
Kleppen testen ..................................................................................................... E-13
Interface-test ........................................................................................................ E-13
Versterker-test ...................................................................................................... E-14
Status-LED's ........................................................................................................ E-14
Servicecodes ............................................................................................................... E-14
Servicecode invoeren ........................................................................................... E-15
Servicecode wissen .............................................................................................. E-15
Beschikbare servicecodes .................................................................................... E-15
Gegevens wissen ........................................................................................................ E-16
Monsterteller wissen ........................................................................................... E-16
Alle gegevens wissen ............................................................................................ E-16
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
10
Roche Maart 2012
E-4 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-5
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen
De 9180 Electrolyte Analyzer is ontworpen voor een lange, storingsvrije werking. Er
kunnen echter in elk meetapparaat van tijd tot tijd storingen optreden, waarvan de
oorzaak door de gebruiker moet worden opgespoord.
De onderstaande informatie bevat een lijst met foutmeldingen en aanbevolen
maatregelen voor het verhelpen van de storingen, waardoor de 9180 Electrolyte
Analyzer weer gereed voor gebruik is. Als de in dit hoofdstuk beschreven maatregelen
geen oplossing bieden, wordt geadviseerd contact op te nemen met de afdeling
Customer Service.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak Oplossing
Status:
Not calibrated
Kalibratie werd onderbroken Voer een systeemkalibratie uit om het apparaat in de
[READY]-modus terug te brengen.
Na/K/Cl/Ca/Li
not calibrated
Een bepaalde elektrode kon niet gekalibreerd
worden.
Mogelijke oorzaken:
o Geen stabiele waarde voor
standaard A
o De steilheid A-B of A-C ligt buiten de
grenswaarden (raadpleeg Elektrodetest op
pagina E-10)
o Dagelijks onderhoud uitvoeren.
o Ervoor zorgen, dat de elektrodehouder in de achterste
positie is vastgeklikt.
o Controleren op lekkages, verstoppingen en luchtbellen.
o Betreffende elektrode reinigen of vervangen.
o Vloeistofgehalte van het SnapPak controleren. Bij minder
dan 5 %, SnapPak vervangen.
o Is K
+
nog steeds niet gekalibreerd, dan externe
elektrodetest met serum of plasma uitvoeren (raadpleeg
Niet gekalibreerde kaliumelektrode op pagina E-11).
o Controleer of alle elektrodes correct zijn geplaatst.
Standard A not
detected
Bij het opzuigen van Standaard A wordt de
oplossing door de monstersensor herkend en
op aanwezigheid van luchtbellen
gecontroleerd. Wordt de Standaard A-
oplossing binnen een bepaalde tijd niet door
de monstersensor herkend, dan verschijnt
deze foutmelding.
o Controleer het vloeistofniveau van het SnapPak. Bij
minder dan 5 %, het SnapPak vervangen.
o Controleer de slangen met Standaard A of de meetkamer
op kristalvorming of andere vreemde bestanddelen.
o Vervang het SnapPak.
o Controleer of de monstersensor correct is aangesloten en
test de monstersensor, om er zeker van te zijn, dat deze
correct functioneert. Indien nodig, de monstersensor
reinigen.
o Vervang de pompslangen om een correcte opname van
Standaard A te waarborgen.
Standard B not
detected
De opname van Standaard B is vergelijkbaar
met die van Standaard A. Wordt Standard A
correct opgenomen, maar Standaard B niet
herkend, dan moeten de slangen met
Standaard B op kristalvorming worden
gecontroleerd. Worden er geen
kristalvorming of lekkages gevonden, zie dan
Oplossing.
o Vervang het SnapPak.
Standard C not
detected
(Li
+
activated)
De opname van Standaard C is vergelijkbaar
met die van Standaard B.
o Zie Oplossing bij ”Standard B not detected”.
Ta b el E -1
Roche Maart 2012
E-6 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Foutmeldingen
Check Sample
Sensor
Bij iedere kalibratie wordt de monstersensor
met lucht gekalibreerd. Bij correcte werking
moet de sensor bij de meting van lucht een
waarde van 80 - 120 eenheden weergeven.
Voer voor het controleren van de
monstersensor de
[Test Sample Sensor?]
uit.
Open de monsterklep en druk voor het
opzuigen van verschillende vloeistoffen door
de sensor op de
YES-toets. Bij transparante
vloeistoffen (b.v. water) moet de waarde
minstens 40 eenheden stijgen. Bij
bloedmonsters (niet transparant) moet de
aangegeven waarde minstens 40 eenheden
dalen. De pomp kan te allen tijde door
drukken op
NO worden gestopt.
o Voer voor het reinigen van de monstersensor Daily
Maintenance uit.
o Controleer of de meetkamer tijdens de wascyclus correct
wordt gedroogd.
o Vervang de pompslangen.
o Voer de kalibratie voor het opheffen van de foutmelding
uit.
Check Reference
Housing
Deze melding verschijnt, wanneer het systeem
vaststelt, dat er geen referentievloeistof in de
meetkamer stroomt. Deze test wordt aan het
begin van een kalibratieprocedure uitgevoerd.
o Controleer of de behuizing van de referentie-elektrode
voldoende is gevuld.
o Controleer of de slangen van de behuizing van de
referentie-elektrode correct zijn aangesloten.
o Aangezien bij deze test Standaard A wordt gebruikt, moet
worden gecontroleerd of de meetkamer hier correct mee
is gevuld. Is dit niet het geval, dan moet u het Snap-Pak
vervangen.
o Vervang de behuizing van de referentie-elektrode (zie
hoofdstuk 9 Onderhoud, paragraaf Maandelijks
onderhoud op pagina D-10).
o Controleer de pompslangen.
o Voer de kalibratie voor het opheffen van de foutmelding
uit.
Please close sample
door
Deze melding verschijnt, wanneer de
monsterklep niet binnen 20 seconden na
invoer van het monster is gesloten of wanneer
de klep is geopend en geen monster kon
worden herkend.
o Sluit de monsterklep binnen de aangegeven tijd.
No sample
Onder bepaalde omstandigheden is het
mogelijk, dat het analyseapparaat de
aanwezigheid van een monster niet herkent:
o de monsterklep blijft langer dan 20
seconden na invoer van het monster
geopend
o luchtbellen in het monster
o een te klein monstervolume
o door het monstername-mechanisme
wordt geen monster opgenomen.
Door het sluiten van de monsterklep tijdens
de monsteropname kan de meetprocedure te
allen tijde worden afgebroken.
o Herhaal de invoer van het monster om te controleren of
het monster bij de tweede keer wel herkend wordt.
o Sluit de monsterklep binnen de aangegeven tijd.
o Controleer de monsteropname en onderzoek het
monsterkanaal op vreemde bestanddelen.
o Controleer of de O-ringen zijn geplaatst en of de
elektrodes dicht zijn.
o Controleer of de monstersensor is aangesloten en voer
[Test Sample Sensor?] uit, om het functioneren van de
monstersensor te controleren.
o Vervang de pompslangen.
Melding Oorzaak Oplossing
Ta b el E -1
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-7
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Foutmeldingen
Cleaning fluid not
detected
Onder bepaalde omstandigheden kan het
analyseapparaat de aanwezigheid van de
reinigingsoplossing niet herkennen:
o luchtbellen in de reinigingsoplossing
o een te klein volume reinigingsoplossing
o de reinigingsoplossing wordt niet correct
door het monstername-mechanisme
opgenomen.
o Controleer of de O-ringen zijn geplaatst en of de
elektrodes dicht zijn.
o Controleer of de reinigingsoplossing wordt opgenomen
en onderzoek het monsterkanaal op vreemde
bestanddelen.
o Controleer of de pompslangen niet lekken.
o Controleer of de monstersensor is aangesloten en test de
monstersensor, om het functioneren van de
monstersensor te controleren.
Conditioning fluid
not
detected
Onder bepaalde omstandigheden kan het
analyseapparaat de aanwezigheid van de
conditioneringsoplossing niet herkennen:
o luchtbellen in de
conditioneringsoplossing
o een te klein volume
conditioneringsoplossing
o de conditioneringsoplossing wordt niet
correct door het monstername-
mechanisme opgenomen.
o Controleer of de O-ringen zijn geplaatst en of de
elektrodes dicht zijn.
o Controleer of de conditioneringsoplossing wordt
opgenomen en onderzoek het monsterkanaal op vreemde
bestanddelen.
o Controleer of de pompslangen niet lekken.
o Controleer of de monstersensor is aangesloten en voer
[Test Sample Sensor?] uit, om het functioneren van de
monstersensor te controleren.
Check electrodes
Als geen van de elektrodes met succes kan
worden gekalibreerd, dan kan dit de volgende
oorzaken hebben:
o er kon na 6 metingen van Standaard A
geen stabiele waarde worden verkregen;
o de helling A-B of A-C ligt buiten de
grenswaarden.
o Controleer of alle elektrodes correct zijn geplaatst.
o Controleer of de referentie-elektrode-unit correct
functioneert.
Indien noodzakelijk, de behuizing van de referentie-
elektrode reinigen of de referentie-elektrode vervangen.
o Vo er Daily Maintenance uit.
o Vervang het SnapPak.
Clog check fluid path
Deze melding verschijnt, wanneer het systeem
niet in staat is, de monsterweg leeg te zuigen
of aan het begin van een kalibratie een van de
3 standaardoplossingen op te zuigen.
o De oorzaak:
een defecte behuizing van de referentie-
elektrode (verhoogd vrijkomen van KCl).
o Controleer of de O-ringen aanwezig zijn en correct ziin
geplaatst.
o Controleer de monsterweg op lekkages.
o Controleer de monsterweg op kristalvorming of vreemde
bestanddelen: met name de monsternaald, de slangen
naar de monstersensor en de monstersensor.
o Controleer of de monstersensor is aangesloten is en voer
de monstersensortest uit, om het functioneren van de
monstersensor te controleren.
o Vervang de behuizing van de referentie-elektrode.
Verschijnen er op de display in plaats van
monsterresultaten omhoog of omlaag
wijzende pijlen, dan ligt de concentratie van
het monster buiten het meetbereik (zie
hoofdstuk 3 Specificaties, paragraaf
Specificaties op pagina A-15).
o Bij urinemonsters betekenen omhoog wijzende pijlen in
plaats van het K
+
-resultaat, dat een verdere verdunning
van het urinemonster noodzakelijk is (zie hoofdstuk
7 Meting, paragraaf Urinemonsters op pagina C-32).
o Controleer of de monstervoorbereiding juist is uitgevoerd
(zie hoofdstuk 7 Meting).
o Controleer of het monster zonder luchtbellen in de
meetkamer is opgenomen.
o Controleer of Standaard A correct is opgezogen.
Melding Oorzaak Oplossing
Ta b el E -1
Roche Maart 2012
E-8 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Foutmeldingen
Wanneer Ca
2+
is geactiveerd, wordt er op het
kalibratierapport een omhoog of omlaag
wijzende pijl in plaats van de actuele
temperatuur afgedrukt, als de gemeten
temperatuur zich buiten het toegestane bereik
bevindt (bereik +10°C - +40°C).
De temperatuursensor bevindt zich in de
rechter elektrodehouder.
o Controleer of de kabel van de monstersensor correct is
aangesloten.
o Controleer of de omgevingstemperatuur zich binnen het
aangegeven bereik bevindt (+15°C tot +32°C).
o Voer de versterkertest voor het meten van de actuele
temperatuur uit.
Als de klep aan de voorzijde is geopend, moet de
aangegeven temperatuur ca. 5°C boven de actuele
omgevingstemperatuur liggen.
Err.
Wordt deze melding in plaats van een
monsterresultaat getoond, dan kon met de
elektrode geen geldige spanningswaarde
worden verkregen.
o Controleer of de monstervoorbereiding correct is
uitgevoerd (zie hoofdstuk 7 Meting).
o Ervoor zorgen, dat de elektrodehouder in de achterste
positie is vastgeklikt.
o Controleer of de behuizing van de referentie-elektrode
voldoende gevuld is.
o Controleer of het monster geen luchtbellen bevat.
Change SnapPak
Als het vloeistofniveau van het SnapPak nog
5 % bedraagt, wordt aan het einde van een
meetrapport automatisch de melding
[Change SnapPak] afgedrukt.
Deze melding is alleen in gedrukte vorm
aanwezig.
o Vervang het SnapPak (zie hoofdstuk 9 Onderhoud,
paragraaf Reagensniveau controleren en SnapPak
vervangen op pagina D-17)
*** Li
Calculation not
possible
Het lithium-resultaat kan alleen voor het
volgende natriumbereik worden berekend:
Na
+
bereik: 95 - 180 mmol/L
(89,6 - 169,5 mmol/L voor bloed/serum).
Bevindt de Na
+
-waarde zich buiten dit
bereik, dan wordt deze melding in plaats van
de Li
+
-waarde getoond en afgedrukt.
Interface error
De interfacetest (raadpleeg Interface-test op
pagina E-13) was niet succesvol.
o Controleren of de aansluitingen 2 en 3 van de interface-
bus correct werden overbrugd.
o Bij herhaling contact opnemen met de afdeling
klantenservice.
**Check Temp**
(Ca
2+
activated)
Deze melding wordt aan het einde van een
meetrapport afgedrukt en tijdens een
meetprocedure getoond, wanneer de
monstertemperatuur zich buiten het
toegestane bereik bevindt (bereik: +10°C -
+40°C).
o Controleer of de monstervoorbereiding correct is
uitgevoerd(zie hoofdstuk 7 Meting).
o Controleer of de kabel van de monstersensor correct is
aangesloten.
o Controleer of de omgevingstemperatuur binnen het
aangegeven bereik ligt (+15°C tot +32°C).
o Voer de versterkertest voor het meten van de actuele
temperatuur uit.
o Als de klep aan de voorzijde is geopend, moet de
aangegeven temperatuur ca. 5°C boven de actuele
omgevingstemperatuur liggen.
Perform Daily
Maintenance
Deze melding wordt aan het einde van een
meetrapport afgedrukt en tijdens een
meetprocedure getoond.
o Dagelijks onderhoud uitvoeren.
e
Dagelijks onderhoud op pagina D-6.
STATUS: NO
SnapPak
o Geen SnapPak geplaatst.
o SnapPak verlopen.
o Plaats een SnapPak als er geen is geplaatst.
o Controleer of SnapPak is verlopen. De gebruiksduur is 14
weken.
Melding Oorzaak Oplossing
Ta b el E -1
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-9
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Foutmeldingen
Paper jam or printer
defect
Wanneer bij het afdrukken het papier
vastloopt, verschijnt deze melding kort op de
display, gevolgd door de weergave van de
meetresultaten.
o Zet eerst het analyseapparaat uit, leg vervolgens uw
wijsvinger onder de achterkant van de printermodule en
trek deze naar voren.
Verwijder het vastgelopen papier en plaats de printer weer
in het analyseapparaat. Zet het analyseapparaat weer aan.
Melding Oorzaak Oplossing
Ta b el E -1
Om het verwijderen van het vastgelopen papier te vereenvoudigen, kan de printerkop
worden bewogen door aan de aandrijfas aan de linkerkant te draaien.
Vastgelopen papier moet zo snel mogelijk worden verwijderd, om beschadiging van de
printer te vermijden.
Roche Maart 2012
E-10 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Servicefuncties
Servicefuncties
Als ondersteuning bij het oplossen van problemen heeft de 9180 Electrolyte Analyzer
een reeks testfuncties. Druk uitgaande van de melding [READY] zolang op NO tot
[SERVICE FUNCTIONS?] verschijnt. Bevestig uw keuze met YES.
Elektrodetest
De spanningswaarden van de elektrodes worden hierbij getest met de
standaardoplossingen of met een extern monster.
o Druk op NO tot de melding [Test Electrodes?] verschijnt.
o Druk op YES, waarna de melding [Test Standard A?] verschijnt.
o Druk op YES en de spanningen van alle elektrodes worden op de display
weergegeven.
o Noteer deze waarden.
o Druk op NO om deze functie te verlaten.
o De melding [Test Standard B?] verschijnt op de display.
o Druk op YES en de spanningen van alle elektrodes worden op de display
weergegeven. Noteer deze waarden.
o Druk op NO om deze functie te verlaten.
De melding [Test Standard C?] verschijnt op de display.
o Druk op YES en de spanningen van alle elektrodes worden getoond. Noteer deze
waarden en vergelijk deze met de waarden in de tabel:
o Druk op NO om deze functie te verlaten.
o De melding [Test External Sample?] verschijnt. Druk op YES.
o De melding [Open Sample Door Introduce Sample] verschijnt op de display. Voer
het monster in.
o Het monster wordt opgezogen, tot de melding [Wipe Probe/Close Sample Door]
verschijnt.
Na het sluiten van de monsterklep worden de spanningswaarden automatisch op
de display weergegeven. Controleer of de waarden constant zijn.
o Druk op NO om deze functie te verlaten en na een korte melding [Please Wait]
verschijnt de melding [Remain in Test Electrodes?].
o Druk op NO om het menu te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Elektrode Standard A Standard B Standard C Toegestaan verschil
A - B A - C
Na
+
-600 tot +2400 -1600 tot +2000 -600 tot +2400 +250 tot +680 -50 tot +50
K
+
-700 tot +1000 -2500 tot +500 -700 tot +100 +470 tot +1200 -40 tot +40
Cl
-
-3100 tot -100 -1000 tot +3000 -3100 tot -100 -370 tot -860 niet gebruikt
Ca
2+
-3100 tot +1000 -2300 tot +2500 -3100 tot +1000 -350 tot -660 -150 tot +150
Li
+
-3100 tot +1900 -3600 tot +1400 -2600 tot +3400 +1 tot +760 -1730 tot -285
Wanneer het spanningsverschil A - B of A - C buiten het toegestane bereik ligt, moet er
een dagelijkse reiniging worden uitgevoerd of moet de betreffende elektrode worden
vervangen.
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-11
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Servicefuncties
Niet gekalibreerde kaliumelektrode
Kan de kaliumelektrode na een elektrodewissel niet worden gekalibreerd, dan kan een
extern serum- of plasmamonster worden ingevoerd.
o De functies voor de elektrodetest oproepen (raadpleeg Elektrodetest op
pagina E-10).
o Zolang op NO drukken tot [Test External Sample?] verschijnt. Op YES drukken.
Een serum- of plasmamonster voorbereiden en het monster invoeren:
o De melding [Open Sample Door, Introduce Sample] verschijnt. Het monster
invoeren.
o Het monster wordt ingezogen, tot het verzoek [Wipe Probe/Close Sample Door]
verschijnt.
o Monster gedurende 15 minuten testen.
o De procedure een tweede keer herhalen.
Monstersensor-test
De monstersensor moet een waarde van 80-120 aangeven, wanneer lucht wordt
gemeten en moet minstens 40 eenheden hoger aangeven, wanneer er een transparante
vloeistof langs de sensor wordt geleid.
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Sample Sensor?] verschijnt.
o Druk op YES, waarna het apparaat het toegestane bereik en de actuele waarde
weergeeft:
Dry: 80-120: 99
YES=Pump/NO=Exit
o Druk op YES en open de monsterklep om voor de meting vloeistof door de sensor
te pompen:
External: 236
Pump: NO=OFF
o Druk op NO om de pomp te stoppen
o Druk op NO om de functie te verlaten of andere servicefuncties uit te voeren.
Roche Maart 2012
E-12 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Servicefuncties
SnapPak-sensor testen
o Druk zolang op NO tot de melding [Test SnapPak Sensor?] verschijnt. Bevestig dit
met YES.
SnapPak: I
I=In O=Out
De displaymelding ”I” betekent, dat het SnapPak correct geplaatst is,
O” betekent, dat het SnapPak of niet geïnstalleerd of niet correct is geplaatst.
o Druk op NO om de functie te verlaten of andere servicefuncties uit te voeren.
Taalschakelaar testen
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Language Switch?] verschijnt. Bevestig
dit met YES, waarna de actuele taal wordt weergegeven.
o De taalschakelaar bevindt zich achter de papierlade. Verwijder deze en wijzig de
instelling van de taalschakelaar met een pen. De gekozen taal verschijnt.
o Druk op NO om de functie te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Monsterklep testen
o Zolang op NO drukken, tot de melding [Test Sample Door?] verschijnt. Met YES
bevestigen.
o Open de monsterklep, waarna op de display moet worden aangeven, dat de klep
open is (een ”O” in de rechter bovenhoek van de display). Sluit de klep; de ”O
moet nu in een ”Cveranderen, om aan te geven, dat de klep gesloten (closed) is.
Sample Door: C
C=closed O=open
o Druk op NO om de functie te verlaten of andere servicefuncties uit te voeren.
Bij het plaatsen en aansluitend herkennen van het SnapPak kan een vertraging van max.
10 seconden optreden.
Als het SnapPak tijdens deze test werd verwijderd, dan moet er een kalibratie worden
uitgevoerd om de vloeistofleidingen weer gereed te maken voor het opzuigen van
vloeistoffen.
Voor activering van de nieuw gekozen taalinstelling, moet het apparaat worden uitgezet en
vervolgens weer worden aangezet.
Afbeelding E-1
Polski
Português
Spare 3
Spare 4
English
Deutsch
Français
Español
Italiano
ᣣᧄ⺆
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-13
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Servicefuncties
Slangenpomp testen
De peristaltische pomp heeft vier pompsnelheden, die automatisch gecontroleerd
kunnen worden.
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Pump?] verschijnt.
o Open de klep aan de voorzijde en druk op YES.
o Op de display verschijnen één voor één de volgende meldingen:
De verandering van de pompsnelheid moet hoorbaar zijn.
o Sluit deklep aan de voorzijde.
o Druk op NO om de functie te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Kleppen testen
De 9180 elektrolytanalysator heeft vijf kleppen die automatisch geregeld worden.
o Open de klep aan de voorzijde.
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Pinch Valves?] verschijnt.
Bevestig dit met YES.
o Op de display wordt: TEST VALVE A: YES/NO = ON/OFF (= AAN/UIT)
weergegeven.
Druk op YES - de klep moet in de geopende stand gaan staan.
Druk op NO, waarna de klep weer sluit.
o Druk nog een keer op NO om de volgende klep te testen.
o Nadat alle kleppen zijn getest, moet de klep aan de voorzijde weer worden
gesloten.
o Druk op NO om de functie te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Interface-test
Een test van de seriële interface maakt het mogelijk om het correct functioneren van
de interfaceschakelkring te controleren.
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Interface? Jump Pins 2 & 3]
verschijnt.
o Overbrug de aansluitingen 2 en 3 van de interfacebus.
o Druk op YES. Tijdens de interfacetest zendt het instrument tekens uit en
controleert het of deze binnen een aangegeven tijdsbestek ontvangen worden.
o Druk op NO om de functie te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Zeer langzaam
[Very low speed]
Langzaam [Low speed]
Matig [Medium speed]
Snel Fast speed]
LET OP
Let er op, dat de overbruggingsdraad niet met de aardleiding wordt kortgesloten.
Roche Maart 2012
E-14 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Servicecodes
Versterker-test
o Druk zolang op NO tot de melding [Test Amplifier?] verschijnt.
Bevestig uw keuze met YES.
Het apparaat controleert nu automatisch de spanningsniveau's van de
elektrodekanalen en geeft deze op de display weer:
Na=#### K=####
Cl/Ca/Li=####
o Druk op NO, waarna de aardings- en referentiespanningen worden weergegeven:
GND =0
-2500mV=-2499
o Druk op NO, waarna de temperatuurspanning en de temperatuur in graden
Celsius worden aangegeven, als Ca
2+
is geactiveerd:
Temp(mV) =-####
Temp(°C) = ##.#
o Druk op NO om de functie te verlaten of om andere servicefuncties uit te voeren.
Status-LED's
De 5 status-LED's aan de onderkant van de achterwand van de behuizing branden
tijdens het normale gebruik tegelijk. Is dit niet het geval, dan dient u de klantendienst
daarvan op de hoogte te brengen.
Servicecodes
Met behulp van het menu [Enter Service Code?] kunnen verschillende functies in het
apparaat worden ingesteld.
Afbeelding E-2 Status-LED's (achterwand, onderaan)
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 E-15
9180 Electrolyte Analyzer 10 Verhelpen van storingen
Servicecodes
Servicecode invoeren
Druk uitgaande van de melding [SERVICE FUNCTIONS?] zolang op de toets NO,
tot de melding [Enter Service Code?] op de display verschijnt. Bevestig uw keuze met
YES.
Op het display verschijnt het verzoek de betreffende code in te voeren.
Voer de gewenste servicecode in door op NO te drukken tot de juiste letter verschijnt;
vervolgens op YES drukken. Na het invoeren van de code geeft het apparaat de
melding dat de code is geaccepteerd, waarna de melding [Enter Service Code?] op de
display verschijnt. Druk op YES om deze functie uit te voeren; op NO, om de functie
te verlaten.
Servicecode wissen
Om een servicecode te wissen, worden de codeletters in omgekeerde volgorde
ingevoerd (voorbeeld: DEC wordt CED, ECO wordt OCE en MGL wordt LGM, enz.)
met de code CDC worden alle geactiveerde servicecodes gewist.
Beschikbare servicecodes
Als tijdens deze procedure een verkeerde code wordt ingevoerd, geeft het apparaat de
melding [Code Error! Retry?].
Druk op YES om de code te corrigeren of op NO om de functie te verlaten.
Code Actie
DEC
Deze servicecode verhoogt de resolutie van alle parameters in bloed- en serummonsters met een
cijfer. Kwaliteitscontrole- en standaardmonsters worden altijd in hoge resolutie aangegeven,
urinemonsters in lage resolutie.
ECO
Deze servicecode brengt het apparaat automatisch in de stand-by-modus, wanneer er tussen 2
kalibraties geen monster geanalyseerd wordt (4 uur). Deze functie draagt hoofdzakelijk bij aan het
besparen op reagentia. Nadat het apparaat automatisch naar de stand-by-modus is teruggekeerd, is er
een kalibratie noodzakelijk, om weer naar de melding
[READY] terug te keren.
FIF
Met deze servicecode worden automatisch de spanningsniveau's van de elektrodes op de meet- en
kalibratierapporten afgedrukt. Deze code mag alleen door geschoolde servicetechnici gebruikt
worden. Om deze code te wissen, ofwel
IFI invoeren of het apparaat uit- en weer aanzetten.
LEM
Deze servicecode drukt de laatste 20 foutmeldingen met datum- en tijdvermelding af. Door het
invoeren van
MEL worden alle opgeslagen foutmeldingen gewist.
MGL
Ca
2+
activated
Door middel van deze code kunnen de Ca
2+
- waarden in mg/dL in plaats van in mmol/L worden
weergegeven. Het apparaat rekent automatisch de actuele boven- en ondergrenzen van de
normaalbereiken in mg/dL om.
Let op: kwaliteitscontrole- en standaardmetingen worden altijd in mmol/L weergegeven,
onafhankelijk van de code MGL. Dit maakt het mogelijk, de Ca
2+
-waarden te vergelijken met de
richtwaarden van het controlemateriaal ISETROL.
NOB
Deze servicecode schakelt de pieptoon uit.
Ta b el E -2
Roche Maart 2012
E-16 Handleiding · Versie 6.0
10 Verhelpen van storingen 9180 Electrolyte Analyzer
Gegevens wissen
Met uitzondering van FIF worden alle servicecodes permanent opgeslagen en blijven
ook gedurende stroomuitval behouden. De actuele codes worden op het
kalibratierapport afgedrukt.
Gegevens wissen
Monsterteller wissen
Om de monsterteller op 0 te resetten, de volgende procedure uitvoeren:
o Uitgaande van de melding [READY] zolang op de toets NO drukken, tot de
melding [OPERATOR FUNCTIONS?] verschijnt. Met YES bevestigen.
o NO indrukken tot [Reset Sample Number?] verschijnt. Op YES drukken.
Op de vraag [Are you sure?] nog eens op YES drukken.
Alle gegevens wissen
De toetsen YES en NO tegelijk indrukken en het toestel uit- en opnieuw inschakelen
om de toestelsoftware op de standaardwaarden te resetten. Deze functie wordt op het
einde van de buitenbedrijfstelling op aanvraag uitgevoerd.
Alle QC-waarden en statistieken worden gewist en het monsternummer wordt
teruggezet op 0. QC- en normale waarden alsmede correlatiefactoren,
printerinstellingen, datum/tijd en vloeistofgehalte van het SnapPak worden
teruggezet op de opgegeven waarden. Alle servicecodes worden gedeactiveerd. Wissen
van alle gegevens wordt aangeraden, wanneer het instrument op een later tijdstip
door andere personen gebruikt moet worden.
SLC
Wanneer deze code geactiveerd is, wordt de actuele stand van de leasing-teller, die niet door de
gebruiker kan worden teruggezet, op het kalibratierapport weergegeven.
SFC
Met deze code kan een percentage voor de SnapPak-teller ingevoerd worden. Wanneer deze code
geactiveerd is, verschijnt de volgende melding:
SnapPak Counter:
xxx% ok?
Wanneer het weergegeven percentage niet correct is, kan de correcte waarde tussen 0 en 100 % met
behulp van de toetsen
NO/YES worden ingevoerd. Bevestig [ok?] met YES om het apparaat naar de
modus
[READY] te brengen.
QCC
Wanneer deze code ingesteld is, worden de kwaliteitscontrolemetingen in directe ISE-waarden
weergegeven in plaats van in waarden verkregen met vlamfotometrie.
AANWIJZING: bij deze code geen correlatiefactoren gebruiken.
Om deze code te wissen en weer vlamgecorrigeerde QC-resultaten aan te geven, moet de code CCQ
worden ingevoerd.
Ta b el E -2
ATTE NTIE:
alle QC-gegevens en toestelinstellingen gaan verloren!
Maart 2012
11 Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . F-3
12 Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . F-13
Appendix
F
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-3
9180 Electrolyte Analyzer 11 Appendix
Inhoudsopgave
Appendix
Beschrijving van de rapporten .................................................................................... F-5
Meetrapport ........................................................................................................... F-5
Kwaliteitscontrolerapport ..................................................................................... F-5
Kalibratierapport ................................................................................................... F-5
Specificatie van de oplossingen .................................................................................. F-7
Programmadoorstroomschema .................................................................................. F-8
Onderhoudsschema .................................................................................................... F-9
Bestelinformatie ........................................................................................................ F-10
Elektroden ............................................................................................................ F-10
Oplossingen ......................................................................................................... F-11
QC-materialen ..................................................................................................... F-11
Accessoires ........................................................................................................... F-12
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
11
Roche Maart 2012
F-4 Handleiding · Versie 6.0
11 Appendix 9180 Electrolyte Analyzer
Inhoudsopgave
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-5
9180 Electrolyte Analyzer 11 Appendix
Beschrijving van de rapporten
Beschrijving van de rapporten
Meetrapport
Kwaliteitscontrolerapport
Kalibratierapport
Afbeelding F-1
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
26SEP03 08:16
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: STANDARD
Sample No.35
Na=151.7 mmol/L
K = 5.56 mmol/L
Cl=114.5 mmol/L
*PERFORM DAILY *
* MAINTENANCE! *
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
26SEP03 08:27
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: SERUM
Sample No.36
Na= 263 mmol/L
K = 18.3 mmol/L
Cl= 118 mmol/L
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
26SEP03 08:31
HOSPITAL WEST
Name: ..........
..........
Sample: URINE
Sample No.37
Na=143.9 mmol/L
K = 4.93
mmol/L
Cl=103.1 mmol/L
Afbeelding F-2
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
26SEP03 09:21
HOSPITAL WEST
QUALITY CONTROL
*** Level 1 ***
Lot Number:1150
Na/K/Cl
1 Na-values
118.0
1 K-values
2.71
1 Cl-values
69.6
*** Level 2 ***
Lot Number:1261
Na/K/Cl
1 Na-values
145.4
1 K-values
4.51
1 Cl-values
103.6
*** Level 3 ***
Lot Number:1373
Na/K/Cl
1 Na-values
160.5
1 K-values
6.46
1 Cl-values
120.0
Roche Maart 2012
F-6 Handleiding · Versie 6.0
11 Appendix 9180 Electrolyte Analyzer
Beschrijving van de rapporten
Afbeelding F-3
- ROCHE 9180 -
ELECTROLYTE ISE
- NA-K-CL -
26SEP03 09:01
HOSPITAL WEST
*CALIBR. REPORT*
DailyMaintenance
Performed Last:
26SEP03 08:16
Standard A
Na = -369mV (4)
K = -1052mV (4)
Cl = -183mV (4)
Difference A-B:
Na = 584mV ( )
K = 1056mV ( )
Cl = -689mV ( )
Temp. = 26.2°C
SnapPak:
83% Remaining
Corr. Factors:
Na Offs.= 0.0
Na Slope= 1.000
K Offs.= 0.0
K Slope= 1.000
Cl Offs.= 0.0
Cl Slope= 1.000
Bicarb. Factors:
Na Offs.= 0.0
Na Slope= 1.000
K Offs.= 0.0
K Slope= 1.000
Cl Offs.= 0.0
Cl Slope= 1.000
Acetate Factors:
Na Offs.= 0.0
Na Slope= 1.000
K Offs.= 0.0
K Slope= 1.000
Cl Offs.= 0.0
Cl Slope= 1.000
Urine Factors:
Na Offs.= 0.0
Na Slope= 1.000
K Offs.= 0.0
K Slope= 1.000
Cl Offs.= 0.0
Cl Slope= 1.000
Normal Ranges:
Units: [mmol/L]
Na: 136 - 145
K : 3.5 - 5.1
Cl: 97 - 111
QC Ranges:
Units: [mmol/L]
*** Level 1 ***
Lot number:1150
Na: 40 - 145
K : 1.5 - 15.0
Cl: 50 - 200
*** Level 2 ***
Lot number:1261
Na: 40 - 145
K : 1.5 - 15.0
Cl: 50 - 200
*** Level 3 ***
Lot number:1373
Na: 40 - 145
K : 1.5 - 15.0
Cl: 50 - 200
Service Codes:
, , ,
,NOB, ,
, , ,
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-7
9180 Electrolyte Analyzer 11 Appendix
Specificatie van de oplossingen
Specificatie van de oplossingen
Het SnapPak bevat de volgende oplossingen:
o Standaard A
o Standaard B
o Standaard C
o Referentie-oplossing
LET OP
Het gebruik van niet door Roche Diagnostics vervaardigde kalibratie-oplossingen,
elektrodes of kwaliteitscontrolematerialen kan leiden tot het vervallen van de garantie.
Alle reagentia zijn uitsluitend voor in-vitro diagnostisch gebruik.
Het SnapPak bevat een afvalwatercontainer, die na gebruik potentieel infectieuze
lichaamsvloeistoffen bevat. Ga hier uitermate voorzichtig mee om en vermijd contact met
de huid of inslikken.
Roche Maart 2012
F-8 Handleiding · Versie 6.0
11 Appendix 9180 Electrolyte Analyzer
Programmadoorstroomschema
Programmadoorstroomschema
Afbeelding F-4
Na K Cl READY PRINT FUNCTIONS? QC/STD/DIALYSATE
URINE SAMPLE?
DAILY
MAINTENANCE?
OPERATOR
FUNCTIONS?
PROGRAM
INSTRUMENT?
SERVICE
FUNCTIONS?
CALIBRATION?
NO NO
Print last
Sample Report?
Print
Cal Report?
Print QC Values
and Statistics?
Remain in Print
Functions?
YES
NO
NO
NO
YES
NO NO NO NO NO NO
QC Level 1
Sample?
QC Level 2
Sample?
QC Level 3
Sample?
Standard
Sample?
Bicarbonate
Sample?
Acetate
Sample?
Urine
Sample?
Remain in QC/Std
/Urine Sample?
YES
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
YES
Remain in Daily
Maintenance?
Perform Daily
Conditioning?
Perform Daily
Cleaning?
YES
NO
NO
NO
Calibration
YES
Remain in
Operator Func?
Take out of
Operation?
Reset
Sample Number?
Select Parameter
Configuration?
Set
Time/Date?
Go to
Standby Mode?
Check/Change
SnapPak?
YES
NO
NO
NO
NO
NO
NO
YES
Enter Code:
AAA
Program QC
Level 1 Ranges?
Program QC
Level 2 Ranges?
Program QC
Level 3 Ranges?
Program
Normal Ranges?
Program
Corr Factors?
Program Bicarb.
Corr Factors?
Program Acetate
Corr Factors?
YES
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
Program Urine
Corr Factors?
Program Printer
Setup?
NO
NO
Program
Interface?
Remain in
Program Func?
NO
NO
YES
NO
NO
NO
Test
Electrodes?
Test
Sample Sensor?
Test SnapPak
Sensor?
Test
Language Switch?
Test
Sample Door?
Test
Pump?
Test
Pinch Valves?
Test Interface?
Jump Pins 2 & 3
YES
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
Test
Amplifier?
Enter
Service Code?
NO
NO
Remain in
Service Func?
NO
NO
NO
Calibration
YES
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-9
9180 Electrolyte Analyzer 11 Appendix
Onderhoudsschema
Onderhoudsschema
Het formulier op deze pagina mag worden gekopieerd voor eigen gebruik.
31302928272625242322212019181716151413121110987654321
Maand: .
DAGELIJKS
Voer de reinigingsprocedure uit
Voer de conditioneringsprocedure uit
WEKELIJKS
Reinig de monsternaald / vulmond
Reinig de buitenkant van het apparaat
MAANDELIJKS
Reinig de behuizing van de referentie
-elektrode
HALFJAARLIJKS
Vervang de pompslangen
JAARLIJKS
Vervang de set hoofdslangen
INDIEN NODIG
9180 Elektrolyte Analyzer
Onderhoudsschema
Roche Maart 2012
F-10 Handleiding · Versie 6.0
11 Appendix 9180 Electrolyte Analyzer
Bestelinformatie
Bestelinformatie
Voor de meting van de betreffende parameters zijn de volgende producten nodig.
Elektroden
Parameter
Cl
Na
+
K
+
Ca
2+
Li
+
Chloride Electrode
03110451180 (BP0570)
X++++
Sodium Electrode
03110419180 (BP0413)
+X+++
Potassium Electrode
03110338180 (BP0359)
++X++
CalciumElectrode
03110354180 (BP0360)
+++X+
Lithium Electrode
03110664180 (BP0962)
++++X
Reference Electrode
03112306180 (BP5026)
XXXXX
Reference Electrode Housing
03112284180 (BP5019)
XXXXX
Dummy Electrode
(a)
03110192035 (BP0148)
(a) vervangt een niet gebruikte elektrode
+++++
Ta be l F-1
X moet geïnstalleerd worden
+ Dummy of een elektrode moet zijn geplaatst voor een volledige vulling van de
meetkamer
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-11
9180 Electrolyte Analyzer 11 Appendix
Bestelinformatie
Oplossingen
QC-materialen
Parameter
Cl
Na
+
K
+
Ca
2+
Li
+
Deproteinizer
03110435180 (BP0521)
XXXXX
Electrode Filling Solution
03110770035 (BP1053)
XXXXX
Sodium Electrode Conditioner
03110362180 (BP0380)
+X+++
Urine Diluent
03110249180 (BP0344)
XXXXX
Cleaning Solution
03111555180 (BP1607)
XXXXX
SnapPak 918x
03112349180 (BP5186)
XXXXX
SnapPak Dialysate 918x
(a)
03112357182 (BP5206)
(a) alleen verkrijgbaar voor Japan
XXXXX
Ta be l F-2
X moet geïnstalleerd worden
+ Dummy of een elektrode moet zijn geplaatst voor een volledige vulling van de
meetkamer
Parameter
Cl
Na
+
K
+
Ca
2+
Li
+
ISETROL
03112888180 (HC0033)
OOOOO
O kan worden gebruikt
Roche Maart 2012
F-12 Handleiding · Versie 6.0
11 Appendix 9180 Electrolyte Analyzer
Bestelinformatie
Accessoires
Parameter
Cl
Na
+
K
+
Ca
2+
Li
+
Adapter for Capillaries
03113817035 (YA0529)
OOOOO
Caps for Roche MICROSAMPLER
03112152180 (BP2288)
OOOOO
Printer Paper
03112292018 (BP5025)
OOOOO
Roche MICROSAMPLER PROTECT,
non sterile
05772494001 (200 pcs.)
OOOOO
Roche MICROSAMPLER PROTECT, sterile
05772583001 (50 pcs.)
OOOOO
Roche MICROSAMPLER PROTECT,
with accessories
05772591001
(a)
(a) alleen verkrijgbaar voor USA
OOOOO
Capillary Tubes, ~200 µL
03113477180 (MC0024)
OOOOO
BS2 Blood Sampler
03113493035 (MC0028)
OOOOO
Capillary Tubes, ~115 µL
03113507035 (MG0002)
OOOOO
Caps for Capillary Tubes
03113647035 (RE0410)
OOOOO
Plastik Capillary Tubes, 140 µL
05174791001
OOOOO
Ta be l F-3
O kan worden gebruikt
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 F-13
9180 Electrolyte Analyzer Woordenlijst
Alkalisch - Referentiebehuizing
Woordenlijst
Alkalisch Basisch
Arterieel bloed Bloed uit een arterie afgenomen.
Doorgangssnelheid monsters Aantal monsters per
uur.
Dummy-elektrode Is een doorstroomelektrode
zonder meetfunctie die dienst doet als plaatshouder.
Elektrodes Zijn doorstroomelektrodes met zichtbaar
monsterkanaal.
Heparinezouten Zijn de enige toegelaten
stollingsremmers.
ISE Afk. voor Ionen-Sensitive-Elektrodes.
ISE-meetkamer De ISE-meetkamer met zijn sensors
dient voor meting van de elektrolytwaarden Na
+
, K
+
,
Ca
2+
, Cl
resp. Li
+
.
ISETROL QC-materiaal voor controle van ISE.
Kwaliteitscontrole De bekende doelgebieden van de
QC-materialen worden vergeleken met de QC-resultaten
van het apparaat.
Meetkamer Onder de frontafdekking van het apparaat
bevindt zich de ISE-meetkamer.
MK Afk. voor Meetkamer.
Monstersensor De monstersensor dient voor
monsterpositionering (optisch) bij het vullen van de
meetkamer en is vast verbonden met de meetkamer.
Naaldmechanisme Dient voor monsterinvoer en
aanzuigen van gebruiksvloeistoffen uit het SnapPak.
Bestaat uit de monsternaald en de vulmond met
vulmondhouder achter de monsterklep.
NIST standards Zijn precieze serums met
gecertificeerde verwachtingswaarden.
Ontlastingsklemmen Dienen voor bescherming van
de kleppen bij het transport van het apparaat en moeten
voor de inbedrijfstelling worden verwijderd.
Peristaltiekpomp Zie Pomp.
Plasma Plasmamonsters krijgt men door centrifugeren
van gehepariniseerd volbloed, waarbij het cellulaire
celaandeel van het bloed neerslaat.
Pomp Het transport van het monster en van de
gebruiksvloeistoffen geschiedt met een peristaltiekpomp.
PP Afk. voor Peristaltiekpomp.
Printer Een geluidsarme thermoprinter.
QC Afk. voor Kwali teitscon t role.
QC-materiaal Zie ISETROL.
Referentiebehuizing Referentiebehuizing en
Referentie-elektrode vormen de referentie-elektrode-unit
die het contact met het monster tot stand brengt.
A
D
E
H
I
K
M
N
O
P
Q
R
Roche Maart 2012
F-14 Handleiding · Versie 6.0
Woordenlijst 9180 Electrolyte Analyzer
Referentie-elektrode - Vergrendelingshandel
Referentie-elektrode De referentie-elektrode dient
als tegenelektrode van de meetelektrodes. Door de
referentie-oplossing blijft hun signaal onafhankelijk van
de samenstelling van het monster constant.
Shutdown kit Dient voor spoelen van de slangwegen
met gedestilleerd water bij de buitenbedrijfstelling van
het apparaat.
Transporthouder De transportbehuizing dient voor
bescherming van de Referentie-elektrode bij het transport.
Vergrendelingshandel Dient voor vastzetten van de
sensors in de meetkamer.
S
T
V
Maart 2012
13 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . G-3
Index
G
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 G-3
9180 Electrolyte Analyzer Index
Index
A
Achterpaneel, B-9
Afmetingen, A-29
Afvoer
– Apparaat, A-12
–Elektrodes, A-12
– Referentie-elektrode, A-12
–SnapPak, A-12
Appendix, F-3
B
Beperkingen, A-23
Beperkingen van de klinische analyse, C-28
– Algemeen, C-28
– Elektrolyten, C-28
Beschrijving van de rapporten, F-5
Bestelinformatie, F-10
Bibliografie, A-24
C
Classificatie (conform IEC/ISO), A-29
Componenten van het apparaat, B-5
Contactadres, 4
Copyrights, 3
Correlatiefactoren, C-34
D
Daily Maintenance, D-6
Display, A-29, B-6
Document information, 3
Doorloopsnelheid monsters, A-25
E
Elektrische gegevens, A-29
Elektrodes
– Calciumelektrode, A-44
– Chloride-elektrode, A-43
Kaliumelektrode, A-42
– Lithiumelektrode, A-45
– Natriumelektrode, A-41
– Referentie-elektrode, A-47
– Referentie-elektrode unit, A-46
– Specificaties van de elektrodes, A-41
F
Foutmeldingen, E-5
G
Gebruiksaanwijzing
– Aanwijzingen voor het gebruik van dit handboek, 7
– Tekstconventies, 7
–Versie, 3
I
Inleiding, A-9
K
Kalibratie, A-25
Kleppen, B-8
Klinische betekenis
–Natrium, A-33
Kwaliteitscontrole, C-39
L
Lineariteit, A-21
–in serum, A-21
– in waterige standaardoplossingen, A-21
M
Meetkamer, B-7
Meetparameters, A-17
Meetproces, C-29
Merknamen, 3
Meting, C-23
Monsterafname, C-25
–Monsteraanvraag, C-25
–Monsternamebuisjes, C-26
– Stollingsremmers, C-25
Veiligheidsmaatregelen, C-25
Monsterbehandeling, C-27
– Dialysaatmonsters, C-28
Plasmamonsters, C-27
Serummonsters, C-27
Volbloedmonsters, C-27
– Waterige oplossingen, C-28
Roche Maart 2012
G-4 Handleiding · Versie 6.0
Index 9180 Electrolyte Analyzer
Monsterhouder
– Roche MICROSAMPLER PROTECT, C-26
Monstername-mechanisme, B-8
Monstervolume, A-25
O
Onderhoud, D-3
– Dagelijks onderhoud, D-6
– Halfjaarlijks onderhoud
– Pompslangen vervangen, D-13
– Indien nodig, D-15
– Jaarlijks onderhoud
– Set hoofdslangen vervangen, D-14
– Maandelijks onderhoud
– Behuizing van de ref.-elektr. reinigen, D-10
Wekelijks onderhoud
Buitenkant van het apparaat reinigen, D-9
– Monsternaald en vulmond reinigen, D-8
Ontsmetting, D-5
Overige instellingen
– Interface-instellingen, C-38
Printerinstellingen, C-36
P
Parameters
– Klinische betekenis
–Chloride, A-34
– Geïoniseerd calcium, A-35
–Kalium, A-34
Pomp, B-7
Pre-analyse, C-25
Printer, A-29, B-7
Productgegevens, A-29
Programmadoorstroomschema, F-8
Proteïneremover, D-6
R
Rapporten
– Kalibratierapport, F-5
– Kwaliteitscontrolerapport, F-5
– Meetrapport, F-5
Referentie- en kritische waarden, A-33
Reiniging
– Behuizing v. de referentie-elektrode, D-10
– Buitenkant van het apparaat, D-9
Monstername-mechanisme, D-8
Revisie-overzicht, 3
Roche MICROSAMPLER PROTECT, C-26
S
Seriële interface, B-10
Servicecodes, E-14
Servicefuncties, E-10
–Elektrodetest, E-10
– Niet gekalibreerde kaliumelektrode, E-11
– Interface-test, E-13
– Kleppen testen, E-13
– Monsterklep testen, E-12
–Monstersensor-test, E-11
– Slangenpomp testen, E-13
– SnapPak-sensor testen, E-12
– Status-LEDs, E-14
– Taalschakelaar testen, E-12
– Versterker-test, E-14
SnapPak, B-9
Software
–versie, 3
Specificaties, A-15, A-41
– Meetparameters, A-17
– Reproduceerbaarheid, A-17
Symbolen, 7
Systeembeschrijving, B-5
T
Taal
–zie Ingebruikname
– zie Servicefuncties
Te k s t c o n v e n t i e s
– Andere symbolen, 7
–IVD-symbolen, 7
–Symbolen, 7
Temperatuur / luchtvochtigheid / houdbaarheid
– Apparaat, A-26
–Elektrodes, A-26
– Kwaliteitscontrolemateriaal, A-28
– Oplossingen, SnapPak, A-27
–Urine Diluens, A-28
Theoretische grondbeginselen, A-31
Toe ts en bo rd, B-6
Type monster, A-25
V
Veiligheidsaanwijzingen, A-3
– Belangrijke mededeling, A-5
Veiligheidstechnische aanwijzingen, A-6
Verhelpen van storingen, E-3
Ve r v ange n
–Elektrodes, D-15
Monsternaald, D-19
– Pompslangen, D-13
Roche Maart 2012
Handleiding · Versie 6.0 G-5
9180 Electrolyte Analyzer Index
– Printerpapier, D-20
Set hoofdslangen, D-14
–SnapPak, D-17
Vulmond, D-19
W
Wissen
–Alle gegevens, E-16
–Monsterteller, E-16
Roche Maart 2012
G-6 Handleiding · Versie 6.0
Index 9180 Electrolyte Analyzer
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Roche ISE 9180 Handleiding

Type
Handleiding