Roche cobas b 123 <2> Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

cobas b 123 POC system
Handleiding
COBAS, COBAS B and LIFE NEEDS ANSWERS
are trademarks of Roche.
©201
6 Roche
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 116
D-68305 Mannheim
Germany
www.roche.com
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 3
cobas b 123 POC system
Overzicht van herzieningen
Opmerkingen bij deze uitgave
cobas b 123 POC system
Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers van het cobas b 123 POC system.
Wij hebben alle moeite gedaan om ervoor te zorgen, dat alle in deze handleiding
weergegeven informatie op het tijdstip van drukken correct was. Roche behoudt zich
echter het recht voor om hierin zonder voorafgaande kennisgeving de uit
voortgaande productontwikkeling voortvloeiende noodzakelijke wijzigingen aan te
brengen.
Iedere door de klant aan het apparaat aangebrachte modificatie zal tot gevolg hebben,
dat de garantie of serviceovereenkomst komt te vervallen.
Software-updates worden uitgevoerd door de afdeling Customer Service van de
lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Auteursrechten
© 2009-2015, F. Hoffmann-La Roche Ltd. Alle rechten voorbehouden.
De inhoud van dit document mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Roche niet in enigerlei vorm worden gereproduceerd of aan derden worden
doorgegeven. Wij hebben alle moeite gedaan om ervoor te zorgen, dat de inhoud van
dit document correct is. Roche aanvaardt daarom geen enkele verantwoordelijkheid
voor eventuele fouten of onvolledigheden in dit document. De informatie in dit
document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Versie van de
Handleiding
Softwareversie Herzieningsdatum Wijzigingen
1.0 November 2009 Niet uitgegeven
2.0 2.0 November 2010 Introductie
2.1 April 2011 Ontwerp voor indiening
bij de FDA
3.0 2.3 Augustus 2011
4.0 2.4 December 2011
5.0 3.0 Juli 2012
6.0 4.0 December 2012 Intern vrijgegeven - niet
geïntroduceerd
7.0 4.0 Januari 2013
8.0 4.1 Juli 2013
9.0 4.5 April 2014
10.0 4.7 Februari 2015
Tabel 1 Overzicht van herzieningen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
4 Handleiding · Versie 10.0
Handelsmerken
COBAS, COBAS B, LIFE NEEDS ANSWERS, AUTOQC, ROCHE
MICROSAMPLER PROTECT en COMBITROL zijn merken van Roche.
Contactadressen
Fabrikant
Editie
Herziening 10.0, februari 2015
Eerste editie: november 2009
Afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 116
D-68305 Mannheim
Geproduceerd in Zwitserland
www.roche.com
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 5
cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Overzicht van herzieningen 3
Opmerkingen bij deze uitgave 3
Auteursrechten 3
Handelsmerken 4
Contactadressen 4
Editie 4
Afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics 4
Inhoudsopgave 5
Voorwoord 7
Gebruik van deze handleiding 7
In deze handleiding gebruikte conventies 7
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Inbedrijfstelling 21
Buitenbedrijfstelling 24
Meting 26
Kwaliteitscontrole 30
Ringonderzoektest 33
Verbruiksmaterialen wisselen 37
Inleiding en specificaties
2 Veiligheidsinformatie
Belangrijke informatie 45
Bedrijfsveiligheidsinformatie 46
IT-beveiligingsadvies 48
3 Algemene beschrijving
Inleiding 53
Algemene aanwijzingen 55
Kalibratieprincipe 56
Beoordeling van metingen 58
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen tegen
specifieke gevaren 59
Omgang met het cobas b 123 Fluid Pack 60
Omgang met de cobas b 123 Sensor Cartridge 61
Omgang met het cobas b 123 AutoQC Pack 63
4 Specificaties
Karakteristieken 69
Monsterverwerkingssnelheid 95
Meettijden van de monsters 96
Monstervolumes 97
Monstertypes 98
Kalibraties 99
Omgevingsparameters 100
Productgegevens 102
Printer 104
User interface module
(gebruikersinterfacemodule) 105
Barcodescanner (standaard) 106
Beeldregistrerende scanner (optioneel) 107
5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen 111
Streefwaarden en kritische waarden 129
Onderdelen van het systeem
6 Onderdelen van het systeem
Visuele identificatie 137
Gebruikersinterfacemodule 138
Printer 148
Deur aan de voorzijde 149
Meetkamermodule 150
cobas b 123 Sensor Cartridge 151
cobas b 123 Fluid Pack 155
cobas b 123 AutoQC Pack (optioneel) 159
Oxymetermodule (optioneel) 161
Achterpaneel 163
Barcodescanner (standaard) 168
Beeldregistrerende scanner (optioneel) 170
Bediening
7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling 175
Buitenbedrijfstelling 185
8 Meting
Preanalytisch traject 193
Storingen 198
Beperkingen van de klinische analyse 205
Meetprocedure 208
Instellingen voor de meting 224
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en
berekende gegevens 237
Roche Diagnostics Februari 2015
6 Handleiding · Versie 10.0
cobas b 123 POC system
9 Kwaliteitscontrole
Algemeen kwaliteitscontroleconcept 243
Algemeen QC-concept 244
Belangrijke informatie voor de beoordeling
van QC-resultaten 246
QC-meting 247
Weergave van QC-resultaten 251
Ringonderzoektest 256
Weergave van resultaten van
ringonderzoektesten 260
Rapport van een ringonderzoektest 262
Instellingen voor de kwaliteitscontrole 263
QC-beoordeling 270
QC-regels en consequenties 274
QC-consequenties opheffen 277
Oplossen van QC-problemen 278
10 Kalibratie
Algemene informatie over kalibraties 283
Automatische kalibraties 284
Door gebruiker ingeschakelde kalibraties 287
Resultatenweergave 288
Instellingen voor de kalibratie 290
11 Controle voor verificatie van de kalibratie
Algemene informatie 295
AutoCVC Pack plaatsen 296
Handmatige AutoCVC-meting 299
CVC-database 301
Configuratie van het analytische meetbereik
(AMB) 303
12 Softwarefuncties
Menu "Overzicht" 307
Menu "Werkplek" 308
Menu "Apparaat" 312
Menu "Hulpmiddelen" 314
Configuratie 315
Systeem 316
Gebruikers 330
Beveiliging 333
Software-update 335
Taalupdate 336
USB-gegevensoverdracht 337
Servicefuncties 341
Audit trail 343
Verbruiksmaterialen wisselen
13 Verbruiksmaterialen wisselen
Ontsmetten 349
Ontsmetten van de apparaatoppervlakken 351
Ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik 352
Algemeen wisselen 353
Monsterafhankelijk wisselen 355
Oplossen van problemen
14 Oplossen van problemen
Oplossen van problemen - algemeen 371
Alarmbereik en alarmknop 372
Systeemstop 374
Defecten 380
Waarschuwingen 382
Informatiealarm 383
Acties om problemen op te lossen 384
Sensor Cartridge-bevochtigingsroutine 406
Controle van de klepstand 408
Barcodescanner 409
Rapport Oplossen problemen 410
Depot-reparatie 412
Algemene informatie - Omruilen van
apparaat 413
Algemene informatie - Omruilen van
apparaat 421
Appendix
15 Rapporten
Rapporten 433
16 Lijst van verbruiksmaterialen
Bestelinformatie 443
17 Auteursrechtinformatie
Informatie over softwarelicenties 449
18 Verklarende woordenlijst
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister 457
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 7
cobas b 123 POC system
Voorwoord
Het cobas b 123 POC system is een analyseapparaat met optioneel een geïntegreerde
AutoQC- en oxymetermodule.
Deze handleiding bevat gedetailleerde beschrijvingen van de functies en de algemene
concepten voor het gebruik van het cobas b 123 POC system, van specificaties van de
functies en het gebruik van controles, van bedieningstechnieken, van procedures in
noodgevallen, van labeling van het product en van onderhoudsprocedures.
Gebruik van deze handleiding
q
OPMERKING
o Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, waar deze niet beschadigd kan worden,
maar toch beschikbaar is voor gebruik.
o Deze handleiding dient op ieder moment gebruikt te kunnen worden.
Om u te helpen informatie snel te vinden, bevat deze handleiding aan het begin van
de handleiding en aan het begin van ieder hoofdstuk een inhoudsopgave. Daarnaast
vindtt u aan het einde van de handleiding ook nog een volledig trefwoordenregister.
In deze handleiding gebruikte conventies
Om informatie in deze handleiding snel te kunnen vinden en te kunnen interpreteren
wordt gebruik gemaakt van visuele aanwijzingen. In deze rubriek worden de in deze
handleiding gebruikte conventies toegelicht.
Symbolen De volgende symbolen worden gebruikt:
Symbool Betekenis
o Onderdeel van de lijst
U Gerelateerde onderwerpen die verdere informatie bevatten
h Oproepen (softwarereferentie)
Q Tip
P Start van de procedure
Tabel 2 Symbolen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
8 Handleiding · Versie 10.0
IVD-symbolen
De symbolen worden conform NEN-EN 980
(1)
en NEN-EN-ISO 780 gebruikt
(2)
.
Einde van de procedure
Let op!
Alle delen van de tekst/passages die met dit symbool zijn gemarkeerd,
beschrijven procedures en/of wijzen op bepaalde omstandigheden of
gevaren die kunnen leiden tot beschadiging of een slecht
functioneren van het cobas b 123 POC system.
Wa ar sc h uw i ng
De met dit symbool gemarkeerde delen van de tekst bevatten
informatie die in acht moet worden genomen om mogelijk letsel (bij
patiënten, gebruikers en derden) te voorkomen.
Infectiegevaar
Alle delen van de tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd,
beschrijven procedures waarbij een mogelijk infectiegevaar aanwezig
is.
Symbool Betekenis
Tabel 2 Symbolen
(1) NEN-EN 980: Symbolen voor gebruik bij het etiketteren van medische hulpmiddelen
(2) NEN-EN-ISO 780: Verpakking - Pictogrammen voor behandeling tijdens transport
Symbool Beschrijving
Conformité Européenne:
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese richtlijn 98/79/EG
inzake medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek.
Lotnummer
Houdbaar tot:
Het product mag na het verstrijken van de aangegeven datum niet
meer worden gebruikt. Als er geen dag is aangegeven, geldt de laatste
dag van de betreffende maand.
Temperatuurlimiet
De voor het waarborgen van de gespecificeerde houdbaarheid van het
product in ongeopende toestand vereiste temperatuur-
/opslagcondities.
Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek
Fabrikant
(conform de richtlijn 98/79/EG inzake medische hulpmiddelen voor
in-vitrodiagnostiek)
Productiedatum (dd-mm-jjjj)
Artikelnummer
Voorzichtig, raadpleeg de bijgevoegde documentatie!
Tabel 3 Symbolen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 9
cobas b 123 POC system
Andere symbolen De volgende symbolen worden als extra informatie weergegeven:
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Serienummer (typeplaatje)
Niet gebruiken bij beschadigde verpakking
Voor eenmalig gebruik.
Breekbaar. Voorzichtig behandelen.
Voorzichtig behandelen.
Inhoud voldoende voor <x> testen (cobas b 123 Fluid Pack)
Droog houden
Uitsluitend geldig voor Roche MICROSAMPLER PROTECT:
Gesteriliseerd met ethyleenoxide
Uitsluitend geldig voor BS2 Blood Sampler:
Gesteriliseerd d.m.v. bestraling
Biologisch risico
(conform de norm NEN-EN-IEC 61010-2-101
(1)
) (apparaat)
Biologisch risico
(conform de norm NEN-EN 980
(2)
) (verbruiksmaterialen)
Direct current (gelijkstroom)
(3)
(1) NEN-EN-IEC 61010-2-101: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en
laboratoriumgebruik - (Deel 2-101: Bijzondere eisen voor in-vitro diagnostische (IVD) medische
apparatuur)
(2) NEN-EN 980: Symbolen voor gebruik bij het etiketteren van medische hulpmiddelen
(3) NEN-EN-IEC 60417: Grafische symbolen voor gebruik op apparatuur
Symbool Beschrijving
Tabel 3 Symbolen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
10 Handleiding · Versie 10.0
Afkortingen De volgende afkortingen worden gebruikt:
Deze zijde boven (rechtop bewaren)
Duits milieukeurmerk "Grüner Punkt"
Draag altijd beschermende handschoenen, een veiligheidsbril
en geschikte beschermende kleding.
Softwaresymbool voor het cobas b 123 Fluid Pack
Softwaresymbool voor het cobas b 123 AutoQC Pack
Softwaresymbool voor de cobas b 123 Sensor Cartridge
Afkorting Definitie
1P-kal 1 puntskalibratie
2P-kal 2 puntskalibratie
A
A Ampère
A Rate Instelling beademingsapparaat ter ondersteuning van de controle van
de aspiratiesnelheid
a/AO
2
Verhouding alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning
a/AO
2
t
Verhouding alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning bij de
temperatuur van de patiënt
AaDO
2
Verschil alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning
AaDO
2
t
Verschil alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning bij de
temperatuur van de patiënt
AC Alternating current (wisselstroom)
AMR Analytical measurement range (analytisch meetbereik)
ANSI American National Standards Institute
ASTM American Society for Testing and Material (Amerikaanse
standaardiseringsorganisatie)
AutoCVC Pack cobas b 123 AutoCVC Pack (controle voor verificatie van de
kalibratie)
AutoQC Automatische kwaliteitscontrole
AutoQC Pack cobas b 123 AutoQC Pack
Tabel 4 Afkortingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 11
cobas b 123 POC system
avDO
2
Verschil tussen het arteriële- en veneuze zuurstofgehalte
B
b.v. bijvoorbeeld
BB bufferbasen
BE Overmaat base in bloed
BE
act
Overmaat base in bloed bij de actuele zuurstofsaturatie
BE
ecf
Overmaat base in de extracellulaire vloeistof
BG Bloedgas
Bili Bilirubine
BO
2
Zuurstofcapaciteit
BSA Bovine serum albumin (runderserumalbumine)
C
Ca
2+
Geïoniseerd calcium
CCD Charge Coupled Device (ladinggekoppelde component of optische
sensor)
CE Conformité Européenne (conformiteit met EU-richtlijnen)
CF Compact Flash
cHCO
3
Bicarbonaatconcentratie in plasma
cHCO
3
st
Standaardbicarbonaatconcentratie in plasma
Circa Circa, ongeveer
CLIA Clinical Laboratory Improvement Amendments
CLSI Clinical Laboratory Standard Institute
cm Centimeter
COHb Carboxyhemoglobine
COOX CO-oxymetrie
CPAP Instelling beademingsapparaat: Continuous Positive Air Pressure
(continue positieve luchtwegdruk)
CSA Canadian Standards Association
CSV Comma-Separated Values (kommagescheiden waarden)
ctCO
2
(B) Totale kooldioxideconcentratie in bloed
ctCO
2
(P) Totale CO
2
-concentratie in plasma
ctO
2
Totale zuurstofconcentratie
CVC Controle voor verificatie van de kalibratie
D
d.w.z. dat wil zeggen
dBA Decibels bepaald met behulp van een A-frequentie-responscurve.
Deze curve benadert het voor het menselijke oor hoorbare bereik.
DC Direct current (gelijkstroom)
DIN Deutsches Institut für Normung (Duits instituut voor
standaardisatie)
DNS Domain Name Server
dpi dots per inch (punten per inch)
DVS Digital Video System (digitaal videosysteem)
Afkorting Definitie
Tabel 4 Afkortingen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
12 Handleiding · Versie 10.0
E
EAN Europees artikelnummer
EDTA Ethyleendiaminetetra-azijnzuur
EG Europese Gemeenschap
EN Europese Norm
F
FCM Fluidics control module (module voor sturing van vloeistofstromen)
FIO
2
Fractionele concentratie van ingeademde zuurstof
Flow Rate Instelling beademingsapparaat: Flow rate (stroomsnelheid)
Fluid Pack cobas b 123 Fluid Pack
FO
2
Hb Fractionele zuurstofsaturatie
G
GB Gigabyte
Glu Glucose
H
H
+
Waterstofionenconcentratie
H
+t
Waterstofionenconcentratie bij de temperatuur van de patiënt
Hb-factor Dient voor berekening van Hct(c)-waarden uit tHb-waarden
Hct Hematocriet
Hct(c) Hct berekend uit tHb
HHb Deoxyhemoglobine
HIV Human Immunodeficiency Virus
Hz Hertz
I
IEC International Electrotechnical Commission (Internationale
Elektrotechnische Commissie)
ISE Ionselectieve elektrode
ISO Internationale Organisatie voor Standaardisatie
IT Informatietechnologie
IVD In vitro diagnostics (medische hulpmiddelen voor in-
vitrodiagnostiek)
IVDD In vitro Diagnostic Directive (richtlijn betreffende medische
hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek)
K
KCl Kaliumchloride
kg Kilogram
L
Lac Lactaat
LCD Liquid crystal display (beeldscherm met vloeibare kristallen)
LED Lichtemitterende diode
LIS Laboratoriuminformatiesysteem
LJ Levey Jennings
M
Afkorting Definitie
Tabel 4 Afkortingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 13
cobas b 123 POC system
m Meter
MAC Media Access Control (mediatoegangscontrole)
MAP Instelling beademingsapparaat: Mean Airway Pressure (gemiddelde
luchtwegdruk)
MB Megabyte
MCHC Mean corpuscular hemoglobin concentration (gemiddelde
corpusculaire hemoglobineconcentratie)
MCM Meetkamermodule
MCT Medium chain triglycerides (triglyceriden met een middellange
keten)
MetHb Methemoglobine
MHz Megahertz
mm Millimeter
MSDS Material safety data sheet (veiligheidsinformatieblad)
MV Instelling beademingsapparaat: Minuutvolume
MW Gemiddelde waarde
N
nCa
2+
Gestandaardiseerd geïoniseerd calcium (pH = 7,4)
NIST National Institute of Standards and Technology
NRTL Nationally Recognized Testing Laboratory
O
O
2
Hb Oxyhemoglobine
OER Oxygen Extraction Ratio (zuurstofextractieratio)
Osm Osmolaliteit
P
P/F index PaO
2
/FIO
2
-verhouding
P
50
Partiële zuurstofspanning bij een zuurstofsaturatie van 50% berekend
met SO
2
als meetwaarde
PAO
2
Alveolaire partiële zuurstofspanning
PAO
2
t
Alveolaire partiële zuurstofspanning bij de temperatuur van de
patiënt
PCO
2
Partiële koolstofdioxidespanning
PCO
2
t
PCO
2
bij de temperatuur van de patiënt
PDA Personal Digital Assistant
PEEP Instelling beademingsapparaat: Positive End-Expiratory Pressure
(positieve expiratoire einddruk, positieve uitademingsdruk op het
einde van de uitademing)
pH
st
Standaard pH-waarde
pH
t
pH bij de temperatuur van de patiënt
PIP Instelling beademingsapparaat: Peak Inspiratory Pressure
(inspiratoire piekdruk, maximale inspiratoire luchtwegdruk)
PO
2
Partiële zuurstofspanning
PO
2
t
PO
2
bij de temperatuur van de patiënt
Afkorting Definitie
Tabel 4 Afkortingen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
14 Handleiding · Versie 10.0
POC Point of Care (plaaats van zorgverlening)
POCT1-A Norm voor apparatuur voor Point-of-Care-testen (POCT)
Q
QC Kwaliteitscontrole
Qs/Qt Shunt – quotient van de beide zuurstofconcentratieverschillen
Qt Verschil in zuurstofconcentratie tussen alveolair- en gemengd veneus
bloed
R
R Gasuitwisselingsquotiënt
RAM Random access memory (geheugen met willekeurige toegang)
RECAL Herkalibreren
REF Referentieoplossing
RI Respiratoire index
RI
t
Respiratoire index bij de temperatuur van de patiënt
RQ Respiratoir quotient
S
SD Standaardafwijking (standaarddeviatie)
Sensor Cartridge cobas b 123 Sensor Cartridge
SIM Sample Input Module (monsterinvoermodule)
SO
2
Zuurstofsaturatie
SO
2
(c) Functionele zuurstofsaturatie berekend met P
50
als invoergegeven
Srate Instelling beademingsapparaat: Zuchtfrequentie
STDBY Standby-oplossing
T
Te Instelling beademingsapparaat: Expiratietijd
TFT Thin-film Transistor (dunne-laagtransistor )
tHb Totaalhemoglobine
tHb(e) Ingevoerde tHb-waarde (niet gemeten)
Ti Instelling beademingsapparaat: Inspiratietijd
U
UIM User interface module (gebruikersinterfacemodule)
UPC Universal Product Code
UPS Uninterrupted Power Supply (Ononderbroken stroomvoorziening)
USB Universele Seriële Bus
V
V AC Volt - wisselstroom
V DC Volt - gelijkstroom
VDE Verband Deutscher Elektrotechniker
VNC Virtual Network Computing
VT Instelling beademingsapparaat: Tidal volume (ademvolume)
W
Afkorting Definitie
Tabel 4 Afkortingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 15
cobas b 123 POC system
u
Raadpleeg voor de schrijfwijze van de gemeten-, berekende- en invoerwaarden Meting
(p. 191), paragraaf .
Wat er nieuw is in deze versie
o Begeleid herstel van AQC-fout, inclusief video
o Geüpdatete streefwaarden-/normale- en kritische bereiken
o Leidraad voor het afnemen van bloedmonsters (bilirubine)
o Toevoeging van de definitie van ringonderzoeken aan de verklarende
woordenlijst
o Osm(e)- en Ureum(e)-parameters
Toepassing
Het cobas b 123 POC system is een volledig geautomatiseerd POC-systeem voor de
in-vitrometing van pH, bloedgassen (BG), elektrolyten (ISE), hematocriet (Hct),
metabolieten (Glu, Lac), totaal hemoglobine (tHb), hemoglobinederivaten (O
2
Hb,
HHb, COHb, MetHb), zuurstofsaturatie (SO
2
) en neonatale bilirubine (Bili).
Daarnaast berekent het cobas b 123 POC system ook nog afgeleide parameters. Het is
bedoeld voor gebruik in een Point-of-Care-omgeving en in laboratoria. De
geïntegreerde AutoQC-module en de oximetermodule zijn verkrijgbaar als optie.
W Waarschuwing
WWatt
WET Bevochtigingsoplossing
Afkorting Definitie
Tabel 4 Afkortingen
cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics Februari 2015
16 Handleiding · Versie 10.0
Februari 2015
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Beknopte gebruiksaanwijzing .......................................................................................................... 19
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 19
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
Beknopte gebruiksaanwijzing 1
In dit hoofdstuk worden in verkorte vorm de instructies voor de inbedrijfstelling en
buitenbedrijfstelling van het apparaat, voor het uitvoeren van metingen en QC-
metingen en de procedure voor het verwisselen van de afzonderlijke
verbruiksmaterialen beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
1
Inbedrijfstelling ....................................................................................................................21
Instellen van het apparaat .............................................................................................21
Buitenbedrijfstelling.............................................................................................................24
Korter dan 24 uren.........................................................................................................24
Langer dan 24 uren ........................................................................................................24
Meting....................................................................................................................................26
Monster in spuit .............................................................................................................26
Capillair monster & Roche MICROSAMPLER PROTECT-monster .....................28
Kwaliteitscontrole.................................................................................................................30
Handmatige QC-meting ...............................................................................................30
Handmatige AutoQC-meting.......................................................................................32
Ringonderzoektest................................................................................................................33
QC-meting ......................................................................................................................33
Verbruiksmaterialen wisselen.............................................................................................37
Sensor Cartridge wisselen.............................................................................................37
Fluid Pack wisselen ........................................................................................................38
AutoQC Pack wisselen (optioneel)..............................................................................39
Roche Diagnostics Februari 2015
20 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 21
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Instellen van het apparaat
p Instellen
1
Sluit de barcodescanner en, indien nodig, de netwerkaansluiting aan op de
betreffende interface aan de achterzijde van het cobas b 123 POC system.
2
Verbind de externe netspanningadapter eerst met het apparaat en daarna pas met
het elektriciteitsnet.
3
Zet het apparaat aan. De inbedrijfstellingsroutine wordt automatisch gestart.
Figuur 1-1 Configuratiewizard
4
In de eerste stap van de inbedrijfstellingsroutine moet een lijst met de
belangrijkste instellingen worden gecontroleerd en eventueel worden gewijzigd.
Druk voor het starten van de configuratiewizard op de knop [Configureren].
Selecteer voor het invoeren van gegevens of voor het wijzigen van bestaande
gegevens de gewenste gegevens in de lijst of druk op de knop [Pen].
Door op de knop [Sluiten] te drukken, worden alle wijzigingen automatisch
opgeslagen.
5
De inbedrijfstelling wordt voorbereid (automatische stap).
6
Open de deur aan de voorzijde.
Configuration wizard
Roche Diagnostics Februari 2015
22 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
7
Plaats het Fluid Pack.
Figuur 1-2 Fluid Pack
8
Plaats de Sensor Cartridge.
Figuur 1-3 Sensor Cartridge
9
Plaats het AutoQC Pack (optioneel).
Figuur 1-4 AutoQC Pack
10
Sluit de deur aan de voorzijde.
11
Plaats het printerpapier (optioneel).
Figuur 1-5 Printerpapier
Fluid Pack
Sensor Cartridge
AutoQC Pack
Printer paper
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 23
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Inbedrijfstelling
12
Beëindig de inbedrijfstellingsroutine door op de knop [Voltooien] te drukken.
Figuur 1-6 cobas b 123 POC system
13
Follow-upacties worden gestart.
u
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Inbedrijfstelling (p. 175).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens na
het wisselen van het Fluid Pack en/of de Sensor Cartridge een kwaliteitscontrole op
3 niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
24 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
Buiten bedrijf stellen.
Korter dan 24 uren
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Uitzetten]
Langer dan 24 uren
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Buiten bedrijf stellen]
Figuur 1-7 cobas b 123 POC system
p Buitenbedrijfstellingsprocedure
1
Om de buitenbedrijfstellingsprocedure te starten: bevestig de waarschuwing met
[OK].
2
Het verwijderen wordt voorbereid (automatische stap).
3
Open de deur aan de voorzijde.
4
Verwijder het Fluid Pack.
Figuur 1-8 Verwijdering van het Fluid Pack
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 25
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Buitenbedrijfstelling
5
Verwijder de Sensor Cartridge.
Figuur 1-9 Verwijdering van de Sensor Cartridge
6
Verwijder het AutoQC Pack (optioneel).
Figuur 1-10 Verwijdering van het AutoQC Pack
7
Druk om de buitenbedrijfstellingsroutine te beëindigen op de knop [Uitzetten].
q
OPMERKING
Om de deur aan de voorzijde te vergrendelen, moet u deze sluiten, voordat u op de
knop [Uitzetten] drukt.
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Buitenbedrijfstelling (p. 185).
Figuur 1-11 Verpakking
Koppel de netspanningadapter eerst los van het elektriciteitsnet en vervolgens van
het apparaat. Indien aanwezig,
o koppel de barcodescanner en de netwerkverbinding op het achterpaneel van
het apparaat los.
o verwijder het USB-opslagmedium.
o verwijder het printerpapier.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
26 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Meting
Meting
Een meting kan alleen vanuit het menu "Overzicht" worden gestart.
Figuur 1-12 Het scherm ”Overzicht”
Monster in spuit
p Correct mengen van het monster
1
Rol de spuit zachtjes heen en weer om het monster goed te mengen.
Figuur 1-13 Mengen van het monster
2
Selecteer of schakel de gewenste parameters of panels van parameters in het
scherm "Overzicht" uit.
Ingeschakeld voor de volgende meting & kalibratie.
Uitgeschakeld voor de volgende meting.
Draag bij de omgang met bloed of andere mogelijk met bloed gecontamineerde delen altijd
beschermende kleding, beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 27
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Meting
3
Druk op de knop [Start meting m.b.v. spuit].
4
Bevestig de spuit stevig in de vulopening en druk op [Ja].
5
Het monster wordt opgezogen.
Figuur 1-14 Bevestiging van de spuit
6
Verwijder de spuit na de aanwijzing "Spuit verwijderen" en druk op [Ja].
Figuur 1-15 Verwijderen van de spuit
7
De meting wordt gestart.
8
Voer alle benodigde gegevens in. Om onjuiste resultaten te voorkomen, moet het
correcte monstertype worden ingevoerd.
Figuur 1-16 Invoer van benodigde gegevens
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie Meting (p. 191), paragraaf Meting van
monster uit spuit (p. 209) en paragraaf Gegevensinvoer (p. 216).
s
DO NOT INJECT
Roche Diagnostics Februari 2015
28 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Meting
Capillair monster & Roche MICROSAMPLER PROTECT-monster
p Analyse van het monster
1
Voer de meting van het monster binnen 15 minuten uit.
2
Een meting kan alleen vanuit het menu "Overzicht" worden gestart.
u Zie Het scherm ”Overzicht (p. 26).
3
Selecteer of schakel de gewenste parameters of panels van parameters in het
scherm "Overzicht" uit.
Ingeschakeld voor de volgende meting & kalibratie.
Uitgeschakeld voor de volgende meting.
4
Druk op de knop [Start capillaire meting].
5
Bevestig het capillair of het Roche MICROSAMPLER PROTECT-capillair stevig
in de vulopening en druk op [Ja].
Figuur 1-17 Bevestigen van het capillair
Draag bij de omgang met bloed of andere mogelijk met bloed gecontamineerde delen altijd
beschermende kleding, beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 29
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Meting
6
Het monster wordt opgezogen.
Figuur 1-18 Opzuigen van het monster
7
Verwijder het capillair of het Roche MICROSAMPLER PROTECT-capillair na de
aanwijzing "Capillair verwijderen" en druk op [Ja].
Figuur 1-19 Verwijderen van het capillair
8
De meting wordt gestart.
9
Voer alle benodigde gegevens in. Om onjuiste resultaten te voorkomen, moet het
correcte monstertype worden ingevoerd.
Figuur 1-20 Invoer van benodigde gegevens
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie Meting (p. 191), paragraaf Capillaire meting
(p. 211) en paragraaf Gegevensinvoer (p. 216).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
30 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Kwaliteitscontrole
Kwaliteitscontrole
Handmatige QC-meting
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[QC-meting]
p Meting
1
Neem de ampul met het betreffende niveau van het gewenste QC-materiaal uit de
verpakking.
2
Scan met de barcodescanner de barcode van het etiket van de ampul. Zodra het
materiaal is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface automatisch naar de
volgende stap (zie punt 4).
Figuur 1-21 Scannen van de barcode
3
Als er voor het invoeren geen barcodescanner beschikbaar is, moet u het
charge(lot)nummer van de ampul aflezen en dit m.b.v. de knop [Pen] handmatig
invoeren.
Figuur 1-22 Handmatige invoer van gegevens
Figuur 1-23 Bevestiging van gegevens
4
Vergelijk de gegevens op het scherm met de gegevens van het QC-materiaal.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 31
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Kwaliteitscontrole
5
Om een QC-meting te starten, moet u op de volgende knop drukken: [Start
capillaire meting]
6
Tik met uw vingernagel tegen de ampul om de vloeistof uit de hals van de ampul
te verwijderen.
Figuur 1-24 Tikken tegen de ampul
7
Breek de ampul open.
Figuur 1-25 Openbreken van de ampul
8
Voer de meting m.b.v. een ampuladapter direct vanuit de ampul uit. Bevestig de
adapter stevig in de vulopening.
Figuur 1-26 Meting
9
Om het opzuigen te starten, moet u op de knop [Ja] drukken. Het
controlemateriaal wordt opgezogen.
10
Verwijder de adapter na de aanwijzing "Capillair verwijderen" en druk op [Ja].
11
De QC-meting wordt gestart.
12
Voer alle benodigde gegevens volledig in.
Roche Diagnostics Februari 2015
32 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Kwaliteitscontrole
13
Druk op de knop [Accepteren] of [Afkeuren] om de QC-meetprocedure te
beëindigen.
Figuur 1-27 Accepteren of afkeuren
s
Handmatige AutoQC-meting
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Om letsel te voorkomen moet u uw handen bij het openbreken van de ampul met
handschoenen of celstof beschermen.
Druk voor een handmatig ingeschakelde AutoQC-meting in het menu "Werkplek"
op de volgende knop: [QC-meting]
De AutoQC-meting wordt gestart door op de knop met het gewenste niveau te
drukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 33
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Ringonderzoektest
Ringonderzoektest
q
OPMERKING
Als veiligheidsniveau 3 of 4 is ingeschakeld, is de ringonderzoekfunctie alleen beschikbaar
voor de volgende gebruikersprofielen: vertrouwde gebruiker, servicegebruiker,
hoofdgebruiker en supervisor.
u Voor gedetailleerde informatie kunt u Softwarefuncties, hoofdstuk 12 Gebruikers (p. 330)
raadplegen.
QC-meting
Druk in het menu "Werkplek" op de volgende knop:
p Ringonderzoektest
1
Druk op de knop [Ringonderzoektest].
Figuur 1-28 Ringonderzoektest
Roche Diagnostics Februari 2015
34 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Ringonderzoektest
2
Voer de naam, het niveau en/of charge(lot)nummer van het
ringonderzoekmateriaal in. De details kunnen handmatig m.b.v. de knop [Pen]
worden ingevoerd of door gebruik te maken van de barcodescanner als er
barcodes beschikbaar zijn.
Figuur 1-29 Informatie over het materiaal
3
Druk op de knop [Start meting].
q
OPMERKING
Volg de in het algemeen met het ringonderzoekmateriaal geleverde aanwijzingen m.b.t.
opslagcondities, temperatuurevenwicht en het mengen voor gebruik zorgvuldig op. Als
aan de hierbovengenoemde voorwaarden niet is voldaan, moet u op [Annuleren]
drukken.
4
Druk op de knop [Start capillaire meting].
Figuur 1-30 Capillaire meting
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 35
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Ringonderzoektest
5
Tik met uw vingernagel tegen de ampul om de vloeistof uit de hals van de ampul
te verwijderen.
Figuur 1-31 Tikken tegen de ampul
6
Breek de ampul open.
Figuur 1-32 Openbreken van de ampul
7
Voer de meting m.b.v. een ampuladapter direct vanuit de ampul uit. Bevestig de
adapter stevig in de vulopening.
Figuur 1-33 Ampul met adapter
Roche Diagnostics Februari 2015
36 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Ringonderzoektest
8
Om het opzuigen te starten, moet u op de knop [Ja] drukken. Het
ringonderzoekmateriaal wordt opgezogen.
Figuur 1-34 Opzuigen
9
Verwijder de adapter na de aanwijzing "Capillair verwijderen" en druk op [Ja].
10
De meting van het ringonderzoekmateriaal wordt gestart.
11
Druk op de knop [Accepteren] of [Afkeuren] om de meetprocedure van het
ringonderzoekmateriaal te beëindigen.
q
OPMERKING
Bij ringonderzoektesten zijn er geen streefwaardenbereiken of
controlewaardenbreiken van toepassing. Het Levey-Jennings-diagram is niet
beschikbaar voor ringonderzoektesten.
u Voor gedetailleerde informatie kunt u Kwaliteitscontrole, hoofdstuk 9
Ringonderzoektest (p. 256) raadplegen.
s
WAARSCHUWING
Om letsel te voorkomen moet u uw handen bij het openbreken van de ampul met
handschoenen, gaas of beschermend materiaal beschermen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 37
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Verbruiksmaterialen wisselen
Verbruiksmaterialen wisselen
Sensor Cartridge wisselen
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[Sensor Cartridge wisselen]
p De Sensor Cartridge wisselen
1
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van de Sensor
Cartridge. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
Figuur 1-35 Openen van de deur
2
Open de deur aan de voorzijde.
3
Verwijder de Sensor Cartridge.
Figuur 1-36 Verwijdering van de Sensor Cartridge
4
Plaats de nieuwe Sensor Cartridge.
Figuur 1-37 Plaatsen van de Sensor Cartridge
5
Sluit de deur aan de voorzijde.
Roche Diagnostics Februari 2015
38 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Verbruiksmaterialen wisselen
6
Follow-upacties worden gestart.
Figuur 1-38 Sensor Cartridge
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens na
het wisselen van de Sensor Cartridge een kwaliteitscontrole op 3 niveaus (1 = laag,
2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
s
Fluid Pack wisselen
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[Fluid Pack wisselen]
p Het Fluid Pack wisselen
1
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van het Fluid Pack.
Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
Figuur 1-39 Openen van de deur
2
Open de deur aan de voorzijde.
3
Verwijder het Fluid Pack.
Figuur 1-40 Verwijdering van het Fluid Pack
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 39
cobas b 123 POC system 1 Beknopte gebruiksaanwijzing
Verbruiksmaterialen wisselen
4
Plaats het nieuwe Fluid Pack.
Figuur 1-41 Plaatsen van het Fluid Pack
5
Sluit de deur aan de voorzijde.
6
Follow-upacties worden gestart.
Figuur 1-42 Fluid Pack
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens na
het wisselen van het Fluid Pack een kwaliteitscontrole op 3 niveaus (1 = laag,
2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
s
AutoQC Pack wisselen (optioneel)
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[AutoQC Pack wisselen]
p Het AutoQC Pack wisselen
1
Een nieuw AutoQC Pack moet ten minste 24 uren vóór het gebruik op
kamertemperatuur worden gebracht.
Figuur 1-43 Openen van de deur
2
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van het AutoQC
Pack. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
3
Open de deur aan de voorzijde.
Roche Diagnostics Februari 2015
40 Handleiding · Versie 10.0
1 Beknopte gebruiksaanwijzing cobas b 123 POC system
Verbruiksmaterialen wisselen
4
Verwijder het AutoQC Pack.
Figuur 1-44 Verwijdering van het AutoQC Pack
5
Plaats het nieuwe AutoQC Pack.
Figuur 1-45 Plaatsen van het AutoQC Pack
6
Sluit de deur aan de voorzijde.
7
Follow-upacties worden gestart.
Figuur 1-46 AutoQC Pack
s
Februari 2015
Inleiding en specificaties
2 Veiligheidsinformatie ....................................................................................................................... 43
3 Algemene beschrijving ..................................................................................................................... 51
4 Specificaties....................................................................................................................................... 65
5 Theoretische grondbeginselen........................................................................................................ 109
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 43
cobas b 123 POC system 2 Veiligheidsinformatie
Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie 2
De in dit hoofdstuk beschreven informatie is esentieel voor een veilige en
probleemloze werking van het apparaat en dient door de gebruiker te worden gelezen
en te worden begrepen.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
2
Belangrijke informatie .........................................................................................................45
Bedrijfsveiligheidsinformatie..............................................................................................46
IT-beveiligingsadvies ...........................................................................................................48
Beschrijving ....................................................................................................................48
Beveiligingsvoorzorgsmaatregelen ..............................................................................48
Roche Diagnostics Februari 2015
44 Handleiding · Versie 10.0
2 Veiligheidsinformatie cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 45
cobas b 123 POC system 2 Veiligheidsinformatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie
Deze handleiding bevat essentiële waarschuwingen en veiligheidsinformatie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor de specifieke, in de handleiding beschreven
toepassing. De voor gebruik, bediening en veiligheid belangrijkste vereisten om een
probleemloze werking te kunnen waarborgen worden toegelicht. Iedere aanspraak op
garantie en enige andere aansprakelijkheid vervalt, als het apparaat op enige andere
wijze dan beschreven is gebruikt of als de noodzakelijke vereisten en
veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt worden door personen, die voldoende
gekwalificeerd zijn om tijdens het gebruik van het apparaat de noodzakelijke
veiligheidsmaatregelen na te leven.
Om direct contact met biologisch actieve materialen te vermijden, moet een geschikte
beschermde uitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, mondbescherming worden gedragen. Bovendien is
een gezichtsmasker noodzakelijk, als er een risico bestaat.
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan het onder spanning staande,
geopende apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd worden door een hiervoor
gekwalificeerde technicus, die zich bewust is van de hieraan verbonden gevaren.
De reparatie van het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd worden door de
fabrikant of door gekwalificeerde servicemedewerkers.
Gebruik uitsluitend accessoires en benodigdheden, die door Roche zijn geleverd of
goedgekeurd. Deze zijn speciaal voor het gebruik met dit apparaat vervaardigd en
voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen.
Bij gebruik van het apparaat met oplossingen, waarvan de samenstelling niet
overeenkomt met die van de originele oplossingen, kan de meetnauwkeurigheid op
lange termijn nadelig worden beïnvloed. Daarnaast kan door afwijkingen in de
samenstelling van de oplossingen de gebruiksduur van een Sensor Cartridge
verminderd worden.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten er dagelijks kwaliteitscontrolemetingen worden
uitgevoerd. Aangezien de meetresultaten van het apparaat niet alleen afhankelijk zijn
van het correct functioneren van het apparaat zelf, maar ook van een reeks
randvoorwaarden (b.v. aan de analyse voorafgaande bewerkingen), moeten de door
het apparaat geleverde resultaten worden onderworpen aan het oordeel van een
deskundige, voordat verdergaande maatregelen worden getroffen op basis van de
geleverde meetresultaten.
VOORZICHTIG!
Neem goede nota van de documentatie.
r Als het apparaat niet overeenkomstig de handleiding wordt gebruikt, kunnen
aanwezige veiligheidsmechanismen in hun werking worden belemmerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
46 Handleiding · Versie 10.0
2 Veiligheidsinformatie cobas b 123 POC system
Bedrijfsveiligheidsinformatie
Bedrijfsveiligheidsinformatie
Het apparaat is conform de volgende Europese normen gebouwd en getest:
o NEN-EN-IEC 61010-1
(1)
o NEN-EN-IEC 61010-2-101
(2)
o NEN-EN-IEC 61010-2-081
(3)
o NEN-EN-IEC 61326-1
(4)
o NEN-EN-IEC 61326-2-6
(5)
Het apparaat voldeed bij het verlaten van de fabriek aan alle relevante
veiligheidsnormen. Om deze toestand te handhaven en een veilige werking te
waarborgen, dienen alle aanwijzingen en waarschuwingen in deze handleiding in
acht te worden genomen.
o Dit apparaat is conform NEN-EN-IEC 61010-1 ingedeeld in veiligheidsklasse I.
o Het apparaat voldoet aan de voorwaarden voor overspanningscategorie I.
o Het apparaat voldoet aan de voorwaarden voor verontreinigingsniveau 2.
o Het apparaat is geclassificeerd conform NEN-EN-ISO 9614-1
(6)
en heeft een
geluidsniveau lager dan 55 dB.
o Gebruik het apparaat niet in een explosieve omgeving of in de nabijheid van
explosieve- of brandbare mengsels van anesthesiemiddelen met lucht, zuurstof of
lachgas.
o Servicewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd
personeel. Het apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten
worden onderhouden.
o Het apparaat is onderhoudsvrij, omdat alle aan slijtage onderhevige onderdelen
door het wisselen van de verbruiksmaterialen worden vervangen. Terugkerende
inspecties dienen op basis van lokale voorschriften te worden uitgevoerd.
Conform NEN-EN-IEC 62353
(7)
dienen terugkerende inspecties elke 24 maanden
te worden uitgevoerd.
o Als er voorwerpen of vloeistoffen in het apparaat komen, moet het apparaat van
het elektriciteitsnet worden losgekoppeld en door een vakman worden
gecontroleerd, voordat het verder mag worden gebruikt.
o Het apparaat is geschikt voor langdurig gebruik binnenshuis.
(1) NEN-EN-IEC 61010-1: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en
laboratoriumgebruik - (Deel 1: Algemene eisen)
(2) NEN-EN-IEC 61010-2-101: Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en
laboratoriumgebruik - (Deel 2-101: Bijzondere eisen voor in-vitro diagnostische (IVD) medische
apparatuur)
(3) NEN-EN-IEC 61010-2-081: Veiligheidseisen voor elektrische apparatuur voor metingen, controle en
laboratoriumgebruik - (Deel 2-081: Bijzondere eisen voor automatisch en semi-automatisch
laboratoriumapparatuur voor analyse en andere doeleinden)
(4) NEN-EN-IEC 61326-1: Elektrische uitrusting voor meting, besturing en laboratoriumgebruik - EMC-
eisen (Deel 1: Algemene eisen)
(5) NEN-EN-IEC 61326-2-6: Elektrische uitrusting voor meting, besturing en laboratoriumgebruik -
EMC-eisen (Deel 2-6: Speciale eisen - In-vitro diagnostische (IVD) medische apparatuur)
(6) NEN-EN-ISO 9614-1: Akoestiek - Bepaling van geluidsvermogensniveaus van geluidsbronnen via de
meting van geluidsintensiteiten (Deel 1: Metingen op vaste punten)
(7) NEN-EN-IEC 62353: Medische elektrische toestellen - Periodiek testen en testen na reparatie van
medische elektrische toestellen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 47
cobas b 123 POC system 2 Veiligheidsinformatie
Bedrijfsveiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Als de deur aan de voorzijde is geopend en er gelijktijdig verbruiksmaterialen worden
verwijderd, bestaat er gevaar van verwonding. De voorschriften en
veiligheidsinstrucries in de betreffende hoofdstukken van de handleiding dienen
zorgvuldig in acht te worden genomen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De stekker van de voedingskabel mag alleen in een stopcontact met randaarde
worden gestoken. Bij gebruik van een verlengkabel dient deze eveneens correct
geaard te zijn.
r De voedingskabel moet voldoen aan de specifiek voor een bepaald land geldende
eisen. Bestellingen zijn alleen mogelijk via de lokale vertegenwoordiging van Roche.
r Elke breuk in de randaardedraad binnen of buiten het apparaat of een losse
randaardeaansluiting kan tijdens het gebruik tot gevaarlijke bedrijfscondies voor het
personeel leiden. Een opzettelijke onderbreking van de randaarde is niet toegestaan.
r Het apparaat is niet geschikt om te worden aangesloten op een gelijkstroomvoeding.
r Gebruik uitsluitend de originele netspanningadapter van het cobas b 123 POC system.
De netspanningadapter mag niet worden gerepareerd of geopend.
Roche Diagnostics Februari 2015
48 Handleiding · Versie 10.0
2 Veiligheidsinformatie cobas b 123 POC system
IT-beveiligingsadvies
IT-beveiligingsadvies
Beschrijving
Dit advies heeft betrekking op alle apparaten die gebaseerd zijn op algemeen
verkrijgbare besturingssystemen (Microsoft Windows, Linux, enz.) met de
mogelijkheid om externe opslagmedia (USB-opslagmedia/sticks, vaste schijven,
floppydisks, CD-ROM, DVS, camera's, PDA, draadloze communicatieapparatuur,
enz.) aan te sluiten. Dit betreft meestal, doch is niet beperkt tot alle producten die met
een pc of notebook worden geleverd.
Externe opslagmedia kunnen geïnfecteerd zijn met kwaadaardige software (bijv. een
virus, trojan horse, spyware, enz.) en deze overdragen.
Het cobas b 123 POC system is niet uitgerust met antivirussoftware. Hierom is het
van essentieel belang om de hieronder weergegeven noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen te nemen om de overdracht van schadelijke software te
voorkomen.
Beveiligingsvoorzorgsmaatregelen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Het niet opvolgen van de volgende aanbevelingen kan resulteren in verlies van
gegevens, verlies van de integriteit van resultaten van patiënten of het niet beschikbaar
zijn van het systeem, waardoor patiënten in gevaar kunnen worden gebracht.
o Controleer alle externe opslagmedia (op een andere pc) om er zeker van te zijn
dat deze vrij zijn van kwaadaardige software, voordat u deze opslagmedia op het
systeem aansluit.
o Controleer het externe opslagmedium bij gebruik op verschillende systemen
tussendoor nogmaals om kruislingse interferentie te voorkomen.
o Onder geen beding mogen verwisselbare opslagmedia, in het bijzonder USB-
opslagmedia/sticks, thuis of op openbare computersystemen worden gebruikt en
vervolgens op een systeem op het werk of een systeem van een gebruiker worden
aangesloten.
o Gebruik de USB-poorten niet om andere externe opslagmedia aan te sluiten,
tenzij dit in de specifieke documentatie van het cobas b 123 POC system staat
aangegeven.
o Bewaar alle externe opslagapparaten op een beveiligde plaats, zodat de apparaten
alleen toegankelijke zijn voor bevoegd personeel.
o Voeg geen bestanden of software toe en verwijder of verplaats geen bestanden of
software, tenzij dit in de specifieke documentatie van het
cobas b 123 POC system staat aangegeven.
o Kopieer en installeer nooit software, die niet van Roche is, op het systeem.
o Als het systeem aanvullende software nodig heeft, neem dan contact op met de
helpdesk van het betreffende systeem.
o Gebruik de mogelijkheid om van diensten op afstand gebruik te maken alleen om
verbinding te maken met het Servicenetwerk van Roche.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 49
cobas b 123 POC system 2 Veiligheidsinformatie
IT-beveiligingsadvies
o Maak geen verbinding met internet, tenzij dit in de specifieke documentatie van
het cobas b 123 POC system staat aangegeven.
o Zorg ervoor dat alleen gevalideerde computers met het netwerk van het
apparaat/systeem verbonden zijn.
o Zorg ervoor dat andere computers op aangesloten netwerken (bijv. LIS, FTP)
goed beveiligd en beschermd zijn tegen kwaadaardige software. Dit is de
verantwoordelijkheid van de klant en zijn IT-specialisten.
Roche Diagnostics Februari 2015
50 Handleiding · Versie 10.0
2 Veiligheidsinformatie cobas b 123 POC system
IT-beveiligingsadvies
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 51
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Inhoudsopgave
Algemene beschrijving 3
Dit hoofdstuk bevat een algemene beschrijving van het apparaat, de
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen bij bijzondere gevaren en de juiste omgang met de
Sensor Cartridge, het Fluid Pack en het AutoQC Pack.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
3
Inleiding.................................................................................................................................53
Algemene aanwijzingen.......................................................................................................55
Toepassingsgebied..........................................................................................................55
Algemene aanwijzingen voor het gebruik...................................................................55
Kalibratieprincipe.................................................................................................................56
ISE-, pH-, CO2-sensoren..............................................................................................56
O2-sensor........................................................................................................................56
Hct....................................................................................................................................56
Glu/Lac-sensoren...........................................................................................................56
Oxymetermodule (tHb, SO2, Hb-derivaten en bilirubine)......................................56
Beoordeling van metingen..................................................................................................58
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen tegen specifieke gevaren ...........................................59
Afvalverwijdering: weggooien van verbruiksmaterialen en het apparaat ..............59
Ontsmetten .....................................................................................................................59
Omgang met het cobas b 123 Fluid Pack ..........................................................................60
Omgang met de cobas b 123 Sensor Cartridge ................................................................61
Sensorfases ......................................................................................................................61
OPSTART-fase..........................................................................................................61
INWERK-fase...........................................................................................................62
Stabiele fase...............................................................................................................62
IN GEBRUIK-tijd ....................................................................................................62
Omgang met het cobas b 123 AutoQC Pack ....................................................................63
Roche Diagnostics Februari 2015
52 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 53
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Inleiding
Inleiding
Figuur 3-1 cobas b 123 POC system
. Het cobas b 123 POC system is een volledig geautomatiseerd POC-systeem voor de
in-vitrometing van pH, bloedgassen (BG), elektrolyten (ISE), hematocriet (Hct),
metabolieten (Glu, Lac), totaal hemoglobine (tHb), hemoglobinederivaten (O
2
Hb,
HHb, COHb, MetHb), zuurstofsaturatie (SO
2
) en neonatale bilirubine (Bili).
(1)
Daarnaast berekent het cobas b 123 POC system ook nog afgeleide parameters.
Het is bedoeld voor gebruik in een Point-of-Care-omgeving en in laboratoria. De
geïntegreerde AutoQC-module en de oxymetermodule zijn verkrijgbaar als optie.
Afhankelijk van de uitrusting van het apparaat, de gebruikte Sensor Cartridge en het
gebruikte Fluid Pack kunnen de volgende parameters in humaan volbloed, in
dialyseoplossing en QC-materialen worden gemeten:
(1) Totaal bilirubine
Apparaatversie Gemeten parameters Optionele modules
cobas b 123 <1> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct, Glu, Lac
cobas b 123 <2> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct, Glu, Lac
AutoQC-module
cobas b 123 <3> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct, Glu, Lac,
tHb, O
2
Hb, HHb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Oxymetermodule
cobas b 123 <4> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct, Glu, Lac,
tHb, O
2
Hb, HHb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
AutoQC- &
oxymetermodule
Tabel 3-1 Apparaatversies
Type monster Gemeten parameters
Volbloed. QC-materiaal
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct, Glu, Lac, tHb, O
2
Hb, HHb, COHb,
MetHb, SO
2
, Bili
Dialyseoplossing
Na+, K
+
, Ca
2+
Tabel 3-2 Monstertypes
Roche Diagnostics Februari 2015
54 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Inleiding
u Raadpleeg voor een lijst met de uitvoeringen van de Sensor Cartridge Onderdelen van het
systeem (p. 135), paragraaf cobas b 123 Sensor Cartridge (p. 151).
u Voor een lijst met alle verbruiksmaterialen, zie Lijst van verbruiksmaterialen (p. 441).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 55
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Algemene aanwijzingen
Algemene aanwijzingen
Toepassingsgebied
Het apparaat is ontworpen voor de meting van parameters in humaan volbloed en de
specificaties of karakteristieken van de meetwaarden zijn derhalve voor dit
toepassingsgebied gecontroleerd.
De specificaties of karakteristieken van de meetwaarden van aanbevolen waterige
controleoplossingen zijn door een geschikte keuze van de bestanddelen en door het
uitvoeren van de desbetreffende correcties in de QC-meetmodus gewaarborgd.
De nauwkeurigheid van de meetwaarden van ongedefineerde waterige oplossingen
kan niet worden gewaarborgd (b.v. vanwege mogelijk interfererende bestanddelen
en/of systemen met ontbrekende of onvoldoende buffercapaciteit en/of verschillen in
ionensterkte en diffusiepotentieel ten opzichte van biologische monstermaterialen).
Algemene aanwijzingen voor het gebruik
Het apparaat moet permanent ingeschakeld zijn!
Als het apparaat gedurende een langere periode (> 24 uren) niet zal worden gebruikt,
moet het buiten bedrijf worden gesteld.
u Raadpleeg In- en buitenbedrijfstelling (p. 173) voor meer informatie.
Er moet worden voorkomen dat er andere vloeistoffen dan monsters en QC-
materiaal via de vulopening in het apparaat komen.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens nadat
een Sensor Cartridge of een Fluid Pack is verwisseld en na inbedrijfstelling van het
apparaat een kwaliteitscontrole op drie niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
worden uitgevoerd.
Bovendien moet er tussen twee automatische 2 puntskalibraties (2P-kal.) ten minste
één QC-meting op afwisselende niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden
uitgevoerd.
u Raadpleeg Kwaliteitscontrole (p. 241) voor meer informatie.
Roche Diagnostics Februari 2015
56 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Kalibratieprincipe
Kalibratieprincipe
De parameters van het cobas b 123 POC system worden gekalibreerd door middel
van drie stabiele waterige oplossingen, die zich in luchtdicht afgesloten zakken in het
Fluid Pack bevinden. Aanvullend zijn er geen kalibratiemedia nodig. Hierdoor is het
gebruik van precisiegas niet nodig.
ISE-, pH-, CO
2
-sensoren
De parameters Na
+
, K
+
, Ca
2+
, Cl
-
, pH en CO
2
worden gekalibreerd met de Standby-
en CAL 2-oplossingen, die een gedefinieerde hoeveelheid elektrolyten en zure- resp.
basische bestanddelen van een pH-buffersysteem bevatten. Door een luchtdichte
toegang tot de kalibratieoplossingen te waarborgen, kan het CO
2
-gehalte stabiel
worden gehouden en hierdoor voor kalibratie worden gebruikt.
O
2
-sensor
De CAL 2-oplossing bevat een zeer lage concentratie zuurstof en wordt hierom
gebruikt voor de kalibratie van het lage kalibratiepunt. Eén keer per uur wordt het
hoge kalibratiepunt gekalibreerd met behulp van de Standby-oplossing. De
zuurstofconcentratie van de Standby-oplossing komt overeen met die van de
omgevingslucht. Een keer per dag wordt dit kalibratiepunt door kalibratie m.b.v.
omgevingslucht geverifieerd.
Hct
De Hct wordt d.m.v. geleidbaarheidsmetingen m.b.v. een elektronisch referentiepunt
en de Standby-oplossing, die een hoge geleidbaarheid heeft, gekalibreerd.
Glu/Lac-sensoren
Door de vorm van de kalibratiecurve dienen er voor de kalibratie van de
meetparameters Glu en Lac drie kalibratiepunten te worden bepaald. Hiervoor
worden de Standby-, CAL 1- en CAL 2-oplossingen gebruikt.
Oxymetermodule (tHb, SO
2
, Hb-derivaten en bilirubine)
Voor de kalibratie van de oxymetermodule dienen een golflengtekalibratie van de
polychromator en een kalibratie van de weglengte van het cuvet te worden
uitgevoerd.
Polychromatorkalibratie Door de bekende intensiteitsmaxima van de spectrale lichtbron is het d.m.v.
polychromatorkalibratie mogelijk om een exact verband tussen het gemeten signaal
en de golflengte vast te stellen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 57
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Kalibratieprincipe
Weglengte van het cuvet Een kalibratie van de weglengte van het cuvet is noodzakelijk, omdat deze in directe
relatie met de gemeten absorptie staat. Hiervoor wordt de CAL 2-oplossing gebruikt,
die voor dit doel een kleurstof bevat.
Roche Diagnostics Februari 2015
58 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Beoordeling van metingen
Beoordeling van metingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Voordat er op grond van de met het cobas b 123 POC system verkregen
meetresultaten klinische beslissingen worden genomen, moeten de meetresultaten
altijd eerst door medisch geschoold personeel op plausibiliteit worden gecontroleerd,
waarbij rekening wordt gehouden met het klinische beeld van de patiënt.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens nadat
een Sensor Cartridge of een Fluid Pack is verwisseld en na inbedrijfstelling van het
apparaat een kwaliteitscontrole op drie niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
worden uitgevoerd.
Bovendien moet er tussen twee automatische 2 puntskalibraties (2P-kal.) ten minste
één QC-meting op afwisselende niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden
uitgevoerd.
u Raadpleeg voor uitvoerige informatie Kwaliteitscontrole (p. 241).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 59
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen tegen specifieke gevaren
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen tegen specifieke gevaren
u Raadpleeg voor uitvoerige informatie Meting (p. 191).
Afvalverwijdering: weggooien van verbruiksmaterialen en het apparaat
Ontsmetten
Het doel van ontsmetting is om het risico, dat bestaat bij de omgang met delen die in
contact zijn geweest met biologische monstermaterialen, tot een minimum te
beperken.
Roche adviseert het uitvoeren van een omtsmettingsprocedure. Daarnaast dienen de
algemeen voor laboratoria geldende voorschriften te worden nageleefd.
Deze ontsmetting dient regelmatig conform de specifiek voor laboratoria geldende
voorschriften te worden uitgevoerd om het risico van infectie tot een minimum te
beperken.
u Voor meer informatie over ontsmetting kunt u Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347),
paragraaf Ontsmetten (p. 349) raadplegen.
Bij de omgang met monstermaterialen dienen de noodzakelijke voorschriften m.b.t. de
hygiëne in acht te worden genomen. Ze kunnen gevaarlijke ziekteverwekkers bevatten.
Fluid Pack, Sensor Cartridge, gebruikte bemonsteringsmaterialen en het apparaat dienen
conform de lokaal geldende wettelijke bepalingen en de voorschriften van uw laboratorium te
worden wegggegooid (biologisch besmet materiaal – gevaarlijk afval).
Het Fluid Pack en de Sensor Cartridge bevatten na gebruik biologische vloeistoffen resp.
vloeistofresten die een infectiegevaar kunnen vormen.
Met deze componenten dient zorgvuldig, met inachtneming van de voorschriften voor de
omgang met potentieel infectieuze materialen, te worden omgegaan. Vermijd contact met de
huid.
Om direct contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte beschermende
uitrusting te worden gedragen. Een geschikte beschermde uitrusting omvat
laboratoriumkleding, beschermende handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is
gezichtsbescherming noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten
geschikte ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
60 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Omgang met het cobas b 123 Fluid Pack
Omgang met het cobas b 123 Fluid Pack
Het Fluid Pack moet overeenkomstig de op de verpakking aangegeven specificaties
worden bewaard. De oplossingen dienen vóór gebruik op omgevingstemperatuur te
worden gebracht.
De houdbaarheid van het Fluid Pack is beperkt.
De bewaartemperatuur en de maximale houdbaarheid vindt u op het etiket en op de
verpakking van het Fluid Pack.
VOORZICHTIG!
Niet invriezen!
r Bij invriezen van het Fluid Pack kan een concentratieverandering van de oplossing
optreden, hetgeen tot kalibratiefouten kan leiden.
r Beschadigde Fluid Packs niet gebruiken!
u Raadpleeg Specificaties (p. 65) voor "Opslag- en transportcondities".
Als er vloeistof uit het Fluid Pack lekt (b.v. tijdens werking van het apparaat of na het
verwijderen uit het apparaat), dienen de voorschriften voor de omgang met potentieel
infectieus materiaal zorgvuldig in acht te worden genomen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 61
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Omgang met de cobas b 123 Sensor Cartridge
Omgang met de cobas b 123 Sensor Cartridge
De Sensor Cartridge moet overeenkomstig de verpakkingsspecificaties worden
bewaard. De gebruiksduur van de Sensor Cartridge is beperkt.
De bewaartemperatuur en de maximale houdbaarheid vindt u op de verpakking van
de Sensor Cartridge.
u Raadpleeg Specificaties (p. 65) voor "Opslag- en transportcondities".
Sensorfases
Na het plaatsen van een nieuwe Sensor Cartridge moet een OPSTART-fase van 60
minuten in acht worden genomen. Gedurende deze tijd wordt de Sensor Cartridge
bevochtigd en wordt de eerste kalibratie van het systeem uitgevoerd.
OPSTART-fase
De OPSTART-fase beschrijft de tijd vanaf het plaatsen van een nieuwe, droge Sensor
Cartridge tot het moment dat deze gereed is voor de eerste meting. Deze fase bestaat
uit de volgende delen:
o BEVOCHTIGING-procedure
o Controle van het koppel
o Zwellingstijd
o Eerste kalibratie van het systeem
De OPSTART-fase is in het algemeen in 60 minuten voltooid.
q
OPMERKING
De OPSTART-fase begint als er een nieuwe Sensor Cartridge wordt geplaatst.
BEVOCHTIGING-procedure Tijdens de BEVOCHTIGING-procedure wordt er een Standby-oplossing opgezogen.
Hierdoor wordt de Sensor Cartridge bevochtigd en bij een verhoogde temperatuur
geactiveerd.
Controle van het koppel De controle van het thermische koppel zorgt ervoor dat de verschillende
temperatuurzones voor BG (37 °C) en ISE/Glu/Lac (30 °C) correct in stand worden
gehouden.
Zwellingstijd Beschrijft de tijd tussen het einde van de controle van het koppel en de eerste
kalibratie van het systeem. Deze is sensorafhankelijk en wordt al bij de levering op de
Smart Memory Chip van de Sensor Cartridge opgeslagen.
Fase Werking van het apparaat
OPSTART-fase Er wordt geen meting uitgevoerd
INWERK-fase Meetmodus met langere tijdsduur voor weergave op display
of langere meetduur
Stabiele fase Reguliere werking
IN GEBRUIK-tijd Gebruiksduur van de Sensor Cartridge
Tabel 3-3 Sensorfases
Roche Diagnostics Februari 2015
62 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Omgang met de cobas b 123 Sensor Cartridge
Eerste kalibratie van het systeem De eerste kalibratie van het systeem beëindigt de OPSTART-fase. Tijdens deze
kalibratie worden alle kalibratiegegevens opnieuw bepaald, waardoor deze kalibratie
langer duurt dan een normale kalibratie van het systeem. Het starttijdstip van deze
kalibratie is afhankelijk van de sensor en is bij de levering al op de Smart Memory
Chip van de Sensor Cartridge opgeslagen.
INWERK-fase
De INWERK-fase begint met de beëindiging van de OPSTART-fase en eindigt na een
op de Smart Memory Chip van de Sensor Cartridge opgeslagen INWERK-tijd.
In de INWERK-fase bereikt de Sensor Cartridge nog niet de maximale prestaties wat
betreft bemonsteringssnelheid, meetsnelheid, gebruiksduur, enz. Er zijn echter geen
beperkingen bij de meetnauwkeurigheid en precisie.
Stabiele fase
De ”Stabiele fase” begint nadat de INWERK-fase is beëindigd en duurt tot het einde
van de gebruiksduur van de Sensor Cartridge.
IN GEBRUIK-tijd
De IN GEBRUIK-tijd is de tijd van begin van de INWERK-fase tot het einde van de
”Stabiele fase” (einde van de gebruiksduur van de Sensor Cartridge).
u Voor ”Stabiliteit tijdens gebruik” kunt u Specificaties (p. 65), deel cobas b 123 Sensor
Cartridge (p. 100) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 63
cobas b 123 POC system 3 Algemene beschrijving
Omgang met het cobas b 123 AutoQC Pack
Omgang met het cobas b 123 AutoQC Pack
Het AutoQC Pack moet overeenkomstig de op de verpakking aangegeven
specificaties worden bewaard. Het AutoQC Pack dient vóór gebruik op
omgevingstemperatuur te worden gebracht.
De houdbaarheid van het AutoQC Pack is beperkt.
De bewaartemperatuur en de maximale houdbaarheid vindt u op het etiket en op de
verpakking van het AutoQC Pack.
VOORZICHTIG!
Niet invriezen!
r Bij invriezen van het AutoQC Pack kan een concentratieverandering van de oplossing
optreden, hetgeen tot QC-fouten kan leiden.
r Beschadigde AutoQC Packs niet gebruiken!
u Raadpleeg Specificaties (p. 65) voor "Opslag- en transportcondities".
Roche Diagnostics Februari 2015
64 Handleiding · Versie 10.0
3 Algemene beschrijving cobas b 123 POC system
Omgang met het cobas b 123 AutoQC Pack
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 65
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Inhoudsopgave
Specificaties 4
In dit hoofdstuk worden zowel de karakteristieken als product- en milieutechnische
gegevens beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
4
Karakteristieken....................................................................................................................69
Meetparameters..............................................................................................................69
Precisie (monstermodus: normaal (gebruikelijke monsters))..................................69
pH ..............................................................................................................................70
PO2 ............................................................................................................................70
PCO2 .........................................................................................................................71
Natrium.....................................................................................................................71
Kalium.......................................................................................................................72
Chloride ....................................................................................................................73
Geïoniseerd calcium................................................................................................74
Hct..............................................................................................................................75
Lactaat .......................................................................................................................76
Glucose......................................................................................................................76
tHb .............................................................................................................................77
SO2.............................................................................................................................78
O2Hb.........................................................................................................................78
COHb ........................................................................................................................79
MetHb .......................................................................................................................79
HHb ...........................................................................................................................80
Bilirubine ..................................................................................................................81
Precisie (monstermodus: micromonster) ...................................................................81
pH ..............................................................................................................................82
PO2 ............................................................................................................................82
PCO2 .........................................................................................................................83
Hct..............................................................................................................................83
tHb .............................................................................................................................83
SO2.............................................................................................................................84
O2Hb.........................................................................................................................84
COHb ........................................................................................................................85
MetHb .......................................................................................................................85
Roche Diagnostics Februari 2015
66 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
HHb ...........................................................................................................................86
Bilirubine ..................................................................................................................86
Lineariteit (gebruikelijke monsters).............................................................................87
Materiaal: tonometrisch bereid volbloed..............................................................87
Materiaal: bereid volbloed ......................................................................................88
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine ............................................................88
Materiaal: bereide dialyseoplossing.......................................................................88
Lineariteit (micromonsters)..........................................................................................88
Materiaal: tonometrisch bereid volbloed..............................................................89
Materiaal: bereid volbloed ......................................................................................89
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine ............................................................89
Correlatie met andere methoden.................................................................................89
pH ..............................................................................................................................89
PO2 ............................................................................................................................90
PCO2 .........................................................................................................................90
tHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)..........................................90
O2Hb (cobas b 123 POC system met COOX-module)......................................90
HHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)........................................91
MetHb (cobas b 123 POC system met COOX-module) ....................................91
COHb (cobas b 123 POC system met COOX-module).....................................91
Bilirubine ..................................................................................................................91
SO2 (cobas b 123 POC system met COOX-module) .........................................91
Hct..............................................................................................................................92
Natrium.....................................................................................................................92
Kalium.......................................................................................................................92
Geïoniseerd calcium................................................................................................93
Chloride ....................................................................................................................93
Glucose......................................................................................................................93
Lactaat .......................................................................................................................93
Vergelijking van micromonsters met gebruikelijke monsters..................................94
Monsterverwerkingssnelheid..............................................................................................95
Meettijden van de monsters................................................................................................96
Monstervolumes...................................................................................................................97
Monstertypes.........................................................................................................................98
Kalibraties..............................................................................................................................99
Omgevingsparameters...................................................................................................... 100
Temperatuur/luchtvochtigheid/stabiliteit................................................................ 100
Apparaat................................................................................................................. 100
cobas b 123 Sensor Cartridge.............................................................................. 100
cobas b 123 Fluid Pack ......................................................................................... 101
QC-materiaal......................................................................................................... 101
Productgegevens................................................................................................................ 102
Elektrische gegevens ................................................................................................... 102
Classificatie (conform IEC/ISO)............................................................................... 102
Afmetingen .................................................................................................................. 102
Gewicht......................................................................................................................... 102
Geluidsniveau .............................................................................................................. 102
Draagpunten ................................................................................................................ 102
Printer ................................................................................................................................. 104
User interface module (gebruikersinterfacemodule).................................................... 105
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 67
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Inhoudsopgave
Barcodescanner (standaard) ............................................................................................ 106
Beeldregistrerende scanner (optioneel).......................................................................... 107
Roche Diagnostics Februari 2015
68 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 69
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Karakteristieken
Meetparameters
Precisie (monstermodus: normaal (gebruikelijke monsters))
Gegevens voor de ”herhaalbaarheid (S
R
)” en de ”intermediaire precisie (S
I
)” werden
verkregen door op cobas b 123 POC systemen gedurende een periode van 20 dagen
tweemaal per dag een monster in duplo te analyseren.
De gemiddelde waarde is de gemeten waarde van de betreffende parameter, waarvoor
S
R
en S
I
representatief zijn of zijn bepaald.
Parameter Gespecificeerd voor Gespecificeerd bereik
PO
2
B/Q/C 10 - 700 mm Hg
PCO
2
B/Q/C 10 - 150 mm Hg
pH B/Q/C 6,5 - 8,0
Natrium B/Q/C
DS
100 - 200 mmol/L
120 - 155 mmol/L
Kalium B/Q/C
DS
1,0 - 15 mmol/L
1,0 - 6,0 mmol/L
Chloride B/Q/C 70 - 150 mmol/L
Geïoniseerd calcium B/Q/C
DS
0,1 - 2,5 mmol/L
0,9 - 1,85 mmol/L
0,4008 - 10,02 mg/dL
3,6072 - 7,42 mg/dL
Hct B/Q 10 - 75 %
Glucose B/Q/C 1,0 - 30 mmol/L 18,016 - 540,48 mg/dL
Lactaat B/Q/C 1,0 - 20 mmol/L 9,0080 - 180,16 mg/dL
tHb (COOX) B/Q 4 - 25 g/dL
SO
2
(COOX) B/Q 30 - 100 %
HHb (COOX) B/Q 0 - 70 %
COHb (COOX) B/Q 0 - 70 %
O
2
Hb (COOX) B/Q 30 - 100 %
MetHb (COOX) B/Q 0 - 70 %
Bilirubine (neonataal) (COOX) B/Q 3 - 50 mg/dL 51,3 - 855 mol/L
Baro 530 - 800 mm Hg
Tabel 4-1 Meetparameters
B
Vol bl oe d
DS
Dialyseoplossing
Q
Waterig QC-materiaal
(1)
(1) met bij benadering fysiologische ionenmatrix en buffercapaciteit.
C
Waterige oplossingen
Roche Diagnostics Februari 2015
70 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Tonometrisch bereid volbloed Volbloed werd bij 37 °C met ultraprecieze gasmengsels tonometrisch bereid.
Bereid volbloed De benoemde waarden van bereid volbloed zijn gebaseerd op referentiemethoden.
pH
Eenheid: [pH-eenheden]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
PO
2
Eenheid: [mm Hg]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, 20 verschillende personen, n=80
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 7,237 0,0029 0,04 0,0033 0,04
Monster 2 7,441 0,0029 0,03 0,0032 0,04
Monster 3 7,568 0,0054 0,07 0,0050 0,06
Tabel 4-2 Materialen voor pH-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 7,149 0,0026 0,04 0,0059 0,08
Niveau 2 7,393 0,0016 0,02 0,0043 0,06
Niveau 3 7,543 0,0016 0,02 0,0044 0,06
Tabel 4-3 Materialen voor pH-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 6,883 0,0017 0,02 0.0083 0,12
Niveau 5 7,731 0,0015 0,02 0,0061 0,08
Tabel 4-4 Materialen voor pH-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 145,4 0,7404 0,51 3,2402 2,23
Monster 2 40,5 0,6888 1,70 2,4680 6,09
Monster 3 352,2 2,0866 0,59 8,7645 2,49
Tabel 4-5 Materialen voor PO
2
-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 71
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
PCO
2
Eenheid: [mm Hg]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, 20 verschillende personen, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Natrium
Eenheid: [mmol/L]
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 58,5 1,0476 1,79 1,7558 3,00
Niveau 2 98,7 1,6680 1,69 3,5239 3,57
Niveau 3 147,6 1,1515 0,78 4,6708 3,17
Tabel 4-6 Materialen voor PO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 28,9 1,8232 6,32 2,3972 8,31
Niveau 5 448,5 5,6049 1,25 16,8744 3,76
Tabel 4-7 Materialen voor PO
2
-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(CV%)
Monster 1 23,5 0,1174 0,50 0,5186 2,21
Monster 2 72,7 0,3728 0,51 2,3130 3,18
Monster 3 128,6 1,7942 1,39 3,3567 2,61
Tabel 4-8 Materialen voor PCO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 64,2 0,4441 0,69 1,0526 1,64
Niveau 2 41,9 0,2699 0,64 0,6055 1,44
Niveau 3 25,7 0,0935 0,36 0,4348 1,69
Tabel 4-9 Materialen voor PCO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 123,5 0,7458 0,60 3,3313 2,70
Niveau 5 19,2 0,1436 0,75 0,4081 2,12
Tabel 4-10 Materialen voor PCO
2
-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
72 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: plasma, n=80
Materiaal: bereide dialyseoplossing, n=80
Kalium
Eenheid: [mmol/L]
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 117,7 0,2845 0,24 0,5352 0,45
Monster 2 138,6 0,2709 0,19 0,4388 0,31
Monster 3 156,2 0,5890 0,37 0,5361 0,34
Tabel 4-11 Materialen voor natriummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 117,4 0,3946 0,34 0,5152 0,44
Niveau 2 141,0 0,1519 0,11 0,4866 0,35
Niveau 3 153,7 0,4462 0,29 0,8063 0,52
Tabel 4-12 Materialen voor natriummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 113,2 0,1765 0,16 0,7363 0,65
Niveau 5 177,5 0,2032 0,11 1,2176 0,69
Tabel 4-13 Materialen voor natriummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 140,7 0,6789 0,48 1,8788 1,34
Hoog niveau 160,9 0,2104 0,13 0,9028 0,56
Tabel 4-14 Materialen voor natriummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 122,5 0,3801 0,31 0,5162 0,42
Niveau 2 139,1 0,3207 0,23 0,4397 0,32
Niveau 3 150,5 0,2882 0,19 0,4577 0,30
Tabel 4-15 Materialen voor natriummetingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 73
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: plasma, n=80
Materiaal: bereide dialyseoplossing, n=80
Chloride
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 3,05 0,0221 0,72 0,0228 0,74
Monster 2 5,00 0,0148 0,29 0,0198 0,39
Monster 3 6,10 0,0198 0,32 0,0238 0,39
Tabel 4-16 Materialen voor kaliummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 2,98 0,0110 0,37 0,0170 0,57
Niveau 2 4,72 0,0070 0,15 0,0174 0,37
Niveau 3 7,01 0,0225 0,32 0,0515 0,74
Tabel 4-17 Materialen voor kaliummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 9,25 0,0152 0,16 0,1166 1,26
Niveau 5 2,02 0,0060 0,30 0,0292 1,44
Tabel 4-18 Materialen voor kaliummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 3,67 0,0161 0,44 0,0476 1,30
Hoog niveau 6,45 0,0104 0,16 0,1259 1,95
Tabel 4-19 Materialen voor kaliummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 1,28 0,0086 0,67 0,0239 1,87
Niveau 2 3,97 0,0061 0,15 0,0131 0,33
Niveau 3 5,76 0,0053 0,09 0,0157 0,27
Tabel 4-20 Materialen voor kaliummetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1
78,2 0,3529 0,45 0,6415 0,82
Tabel 4-21 Materialen voor chloridemetingen
Roche Diagnostics Februari 2015
74 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: plasma, n=80
Geïoniseerd calcium
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Monster 2
101,4 0,3478 0,34 0,4932 0,48
Monster 3
126,6 0,7057 0,55 0,7989 0,63
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Tabel 4-21 Materialen voor chloridemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 81,5 0,5086 0,62 1,3698 1,68
Niveau 2 99,5 0,2633 0,26 1,0743 1,08
Niveau 3 115,6 0,3831 0,33 1,0635 0,92
Tabel 4-22 Materialen voor chloridemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 89,4 0,0815 0,09 0,4791 0,54
Niveau 5 133,5 0,3652 0,27 1,9308 1,45
Tabel 4-23 Materialen voor chloridemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 105,0 0,3959 0,38 1,5632 1,49
Hoog niveau 125,6 0,2029 0,16 1,1795 0,94
Tabel 4-24 Materialen voor chloridemetingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,72 0,01 1,07 0,01 1,85
Monster 2 1,18 0,01 0,79 0,02 1,79
Monster 3 1,40 0,02 1,25 0,02 1,25
Tabel 4-25 Materialen voor meting van geïoniseerd calcium
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 1,709 0,0105 0,61 0,0132 0,77
Niveau 2 1,219 0,0029 0,24 0,0045 0,37
Niveau 3 0,661 0,0049 0,74 0,0061 0,92
Tabel 4-26 Materialen voor meting van geïoniseerd calcium
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 75
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: plasma, n=80
Materiaal: bereide dialyseoplossing, n=80
Hct
Eenheid: [%]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 4 2,157 0,0053 0,25 0,0168 0,78
Niveau 5 0,400 0,0025 0,63 0,0076 1,89
Tabel 4-27 Materialen voor meting van geïoniseerd calcium
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 1,079 0,0129 1,20 0,0389 3,61
Hoog niveau 1,026 0,0066 0,64 0,0088 0,86
Tabel 4-28 Materialen voor meting van geïoniseerd calcium
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 1,831 0,0126 0,69 0,0189 1,03
Niveau 2 1,338 0,0066 0,49 0,0100 0,75
Niveau 3 0,953 0,0036 0,38 0,0062 0,65
Tabel 4-29 Materialen voor meting van geïoniseerd calcium
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 22,1 0,2461 1,11 0,3649 1,65
Monster 2 38,5 0,1597 0,41 0,4427 1,14
Monster 3 62,3 0,2370 0,38 0,5559 0,89
Tabel 4-30 Materialen voor Hct-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 58,9 0,1416 0,24 0,4716 0,80
Niveau 2 40,9 0,0874 0,21 0,4306 1,05
Niveau 3 32,5 0,0732 0,22 0,3460 1,06
Tabel 4-31 Materialen voor Hct-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 19,0 0,0731 0,38 0,2233 1,18
Niveau 6 63,6 0,0573 0,09 0,4745 0,75
Tabel 4-32 Materialen voor Hct-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
76 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Lactaat
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: plasma, n=80
Glucose
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,90 0,01 1,18 0,07 8,11
Monster 2 1,40 0,01 0,69 0,10 7,10
Monster 3 3,60 0,06 1,56 0,20 5,55
Tabel 4-33 Materialen voor lactaatmetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 10,7 0,0399 0,37 0,2491 2,34
Niveau 2 3,2 0,0076 0,24 0,0647 2,03
Niveau 3 1,7 0,0056 0,32 0,0464 2,65
Tabel 4-34 Materialen voor lactaatmetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 6,3 0,0653 1,04 0,1489 2,37
Niveau 6 14,2 0,1022 0,72 0,4257 3,00
Tabel 4-35 Materialen voor lactaatmetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 5,6 0,0894 1,61 0,1525 2,75
Hoog niveau 5,3 0,0462 0,87 0,2002 3,75
Tabel 4-36 Materialen voor lactaatmetingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 2,60 0,06 2,28 0,16 6,11
Monster 2 5,00 0,06 1,27 0,25 4,91
Monster 3 27,10 0,15 0,56 1,42 5,24
Tabel 4-37 Materialen voor glucosemetingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 77
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: waterige oplossing met verhoogde glucosewaarde, n=80
Materiaal: plasma, n=80
tHb
Eenheid: [g/dL]
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1
6,1 0,0361 0,59 0,1015 1,67
Niveau 2
2,6 0,0221 0,85 0,0584 2,23
Niveau 3
25,0 0,0930 0,37 0,5734 2,29
Tabel 4-38 Materialen voor glucosemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 2,5 0,0229 0,91 0,0886 3,55
Niveau 6 25,5 0,1963 0,77 0,7065 2,77
Tabel 4-39 Materialen voor glucosemetingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 28,1 0,3642 1,30 0,8414 3,00
Tabel 4-40 Materialen voor glucosemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Normaal niveau 4,1 0,0623 1,52 0,1431 3,48
Hoog niveau 28,6 0,1678 0,59 0,8775 3,07
Tabel 4-41 Materialen voor glucosemetingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(CV%)
Monster 1 6,5 0,1058 1,62 0,0938 1,44
Monster 2 12,9 0,0874 0,67 0,1298 1,00
Monster 3 20,7 0,0703 0,33 0,1402 0,67
Tabel 4-42 Materialen voor tHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 7,1 0,0469 0,66 0,1624 2,29
Niveau 2 11,5 0,0830 0,72 0,1281 1,12
Niveau 3 19,6 0,1613 0,82 0,2362 1,21
Tabel 4-43 Materialen voor tHb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
78 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
SO
2
Eenheid: [%]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
O
2
Hb
Eenheid: [%]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=40
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 6,1 0,0368 0,60 0,1303 2,12
Niveau 6 21,7 0,1368 0,63 0,2309 1,06
Tabel 4-44 Materialen voor tHb-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 82,6 1,2561 1,52 1,1740 1,42
Monster 2 96,8 0,4976 0,51 0,6130 0,63
Monster 3 99,7 0,1190 0,11 0,1639 0,16
Tabel 4-45 Materialen voor SO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 73,4 0,0937 0,13 0,2069 0,28
Niveau 2 90,3 0,2058 0,23 0,2343 0,26
Niveau 3 97,1 0,1434 0,15 0,1490 0,15
Tabel 4-46 Materialen voor SO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 68,2 0,1057 0,16 0,1868 0,27
Niveau 6 98,0 0,1434 0,15 0,1370 0,14
Tabel 4-47 Materialen voor SO
2
-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 80,6 1,2296 1,52 1,1741 1,45
Monster 2 94,5 0,5108 0,54 0,6363 0,67
Monster 3 97,4 0,1342 0,13 0,2651 0,27
Tabel 4-48 Materialen voor O
2
Hb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 79
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
COHb
Eenheid: [%]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
MetHb
Eenheid: [%]
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 48,3 0,1188 0,25 0,2616 0,54
Niveau 2 75,8 0,4170 0,55 0,4746 0,63
Niveau 3 92,0 0,3703 0,40 0,3849 0,42
Tabel 4-49 Materialen voor O
2
Hb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 42,1 0,1177 0,28 0,2080 0,49
Niveau 6 94,3 0,3817 0,40 0,3647 0,39
Tabel 4-50 Materialen voor O
2
Hb-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 2,0 0,0946 4,73 0,2316 11,58
Monster 2 5,4 0,0688 1,27 0,2238 4,14
Monster 3 13,4 0,0894 0,66 0,1997 1,49
Tabel 4-51 Materialen voor COHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 22,4 0,0530 0,24 0,1164 0,52
Niveau 2 10,4 0,1860 1,78 0,2115 2,03
Niveau 3 3,5 0,1633 4,63 0,1699 4,82
Tabel 4-52 Materialen voor COHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 25,1 0,0525 0,21 0,0926 0,37
Niveau 6 2,5 0,1685 6,65 0,1611 6,36
Tabel 4-53 Materialen voor COHb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
80 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
HHb
Eenheid: [%]
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=40
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 1,3 0,0672 5,16 0,0975 7,50
Monster 2 5,8 0,1125 1,93 0,1106 1,90
Monster 3 30,7 0,3221 1,04 0,3181 1,03
Tabel 4-54 Materialen voor MetHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 11,7 0,0242 0,21 0,0537 0,46
Niveau 2 5,7 0,0849 1,49 0,0968 1,70
Niveau 3 2,0 0,0783 3,98 0,0812 4,13
Tabel 4-55 Materialen voor MetHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 13,1 0,0240 0,18 0,0426 0,33
Niveau 6 1,4 0,0804 5,67 0,0768 5,41
Tabel 4-56 Materialen voor MetHb-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 5,2 0,1828 3,51 0,3268 6,28
Monster 2 9,5 0,2190 2,31 0,3718 3,91
Monster 3 17,0 1,2248 7,20 1,1417 6,71
Tabel 4-57 Materialen voor HHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 17,6 0,0414 0,24 0,0909 0,52
Niveau 2 8,2 0,1451 1,78 0,1651 2,02
Niveau 3 2,7 0,1279 4,73 0,1329 4,92
Tabel 4-58 Materialen voor HHb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 81
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Bilirubine
Eenheid: [mg/dL]
Materiaal: cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL, n=80
Materiaal: cobas b 123 AutoCVC Pack, n=80
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine, n=40
Precisie (monstermodus: micromonster)
De gegevens voor "herhaalbaarheid (S
R
)" en "intermediaire precisie (S
I
)" werden
gedurende 10 dagen bepaald met cobas b 123 POC systemen.
De gemiddelde waarde is de gemeten waarde van de betreffende parameter, waarvoor
S
R
en S
I
representatief zijn of zijn bepaald.
Tonometrisch bereid volbloed Volbloed werd bij 37 °C met ultraprecieze gasmengsels tonometrisch bereid.
Bereid volbloed De benoemde waarden van bereid volbloed zijn gebaseerd op referentiemethoden.
Bereid volbloed met bilirubine De benoemde bilirubinewaarden van humaan volbloed met bilirubine zijn
herleidbaar tot een NIST-standaard, gebaseerd op gewogen monsters of gebaseerd op
referentiemethoden.
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 19,7 0,0410 0,21 0,0723 0,37
Niveau 6 1,9 0,1319 6,88 0,1260 6,58
Tabel 4-59 Materialen voor HHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 1 5,8 0,0247 0,43 0,1176 2,03
Niveau 2 11,7 0,0988 0,84 0,1532 1,31
Niveau 3 20,2 0,2123 1,05 0,2663 1,32
Tabel 4-60 Materialen voor bilirubinemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Niveau 5 4,7 0,0183 0,39 0,0915 1,96
Niveau 6 22,2 0,1650 0,74 0,2292 1,03
Tabel 4-61 Materialen voor bilirubinemetingen
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 5,3 0,113 2,12 0,245 4,60
Monster 2 14,74 0,132 0,90 0,255 1,73
Monster 3 23,20 0,111 0,48 0,389 1,68
Tabel 4-62 Materialen voor bilirubinemetingen
Roche Diagnostics Februari 2015
82 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
pH
Eenheid: [pH-eenheden]
Panel: alleen BG
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: BG en COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
PO
2
Eenheid: [mm Hg]
Panel: alleen BG
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
Panel: BG en COOX
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 7,143 0,0049 0,07 0,0087 0,12
Monster 2 7,433 0,0031 0,04 0,0061 0,08
Monster 3 7,702 0,0077 0,10 0,0085 0,11
Tabel 4-63 Materialen voor pH-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 7,146 0,0060 0,08 0,0079 0,11
Monster 2 7,426 0,0044 0,06 0,0066 0,09
Monster 3 7,694 0,0051 0,07 0,0060 0,08
Tabel 4-64 Materialen voor pH-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 140,5 0,7496 0,53 2,9134 2,10
Monster 2 45,7 0,5529 1,21 3,0277 6,62
Monster 3 327,8 2,2800 0,70 8,8025 2,69
Tabel 4-65 Materialen voor PO
2
-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 140,8 1,0871 0,77 3,4533 2,45
Monster 2 45,8 0,6555 1,43 3,4589 7,54
Monster 3 332,5 3,7003 1,11 10,0589 3,03
Tabel 4-66 Materialen voor PO
2
-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 83
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
PCO
2
Eenheid: [mm Hg]
Panel: alleen BG
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
Panel: BG en COOX
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
Hct
Eenheid: [%]
Panel: alleen BG
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: BG en COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
tHb
Eenheid: [g/dL]
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 68,4 0,4721 0,69 1,0934 1,60
Monster 2 122,7 1,4066 1,15 2,4542 2,00
Monster 3 24,3 0,1840 0,76 0,5821 2,40
Tabel 4-67 Materialen voor PCO
2
-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 69,3 0,7461 1,08 1,0505 1,52
Monster 2 126,3 1,8925 1,50 2,7580 2,18
Monster 3 24,3 0,2841 1,17 0,6432 2,65
Tabel 4-68 Materialen voor PCO
2
-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 22,9 1,3787 6,01 1,5121 6,59
Monster 2 47,9 0,5614 1,17 0,6163 1,29
Monster 3 66,3 0,8662 1,31 1,1438 1,73
Tabel 4-69 Materialen voor Hct-metingen
Gem. waarde S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 22,7 0,5613 2,48 0,6156 2,72
Monster 2 48,3 1,5060 3,12 1,5797 3,27
Monster 3 67,1 1,1035 1,64 1,6227 2,42
Tabel 4-70 Materialen voor Hct-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
84 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Panel: BG en COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
SO
2
Eenheid: [%]
Panel: BG en COOX
Materiaal: tonometrisch bereid volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
O
2
Hb
Eenheid: [%]
Panel: BG en COOX
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 7,1 0,0639 0,90 0,1016 1,43
Monster 2 16,2 0,1978 1,22 0,3517 2,17
Monster 3 19,9 0,3303 1,66 0,2962 1,49
Tabel 4-71 Materialen voor tHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 7,0 0,1643 2,36 0,1584 2,27
Monster 2 16,4 0,1985 1,21 0,3125 1,91
Monster 3 20,3 0,1113 0,55 0,2787 1,37
Tabel 4-72 Materialen voor tHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 81,5 0,9869 1,21 1,1530 1,42
Monster 2 96,3 0,6119 0,64 0,6813 0,71
Monster 3 99,8 0,0725 0,07 0,1437 0,14
Tabel 4-73 Materialen voor SO
2
-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 82,5 0,7237 0,88 0,9243 1,12
Monster 2 96,7 0,3895 0,40 0,5919 0,61
Monster 3 99,7 0,1283 0,13 0,1902 0,19
Tabel 4-74 Materialen voor SO
2
-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 85
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: tonometrisch bereid humaan volbloed, n=20
COHb
Eenheid: [%]
Paneel: BG en COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
MetHb
Eenheid: [%]
Panel: BG en COOX
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 79,8 0,9521 1,19 1,1771 1,48
Monster 2 94,3 0,5132 0,54 0,6293 0,67
Monster 3 97,8 0,0734 0,08 0,2777 0,28
Tabel 4-75 Materialen voor O
2
Hb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 80,8 0,7441 0,92 0,9247 1,15
Monster 2 94,7 0,3349 0,35 0,6138 0,65
Monster 3 97,8 0,1145 0,12 0,2440 0,25
Tabel 4-76 Materialen voor O
2
Hb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 1,4 0,0676 4,78 0,1780 12,58
Monster 2 4,0 0,1092 2,70 0,1915 4,73
Monster 3 13,9 0,0823 0,59 0,1766 1,27
Tabel 4-77 Materialen voor COHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 1,4 0,0613 4,34 0,1824 12,91
Monster 2 4,0 0,0677 1,67 0,1893 4,67
Monster 3 13,9 0,0655 0,47 0,1577 1,14
Tabel 4-78 Materialen voor COHb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
86 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
HHb
Eenheid: [%]
Panel: BG en COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: bereid humaan volbloed, n=20
Bilirubine
Eenheid: [mg/dL]
Panel: BG en COOX
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,9 0,1104 12,94 0,1329 15,59
Monster 2 5,3 0,0851 1,61 0,1105 2,09
Monster 3 36,4 0,9648 2,65 0,7701 2,12
Tabel 4-79 Materialen voor MetHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,9 0,1470 17,10 0,1653 19,22
Monster 2 4,4 0,1368 3,12 0,1554 3,54
Monster 3 38,5 0,7735 2,01 0,5996 1,56
Tabel 4-80 Materialen voor MetHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,2 0,0712 34,88 0,1407 68,96
Monster 2 3,6 0,6032 16,55 0,6698 18,38
Monster 3 18,2 0,9752 5,37 1,1243 6,19
Tabel 4-81 Materialen voor HHb-metingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 0,3 0,1258 48,71 0,1866 72,29
Monster 2 3,2 0,4958 12,03 0,5058 18,17
Monster 3 17,1 0,7014 4,11 0,9031 5,29
Tabel 4-82 Materialen voor HHb-metingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 87
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine, n=20
Panel: alleen COOX
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine, n=20
Lineariteit (gebruikelijke monsters)
Tonometrisch bereid volbloed Volbloed werd bij 37 °C met ultraprecieze gasmengsels tonometrisch bereid.
Bereid volbloed De benoemde waarden van bereid volbloed zijn gebaseerd op referentiemethoden.
Bereid volbloed met bilirubine De benoemde bilirubinewaarden van humaan volbloed met bilirubine zijn
herleidbaar tot een NIST-standaard, gebaseerd op gewogen monsters of gebaseerd op
referentiemethoden.
Bereide dialyseoplossing De benoemde waarden van bereide dialyseoplossingen zijn gebaseerd op
referentiemethoden.
Materiaal: tonometrisch bereid volbloed
Aantal apparaten: 4 cobas b 123 <4> POC systemen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 5,2 0,3588 6,93 0,6710 12,95
Monster 2 9,8 0,6240 6,38 0,8738 8,93
Monster 3 14,7 0,4676 3,18 0,8140 5,53
Tabel 4-83 Materialen voor bilirubinemetingen
Gem.
waarde
S
R
(VC %) S
I
(VC %)
Monster 1 5,2 0,1721 3,31 0,6081 11,71
Monster 2 9,7 0,2864 2,94 0,6832 7,03
Monster 3 13,7 0,3169 2,31 0,4290 3,12
Tabel 4-84 Materialen voor bilirubinemetingen
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
PCO
2
[mm Hg] 0,9990 10,27 - 172,81 197
PO
2
[mm Hg] 0,9966 8,90 - 604,68 200
Tabel 4-85 Materiaal: tonometrisch bereid volbloed
Roche Diagnostics Februari 2015
88 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Materiaal: bereid volbloed
Aantal apparaten: 4 cobas b 123 <4> POC systemen
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine
Aantal apparaten: 4 cobas b 123 <4> POC systemen
Materiaal: bereide dialyseoplossing
Aantal apparaten: 3 cobas b 123 <4> POC systemen
Lineariteit (micromonsters)
Tonometrisch bereid volbloed Volbloed werd bij 37 °C met ultraprecieze gasmengsels tonometrisch bereid.
Bereid volbloed De benoemde waarden van bereid volbloed zijn gebaseerd op referentiemethoden.
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
pH [---] 0,9996 6,499 - 8,319 40
Natrium [mmol/L] 0,9993 88,16 - 212,3 36
Kalium [mmol/L] 0,9989 0,752 - 16,61 34
Chloride [mmol/L] 0,9990 58,5-167,4 36
Geïoniseerd
calcium
[mmol/L] 0,985 0,756 - 12,84 36
Lactaat [mmol/L] 0,9969 4,1 - 214,3 36
Glucose [mmol/L] 0,9942 11,1 - 543,4 36
Hct [%] 0,9934 8,3 - 81,0 66
tHb [g/dL] 0,9972 3,132 - 27,01 194
SO
2
[%] 0,9990 31,8 - 99,6 80
O
2
Hb [%] 0,9991 3,2 - 98,1 615
COHb [%] 0,9999 1,0 - 78,9 167
MetHb [%] 1,0000 0,6 - 79,2 295
HHb [%] 0,9989 0,0 - 95,0 615
Tabel 4-86 Materiaal: bereid volbloed
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
Bilirubine [mg/dL] 0,998 3,08 - 48,3 80
Tabel 4-87 Materiaal: bereid volbloed met bilirubine
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
Natrium [mmol/L] 0,9998 108,3 - 169,1 42
Kalium [mmol/L] 0,9996 0,62 - 7,01 42
Geïoniseerd
calcium
[mmol/L] 0,9998 0,764 - 1,971 42
Tabel 4-88 Materiaal: bereide dialyseoplossing
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 89
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Bereid volbloed met bilirubine De benoemde bilirubinewaarden van humaan volbloed met bilirubine zijn
herleidbaar tot een NIST-standaard, gebaseerd op gewogen monsters of gebaseerd op
referentiemethoden.
Materiaal: tonometrisch bereid volbloed
Aantal apparaten: 8 cobas b 123 POC systemen
Materiaal: bereid volbloed
Aantal apparaten: 8 cobas b 123 POC systemen
Materiaal: bereid volbloed met bilirubine
Aantal apparaten: 8 cobas b 123 POC systemen
Correlatie met andere methoden
Andere methoden
pH
Eenheid: [pH-eenheden]
Materiaal: volbloed
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
PCO
2
[mm Hg] 1,000 3,6 - 183,3 127
PO
2
[mm Hg] 1,000 0 - 659,5 144
Tabel 4-89 Materiaal: tonometrisch bereid volbloed
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
pH [---] 1,000 6,34 - 8,12 70
Hct [%] 1,000 11,7 - 81,7 198
tHb [g/dL] 1,000 3 - 29 580
SO
2
[%] 1,000 29 - 100 404
O
2
Hb [%] 1,000 28,4 - 98,0 403
COHb [%] 1,000 5,7 - 79,7 438
MetHb [%] 1,000 4,3 - 80,9 449
HHb [%] 1,000 0 - 69,57 403
Tabel 4-90 Materiaal: bereid volbloed
Parameter Eenheid Coëfficiënt
(Pearson)
Bereik n
Bilirubine [mg/dL] 1,000 3,4 - 47,9 566
Tabel 4-91 Materiaal: bereid volbloed met bilirubine
Roche Diagnostics Februari 2015
90 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
PO
2
Eenheid: [mm Hg]
Materiaal: volbloed
PCO
2
Eenheid: [mm Hg]
Materiaal: volbloed
tHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [g/dL]
Materiaal: volbloed
O
2
Hb (cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 691 0,009 0,99 0,08 0,99
Tabel 4-92 pH
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 677 --- 0,97 -0,76 1,00
Tabel 4-93 PO
2
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 687 -0,2 0,95 1,85 0,99
Tabel 4-94 PCO
2
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 682 -0,3 0,95 0,25 0,98
Tabel 4-95 tHb
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 666 0,5 1,01 -0,17 1,00
Tabel 4-96 O
2
Hb
(1) Mediaan van de absolute bias
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 91
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
HHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
MetHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
COHb (cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
Bilirubine
Eenheid: [mg/dL]
Materiaal: volbloed (neonataal)
SO
2
(cobas b 123 POC system met COOX-module)
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 668 -0,6 1,01 -0,72 1,00
Tabel 4-97 HHb
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 682 0,1 1,00 0,10 0,67
Tabel 4-98 MetHb
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 682 0,0 1,00 0,00 0,97
Tabel 4-99 COHb
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 162 0,02 1,0 -0,15 0,994
Tabel 4-100 Bilirubine
(1) Mediaan van de absolute bias
Roche Diagnostics Februari 2015
92 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Hct
Eenheid: [%]
Materiaal: volbloed
Natrium
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Materiaal: bereide dialyseoplossing
Kalium
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Materiaal: bereide dialyseoplossing
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 484 0,431 0,9861 1,5720 0,9992
Tabel 4-101 SO
2
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 691 -0,1 0,95 1,62 0,99
Tabel 4-102 Hct
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 691 0,02 1,03 -4,57 0,94
Tabel 4-103 Natrium
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergelijkingsmethode Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 229 1,43 0,97 6,65 0,98
Tabel 4-104 Natrium
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 682 -0,03 0,96 0,15 0,99
Tabel 4-105 Kalium
(1) Mediaan van de absolute bias
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 93
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Karakteristieken
Geïoniseerd calcium
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Materiaal: bereide dialyseoplossing
Chloride
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Glucose
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Lactaat
Eenheid: [mmol/L]
Materiaal: volbloed
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 230 0,00 1,00 0,01 1,00
Tabel 4-106 Kalium
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 689 -0,010 0,95 0,05 0,94
Tabel 4-107 Calcium
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergelijkingsmethode Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 227 2,93 1,03 -0,01 0,99
Tabel 4-108 Calcium
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas b 221 system 657 1,2 1,15 -14,91 0,98
Tabel 4-109 Chloride
(1) Mediaan van de absolute bias
Vergeleken apparaat Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas® 6000 686 -2,4 0,98 -0,04 0,98
Tabel 4-110 Glucose
(1) Mediaan van de absolute bias
Roche Diagnostics Februari 2015
94 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Karakteristieken
Vergelijking van micromonsters met gebruikelijke monsters
De juistheid van de in de monstermodi ”alleen micromonster BG (40 L)” en
micromonster BG met COOX (55 L)” gemeten waarden kon door vergelijking met
de in de modus voor gebruikelijke monsters (150 L) verkregen meetresultaten
worden aangetoond.
Aantal apparaten: 8 cobas b 123 POC systemen
Materiaal: volbloed
Vergelijkingsmethode Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
cobas® 6000 590 --- 1,00 0,06 0,99
Tabel 4-111 Lactaat
(1) Mediaan van de absolute bias
Parameter Eenheid Aantal
monsters [n]
Bias
(1)
Helling [b] Intercept [a] Pearson’s corr. coëff.
[r]
pH [pH-
eenheden]
149 0,00 0,9932 0,0506 0,9996
PO
2
[mm Hg] 205 0,564 0,994 1,0251 0,9995
PCO
2
[mm Hg] 133 0,09 0,9646 1,4684 0,9989
Hct [%] 370 -0,026 1,0034 -0,1195 0,9988
tHb [g/dL] 244 -0,044 1,033 -0,4168 0,9998
O
2
Hb [%] 403 0,571 0,9806 2,1444 0,9993
HHb [%] 403 -0,558 0,9799 -0,2087 0,9993
MetHb [%] 176 -0,332 0,9948 -0,0827 0,9999
COHb [%] 278 -0,034 1,0001 -0,038 1,0000
SO
2
[%] 484 0,431 0,9861 1,572 0,9992
Bilirubine [mg/dL] 232 -0,506 0,9975 -0,4805 0,9982
Tabel 4-112 Gegevens ter vergelijking van monsters
(1) Mediaan van de absolute bias
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 95
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Monsterverwerkingssnelheid
Monsterverwerkingssnelheid
Geactiveerde/geïnstalleerde modules Monsterverwerkingssnelheid
[monsters/uur]
Spuit/Capillair
BG - ISE - Hct - Glu - Lac 30
BG - ISE - Hct - Glu - Lac - AutoQC 30
BG - ISE - Hct - Glu - Lac - COOX 30
BG - ISE - Hct - Glu - Lac - COOX - AutoQC 30
Tabel 4-113 Monsterverwerkingssnelheid
Roche Diagnostics Februari 2015
96 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Meettijden van de monsters
Meettijden van de monsters
q
OPMERKING
In de INWERK-fase bereikt de Sensor Cartridge vanwege de stabiliteit nog niet de
maximale prestaties wat betreft bemonsteringssnelheid, meetsnelheid, gebruiksduur, enz.
Er zijn echter geen beperkingen bij de meetnauwkeurigheid en precisie.
u Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sensorfases (p. 61).
Geactiveerde/geïnstalleerde modules Meettijden [seconden]
Totale tijd Tot weergave
BG - ISE - Hct - Glu - Lac 120 120
BG - ISE - Hct - Glu - Lac - COOX 120 120
Tabel 4-114 Meettijden van de monsters
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 97
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Monstervolumes
Monstervolumes
q
OPMERKING
Het minimaal benodigde monstervolume is afhankelijk van de Hct-concentratie van het
monster.
q
OPMERKING
De volumebegrenzing is afhankelijk van de geïnstalleerde modules, ongeacht of deze al
dan niet zijn geactiveerd.
Geactiveerde/geïnstalleerde
modules
Gebruikelijk
monstervolume
[μL]
(1)
(1) Gebruikelijk monstervolume voor 10 % Hct 75 %.
Max. monstervolume
(volumebegrenzing door
monstersensor) [μL]
(2)
(2) De monstervolumebegrenzing is het maximale volume dat uit een monsterhouder kan worden
opgezogen.
BG - ISE - Hct - Glu - Lac 102 188
BG - ISE - Hct - Glu - Lac - COOX 123 211
alleen COOX 25 87
BG
(3)
(micromonster)
(3) De bepaling van de parameter Hct wordt uitgevoerd in het BG-gedeelte van de sensor en wordt
hierdoor tijdens de uitvoering van micromonster BG of micromonster BG – COOX eveneens gemeten.
37 [--]
BG
(3)
- COOX (micromonster)
55 [--]
Tabel 4-115 Monstervolumes
Roche Diagnostics Februari 2015
98 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Monstertypes
Monstertypes
o Volblo ed
o Dialyseoplossing
o Waterige oplossingen
o Aanbevolen QC-materiaal
(1)
(1) met bij benadering fysiologische ionenmatrix en buffercapaciteit
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 99
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Kalibraties
Kalibraties
Kalibraties Tijdsintervallen Duur [min]
Systeemkalibratie elke 24 uren 16
1P-kalibratie elke 60 minuten 3
2P-kalibratie elke 12 uren (naar keuze 4, 8 of 12 uren) 12
STDBY-kalibratie elke 30 minuten (1) 1
(1) Komt overeen met 1P-BG-kalibratie voor USA
Tabel 4-116 Kalibraties
Roche Diagnostics Februari 2015
100 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Omgevingsparameters
Omgevingsparameters
Temperatuur/luchtvochtigheid/stabiliteit
Apparaat
cobas b 123 Sensor Cartridge
Condities voor gebruik
o Omgevingstemperatuur 15 tot 32 °C
o Omgevingsluchtdruk 530 tot 800 mm Hg (-100 tot 2.500 m)
o Relatieve luchtvochtigheid 15 tot 90 % (zonder condensvorming)
Tabel 4-117
Opslag- en transportcondities
o Temperatuur -20 tot +50 °C
o Luchtvochtigheid 15 tot 85 % (zonder condensvorming)
o Stootvastheid < 30 g
Tabel 4-118
Condities voor gebruik
o Temperatuur: BG, Hct maximaal 28 dagen bij 37 °C
o Temperatuur: ISE, Glu maximaal 28 dagen bij 30 °C
o Temperatuur: Lac maximaal 21 dagen bij 30 °C
o Relatieve luchtvochtigheid 15 tot 90 % (zonder condensvorming)
Tabel 4-119
Opslagcondities in de originele verpakking
o Temperatuur maximaal 5 maanden bij 2 tot 8 °C
o Luchtvochtigheid 20 tot 85 % (zonder condensvorming)
Tabel 4-120
Stabiliteit tijdens gebruik
o BG - Hct maximaal 28 dagen of maximaal 700 testen
o BG - ISE - Hct maximaal 28 dagen of maximaal 700 testen
o BG - ISE - Hct - Glu maximaal 28 dagen of maximaal 700 testen
o BG - ISE - Hct - Glu - Lac maximaal 21 dagen of maximaal 500 testen
Tabel 4-121
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 101
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Omgevingsparameters
cobas b 123 Fluid Pack
u Voor meer informatie kunt u Onderdelen van het systeem (p. 135) raadplegen.
QC-materiaal
q
OPMERKING
Voor meer informatie kunt u de bijsluiters van de verpakkingen van de hierboven
genoemde QC-materialen raadplegen.
Condities voor gebruik
o Omgevingstemperatuur maximaal 42 dagen bij 15 tot 32 °C
o Relatieve luchtvochtigheid 15 - 90 % (zonder condensvorming)
Tabel 4-122
Opslagcondities in de originele verpakking
o Temperatuur maximaal 9 maanden bij 15 tot 25 °C
o Relatieve luchtvochtigheid 15 tot 85 % (zonder condensvorming)
Stabiliteit tijdens gebruik
o cobas b 123 Fluid Pack COOX 200
maximaal 200 testen of maximaal 42 dagen
(1)
(1) Alle Fluid Packs kunnen maximaal 42 dagen worden gebruikt. Het aangegeven aantal testen wordt
alleen bereikt, als per dag een minimum aantal metingen wordt uitgevoerd.
o cobas b 123 Fluid Pack COOX 400
maximaal 400 testen of maximaal 42 dagen
(1)
o cobas b 123 Fluid Pack COOX 700
maximaal 700 testen of maximaal 42 dagen
(1)
o cobas b 123 Fluid Pack 200
maximaal 200 testen of maximaal 42 dagen
(1)
o cobas b 123 Fluid Pack 400
maximaal 400 testen of maximaal 42 dagen
(1)
o cobas b 123 Fluid Pack 700
maximaal 700 testen of maximaal 42 dagen
(1)
Opslagcondities in de originele verpakking
o COMBITROL PLUS B (niveau 1 t/m 3) maximaal 24 maanden bij 2 tot 8 °C
o cobas b 123 AutoQC Pack maximaal 24 maanden bij 2 tot 8 °C
o cobas b 123 AutoCVC Pack maximaal 24 maanden bij 2 tot 8 °C
o Relatieve luchtvochtigheid 15 tot 85 % (zonder condensvorming)
Tabel 4-123
Stabiliteit tijdens gebruik
o COMBITROL PLUS B (niveau 1 t/m 3) maximaal 3 maanden bij kamertemperatuur
tot 28 °C
o cobas b 123 AutoQC Pack maximaal 3 maanden in het apparaat
o cobas b 123 AutoCVC Pack maximaal 3 maanden in het apparaat
Tabel 4-124
Roche Diagnostics Februari 2015
102 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Productgegevens
Productgegevens
Elektrische gegevens
q
OPMERKING
De netspanningadapter voorziet het apparaat van 12 V DC (10 A).
Classificatie (conform IEC/ISO)
Afmetingen
Gewicht
Geluidsniveau
Draagpunten
Aan beide zijwanden bevinden zich uitsparingen die het gemakkelijker maken om
het apparaat op te tillen en te dragen.
Het apparaat altijd met beide handen optillen en dragen.
Netspanningsbereik: 100 tot 240 V AC (+/- 10 %)
Frequentie: 50 tot 60 Hz (+/- 5 %)
Benodigd vermogen: max. 120 W
Veiligheidsklasse: I
Overspanningscategorie: I
Verontreinigingsniveau: 2
Breedte: 32 cm
Hoogte: 47 cm
Diepte: 33 cm
cobas b 123 POC system (apparaat): ca. 18 kg (zonder Fluid Pack en AutoQC Pack)
cobas b 123 POC system (apparaat): ca. 24,5 kg (met Fluid Pack en AutoQC Pack)
Onder alle bedrijfscondities: < 55 dB
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 103
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Productgegevens
Figuur 4-1 Draagpunten
A Draagpunten
A
Roche Diagnostics Februari 2015
104 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Printer
Printer
Type: Thermische printer
Resolutie: 203 dpi (8 punten/mm)
Volledig grafisch: 832 punten/regel
Afdruksnelheid: Standaard meetrapport < 10 seconden
Papierbreedte: 113,5 +/- 0,5 mm
Papierlengte: ca. 45 m
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 105
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
User interface module (gebruikersinterfacemodule)
User interface module (gebruikersinterfacemodule)
PC: Intel Celeron M 800 MHz
Geheugen: 256 MB RAM
Vaste schijf: 40 GB geheugencapaciteit
CompactFlash-kaart: 2 GB
USB-opslagmedium: 2 GB
Beeldscherm-type: TFT-LCD-touchscreen
Formaat: 10,4 inch
Resolutie: 800 x 600 pixels
Roche Diagnostics Februari 2015
106 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Barcodescanner (standaard)
Barcodescanner (standaard)
Type: MS 180 PS2 handscanner met geïntegreerde decoder
Afleessnelheid: maximaal 33 scans/seconde
Resolutie: 0,1 mm
Afleesafstand: maximaal 5 cm
Afleesbreedte: maximaal 8 cm
Voorgeprogrammeerde
barcodesystemen:
(1)
:
(1) Verdere beschikbare barcodesystemen kunnen volgens de meegeleverde handleiding van de PS2-
barcodescanner (bij de levering inbegrepen) worden geprogrammeerd.
o UPC-A
o UPC-E
o EAN-8
o EAN-13
o EAN-128
o Interleaved 2 of 5
o Code 39
o Code 93
o Code 128
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 107
cobas b 123 POC system 4 Specificaties
Beeldregistrerende scanner (optioneel)
Beeldregistrerende scanner (optioneel)
Type: Magellan® 1100i Omni-Directional Imaging Scanner
Afleessnelheid: 1.100 digitale scans/seconde
Resolutie: 0,13 mm
Afleesbreedte:
0 - 17,15 cm
(1)
(1) Afhankelijk van de lengte van de barcode en de afleeshoek.
Voorgeprogrammeerde
barcodesystemen:
(2)
:
(2) Verdere beschikbare barcodesystemen kunnen volgens de meegeleverde handleiding van de
barcodescanner (bij de levering inbegrepen) worden geprogrammeerd.
o UPC-A
o UPC-E
o EAN-8
o EAN-13
o Standard 2 of 5
o Interleaved 2 of 5
o Code 39
o Code 128
o Codabar
o MSI Plessey
Roche Diagnostics Februari 2015
108 Handleiding · Versie 10.0
4 Specificaties cobas b 123 POC system
Beeldregistrerende scanner (optioneel)
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 109
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Inhoudsopgave
Theoretische grondbeginselen 5
Dit hoofdstuk bevat de formules voor de berekening van de waarden, factoren voor
de conversie van eenheden en de klinische betekenis van de meetparameters.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
5
Parameters en berekeningen............................................................................................ 111
Tabel voor de conversie van eenheden..................................................................... 111
Temperatuur .......................................................................................................... 111
Standaardwaarden en bereiken ................................................................................. 111
Vergelijkingen.............................................................................................................. 112
cH+ ......................................................................................................................... 112
cHCO3-.................................................................................................................. 112
ctCO2(P)................................................................................................................ 112
FO2Hb.................................................................................................................... 112
BE............................................................................................................................ 113
BEecf....................................................................................................................... 113
BB............................................................................................................................ 113
SO2.......................................................................................................................... 113
SO2(c)..................................................................................................................... 114
P50 .......................................................................................................................... 114
ctO2 ........................................................................................................................ 115
ctCO2(B)................................................................................................................ 115
pHst......................................................................................................................... 116
cHCO3-st............................................................................................................... 116
PAO2....................................................................................................................... 117
AaDO2 ................................................................................................................... 117
a/AO2 ..................................................................................................................... 117
avDO2 .................................................................................................................... 118
RI............................................................................................................................. 118
Shunt (Qs/Qt)........................................................................................................ 118
Shunt geschat (Qs/Qtest) ..................................................................................... 120
nCa2+ ..................................................................................................................... 120
AG........................................................................................................................... 121
pHt .......................................................................................................................... 121
cH+t........................................................................................................................ 121
Roche Diagnostics Februari 2015
110 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
PCO2t..................................................................................................................... 121
PO2t........................................................................................................................ 121
PAO2t ..................................................................................................................... 122
AaDO2t .................................................................................................................. 122
a/AO2t.................................................................................................................... 123
RIt............................................................................................................................ 123
Hct(c)...................................................................................................................... 123
MCHC.................................................................................................................... 123
BO2 ......................................................................................................................... 124
BEact....................................................................................................................... 124
Osm......................................................................................................................... 124
Osmopt................................................................................................................... 125
Osmopt Gap........................................................................................................... 125
OER......................................................................................................................... 125
Hartminuutvolume (Qt) ...................................................................................... 126
P/F-index................................................................................................................ 126
Lacklaring .............................................................................................................. 127
Bibliografie............................................................................................................. 127
Streefwaarden en kritische waarden............................................................................... 129
Streefwaarden-/normale bereiken ............................................................................ 129
Kritische bereiken ....................................................................................................... 132
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 111
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
Parameters en berekeningen
Tabel voor de conversie van eenheden
Het cobas b 123 POC system levert een aantal nuttige parameters, die uit de
meetwaarden van elk monster worden berekend. In de volgende tabel vindt u de
toelichting voor de in de formules voorkomende afkortingen. Tenzij anders
beschreven, zijn alle in de vergelijkingen gebruikte meetwaarden bij 37 °C gemeten.
Temperatuur
Vergelijking 5-1
Vergelijking 5-2
Standaardwaarden en bereiken
ctO
2
, avDO
2
, ctCO
2
1 vol % = 1 mL/dL = 0,4464 mmol/L
Ca
2+
1 mmol/L = 4,008 mg/dL
tHb 1 g/dL = 10 g/L = 0,6202 mmol/L
Glucose 1 mmol/L = 18,02 mg/dL
Lactaat 1 mmol/L = 9,008 mg/dL
Bilirubine 1 mg/dL 17,1 mol/L
Osmolaliteit 1 mOsm/kg = 1 mmol/kg
MCHC 1 g Hb/dL Ery = 0,155 mmol Hb/L Ery
Luchtdruk. PCO
2
, PO
2
1 mm Hg = 1,3333 mbar = 0,1333 kPa
1 mm Hg
= 39,37x10
-3
inch [in.] Hg
Tabel 5-1 Tabel voor de conversie van eenheden
T F
9
5
--- T C32+=
T C
5
9
--- T F32=
Parameter Standaardwaarde Mogelijk bereik
tHb 15,0 g/dL 1,0 - 26,0 g/dL
150 g/L 1 - 260 g/L
9,0 mmol/L 1,0 - 16,0 mmol/L
FIO
2
0,21 0,10 - 1,00
R (respiratoir quotiënt) 0,84 0,70 - 2,00
Temperatuur van de patient 37,0 °C 2,0 - 44,0 °C
98,6 °F 35,6 - 111,0 °F
Hb-factor 3,0 2,7 - 3,3
Tabel 5-2 Standaardwaarden en bereiken
Roche Diagnostics Februari 2015
112 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijkingen
q
OPMERKING
Alle in de rubriek "Vergelijkingen" weergegeven literatuurreferenties (bijv.
[1]
) worden
verderop in de rubriek "Bibliografie" weergegeven.
u Zie Bibliografie (p. 127).
Voordat op basis van de berekende resultaten klinische beslissingen worden
genomen, moet de geldigheid van de door het cobas b 123 POC system berekende
resultaten altijd zorgvuldig door een medische beroepsbeoefenaar, die rekening
houdt met de klinische conditie van de patiënt, worden gecontroleeerd. Dit geldt met
name als een van de bijbehorende meetresultaten het kritische bereik heeft
overschreden.
q
OPMERKING
Berekende waarden, waarbij met arterieel bloed verkregen meetresultaten vereist zijn,
worden alleen voor de ingestelde bloedtypen "arterieel" en "capillair" weergegeven!
cH
+
Waterstofionenconcentratie
[1]
Eenheid: [nmol/L]
Vergelijking 5-3
cHCO
3
-
De bicarbonaatconcentratie in het plasma van het bloedmonster wordt berekend met
de gemeten pH- en PCO
2
-waarden.
[1]
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-4
ctCO
2
(P)
Totaal CO
2
-concentratie in plasma, de som van opgelost CO
2
en bicarbonaat.
[1]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-5
FO
2
Hb
Fractionele zuurstofsaturatie
[1]
Eenheid: [-]
Vergelijking 5-6
cH
+
10
9 pH
=
cHCO
3
- 0.0307 PCO
2
10
pH 6.105
=
ctCO
2
P cHCO
3
- 0.0307 PCO
2
+=
FO
2
Hb
O
2
Hb
100
---------------=
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 113
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
BE
De base-afwijking van het bloed resulteert uit een berekening om de titreerbare base
in het bloed te bepalen; dit wordt in principe gemeten door het bloed met een sterk
zuur of een sterke base tot een pH van 7,4 met een PCO
2
= 40 mm Hg bij 37 ºC te
titreren.
[1]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-7 Base excess of blood
u Voor BE
act
zie BEact (p. 124).
BE
ecf
De base-afwijking van de extracellulaire vloeistof is een hoeveelheid die alleen de
niet-respiratoire componenten van het zuur-base-evenwicht weergeeft.
[1]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-8 Base excess of the extracellular fluid
BB
De bufferbase is de concentratie bufferende anionen, die in het volbloed aanwezig
zijn om sterke zuren te bufferen en hoofdzakelijk uit eiwitanionen en bicarbonaat
bestaan. Hemoglobine is het belangrijkste eiwitanion.
[2]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-9 Buffer bases
SO
2
De hoeveelheid oxyhemoglobine in het bloed ten opzichte van de hoeveelheid
hemoglobine in het bloed die zuurstof kan binden.
[1]
Eenheid: [%]
()()
]HCO8.247.4pH7.7tHb1.43[tHb)0.014(1BE
3
++= c
()
+=
3ecf
HCO8.244.7pH2.16BE c
tHb42.0+7.41+BE=BB
Roche Diagnostics Februari 2015
114 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijking 5-10 Oxygen saturation
SO
2
(c)
q
OPMERKING
De gemeten SO
2
heeft de voorkeur boven de berekende SO
2
(c). Geen berekening zonder
pH, PCO
2
, PO
2
en definiëren van het invoergegeven Leeftijd (a/f).
Eenheid: [%]
[7]
.
[8]
Vergelijking 5-11 Functional oxygen saturation
waarbij:
Vergelijking 5-12
Volwassenen[7] P
50
= 26,7
o F1 = 1,661
o F2 = 0,074
o F3 = 4,172
Foetaal [7] P
50
= 21,5
o F1 = 1,3632
o F2 = 0,0533
o F3 = 4,113
P
50
De partiële zuurstofspanning bij een zuurstofsaturatie van 50 %, P
50
, is gedefinieerd
als de PO
2
-waarde, waarbij 50 % van de hemoglobine met zuurstof is verzadigd. De
actuele P
50
-waarde kan na meting van de actuele zuurstofsaturatie d.m.v. interpolatie
worden berekend, als bij een bloedmonster d.m.v. tonometrie met zuurstof een
oxyhemoglobine van 50 % wordt verkregen (pH-waarde = 7,4 en PCO
2
= 40 mm
Hg).
[7]
[8]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder gemeten PO
2
en het gedefinieerde invoergegeven Leeftijd (a/f).
Het cobas b 123 POC system maakt het mogelijk P
50
te verkrijgen uit SO
2
%, PO
2
en
pH.
100
HHbHbO
HbO
O
2
2
2
+
=S
100
1+Q
Q
BE) a/f, 50, pH, ,O(O)(
2
2
== PPScSO
BE0.0013+)
26.7
50
lg(-7.4)-(pH0.48OlgOlg
3F101FOlg 2.9=lgQ
2
k
2
O2F
k
2
k
2
+=
+
P
PP
P
P
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 115
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
Eenheid: [mmHg]
Gemeten SO
2
-waarden beschikbaar:
Vergelijking 5-13 Oxygen partial pressure at 50% oxygen saturation
waarbij:
Vergelijking 5-14
Volwassenen
[7]
F3 = 4,172
Foetaal
[7]
F3 = 4,113
q
OPMERKING
Als er geen gemeten SO
2
-waarden beschikbaar zijn, is er geen berekening mogelijk.
ctO
2
Het zuurstofgehalte is de som van als O
2
Hb aan hemoglobine gebonden zuurstof en
de hoeveelheid in het plasma opgeloste zuurstof.
[1]
Eenheid: [vol %]
Vergelijking 5-15 Total oxygen concentration
waarbij:
indien O
2
Hb beschikbaar is: X = O
2
Hb
indien O
2
Hb niet beschikbaar is: X = SO
2(c)
u Zie sectie SO2(c) (p. 114).
Als PO
2
niet beschikbaar is, wordt ctO
2
berekend met PO
2
= 90 mm Hg.
ctCO
2
(B)
De totale CO
2
-concentratie in het bloed is de som van totaal CO
2
in plasma en de
rode bloedlichaampjes (erytrocyten = ERY).
[12]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
()
k
22
OlgOlg
107.2650
PP
P
=
+
=P
2
00314.0
100
39.1( OtHb
X
tHb) ,O ,OtO
222
PSPc +=
Roche Diagnostics Februari 2015
116 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijking 5-16 Total carbon dioxide concentration in the blood
waarbij:
Vergelijking 5-17
SO
2
of, indien SO
2
niet beschikbaar, zie SO2(c) (p. 114).
q
OPMERKING
De berekende waarde kan alleen na een meting van een monster volbloed met het
monstertype ingesteld op "Bloed" correct worden berekend.
pH
st
De standaard-pH-waarde van bloed wordt gedefinieerd als de pH-waarde van een
bloedmonster dat bij 37 ºC met een gasmengsel met een PCO
2
= 40 mm Hg is
geëquilibreerd.
[7]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [pH-eenheid]
Vergelijking 5-18 Standard pH value
cHCO
3
-
st
De standaardbicarbonaatconcentratie van bloed wordt gedefinieerd als de
plasmabicarbonaatconcentratie in het bloed die bij 37 ºC met een gasmengsel met een
PCO
2
= 40 mm Hg is geëquilibreerd.
[7]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en PCO
2
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-19 Standard bicarbonate concentration in plasma
()
)
33.8
tHb
(1(P)tCO)10(1tHbCO000768.0
(B)tCO
2
pKpH
2
2
ERYERY
++
=
cP
c
)10lg(16.125pK
)
100
O
(10.0357.4)(pH0.777.19pH
)
100
o
0.067.84(pH
ERY
2
ERY
2
ERY
s
S
+=
++=
pH)COlg(0.025BE)0.006942tHb0.01296(0.8262pH
2st
++= P
()
6.022 pH
st
3
st
10 HCO
=c
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 117
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
PAO
2
De alveolaire partiële zuurstofspanning wordt gebruikt voor de berekening van
enkele parameters die worden gebruikt voor de oxidatie en beademing.[6]
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-20 Alveolar oxygen partial pressure
Als het resultaat van de berekening PAO
2
< PO
2
is, wordt PAO
2
= PO
2
ingesteld en
komt PACO
2
overeen met de gemeten PCO
2
.
q
OPMERKING
De berekening wordt alleen door het cobas b 123 POC system uitgevoerd, als het
bloedtype "Arterieel" of "Capillair bloed" is geselecteerd.
Geen berekening zonder PO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Ptotal = Baro
R = RQ
u Als de temperatuur van de patiënt (t) niet gelijk is aan 37 °C, zie vergelijking PAO2t
(p. 122).
AaDO
2
De alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanningsgradiënt (PAO
2
- PaO
2
) is het
verschil tussen de alveolaire partiële zuurstofspanning, zoals hierboven berekend, en
de gemeten partiële zuurstofspanning van arterieel bloed.[6]
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-21
PaO
2
= PO
2
u Als de temperatuur van de patiënt (t) niet gelijk is aan 37 °C, zie vergelijking AaDO2t
(p. 122).
q
OPMERKING
De berekening wordt alleen door het cobas b 123 POC system uitgevoerd, als het
bloedtype "Arterieel" of "Capillair bloed" is geselecteerd.
Geen berekening zonder PO
2
, PCO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
a/AO
2
Verhouding arteriële-alveolaire partiële zuurstofspanning.[6]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder PO
2
, PCO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Eenheid: [%]
»
¼
º
«
¬
ª
+=
R
IO1
IOACOIO47)(O
2
222total2
A
F
FPFPP
AaDO
2
PAO
2
PaO
2
=
Roche Diagnostics Februari 2015
118 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijking 5-22 Alveolar-arterial oxygen partial pressure ratio
PaO
2
= PO
2
u Als de temperatuur van de patiënt (t) niet gelijk is aan 37 °C, zie vergelijking a/AO2t
(p. 123).
avDO
2
Verschil tussen het arteriële- en veneuze zuurstofgehalte.[1]
Eenheid: [vol %]
Vergelijking 5-23
ctO
2
(a) en ctO
2
(v) moeten overeenkomstig de berekening van ctO
2
voor arterieel- en
veneus bloed worden berekend.
u Voor ctO
2
zie vergelijking ctO2 (p. 115)
Berekening vindt alleen plaats, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
o dezelfde patiëntenidentificatie voor beide metingen
o twee op elkaar volgende metingen
o monstertype is arterieel- en gemengd veneus bloed
RI
De respiratoire index wordt berekend als de verhouding van het verschil tussen de
alveolaire- en de arteriële partiële zuurstofspanning en de arteriële partiële
zuurstofspanning.[6]
q
OPMERKING
De berekening wordt alleen door het cobas b 123 POC system uitgevoerd, als het
bloedtype "Arterieel" of "Capillair bloed" is geselecteerd.
Geen berekening zonder PO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-24 Respiratory index
PaO
2
= PO
2
u Als de temperatuur van de patiënt (t) niet gelijk is aan 37 °C, zie vergelijking RIt (p. 123).
Shunt (Qs/Qt)
De parameter shunt is een maat voor de directe bijmenging van veneus bloed in de
zuurstofrijke bloedsomloop. De parameter shunt geeft het volume van het korte
circuit in verhouding tot het totale volume weer (%-waarde).
[6]
Om de "shunt" (Qs/Qt) te kunnen bepalen, zijn twee onafhankelijke metingen
noodzakelijk.
100
AO
aO
a/AO
2
2
2
=
P
P
avDO
2
ctO
2
a ctO
2
v=
100
)
(
=
2
22
aO
aOAO
RI
P
PP
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 119
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
q
OPMERKING
Beide metingen moeten met dezelfde patiënten-ID worden uitgevoerd. Hierom moet de
patiënten-ID als invoergegeven worden gedefinieerd.
1. Meting met het bloedtype "gemengd veneus":
selecteer het bloedtype "gemengd veneus".
2. Meting met het bloedtype "arterieel":
selecteer het bloedtype "arterieel". De gewenste waarde voor Qs/Qt wordt bepaald.
q
OPMERKING
Dezelfde patiënten-ID als bij de eerste meting moet worden gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De Qs/Qt-waarde kan niet worden bepaald met een combinatie van arterieel- en
veneus bloed. Het is niet mogelijk om invoergegevens, die voor de shunt-meting
relevant zijn, achteraf te wijzigen.
Monsters van patiënten met een andere patiënten-ID kunnen tussen de beide Qs/Qt-
metingen worden gemeten.
De tijd tussen de twee Qs/Qt-deelmetingen is beperkt tot 30 minuten.
Aanvullende informatie Voor het interne berekeningsproces zijn de volgende gemeten- en berekende
waarden nodig:
o tHb, SO
2
(arterieel)
o PO
2
(arterieel)
o PAO
2
o ctO
2
(arterieel)
Om deze gemeten- en berekende waarden te kunnen verkrijgen, moet het bloedtype
"arterieel" worden geselecteerd.
Daarnaast heeft het interne berekeningsproces de volgende berekende waarde nodig:
o ctO
2
(gemengd veneus)
Om deze berekende waarde te verkrijgen, moet het bloedtype "gemengd veneus"
worden geselecteerd.
Om het bloedtype te kunnen selecteren, moet dit als invoergegeven gedefinieerd zijn.
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Meting] > [Gegevensinvoer] > [Invoergegevens]
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-25 Shunt Qs/Qt
In plaats van ctO
2
(a) en ctO
2
(v) wordt avDO
2
voor de berekening gebruikt.
Q
s
Shuntdoorstroming
Q
t
Hartminuutvolume
Q
s
/Q
t
fractie van het hartminuutvolume via de shunt
SaO
2
Arteriële zuurstofsaturatiefractie
0.00314])aOAO()
100
aO
(1tHb1.39(v))tO(a)tO[(
0.00314])aOAO()
100
aO
(1tHb[1.39100
Q
Q
22
2
22
22
2
t
s
++
+
=
PP
S
cc
PP
S
Roche Diagnostics Februari 2015
120 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
u Voor avDO
2
zie sectie avDO2 (p. 118).
Shunt geschat (Qs/Qt
est
)
Voor de berekening van de shunt (geschat) wordt een vaste waarde van 5,15 vol %
(=2,3 mmol/L) gebruikt voor het arterioveneuze zuurstofverschil avDO
2
.
[12]
Om de "shunt
est
" (Qs/Qt
est
) te bepalen, is één onafhankelijke meting van arterieel
bloed nodig.
o Selecteer het bloedtype "arterieel". De gewenste waarde voor Qs/Qt
est
wordt
bepaald.
Aanvullende informatie Voor het interne berekeningsproces zijn de volgende gemeten- en berekende
waarden nodig:
o tHb, SO
2
(arterieel)
o PO
2
(arterieel)
o PAO
2
(arterieel)
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-26 Shunt estimated (Qs/Qtest)
nCa
2+
De geïoniseerdcalciumwaarde, gestandaardiseerd op pH = 7,40.
[5]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH en Ca
2+
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-27 Standardized ionized calcium
Bloed: F5 = 0,22
Deze formule is geldig voor het bereik van pH 7,2 tot pH 7,6.
Q
s
Shuntdoorstroming
Q
t
Hartminuutvolume
Q
s
/Q
t (est)
(geschatte) fractie van het hartminuutvolume via de shunt
SaO
2
Arteriële zuurstofsaturatiefractie
(a)
Arteriële meetwaarde
7.4)(pHF
10Ca7.4)pHnCa
++
==
522
(
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 121
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
AG
De Anion Gap is een berekende parameter die wordt gebruikt om het
concentratieverschil tussen de belangrijkste kationen en anionen in het bloedmonster
weer te geven.
[2]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder PCO
2
, Na
+
, K
+
en Cl
-
.
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-28 Anion gap
pH
t
pH gecorrigeerd voor een andere temperatuur van de patiënt dan 37 °C.
[1]
Eenheid: [pH-eenheid]
Vergelijking 5-29 pH at patient's temperature
cH
+t
Waterstofionenconcentratie bij een andere temperatuur van de patiënt dan 37 °C.
[1]
Eenheid: [nmol/L]
Vergelijking 5-30 Hydrogen ion concentration at patient's temperature
PCO
2
t
PCO
2
-waarde bij een andere temperatuur van de patiënt dan 37 °C.
[1]
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-31 PO2t at patient's temperature
PO
2
t
PO
2
-waarde bij een andere temperatuur van de patiënt dan 37 °C.
[1]
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-32 PO2t at patient's temperature
++
+=
3
-
HCO - Cl -K NaAG c
7 0
0
pH pH pH t
t
= +
[ . . ( . )] ( ) 0147 0065 4 37
ܿܪ
ା௧
=10
(ଽି௣ு
)
P P CO CO
t
t
2
2
0
37
10
=
.019
(
)
()
37
30.21072.9
071.01049.5
88.3
9
88.3
11
10
»
»
¼
º
«
«
¬
ª
+
+
=
t
O
O
22
2
2
OO
P
P
t
PP
Roche Diagnostics Februari 2015
122 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
PAO
2
t
Alveolaire partiële zuurstofspanning bij een andere temperatuur van de patiënt dan
37 °C.
[6]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-33 Alveolar oxygen partial pressure at patient's temperature
voor:
Vergelijking 5-34 Alveolar oxygen partial pressure at patient's temperature
met:
Vergelijking 5-35 PAO2t
Ptotal = Baro
R = RQ
AaDO
2
t
Alveolair-arterieel partieel zuurstofspanningverschil bij een andere temperatuur van
de patiënt dan 37 °C.
[6]
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-36 Alveolar arterial pressure at patient's temperature
PaO
2
t
= PO
2
t
q
OPMERKING
De berekening wordt alleen door het cobas b 123 POC system uitgevoerd, als het
bloedtype "Arterieel" of "Capillair bloed" is geselecteerd.
Geen berekening zonder PCO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
()
»
¼
º
«
¬
ª
¸
¹
·
¨
©
§
+=
R
IO1
IOACOIOOHO
2
2
t
22
t
2total
t
2
A
F
FPFPPP
ttt
PPPP
2
t
222
OAOotherwiseOAO =
()
[]
( )
P
H O 47 10
2
t
0.0237 0.0001 t 37 t
37
=⋅
−⋅
AaDO AO aO
ttt
222
=−PP
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 123
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
a/AO
2
t
Verhouding arteriële-alveolaire partiële zuurstofspanning ratio bij de temperatuur
van de patiënt.
[6]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder PCO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-37 Alveolar-arterial oxygen partial pressure at patient's temperature
RI
t
Respiratoire index bij een andere temperatuur van de patiënt dan 37 ºC.
[6]
q
OPMERKING
De berekening wordt alleen door het cobas b 123 POC system uitgevoerd, als het
bloedtype "Arterieel" of "Capillair bloed" is geselecteerd.
Geen berekening zonder PO
2
en de invoergegevens FIO
2
en RQ.
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-38 Respiratory index at patient's temperature
PaO
2
t
= PO
2
t
Hct(c)
Hct als een functie van tHb.
[4]
Eenheid: [ - ]
Vergelijking 5-39
Standaardwaarde van Hb-factor = 3,00 (Hb-factor = 100/MCHC [g/dL])
[9]
Bereik van de invoerwaarden: 2,70 tot 3,30. Dit komt overeen met een MCHC van
30,3 tot 37 g/dL (= streefwaardenbereik voor volwassenen).
[4]
q
OPMERKING
Alleen gemeten tHb is toegestaan.
MCHC
Gemiddelde corpusculaire hemoglobineconcentratie.
[4]
Eenheden: [g (Hb)/dL (Ery)]
100
AO
aO
a/AO
t
2
t
2
t
2
=
P
P
100
aO
)aOAO(
RI
t
2
t
2
t
2
t
=
P
PP
Hct c tHb
Hbfactor
100
----------------------=
Roche Diagnostics Februari 2015
124 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijking 5-40 Mean corpuscular hemoglobin concentration
Alleen als berekende waarde weergegeven, als beide waarden als meetwaarden
beschikbaar zijn.
BO
2
Zuurstofcapaciteit.
[1]
Eenheid: [vol %]
Vergelijking 5-41 Oxygen capacity
SulfHb = 0
BE
act
Base-afwijking bij actuele zuurstofsaturatie.
[2]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder pH, PCO
2
, PO
2
en definiëren van het invoergegeven Leeftijd (a/f).
Eenheid: [mmol/L]
Vergelijking 5-42 Base excess of blood at current oxygen saturation
De berekening wordt uitgevoerd met SO
2
of, indien niet beschikbaar, met SO
2
(c).
Osm
Osmolaliteit. [3]
Eenheid: [mOsm/kg][3]
Vergelijking voor bloed, plasma, serum:
Vergelijking 5-43 Osmolality
Vergelijking voor waterige oplossingen, acetaat, bicarbonaat:
Vergelijking 5-44 Osmolality
Standaardwaarden:
100
Hct
tHb
MCHC =
()
39.1
100
SulfHbMetHbCOHb
1tHbBO
2
»
¼
º
«
¬
ª
=
()( )()
¸
¹
·
¨
©
§
++
100
12.0
]26.244.75.963.1[
2
3
O
tHb
HCOpHtHbtHb0.0143-1=BE
act
S
c
9 UreaGlu Na1.86 Osm +++=
+
UreaGlu )Mg (Ca 3 )K (Na 2 Osm
22
+++++=
++++
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 125
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
Verklaring:
Osm
opt
Osmolaliteit (geoptimaliseerd). [13]
Eenheid: [mOsm/kg]
Vergelijking voor bloed, plasma, serum:
Osm
opt
= (Na
+
+ K
+
+ Cl
-
+ Lac + Glu + HCO3
-
+ Urea(e) + 6.5) * 0,985
Vergelijking 5-45 Osmolality (optimized)
q
OPMERKING
Osm
opt
wordt alleen berekend als alle gemeten waarden, berekende waarden en
invoergegevens beschikbaar zijn.
Osm
opt
Gap
Verschil (gap) tussen de gemeten- en de berekende osmolaliteit.
[13]
Eenheid: [mOsm/kg]
Vergelijking 5-46
q
OPMERKING
Osm
opt
Gap wordt alleen berekend als het invoergegeven Osm(e) (m.b.v. een osmometer
gemeten osmolaliteit) en de berekende waarde Osm
opt
(geoptimaliseerde osmolaliteit)
beschikbaar zijn.
OER
Zuurstofextractieratio
[1]
Eenheid: [%]
o K
+
= 4,3 mmol/L
o Ca
2+
= 1,25 mmol/L
o Mg
2+
= 0,6 mmol/L
o Glu = 4,5 mmol/L
o Urea (ureum) = 5 mmol/L
Na
+
:
als er geen meetwaarde beschikbaar is, wordt er geen osmolaliteit berekend
K
+
:
als er geen meetwaarde beschikbaar is, wordt de standaardwaarde voor de
berekening gebruikt
Ca
2+
:
als er geen meetwaarde beschikbaar is, wordt de standaardwaarde voor de
berekening gebruikt
Mg
2+
:
voor de berekening wordt altijd de standaardwaarde gebruikt
Urea:
voor de berekening wordt altijd de standaardwaarde gebruikt
Glu:
als er geen meetwaarde beschikbaar is, wordt de standaardwaarde voor de
berekening gebruikt
Osm
opt
Gap Osm(e) Osm
opt
=
Roche Diagnostics Februari 2015
126 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
Vergelijking 5-47 Oxygen extraction ratio
u Voor ctO
2
zie vergelijking ctO2 (p. 115)
Berekening vindt alleen plaats, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
o dezelfde patiëntenidentificatie voor beide metingen
o twee op elkaar volgende metingen
o monstertype is arterieel- en gemengd veneus bloed
q
OPMERKING
Afhankelijk van de beschikbaarheid van COOX-waarden worden er verschillende
berekeningen uitgevoerd.
Hartminuutvolume (Q
t
)
Eenheid: [vol %][6]
Vergelijking 5-48 Heart minute volume (Qt)
SaO
2
: arteriële zuurstofsaturatiefractie
ctO
2
(A) - ctO
2
(V) = avDO
2
Berekening vindt alleen plaats, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
o dezelfde patiëntenidentificatie voor beide metingen
o twee op elkaar volgende metingen
o monstertype is arterieel- en gemengd veneus bloed
P/F-index
Verhouding PaO
2
/FIO
2
[6]
q
OPMERKING
Geen berekening zonder PO
2
en het invoergegeven FIO
2
.
Eenheid: [mm Hg]
Vergelijking 5-49 P/F Index
PaO
2
= PO
2
100
tO
)tOtO(
OER
2(a)
2(v)2(a)
=
c
cc
0.00314])aOAO()
100
aO
(1tHb1.39(v))tO(a)tO[(
(v)tO(A)tOQ
22
2
22
t
++=
=
PP
S
cc
cc
22
2
2
IO
aO
Index P/F
F
P
=
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 127
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Parameters en berekeningen
Lac
klaring
De Lactaatklaring berekent de procentuele verandering van de gemeten
lactaatwaarde per uur.
[10], [11]
Voor de berekening van de lactaatklaring zijn twee onafhankelijke metingen nodig.
q
OPMERKING
Beide metingen moeten met dezelfde patiënten-ID worden uitgevoerd. Hierom moet de
patiënten-ID als invoergegeven worden gedefinieerd.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Tussen de beide lactaat-deelmetingen door kunnen monsters van patiënten met een
andere patiënten-ID worden gemeten.
r Voor de berekening van de Lactaatklaring moet of de actuele- of de historische
lactaatwaarde groter zijn dan 4 mmol/L.
r Tussen de beide lactaat-deelmetingen moeten ten minste 2 uren en maximaal 8 uren
liggen.
Eenheid: [%]
Vergelijking 5-50
Bibliografie
[1] Clinical and Laboratory Standards Institute. Blood gas and pH related measurements,
CLSI document C46-A2; Approved Guideline (2001), Vol. 29 No. 8
[2] Müller-Plathe, Oswald: Säure-Basen-Haushalt und Blutgase/Breuer, Büttner, Stamm,
Stuttgart; New York: Georg Thieme Verlag, 1982.
[3] Burtis, Carl A,; Ashwood, Edward R.: Tietz Textbook of Clinical Chemistry, 4th
Edition, W.B. Saunders Company, 2006; p. 992
[4] Thomas, Lothar: Labor und Diagnose: Indikation und Bewertung von
Laborbefunden für die medizinische Diagnostik; 7. Auflage, Frankfurt am Main: TH-
Books- Verl.- Ges.. 2008, S. 677 f.
[5] Thode, J. Fogh-Andersen, N. Wimberley, P.D. Moller Sorensen, A. Siggaard-
Andersen, O.: Relation between pH and ionized calcium in vitro and in vivo man.
Scand. J. clin. Lab. Invest., 43. Suppl. 165, 79-82, 1983
[6] National Committee on Clinical Laboratory Standards. Defintions of Quantities and
Conventions Related to Blood pH and Gas Analysis, NCCLS Document C12-A;
Approved Standard (1994), Vol. 14 No. 11.
[7] Marsoner, Hermann J.: Medequip 82 - Geräte, Instrumente, Materialien,
Diagnostica, Einrichtungen für die Medizin- Jahrgang 1982, Heft 2, Seite 37 - 42
Lac
is de laatst gemeten lactaatwaarde
Lac
hist
is de historische lactaatwaarde
h
h = 1
Δ
is de tijd tussen de beide lactaatmetingen
Lac
clearance
Lac
hist
Lac
Lac
hist
--------------------------------- 100
h
---=
Roche Diagnostics Februari 2015
128 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Parameters en berekeningen
[8] Marsoner, H. J.; Harnoncourt, K.: The Calculation of the Oxygen Saturation as
Function of pO2, pH, Temperature and base Deviation; Anaesthesist 25, 345 - 348
(1976)
[9] Despopoulos, Agamemmon; Silbernagel, Stefan: Color Atlas of Physiology, Georg
Thieme Verlag Stuttgart, New York 1991, 4th edition, p. 60
[10] Alan E. Jones; Nathan I. Shapiro; Stephen Trzeciak; Ryan C, Arnold; Heather A.
Claremont; Jeffrey A. Kline: Lactate Clearance vs Central Venous Oxygen Saturation
as Goals of Early Sepsis Therapy. A Randomized Clinical Trial; JAMA, February 24.
2010, Vol. 303, No. 8, 739 - 746
[11] H. Bryant Nguyen; Manisha Loomba; James J. Yang; Gordon Jacobsen; Kant Shah;
Ronny M. Otero; Arturo Suarez; Hemal Parekh; Anja Jaehne; Emanuel P. Rivers:
Early lactate clearance is associated with biomarkers of inflammation, coagulation,
apoptosis, organ dysfunction and mortality in severe sepsis and septic shock; Journal
of Inflammation 2010. 7:6
[12] Siggaard-Anderson. O.; Wimberley, P. D.; Fogh-Anderson, N.; Gøthgen, I. H.:
Measured and derived quantities with modern pH and blood gas equipment:
calculation algorithms with 54 equations; Scand. J. Clin. Lab. Invest. 1988, 48. Suppl.
189: 7-15
[13] Fazekas, A. S.; Funk, G.-Ch.; Klobassa, D. S.; Rüther, H., Ziegler, I., Zander, R.,
Semmelrock, H.-J.: Evaluation of 36 formulas for calculating plasma osmolality;
Intensive Care Med (2013), 39: 302-308
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 129
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Streefwaarden en kritische waarden
Streefwaarden en kritische waarden
De resultaten van laboratoriumonderzoeken hebben pas praktisch nut als in klinische
onderzoeken verschillende toestanden van ziekte en gezondheid kunnen worden
gekoppeld aan bepaalde bereiken van waarden.
(1)
.
Streefwaardenbereiken zijn nuttig, omdat deze de typische resultaten proberen te
beschrijven die in een gedefinieerde populatie van klaarblijkelijk gezonde mensen
worden aangetroffen. Verschillende methoden kunnen, afhankelijk van kalibratie en
andere technische overwegingen, verschillende waarden opleveren. Hierdoor kunnen
in verschillende laboratoria verschillende streefwaardenbereiken en verschillende
resultaten worden verkregen.
Streefwaardenbereiken mogen, ondanks het feit dat ze nuttig zijn als richtlijn voor
clinici, niet als absolute indicatoren voor gezondheid en ziekte worden gebruikt.
(2)
.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De streefwaardenbereiken die in dit hoofdstuk worden vermeld, dienen uitsluitend
voor algemene informatiedoeleinden.
r Afzonderlijke laboratoria dienen hun eigen streefwaardenbereiken vast te stellen.
r De voorgestelde streefwaardenbereiken hebben in het algemeen betrekking op
volwassenen, zonder specificatie van het geslacht. Alle afwijkingen van deze algemene
benadering worden duidelijk weergegeven.
r De bereiken kunnen worden aangepast en specifiek naar geslacht, leeftijd en type
monster worden gedefinieerd.
u Voor meer informatie kunt u het hoofdstuk Meting, Instellingen voor de meting (p. 224)
raadplegen.
Streefwaarden-/normale bereiken
(1) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics, 4th Edition 2006, p. 2252
(2) Zie hoofdstuk 16 in "Tietz' Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics", 4th Edition
2006
Parameter Normaal bereik Monstermatrix Eenheid Weergegeven/afgedrukt
standaardbereik
(1)
Bron
pH 7,35 - 7,45 Volbloed, arterieel 7,350 - 7,450 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2162
pO
2
(mm Hg)
83 - 108 Volbloed, arterieel mm Hg 83,0 - 108,0 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2162
pCO
2
(mm Hg)
32 - 45
(vrouwelijke
volwassene)
35 - 48 (manlijke
volwassene)
Volbloed, arterieel
heparine
mm Hg
32 - 48 (alle)
(2)
32 - 45 (vrouw)
35 - 48 (man)
Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2137
Tabel 5-3 Streefwaarden-/normale bereiken
Roche Diagnostics Februari 2015
130 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Streefwaarden en kritische waarden
Natrium
Na
+
(mmol/L)
136 - 145 Serum, plasma mmol/L 136,0 - 145,0 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2168
Kalium
K
+
(mmol/L)
3,5 - 5,1 Serum mmol/L 3,50 - 5,10 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2164
Chloride
Cl
(mmol/L)
98 - 107 Serum, plasma mmol/L 98,0 - 107,0 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2139
Geïoniseerd
calcium Ca
2+
(mmol/L)
1,15 - 1,33 Serum, plasma
heparine
mmol/L 1,150 - 1,330 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2137
Hematocriet
Hct (%)
36 - 48 (blanke
vrouw)
40 - 53 (blanke
man)
Volbloed, capillair
bloed
%
36 - 53 (alle)
(3)
36 - 48 (vrouw)
40 - 53 (man)
Lothar Thomas, Labor und
Diagnose, 8. Auflage, p. 840
tHb
(g/dL)
11,5 - -16,0
(vrouwelijke
volwassene)
13,5 - -17,8
(manlijke
volwassene)
Capillair bloed g/dL
11,5 - 17,8 (alle)
(2)
11,5 - 16,0 (vrouw)
13,5 - 17,8 (man)
Lothar Thomas, Labor und
Diagnose, 8. Auflage, p. 827
SO
2
/O
2
-
saturatie (%)
94,0 - 98,0 Volbloed, arterieel % 94,0 - 98,0 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2162
O
2
Hb
(%)
94,0 - 98,0 Arterieel bloed % 94,0 - 98,0 Lothar Thomas, Labor und
Diagnose, 8. Auflage, p. 535
HHb
(%)
<3 % 0,0 - 2,9 Kenneth A. Wyka, Paul J.
Mathews, John Rutkowski:
Foundations of respiratory
care, p. 153
COHb
(%)
3, niet-roker Volbloed heparine %
0,0 - 3,0
(4)
Lothar Thomas, Labor und
Diagnose, 8. Auflage, p. 848
MetHb
(%)
0,04 - 1,52 Volbloed heparine %
0,0 - 1,5
(5)
Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2160
Parameter Normaal bereik Monstermatrix Eenheid Weergegeven/afgedrukt
standaardbereik
(1)
Bron
Tabel 5-3 Streefwaarden-/normale bereiken
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 131
cobas b 123 POC system 5 Theoretische grondbeginselen
Streefwaarden en kritische waarden
Bilirubine
Bili
(mg/dL)
2,0 - 6,0 (0-1 d
voldragen)
6,0 - 10,0 (1-2 d
voldragen)
4,0 - 8,0 (3 - 5 d
voldragen)
Serum mg/dL
3,0 - 10,0 (alle)
(6)
3,0 - 10,0 (pasgeborenen)
(6)
6,0 - 10,0 (2e dag)
4,0 - 8,0 ( 1 jaar)
u Raadpleeg voor
meer informatie
over de
gespecificeerde
meetbereiken
hoofstuk 4
Specificaties,
Karakteristieken
(p. 69)
Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2136
Glucose
Glu
(mmol/L)
3,5 - 5,3 Volbloed heparine mmol/L 3,5 - 5,3 Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2149
Lactaat
Lac
(mmol/L)
0,56 - 1,39 Veneus volbloed
heparine, bedrust
mmol/L
1,0 - 1,4
(7)
u Raadpleeg voor
meer informatie
over de
gespecificeerde
meetbereiken
hoofstuk 4
Specificaties,
Karakteristieken
(p. 69)
Tietz Textbook of Clinical
Chemistry and Molecular
Diagnostics, 5th edition 2012,
p. 2156
(1) Standaard worden de streefwaarden-/normale bereiken zonder specificatie van geslacht, leeftijd en type monster in de software van het apparaat
geïmplementeerd. Alle afwijkingen van deze algemene benadering worden duidelijk weergegeven. Opgemerkt dient te worden, dat de software van
het apparaat geen streefwaardenbereik beneden het gespecificeerde meetbereik toestaat.
(2) Het voorgestelde streefwaardenbereik refereert aan de onderste grenswaarde voor vrouwen en de bovenste grenswaarde voor mannen.
(3) Het voorgestelde streefwaardenbereik refereert aan de onderste grenswaarde voor blanke vrouwen en de bovenste grenswaarde voor blanke
mannen.
(4) Bovenste grenswaarde refereert aan niet-rokers.
(5) Standaardwaarde afgerond op één tiende achter de komma.
(6) Het voorgestelde standaardstreefwaardenbereik voor pasgeborenen (3,0 - 10,0) mg/dL refereert aan de onderste grenswaarde van het gespecificeerde
meetbereik voor bilirubine en de bovenste grenswaarde voor 1-2 dagen oude voldragen patiënten. Deze onderste grenswaarde is aangepast op basis
van het gespecificeerde meetbereik voor bilirubine. Hetzelfde standaardstreefwaardenbereik voor pasgeborenen wordt gebruikt voor niet-
gespecificeerde leeftijden (alle).
(7) Het voorgestelde streefwaardenbereik refereert aan de onderste grenswaarde van het gespecificeerde meetbereik voor lactaat en de bovenste
grenswaarde van een veneus bloedmonster afgenomen bij patiënten die bedrust houden. Standaardwaarde afgerond op één tiende achter de komma.
Opmerking: Tabel 60-1 in Tietz 5th edition bevat een drukfout: de waarden zijn één rij opgeschoven.
Parameter Normaal bereik Monstermatrix Eenheid Weergegeven/afgedrukt
standaardbereik
(1)
Bron
Tabel 5-3 Streefwaarden-/normale bereiken
Roche Diagnostics Februari 2015
132 Handleiding · Versie 10.0
5 Theoretische grondbeginselen cobas b 123 POC system
Streefwaarden en kritische waarden
De beschikbaarheid van parameter hangt af van de configuratie:
Kritische bereiken
q
OPMERKING
Er zijn vooraf geen kritische waarden op het apparaat geconfigureerd. Laboratoria moeten
kritische bereiken instellen, die aan hun eigen eisen voldoen.
u Raadpleeg voor meer informatie over de configuratie van kritische bereiken hoofstuk 8
Metingen, Instellingen voor de meting (p. 224)
o cobas b 123 <1> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct,
Glu, Lac
o cobas b 123 <2> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct,
Glu, Lac
o cobas b 123 <3> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct,
Glu, Lac, tHb, O
2
Hb, HHb, COHb, MetHb, SO
2
,
Bili
o cobas b 123 <4> POC system
pH, BG (PO
2
, PCO
2
), ISE (Na
+
, K
+
, Cl
, Ca
2+
), Hct,
Glu, Lac, tHb, O
2
Hb, HHb, COHb, MetHb, SO
2
,
Bili
Februari 2015
Onderdelen van het systeem
6 Onderdelen van het systeem .......................................................................................................... 135
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 135
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Inhoudsopgave
Onderdelen van het systeem 6
Dit hoofdstuk bevat de beschrijvingen van de afzonderlijke modules en
verbruiksmaterialen van het cobas b 123 POC system.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
6
Visuele identificatie........................................................................................................... 137
Gebruikersinterfacemodule ............................................................................................. 138
Beeldscherm................................................................................................................. 138
Beschrijving van de bereiken op het beeldscherm ................................................. 139
Statusbereik............................................................................................................ 139
Selectie van het menu........................................................................................... 139
Volgende kalibratie ............................................................................................... 140
Volgende AutoQC-meting................................................................................... 140
Parameterselectieveld........................................................................................... 140
Een meting starten................................................................................................ 141
Alarmbereik en alarmknop ................................................................................. 142
Weergave van de status van de verbruiksmaterialen........................................ 142
Actieknoppen .............................................................................................................. 143
Inloggen (aanmelden).......................................................................................... 144
Als gebruiker aanmelden ........................................................................................... 144
Als gebruiker afmelden .............................................................................................. 144
Legenda ........................................................................................................................ 145
Online-help.................................................................................................................. 145
Andere knoppen op het scherm................................................................................ 145
USB-interface............................................................................................................... 147
Printer ................................................................................................................................. 148
Deur aan de voorzijde....................................................................................................... 149
Meetkamermodule............................................................................................................ 150
cobas b 123 Sensor Cartridge .......................................................................................... 151
BG-sensoren ................................................................................................................ 152
ISE-sensoren ................................................................................................................ 153
Glu/Lac-sensoren........................................................................................................ 154
cobas b 123 Fluid Pack...................................................................................................... 155
Voor gebruik benodigde vloeistoffen ....................................................................... 157
Slangverbindingen ...................................................................................................... 157
Roche Diagnostics Februari 2015
136 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Contacten van de monstersensor.............................................................................. 157
Monsterinvoermodule................................................................................................ 158
Cuvet............................................................................................................................. 158
cobas b 123 AutoQC Pack (optioneel)............................................................................ 159
Oxymetermodule (optioneel).......................................................................................... 161
Functieprincipe ........................................................................................................... 161
Achterpaneel ...................................................................................................................... 163
Toets (Aan/Uit)............................................................................................................ 163
NETSPANNINGADAPTER cobas b 123 POC system.......................................... 164
Voedingskabel ....................................................................................................... 164
Interfaces ...................................................................................................................... 165
Busbezetting .......................................................................................................... 166
Waarschuwings- en identificatietekens (incl. typeplaatje)..................................... 167
Barcodescanner (standaard) ............................................................................................ 168
Beeldregistrerende scanner (optioneel).......................................................................... 170
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 137
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Visuele identificatie
Visuele identificatie
Het cobas b 123 POC system
Figuur 6-1 cobas b 123 POC system
A Printer (onderdeel van de
gebruikersinterfacemodule)
E Deur aan de voorzijde
B Beeldscherm (onderdeel van de
gebruikersinterfacemodule)
F AutoQC-module met AutoQC Pack
C Monsterinvoermodule (deel van Fluid Pack) G Meetkamermodule met Sensor Cartridge
D Fluid Pack H USB-interface
H
G
F
D
C
B
A
E
Roche Diagnostics Februari 2015
138 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Gebruikersinterfacemodule
Gebruikersinterfacemodule
Beeldscherm
Figuur 6-2 Gebruikersinterface
Alle gegevens (resultaten, bedieningsinstructies, alarmen, waarschuwingen, enz.)
worden in dit scherm weergegeven.
U kunt in deze modus metingen starten.
Het beeldscherm is een LCD-kleurenscherm met een aanraakgevoelige folie
(touchscreen).
q
OPMERKING
Omdat de aanraakgevoelige folie door scherpe voorwerpen kan worden beschadigd, mag
deze alleen met een vinger of met een hiervoor bestemde stift worden aangeraakt.
A Statusbereik H Weergave van de status van de
verbruiksmaterialen
B Menu I Inloggen (aanmelden)
C Volgende kalibratie J Annuleren
D Volgende AutoQC-meting K Afdrukken
E Parameterselectieveld L Info
F Meting starten M Legenda
G Alarmbereik en alarmknop N Online-help
G
F
E
D
C
B
A
H
I
J
K
N
M
L
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 139
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Gebruikersinterfacemodule
Beschrijving van de bereiken op het beeldscherm
Statusbereik
In dit bereik worden de actuele status van het apparaat en de datum en de tijd
weergegeven. Als een gebruiker bij het systeem is aangemeld (ingelogd), wordt diens
gebruikersnaam weergegeven.
Figuur 6-3 Statusbereik inclusief datum en tijd
Aanvullende informatie, die in dit bereik kan worden weergegeven:
Figuur 6-4 Statusbereik geel gemarkeerd = serviceverbinding actief
Selectie van het menu
U kunt tijdens de uitvoering van metingen of kalibraties of tijdens de uitvoering van
databaseacties door andere procedures bepaalde instellingen configureren of
algemene informatie opvragen.
Figuur 6-5 Tabs voor de selectie van het menu
De volgende menuonderdelen zijn beschikbaar:
[Gebruikersnaam] Gebruiker aangemeld (voornaam en achternaam in de tweede regel)
Netwerkverbinding is actief
Netwerkverbinding niet actief
Serviceverbinding is actief (daarnaast is het statusbereik ook nog geel
gemarkeerd).
ASTM/POCT1-A-verbinding actief
ASTM/POCT1-A -verbinding niet actief
Roche Diagnostics Februari 2015
140 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Gebruikersinterfacemodule
Volgende kalibratie
Het tijdstip van de volgende kalibratie wordt weergegeven.
Figuur 6-6 Volgende kalibratie
u Raadpleeg voor meer informatie Kalibratie (p. 281), paragraaf Instellingen voor de
kalibratie (p. 290).
Volgende AutoQC-meting
Het tijdstip van de volgende AutoQC-meting wordt weergegeven.
Figuur 6-7 Volgende AutoQC-meting
u Raadpleeg voor meer informatie Kwaliteitscontrole (p. 241), paragraaf Instellingen voor de
kwaliteitscontrole (p. 263).
Parameterselectieveld
Het parameterselectieveld stelt u in staat om meetparameters of een panel van
parameters te selecteren en geeft de status van de afzonderlijke parameters weer.
Figuur 6-8 Parameterselectieveld
Als een parameter niet gereed is, wordt een statusrapport weergegeven als er op de
betreffende parameterknop wordt gedrukt.
Overzicht
Alle gegevens (resultaten, bedieningsinstructies, alarmen,
waarschuwingen, enz.) worden in dit scherm weergegeven. Het
starten van metingen geschiedt eveneens in dit menu.
Werkplek
In dit menu kunnen de afzonderlijke vervangingsroutines,
handmatige QC-metingen en de afzonderlijke databases worden
opgeroepen.
Apparaat
Alle het apparaat betreffende gegevens (b.v. weergave van de status)
worden hier weergegeven. Het is in dit menu ook mogelijk om
handmatig kalibraties te starten en diverse
onderhoudswerkzaamheden op te vragen.
Hulpmiddelen
In dit menu zijn behalve de hulpmiddelen (Routine voor oplossen
van problemen, Software-update, enz.) ook de functies voor de
inbedrijfstelling en de buitenbedrijfstelling te vinden. In dit menu
kunnen eveneens diverse instellingen worden geconfigureerd.
A Panel van parameters B Parameterknoppen
A
B
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 141
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Gebruikersinterfacemodule
Rechts naast het parameterselectieveld bevindt zich de knop [Info]. Als op de knop
[Info] is gedrukt, wordt het statusrapport weergegeven.
U kunt een panel van parameters via de betreffende knop selecteren. Een panel van
parameters schakelt de meting van de parameters en de bijbehorende meetrapportage
in of uit. Er kunnen maximaal drie panels van parameters door de gebruiker worden
gedefinieerd.
u Raadpleeg voor meer informatie Meting (p. 191), sectie Panels bewerken (p. 224).
Een meting starten
Het is mogelijk om monsters uit spuiten (zonder een naald of canule), capillairen en
Roche MICROSAMPLER PROTECT te meten.
Om een meting te starten, drukt u op een van de volgende knoppen:
Parameter is ingeschakeld en gereed.
Parameter is tijdelijk uitgeschakeld (doch gereed).
Parameter is ingeschakeld en gereed (er is echter een QC-waarschuwing
afgegeven).
Parameter is tijdelijk uitgeschakeld (doch gereed; er is echter een QC-
waarschuwing afgegeven).
Parameter is niet gereed (niet gekalibreerd) of geblokkeerd door
blokkering op afstand.
u Raadpleeg de knop [Info] voor meer details.
Parameter is niet gereed (door QC-blokkering).
Parameter is permanent uitgeschakeld.
Het statusrapport bevat informatie over de parameters die niet gereed
zijn.
Selectieknop voor een panel van parameters.
Starten van een Roche MICROSAMPLER
PROTECT- of capillairmeting
Starten van een meting m.b.v. een spuit
Roche Diagnostics Februari 2015
142 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Gebruikersinterfacemodule
u Raadpleeg voor specifieke details Meting (p. 191), paragraaf Meetprocedure (p. 208).
Alarmbereik en alarmknop
Tijdens normale werking is de alarmknop geblokkeerd en is het weergaveveld van het
alarmbereik aan de onderkant van het scherm leeg.
Als er een fout optreedt, wordt de alarmknop ingeschakeld en wordt de naam van het
alarm (met datum en tijd) in het alarmbereik weergegeven. Afhankelijk van de ernst
van de fout verandert de kleur van de alarmknop.
Door op de alarmknop te drukken wordt er een meldingenvenster geopend, waarin
details over de waarschuwingen of fouten worden weergegeven en suggesties voor het
verhelpen van de problemen worden gegeven.
u Raadpleeg Oplossen van problemen (p. 369) voor meer informatie over het oplossen van
problemen.
Weergave van de status van de verbruiksmaterialen
Dit bereik geeft de status van de verbruiksmaterialen aan. De volgende symbolen
worden gebruikt:
De resterende gebruiksduur of het resterende aantal metingen wordt weergegeven.
Daarnaast wordt het niveau symbolisch door een gekleurde balk weergegeven:
Het verbruiksmateriaal is in orde. Noch het waarschuwingsniveau noch het
alarmniveau is bereikt. De balk geeft in stappen van 10 % het percentage van de
resterende gebruiksduur of van het resterende aantal testen aan.
Figuur 6-9 Indicator voor verbruiksmaterialen
Er is geen informatie over waarschuwingen of fouten beschikbaar.
Het alarmscherm kan niet worden geopend.
Informatie is beschikbaar. Het apparaat kan normaal worden
gebruikt, maar er zijn acties die nog moeten worden uitgevoerd.
Er zijn waarschuwingen afgegeven. Het apparaat kan met mogeijke
beperkingen worden gebruikt.
Er zijn fouten opgetreden. Het apparaat kan niet of slechts beperkt
worden gebruikt.
Sensor Cartridge
AutoQC Pack
Fluid Pack
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 143
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Gebruikersinterfacemodule
Waarschuwingsniveau bereikt:
Het verbruiksmateriaal is in orde, maar moet binnen 2 dagen worden vervangen,
aangezien de maximale gebruiksduur of het maximale aantal testen binnenkort zal
zijn bereikt. De balk geeft in stappen van 10 % het percentage van de resterende
gebruiksduur of van het resterende aantal testen aan.
Figuur 6-10 Indicator voor verbruiksmaterialen
Alarmniveau bereikt:
Het verbruiksmateriaal is niet meer in orde. Vervanging dient onmiddellijk te
worden uitgevoerd, aangezien de maximale gebruiksduur of het maximale aantal
testen is bereikt.
Figuur 6-11 Indicator voor verbruiksmaterialen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Afhankelijk van het betreffende verbruiksmateriaal kan een rode statusindicator van
het niveau tot een systeemstop (Fluid Pack) of slechts tot een waarschuwing (Sensor
Cartridge en AutoQC Pack) leiden.
u Raadpleeg Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347) voor meer informatie.
Actieknoppen
De volgende knoppen zijn aan de rechterkant van het scherm beschikbaar.
Afhankelijk van operationele status of softwarefunctie kunnen de knoppen
ingeschakeld of uitgeschakeld zijn.
Inloggen/Uitloggen
Deze knop dient zowel voor het aanmelden (inloggen) als
afmelden (uitloggen) van een gebruiker bij het apparaat.
Annuleren
Deze knop dient voor de onderbreking van een procedure die
actueel wordt uitgevoerd, b.v. kalibratie. Als er geen procedure
wordt uitgevoerd, is de knop [Annuleren] uitgeschakeld.
Afdrukken
Deze knop dient voor het afdrukken van resultaten en andere
gegevens die via de databases kunnen worden uitgevoerd.
Legenda
Deze knop beschrijft de symbolen op de knoppen van
detailweergaven.
Roche Diagnostics Februari 2015
144 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Gebruikersinterfacemodule
Inloggen (aanmelden)
Met behulp van deze functie kan een gebruiker op het apparaat inloggen. Afhankelijk
van de beveiligingsinstellingen van het apparaat kan dit nodig zijn om toegang tot
bepaalde functies te verkrijgen.
Als gebruiker aanmelden
Roep de functie [Aanmelden] aan de rechter kant van het scherm op.
Het volgende scherm verschijnt:
Figuur 6-12 Scherm voor het aanmelden (inloggen)
Voer een geldige gebruikers-ID en het bijbehorende wachtwoord in en druk op de
knop [OK].
Als de aanmelding succesvol was, wordt de gebruikers-ID in het statusbereik
weergegeven.
Als gebruiker afmelden
Roep de functie [Afmelden] op.
De gebruiker wordt bij het apparaat afgemeld.
Online-help
Deze knop opent in elk scherm op het apparaat de betreffende
pagina van de Online-help.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 145
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Gebruikersinterfacemodule
Legenda
Deze functie beschrijft de symbolen op de knoppen van detailaanzichten,
bijvoorbeeld in de database.
u Raadpleeg Softwarefuncties (p. 305) sectie Database (p. 308) voor meer details.
Figuur 6-13 Legenda
Online-help
Door op de knop [Help] te drukken wordt bij elk scherm op het apparaat de
betreffende pagina van de Online-help geopend.
De Online-help bevat verwijzingen naar andere relevante onderwerpen. Met behulp
van de inhoudsopgave of het trefwoordenregister kunnen onderwerpen in de Online-
help gemakkelijk worden gevonden. De Online-help beschikt eveneens over een
verklarende woordenlijst.
Andere knoppen op het scherm
De volgende knoppen worden in de software gebruikt:
Met behulp van de knop [Thuis] naar de inhoudsopgave wisselen
Met behulp van de knop [Terug] teruggaan naar de laatst weergegeven
pagina
Eerste invoer
Naar boven verplaatsen
Roche Diagnostics Februari 2015
146 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Gebruikersinterfacemodule
Naar beneden verplaatsen
Laatste invoer
Naar links
Naar rechts
Sorteervolgorde bewerken
Menu gesloten – Menu geopend – Menu-invoer
Selectie uitgeschakeld – Selectie ingeschakeld
Een procedure starten (zonder invoergegevens)
Een functie starten (met invoergegevens)
Een functie afsluiten
Actieve functie
Tijdelijk inactieve functie
Bewerken
Detail
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 147
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Gebruikersinterfacemodule
USB-interface
Druk de grijze afdekking omlaag om een USB-stick in het apparaat te plaatsen.
Figuur 6-14 USB-interfaces
A Grijze afdekking B USB-opslagmedium
B
A
Roche Diagnostics Februari 2015
148 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Printer
Printer
Figuur 6-15 Thermische printer
De geluidsarme thermische printer is onderdeel van de gebruikersinterfacemodule.
Papiertoevoer-toets op de printer
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 149
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Deur aan de voorzijde
Deur aan de voorzijde
Achter de deur aan de voorzijde bevinden zich de meetkamermodule met de Sensor
Cartridge, het Fluid Pack met de monsterinvoermodule en de AutoQC-module met
het AutoQC Pack (optioneel).
u Zie cobas b 123 POC system (p. 137).
Roche Diagnostics Februari 2015
150 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Meetkamermodule
Meetkamermodule
De meetkamermodule met de Sensor Cartridge bevindt zich achter de deur aan de
voorzijde.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r U kunt een Sensor Cartridge alleen uit de meetkamermodule verwijderen, als de
Sensor Cartridge geheel is losgekoppeld van het Fluid Pack.
Tijdens de normale werking is de Sensor Cartridge verbonden met het Fluid Pack.
Het rode gedeelte van de meetkamer is zichtbaar (Gereed-positie). Om de
meetkamermodule voor te bereiden op het wisselen van de Sensor Cartridge, wordt
de Sensor Cartridge losgekoppeld van het Fluid Pack. Het groene gedeelte van de
meetkamer wordt zichtbaar (wisselpositie).
Figuur 6-16 Meetkamermodule met Sensor Cartridge
A Positie voor het wisselen (groen) B Positie tijdens normale werking (rood)
Ga voorzichtig om met de Sensor Cartridge om te voorkomen dat er eventueel vloeistof uit de
Sensor Cartridge naar buiten komt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 151
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
cobas b 123 Sensor Cartridge
cobas b 123 Sensor Cartridge
Figuur 6-17 cobas b 123 Sensor Cartridge
De volgende versies zijn verkrijgbaar:
Om de diverse gegevens, die betrekking hebben op de Sensor Cartridge en aan het
apparaat moeten worden overgedragen, op te slaan, is op de Sensor Cartridge een
geheugenchip aangebracht. De chip wordt ook gebruikt om gegevens van het
apparaat aan de Sensor Cartridge over te dragen.
Hierbij gaat het o.a. om de volgende gegevens:
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het contactoppervlak van de Smart Memory Chip niet aan. Raak de
sensorgedeelten van de Sensor Cartridge niet aan.
A Handgreep voor het vastpakken van de
Sensor Cartridge
D BG-sensorgedeelte
B ISE-sensorgedeelte E Smart Memory Chip
C Glu/Lac-sensorgedeelte
cobas b 123 Sensor Cartridge
BG, Hct
(1)
(1) maximaal 700 testen of maximaal 28 dagen
cobas b 123 Sensor Cartridge
BG, ISE, Hct
(1)
cobas b 123 Sensor Cartridge
BG, ISE, Hct, Glu
(1)
cobas b 123 Sensor Cartridge
BG, ISE, Hct, Glu, Lac
(2)
(2) maximaal 500 testen of maximaal 21 dagen
o Charge(lot)nummer o Plaatsingsdatum o Aantal monsters
o Ver vald atum o Sensorvariant o Verblijfsduur buiten het
apparaat
BC D
A
E
Roche Diagnostics Februari 2015
152 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
cobas b 123 Sensor Cartridge
BG-sensoren
De sensoren worden gebruikt voor het meten van de pH-waarde en de
bloedgaswaarden PO
2
en PCO
2
.
Figuur 6-18 BG-sensor
PO
2
-sensor De PO2-sensor functioneert volgens het meetprincipe van Clark. Dit houdt in dat
zuurstof door een membraan naar een uit meerdere gouden draden bestaand systeem
met een negatieve elektrische potentiaal binnen de sensor diffundeert. Hier wordt de
zuurstof gereduceerd, waardoor een elektrische stroom wordt gegenereerd die
evenredig is aan de hoeveelheid zuurstof in het monster. Deze stroom wordt gemeten
(amperometrische meting).
PCO
2
-sensor De PCO
2
-sensor is van het type Severinghouse. Dit betekent dat CO
2
, net als bij de
zuurstofsensor, door een membraan diffundeert. In de sensor wordt de CO
2
-
concentratie gewijzigd, hetgeen tot een verandering van de pH-waarde leidt, welke
potentiometrisch wordt gemeten.
pH-sensor (BG) De pH-sensor bevat een pH-gevoelig membraan. Afhankelijk van de pH-waarde van
het monster wordt aan het grensvlak van het membraan en het monster een
elektrische potentiaal gegenereerd. Deze potentiaal kan door middel van een tweede
sensor, de referentiesensor (in het ISE-sensorgedeelte), potentiometrisch worden
gemeten.
A Geleidbaarheidscontact (BG-IN) E CO
2
-meetcontact
B O
2
-meetcontact F pH-sensor (BG)
C O
2
-referentiecontact G Geleidingscontact (BG-OUT)
D CO
2
-referentiecontact
E
F
C
D
A
B
G
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 153
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
cobas b 123 Sensor Cartridge
ISE-sensoren
De ISE-sensoren worden gebruikt voor het meten van de waarden van de elektrolyten
Na
+
, K
+
, Ca
2+
en Cl
-
.
Figuur 6-19 ISE-sensoren
De afzonderlijke meetresultaten van de elektrolyten worden door de sensoren op
verschillende manieren bepaald:
Na
+
-sensor Deze sensor bevat een natriumgevoelig membraan.
K
+
, Ca
2+
, Cl
-
-sensor
Deze sensoren werken net als de Na
+
-sensor volgens het potentiometrische
meetprincipe. Ze verschillen alleen in de membraanmaterialen, die een verschillende
gevoeligheid voor de betreffende elektrolyten bezitten.
Referentiesensor Alle potentiometrische sensoren (behalve de CO
2
-sensor) geven directe signalen af,
die gerelateerd zijn met de inhoud van het te meten monster. De referentiesensor
moet, onafhankelijk van de samenstelling van het monster, een constant signaal
afgeven. Dit wordt gerealiseerd door het monster in contact te brengen met een
vloeistof met een hoge KCl-concentratie (referentieoplossing). De sensor bevat uit
een chloridegevoelig membraan dat in verbinding staat met de referentieoplossing.
Omdat de concentratie van de referentieoplossing niet verandert, verandert het
signaal van de referentiesensor ook niet. Hierdoor levert de referentiesensor een
constant signaal dat onafhankelijk is van de concentratie.
A Cl
-
-sensor E Na
+
-sensor
B pH-sensor (ISE) F Geleidingscontact (ISE)
C Ca
2+
-sensor G ISE-referentiesensor
D K
+
-sensor
E
F
C
D
B
G
A
Roche Diagnostics Februari 2015
154 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
cobas b 123 Sensor Cartridge
Glu/Lac-sensoren
De Glu/Lac-sensoren worden gebruikt om glucose en lactaat te meten.
Figuur 6-20 Glu/Lac-sensoren
Glucosesensor Glucose wordt door het enzym glucoseoxidase en zuurstof uit de lucht geoxideerd tot
gluconolacton. Het H
2
O
2
dat hierbij ontstaat, wordt met een
mangaandioxide/koolstof-elektrode amperometrisch bij 350 mV bepaald.
Omdat de sensor de zuurstof, die voor de oxidatie van de glucose in de enzymatische
reactie nodig is, weer aanvult, is de meting van de glucosewaarde onafhankelijk van
de zuurstofconcentratie in het bloed.
Om storingen door elektroactieve stoffen te vermijden, wordt een interferentiesensor
(BSA-sensor) gebruikt.
Lactaatsensor Lactaat wordt door enzym lactaatoxidase met zuurstof uit de lucht geoxideerd tot
pyruvaat. Het H
2
O
2
dat hierbij ontstaat, wordt met een mangaandioxide/koolstof-
elektrode amperometrisch bij 350 mV bepaald.
Omdat de sensor de zuurstof, die voor de oxidatie van het lactaat in de enzymatische
reactie nodig is, weer aanvult, is de meting van de lactaatwaarde onafhankelijk van de
zuurstofconcentratie in het bloed.
Om storingen door elektroactieve stoffen te vermijden, wordt een interferentiesensor
(BSA-sensor) gebruikt. De interferentiecompensatie-elektrode is onderdeel van het
lactaatsensorsysteem, waarbij het enzym is vervangen door een inactief eiwit.
A BSA-sensor E Glucose - referentiesensor
B Lactaat - tegenelektrode F Glucosesensor
C Lactaatsensor G Glucose - tegenelektrode
D Lactaat - referentiesensor H Geleidingscontact (Glu/Lac)
F
G
D
E
B
C
H
A
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 155
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
cobas b 123 Fluid Pack
cobas b 123 Fluid Pack
Figuur 6-21 cobas b 123 Fluid Pack
Het Fluid Pack bevat de volgende onderdelen:
o 7 zakken
o 2 afvalwaterzakken
o 1 referentieoplossing (REF)
o 1 bevochtigingsoplossing (WET) (voor bevochtiging van de Sensor Cartridge)
o 1 Standby-oplossing (STDBY) (tevens kalibratieoplossing)
o kalibratieoplossing CAL 1
o kalibratieoplossing CAL 2
o monsterinvoermodule (vulopening, naald)
o volledige slangverbindingen (inclusief peristaltische pomp)
o cuvet voor de oxymetermodule (optioneel)
Het voordeel van dit systeem is dat alle belangrijke vloeistoftrajecten die vuil kunnen
worden of verstopt kunnen raken, zich in het Fluid Pack bevinden. Het vervangen
door de gebruiker vereist slechts enkele eenvoudige handelingen en maakt telkens
terugkerend onderhoud hierdoor overbodig.
A Slangverbindingen (peristaltische pomp) D Koppelingsdelen (meetkamermodule)
B Cuvet (oxymetermodule) E Monsterinvoermodule
C Contacten van de monstersensor
AB D
E
C
Roche Diagnostics Februari 2015
156 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
cobas b 123 Fluid Pack
Aan de onderkant van het Fluid Pack is een luchtfilter ingebouwd, waarmee frisse
lucht voor de regeling van de temperatuur van de modules van het
cobas b 123 POC system wordt aangezogen.
Voor de verschillende testfrequenties zijn voor een optimaal gebruik verschillende
Fluid Packs beschikbaar:
Onafhankelijk van het type Fluid Pack of de resterende oplossingen moet het Fluid
Pack uiterlijk na 42 dagen worden vervangen.
u Raadpleeg voor meer informatie Specificaties (p. 65), sectie cobas b 123 Fluid Pack
(p. 101).
q
OPMERKING
Als per dag minder metingen worden uitgevoerd dan voor een Fluid Pack is aangegeven,
kunnen hiermee door de toename van het gebruik van de oplossingen voor kalibratie
minder metingen worden uitgevoerd.
Om de diverse gegevens, die betrekking hebben op het Fluid Pack en aan het apparaat
moeten worden overgedragen, op te slaan, is op de achterkant van het Fluid Pack een
geheugenchip aangebracht. De chip wordt ook gebruikt om gegevens van het
apparaat aan het Fluid Pack over te dragen.
Figuur 6-22 Geheugenchip
Hierbij gaat het o.a. om de volgende gegevens:
cobas b 123 Fluid Pack COOX 200
(1)
(1) Voor alle cobas b 123 POC systemen.
5 of meer metingen per dag
cobas b 123 Fluid Pack COOX 400
(1)
13 of meer metingen per dag
cobas b 123 Fluid Pack COOX 700
(1)
33 of meer metingen per dag
cobas b 123 Fluid Pack 200
(2)
(2) Kan alleen bij cobas b 123 <1> POC system en cobas b 123 <2> POC system worden gebruikt.
5 of meer metingen per dag
cobas b 123 Fluid Pack 400
(2)
13 of meer metingen per dag
cobas b 123 Fluid Pack 700
(2)
33 of meer metingen per dag
A Smart Memory Chip
o Charge(lot)nummer o Aantal monsters o Gebruiksfrequentie resp.
mogelijke aantal
plaatsingen
o Ver vald atum o Niveaus
o Plaatsingsdatum o Concentratie van de
kalibratieoplossingen
A
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 157
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
cobas b 123 Fluid Pack
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het contactoppervlak van de Smart Memory Chip niet aan.
Voor gebruik benodigde vloeistoffen
In het Fluid Pack bevinden zich alle, voor de werking van het apparaat noodzakelijke
kalibratie- en wasoplossingen en twee afvalwaterzakken. De voor het gebruik
benodigde vloeistoffen bevinden zich in thermisch gelaste zakken.
De kleppen van de zakken worden door het apparaat aangestuurd voor de vrijgave
van de vloeistof uit de zakken, maar kunnen ook op een afsluit- of luchtstand worden
ingesteld.
Slangverbindingen
Alle voor de werking noodzakelijke slangen, inclusief de pompslangen voor de beide
peristaltische pompen en de slangverbindingen met de kleppen, zijn in het Fluid Pack
geïntegreerd.
De kleppen en peristaltische pompen zelf zijn onderdeel van het apparaat.
Contacten van de monstersensor
De contacten van de monstersensor vormen de elektrische interface tussen het
Fluid Pack en de meetkamermodule.
Figuur 6-23 Contacten van de monstersensor
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het cuvet en de contacten van de monstersensor aan de zijkant van het
Fluid Pack niet aan.
A Contacten van de monstersensor op het
Fluid Pack
B Contacten van de monstersensor in de
meetkamermodule
B
A
Roche Diagnostics Februari 2015
158 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
cobas b 123 Fluid Pack
Monsterinvoermodule
De vulopening maakt het mogelijk om monsters op te zuigen uit spuiten, Roche
MICROSAMPLER PROTECT, capillairen en ampuladapters.
Figuur 6-24 Monsterinvoermodule
Cuvet
Figuur 6-25 Cuvet
Het cuvet, dat onderdeel is van het Fluid Pack, wordt mechanisch gekoppeld aan de
oxymetermodule, die een optioneel onderdeel van het apparaat is.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het cuvet en de contacten van de monstersensor aan de zijkant van het
Fluid Pack niet aan.
A Monsterinvoermodule B Vulopening (positie voor
capillairen)
C Vulopening (positie voor
spuiten)
C
B
A Contacten van de monstersensor B Cuvet
A
B
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 159
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
cobas b 123 AutoQC Pack (optioneel)
cobas b 123 AutoQC Pack (optioneel)
Voor een regelmatige, automatische kwaliteitscontrole is in het
cobas b 123 POC system een optionele AutoQC-module voorzien.
De versies cobas b 123 <2> POC system en cobas b 123 <4> POC system beschikken
over deze module.
In de AutoQC-module wordt als verbruiksmateriaal een AutoQC Pack geplaatst, dat
24 glazen ampullen in een draaicarrousel bevat. De 24 glazen ampullen kunnen met
maximaal drie verschillende niveaus gevuld zijn.
De volgende versies van het cobas b 123 AutoQC Pack zijn actueel beschikbaar:
Figuur 6-26 cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL
Het voordeel van dit systeem is dat de QC-oplossing direct met de monsternaald uit
de ampul wordt opgezogen. Hierdoor komt de QC-meetprocedure met betrekking
tot transport en behandeling van monsters exact overeen met de procedure voor het
meten van monsters. Een speciale monsterbehandeling voor QC-materialen is
hierdoor dus overbodig.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Draai een gedeeltelijk gebruikt AutoQC Pack niet ondersteboven, als het AutoQC Pack
opnieuw wordt geplaatst. Plaatsing van een ondersteboven gedraaid AutoQC Pack kan
de AutoQC-module onherstelbaar beschadigen.
cobas b 123 AutoQC Pack TRI-LEVEL
Niveau 1 - 3 voor hoge-, normale- en lage
waarden
Roche Diagnostics Februari 2015
160 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
cobas b 123 AutoQC Pack (optioneel)
Figuur 6-27 cobas b 123 AutoQC Pack
Om de diverse gegevens, die betrekking hebben op het AutoQC Pack en aan het
apparaat moeten worden overgedragen, op te slaan, is op de achterkant van het
AutoQC Pack een geheugenchip aangebracht. De chip wordt ook gebruikt om
gegevens van het apparaat aan het AutoQC Pack over te dragen.
Hierbij gaat het o.a. om de volgende gegevens:
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het contactoppervlak van de Smart Memory Chip niet aan.
A Smart Memory Chip van het cobas b 123 AutoQC Pack
o Ver vald atum o Niveau o Niveauspecifieke
charge(lot)nummers
o Plaatsingsdatum o Productspecifiek
charge(lot)nummer
A
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 161
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Oxymetermodule (optioneel)
Oxymetermodule (optioneel)
De versies cobas b 123 <3> POC system en cobas b 123 <4> POC system beschikken
over deze module.
De oxymetermodule is een optische sensormodule voor de bepaling van
totaalhemoglobine (tHb), van de hemoglobinederivaten oxyhemoglobine (O
2
Hb),
desoxyhemoglobine (HHb), carboxyhemoglobine (COHb), methemoglobine
(MetHb) en van neonataal bilirubine (Bili).
Functieprincipe
De hemoglobinederivaten en bilirubine worden spectrofotometrisch met behulp van
de wet van Lambert-Beer bepaald.
* C * d
waarbij:
De extinctie wordt bij verschillende golflengten gemeten en met het hiermee
verkregen, overgedetermineerde systeem van vergelijkingen worden de concentraties
van de hemoglobinederivaten bepaald.
Het optische systeem bestaat in principe uit:
o lichtbron (LED)
o hemolyzer
o cuvet
o polychromator
Het licht van een witlicht-LED wordt naar het cuvet geleid. In het cuvet wordt het
licht gedeeltelijk door het monster geabsorbeerd en gedeeltelijk doorgelaten. De
absorptie is kenmerkend voor de samenstelling van het monster. Het door het cuvet
doorgelaten licht wordt door een lichtgeleider naar de polychromator geleid, waar
het wordt gesplitst en op het oppervlak van een lichtgevoelige ontvanger (CCD)
wordt afgebeeld. Met het hierbij verkregen elektrische signaal worden de absorptie en
uiteindelijk de concentraties van de hemoglobinederivaten berekend. Problemen in
het preanalytische traject kunnen resulteren in een verandering van het
geabsorbeerde licht en direct effect hebben op de met de oxymetermodule gemeten
parameters. Hierdoor dient voor bilirubine- en tHB-metingen zeer veel aandacht
worden besteed aan een correcte monsterneming.
De in volbloed gemeten bilirubineconcentratie wordt afhankelijk van de
hematocrietwaarde, die op basis van totaalhemoglobine wordt bepaald,
geconverteerd naar de concentratie in plasma.
A()
is de vector van de absorptiewaarde bij golflengte
()
is de matrix van de absorptiecoëfficiënt van de afzonderlijke
bestanddelen bij golflengte
C
is de vector van de concentratiewaarde van de bestanddelen
d
is de weglengte van het cuvet
Roche Diagnostics Februari 2015
162 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Oxymetermodule (optioneel)
Om de verstrooiing van het licht door rode bloedlichaampjes tot een minimum te
beperken, wordt het monster in het cuvet gehemolyseerd. Tijdens de hemolyse wordt
het monster aan een sterk ultrasoon veld blootgesteld, waardoor de erytrocyten
beschadigd worden en de hemoglobine vrijkomt.
Net als bij alle spectrofotometrische methoden zijn ook bij de optische bepaling van
hemoglobinederivaten enkele beperkingen van toepassing. Over het algemeen
hebben alle stoffen die naast de te bepalen hemoglobinederivaten een significante
absorptie of lichtstrooiing veroorzaken, een negatieve invloed op het resultaat.
Stoffen, die de metingen zouden kunnen storen, zijn: diagnostische- of
therapeutische kleurstoffen zoals cardiogroen en methyleenblauw, hoge
concentraties of vettige emulsies als LIPOSYN. De aanwezigheid van dergelijke
stoffen wordt vanaf een bepaald niveau door het apparaat gedetecteerd, waardoor de
weergave van onjuiste resultaten wordt voorkomen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 163
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Achterpaneel
Achterpaneel
Figuur 6-28 Achterpaneel
Toets (Aan/Uit)
Figuur 6-29 Aan/Uit-toets
q
OPMERKING
Door op de toets (Aan/Uit) te drukken wordt het apparaat niet van het elektriciteitsnet
gescheiden. Om het apparaat volledig van het elektriciteitsnet te scheiden, moet de
stekker van de netspanningadapter uit het stopcontact worden getrokken.
A Netspanningadapter C Stroomschakelaar
B Interfaces D Bus voor het aansluiten van de
netspanningadapter
A
B
D
C
A Toets (Aan/Uit)
A
Roche Diagnostics Februari 2015
164 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Achterpaneel
NETSPANNINGADAPTER cobas b 123 POC system
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Gebruik uitsluitend de originele netspanningadapter van het cobas b 123 POC system.
De netspanningadapter mag niet worden gerepareerd of geopend.
Figuur 6-30 Netspanningadapter cobas b 123 POC system
De netspanningadapter voorziet het apparaat van 12V DC (10 A).
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r De netspanningadapter mag alleen in horizontale positie worden gebruikt.
Voedingskabel
q
OPMERKING
De voedingskabel moet voldoen aan de specifiek voor een bepaald land geldende eisen.
Bestellingen zijn alleen mogelijk via de lokale vertegenwoordiging van Roche.
De geselecteerde voedingskabel moet voldoen aan de volgende minimum
specificaties:
Netspanningsbereik: 100 - 240 V AC (+/- 10 %)
Frequentie: 50 - 60 Hz (+/- 5 %)
Benodigd vermogen: max. 120 W
Voedingsspa
nning
Type kabel Doorsned
e kabel
Nominale
stroom
Nominale
spanning
Min.
lengte
Stekker Aansluiting
(1)
Netspanning
adapter
Extra eisen
100 - 125
V
(2)
SVT,
SJT,
3-aderig
18 AWG 15 A 125 V 6 feet Gegoten.
Lokale
toelating.
Ziekenhuiskw
aliteit
IEC320-
EN60320/C1
3
Lokaal toelating (b.v.
UL, CSA., JET, CCC,
enz.). Geschikt voor
medisch gebruik
230 - 240 V
3-aderig,
met PVC-
isolatie
Min. 0,75
mm2 (18
AWG )
10 A 300 V 2 meter Gegoten.
Lokale
toelating
IEC320-
EN60320/C1
3
Lokale toelating.
HAR-markering op
stekker of bus.
Geschikt voor
medisch gebruik
(1) IEC320-EN60320/C13: Toestelstopcontacten voor huishoudelijk en dergelijk algemeen gebruik
(2) Standaard voor USA, Canada, Japan.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 165
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Achterpaneel
Interfaces
Figuur 6-31 Interfaces
o 2x USB
o Barcodescanner: PS/2 DIN - 6p vrouwelijke bus
o 1 x RS 232-interface (b.v. externe ticketprinter)
o 1 x CompactFlash-kaartsleuf
o 1x 10BaseT Ethernet (RJ45)
o 2 x LED: controlelampen voor de stroomvoorziening
o 2 x zekeringen: 5A traag 250 V
o Stroomvoorziening: aansluitbus voor externe netspanningadapter
Elk voedingspanningscircuit beschikt over een Stroom Aan-indicatie (groene LED's
naast de zekeringen). De LED's zijn in het circuit na de zekeringen geschakeld.
Figuur 6-32 Interfaces in detail
A USB (2x) F Potentiaalvereffeningsstekker
B Barcodescanner G Toets (Aan/Uit)
C Externe ticketprinter (RS 232) H Status-LED's (2x) en zekeringen (2x)
(zekering 5 A traag 250 V)
D CompactFlash-kaart I Netspanningadapter
E Netwerk: 10BaseT Ethernet (RJ45)
A Potentiaalvereffeningsstekker E Status-LED (Voedingspanningscircuit 1)
B Toets (Aan/Uit) F Zekering (Voedingspanningscircuit 1)
C Status-LED (Voedingspanningscircuit 2) G Netspanningadapter
D Zekering (Spanningsvoedingskring 2)
A
BC D
EG H
I
F
A
B D
F
C E
G
Roche Diagnostics Februari 2015
166 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Achterpaneel
Busbezetting
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Om beschadiging van het cobas b 123 POC system te voorkomen, is het absoluut
noodzakelijk de busbezetting van het cobas b 123 POC system te vergelijken met die
van het eindapparaat van de klant, voordat dit wordt verbonden met het
cobas b 123 POC system.
r Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd, aanvaardt Roche geen enkele
aansprakelijkheid voor hierdoor ontstane schade.
RS 232 Voor de RS-232-interface (b.v. externe ticketprinter) is een 9-polige SUBMIN D-
interface als aansluiting beschikbaar.
Figuur 6-33 RS-232-interface
Barcodescanner Voor het aansluiten van de barcodescanner is een PS/2 DIN-6p-bus beschikbaar.
Figuur 6-34 PS/2 DIN-6p-bus
Pin 1 DCD Data carrier detected (Verbinding gedetecteerd)
Pin 2 RxD Receive data (Ontvangen data)
Pin 3 TxD Transmit data (Verzenden data)
Pin 4 DTR Data terminal ready (Data gereed)
Pin 5 GND Signal ground (Massa)
Pin 6 DSR Data set ready (Data ontvangen)
Pin 7 RTS Request to send (Verzoek tot zenden)
Pin 8 CTS Clear to send (Gereed voor zenden)
Pin 9 RI Ring Indicator (Oproepindicator)
1
2
3 4
6
7 9
8
5
Pin 1 PC-data
(Gegevens)
Pin 2 NC
(Gereserveerd)
Pin 3 GND Signal ground (Massa)
Pin 4 VCC + 5V stroomvoorziening (Voeding)
Pin 5 PC-CLK Clock (Klok)
Pin 6 NC
(Gereserveerd)
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 167
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Achterpaneel
Netwerk 10BaseT-Ethernet-stekkernorm (RJ-45), om vieraderige Unshielded Twisted Pair
(UTP) Ethernet-verbindingen tot stand te brengen.
Figuur 6-35 10BaseT-Ethernet-bus
USB USB staat voor "Universal Serial Bus" (Universele Seriële Bus) en is een
industrienorm voor het aansluiten van diverse randapparaten.
Figuur 6-36 USB
Waarschuwings- en identificatietekens (incl. typeplaatje)
Figuur 6-37 Waarschuwings- en identificatietekens en typeplaatje van het
cobas b 123 POC system
Pin 1 VCC5 (Voeding +5 V)
Pin 2 D- (Data -)
Pin 3 D+ (Data +)
Pin 4 GND (Massa)
Roche Diagnostics Februari 2015
168 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Barcodescanner (standaard)
Barcodescanner (standaard)
Figuur 6-38 Barcodescanner
De barcodescanner wordt gebruikt voor het gemakkelijk handmatig scannen van
QC-materiaal (charge(lot)nummer, benoemde waarden, enz.) en patiënten- of
gebruikers-ID's.
u Raadpleeg voor meer informatie over de specificaties van de barcodescanner Specificaties
(p. 65), sectie Barcodescanner (standaard) (p. 106).
q
OPMERKING
Druk op de knop aan de onderkant om de scanner in te schakelen. De scanner geeft een
piepsignaal af en de LED aan de bovenkant knippert eenmaal om het succesvol scannen
van de barcode aan te geven.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als handmatig QC-materiaal wordt gebruikt, is omprogrammeren van de
barcodesystemen "Code 39" en "Interleaved 2 of 5" (zonder controlecijfers) niet
toegestaan. De betreffende gegevens kunnen niet meer worden gescand.
r Als het noodzakelijk is om een van de beide barcodes met controle van de cijfers te
gebruiken, moet contact worden opgenomen met de afdeling Customer Service van
Roche Diagnostics.
r Raadpleeg voor meer informatie de met de MS 180-handscanner geleverde
handleiding (is bij de levering inbegrepen).
Aanbevelingen om een goede kwaliteit van het scannen van de barcodes te
waarborgen:
o Het etiket of het vel papier met de afgedrukte barcode moet vlak en zonder
vouwen zijn.
o De afgedrukte barcode mag tijdens het afdrukken niet vervormd zijn (zorg voor
een goede kwaliteit van de inkt, het inktlint of de toner).
o Wees voorzichtig met het gebruik van speciale, gekleurde inkt en niet-wit papier
of etiketten, aangezien deze het functioneren van de barcodescanner kunnen
beïnvloeden (de lichtbron van de barcodescanner is rood).
o Gebruik geen drukmaterialen met glanzende of reflecterende oppervlakken.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 169
cobas b 123 POC system 6 Onderdelen van het systeem
Barcodescanner (standaard)
q
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie de meegeleverde handleiding van de barcodescanner (is
bij de levering inbegrepen).
Roche Diagnostics Februari 2015
170 Handleiding · Versie 10.0
6 Onderdelen van het systeem cobas b 123 POC system
Beeldregistrerende scanner (optioneel)
Beeldregistrerende scanner (optioneel)
Het is mogelijk om de (standaard) barcodescanner te vervangen door een
beeldregistrerende scanner.
Figuur 6-39 Beeldregistrerende scanner cobas b 123 POC system
Met behulp van de niet-richtingsgebonden beeldregistrerende scanner is handsfree-
scannen van kleine en eenvoudig vast te houden artikelen en het handheld-scannen
van grote artikelen mogelijk.
u Raadpleeg voor meer informatie over de specificaties van de beeldregistrerende scanner
Specificaties (p. 65), sectie Beeldregistrerende scanner (optioneel) (p. 107).
q
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie de meegeleverde handleiding van de beeldregistrerende
scanner (is bij de levering inbegrepen).
Februari 2015
Bediening
7 In- en buitenbedrijfstelling............................................................................................................. 173
8 Meting............................................................................................................................................. 191
9 Kwaliteitscontrole ........................................................................................................................... 241
10 Kalibratie........................................................................................................................................ 281
11 Controle voor verificatie van de kalibratie.................................................................................... 293
12 Softwarefuncties ............................................................................................................................. 305
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 173
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inhoudsopgave
In- en buitenbedrijfstelling 7
In dit hoofdstuk worden de inbedrijfstelling en de buitenbedrijfstelling van het
apparaat met behulp van de software punt voor punt beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
7
Inbedrijfstelling ................................................................................................................. 175
Locatie .......................................................................................................................... 175
Accessoires ................................................................................................................... 176
Inbedrijfstelling ........................................................................................................... 176
Voorbereidingen ................................................................................................... 176
Start van de inbedrijfstelling................................................................................ 177
1. Configuratie controleren & wijzigen.............................................................. 178
2. Inbedrijfstelling voorbereiden......................................................................... 180
3. De deur aan de voorzijde openen................................................................... 180
4. Fluid Pack plaatsen........................................................................................... 180
5. Sensor Cartridge plaatsen................................................................................ 181
6. AutoQC Pack plaatsen (optioneel)................................................................. 181
7. De deur aan de voorzijde sluiten .................................................................... 182
8. Printerpapier controleren en plaatsen............................................................ 182
9. Inbedrijfstelling beëindigen............................................................................. 183
Kwaliteitscontrole........................................................................................................ 184
Buitenbedrijfstelling.......................................................................................................... 185
Korter dan 24 uren...................................................................................................... 185
Langer dan 24 uren ..................................................................................................... 185
1. Verwijderen van verbruiksmaterialen voorbereiden ................................... 186
2. De deur aan de voorzijde openen................................................................... 186
3. Fluid Pack verwijderen..................................................................................... 187
4. Sensor Cartridge verwijderen ......................................................................... 188
5. AutoQC Pack (optioneel) verwijderen .......................................................... 189
6. De deur aan de voorzijde sluiten .................................................................... 190
7. Uitzetten van het apparaat ............................................................................... 190
Transportvereisten ................................................................................................ 190
Roche Diagnostics Februari 2015
174 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 175
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Locatie
q
OPMERKING
Het cobas b 123 POC system mag nooit in de directe nabijheid van de patiënt worden
geplaatst. Er dient een veiligheidsafstand van 1,5 meter te worden aangehouden.
Voor een correcte- en probleemloze werking is een geschikte, vlakke locatie nodig die
niet mag worden blootgesteld aan direct zonlicht. Bij inbedrijfstelling van een
apparaat, dat in een koud vertrek is bewaard of bij lage temperaturen is
getransporteerd, kan er condens worden gevormd, hetgeen tot een slecht
functioneren van het apparaat kan leiden. Laat het apparaat voor de inbedrijfstelling
gedurende ten minste een uur op kamertemperatuur komen.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan:
o Het apparaat kan op een hoogte van -100 tot +2.500 meter worden gebruikt. Dit
komt overeen met een omgevingsluchtdruk (inclusief weersafhankelijke
drukschommelingen) van 530 tot 800 mm Hg resp. 706 tot 1.066 mbar.
o Omgevingstemperatuur: 15 tot 32 °C
o Vermijden van blootstelling aan direct zonlicht, trillingen en sterke
elektromagnetische velden (elektromotoren, transformators, röntgenapparatuur,
mobiele telefoons, enz.)
o Een stabiel, horizontaal werkvlak (max. = 1° helling met geplaatste
verbruiksmaterialen)
o Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 90 % (zonder condensatie)
o Voor een goede luchtcirculatie en de elektrische aansluitingen dienen de volgende
afstanden rond het apparaat vrij te worden gehouden:
O 8 cm aan beide zijden
O 15 cm achter het apparaat
O 13 cm boven het apparaat
o Correcte spanning: 100 tot 240 VAC (+/- 10 %), 50 - 60 Hz (+/- 5 %)
Nadat het cobas b 123 POC system op een locatie, die aan de voorgeschreven eisen
voldoet, is geplaatst, moet u de volgende stappen uitvoeren om het apparaat voor
gebruik gereed te maken:
o Controleer eerst het apparaat en de accessoires op volledigheid en eventuele
beschadigingen. De volledigheid van de levering kan door vergelijking met de
pakbon worden gecontroleerd.
Als er iets ontbreekt, moet de lokale vertegenwoordiging van Roche hiervan
onmiddeliijk in kennis worden gesteld.
Als de levering ondanks zorgvuldige verpakking toch beschadigd is, moet u dit
onmiddellijk bij het expeditiebedrijf melden. Bewaar de geleverde goederen en het
verpakkingsmateriaal tot uw schadeclaim afgehandeld is.
Roche Diagnostics Februari 2015
176 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als de verpakkingen van de verbruiksmaterialen aanzienlijke beschadigingen vertonen,
mag u de verbruiksmaterialen in geen geval in het apparaat plaatsen.
Het gebruik van beschadigde verbruiksmaterialen kan tot een slechte werking van het
apparaat leiden.
Accessoires
De volgende onderdelen zijn standaard bij de levering van het
cobas b 123 POC system inbegrepen:
o 1 barcodescanner
o 1 NETSPANNINGADAPTER cobas b 123 POC system
o 1 USB-opslagmedium
o 1 rol printerpapier
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Gebruik uitsluitend de originele netspanningadapter van het cobas b 123 POC system.
De netspanningadapter mag niet worden gerepareerd of geopend.
Inbedrijfstelling
Om de automatische inbedrijfstellingsroutine te kunnen starten, zijn de volgende
voorbereidingen noodzakelijk:
Voorbereidingen
Barcodescanner Sluit de barcodescanner aan op de betreffende interface aan de achterzijde van het
cobas b 123 POC system.
Figuur 7-1 Achterpaneel van het apparaat met interfaces en Aan/Uit-toets
Netwerkaansluiting Verbind de stekker van de netwerkaansluiting met de betreffende interface aan de
achterzijde van het cobas b 123 POC system.
u Zie Achterpaneel van het apparaat met interfaces en Aan/Uit-toets (p. 176).
A Barcodescanner (PS/2 DIN - 6p vrouwelijke
bus)
C Toets (Aan/Uit)
B Netwerkaansluiting [10BaseT Ethernet
(RJ45)]
A B C
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 177
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
NETSPANNINGADAPTER
cobas b 123 POC system
Verbind de externe netspanningadapter eerst met het apparaat en daarna pas met het
elektriciteitsnet.
u Raadpleeg voor meer informatie over de voedingskabel Onderdelen van het systeem
(p. 135), sectie Vo edingskab el (p. 164).
Figuur 7-2 Netspanningadapter cobas b 123 POC system
Aanzetten van het apparaat Zet het apparaat aan en wacht tot het programma geheel geladen en gestart is.
u Zie Achterpaneel van het apparaat met interfaces en Aan/Uit-toets (p. 176).
Start van de inbedrijfstelling
q
OPMERKING
Alle stappen van de inbedrijfstelling moeten volledig worden uitgevoerd. Bij het uitvoeren
van de acties voor de inbedrijfstelling moet de hier aangegeven volgorde worden
aangehouden. Als de automatisch geïnitialiseerde inbedrijfstelling is mislukt, moet de
inbedrijfstellingsroutine handmatig worden opgeroepen. Druk hiervoor op de volgende
knoppen: [Hulpmiddelen] > [Inbedrijfstelling]
De inbedrijfstellingsroutine wordt automatisch gestart.
q
OPMERKING
Als er tijdens de inbedrijfstelling eventueel een stroomonderbreking optreedt, begint de
inbedrijfstellingsroutine na het opnieuw starten van het apparaat weer van voren af aan.
Acties voor de inbedrijfstellingsroutine die al met succes afgehandeld zijn, worden
automatisch overgeslagen.
Op het scherm verschijnt een actielijst voor de inbedrijfstelling.
Volg de instructies op het scherm op om de inbedrijfstelling uit te voeren.
A Aansluitbus voor externe netspanningadapter
A
Roche Diagnostics Februari 2015
178 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
Uitvoeren van acties
In de betreffende regel van de inbedrijfstellingsroutine staan aanwijzingen, die
handmatig moeten worden uitgevoerd.
Als een actie met succes is afgerond, gaat de inbedrijfstellingsprocedure automatisch
verder naar de volgende stap.
Als verbruiksmaterialen niet door het apparaat worden gedetecteerd of als een
ongeldig verbruiksmateriaal is geplaatst, verschijnt er een foutmelding op het scherm.
Gedurende de gehele inbedrijfstellingsroutine bestaat de mogelijkheid om deze
voortijdig af te breken door middel van de knop [Annuleren]. Afhankelijk van de
voortgang van de inbedrijfstellingsprocedure, kan voortijdig afbreken van de
inbedrijfstelling tot een systeemstop leiden.
1. Configuratie controleren & wijzigen
De belangrijkste instellingen, die moeten worden gecontroleerd en eventueel moeten
worden aangepast, worden in de eerste stap van de inbedrijfstellingsroutine
geconfigureerd.
Figuur 7-3 Configuratiewizard
Druk om de instellingen te wijzigen op de knop [Configureren].
Een extra venster wordt geopend:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 179
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Figuur 7-4 Configuratiewizard
q
OPMERKING
Selecteer als de actuele taal van het apparaat "English" is [Language] > [Nederlands].
Er bestaan de volgende mogelijkheden voor de bediening van de configuratiewizard:
1. De regel met de gewenste instelling direct in de lijst selecteren.
2. De cursorknoppen (omhoog/omlaag) gebruiken om van de ene instelling in de
lijst naar de andere te gaan.
3. De knoppen Volgende en Vorige gebruiken om van de ene instelling in de lijst
naar de andere te gaan.
Druk om gegevens in te voeren of om aanwezige gegevens te wijzigen op de knop
Pen.
u Raadpleeg voor specifieke details over de afzonderlijke instellingen Softwarefuncties
(p. 305), paragraaf Configuratie (p. 315).
Als een instelling is gecontroleerd of met succes is gewijzigd, wordt in de lijst een
vinkje weergegeven.
Cursorknop (omhoog)
Cursorknop (omlaag)
Knop Volgende
Knop Vorige
Roche Diagnostics Februari 2015
180 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
Door op de knop [Sluiten] te drukken, worden alle wijzigingen automatisch
opgeslagen.
Door op de knop [Verdergaan] te drukken gaat de gebruikersinterface automatisch
naar de volgende stap van de inbedrijfstellingsroutine.
2. Inbedrijfstelling voorbereiden
Het apparaat bereidt automatisch de procedure voor het plaatsen van alle
verbruiksmaterialen voor. Hierbij worden alle kleppen en de meetkamermodule in de
juiste positie voor het plaatsen van de verbruiksmaterialen gezet.
q
OPMERKING
Het apparaat controleert automatisch of de verbruiksmaterialen in het apparaat nog geldig
zijn. Als er zich geldige verbruiksmaterialen in het apparaat bevinden, wordt de
betreffende stap van de inbedrijfstellingsroutine automatisch overgeslagen.
Na een korte voorbereidingstijd wordt de deur aan de voorzijde ontgrendeld en moet
deze binnen 30 seconden worden geopend.
3. De deur aan de voorzijde openen
Open de deur aan de voorzijde.
4. Fluid Pack plaatsen
Figuur 7-5 Fluid Pack plaatsen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het cuvet en de contacten van de monstersensor aan de zijkant van het Fluid
Pack niet aan.
p Plaatsen van het Fluid Pack
1
Plaats het Fluid Pack.
2
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch gescand. Als de
chip van het Fluid Pack is gedetecteerd, gaat de inbedrijfstellingsroutine
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldig verbruiksmateriaal is geplaatst, verschijnt er een
desbetreffende foutmelding op het scherm.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 181
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
5. Sensor Cartridge plaatsen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Pak de Sensor Cartridge alleen vast aan de hiervoor bestemde handgreep.
Figuur 7-6 Sensor Cartridge plaatsen
p Sensor Cartridge plaatsen
1
Plaats de Sensor Cartridge.
2
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch gescand. Als de
chip van de Sensor Cartridge is gedetecteerd, gaat de inbedrijfstellingsroutine
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldige Sensor Cartridge is geplaatst, verschijnt een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
s
6. AutoQC Pack plaatsen (optioneel)
Bij apparaten zonder AutoQC-module wordt de betreffende stap op het scherm
automatisch overgeslagen.
q
OPMERKING
Een nieuw AutoQC Pack moet ten minste 24 uren vóór het gebruik op kamertemperatuur
worden gebracht.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Draai een gedeeltelijk gebruikt AutoQC Pack niet ondersteboven, als het AutoQC Pack
opnieuw wordt geplaatst. Plaatsing van een ondersteboven gedraaid AutoQC Pack kan
de AutoQC-module onherstelbaar beschadigen.
Figuur 7-7 AutoQC Pack plaatsen
Roche Diagnostics Februari 2015
182 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
p AutoQC Pack plaatsen
1
Plaats het AutoQC Pack.
2
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch gescand. Als de
chip van het AutoQC Pack is gedetecteerd, gaat de inbedrijfstellingsroutine
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldig AutoQC Pack is geplaatst, verschijnt er een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
s
7. De deur aan de voorzijde sluiten
Sluit na het plaatsen van alle verbruiksmaterialen de deur aan de voorzijde.
8. Printerpapier controleren en plaatsen
Figuur 7-8 Printerpapier controleren en plaatsen
Als er reeds een rol printerpapier in de printer is geplaatst, ga dan naar de volgende
stap van de inbedrijfstellingsroutine door op de knop [Verdergaan] te drukken.
q
OPMERKING
Het printerpapier is aan slechts één kant warmtegevoelig. Let erop dat de papierrol correct
wordt geplaatst.
Als er geen printerpapier in de printer aanwezig is, moet het printerpapier als volgt
worden geplaatst:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 183
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
p Printerpapier plaatsen
1
Open de printerdeksel.
Figuur 7-9 Printerpapier plaatsen
2
Plaats een rol printerpapier.
Figuur 7-10 Printerpapier plaatsen
3
Sluit de printerdeksel goed.
4
Door op de knop [Verdergaan] te drukken gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap van de inbedrijfstellingsroutine.
s
9. Inbedrijfstelling beëindigen
Druk op de knop [Voltooien] om de inbedrijfstellingsroutine te beëindigen.
Vervolgens worden de automatische vervolgacties (b.v. systeemkalibratie) gestart.
Roche Diagnostics Februari 2015
184 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Inbedrijfstelling
Kwaliteitscontrole
Voer een kwaliteitscontrole op alle 3 de niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) uit.
Hierbij moet erop worden gelet dat de resultaten overeenstemmen met de benoemde
waarden.
u Raadpleeg Kwaliteitscontrole (p. 241) voor meer informatie.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 185
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
Korter dan 24 uren
Als het apparaat gedurende minder dan 24 uren niet wordt gebruikt (b.v. tijdens
transport), ga dan naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Uitzetten]
Het apparaat kan door middel van deze functie worden uitgezet.
q
OPMERKING
Om het apparaat volledig van het elektriciteitsnet te scheiden, moet de stekker van de
netspanningadapter uit het stopcontact worden getrokken.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als het apparaat langer dan 24 uren is uitgeschakeld, worden het Fluid Pack en de
Sensor Cartridge tijdens deze procedure vernietigd.
r Er moeten nieuwe verbruiksmaterialen worden gebruikt.
u Raadpleeg voor meer informatie Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347), sectie Sensor
Cartridge wisselen (p. 355).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Telkens na het uitzetten van het apparaat moet er de volgende keer dat het wordt
aangezet een systeemkalibratie worden uitgevoerd en vervolgens een
kwaliteitscontrole op 3 niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog).
r Bij een uitschakeling korter dan 60 minuten (b.v. stroomuitval) is er de volgende keer
dat het apparaat wordt aangezet alleen een 2 puntskalibratie nodig.
Langer dan 24 uren
Als het apparaat langer dan 24 uren buiten bedrijf zal worden gesteld, moeten de
volgende stappen worden uitgevoerd.
u Raadpleeg voor specifieke details Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347), paragraaf
Ontsmetten (p. 349).
Het Fluid Pack en de Sensor Cartridge bevatten na gebruik biologische vloeistoffen of
vloeistofresten die een infectiegevaar kunnen vormen. Met deze componenten dient
zorgvuldig, met inachtneming van de voorschriften voor de omgang met potentieel
infectieuze materialen, te worden omgegaan. Vermijd contact met de huid. Om direct
contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte beschermende uitrusting
te worden gedragen. Een geschikte beschermde uitrusting omvat laboratoriumkleding,
beschermende handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is een veiligheidsvizier
noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten geschikte
ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Roche adviseert om alle oppervlakken te ontsmetten, voordat het apparaat buiten werking
wordt gesteld.
Roche Diagnostics Februari 2015
186 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Buitenbedrijfstelling
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Buiten bedrijf stellen]
q
OPMERKING
Tijdens de buitenbedrijfstellingsprocedure moeten alle verbruiksmaterialen worden
verwijderd. De procedure eindigt met het uitzetten van het apparaat. Volg de aanwijzingen
op het scherm op.
Er verschijnt een extra waarschuwing op het scherm:
Figuur 7-11 Buitenbedrijfstelling
Druk op de knop [OK] om de buitenbedrijfstellingsroutine te starten.
Druk om terug te keren naar het menu "Hulpmiddelen" op de knop [Annuleren].
Uitvoeren van acties
In de betreffende regel van de buitenbedrijfstellingsroutine staan aanwijzingen, die
handmatig moeten worden uitgevoerd.
Als een actie met succes is afgerond, gaat de buitenbedrijfstellingsprocedure
automatisch verder naar de volgende stap.
Gedurende de gehele buitenbedrijfstellingsroutine bestaat de mogelijkheid om deze
door middel van de knop [Annuleren] te onderbreken. Afhankelijk van de voortgang
van de buitenbedrijfstellingsprocedure, kan voortijdig afbreken van de
buitenbedrijfstelling tot een systeemstop leiden.
q
OPMERKING
Bij het uitvoeren van de acties voor de buitenwerkingstelling moeten de op het
beeldscherm van het apparaat en de hier beschreven stapsgewijze instructies strict
worden opgevolgd.
1. Verwijderen van verbruiksmaterialen voorbereiden
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op de procedure voor het verwijderen
van de verbruiksmaterialen.
2. De deur aan de voorzijde openen
Open de deur aan de voorzijde.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 187
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
3. Fluid Pack verwijderen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een reeds gebruikt Fluid Pack niet binnen 24 uren na de buitenbedrijfstelling in
een ander apparaat wordt geplaatst, kan het niet meer opnieuw worden gebruikt. Er
moet een nieuw Fluid Pack worden geplaatst.
Figuur 7-12 Verwijdering van het Fluid Pack
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het cuvet en de contacten van de monstersensor aan de zijkant van het Fluid
Pack niet aan, als u het Fluid Pack opnieuw wilt plaatsen.
p Verwijdering van het Fluid Pack
1
Verwijder het Fluid Pack.
2
Zodra de chip van het Fluid Pack niet meer wordt gedetecteerd, gaat de
buitenbedrijfstellingsroutine automatisch naar de volgende stap.
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik (optioneel)
Het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik is alleen mogelijk als
onderdeel van het verwisselen van het verbruiksmateriaal of tijdens de
buitenbedrijfstellingsroutine.
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de
betreffende oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek.
Ontsmetting van de linker zijwand (scheidingswand tussen de meetkamermodule
en de oxymetermodule met het cuvet) dient ter bescherming van de
Sensor Cartridge en van de hemolyzer te worden vermeden.
Voor ontsmeting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Ontsmetting dient uitsluitend met een vochtige doek (b.v. gedrenkt in
ontsmettingsmiddel) te worden uitgevoerd.
r Gebruik geen water of sprays.
Ontsmet het verbruiksmaterialenbereik regelmatig met ontsmettingsmiddelen conform de
algemeen geldende laboratoriumvoorschriften.
Roche Diagnostics Februari 2015
188 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Buitenbedrijfstelling
q
OPMERKING
Let er bij het ontsmetten goed op, dat de kleppen niet worden versteld. Verstelde
kleppen leiden tot problemen bij het plaatsen van het Fluid Pack.
s
4. Sensor Cartridge verwijderen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een reeds gebruikte Sensor Cartridge niet binnen 24 uren na de
buitenbedrijfstelling in een ander apparaat wordt geplaatst, kan deze niet meer
opnieuw worden gebruikt. Er moet een nieuwe Sensor Cartridge worden geplaatst.
Figuur 7-13 Verwijdering van de Sensor Cartridge
p Verwijdering van de Sensor Cartridge
1
Verwijder de Sensor Cartridge.
2
Zodra de chip van de Sensor Cartridge niet meer wordt gedetecteerd, gaat de
buitenbedrijfstellingsroutine automatisch naar de volgende stap.
Ontsmetten van de Sensor Cartridge (optioneel)
Bij zichtbare vervuiling van de Sensor Cartridge mag alleen de handgreep van de
Sensor Cartridge voorzichtig met een vochtige doek worden ontsmet.
Voor ontsmetting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r De meetkamermodule en de Sensor Cartridge mogen niet worden gereinigd.
r Ter bescherming van het apparaat mogen niet-verwijderbare onderdelen en de
binnenkant van het apparaat niet worden besproeid.
r Gebruik geen water of sprays.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 189
cobas b 123 POC system 7 In- en buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
5. AutoQC Pack (optioneel) verwijderen
Bij apparaten zonder AutoQC-module wordt de betreffende stap op het scherm
automatisch overgeslagen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een reeds gebruikt AutoQC Pack niet binnen 7 dagen na de buitenbedrijfstelling in
een ander apparaat wordt geplaatst, kan het niet meer opnieuw worden gebruikt. Er
moet een nieuw AutoQC Pack worden geplaatst.
Figuur 7-14 Verwijdering van het AutoQC Pack
p Verwijdering van het AutoQC Pack
1
Verwijder het AutoQC Pack.
2
Zodra de chip van het AutoQC Pack niet meer wordt gedetecteerd, gaat de
buitenbedrijfstellingsroutine automatisch naar de volgende stap.
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik (optioneel)
Het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik is alleen mogelijk als
onderdeel van het verwisselen van het verbruiksmateriaal of tijdens de
buitenbedrijfstellingsroutine.
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de
betreffende oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek.
Voor ontsmeting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Pas bij het ontsmetten van de AutoQC-module op bij het reinigen van het bovenste
gedeelte van de binnenzijde. Vanwege de ampullenopener bestaat er gevaar voor
letsel.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Ontsmetting dient uitsluitend met een vochtige doek (b.v. gedrenkt in
ontsmettingsmiddel) te worden uitgevoerd.
r Gebruik geen water of sprays.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
190 Handleiding · Versie 10.0
7 In- en buitenbedrijfstelling cobas b 123 POC system
Buitenbedrijfstelling
6. De deur aan de voorzijde sluiten
p Sluiten van de deur aan de voorzijde
1
Sluit na het verwijderen van alle verbruiksmaterialen de deur aan de voorzijde.
s
7. Uitzetten van het apparaat
p Uitzetten
1
Druk op de knop [Uitzetten] om de buitenbedrijfstelling te voltooien.
2
Om het apparaat volledig van het elektriciteitsnet te scheiden, moet de stekker
van de netspanningadapter uit het stopcontact worden getrokken.
s
Transportvereisten
Als het apparaat moet worden getransporteerd, moet u ter afsluiting de volgende
handelingen verrichten:
p Laatste handelingen
1
Verwijder het printerpapier uit de printer.
2
Verwijder het USB-opslagmedium.
3
Koppel de barcodescanner en de netwerkverbinding op het achterpaneel van het
apparaat los.
4
Koppel de netspanningadapter los van het apparaat.
u Raadpleeg voor informatie over depot-reparatie Oplossen van problemen (p. 369),
paragraaf Depot-reparatie (p. 412).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 191
cobas b 123 POC system 8 Meting
Inhoudsopgave
Meting 8
In dit hoofdstuk worden alle stappen beschreven die nodig zijn voor het uitvoeren
van een meting.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
8
Preanalytisch traject.......................................................................................................... 193
Monsterneming........................................................................................................... 193
Volbloed ................................................................................................................. 193
Anticoagulantia..................................................................................................... 193
Monsterneming, speciaal voor de tHb-, SO2- en Hct-meting (alleen voor het
cobas b 123 <3> POC system en het cobas b 123 <4> POC system)............. 194
Monsterneming, speciaal voor de glucose-/lactaatmeting.............................. 194
Monsterneming, speciaal voor bilirubinemeting (alleen voor het
cobas b 123 <3> POC system en het cobas b 123 <4> POC system)............. 194
Monsterneming, speciaal voor de meting van dialyseoplossingen ...................... 194
Monsterafnamemateriaal ........................................................................................... 195
Spuiten.................................................................................................................... 195
Capillaire buisjes ................................................................................................... 195
Roche MICROSAMPLER PROTECT................................................................ 195
Accessoires voor monsterafnamematerialen..................................................... 196
Omgang met monsters ............................................................................................... 197
Volbloed ................................................................................................................. 197
Dialyseoplossing.......................................................................................................... 197
Storingen............................................................................................................................. 198
Stoffen zonder storende invloed................................................................................ 198
Stoffen met storende invloed..................................................................................... 201
Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct................................. 201
Invloed van de stoffen op tHb, SO2, bilirubine en Hb-derivaten................... 203
Beperkingen van de klinische analyse ............................................................................ 205
Algemeen...................................................................................................................... 205
Elektrolyten.................................................................................................................. 205
Bloedgassen.................................................................................................................. 205
Metabolieten ................................................................................................................ 205
Hemoglobinederivaten en bilirubine ....................................................................... 206
Meetprocedure................................................................................................................... 208
Roche Diagnostics Februari 2015
192 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Meting van monster uit spuit .................................................................................... 209
Capillaire meting......................................................................................................... 211
Micromonster........................................................................................................ 211
COOX-meting............................................................................................................. 213
Permanent uitschakelen....................................................................................... 213
Tijdelijk uitschakelen............................................................................................ 215
Gegevensinvoer ........................................................................................................... 216
Handmatige invoer van gegevens ....................................................................... 217
Scannen van gegevens met de barcodescanner................................................. 217
Verplichte invoer................................................................................................... 218
Resultaat ....................................................................................................................... 218
Afdrukken.............................................................................................................. 219
Metingen-database...................................................................................................... 220
Zuur-base-diagram ..................................................................................................... 221
Patiëntentrendgrafiek ................................................................................................. 222
Instellingen voor de meting ............................................................................................. 224
Parameters.................................................................................................................... 224
Panels bewerken.................................................................................................... 224
Eenheden ............................................................................................................... 225
Bereiken ................................................................................................................. 226
AMB........................................................................................................................ 228
Inschakelen/uitschakelen van parameters......................................................... 228
pH/H+.................................................................................................................... 229
Gegevensinvoer ........................................................................................................... 230
Invoergegevens...................................................................................................... 230
Verplichte invoer................................................................................................... 231
Standaardwaarden ................................................................................................ 232
Patiënten-ID .......................................................................................................... 232
Correlaties .................................................................................................................... 232
Resultatenweergave..................................................................................................... 234
Weergave................................................................................................................ 235
Automatisch rapport ............................................................................................ 235
Ticketprinter.......................................................................................................... 236
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende gegevens ........................... 237
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 193
cobas b 123 POC system 8 Meting
Preanalytisch traject
Preanalytisch traject
Monsterneming
u Richtlijnen en aanvullende informatie over de omgang met bloedmonsters zijn te vinden
in het CLSI-document M29-A3, "Protection of Laboratory Workers from occupationally
acquired infections. Approved guidelines - 3rd edition 2005" en andere documenten.
Volbloed
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Er mag in geen geval druk worden uitgeoefend op de prikplaats. Doordat het
bloedmonster dan wordt vermengd met weefselvloeistof kan het bloed, ondanks
voldoende heparinisering van de monsterafnamematerialen, vervroegd beginnen te
stollen. Onjuiste monsterneming of het gebruik van ongeschikte
monsterafnamematerialen kan fouten en verschillen in de gemeten waarden
veroorzaken. Problemen in het preanalytische traject kunnen tot een verandering van
het geabsorbeerde licht leiden en direct van invloed zijn op de met de oxymetermodule
gemeten parameters. Hierdoor dient voor bilirubine- en tHB-metingen zeer veel
aandacht worden besteed aan de correcte monsterneming.
Meting van gehemolyseerde monsters kan langdurig tot afwijkingen van de metingen
leiden, in het bijzonder van natrium, kalium en PO
2
. We bevelen daarom aan om na
meting van een gehemolyseerd bloedmonster een 2 puntskalibratie uit te voeren.
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie over bloedafname, opslag van en omgang met
bloed CLSI-document H11-A4, "Procedures for the collection of arterial blood specimes;
Approved Standard (Fourth Edition 2004)" en andere documenten.
Anticoagulantia
Heparinezouten zijn de enige toegestane anticoagulantia voor analyses met het
cobas b 123 POC system. Andere anticoagulantia, zoals EDTA, citraat, oxalaten,
fluoriden en ammoniakbevattende anticoagulantia, hebben een significant effect op
de bloed-pH-waarde en op andere parameters en mogen daarom niet worden
gebruikt.
Bij het afnemen van bloedmonsters moeten de algemeen geldende
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen worden opgevolgd. Bij het werken met bloedmonsters
bestaat altijd het risico van overdracht van HIV, hepatitis B en C-virussen of andere via bloed
overdraagbare ziekteverwekkers. Geschikte bloedafnametechnieken moeten worden
toegepast om het risico voor het uitvoerende personeel tot een minimum te beperken. Het
afnemen van bloedmonsters voor de analyse dient te worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Om direct contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte
beschermende uitrusting te worden gedragen. Een geschikte beschermde uitrusting omvat
laboratoriumkleding, beschermende handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is
een veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten
geschikte ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
194 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Preanalytisch traject
Monsterneming, speciaal voor de tHb-, SO
2
- en Hct-meting (alleen voor het
cobas b 123 <3> POC system en het cobas b 123 <4> POC system)
Volbloed moet, in het bijzonder voor de analyse van tHb, SO
2
en Hct, onmiddellijk
vóór de analyse grondig worden gemengd om een gelijkmatige verdeling van rode
bloedlichaampjes en plasma vóór de monsterinvoer te verkrijgen.
Draai het monster voorzichtig met de hand of met een mechanisch apparaat, dat het
monster om twee assen draait, of plaats vóór de monsterneming een metalen schijf of
kogel in de spuit. Draai kort vóór het gebruik van het monster de spuit om, zodat
door het op en neer bewegen van de schijf/kogel in de spuitcilinder een homogeen
mengsel wordt verkregen.
u Zie CLSI-document C46-A, "Blood gas and pH analysis related measurements; Approved
Guideline 2001".
Monsterneming, speciaal voor de glucose-/lactaatmeting
Glucose
Voorbereiding van de patiënt: 12 uren onthouding van voedsel voor nuchtere bloedglucose. Optimale postprandiale
bloedafname: 1 uur na voedselopname.
De bloedmonsters moeten onmiddellijk na de afname worden geanalyseerd, omdat
het eigen metabolisme van de bloedmonsters binnen enkele minuten leidt tot een
afname van de glucoseconcentratie.
Lactaat
Voorbereiding van de patiënt: Monsterneming na lichamelijke rust (ten minste 2 uren). Ook lichte lichamelijke
inspanningen hebben een stijging van de lactaatconcentratie tot gevolg.
De bloedmonsters moeten onmiddellijk na de afname worden geanalyseerd, omdat
het eigen metabolisme van de bloedmonsters binnen enkele minuten leidt tot een
toename van de lactaatconcentratie.
Er bestaan duidelijke arterioveneuze verschillen afhankelijk van de
onderarmactiviteit en de oxygenatie van de onderarmspieren. Onmiddellijk na de
bloedafname moet het monster met ijskoud perchloorzuur worden onteiwit. Bij
gebruik van glycolyseremmers kan met heparinebloed zonder onteiwitten worden
gewerkt. Een dergelijk monster is na afname max. 2 uren stabiel.
Monsterneming, speciaal voor bilirubinemeting (alleen voor het cobas b 123 <3> POC system en het
cobas b 123 <4> POC system)
Volbloed moet, in het bijzonder voor de analyse van bilirubine, als een lichtgevoelig
monster worden behandeld:
o Het monsterafnamemateriaal (de monsterhouder) moet tijdens het transport
tegen blootstelling aan licht worden beschermd
o Blootstelling aan direct zonlicht moet worden vermeden
De bloedmonsters moeten onmiddellijk na de afname worden geanalyseerd.
Monsterneming, speciaal voor de meting van dialyseoplossingen
Monsters van de verse dialyseoplossing mogen alleen worden afgenomen met een
onbehandelde spuit (zonder stollingsremmers).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 195
cobas b 123 POC system 8 Meting
Preanalytisch traject
Monsterafnamemateriaal
q
OPMERKING
Gebruik alleen de door Roche aangeboden monsterafnamematerialen.
Spuiten
Als een product van derden met vloeibare heparine als anticoagulans wordt gebruikt,
mogen de afnamebuizen niet groter zijn dan voor het benodigde bloedvolume
noodzakelijk is, om de invloed van bloedverdunning door het anticoagulans tot een
minimum te beperken. Gewoonlijk worden kunststof spuiten gebruikt. Er zijn ook
situaties waarin het gebruik van kunststof spuiten niet geschikt is, b.v. als er PO
2
-
waarden hoger dan het normale bereik worden verwacht. In dit geval moet het
monster zo snel mogelijk na de afname worden geanalyseerd.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Gebruik alleen gehepariniseerde spuiten, omdat door onjuist gebruik van spuiten met
vloeibare heparine, in het bijzonder bij ISE-parameters, onjuiste waarden kunnen
worden verkregen.
Capillaire buisjes
De capillaire buisjes moeten een minimumvolume van 115 L, 140 L of 200 L
hebben.
Capillaire buisjes met keramische afsluitdoppen dienen niet te worden gebruikt,
aangezien het breekpunt, dat bij het openen van de buisjes ontstaat, de vulopening
van het cobas b 123 POC system kan beschadigen.
Om schade aan het apparaat te vermijden, mogen alleen glazen capillaire buisjes met
vuurgepolijste uiteinden worden gebruikt, alsmede de door Roche aangeboden
capillaire buisjes van kunststof.
Bij gebruik van roerstaafjes, die door enkele fabrikanten worden aangeboden, moeten
deze vóór het invoeren van het monster worden verwijderd om verstopping van de
monsterweg van het cobas b 123 POC system te voorkomen.
Roche MICROSAMPLER PROTECT
Om de arteriële monsterafname technisch gemakkelijker en minder onaangenaam
voor de patiënt te maken, werd de Roche MICROSAMPLER PROTECT
(1)
ontwikkeld.
De Roche MICROSAMPLER PROTECT bestaat uit een gebogen kunststofcapillair
(~220 L) in een kunststofhouder en is bij uitstek geschikt voor het atraumatisch
afnemen van arterieel bloed.
(1) is een merk van Roche
Roche Diagnostics Februari 2015
196 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Preanalytisch traject
Figuur 8-1 Monsterafnamematerialen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Het gebruik van andere dan door Roche geproduceerde monsterafnamematerialen of
stollingsremmers kan tot verandering van de monsters en fouten en verschillen in de
gemeten waarden leiden.
r Daarom wordt het gebruik van de speciaal voor dit doel door Roche ontwikkelde
monsterafnamematerialen aanbevolen.
Accessoires voor monsterafnamematerialen
Om een verstopping van de monsterweg te vermijden, wordt bij meting van kritische
bloedmonsters, b.v. bij bloed van pasgeborenen uit oorlelletje en hiel, het gebruik van
een stolselvanger aanbevolen.
Clot Catcher De Clot Catcher, die op de punt van het capillair of van de Roche MICROSAMPLER
PROTECT wordt geplaatst, voorkomt dat er bloedstolsels en weefseldeeltjes in het
cobas b 123 POC system terecht komen.
Het gebruik van de Clot Catcher is uitsluitend geschikt voor de capillaire modus van
het cobas b 123 POC system.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De Clot Catcher is niet geschikt voor de spuitmodus van het cobas b 123 POC system.
Clot Catcher PRO De Clot Catcher PRO, die op de punt van een spuit wordt geplaatst, voorkomt dat
bloedstolsels en weefseldeeltjes in het cobas b 123 POC system terecht komen.
Het gebruik van de Clot Catcher PRO is uitsluitend geschikt voor de capillaire
modus van het cobas b 123 POC system.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De Clot Catcher PRO is niet geschikt voor de spuitmodus van het
cobas b 123 POC system.
A BS2 Blood Sampler C Roche MICROSAMPLER PROTECT
B Capillaire buisjes
C
B
A
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 197
cobas b 123 POC system 8 Meting
Preanalytisch traject
Omgang met monsters
Volbloed
Volbloedmonsters moeten met gehepariniseerde spuiten, capillairen of de
Roche MICROSAMPLER PROTECT worden afgenomen en na de afname zo snel
mogelijk worden geanalyseerd. Onmiddellijk na de monsterafnameprocedure
moeten luchtbellen uit het monsterafnamemateriaal worden verwijderd.
Direct na de monsterneming met een spuit moet het monster door rollen tussen
beide handen of door zwenken zorgvuldig met anticoagulans worden gemengd. De
monsters moeten correct worden gelabeld, waarbij de
standaarddocumentatieprocedures moeten worden opgevolgd.
Glazen monsterafnamemateriaal o Monsters die binnen 15 minuten worden gemeten, kunnen bij kamertemperatuur
worden bewaard.
o Als monsters niet binnen 15 minuten kunnen worden gemeten, moeten ze
tijdelijk in ijswater worden geplaatst. Voer de meting bij voorkeur binnen 30
minuten (doch uiterlijk binnen 60 minuten) uit.
o Monsters met een PO
2
-niveau dat hoger is dan 200 mm Hg (26 kPa) moeten in
een glazen monsterafnamemateriaal worden afgenomen, als de meting niet
binnen 15 minuten kan worden uitgevoerd.
Monsterafnamemateriaal van
kunststof
Als monsters niet onmiddellijk kunnen worden gemeten, mogen deze bij
kamertemperatuur maximaal 30 minuten worden bewaard.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Bij gebruik van capillairen moeten de monsters voor tHb-, SO
2
-, Hct-, glucose- en
lactaatmetingen onmiddellijk worden geanalyseerd om correcte en nauwkeurige
meetresultaten te kunnen waarborgen.
Zelfs bij correct afgenomen monsters kunnen er door de onderstaande oorzaken
fouten in de bloedgasanalyse ontstaan:
o onvoldoende mengen van het monster na de afname en voor de meting.
o contaminatie met omgevingslucht door na de monsterafname niet verwijderde
luchtbellen.
o veranderingen in het metabolisme in het monster.
Dialyseoplossing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Monsters van de verse dialyseoplossing mogen alleen met een spuit zonder
anticoagulans worden afgenomen.
r Monsters van het dialysaat (de gebruikte dialyseoplossing) mogen niet worden
gebruikt.
Raadpleeg de met de verpakking geleverde bijsluiter voor aanvullende informatie:
o Clot Catcher
o Clot Catcher Pro
Roche Diagnostics Februari 2015
198 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Storingen
Storingen
De meetmodule en meetsensoren zijn op hun stabiliteit voor storingen door de
aangegeven chemische verbindingen en farmaca getest.
Storende verbindingen kunnen een belangrijke oorzaak van fouten in klinische
analyses zijn. Terwijl de precisie door interne QC en de juistheid door verificatie met
referentiemonsters kunnen worden bepaald, kunnen mogelijke oorzaken van
storingen niet tijdens de uitvoering van de analyse worden vastgesteld. Om deze
reden is het effect van potentieel storende stoffen bepaald.
u Raadpleeg voor meer informatie Interference Testing in Clinical Chemistry; Approved
Guideline EP-7 Vol. 25; No. 27 van het Clinical and Laboratory Standard Institute
(CLSI).
De resultaten van de metingen van storingen zijn onderverdeeld in 3 categorieën:
1. Stoffen die geen invloed hebben op de precisie en hierdoor geen storende effecten
laten zien (zie Stoffen zonder invloed op BG, pH, ISE, Glu, Lac, Hct (p. 198) en
Stoffen zonder invloed op tHb, SO2, bilirubine en Hb-derivativen (p. 200)).
2. Stoffen die invloed hebben op de precisie, maar waarbij de afwijking binnen de
grenzen van de juistheid ligt (zie Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en
Hct (p. 201) en Invloed van de stoffen op tHb, SO2, bilirubine en Hb-derivaten
(p. 203)).
3. Stoffen die de gespecificeerde grenzen van de juistheid overschrijden en een
significante afwijking van de gemeten waarde veroorzaken. De afwijkingen als
functie van de concentraties zijn gespecificeerd in Invloed van de stoffen op BG,
pH, ISE, Glu, Lac en Hct (p. 201) en Invloed van de stoffen op tHb, SO2, bilirubine
en Hb-derivaten (p. 203).
Stoffen zonder storende invloed
De volgende stoffen zijn getest, maar laten geen invloed op de meetparameters zien
en resulteren derhalve niet in een overschrijding van de specificaties.
BG, pH, ISE, Glu, Lac, Hct
Stof Concentratie Geteste parameter
3-bèta-hydroxyboterzuur 20,0 mmol/L pH, ISE, Glu, Lac
Acetoacetaat, Acetylazijnzuur
(1)
2,0 mmol/L pH, ISE, Glu, Lac
Aceton
(1)
12,0 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Acetylcysteïne 10,2 mmol/L
Na, K, Cl
-
, Hct
Albumine > 9 %
BG, Na, K, Cl
-
, Glu, Lac, Hct
Ammoniumchloride
(1)
0,107 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Ampicilline
(1)
0,15 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Ascorbinezuur
(1)
0,34 mmol/L ISE, Glu, Lac
Aspirine (Acetylsalicylzuur)
(1)
3,62 mmol/L
Na, K, Cl
-
, Glu, Lac
Benzalkoniumchloride 0,028 mmol/L
pH, K, Ca
2+
, Cl
-
, Glu, Lac
Bilirubine
(1)
0,342 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Calciumchloride
(1)
5,0 mmol/L ISE, Glu, Lac
Tabel 8-1 Stoffen zonder invloed op BG, pH, ISE, Glu, Lac, Hct
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 199
cobas b 123 POC system 8 Meting
Storingen
Cefoxitine
(1)
1,546 mmol/L ISE, Glu, Lac
Chloorpromazine
(1)
0,0063 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Ciclosporine 0,0043 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Creatinine
(1)
0,442 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Cyanide 0,1 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Dobesilaat 0,88 mmol/L BG, ISE, Glu, Lac
Dopamine
(1)
0,00587 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Dobutamine 0,66 mmol/L
pH, K, Ca
2+
, Cl
-
, Glu, Lac
Doxycycline
(1)
0,068 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
EDTA
(1)
0,003 mmol/L ISE, Glu, Lac
Ethanol
(1)
86,8 mmol/L BG, pH
Ethyleenglycol
(1)
4,83 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Gallaminetriethiodide 0,056 mmol/L pH, ISE, Glu, Lac
Gentamicine
(1)
0,021 mmol/L BG, ISE, Glu, Lac
Gentisinezuur
(1)
0,117 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Glutathion, gereduceerd
(1)
3,0 mmol/L ISE, Glu, Lac
Glycolzuur 13,05 mmol/L
PO
2
Na, K, Cl
-
, Glu
Guaiacol 0,4 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
HAES (hydroxyethylzetmeel) 50,0% BG, ISE, Glu, Lac, Hct
Halothaan
(1)
0,759 mmol/L PO
2
Hemoglobine
(1)
2,0 g/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Hydroxycarbamide (hydroxyureum) 2,50 mmol/L BG, pH, ISE
Ibuprofen
(1)
2,425 mmol/L ISE, Glu, Lac
Isofluraan 3,0 % BG, pH, ISE, Glu, Lac
Isoniazide
(1)
0,292 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Kaliumchloride
(1)
7,0 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Kaliumoxalaat
(1)
0,081 mmol/L ISE, Glu, Lac
Lactaat
(1)
6,6 mmol/L ISE, Glu
L-DOPA, Levodopa 0,12 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Lithiumacetaat
(1)
3,20 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Magnesiumacetaat 15,0 mmol/L pH, ISE, Lac
Maltose 14,62 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Methyldopa
(1)
0,071 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Metronidazol
(1)
0,701 mmol/L pH, ISE, Glu, Lac
Distikstofmonoxide (lachgas) 85 % PO
2
Norepinefrine 0,12 mmol/L BG, pH, ISE, Lac
Natriumchloride
(1)
45 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Mononatriumdfosfaat
(1)
9,0 mmol/L ISE, Glu, Lac
Natriumfluoride
(1)
0,105 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Stof Concentratie Geteste parameter
Tabel 8-1 Stoffen zonder invloed op BG, pH, ISE, Glu, Lac, Hct
Roche Diagnostics Februari 2015
200 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Storingen
tHb, SO2, bilirubine en Hb-
derivaten
Natriumglutamaat 0,86 mmol/L ISE, Glu, Lac
Natriumheparine
(1)
3.000 IU/L BG, ISE, Glu, Lac
Natriumwaterstofcarbonaat
(natriumbicarbonaat)
(1)
35 mmol/L ISE, Glu, Lac
Natriumpyruvaat
(1)
0,309 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
PCO
2
85,0 mm Hg ISE, Glu, Lac
PCO
2
0,0 mm Hg PO
2
, ISE, Glu, Lac
PO
2
600,0 mm Hg BG, pH, ISE, Glu, Lac
PO
2
< 25 mm Hg BG, pH, ISE, Glu, Lac
Paracetamol
(1)
1,32 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Perfenazine
(1)
0,223 mol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Fenobarbital
(1)
0,431 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Fenylbutazon 1,3 mmol/L ISE, Glu, Lac
Fenytoïne
(1)
0,198 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Kaliumthiocyanaat 6,88 mol/L
BG, pH, Na, Ca
2+
, Lac
Propofol 1,0 % BG
Rifampicin
(1)
0,078 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Salicylzuur 4,34 mmol/L
K, Ca
2+
, Glu, Lac
Natriumbromide 37,5 mmol/L
pH, K, Ca
2+
, Lac
Natriumjodide 2,99 mmol/L
BG, pH, K, Ca
2+
, Glu, Lac
Natriumnitroprusside 4,00 mmol/L
pH, K, Ca
2+
, Glu, Lac
Natriumperchloraat 1,50 mmol/L K, Glu, Lac
Theofilline
(1)
0,222 mmol/L ISE, Glu, Lac
Thiopental (Trapanal)
(1)
0,248 mmol/L pH, ISE, Glu, Lac
Triglyceride 37,0 mmol/L
BG, pH, K, Ca
2+
, Glu, Lac
Ureum
(1)
49,2 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Urinezuur 1,40 mmol/L ISE, Glu, Lac
Vancomycine
(1)
0,069 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
Xylose 4,0 mmol/L BG, pH, ISE, Glu, Lac
(1) Stof en concentratie zijn vermeld in het advies Interference Testing in Clinical Chemistry; Approved
Guideline EP-7 Vol. 25; No. 27 van het Clinical and Laboratory Standard Institute.
Stof Concentratie Geteste parameter
Tabel 8-1 Stoffen zonder invloed op BG, pH, ISE, Glu, Lac, Hct
Stof Concentratie Geteste parameter
Bèta-caroteen
(1)
2,0 mg/L tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Evans Blauw 5 mg/L tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Gelofusine Verdunning
1:1
tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
HAES-steriel 10 % Verdunning
1:1
tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Tabel 8-2 Stoffen zonder invloed op tHb, SO
2
, bilirubine en Hb-derivativen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 201
cobas b 123 POC system 8 Meting
Storingen
Stoffen met storende invloed
Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct
Hydroxocobalamine 0,25 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Indocyaninegroen 5 mg/L tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Intralipid 20 % 10 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Methyleenblauw 2,5 mg/L tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Lipofundin 20 % met MCT
(1)
10 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
,
Lipidem 10 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Omegaven
(1)
5 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Patentblauw 2,5 mg/L tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
,
Propofol 2 % 0,11 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
SMOF Lipid 20 %
(1)
10 mg/mL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Voluven 6 %
(1)
Verdunning
1:1
tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
Totaal eiwit (albumine)
(1)
12 g/dL tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
, Bili
pH laag 7,1 tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
pH hoog 7,9 tHb, HHb, O
2
Hb, COHb, MetHb, SO
2
pH laag 6,7 Bili
pH hoog 8,0 Bili
(1) Stof en concentratie zijn vermeld in het advies Interference Testing in Clinical Chemistry; Approved
Guideline EP-7 Vol. 25; No. 27 van het Clinical and Laboratory Standard Institute.
Stof Concentratie Geteste parameter
Tabel 8-2 Stoffen zonder invloed op tHb, SO
2
, bilirubine en Hb-derivativen
Stof Stofconcentratie Parameter Parameter-
concentratie (MW)
[mmol/L]
Invloed van de stof
[mmol/L]
± Juistheid
[mmol/L]
Acetylcysteïne
10,2 mmol/L
(1)
Glu
Lac
4,1
5,5
-1,4 ± 0,5
-1,4 ± 0,3
0,5
0,7
2,55 mmol/L
Lac
(2)
5,2 -0,6 ± 0,1 0,7
1,75 mmol/L
Glu
(2)
4,0 -0,1 ± 0,1 0,5
Benzalkoniumchloride 0,0285 mmol/L
Na
+
132,2 5,3 ± 0,9 2,9
0,0280 mmol/L
Na
+
Na
+
116,47
152,20
2,81 ± 0,42
4,07 ± 0,83
2,940
3,630
0,0143 mmol/L
Na
+(2)
138,4 2,1 ± 0,3 3,1
Dobutamine 0,066 mmol/L
Na
+
137,4 21,2 ± 2,3 3,1
0,05 mmol/L
Na
+(2)
138,0 1,6 ± 0,2 3,1
Tabel 8-3 Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct
Roche Diagnostics Februari 2015
202 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Storingen
Glycolzuur
(hydoxyazijnzuur)
13,05 mmol/L Lac 5,2 0,7 ± 0,5 0,7
2,5 mmol/L
Lac
(2)
5,4 0,4 ± 0,2 0,7
Urinezuur
1,4 mmol/L
(1)
Lac 6,0 -0,9 ± 0,1 0,7
0,35 mmol/L
Lac
(2)
5,4 -0,3 ± 0,1 0,7
Hydroxycarbamide
(hydroxyureum)
2,5 mmol/L Glu
Lac
4,0
4,8
1,2 ± 0,7
-1,2 ± 0,6
0,5
0,7
0,63 mmol/L
Glu
(2)
Lac
(2)
3,8
4,5
0,1 ± 0,2
-0,4 ± 0,2
0,5
0,7
Kaliumthiocyanaat
6,88 mmol/L
(1)
Cl
-
Cl
-
Cl
-
Glu
107,7
79,42
119,93
4,0
176,5 ± 56,5
130,39 ± 43,09
356,92 ± 120,59
1,2 ± 0,4
4,4
4,0
4,8
0,5
3,44 mmol/L
Glu
(2)
3,9 0,4 ± 0,2 0,5
0,5 mmol/L
Cl
-(2)
104,8 3,5 ± 0,9 4,3
Natriumchloride
45 mmol/L
(1)
Hct
(3)
43,3 % -9,4 ± 0,2 % 3 %
20 mmol/L
Hct
(3)
45,6 % -3,8 ± 0,3 % 3 %
10 mmol/L
Hct
(2)(3)
45,6 % -0,9 ± 0,2 % 3 %
Natriumbromide
37,5 mmol/L
(1)
Cl
-
Cl
-
Cl
-
Glu
80,09
103,7
119,01
4,0
147,99 ± 24,5
111,1 ± 12,0
147,04 ± 17,87
0,5 ± 0,3
4,0
4,2
4,77
0,5
18,75 mmol/L
Glu
(2)
4,0 0,2 ± 0,1 0,5
1,0 mmol/L
(1)
Cl
-(2)
105,5 4,0 ± 0,4 4,3
Natriumjodide
2,99 mmol/L
(1)
Cl
-
Cl
-
Cl
-
80,63
102,3
122,55
26,74 ± 7,25
35,8 ± 13,8
55,71 ± 19,11
4,0
4,2
4,9
0,45 mmol/L
Cl
-(2)
105,3 1,3 ± 0,7 4,3
Natriumnitroprusside 4 mmol/L
Cl
-
102,5 10,4 ± 6,7 4,2
1 mmol/L
Cl
-(2)
104,4 3,3 ± 1,6 4,3
Natriumperchloraat 1,5 mmol/L
Cl
-
104,9 11,4 ± 3,8 4,3
0,375 mmol/L
Cl
-(2)
103,5 2,3 ± 0,8 4,3
Norepinefrine 0,118 mol/L Glu 4,1 -0,5 ± 0,2 0,5
0,06 mmol/L
Glu
(2)
4,5 -0,3 ± 0,1 0,5
Salicylzuur
4,34 mmol/L
(1)
Cl
-
Cl
-
Lac
79,02
117,3
104,0
15,55 ± 2,84
20,48 ± 4,77
20,3 ± 6,0
4,0
4,71
4,3
1,09 mmol/L
Cl
-(2)
103,6 1,8 ± 0,5 4,3
Stof Stofconcentratie Parameter Parameter-
concentratie (MW)
[mmol/L]
Invloed van de stof
[mmol/L]
± Juistheid
[mmol/L]
Tabel 8-3 Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 203
cobas b 123 POC system 8 Meting
Storingen
Invloed van de stoffen op tHb, SO
2
, bilirubine en Hb-derivaten
(1) Stof en concentratie zijn vermeld in het advies Interference Testing in Clinical Chemistry; Approved Guideline EP-7 Vol. 25; No. 27 van het Clinical
and Laboratory Standard Institute.
(2) binnen de specificatie van de juistheid
(3) Bij het bepalen van storingen voor hematocriet moet bij het toevoegen van stoffen rekening worden gehouden met de wijziging van de
monstermatrix (morfologie van de rode bloedlichaampjes, hemolyse en het osmose-effect). Om deze reden werden de wijzigingen aan het monster
bepaald d.m.v. een absolute referentiemeting met gebruikmaking van centrifugatie (Hemofuge) en werden de met het cobas b 123 POC system
bepaalde waarden gecorrigeerd.
Stof Stofconcentratie Parameter Parameter-
concentratie (MW)
Invloed van de stof ± Juistheid
Methyleenblauw 40,00 mg/L tHb
O
2
Hb
MetHb
Bili
13,7 g/dL
97 %
0,5 %
4,1 mg/dL
13,4 mg/dL
-1,1 g/dL
-3,3 %
4,50 %
-2,94 mg/dL
-3,80 mg/dL
0,5 g/dL
3 %
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
20,00 mg/L
tHb
(1)
O
2
Hb
(1)
MetHb
Bili
13,7 g/dL
97 %
0,5 %
4,1 mg/dL
13,4 mg/dL
-0,5 g/dL
-3 %
3,6 %
-1,10
(1)
mg/dL
-1,43 mg/dL
0,5 g/dL
3 %
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
10,00 mg/L MetHb
Bili
(1)
0,5 %
4,1 mg/dL
13,4 mg/dL
2,3 %
-0,55 mg/dL
-0,73 mg/dL
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
5 mg /L MetHb
Bili
0,5 %
4,1 mg/dL
13,4 mg/dL
1,5 %
-0,19 mg/dL
-0,28 mg/dL
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
2,5 mg/L
MetHb
(1)
0,5 1,0 % 1 %
Evans Blauw 10 mg/L MetHb
Bili
0,5 %
5,2 mg/dL
13,3 mg/dL
1,3 %
1,12 mg/dL
1,17 mg/dL
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
5 mg/L
MetHb
(1)
0,5 % 0,6 % 1 %
Patentblauw 10 mg/L MetHb
Bili
0,5 %
4,9 mg/dL
13,7 mg/dL
3,2%
5,1 mg/dL
5,6 mg/dL
1%
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
5 mg/L MetHb
Bili
0,5 %
4,9 mg/dL
13,7 mg/dL
1,6 %
2,52 mg/dL
2,94 mg/dL
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
2,5 mg/L
MetHb
(1)
Bili
(1)
0,5 %
4,9 mg/dL
13,7 mg/dL
0,8 %
1,25 mg/dL
1,40 mg/dL
1 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
Hydroxocobalamine 0,9 mg/mL tHb
HHb
O
2
Hb
SO
2
Bili
13,6 g/dL
0,5 %
97,7 %
99,5 %
4,8 mg/dL
14,2 mg/dL
0,6 g/dL
4,2 %
-4,1 %
-4,3 %
-1,65 mg/dL
-1,39 mg/dL
0,5 g/dL
1,5 %
3,0 %
2 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
Tabel 8-4 Invloed van de stoffen op tHb, SO
2
, bilirubine en Hb-derivaten
Roche Diagnostics Februari 2015
204 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Storingen
0,5 mg/mL
tHb
(1)
HHb
O
2
Hb
(1)
SO
2
Bili
13,6 g/dL
0,5 %
97,7 %
99,5 %
4,8 mg/dL
14,2 mg/dL
0,4 g/dL
2,5 %
-2,4 %
-2,5 %
-0,96 mg/dL
-0,72 mg/dL
0,5 g/dL
1,5 %
3,0 %
2%
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
0,25 mg/mL
HHb
(1)
SO
2
(1)
Bili
(1)
0,5 %
99,5 %
4,8 mg/dL
14,2 mg/dL
1,3 %
-4,3 %
-0,54 mg/dL
-0,36 mg/dL
1,5 %
2,0 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
Cyanomethemoglobine 10 % HHb
O
2
Hb
SO
2
Bili
2,1 %
95,8 %
97,9 %
5,3 mg/dL
13,9 mg/dL
3,8 %
-3,4 %
-3,8 %
0,33 mg/dL
0,39 mg/dL
1,5 %
3,0 %
2 %
1,2 mg/dL
1,2 mg/dL
Sulfhemoglobine 10 %
tHb
(2)
COHb
(2)
HHb
(2)
MetHb
(2)
O
2
Hb
(2)
SO
2
(2)
Bili
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
5,2 mg/dL
(2)
15,4 mg/dL(2)
---
---
---
---
---
---
---
---
-5,29 mg/dL
---
---
---
---
---
---
---
---
1,2 mg/dL
5 % Bili 15,4 mg/dL -2,10 mg/dL 1,2 mg/dL
2,5 % Bili 15,4 mg/dL -1,04 mg/dL 1,2 mg/dL
Fluoresceïne 0,4 mg/mL
tHb
(2)
COHb
(2)
HHb
(2)
MetHb
(2)
O
2
Hb
(2)
SO
2
(2)
Bili
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
0,25 mg/mL
tHb
(2)
COHb
(2)
HHb
(2)
MetHb
(2)
O
2
Hb
(2)
SO
2
(2)
Bili
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
(2)
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
(1) binnen de specificatie van de juistheid.
(2) geen resultaten - foutmelding "Spectrale interferentie gedetect." zal worden weergegeven.
Stof Stofconcentratie Parameter Parameter-
concentratie (MW)
Invloed van de stof ± Juistheid
Tabel 8-4 Invloed van de stoffen op tHb, SO
2
, bilirubine en Hb-derivaten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 205
cobas b 123 POC system 8 Meting
Beperkingen van de klinische analyse
Beperkingen van de klinische analyse
De weergegeven karakteristieken kunnen worden beïnvloed door bekende en
onbekende factoren die hieronder worden beschreven.
u Raadpleeg paragraaf Storingen (p. 198) voor meer informatie.
Algemeen
In de relevante literatuur worden verschillende stoffen vermeld die de meetresultaten
van bloedmonstermaterialen kunnen beïnvloeden. Een gedetailleerde bespreking van
dit fenomeen vindt u op verschillende locaties in de wetenschappelijke vakliteratuur.
Voor het cobas b 123 POC system hebben wij geprobeerd deze mogelijke invloeden
te detecteren en te beoordelen. Aangezien het echter niet mogelijk is alle
medicamenten of stoffen te controleren, moet de gebruiker bij abnormale
afwijkingen van de meetresultaten - net als bij iedere andere klinische analyse -
onmiddellijk gealarmeerd zijn en de volledige status van de patiënt beoordelen en/of
aanvullende metingen in het eigen laboratorium uitvoeren.
Elektrolyten
De kaliumwaarde van een patiënt kan alleen door het gebruik van een drukverband al
met maximaal 20 % afwijken van de normale toestand. Bloedafname bij gebruik van
een drukverband dient derhalve vermeden te worden. In het algemeen moet een door
druk veroorzaakte lokale hemolyse vóór de bloedafname verhinderd worden.
Bloedgassen
Een volbloedmonster is optimaal voor het uitvoeren van deze metingen. Een
contaminatie van het bloedmonster met lucht heeft significante invloed op de
meetresultaten. Er dient in elk geval goed nota te worden genomen van de in
paragraaf Preanalytisch traject beschreven aanwijzingen en beperkingen
(1)
.
u Zie de paragraaf Preanalytisch traject (p. 193).
Metabolieten
De omgang met het monster vóór de meting is door glycolyse in de erytrocyten van
het bloedmonster de belangrijkste invloedsfactor bij de glucose-/lactaatbepaling.
u Gedetailleerde aanwijzingen voor een correcte omgang met het monster staan vermeld in
paragraaf Preanalytisch traject (p. 193).
Het volgende principe geldt hierbij: metingen van metabolieten moeten zo snel
mogelijk met gehepariniseerd volbloed worden uitgevoerd.
(1) Mahoney JJ, Wong RJ, Van Kessel AL: Reduced Bovine Hemoglobin Solution Evaluated for Use as a
Blood Gas Quality-Control Material, Clin.Chem.39/5, 874-879 (1993).
Roche Diagnostics Februari 2015
206 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Beperkingen van de klinische analyse
De meting van een metaboliet wordt door het cobas b 123 POC system met een
actieve correctie voor storingen uitgevoerd. Zo is er voor de glucose- of lactaatmeting
een extra geïntegreerde sensor aanwezig, die door endogene reacties (b.v. urinezuur)
of exogene reacties (b.v. acetylsalicylzuur) veroorzaakte storingen grotendeels
elimineert. Om de hoogst mogelijke perfectie van compensatie voor storingen te
verkrijgen, wordt de compensatiesensor als onderdeel van de dagelijkse
systeemkalibratie gekalibreerrd t.o.v. de actuele biosensoren. De invloed van de
belangrijkste bekende storende stoffen werd tijdens de ontwikkeling van het systeem
bepaald.
u Deze zijn samengevat in sectie Invloed van de stoffen op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct
(p. 201).
Ondanks deze compensatiesensor voor storingen is een bepaling van metabolieten
om elektrochemische redenen alleen mogelijk in monsters met een bij benadering
fysiologische ionensamenstelling en pH-waarde alsook een gemiddelde fysiologische
buffercapaciteit van het monster.
Hemoglobinederivaten en bilirubine
Naast de beperkingen die gelden voor de bepaling van de bloedgassen kan de meting
van de Hb-derivaten en bilirubine worden gestoord door lichtabsorberende stoffen in
het bloedmonster (b.v. contrastvloeistoffen). De invloed van de belangrijkste bekende
storende stoffen werd tijdens de ontwikkeling van het systeem bepaald.
u Deze zijn samengevat in sectie Invloed van de stoffen op tHb, SO2, bilirubine en Hb-
derivaten (p. 203).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Om de invloed van cellulaire deeltjes op neonatale bilirubineresultaten beter vast te
kunnen stellen, zijn de volgende stappen vereist:
r 1. Bij de meting van bilirubine dienen de parameter tHb en MCHC als berekende
waarden te worden ingeschakeld. Door de inschakeling van deze parameter wordt het
voor een meting minimaal benodigde monstervolume van 25 μL niet vergroot.
r 2. Als er een monstervolume van 55 μL beschikbaar is, dient de parameter Hct te
worden ingeschakeld (benodigd voor de MCHC-berekening). Als het monstervolume
tussen 25 μL en 55 μL ligt, hoeven er voor het meten van bilirubine en tHb geen andere
parameters dan COOX en tHb te worden ingeschakeld. Onder deze condities wordt in
plaats van de waarde van MCHC ”Basiswaarde niet beschikbaar” op de display
weergegeven.
r 3. Als de kritische waarden van tHb of MCHC (hetzij de door uw laboratorium of
instelling vastgestelde waarden of 22 g/dL
(1)
voor neonataal tHb resp. de in tabel 8-5
weergegeven
(2)
kritische waarde voor MCHC) worden overschreden en de kritische
waarde van bilirubine (hetzij de door uw laboratorium of instelling vastgestelde waarde
of 15 mg/dL
(1)
) wordt overschreden, dient de meting te worden bevestigd door een
meting van een nieuw bloedmonster.
u Raadpleeg voor meer informatie over de minimaal benodigde minimum
monstervolumes de paragrafen Monstervolumes (p. 97) en Micromonster (p. 211)
(1) Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics, 5th Edition 2012, 2187
(2) Thomas, Lothar, Labor und Diagnose – Indikation und Bewertung von Laborbefunden für die
medizinische Diagnostik, 8. Auflage, TH-Books Verlagsgesellschaft mbH, Frankfurt/Main, 2012, Band
1, 822
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 207
cobas b 123 POC system 8 Meting
Beperkingen van de klinische analyse
Leeftijd MCHC (g/dL)
1
ste
dag
31,0 - 35,0
2
e
tot 6
e
dag
24,0 - 36,0
7
e
tot 13
e
dag N.v.t.
(1)
(1) Strreefwaarden van MCHC voor de leeftijd van de 7
e
tot de 13
e
dag zijn in de hierboven onder voetnoot
(2)
aangegeven literatuurverwijzing niet beschikbaar.
14
e
tot 23
ste
dag
26,0 - 34,0
24
ste
tot 37
ste
dag
25,0 - 34,0
Tabel 8-5 Overzicht van streefwaardenbereiken van MCHC voor verschillende leeftijden
(tabel is aangepast)
Roche Diagnostics Februari 2015
208 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Meetprocedure
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als QC-metingen niet of onvolledig worden uitgevoerd of als QC-meetresultaten wordt
genegeerd, kunnen er foutieve resultaten van patiëntenmonsters worden verkregen,
die zouden kunnen leiden tot onjuiste klinische beslissingen.
r Gevaar van persoonlijk letsel.
Het is mogelijk om monsters uit spuiten (zonder canules), capillairen en
Roche MICROSAMPLER PROTECT te meten.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Spuit nooit een monster in via de vulopening.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Ringonderzoekmaterialen, ook wel externe kwaliteitsborgingsmaterialen (External
Quality Assurance (EQA)) genoemd, mogen alleen in het menu "Ringonderzoektest"
worden gemeten.
u Voor gedetailleerde informatie kunt u Kwaliteitscontrole, Ringonderzoektest (p. 256)
raadplegen.
Een meting kan alleen vanuit het menu "Overzicht" worden gestart.
Figuur 8-2 Het scherm ”Overzicht”
Bij het afnemen van bloedmonsters moeten de algemeen geldende
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen worden opgevolgd. Bij het werken met bloedmonsters
bestaat altijd het risico van overdracht van HIV, hepatitis B en C-virussen of andere via bloed
overdraagbare ziekteverwekkers. Geschikte bloedafnametechnieken moeten worden
toegepast om het risico voor het uitvoerende personeel tot een minimum te beperken.
Om direct contact met biologisch werkzame stoffen te vermijden, moet een geschikte
beschermende uitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, maskers, worden gedragen. Bovendien is een
veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Geschikte ontsmettings- en
sterilisatieprocedures moeten worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 209
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
Meting van monster uit spuit
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Door een onjuiste heparinisering van spuiten met vloeibare heparine kunnen in het
bijzonder bij ISE-parameters onjuiste waarden worden verkregen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Het gebruik van onvoldoende gehepariniseerde spuiten kan tot verstoppingen in het
apparaat leiden.
Om een meting van een monster uit een spuit te starten, moet u op de volgende knop
drukken:
[Start meting m.b.v. spuit]
De monsterinvoermodule wordt dienovereenkomstig voorbereid.
Als er een verkeerd monsterafnamemateriaal (monsterhouder) is geselecteerd, kunt u
door middel van de knop [Annuleren] weer terugkeren naar het menu "Overzicht".
Omdat de monsterinvoermodule in dit geval weer in de uitgangspositie moet worden
gebracht, kan het iets langer duren voordat het mogelijk is om een nieuwe selectie
van het gewenste monsterafnamemateriaal (monsterhouder) te maken.
Figuur 8-3 Meting van monster uit spuit
p Plaatsing van de spuit
1
Bevestig de spuit stevig in de vulopening en druk op [Ja].
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Bevestig geen spuit met naald in de vulopening.
Roche Diagnostics Februari 2015
210 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Figuur 8-4 De spuit is in de vulopening bevestigd.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Spuit het monster niet in het analyseapparaat. Houd de spuit tijdens de meting niet
vast.
2
Het monster wordt opgezogen.
Figuur 8-5 Verwijderen van de spuit
3
Trek na de aanwijzing "Spuit verwijderen" de spuit uit de vulopening en druk op
[Ja].
q
OPMERKING
Het monsterafnamemateriaal (monsterhouder) moet op dit moment worden verwijderd.
4
De meting wordt gestart.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 211
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
Capillaire meting
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Om schade aan het apparaat te vermijden, mogen alleen glazen capillaire buisjes met
vuurgepolijste uiteinden worden gebruikt, alsmede de door Roche aangeboden
capillaire buisjes van kunststof.
u zie Capillaire buisjes (p. 195) in sectie Monsterafnamemateriaal (p. 195).
Micromonster
Het micromonster wordt automatisch gedetecteerd, als het bloedmonster (< 123 L)
uit het capillair wordt opgezogen.
Op het scherm met de invoergegevens wordt een bericht weergegeven waarin de
monstermodus, waarin het monster is gemeten, is aangegeven.
u zie Scherm met invoergegevens (p. 211).
Figuur 8-6 Scherm met invoergegevens
Afhankelijk van de ingeschakelde parameters en de beschikbare hoeveelheid monster
kunnen voor de volgende panels meetwaarden worden bepaald:
Om een capillaire meting of een meting met Roche MICROSAMPLER PROTECT te
starten, moet u op de volgende knop drukken:
[Start capillaire meting]
De monsterinvoermodule wordt dienovereenkomstig voorbereid.
A Monstermodus: Normaal/Micro
Monstervolume BG ISE Glu/Lac COOX
37 L Onvoldoende
volume
(1)
(1) Opmerking in het scherm Resultaten en op de uitdraai.
Onvoldoende
volume
(1)
Onvoldoende
volume
(1)
55 L Onvoldoende
volume
(1)
Onvoldoende
volume
(1)
Tabel 8-6 Monstervolumes
A
Roche Diagnostics Februari 2015
212 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Als er een verkeerd monsterafnamemateriaal (monsterhouder) is geselecteerd, kunt u
door middel van de knop [Annuleren] weer terugkeren naar het menu "Overzicht".
Omdat de monsterinvoermodule in dit geval weer in de uitgangspositie moet worden
gebracht, kan het iets langer duren voordat het mogelijk is om een nieuwe selectie
van het gewenste monsterafnamemateriaal (monsterhouder) te maken.
Figuur 8-7 Micromonster
p Plaatsing van het capillair
1
Bevestig het capillair of het Roche MICROSAMPLER PROTECT-capillair stevig
in de vulopening en druk op [Ja].
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Houd het capillair tijdens de meting niet vast.
Figuur 8-8 Roche MICROSAMPLER PROTECT en het capillair zijn in de vulopening
bevestigd.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 213
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
2
Het monster wordt opgezogen.
Figuur 8-9 Meting van een monster
3
Trek na de aanwijzing "Capillair verwijderen" het capillair of
Roche MICROSAMPLER PROTECT uit de vulopening en druk op [Ja]. Tijdens
deze werkstroom wordt de monsterinvoermodule (SIM) onmiddellijk na
bevestiging van het verwijderen van het capillair gesloten.
q
OPMERKING
Tijdens de werkstroom met meting van micromonsters wordt de monsterinvoermodule
(SIM) circa 30 seconden, nadat het verwijderen van het capillair is bevestigd, gesloten.
q
OPMERKING
Het monsterafnamemateriaal (monsterhouder) moet op dit moment worden verwijderd.
Als het monsterafnamemateriaal (monsterhouder) niet binnen de opgegeven tijd
correct is verwijderd en dit niet met de knop [Ja] is bevestigd, kan het monster niet
voor een meting worden gebruikt. Nadat op de knop [Ja] is gedrukt, wordt het monster
vervolgens uitgewassen.
4
De meting wordt gestart.
s
COOX-meting
Permanent uitschakelen
Om uitsluitend oxymeterparameters (tHb, SO
2
, Hb-derivaten en bilirubine) te
meten, kunnen de sensorparameters in de instellingen permanent worden
uitgeschakeld.
Sensorparameters (BG - ISE - Glu - Lac)
De volgende parameters behoren tot de sensorparameters:
Roche Diagnostics Februari 2015
214 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Druk om de afzonderlijke sensorparameters uit te schakelen op de volgende
knoppen:
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Meting] > [Parameter] > [In-/uitschakelen] >
[AAN]
u Raadpleeg voor meer informatie over het inschakelen/uitschakelen van parameters de
sectie Inschakelen/uitschakelen van parameters (p. 228).
Figuur 8-10 Sensorparameters
Keer om de meting te starten terug naar het scherm "Overzicht" en selecteer het
betreffende monsterafnamemateriaal (monsterhouder).
u Raadpleeg voor meer informatie over de meetprocedure de sectie Meting van monster uit
spuit (p. 209) of Capillaire meting (p. 211).
o pH
o PCO
2
o PO
2
o Hct
o Na
+
o K
+
o Ca
2+
o Cl
o Glu
o Lac
Oxymeterparameters (tHb - COOX)
De volgende parameters behoren tot de oxymeterparameters:
o tHb
o COOX (inclusief COHb, MetHb, O
2
Hb, HHb, SO
2
en bilirubine)
A Parameters in de instellingen
inschakelen/uitschakelen
B Scherm "Overzicht" met uitgeschakelde
sensorparameters
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 215
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
Tijdelijk uitschakelen
Druk om sensorparameters tijdelijk uit te schakelen in het scherm "Overzicht" op de
desbetreffende knop. De desbetreffende parameters worden lichtgroen weergegeven.
Na de meting schakelt het cobas b 123 POC system de afzonderlijke parameters weer
in en keert automatisch terug naar het scherm "Overzicht".
Panel van COOX-parameters
aanmaken
Met behulp van de functie "Panels bewerken“ kunt u uw eigen panel van COOX-
parameters aanmaken. Dit panel van parameters kan vóór elke meting in het scherm
"Overzicht" worden geselecteerd.
p Druk om het panel van COOX-parameters aan te maken op de volgende
knoppen:
1
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Meting] > [Parameter] > [Bewerken]
2
Schakel de betreffende sensorparameters in het scherm "Overzicht" uit.
3
Voer met behulp van de knop Pen een naam in voor het panel van parameters.
4
Selecteer met behulp van de beide pijlknoppen een gewenst panel van parameters.
De cijfers 1 t/m 4 geven de positie van het panel van parameters in het scherm
"Overzicht" aan.
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Panels bewerken (p. 224).
Figuur 8-11 COOX-parameter
De parameter is uitgeschakeld voor de volgende meting (maar is wel gereed voor
meting).
A Parameters in de instellingen bewerken B Scherm "Overzicht" met panel van COOX-parameters
Roche Diagnostics Februari 2015
216 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
5
Keer om de meting te starten terug naar het scherm "Overzicht", selecteer het
panel van parameters "Alleen COOX" en selecteer het betreffende
monsterafnamemateriaal (monsterhouder).
u Raadpleeg voor meer informatie over de meetprocedure de sectie Meting van monster
uit spuit (p. 209) of Capillaire meting (p. 211).
s
Gegevensinvoer
Na het verwijderen van het monsterafnamemateriaal (monsterhouder) wisselt het
scherm naar de invoergegevens. Tijdens de meting kunnen diverse patiënten-,
gebruikers- en monsterspecifieke gegevens worden ingevoerd.
u Raadpleeg voor de instelling van de gewenste invoergegevens Invoergegevens (p. 230).
Figuur 8-12 Scherm met invoergegevens
q
OPMERKING
Indien de patiënt reeds bekend is in het cobas b 123 POC system, worden de beschikbare
patiëntspecifieke gegevens automatisch in de hiervoor bestemde regels ingevoerd. Als
extern gegevens opvragen bij het LIS is ingeschakeld, worden de relevante
patiëntengegevens door het LIS doorgezonden naar het cobas b 123 POC system. Bij een
onderbroken netwerkverbinding worden reeds bekende gegevens uit de database voor
een meting gebruikt. Patiënten- en gebruikersgegevens kunnen m.b.v. een
barcodescanner worden gescand.
u Raadpleeg voor het instellen van het opvragen van gegevens bij het LIS Softwarefuncties
(p. 305), sectie Aanvragen (p. 323).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 217
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
Handmatige invoer van gegevens
p Invoergegevens
1
Selecteer het gewenste in te voeren gegeven in de lijst.
2
Druk om gegevens in te voeren of om aanwezige gegevens te wijzigen op de knop
Pen.
Er verschijnt een toetsenbord op het scherm.
o Druk om patiëntengegevens met het toetsenbord in te voeren op de
betreffende letters of cijfers en bevestig dit met de knop [OK].
o Voor enkele invoergegevens (b.v. type bloed, monsterafnamemateriaal,
prikplaats en type monster) zijn er keuzemogelijkheden aanwezig. Door een
van de standaardkeuzemogelijkheden te selecteren wordt deze wijziging
onmiddellijk automatisch overgenomen in de lijst met invoergegevens.
Figuur 8-13 Keuzemogelijkheden voor de invoer van het type bloed
s
Scannen van gegevens met de barcodescanner
p Scannen
1
Selecteer de invoergegegevens die met de barcodescanner moeten worden
gescand in het scherm.
2
Scan de barcode.
3
De gescande barcodegegevens worden automatisch overgenomen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Op alle door het apparaat gescande en weergegeven barcodegegevens moet door
de gebruiker een aannemelijkheidscontrole (plausibiliteitscontrole) worden
uitgevoerd.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
218 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Verplichte invoer
Als een invoergegeven als "verplichte invoer" wordt gedefinieerd, wordt dit
invoergegeven weergegeven met een "*".
Figuur 8-14 Verplichte invoer
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een verplichte invoer niet wordt ingevoerd, wordt de meting automatisch
geweigerd.
r Als standaardwaarden ook voor de invoergegevens zijn gedefinieerd, zijn deze ook van
toepassing op de verplichte invoer.
r Als het monstertype echter als verplichte invoer is gedefinieerd, moet dit, ongeacht of
de standaardwaarde moet worden bevestigd, tijdens de meting worden ingevoerd.
Resultaat
Zodra een meetwaarde beschikbaar is, verschijnt automatisch het scherm Resultaten.
De invoer van invoergegevens wordt niet onderbroken, als er meetwaarden
beschikbaar zijn.
Afhankelijk van de definitie van de weergave verschijnen de resultaten in een lijst op
het scherm.
u Raadpleeg Resultatenweergave (p. 234) voor meer informatie.
Figuur 8-15 Het scherm Resultaten
De resultaten zijn voorzien van een kleurcodering en symbolen, die afhankelijk zijn
van de status:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 219
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
In het scherm Resultaten wordt rechtsonder de tijdsduur weergegeven, die resteert
tot het apparaat weer gereed zal zijn.
Afhankelijk van de instelling kan voor een nauwkeurigere controle van de
meetwaarden een langere tijdsduur voor de weergave op het scherm worden
gedefinieerd.
u Raadpleeg voor meer informatie Softwarefuncties (p. 305), sectie Time-outs (p. 327).
Met behulp van deze knop kunt u eerder, vóór einde van de gedefinieerde tijdsduur
voor weergave op het scherm, terugkeren naar het scherm Overzicht. U kunt een
nieuwe meting starten.
Figuur 8-16 Monsterafnamematerialen
Afdrukken
Zodra alle verplichte gegevens zijn ingevoerd en de eerste meetwaarde op het scherm
Resultaten is verschenen, kan de interne printer voor het afdrukken worden gebruikt.
Als op de knop Afdrukken wordt gedrukt voordat alle meetwaarden beschikbaar zijn,
dan wordt op de uitdraai in plaats van de meetwaarde de melding "Meting loopt"
weergegeven en wordt de meting, die wordt uitgevoerd, niet beëindigd of opgeslagen.
De invoergegevens kunnen na de eerste afdruk verder worden bewerkt. Pas als alle
meetwaarden beschikbaar zijn, wordt de workflow na het printen beëindigd, worden
de meetresultaten in de database opgeslagen en het ASTM- en POCT1-A-rapport
verzonden.
u Raadpleeg voor details deel Automatisch rapport (p. 235).
De waarde ligt beneden het fysiologische bereik.
De waarde ligt boven het fysiologische bereik.
De waarde ligt beneden het kritische bereik.
De waarde ligt boven het kritische bereik.
De waarde ligt boven de bovenste grenswaarde van het meetbereik.
De waarde ligt beneden de onderste grenswaarde van het meetbereik.
Er is geen meetwaarde beschikbaar.
Roche Diagnostics Februari 2015
220 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Metingen-database
Druk op de volgende knoppen om de database op te roepen:
[Werkplek] > [Metingen-database]
Figuur 8-17 Database met meetresultaten
Er is direct een sorteeroptie beschikbaar door op de kop van de kolommen te tikken:
Starttijd, Patiënten-ID of Achternaam.
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste gegevens direct in
de lijst. De geselecteerde gegevens zijn gemarkeerd door een donkerblauwe
achtergrond.
De database bevat diverse functies, zoals "Zoeken" of "Detail", om de gegevens beter
weer te geven.
Druk op de knop [Legenda] voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
functies.
p Gegevens naar USB exporteren
1
Selecteer de gegevens voor de export in de database.
2
Druk op deze knop om de gegevens naar een USB-opslagmedium te exporteren.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
u Raadpleeg voor meer informatie Softwarefuncties (p. 305), sectie USB-
gegevensoverdracht (p. 337).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 221
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
p Afdrukken uit de database
1
Selecteer de gewenste gegevens in de lijst.
2
Druk op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het scherm om de
afdrukprocedure te starten.
s
Zuur-base-diagram
Met dit diagram kan de zuur-base-status van een meting worden weergegeven, als de
meetwaarden van PCO
2
en pH beschikbaar zijn.
Extra toelichtingen in de legenda-informatie van het zuur-base-diagram kunt u door
middel van de knop [Legenda] oproepen.
Figuur 8-18 Zuur-base-diagram
Zuur-base diagram in de database
Druk om het zuur-base-diagram in de database op te roepen op de volgende
knoppen:
[Werkplek] > [Metingen-database] > (selecteer de betreffende meting) >
> [Zuur-base]
Roche Diagnostics Februari 2015
222 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Meetprocedure
Patiëntentrendgrafiek
Met behulp van deze grafiek wordt het verloop van de afzonderlijke parameters
(alleen gemeten waarden) van een patiënt gedurende een periode van 10 dagen op
een tijdschaal weergegeven.
q
OPMERKING
Er kunnen altijd maar 2 parameters tegelijkertijd worden weergegeven.
p Een patiëntentrendgrafiek bekijken
1
Om de afzonderlijke parameters in de patiëntentrendgrafiek weer te geven, moet
u op de twee pijlknoppen drukken.
2
De meest recente meetwaarden worden uiterst rechts in de grafiek weergegeven.
De geselecteerde meetwaarden zijn gemarkeerd met een blauwe lijn. De
bijbehorende meetwaarden worden aan de rechterkant in het weergaveveld
weergegeven.
3
Met behulp van deze beide pijlknoppen kunt u de vorige meetwaarden selecteren.
Figuur 8-19 Patiëntentrendgrafiek
Extra toelichtingen op de patiëntentrendgrafiek kunt u door middel van de knop
[Legenda] oproepen.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 223
cobas b 123 POC system 8 Meting
Meetprocedure
p Patiëntentrendgrafiek in de database
1
Druk om de patiëntentrendgrafiek in de database op te roepen op de volgende
knoppen:
[Werkplek] > [Metingen-database] > (selecteer de betreffende meting) >
> [Trend]
q
OPMERKING
Als de patiëntentrendgrafiek zoals hierboven beschreven vanuit de metingen-database
wordt opgeroepen, is het mogelijk om het geselecteerde tijdbereik en/of het aantal
metingen met de onderstaande knop te wijzigen.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
224 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
Instellingen voor de meting
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Configuratie] > [Meting]
In dit menu kunt u de volgende instellingen configureren:
o Parameter
o Gegevensinvoer
o Correlaties
o Resultatenweergave
Parameters
In dit bereik kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd:
o Panels bewerken
o Eenheden
o Bereiken
o AMB
o Inschakelen/uitschakelen
o pH/H
+
Panels bewerken
Door panels van parameters te selecteren kunnen diverse parameters, zolang ze
gereed zijn voor meting, voor de meting worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
q
OPMERKING
De selectie van mogelijke panels van parameters is afhankelijk van het uitrustingsniveau
van het apparaat.
De panels van parameters worden conform de gebruikersdefinitie op het scherm
Overzicht weergegeven. Er kunnen maximaal drie panels van parameters door de
gebruiker worden gedefinieerd.
Figuur 8-20 Panels bewerken
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 225
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
Eenheden
Met deze functie kunt u het formaat en de eenheid van de parameters en van de
gemeten- en berekende gegevens naar behoefte instellen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van het apparaat kan aan elke parameter een
van de volgende eenheden worden toegewezen:
Figuur 8-21 Eenheden
p Eenheden wijzigen
1
Selecteer een parameter in de lijst.
2
Als op de knop Pen wordt gedrukt, verschijnt er een invoervenster.
3
Selecteer de gewenste eenheid door op de knop te drukken.
Figuur 8-22 Invoervenster
s
p Gewijzigde eenheden resetten
1
Druk op de knop [Stel standaard in].
De eenheid van de geselecteerde parameter wordt gereset naar de
standaardinstelling van het apparaat.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
226 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
Bereiken
Met deze functie kunt u de bovenste- en onderste grenswaarden van het normale- en
kritische bereik van iedere meetparameter invoeren.
q
OPMERKING
Bij de inbedrijfstelling zijn standaardnormalebereiken gedefinieerd. De waarden van deze
vooraf ingestelde normale bereiken zijn slechts richtwaarden en moeten door de klant
altijd worden aangepast aan het specifieke toepassingsgebied. De kritische bereiken zijn
per meetparameter vooraf ingestelde gespecificeerde bereiken. Laboratoria moeten
kritische bereiken instellen, die aan hun eigen eisen voldoen.
Figuur 8-23 Bereiken
p De bereiken wijzigen
1
Selecteer een parameter in de lijst.
2
Als op de knop [Nieuw] wordt gedrukt, verschijnt er een invoervenster.
Figuur 8-24 Invoervenster
Voor de gedefinieerde bereiken van een geselecteerde parameter zijn aanvullend
de volgende instellingen mogelijk:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 227
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
3
Selecteer de gewenste instellingen door op de knoppen te drukken.
4
Voer de bovenste en onderste grenswaarde van het normale bereik in.
5
Voer de bovenste en onderste grenswaarde van het kritische bereik in.
6
Als u op de knop [OK] drukt, zijn de gewijzigde parameterbereiken beschikbaar.
q
OPMERKING
Door op de knop [Bewerken] te drukken, kunt u reeds gedefinieerde instellingen van
het bereik op elk willekeurig moment bewerken.
s
p Bereiken controleren
1
Als de knop [Controle bereik] is ingeschakeld, wordt er tijdens de meting een
controle van het bereik uitgevoerd. Als een waarde beneden of boven een van de
vastgelegde grenswaarden ligt, wordt er een dienovereenkomstige melding in het
meetrapport weergegeven.
2
Verwijder het vinkje om de controle van het bereik uit te schakelen.
s
p Gewijzigde bereiken resetten
1
Selecteer de betreffende parameter.
2
Druk op de knop [Standaard].
Het normale bereik en het kritische bereik van de geselecteerde parameter
worden gereset naar de standaardinstellingen van het apparaat.
Geslacht
o Manlijk
o Vrouwelijk
o Alle
Leeftijd (A/F)
o Foetaal
o Pasgeborenen
o 2e dag
o 1 jaar
o > 1 jaar
o Alle
Type monster
o Bloed
o Dialyseoplossing
o Waterige oplossing
o Alle
Roche Diagnostics Februari 2015
228 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
Door op de knop [Verwijderen] te drukken kunnen de specifieke instellingen van
het bereik op elk willekeurig moment worden gewist. Standaardwaarden kunnen
niet worden gewist.
s
AMB
Met behulp van deze functie kan het analytische meetbereik (AMB) conform de
behoeften van de klant en lokale voorschriften worden verkleind.
u Zie Configuratie van het analytische meetbereik (AMB) op pagina
Figuur 8-25 Configuratie van AMB
Inschakelen/uitschakelen van parameters
In dit bereik kunt u afzonderlijke parameters zowel voor de meting als voor de
kalibratie uitschakelen.
Parameter is zowel voor metingen als voor kalibraties ingeschakeld
Parameter is voor metingen uitgeschakeld, doch voor kalibraties ingeschakeld
Parameter is zowel voor metingen als voor kalibraties uitgeschakeld
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 229
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
p Een parameter voor de meting uitschakelen
1
Schakel de gewenste parameter uit door op de knop te drukken.
De kleur van de uitgeschakelde parameter wordt lichtgroen en de parameter
wordt zolang niet gemeten tot deze weer wordt ingeschakeld.
s
p Een parameter voor kalibratie uitschakelen
1
Schakel de gewenste parameter uit door op de knop [AAN] te drukken.
De uitgeschakelde parameter wordt flets en aangegeven met "UIT". De parameter
wordt net zolang niet gekalibreerd tot deze weer wordt ingeschakeld.
Figuur 8-26 Inschakelen/uitschakelen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Om een parameter voor de meting in te kunnen schakelen, moet deze parameter
voor kalibratie ingeschakeld zijn.
s
p Een parameter voor kalibratie inschakelen
1
Schakel de gewenste parameter in door op de knop [UIT] te drukken.
De kleur van de ingeschakelde parameter wordt donkergroen en de ingeschakelde
parameter wordt aangegeven met "AAN".
s
p Een parameter voor de meting inschakelen
1
Schakel de gewenste parameter in door op de knop te drukken.
De kleur van de ingeschakelde parameter wordt donkergroen.
s
pH/H
+
Door middel van deze functie kan tussen pH en H
+
worden omgeschakeld.
Selecteer de gewenste weergave door op de knoppen te drukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
230 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
q
OPMERKING
Als er wordt omgeschakeld van pH naar H
+
of van H
+
naar pH, moeten bepaalde
correctiefactoren voor pH of H
+
opnieuw worden bepaald en ingesteld, omdat een directe
conversie niet mogelijk is.
Gegevensinvoer
In dit bereik kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd:
o Invoergegevens
o Verplichte invoer
o Standaardwaarden
o Patiënten-ID
Invoergegevens
Door middel van deze functie kunt u die invoergegevens definiëren die in het scherm
Invoergegevens moeten worden weergegeven.
u Zie Scherm met invoergegevens (p. 216).
p Een invoergegeven definiëren
1
Selecteer het betreffende invoergegeven in de lijst.
Figuur 8-27 Invoergegevens
2
Met de knoppen [Omhoog] en [Omlaag] kunt u de positie van de invoergegevens
in de lijst wijzigen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 231
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
3
Druk om een invoergegeven te bewerken op de knop [Lijst bewerken].
Het volgende scherm verschijnt:
Figuur 8-28 Invoergegevens - lijst bewerken
Aan de linkerkant van het scherm wordt een lijst met alle mogelijke
invoergegevens weergegeven.
Om een invoergegeven na de meting op het scherm Invoergegevens weer te
kunnen geven, moet dit eerst in de lijst aan de linkerkant worden geselecteerd.
Verplaats met behulp van de twee pijlknoppen in het midden het gewenste
invoergegeven naar het bereik "Weergegeven gegevens".
Het invoergegeven is nu beschikbaar in het scherm Invoergegevens.
s
Verplichte invoer
Elk invoergegeven kunt u ook als verplichte invoer definiëren. Als een invoer als
verplichte invoer is gedefinieerd, wordt het scherm Invoergegevens na de meting
zolang weergegeven tot alle verplichte invoeren in zijn geheel zijn ingevoerd.
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Verplichte invoer (p. 218).
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een verplichte invoer niet wordt ingevoerd, wordt de meting automatisch
geweigerd.
In de lijst "Invoergegevens" kunt u een invoergegeven als verplichte invoer definiëren.
p Een gegeven als verplichte invoer definiëren
1
Selecteer het gewenste in te voeren gegeven in de lijst.
2
Druk op de knop [Verplichte invoer].
WAARSCHUWING
OPMERKING
r Een verplichte invoer wordt gemarkeerd met een sterretje [*].
3
Het geselecteerde, verplicht in te voeren gegeven is nu beschikbaar in het scherm
Invoergegevens.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
232 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
Standaardwaarden
Aan bepaalde invoergegevens (b.v. patiëntentemperatuur) kunnen
standaardwaarden (b.v. 37 °C) worden toegekend. Als een meting wordt uitgevoerd,
worden deze standaardwaarden automatisch in het scherm Invoergegevens
weergegeven.
q
OPMERKING
Als het type monster als standaardwaarde/standaardgegeven is gedefinieerd, moet dit
gegeven na de meting handmatig worden ingevoerd.
p Standaardwaarden invoeren
1
Selecteer het gewenste in te voeren gegeven in de lijst.
2
Druk op de knop [Standaardwaarde instellen].
3
Het invoergegeven kunt u op een van de volgende manieren wijzigen:
o selecteer een van de standaardkeuzemogelijkheden.
o voer een gegeven handmatig in.
4
Als er op de knop [Sluiten] is gedrukt, verschijnt er een extra meldingenvenster
met de aanwijzing om de wijzigingen van de instellingen te bevestigen.
s
Patiënten-ID
Door middel van deze functie kan een invoermaskering voor het invoeren van de
patiënten-ID worden gedefinieerd.
Druk voor het configureren van de invoermarkering op de knop Pen.
De volgende tekens kunnen worden gebruikt voor het definiëren van de
invoermaskering:
Correlaties
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Het instellen van correlatiefactoren heeft een direct effect op de nauwkeurigheid van
meetresultaten.
r Correlatie-instellingen dienen aan de hand van vergelijkingsmetingen te worden
geverifieerd.
$
Cijfer
#
Letter
*
Willekeurig teken
Andere tekens
Deze tekens moeten exact zo worden ingevoerd als zij zijn gedefinieerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 233
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
Deze functie wordt gebruikt om correlatiefactoren voor afzonderlijke
meetparameters te definiëren. Correlatiefactoren worden gedefinieerd om de
resultaten van het apparaat nauwkeurig aan te passen aan die van andere bestaande
analytische systemen.
Voor elke meetparameter kunnen een waarde voor de helling en een offset-waarde
worden ingevoerd.
Figuur 8-29 Correlaties
q
OPMERKING
De standaardinstellingen voor de offset- en helling-waarde zijn altijd 0,0 resp. 1,0.
p De correlaties wijzigen
1
Druk om de standaardinstellingen te wijzigen op de knop [Nieuw]. Een extra
venster wordt geopend:
Figuur 8-30 Correlaties wijzigen
2
Met behulp van de twee pijlknoppen kunnen de gewenste parameter en het
gewenste type monster worden geselecteerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
234 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
3
Druk om de nieuwe waarden in te voeren op de knop Pen.
4
Als u op de knop [OK] drukt, zijn de nieuwe waarden beschikbaar.
De gewijzigde waarden worden tijdens de meting en in het meetrapport
dienovereenkomstig gemarkeerd met een (c).
q
OPMERKING
De ingestelde correctiewaarden hebben geen invloed op QC-metingen.
Door op de knop [Bewerken] te drukken, kunt u reeds gedefinieerde correlatie-
instellingen op elk willekeurig moment bewerken.
q
OPMERKING
Als er onder [Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Meting] > [Parameter] > [pH / H
+
]
van pH naar H
+
of van H
+
naar pH wordt omgeschakeld, moeten bepaalde
correctiefactoren voor pH of H
+
opnieuw worden bepaald en ingesteld, omdat een
directe conversie niet mogelijk is.
s
p Alle correlaties verwijderen
1
Druk op de knop [Standaard].
De parameters worden gereset naar de standaardinstellingen van het apparaat.
s
Resultatenweergave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 235
cobas b 123 POC system 8 Meting
Instellingen voor de meting
Weergave
In dit bereik kunt u instellingen voor de weergave van de gemeten- en berekende
gegevens in het scherm Resultaten configureren.
Figuur 8-31 Resultatenweergave - weergave
In de kolom "Beschikbare gegevens" zijn alle gemeten- en berekende gegevens
weergegeven.
p Gegevens in de lijst
1
Selecteer het gewenste gemeten- of berekende gegeven in de lijst.
2
Verplaats met behulp van de twee pijlknoppen in het midden het gemarkeerde
gegeven naar het bereik "Geselecteerde gegevens".
3
Druk voor de selectie van alle gemeten- en berekende gegevens in de lijst in het
midden op de twee knoppen met dubbele pijl.
Als u op de knop [Sluiten] drukt, zijn de geselecteerde gegevens beschikbaar.
s
Automatisch rapport
Door middel van deze functie kunnen de printerinstellingen voor de meting worden
gedefinieerd. De volgende opties zijn beschikbaar:
q
OPMERKING
Het kan voorkomen dat, ofschoon automatisch rapport is ingeschakeld, er geen
meetresultaat wordt afgedrukt. Controleer in dit geval of de interne printer is ingeschakeld.
Automatisch rapport
inschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, worden de meetresultaten
automatisch door de printer afgedrukt.
Aantal kopieën
Bepaalt het aantal kopieën (max. 3) bij automatisch afdrukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
236 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Instellingen voor de meting
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Printer (p. 328).
Ticketprinter
Door middel van deze functie kan een optionele, externe ticketprinter worden
gebruikt om een meetrapport af te drukken.
q
OPMERKING
De hieronder weergegeven instellingen moeten alleen worden geconfigureerd als er een
optionele, externe ticketprinter op het cobas b 123 POC system wordt aangesloten;
anders moeten deze instellingen uitgeschakeld blijven.
p Ticketprinter inschakelen
1
Selecteer in het bereik "Ticketprinter inschakelen" de optie [Aan] om de
ticketprinter in te schakelen.
s
p Ticketprinterhandshake
1
Selecteer in het bereik "Ticketprinter handshake" de optie [Aan] om de
ticketprinterhandshake in te schakelen.
s
p Automatisch afdrukken inschakelen
1
Selecteer in het bereik "Automatisch rapport inschakelen” de optie [Aan] om de
meetresultaten automatisch af te drukken.
s
p Ticketprinter configureren
1
Druk in het bereik "Configuratiebestand laden” op de knop [Bestand importeren]
om het configuratiebestand (xml) te importeren.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 237
cobas b 123 POC system 8 Meting
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende gegevens
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende
gegevens
Gemeten gegevens (afhankelijk van de versie):
Berekende gegevens:
PO
2
Partiële zuurstofspanning
PCO
2
Partiële koolstofdioxidespanning
pH Negatieve gewone (decimale) logaritme van de waterstofionenactiviteit
Na
+
Natriumionenconcentratie
K
+
Kaliumionenconcentratie
Cl
Chloride-ionenconcentratie
Ca
2+
Calciumionenconcentratie
Hct Hematocriet
tHb Totale hemoglobineconcentratie
O
2
Hb Oxyhemoglobine
HHb deoxyhemoglobine
COHb Carboxyhemoglobine
MetHb Methemoglobine
SO
2
Functionele zuurstofsaturatie
Bili Bilirubine (neonataal)
Glu Glucose
Lac Lactaat
H
+
waterstofionenconcentratie
cHCO
3
Bicarbonaatconcentratie in plasma
ctCO
2
(P) Totale CO
2
-concentratie in plasma
ctCO
2
(B) Totale kooldioxideconcentratie in bloed
BE Overmaat base in bloed
BE
act
Overmaat base in bloed bij de actuele zuurstofsaturatie
BE
ecf
Overmaat base in de extracellulaire vloeistof
BB Bufferbasen
ctO
2
Totale zuurstofconcentratie
pH
st
Standaard pH-waarde
cHCO
3
st
Standaardbicarbonaatconcentratie in plasma
PAO
2
Alveolaire partiële zuurstofspanning
RI Respiratoire index
nCa
2+
Gestandaardiseerd geïoniseerd calcium (pH = 7,4)
Qs/Qt Shunt – quotient van de beide zuurstofconcentratieverschillen
Qt Verschil in zuurstofconcentratie tussen alveolair- en gemengd veneus bloed
P
50
Partiële zuurstofspanning bij een zuurstofsaturatie van 50% berekend met SO
2
als meetwaarde
Roche Diagnostics Februari 2015
238 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende gegevens
Berekende parameters bij de temperatuur van de patiënt:
Invoergegevens:
Aanvullend:
FO
2
Hb Fractionele zuurstofsaturatie
SO
2
Zuurstofsaturatie
SO
2
(c) Functionele zuurstofsaturatie berekend met P50 als invoergegeven
AaDO
2
Verschil alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning
a/AO
2
Verhouding alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning
avDO
2
Verschil tussen het arteriële- en veneuze zuurstofgehalte
AG Anion Gap
MCHC Mean corpuscular hemoglobin concentration (gemiddelde corpusculaire
hemoglobineconcentratie)
Osm Osmolaliteit
OER Oxygen Extraction Ratio (zuurstofextractieratio)
Osm
opt
Osmolaliteit (geoptimaliseerd)
Osm
opt
Gap Osmolaliteit (geoptimaliseerd) verschil
Hct(c) Hct berekend uit tHb
P/F-index PaO
2
/FIO
2
-verhouding
BO
2
Zuurstofcapaciteit
PAO
2
t
Alveolaire partiële zuurstofspanning bij de temperatuur van de patiënt
RI
t
Respiratoire index bij de temperatuur van de patiënt
AaDO
2
t
Verschil alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning bij de temperatuur van
de patiënt
a/AO
2
t
Verhouding alveolaire-arteriële partiële zuurstofspanning bij de temperatuur
van de patiënt
pH
t
pH bij de temperatuur van de patiënt
PCO
2
t
PCO
2
bij de temperatuur van de patiënt
PO
2
t
PO
2
bij de temperatuur van de patiënt
H
+t
Waterstofionenconcentratie bij de temperatuur van de patiënt
R Gasuitwisselingsquotiënt
FIO
2
Fractionele concentratie van ingeademde zuurstof
tHb(e) Ingevoerde tHb-waarde (niet gemeten)
Hb-factor Dient voor berekening van Hct(c)-waarden uit tHb-waarden
Osm(e) Ingevoerde osmolaliteitwaarde
Urea(e) Ingevoerde urea (ureum)-waarde
o Patiënten-ID o Gebruikers-ID o Diagnose
o Verzekeringscode o Opnamedatum/-tijd o Medicatie
o Vo or na am o Opnamestatus o Type diagnosecode
o Achternaam o Afnamedatum/-tijd o Gevarencode
o Tweede voornaam o Type monster o Isolatiestatus
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 239
cobas b 123 POC system 8 Meting
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende gegevens
o Suffix o Type bloed o Beademingsmodus
o Meisjesnaam o Prikplaats o Zuurstofapparaat
o Titel o Monster-ID o VT
o Geslacht o Monsterafnamemateriaal
(monsterhouder)
o Srate
o Geboortedatum o Kliniek o PEEP
o Leeftijd (A/F) o Ziekenhuis o CPAP
o Burgerlijke staat o Afdeling o PIP
o Religie o Afdeling o MAP
o Etn. oorsprong o Locatie o Ti
o Moedertaal o Arts o Te
o Adres o Geaccepteerd door o MW
o Tel.nr. o Verrekeningscode o A Rate
o Grootte o Order-ID o Flowrate
(stroomsnelheid)
o Gewicht o Toelatingsnummer o 24u-urine
o Temperatuur o Ontslagdatum/-tijd o ALLEN-test
o Dieet o Gewijzigde datum/tijd o Opmerking 1 - 5
o Tijdelijke patiënten-ID o Opmerking
Roche Diagnostics Februari 2015
240 Handleiding · Versie 10.0
8 Meting cobas b 123 POC system
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende gegevens
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 241
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Inhoudsopgave
Kwaliteitscontrole 9
Uit veiligheidsoverwegingen moeten er dagelijks kwaliteitscontrolemetingen worden
uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden alle stappen beschreven die nodig zijn voor een
succesvolle QC-meting.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
9
Algemeen kwaliteitscontroleconcept.............................................................................. 243
Algemeen QC-concept ..................................................................................................... 244
Belangrijke informatie voor de beoordeling van QC-resultaten................................. 246
QC-meting ......................................................................................................................... 247
AutoQC-meting .......................................................................................................... 247
Handmatige AutoQC-meting.................................................................................... 247
Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS B ............................................ 248
Weergave van QC-resultaten ........................................................................................... 251
QC-rapport .................................................................................................................. 252
Levey-Jennings-diagram ............................................................................................ 252
QC-database ................................................................................................................ 254
Ringonderzoektest............................................................................................................. 256
Ringonderzoektest starten ......................................................................................... 257
Weergave van resultaten van ringonderzoektesten....................................................... 260
Resultaten bevestigen of afkeuren............................................................................. 260
Rapport van een ringonderzoektest................................................................................ 262
Testrapport afdrukken................................................................................................ 262
Instellingen voor de kwaliteitscontrole........................................................................... 263
Tijden en intervallen................................................................................................... 263
QC-schema van fabrikant laden ......................................................................... 264
Een nieuwe QC-tijd aanmaken........................................................................... 264
Een dagprofiel kopiëren ....................................................................................... 265
Een bestaande QC-tijd bewerken....................................................................... 265
AutoQC-metingen als follow-upactie ................................................................ 266
Definitie van het materiaal ........................................................................................ 266
Een nieuw QC-materiaal definiëren .................................................................. 266
Roche Diagnostics Februari 2015
242 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Een bestaand QC-materiaal bewerken .............................................................. 267
Resultatenweergave..................................................................................................... 269
Automatisch rapport ............................................................................................ 269
QC-beoordeling................................................................................................................. 270
Verificatie van het ± 2-bereik.................................................................................. 270
Multirules..................................................................................................................... 270
Overzicht van de Multirules................................................................................ 271
Combinaties van Multirules-regels..................................................................... 271
QC-regels en consequenties............................................................................................. 274
QC-consequenties opheffen............................................................................................. 277
Automatische correctie............................................................................................... 277
Handmatige correctie ................................................................................................. 277
Oplossen van QC-problemen.......................................................................................... 278
Beschrijving van het actuele probleem..................................................................... 278
Classificatie van QC-problemen............................................................................... 278
Groep A.................................................................................................................. 278
Groep B .................................................................................................................. 278
Oplossen van problemen - Groep A (probleem met opzuigen of plaatsen) ....... 278
Oplossen van problemen - Groep B (QC-resultaat ligt buiten het
controlewaardenbereik) ............................................................................................. 279
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 243
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Algemeen kwaliteitscontroleconcept
Algemeen kwaliteitscontroleconcept
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Als QC-metingen niet of onvolledig worden uitgevoerd of als QC-meetresultaten
worden genegeerd, kunnen er onjuiste resultaten van patiëntenmonsters worden
verkregen, hetgeen zouden kunnen leiden tot onjuiste klinische beslissingen.
r Gevaar van persoonlijk letsel.
Roche Diagnostics Februari 2015
244 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Algemeen QC-concept
Algemeen QC-concept
Roche streeft er altijd naar om de hoogste kwaliteitsnormen voor haar producten te
waarborgen. Dit kwaliteitsbewustzijn komt voort uit het verantwoordelijkheidsgevoel
voor klanten en voor het welzijn van de patiënten.
De kwaliteitscontrole is een belangrijk element van deze claim. Waterige QC-
materialen als het cobas b 123 AutoQC Pack, enz. worden aangeboden, om ervoor te
zorgen dat het cobas b 123 POC system metingen van hoge kwaliteit levert om
klanten of hun patiënten te beschermen.
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet er telkens nadat een
Sensor Cartridge of een Fluid Pack is verwisseld en na inbedrijfstelling van het
apparaat een kwaliteitscontrole op drie niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
worden uitgevoerd.
Bovendien moet er tussen twee automatische 2 puntskalibraties ten minste één QC-
meting in afwisselende niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld:
Figuur 9-1 Grafische weergave van het algemene QC-concept
q
OPMERKING
In plaats van een 2P-kalibratie kan er ook een systeemkalibratie worden uitgevoerd. De
automatische systeemkalibratie omvat altijd een volledige 2P-kalibratie.
Er dienen eenmaal per dag of, als lokale voorschriften dit vereisen, vaker ten minste
twee QC-metingen van verschillende niveaus te worden uitgevoerd.
q
OPMERKING
QC-metingen dienen niet onmiddellijk voor een 2P-kalibratie te worden uitgevoerd.
De kwaliteitscontrole vindt plaats door de bekende controlewaardenbereiken van de
QC-monstermaterialen te vergelijken met de resultaten van het apparaat.
De volgende controlematerialen zijn beschikbaar:
o cobas b 123 AutoQC Pack:
O TRI-LEVEL: Niveau 1 - 3
O Uitsluitend voor cobas b 123 POC systemen met AutoQC-module
o COMBITROL PLUS B (controlematerialen voor handmatige QC-metingen)
O Verkrijgbaar in 3 verschillende niveaus
Voor COMBITROL PLUS B geldt het volgende:
Kleurcodering van de
COMBITROL PLUS B-ampullen
De QC-ampullen zijn voor een gemakkelijke identificatie van een kleurencodering
voorzien:
2P-Cal.
Level 1
2P-Cal.
Level 2
2P-Cal.
Level 3
2P-Cal.
Level 1
24 hours
Rood Niveau 1
Geel Niveau 2
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 245
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Algemeen QC-concept
Op de etiketten van de ampullen bevindt zich een barcode, die het
charge(lot)nummer bevat.
De in de bijsluiter vermelde controlewaardenbereiken moeten worden beschouwd als
2-bereiken ( = standaardafwijking, b.v. voor PO
2
, 2 = 12 mm Hg, 1 = 6 mm
Hg).
u Raadpleeg paragraaf Belangrijke informatie voor de beoordeling van QC-resultaten
(p. 246) voor meer informatie.
Figuur 9-2 Tekst van COMBITROL PLUS B-bijsluiter
Blauw Niveau 3
Roche Diagnostics Februari 2015
246 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Belangrijke informatie voor de beoordeling van QC-resultaten
Belangrijke informatie voor de beoordeling van QC-resultaten
De beoordeling hangt af van de -bereiken van de QC-resultaten:
o Gemeten waarde ligt binnen het bereik "benoemde waarde ± 2"
O Geen vervolgactie. De parameter is in orde.
O Het QC-resultaat is acceptabel en de parameter wordt/blijft ingeschakeld voor
metingen.
o Gemeten waarde ligt buiten het bereik "benoemde waarde ± 2"
O Consequentie: er wordt een QC-consequentie aan de parameter verbonden.
O Het QC-meetresultaat is niet acceptabel. De parameter wordt pas weer voor
verdere metingen van patiëntenmonsters vrijgegeven, als de oorzaak van de
blokkering is vastgesteld en de fout is gecorrigeerd.
u Zie de paragraaf QC-consequenties opheffen (p. 277).
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als de fout hierdoor niet is hersteld, moet u de Sensor Cartridge vervangen en/of de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche inlichten.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 247
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-meting
QC-meting
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet er telkens nadat een
Sensor Cartridge of een Fluid Pack is verwisseld en na inbedrijfstelling van het
apparaat een kwaliteitscontrole op drie niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
worden uitgevoerd.
Bovendien moet er tussen twee automatische 2 puntskalibraties ten minste één QC-
meting in afwisselende niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
u Zie Algemeen QC-concept (p. 244).
De volgende QC-metingen zijn beschikbaar:
o AutoQC-meting (optioneel)
o handmatige AutoQC-meting (optioneel)
o handmatige QC-meting
O met Roche-controlematerialen, zoals b.v. COMBITROL PLUS B
AutoQC-meting
Een AutoQC-meting wordt conform de instellingen van de QC-planning
automatisch op de vooraf gedefinieerde tijdstippen gestart.
Figuur 9-3 Weergave van de QC-planning
u Raadpleeg paragraaf Instellingen voor de kwaliteitscontrole (p. 263) voor meer informatie.
q
OPMERKING
Bij een automatische AutoQC-meting verschijnt aan het eind van een QC-meting geen
scherm Resultaten met QC-resultaten. De QC-resultaten kunnen in de database onder
[Werkplek] > [QC-database] op elk willekeurig moment worden bekeken en afgedrukt.
Handmatige AutoQC-meting
q
OPMERKING
Een handmatige QC-meting kan alleen in de status "Gereed" worden uitgevoerd. Als het
apparaat niet gereed is voor een meting, is de knop [QC-meting] uitgeschakeld.
Druk voor een handmatig ingeschakelde AutoQC-meting in het menu "Werkplek"
op de volgende knop:
[QC-meting]
Het volgende scherm verschijnt:
Roche Diagnostics Februari 2015
248 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-meting
Figuur 9-4 Scherm voor selectie materialen
De AutoQC-meting wordt gestart door op het gewenste niveau te drukken, b.v. knop
[Niveau 1], [Niveau 2] of [Niveau 3].
q
OPMERKING
Als alle ampullen van een bepaald niveau in het AutoQC Pack zijn opgebruikt, is de
betreffende [Niveau]-knop geblokkeerd voor selectie.
Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS B
q
OPMERKING
Voordat een handmatige QC-meting wordt uitgevoerd, moet het betreffende QC-materiaal
zijn gedefinieerd.
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Definitie van het materiaal (p. 266).
q
OPMERKING
Het kwaliteitscontrolemateriaal COMBITROL PLUS B moet ten minste 24 uren vóór gebruik
bij kamertemperatuur worden bewaard.
p Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
1
Neem de ampul met het betreffende niveau van het gewenste QC-materiaal uit de
verpakking.
[QC-meting]
2
Scan met de barcodescanner de barcode van het etiket van de ampul. Zodra het
materiaal is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface automatisch naar de
volgende stap (zie punt 3).
q
OPMERKING
Als er voor het invoeren geen barcodescanner beschikbaar is, moet u het
charge(lot)nummer van de ampul aflezen en dit m.b.v. de knop Pen handmatig
invoeren.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 249
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-meting
3
Vergelijk de gegevens op het scherm met de gegevens van het QC-materiaal.
q
OPMERKING
Als er een verkeerd controlemateriaal is geselecteerd, kunt u met behulp van de knop
[Annuleren] weer terugkeren naar het menu "Overzicht".
4
Om een QC-meting te starten, moet u op de volgende knop drukken:
[Start capillaire meting]
5
De invoer van het QC-monster wordt voorbereid, de monsterinvoereenheid
neemt de juiste positie in. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken. Tik
ondertussen met uw vingernagel tegen de ampul om de vloeistof uit de hals van
de ampul te verwijderen.
6
Breek de ampul open.
Na de voorbereidingstijd verschijnt het volgende scherm:
7
Voer de meting m.b.v. een ampuladapter direct vanuit de ampul uit.
Bevestig de adapter (zie hieronder) stevig in de vulopening.
Figuur 9-5 Capillaire meting
Om letsel te voorkomen moet u uw handen bij het openbreken van de ampul met
handschoenen of celstof beschermen. Gebruik het controlemateriaal binnen een halve
minuut na het openen. Gebruik een ampul nooit twee keer. Het gebruik van een
ampuladapter wordt aangeraden.
Roche Diagnostics Februari 2015
250 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-meting
Figuur 9-6 Ampul en adapter
8
Om het opzuigen te starten, moet u op de knop [Ja] drukken. Het
controlemateriaal wordt opgezogen.
9
Verwijder de adapter na de aanwijzing "Capillair verwijderen" en druk op [Ja].
10
De QC-meting wordt gestart.
u Raadpleeg voor QC-resultaten deel Weergave van QC-resultaten (p. 251).
s
A Ampul met adapter
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 251
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Weergave van QC-resultaten
Weergave van QC-resultaten
q
OPMERKING
Na de invoer van het QC-monster vindt het automatisch wisselen naar de QC-waarden pas
plaats, als de ampuladapter correct is verwijderd en het verwijderen van de ampuladapter
op het apparaat werd bevestigd door op de knop [Ja] te drukken.
q
OPMERKING
Bij een automatische AutoQC-meting verschijnen aan het eind van een QC-meting geen
QC-waarden. De QC-resultaten kunnen in de database onder [Werkplek] > [QC-database]
op elk willekeurig moment worden bekeken.
Terwijl een QC-meting wordt uitgevoerd, kan de gebruikers-ID worden ingevoerd.
u Zie de paragraaf Instellingen voor de kwaliteitscontrole (p. 263).
Figuur 9-7 Het scherm Resultaten
Afhankelijk van de status worden de QC-resultaten aangegeven met een aanvullende
tekst.
u Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Oplossen van QC-problemen (p. 278).
q
OPMERKING
Voor een optimale weergave van de QC-resultaten op het scherm en op de uitdraai
worden de QC-waarden afgerond. Voor de beoordeling van de afzonderlijke QC-resultaten
worden echter exacte waarden gebruikt. Hierdoor kan een "nOK“-beoordeling van een
QC-resultaat worden gegeven, zelfs als het weergegeven QC-resultaat binnen het
controlewaardenbereik ligt. Deze procedure heeft een software-technische achtergrond
en leidt niet tot enig risico voor de patiënt.
OK
QC-resultaten liggen binnen het controlewaardenbereik
nOK
QC-resultaten liggen buiten het controlewaardenbereik (de betreffende
regels hebben een rode achtergrond)
Roche Diagnostics Februari 2015
252 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Weergave van QC-resultaten
QC-resultaten handmatig
bevestigen
Druk op de knop [Accepteren] om de QC-resultaten handmatig te bevestigen.
QC-resultaten handmatig
afkeuren
Om de QC-resultaten niet te bevestigen, drukt u op de knop [Afkeuren].
QC-rapport
Zodra alle QC-resultaten beschikbaar zijn, wordt het QC-rapport automatisch
afgedrukt, als dit in het menu "Configuratie" is gedefinieerd.
Als dit niet het geval is, druk dan voor een uitdraai op de knop Afdrukken aan de
rechter kant van het scherm.
u Raadpleeg sectie Automatisch rapport (p. 269) voor meer informatie.
q
OPMERKING
Voor iedere geplande AutoQC-meting worden er aan het einde van de AutoQC-meting
geen QC-waarden weergegeven en wordt er geen QC-rapport afgedrukt. De QC-
resultaten kunnen in de database onder [Werkplek] > [QC-database] op elk willekeurig
moment worden bekeken en afgedrukt.
Levey-Jennings-diagram
Het Levey-Jennings-diagram geeft het verloop weer van de kwaliteitscontrole van de
afzonderlijke niveaus.
Druk voor het oproepen van het Levey-Jennings-diagram op de volgende knoppen:
q
OPMERKING
Het Levey-Jennings-diagram is niet beschikbaar voor metingen van
ringonderzoekmateriaal.
[Overzicht] > [Levey-Jennings-diagram]
QC-resultaten worden handmatig bevestigd en opgeslagen.
QC-resultaten worden niet bevestigd en niet in de database
opgeslagen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 253
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Weergave van QC-resultaten
Figuur 9-8 Levey-Jennings-diagram
Toelichtingen op het Levey-Jennings-diagram kunt u door middel van de knop
[Legenda] oproepen.
p Levey-Jennings-diagram maken
1
Selecteer de betreffende parameter met de pijlknoppen rechtsboven.
2
Gebruik de knop Pen om de gewenste tijdsperiode waarvan de QC-metingen
worden weergegeven te definiëren.
3
Met de pijlknoppen onderaan kunnen de vorige metingen worden geselecteerd.
De weergegeven meting is met een blauwe lijn gemarkeerd. De bijbehorende
meetwaarden worden aan de rechterkant in het weergaveveld weergegeven.
s
p Levey-Jennings-diagram in de database
1
Druk voor het opvragen van het Levey-Jennings-diagram in de database op de
volgende knoppen:
[Werkplek] > [QC-database] > (selecteer de betreffende QC-meting) >
Roche Diagnostics Februari 2015
254 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Weergave van QC-resultaten
>
s
QC-database
Druk op de volgende knoppen om de database op te roepen:
[Werkplek] > [QC-database]
Figuur 9-9 Database met QC-resultaten
Er is direct een sorteeroptie beschikbaar door op de kop van de kolommen te tikken:
Starttijd, QC-type, Niveau of Lot
In de eerste kolom wordt de totale status van alle parameters van een QC-meting
samengevat. De volgende symbolen worden hiervoor gebruikt:
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste gegevens direct in
de lijst. De geselecteerde gegevens zijn gemarkeerd door een donkerblauwe
achtergrond.
De database bevat diverse functies, zoals "Zoeken" of "Detail", om de QC-gegevens
beter weer te geven.
Bij deze QC-meting werd voor geen van de parameters een QC-waarschuwing
afgegeven of een QC-blokkering ingesteld.
Bij deze QC-meting werd voor een of meer parameters een QC-waarschuwing
afgegeven of een QC-blokkering ingesteld.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 255
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Weergave van QC-resultaten
Druk op de knop [Legenda] voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
functies.
p Gegevens naar USB exporteren
1
Selecteer de gegevens voor de export in de database.
2
Druk op deze knop om de gegevens naar een USB-opslagmedium te exporteren.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
u Raadpleeg voor meer informatie Softwarefuncties (p. 305), sectie USB-gegevensexport
(p. 337).
s
p Afdrukken uit de database
1
Selecteer de gewenste gegevens in de lijst.
2
Druk op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het scherm om de
afdrukprocedure te starten.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
256 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Ringonderzoektest
Ringonderzoektest
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Het cobas b 123 POC system is voorbereid voor het meten van
ringonderzoekmaterialen of externe kwaliteisborgingsmaterialen (External Quality
Assurance (EQA)). Door de onbekende concentraties ervan kunnen sommige
resultaten echter niet worden verkregen, als de resultaten buiten de meetbereiken of
de specificaties van het systeem liggen of als de formulering van de materialen niet
compatibel is met specificaties van het apparaat.
Roche adviseert om voor deelname een zorgvuldige selectie van dergelijke externe
programma's te maken en de resultaten te vergelijken met die van dezelfde groep
apparaten, d.w.z.. cobas b 123 POC systemen. Volg alle bij het materiaal gegeven
aanwijzingen met betrekking tot transport, opslagcondities, temperatuurevenwicht en
het mengen voor gebruik zorgvuldig op.
q
OPMERKING
Als veiligheidsniveau 3 of 4 is ingeschakeld, is de ringonderzoekfunctie alleen beschikbaar
voor de volgende gebruikersprofielen: vertrouwde gebruiker, servicegebruiker,
hoofdgebruiker en supervisor.
u zie Softwarefuncties (p. 305), sectie Gebruikers (p. 330)
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Zorg er vóór het uitvoeren van een ringonderzoektest voor, dat de QC-materialen
regelmatig zijn gemeten en dat de resultaten ervan binnen de toegestane bereiken
liggen.
u Voor gedetailleerde informatie kunt u Kwaliteitscontrole, Algemeen QC-concept (p. 244)
raadplegen.
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[QC-meting]
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 257
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Ringonderzoektest
Ringonderzoektest starten
p De test starten
1
Druk op de knop [Ringonderzoektest].
Figuur 9-10 Ringonderzoektest
2
Voer de naam, het niveau en/of charge(lot)nummer van het
ringonderzoekmateriaal in. De details kunnen handmatig m.b.v. de knop Pen
worden ingevoerd of door gebruik te maken van de barcodescanner als er
barcodes beschikbaar zijn.
Figuur 9-11 Instellingen voor een ringonderzoektest
q
OPMERKING
Volg de in het algemeen met het ringonderzoekmateriaal geleverde aanwijzingen m.b.t.
opslagcondities, temperatuurevenwicht en het mengen voor gebruik zorgvuldig op. Als
aan de hierbovengenoemde voorwaarden niet is voldaan, moet u op [Annuleren]
drukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
258 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Ringonderzoektest
3
Druk op de knop [Start meting].
4
Om de ringonderzoektest te starten:
Druk op de knop [Start capillaire meting].
Figuur 9-12 Capillaire meting starten
5
De monsterinvoermodule wordt voorbereid. Wacht tot de voorbereiding is
voltooid.
6
Breek de ampul open.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Om letsel te voorkomen moet u uw handen bij het openbreken van de ampul met
handschoenen of celstof beschermen. Het gebruik van een ampuladapter wordt
aangeraden.
Nadat de voorbereiding is voltooid, wordt het volgende scherm weergegeven:
Figuur 9-13 Bevestigen van het capillair
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 259
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Ringonderzoektest
7
Voer de meting m.b.v. een ampuladapter direct vanuit de ampul uit. Bevestig de
adapter stevig in de vulopening, zoals in de onderstaande figuur is weergegeven.
q
OPMERKING
Het gebruik van capillairen wordt niet aanbevolen, omdat dit gehepariniseerde
bloedafnamematerialen zijn, die de resultaten kunnen beïnvloeden. Gebruik uitsluitend
geschikte ampuladapters.
Figuur 9-14 Ampul met adapter
8
Om het opzuigen te starten, moet u op de knop [Ja] drukken. Het
ringonderzoekmateriaal wordt opgezogen.
9
Als de aanwijzing om het capillair te verwijderen wordt weergegeven, moet u de
ampuladapter verwijderen en op de knop [Ja] drukken.
10
De meting van het ringonderzoekmateriaal wordt gestart.
u Raadpleeg voor resultaten van de ringonderzoektest de sectie Weergave van resultaten
van ringonderzoektesten (p. 260).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
260 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Weergave van resultaten van ringonderzoektesten
Weergave van resultaten van ringonderzoektesten
q
OPMERKING
Na het opzuigen van het ringonderzoekmateriaal wordt het scherm Resultaten
automatisch weergegeven, als de ampuladapter correct is verwijderd en het verwijderen
van de ampuladapter op het apparaat is bevestigd. Het verwijderen van de ampuladapter
wordt bevestigd door op de knop [Ja] te drukken.
Terwijl een ringonderzoektest wordt uitgevoerd, kan de gebruikers-ID worden
ingevoerd. Zodra er resultaten van de ringonderzoektest beschikbaar zijn, worden ze
automatisch in het scherm Resultaten weergegeven. Hoe de resultaten worden
weergegeven, is afhankelijk van de configuratie van de weergave.
Figuur 9-15 Resultaten van een ringonderzoektest
q
OPMERKING
Bij ringonderzoektesten zijn er geen streefwaardenbereiken of controlewaardenbreiken
van toepassing. Het Levey-Jennings-diagram is niet beschikbaar voor
ringonderzoektesten.
Resultaten bevestigen of afkeuren
p Resultaten bevestigen
1
Druk op de knop [Accepteren].
De resultaten van de ringonderzoektest worden handmatig bevestigd en
opgeslagen.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 261
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Weergave van resultaten van ringonderzoektesten
p Resultaten afkeuren
1
Druk op de knop [Afkeuren].
De resultaten van de ringonderzoektest worden niet bevestigd en niet in de
database opgeslagen.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
262 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Rapport van een ringonderzoektest
Rapport van een ringonderzoektest
Zodra alle resultaten van een ringonderzoektest beschikbaar zijn, wordt het rapport
van de ringonderzoektest automatisch afgedrukt, als dit in het menu "Configuratie" is
gedefinieerd.
Testrapport afdrukken
p Het testrapport afdrukken
1
Druk voor een uitdraai op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het
scherm.
u Zie de sectie Automatisch rapport (p. 269).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 263
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knoppen:
[Configuratie] > [Kwaliteitscontrole]
Aan de linker kant van het scherm verschijnt een menuboom om de diverse
instellingen te selecteren.
U kunt de volgende instellingen voor de kwaliteitscontrole configureren:
o Tijden/intervallen
o AutoQC als follow-up
o Definitie materiaal
o Resultatenweergave
o Regels & consequenties
q
OPMERKING
Het gebruik van de barcodescanner maakt het invoeren van gegevens van QC-materiaal
niet alleen gemakkelijker, het voorkomt ook fouten bij de invoer van gegevens.
Tijden en intervallen
In het AutoQC-planningsprogramma kunt u tijdstippen voor AutoQC-metingen
definiëren.
Voor een nauwkeurige QC-planning worden behalve de tijdstippen van de AutoQC-
meting ook de tijdstippen van de kalibraties weergegeven.
q
OPMERKING
Voor iedere geplande AutoQC-meting worden er aan het einde van de AutoQC-meting
geen QC-waarden weergegeven en wordt er geen QC-rapport afgedrukt. De QC-
resultaten kunnen in de database onder [Werkplek] > [QC-database] op elk willekeurig
moment worden bekeken en afgedrukt.
Figuur 9-16 AutoQC-planningsprogramma
Roche Diagnostics Februari 2015
264 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
QC-schema van fabrikant laden
Door op de knop [Fabrieks-QC-schema laden] te drukken, kunt u een door de
fabrikant aanbevolen QC-schema overnemen.
Het aanbevolen QC-schema bevat het vereiste aantal dagelijkse QC-metingen voor
een hele week. In het QC-schema wordt het tijdstip van de QC-metingen
automatisch op zowel de starttijd van de systeemkalibratie als op het interval van de 2
puntskalibratie afgestemd.
q
Het aantal dagelijkse QC-metingen wordt niet gewijzigd door extra 2 puntskalibraties of
systeemkalibraties, niet handmatig noch automatisch ingeschakeld tijdens de INWERK-
fase of door de driftafhankelijke aanpassing van het kalibratieschema.
Een ingeschakeld fabrieks-QC-schema wordt bij wijziging van het interval van de 2
puntskalibratie niet automatisch aangepast en moet opnieuw worden ingeschakeld.
u zie deel Algemeen QC-concept (p. 244).
Een nieuwe QC-tijd aanmaken
p Invoer van nieuwe gegevens
1
Selecteer met de pijlknoppen de betreffende dag van de week voor een nieuwe
invoer.
2
Door middel van de knop [Nieuw] kan een nieuwe QC-tijd worden gedefinieerd.
Er wordt een extra invoervenster geopend:
Figuur 9-17 QC-tijd - nieuwe invoer
3
Met de knop Pen kunt u de starttijd instellen.
4
Selecteer het gewenste niveau door op de betreffende knop te drukken. Het
ingeschakelde niveau heeft een donkerblauwe achtergrond.
5
Druk op de knop [OK]. De nieuwe QC-tijd is nu beschikbaar op de geselecteerde
dag van de week.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 265
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
Een dagprofiel kopiëren
Als alle instellingen voor een dag zijn ingesteld, kunt u deze naar andere dagen van de
week kopiëren.
Figuur 9-18 QC-planningsprogramma
p Knop Kopiëren
1
Door op de knop [Kopiëren] te drukken, verschijnt er een extra invoervenster:
Figuur 9-19 Invoervenster
2
Selecteer een of meerdere gewenste dagen van de week en druk op de knop [OK].
q
OPMERKING
De geselecteerde dagen van de week hebben een donkerblauwe achtergrond; een dag
van de week die moet worden gekopieerd heeft een lichtblauwe achtergrond.
De QC-tijden zijn nu beschikbaar op de geselecteerde dagen van de week.
s
Een bestaande QC-tijd bewerken
p Pijlknoppen
1
Selecteer met de pijlknoppen de betreffende dag van de week voor bewerking.
2
Selecteer de bestaande starttijd in de lijst en druk op de knop [Bewerken].
3
Voer de nieuwe starttijd of het nieuwe niveau in.
4
Door op de knop [OK] te drukken worden de wijzigingen opgeslagen.
s
Een reeds gedefinieerde invoer kan worden bewerkt.
Een reeds gedefinieerde invoer kan worden gewist.
Roche Diagnostics Februari 2015
266 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
AutoQC-metingen als follow-upactie
q
OPMERKING
Om de kwaliteit van de meetresultaten te waarborgen, moet er telkens na het wisselen van
een Sensor Cartridge of een Fluid Pack en telkens na een nieuwe start van het apparaat
een kwaliteitscontrole op alle drie de niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden
uitgevoerd.
Door middel van deze functie kunnen deze AutoQC-metingen vooraf worden
ingesteld. Als de betreffende gebeurtenis plaatsvindt, worden de AutoQC-metingen
automatisch ingeschakeld en uitgevoerd.
Gebruik de twee pijlknoppen voor de instelling van de afzonderlijke AutoQC-
metingen.
Definitie van het materiaal
In het bereik [Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Kwaliteitscontrole] > [Definitie
materiaal] > [Instellen] worden de instellingen voor een QC-materiaal
geconfigureerd.
q
OPMERKING
Een AutoQC Pack wordt automatisch gedefinieerd door het inlezen van de chipgegevens.
Er is geen aanvullende definitie van het materiaal noodzakelijk.
Een nieuw QC-materiaal definiëren
p Knop Nieuw
1
Druk op de knop [Nieuw].
Figuur 9-20 QC-materiaal - Knop Nieuw
2
Lees de materiaalcode en de codes van het bereik (1-3) met de barcodescanner in
van de bijsluiter.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 267
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
3
Druk op de knop [Detail] om de grenswaarden van het bereik te bekijken.
4
Sluit de weergave door op de knop [OK] te drukken.
5
Door op de knop [OK] te drukken wordt het nieuw aangemaakte materiaal
toegevoegd.
s
Een bestaand QC-materiaal bewerken
Instellen van afzonderlijke
grenswaarden van het bereik
Het instellen van de grenswaarden is onderworpen aan de volgende beperkingen en
randvoorwaarden:
o De uitgangswaarde is de actueel geldende waarde van de bovenste-/onderste
grenswaarde:
O de door de fabrikant aangegeven waarde (2 SD)
O RiliBÄK-waarde (volgens de richtlijnen van de Duitse Bundesärztekammer
zur Qualitätssicherung laboratoriumsmedizinischer Untersuchungen
berekend uit de door de fabrikant aangegeven waarde)
O een reeds eerder ingestelde waarde
o Er moet voor worden gezorgd, dat de door de gebruiker ingevoerde waarde voor
de bovenste grenswaarde hoger is dan die van de onderste grenswaarde. Het
invoeren van dezelfde waarde voor de bovenste- en onderste grenswaarde is niet
toegestaan.
o Het toegestane bereik voor het invoeren van de afzonderlijke grenswaarden is
beperkt tot het bereik van de door de fabrikant aangegeven grenswaarden.
Verruiming van de grenswaarden is niet mogelijk, omdat de systeemspecificaties
dan niet meer zijn gewaarborgd.
Figuur 9-21 Een bestaand QC-materiaal bewerken
Roche Diagnostics Februari 2015
268 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
p Materialen selecteren
1
Selecteer het betreffende materiaal in de lijst en druk op de knop [Bereiken].
2
Selecteer in het bewerkingsvenster voor de betreffende grenswaarde de te wijzigen
parameter in de lijst en voer de betreffende nieuwe controlewaarden in.
In de kolom "Type" wordt aan de ingestelde regel een (E) toegevoegd.
Figuur 9-22 Materialen selecteren
3
Na het drukken op de knop [OK] en bevestiging van de aanwijzing: [Bevestig
wijzigingen van QC-bereiken] worden de nieuwe grenswaarden van het bereik
overgenomen en ingeschakeld.
Correctie van de grenswaarden van het bereik op grond van nieuwe specificaties
van de fabrikant
De correctie van de grenswaarden van het bereik op grond van nieuwe
specificaties van de fabrikant voor bekende QC-materialen van Roche wordt
uitgevoerd aan de hand van een door de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche beschikbaar gesteld barcodevel met wijzigingen.
In een begeleidend schrijven wordt aangegeven, voor welke parameter(s) nieuwe
grenswaarden van het bereik gelden.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als er voor een van de parameters, waarop een correctie van het
grenswaardenbereik van toepassing is, afzonderlijke grenswaarden van het bereik
zijn ingesteld, dan worden deze overschreven en worden de nieuwe door de
fabrikant aangegeven waarden (2 SD) en de hiervan afgeleide Duitse RiliBÄK-
grenswaarden overgenomen.
r In de kolom "Type" wordt de aanduiding (E) gewist.
r De grenswaarden van parameters, waarop geen correctie van het
grenswaardenbereik van toepassing is, blijven ongewijzigd. Alle bestaande
afzonderlijke grenswaarden blijven ongewijzigd en worden aangegeven met een
(E).
Druk op de knop [Nieuw]. Alle vier de barcodes moeten met de barcodescanner
worden gescand.
Bewerking van de onderste grenswaarde van een controlewaardenbereik.
Bewerking van de bovenste grenswaarde van een controlewaardenbereik.
De ingevoerde waarden van de geselecteerde regel worden gewist en
gereset naar de uitgangswaarden.
Alle ingevoerde waarden worden gewist en gereset naar de
uitgangswaarden.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 269
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Instellingen voor de kwaliteitscontrole
u Zie Definitie van het materiaal (p. 266).
De nieuwe controlewaarden van de betreffende parameters worden ingevoerd en
in de kolom "Type" wordt aan de betreffende parameter en de ingestelde regel een
(E) toegevoegd.
q
OPMERKING
Als het QC-materiaal nog niet bekend is, kan het barcodevel met aanpassingen niet
worden gebruikt en moet het barcodevel met wijzigingen worden gescand.
u Zie Definitie van het materiaal (p. 266).
s
Resultatenweergave
Automatisch rapport
Door middel van deze functie kunt u de printerinstellingen voor de QC-resultaten
definiëren. De volgende opties zijn beschikbaar:
q
OPMERKING
Het is mogelijk dat er, ofschoon automatisch rapport is ingeschakeld, geen QC-resultaat
wordt afgedrukt. Controleer in dit geval of de interne printer is ingeschakeld.
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Printer (p. 328).
Automatisch rapport
inschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, worden de handmatige
QC- en handmatige AutoQC-resultaten automatisch
afgedrukt. Geplande AutoQC-metingen worden nooit
automatisch afgedrukt, onafhankelijk van het feit of deze
functie al dan niet is ingeschakeld.
Aantal kopieën
Bepaalt het aantal kopieën (max. 3) bij automatisch
afdrukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
270 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-beoordeling
QC-beoordeling
q
OPMERKING
Als een parameter niet is gekalibreerd, kan er geen QC-beoordeling plaatsvinden. Om dit
te verhelpen, moet de betreffende parameter worden gekalibreerd en de QC-meting
worden herhaald.
Voor de beoordeling van de QC-resultaten worden de volgende methoden toegepast:
Verificatie van het ± 2σ-bereik
Als het actuele QC-resultaat binnen het ± 2-bereik ligt, dat overeenkomt met het
aangegeven controlewaardenbereik (raadpleeg de bijsluiter of de op de geheugenchip
opgeslagen gegevens), wordt de betreffende parmeter als "OK" beoordeeld.
Als het actuele QC-resultaat buiten het ± 2-bereik ligt, wordt de betreffende
parameter als "nOK" beoordeeld.
u Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf QC-regels en consequenties (p. 274).
Multirules
De beoordeling van de resultaten van kwaliteitscontrolemetingen is gebaseerd op de
Westgard-
(1)
regels en de interpretatie hiervan voor de bloedgasanalyse
(2)
. De
Multirules-procedure is van deze regels afgeleid. Hiermee wordt het vroegtijdig
herkennen van toevallige- en systematische fouten met betrekking tot het
meetapparaat en de bediening ervan mogelijk gemaakt.
Het doel van het gebruik van een Multirule-beoordeling van de QC-resultaten is het
aantal ten onrechte verwijderde resultaten laag te houden en tegelijkertijd de snelheid
van de foutendetectie hoog te houden.
Binnen de Multirule-beoordeling is Regel 1 (2 SD-grenswaardenbereik) niet het enige
criterium voor de beoordeling, maar is het wel de voorwaarde voor iedere verdere
beoordeling d.m.v. de andere regels. QC-resultaten binnen het 2 SD-
grenswaardenbereik zijn in ieder geval OK, maar overschrijding van het 2 SD-bereik
is de voorwaarde, waaraan moet worden voldaan, voordat er andere regels in
beschouwing worden genomen. Een QC-meting moet dus altijd een combinatie van
regels hebben overtreden om te worden beoordeeld als nOK.
q
OPMERKING
De Multirules-procedure kan alleen in samenhang met een geschikt controlemateriaal
worden toegepast.
(1) James O. Westgard et al: A Multi-Rule Shewhart Chart for Quality Control in Clinical Chemistry.
Clinical Chemistry, Vol. 27, No.3, 1981
(2) Elsa F. Quam BS, Lorene K. Haessig BS, Marlene J. Koch BS: A Comprehensive Statistical Quality
Control Program for Blood Gas Analyzers. Journal of Medical Technology 2:1 January 1985
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 271
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-beoordeling
Overzicht van de Multirules
q
OPMERKING
De Multirules-procedure wordt na elke afzonderlijke QC-meting toegepast. De Multirules
worden altijd alleen op de betreffende materiaal/niveau-combinatie toegepast.
Het QC-concept van het cobas b 123 POC system maakt voor de beoordeling
gebruik van combinaties van meerdere Multirules-regels.
Combinaties van Multirules-regels
q
OPMERKING
Door het inschakelen van het 2 SD-bereik worden automatisch alle andere regels (regels
1-6) uitgeschakeld.
De volgende combinaties van Multirules-regels zijn mogelijk bij het
cobas b 123 POC system:
N
L
Aantal afzonderlijke metingen van een bepaald niveau (L=Level
(niveau))
m
Waarde van een kwaliteitscontrolemeting van één niveau en van één
parameter
x
Gemiddelde waarde, overgenomen uit de bijsluiter of berekend uit
minimaal 20 en maximaal 100 afzonderlijke metingen
Standaardafwijking
Regel Beschrijving
1. 1
2
Waarde van de kwaliteitscontrolemeting (m) ligt buiten x ± 2
1. 1
3s
Waarde van de kwaliteitscontrolemeting (m) ligt buiten x ± 3
1. (2 van 3)
2s
(1)
(1) Deze regel wordt niet gebruikt voor de QC-beoordeling op het cobas b 123 POC system.
Twee van drie waarden van de kwaliteitscontrolemetingen liggen
buiten x ± 2
N
L
= 3
1. 2
2s
2 waarden van de kwaliteitscontrolemetingen (m) liggen buiten x ±
2
N
L
2
1. 6
1s
6 waarden van de kwaliteitscontrolemetingen (m) liggen buiten x ±
1
N
L
6
1. 9
m
9 waarden van de kwaliteitscontrolemetingen (m) liggen aan dezelfde
kant van de gemiddelde waarde
N
L
9
2 SD-bereik Gedefinieerde controlewaarden (controlewaardenbereik)
Tabel 9-1 Multirules
Roche Diagnostics Februari 2015
272 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-beoordeling
Set 1 Regel 1 en Regel 2
Figuur 9-23 Set 1 van de Multirules
Set 2 Regel 1, Regel 2 en Regel 4
Figuur 9-24 Set 2 van de Multirules
Set 3 Regel 1, Regel 2, Regel 4 en Regel 5
Figuur 9-25 Set 3 van de Multirules
A (Regel 1 = NOK) EN (Regel 2 = OK) = OK B (Regel 1 = NOK) EN (Regel 2 = NOK) =
NOK
A (Regel 1 = NOK) EN
((Regel 2 = OK) OF (Regel
4 = OK)) = OK
B (Regel 1 = NOK) EN
((Regel 2 = OK) OF (Regel
4 = OK)) = OK
C (Regel 1 = NOK) EN
((Regel 2 = OK) OF (Regel
4 = NOK)) = NOK
A (Regel 1 = OK) EN ((Regel
2 = OK) OF (Regel 4 = OK)
OF (Regel 5 = OK)) = OK
B (Regel 1 = OK) EN ((Regel
2 = OK) OF (Regel 4 = OK)
OF (Regel 5 = NOK)) = OK
C (Regel 1 = NOK) EN
((Regel 2 = OK) OF (Regel
4 = OK) OF (Regel 5 =
NOK)) = NOK
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 273
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-beoordeling
Set 4 Regel 1, Regel 2, Regel 4, Regel 5 en Regel 6
Figuur 9-26 Set 4 van de Multirules
A (Regel 1 = OK) EN ((Regel 2 = OK) OF
(Regel 4 = OK) OF (Regel 5 = OK) OF (Regel
6 = OK)) = OK
B (Regel 1 = NOK) EN ((Regel 2 = OK) OF
(Regel 4 = OK) OF (Regel 5 = OK) OF (Regel
6 = NOK)) = NOK
Roche Diagnostics Februari 2015
274 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-regels en consequenties
QC-regels en consequenties
Om ervoor te zorgen dat bij een overtreding van de regels voor de QC-beoordeling de
betreffende parameter ondanks afwijking van de specificaties niet kan worden
gebruikt voor de monstermeting, dient aan alle parameters de QC-consequentie
"QC-blokkering" te worden toegewezen.
Druk voor het instellen en bekijken van de verbonden QC-consequenties op de
volgende knoppen:
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Kwaliteitscontrole] > [Regels / conseq.]
Figuur 9-27 QC-regels en consequenties
p QC-regels & consequenties definiëren
1
Selecteer de gewenste parameter met de pijlknoppen in het bovenste deel van het
scherm.
2
Selecteer de betreffende QC-regel door op de pijlknoppen te drukken.
U kunt de volgende QC-regels selecteren:
Geen
Geen regel
RiliBÄK
RiliBÄK-bereiken
(1)
(1) Van fabriekswege worden in apparaten met een softwareversie 4.5 of lager de RiliBäK-bereiken 2.008
geïmplementeerd en in apparaten met een softwareversie 4.7 of hoger de RiliBäK-bereiken geüpdatet
in 2.014.
Set 1
Regel 1 & Regel 2
Set 2
Regel 1, Regel 2 & Regel 4
Set 3
Regel 1, Regel 2, Regel 4 & Regel 5
Set 4
Regel 1, Regel 2, Regel 4, Regel 5 & Regel 6
2 SD
Standaardinstelling
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 275
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-regels en consequenties
q
OPMERKING
Als "Geen - Geen regel" als de regel wordt geselecteerd, wordt de instelling van een
consequentie uitgeschakeld en is het niet mogelijk om een consequentie te selecteren.
Daarnaast worden de QC-bereiken niet weergegeven en niet afgedrukt.
3
Wijs na selectie van de gewenste regel de betreffende consequentie toe.
U kunt de volgende QC-consequenties selecteren:
4
Druk op de knop [Sluiten] om de ingestelde QC-regels en consequenties toe te
passen.
s
p QC-herhalingen inschakelen
1
Als voor een of meerdere parameters de regels voor de QC-beoordeling zijn
overtreden, is het bij een automatisch opgeroepen AutoQC-meting mogelijk om
een automatische herhalingsmeting van het betreffende niveau uit te voeren.
2
Als de knop [QC-herhalingen] is ingeschakeld, wordt na de QC-meting met de
overtreding van de QC-regel een herhalingsmeting van hetzelfde niveau
uitgevoerd. Verwijder het vinkje om de QC-herhalingsmetingen uit te schakelen.
Weergave van de QC-consequenties
Als de ingestelde regels voor de QC-beoordeling zijn overtreden, verschijnen de
volgende parametersymbolen in het scherm Overzicht:
Geen consequentie
QC-waarschuwing
QC-blokkering (standaardinstelling)
QC-waarschuwing:
Bij een waarschuwing wordt de betreffende parameter in het
parameterselectieveld tegen een donkergele achtergrond weergegeven,
maar is verder gereed voor uitvoering van een meting.
QC-blokkering:
Bij een blokkering wordt de betreffende parameter in het
parameterselectieveld tegen een rode achtergrond weergegeven en met
een ampulsymbool aangegeven. De parameter is niet beschikbaar voor
een meting.
Geen consequentie:
Ondanks overtreding van een van de ingestelde regels voor de QC-
beoordeling is de parameter beschikbaar voor een meting.
Roche Diagnostics Februari 2015
276 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
QC-regels en consequenties
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Als QC-meetresultaten worden genegeerd kunnen er onjuiste resultaten van
patiëntenmonsters worden verkregen, hetgeen zouden kunnen leiden tot onjuiste
klinische beslissingen.
r Gevaar van persoonlijk letsel.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 277
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
QC-consequenties opheffen
QC-consequenties opheffen
Een QC-blokkering of een QC-waarschuwing kan alleen d.m.v. de knop [Info] in het
scherm Overzicht worden opgeheven.
Als op de knop [Info] wordt gedrukt, wordt het scherm "Parameterinformatie"
weergegeven.
In het scherm "Parameterinformatie" worden de parameters weergegeven, waaraan
als QC-consequentie een QC-blokkering of QC-waarschuwing is toegewezen. De
betreffende parameters worden met de betreffende materiaal/niveau-combinatie
weergegeven.
Automatische correctie
Om een QC-blokkering of een QC-waarschuwing op te heffen, moet een correcte,
binnen het bereik liggende QC-meting worden uitgevoerd, waarbij de blokkering
wordt opgeheven als een meting van hetzelfde niveau wordt uitgevoerd. Dit kan
zowel door een automatische- als een handmatige QC-meting worden gerealiseerd.
Handmatige correctie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Omdat de geaccepteerde QC-regels anders worden overtreden is een handmatige
correctie van een QC-blokkering of een QC-waarschuwing alleen toegestaan, als er
geen QC-materiaal van Roche beschikbaar is.
p Een QC-consequentie opheffen:
1
Druk op de knop [Info].
2
Selecteer de betreffende parameter en druk op [Hef QC-blok./waarsch. parameter
op].
3
Voer een QC-meting met een beschikbaar QC-materiaal uit.
q
OPMERKING
Kalibratie en/of vervangen van een Sensor Cartridge leiden niet tot een QC-blokkering.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
278 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Oplossen van QC-problemen
Oplossen van QC-problemen
Beschrijving van het actuele probleem
Na een QC-meting krijgen een of meerdere parameters de beoordeling "nOK" (QC-
waarschuwing of QC-blokkering).
De betreffende parameters en het QC-materiaal (type materiaal, niveau), die dit
probleem in de database veroorzaken, staan onder [Werkplek] > [QC-database]
weergegeven.
Het QC-probleem kan alleen worden opgelost door een correcte, binnen het bereik
liggende QC-meting uit te voeren, waarbij dezelfde materiaal/niveau-combinatie
moet worden gebruikt.
Classificatie van QC-problemen
Groep A
De oorzaak is een probleem bij het opzuigen of plaatsen van het QC-monster. In dit
geval betreft het meestal meer dan één parameter. Een probleem uit Groep A kan in
de database onder [Werkplek] > [QC-database] > (betreffende QC-meting
selecteren) > [Detail] worden vastgesteld, als er in plaats van een resultaat een
foutmelding bij de betreffende parameter wordt weergegeven.
Groep B
De oorzaak is een QC-resultaat dat buiten het controlewaardenbereik ligt. Een
probleem uit Groep B kan in de database onder [Werkplek] > [QC-database] >
(betreffende QC-meting selecteren) > [Detail] worden vastgesteld, als er een QC-
resultaat aanwezig is, maar dit buiten het controlewaardenbereik ligt of de regels van
de beoordeling overtreedt en met "nOK" is aangegeven.
Oplossen van problemen - Groep A (probleem met opzuigen of plaatsen)
p Groep A
1
Controleer of alle parameters zijn gekalibreerd.
2
Herhaal de QC-meting (met hetzelfde niveau)
Als het probleem hierdoor niet is opgelost, moet u contact opnemen met de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 279
cobas b 123 POC system 9 Kwaliteitscontrole
Oplossen van QC-problemen
Oplossen van problemen - Groep B (QC-resultaat ligt buiten het
controlewaardenbereik)
p Groep B
1
Voer een systeemkalibratie uit.
2
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
o QC-meting vond plaats na het vervangen van een Fluid Pack:
Controleer of het Fluid Pack vóór de plaatsing conform de specificaties
bewaard is geweest.
u Raadpleeg voor specifieke details over de specificaties Specificaties (p. 65), sectie
Temperatuur/luchtvochtigheid/stabiliteit (p. 100).
o Handmatige QC-meting
Controleer of de QC-ampullen vóór gebruik ten minste 24 uren bij
kamertemperatuur bewaard zijn geweest.
Als het materiaal een handmatig gedefinieerd QC-materiaal betreft, moet
worden gecontroleerd of de controlewaardenbereiken onder [Hulpmiddelen]
> [Configuratie] > [Kwaliteitscontrole] > [Definitie materiaal] > (selecteer het
betreffende materiaal) > [Bereiken] overeenkomen met de
controlewaardenbereiken in de bijsluiter.
Bij het uitvoeren van een handmatige QC-meting moet ervoor worden
gezorgd dat de tijd tussen het openen van de ampul en de QC-meting zo kort
mogelijk wordt gehouden. Verder moet ervoor worden gezorgd dat
ampuladapters worden gebruikt.
o AutoQC-meting
Als er een AutoQC-module wordt gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat
het AutoQC Pack vóór gebruik ten minste 24 uren bij kamertemperatuur of in
de AutoQC-module bewaard is geweest.
Herhaal de AutoQC-meting.
Als het probleem hierdoor niet is opgelost, moet er een handmatige QC-
meting met hetzelfde niveau worden uitgevoerd om contaminatie van de QC-
materialen door onjuist bewaren van het AutoQC Pack uit te kunnen sluiten.
3
Herhaal de QC-meting (met hetzelfde niveau)
o Als het probleem hierdoor niet is opgelost, moet het Fluid Pack worden
vervangen indien het probleem parameters van de oxymetermodule (SO
2
,
tHb, Hb-derivaten en bilirubine) betreft.
4
Herhaal de QC-meting (met hetzelfde niveau)
o Als het probleem hierdoor niet is opgelost, moet de Sensor Cartridge worden
vervangen, indien het probleem parameters van de Sensor Cartridge betreft.
5
Indien het probleem niet kan worden verholpen, moet u contact opnemen met de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
280 Handleiding · Versie 10.0
9 Kwaliteitscontrole cobas b 123 POC system
Oplossen van QC-problemen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 281
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Inhoudsopgave
Kalibratie 10
In dit hoofdstuk worden alle automatische- en door de gebruiker ingeschakelde
kalibraties beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
10
Algemene informatie over kalibraties............................................................................. 283
Kalibratieschema......................................................................................................... 283
Automatische kalibraties .................................................................................................. 284
Systeemkalibratie (Syst.kal.) ...................................................................................... 284
2 puntskalibratie (2P-kal.).......................................................................................... 285
1 puntskalibratie (1P-kal.).......................................................................................... 285
PO2-kalibratie (PO2-kal.).......................................................................................... 285
Herkalibratie (HERKAL) ........................................................................................... 285
Oxymeterkalibratie (Oxy-kal.) .................................................................................. 285
Standby-kalibratie (STDBY-kal.) .............................................................................. 286
Bewaking...................................................................................................................... 286
STDBY-beweging ........................................................................................................ 286
Wascyclus ..................................................................................................................... 286
Door gebruiker ingeschakelde kalibraties...................................................................... 287
Kalibratie voor "Gereed"............................................................................................. 287
Resultatenweergave ........................................................................................................... 288
Instellingen voor de kalibratie ......................................................................................... 290
Tijden en intervallen................................................................................................... 290
Starttijd van de systeemkalibratie bepalen ........................................................ 290
Het interval van de 2P-kalibratie wijzigen......................................................... 291
Rapport................................................................................................................... 291
Roche Diagnostics Februari 2015
282 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 283
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Algemene informatie over kalibraties
Algemene informatie over kalibraties
Kalibraties zijn noodzakelijk om de afzonderlijke meetparameters op de meting voor
te bereiden. De parameters van het cobas b 123 POC system worden gekalibreerd
door middel van drie stabiele waterige oplossingen, die zich in luchtdicht afgesloten
zakken in het Fluid Pack bevinden. Behalve omgevingslucht zijn geen andere
kalibratiemedia nodig.
Kalibraties worden automatisch op gedefinieerde tijdstippen uitgevoerd, maar ze
kunnen ook handmatig op ieder willekeurig tijdstip worden opgeroepen.
Kalibratieschema
Nadat er een nieuwe Sensor Cartridge is geplaatst, kan er in het bijzonder tijdens de
INWERK-fase enige parameterdrift optreden. Het cobas b 123 POC system kan
dergelijke drift automatisch monitoren en als dit nodig is een verkort interval voor de
2P-kalibratie en aanvullende PO
2
-kalibraties inschakelen.
Het actuele kalibratieschema kan worden bekeken in de apparaat-database en in de
status van de verbruiksmaterialen.
[Apparaat] > [Status verbruiksmaterialen] > [Sensor Cartridge]
Kalibratieschema A
Normaal kalibratie-interval afhankelijk van de instelling.
Kalibratieschema B
Het ingestelde kalibratie-interval wordt in tweeën gedeeld.
Daarnaast wordt er een standby-kalibratie uitgevoerd.
Kalibratieschema C
Het ingestelde kalibratie-interval wordt in vieren gedeeld.
Daarnaast wordt er een standby-kalibratie uitgevoerd en wordt
de postkalibratiemodus ingeschakeld.
Kalibratieschema D
Het ingestelde kalibratie-interval wordt in vieren gedeeld.
Daarnaast wordt er een standby-kalibratie uitgevoerd, wordt
de postkalibratiemodus ingeschakeld en wordt aan de PO
2
een
kalibratiealarm toegewezen.
Roche Diagnostics Februari 2015
284 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Automatische kalibraties
Automatische kalibraties
De volgende kalibraties worden door het apparaat automatisch gestart en uitgevoerd
en waarborgen, dat het cobas b 123 POC system gereed is voor het uitvoeren van
metingen.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Tijdens verschillende kalibraties is het niet mogelijk om metingen, QC-metingen of
vervangingsroutines uit te voeren.
Als een van de volgende kalibraties wordt uitgevoerd, verandert het scherm
Overzicht en wordt vervolgens een voortgangsbalk op het scherm weergegeven.
Als er een 2P-kalibratie of systeemkalibratie wordt uitgevoerd, kan deze door middel
van de knop [Annuleren] op ieder willekeurig moment worden gestopt.
Een 1P-kalibratie kan echter niet voortijdig door middel van de knop [Annuleren]
worden gestopt.
Er moet rekening worden gehouden met korte vertragingen tot het apparaat is
teruggekeerd in de modus "Gereed".
Systeemkalibratie (Syst.kal.)
q
OPMERKING
De starttijd van de systeemkalibratie kan door de gebruiker permanent worden ingesteld.
Dit wil zeggen dat deze kalibratie op een tijdstip kan worden uitgevoerd waarop het
cobas b 123 POC system niet nodig is of het aantal binnenkomende monsters van het
laboratorium/de afdeling gering is.
Deze kalibratie wordt elke 24 uren (vast interval, door gebruiker gedefinieerde
starttijd) uitgevoerd en bestaat uit:
o kalibratie van de golflengte van de polychromator (optioneel)
o kalibratie van de lamp van de oxymetermodule (optioneel)
o kalibratie van de weglengte van het cuvet (optioneel)
o 2 puntskalibratie van alle parameters
o O
2
-lucht-kalibratie
o Bepaling van actuele O
2
-waarde van de Standby-oplossing
u Raadpleeg voor instellingen de paragraaf Instellingen voor de kalibratie (p. 290).
q
OPMERKING
Nadat er een nieuwe Sensor Cartridge is geplaatst, worden de eerste systeemkalibraties in
de INWERK-fase aangeduid met "Syst.kal. INWERK".
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 285
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Automatische kalibraties
2 puntskalibratie (2P-kal.)
De 2P-kalibratie wordt elke 4, 8 of 12 uren (standaard) automatisch uitgevoerd.
Hierbij worden de meetparameters met drie oplossingen (CAL 1-, CAL 2- en
Standby-oplossing) van verschillende concentraties gekalibreerd. De 2P-kalibratie is
onderverdeeld in de volgende stappen:
o kalibratie van de weglengte van het cuvet (optioneel)
o 2 puntskalibratie van alle parameters
u Raadpleeg voor instellingen de paragraaf Instellingen voor de kalibratie (p. 290).
1 puntskalibratie (1P-kal.)
1P-kalibraties worden automatisch uitgevoerd. Het tijdsinterval tussen de 1P-
kalibraties bedraagt 60 minuten (voor BG in de VS bedraagt het vereiste 1P-
kalibratie-interval voor O
2
30 minuten). De meetparameters worden met één
oplossing (CAL 1-oplossing) gekalibreerd. De 1P-kalibratie bestaat uit de volgende
stap:
o 1 puntskalibratie van de sensorparameters
PO
2
-kalibratie (PO
2
-kal.)
Bij de PO
2
-kalibratie of de bepaling van actuele waarde wordt de PO
2
-sensor
gekalibreerd en het zuurstofgehalte van de Standby-oplossing gemeten. Tijdens de
INWERK-fase wordt de PO
2
-kalibratie als zelfstandige kalibratie weergegeven. Na
beëindiging van de INWERK-fase is de PO
2
-kalibratie onderdeel van de
systeemkalibratie.
Herkalibratie (HERKAL)
De herkalibratie is een automatische kalibratie die na iedere meting wordt
uitgevoerd. Hierbij worden de meetparameters met één oplossing (STDBY-
oplossing) gekalibreerd.
Oxymeterkalibratie (Oxy-kal.)
De kalibratie van de oxymetermodule vereist kalibratie van de golflengte van de
polychromator, kalibratie van de integratietijd en kalibratie van de weglengte van het
cuvet.
(1)
Kalibratie van de golflengte van de
polychromator
Deze kalibratie wordt in het kader van de systeemkalibratie uitgevoerd. Voor het
kalibreren van de polychromator wordt een ingebouwde neonlamp
(spectraallichtbron) samen met de kleurloze Standby-oplossing gebruikt.
Er vindt bij iedere meting een verkorte kalibratie van de golflengte van de
polychromator (1P-kalibratie) plaats.
(1) Alleen bij apparaten met COOX-module.
Roche Diagnostics Februari 2015
286 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Automatische kalibraties
Kalibratie van de integratietijd In het kader van de systeemkalibratie vindt ook een kalibratie van de integratietijd
plaats.
Kalibratie van de weglengtevan
het cuvet (Oxy WL kal.)
Deze kalibratie wordt in het kader van de 2P-kalibratie en de systeemkalibratie
uitgevoerd. Een kalibratie van de weglengte van het cuvet is noodzakelijk, omdat deze
in directe relatie met de gemeten absorptie staat. Hiervoor wordt de CAL 2-oplossing
gebruikt, die voor dit doel een kleurstof bevat.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Bij gebruik van een nieuw Fluid Pack is voor het cuvet een inwerktijd van 24 uren
nodig. Gedurende deze tijd wordt er automatisch met vooraf gedefinieerde
tijdsintervallen een kalibratie van de weglengte uitgevoerd.
Standby-kalibratie (STDBY-kal.)
Bij een wijziging van de parameterstatus wordt de Standby-kalibratie automatisch
elke 30 minuten na het einde van de laatste 1P-kalibratie uitgevoerd. Hierbij worden
de meetparameters met één oplossing (STDBY-oplossing) gekalibreerd
(1)
.
Bewaking
Bij een tijdelijke statuswijziging van PO
2
tussen twee kalibraties wordt er in de
kalibratie-database een invoer aangemaakt met de naam "Bewaking" en wordt de
parameter op "Niet gekalibreerd" ingesteld.
STDBY-beweging
Elke 20 minuten na de laatste handeling met een vloeistof (b.v. meting of kalibratie)
wordt de Standby-oplossing in de meetkamer automatisch bewogen en wordt er in de
kalibratie-database een invoer met de naam "STDBY-beweging” aangemaakt.
Wascyclus
Tijdens de INWERK-fase wordt de meetkamer ieder uur met nieuwe Standby-
oplossing gevuld en wordt in de kalibratie-database een invoer met de naam
"Wascyclus" aangemaakt.
(1) Komt overeen met 1P-kalibratie voor BG in de VS.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 287
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Door gebruiker ingeschakelde kalibraties
Door gebruiker ingeschakelde kalibraties
In het menu "Apparaat" kunt u kalibraties ook handmatig oproepen.
De volgende kalibraties kunnen handmatig worden uitgevoerd:
o Kalibratie voor "Gereed"
o 1 puntskalibratie (1P-kal.)
o 2 puntskalibratie (2P-kal.)
o Systeemkalibratie
o Oxymeterkalibratie
(1)
Om de gewenste kalibratie uit te voeren, moet u op de betreffende selectieknop
drukken.
u Raadpleeg paragraaf Automatische kalibraties (p. 284) voor meer informatie.
q
OPMERKING
Het voor de "automatische kalibraties" geplande tijdschema wordt niet beïnvloed door de
uitvoering van een "door de gebruiker ingeschakelde kalibratie".
Als er een 2P-kalibratie of systeemkalibratie wordt uitgevoerd, kan deze door middel
van de knop [Annuleren] op ieder willekeurig moment worden gestopt.
Een 1P-kalibratie kan echter niet voortijdig door middel van de knop [Annuleren]
worden gestopt.
Er moet rekening worden gehouden met korte vertragingen tot het apparaat is
teruggekeerd in de modus "Gereed".
Kalibratie voor "Gereed"
Het systeem selecteert automatisch die kalibratie, die nodig is om alle
meetparameters in de modus "Gereed" te brengen.
(1) Alleen bij apparaten met COOX-module.
Roche Diagnostics Februari 2015
288 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Resultatenweergave
Resultatenweergave
De kalibratiegegevens worden weergegeven in de database. Druk op de volgende
knoppen om de database op te roepen:
[Werkplek] > [Kalibratie-database]
Figuur 10-1 Database met de kalibratiegegevens
Er is direct een sorteeroptie beschikbaar door op de kop van de kolommen te tikken:
Datum/tijd of Type kalibratie
In de eerste kolom wordt de totale status van alle parameters van een kalibratie
samengevat. De volgende symbolen worden hiervoor gebruikt:
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste gegevens direct in
de lijst. De geselecteerde gegevens zijn gemarkeerd door een donkerblauwe
achtergrond.
De database bevat diverse functies, zoals "Zoeken" of "Detail", om de
kalibratiegegevens beter weer te geven.
Druk op de knop [Legenda] voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
functies.
p Gegevens naar USB exporteren
1
Selecteer de gegevens voor de export in de database.
Bij deze kalibratie zijn alle parameters gekalibreerd.
Bij deze kalibratie zijn een of meer parameters niet gekalibreerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 289
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Resultatenweergave
2
Druk op deze knop om de gegevens naar een USB-opslagmedium te exporteren.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
u Raadpleeg voor meer informatie Softwarefuncties (p. 305), sectie USB-gegevensexport
(p. 337).
s
p Rapport afdrukken
1
Zodra alle kalibratiegegevens in de database beschikbaar zijn, kan een rapport uit
de database worden afgedrukt.
2
Druk voor een uitdraai op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het
scherm.
u Raadpleeg sectie Rapport (p. 291) vor meer details.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
290 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Instellingen voor de kalibratie
Instellingen voor de kalibratie
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Configuratie] > [Kalibratie]
Aan de linker kant van het scherm verschijnt een menuboom om de diverse
instellingen te selecteren.
U kunt de volgende instellingen voor de kalibratie configureren:
o Tijden/intervallen
o Rapport
Tijden en intervallen
In de kalibratieplanning kunt u de starttijd voor de systeemkalibratie definiëren en
het interval voor de 2 puntskalibratie selecteren.
q
OPMERKING
De starttijd van de systeemkalibratie kan door de gebruiker permanent worden ingesteld.
Dit wil zeggen dat deze kalibratie op een tijdstip kan worden uitgevoerd waarop het
cobas b 123 POC system niet nodig is of het aantal binnenkomende monsters van het
laboratorium/de afdeling gering is.
De tijdstippen van de kalibraties worden op een tijdschaal weergegeven.
Figuur 10-2 Kalibratieplanning inclusief tijdschaal
Starttijd van de systeemkalibratie bepalen
De systeemkalibratie wordt elke 24 uren automatisch uitgevoerd.
Figuur 10-3 Wijzigen van de starttijd
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 291
cobas b 123 POC system 10 Kalibratie
Instellingen voor de kalibratie
p Knop Pen
1
Druk om een nieuwe starttijd in te voeren of een bestaande starttijd te wijzigen op
de knop Pen.
2
Er verschijnt een extra invoerveld. De starttijd kan met de pijlknoppen worden
gewijzigd.
3
Het invoerveld voor de starttijd wordt gesloten door op de knop [OK] te drukken.
s
Het interval van de 2P-kalibratie wijzigen
De 2 puntskalibratie wordt elke 4, 8 en 12 uren (standaard) automatisch uitgevoerd.
Door op een van de voor de selectie beschikbare knoppen te drukken, kunt u het
interval tussen de afzonderlijke 2 puntskalibraties vastleggen.
Figuur 10-4 Wijziging van het 2P-kalibratie-interval
Het ingeschakelde interval is gemarkeeerd door een donkerblauwe achtergrond.
Uitgaande van de starttijd van de systeemkalibratie wordt in dit interval een
automatische 2 puntskalibratie uitgevoerd.
Rapport
Door middel van deze functie is de volgende optie beschikbaar:
q
OPMERKING
Het kan voorkomen dat, ofschoon automatisch rapport is ingeschakeld, er geen
kalibratieresultaat wordt afgedrukt. Controleer in dit geval of de interne printer is
ingeschakeld.
u Raadpleeg voor meer informatie de sectie Printer (p. 328).
Automatisch rapport
inschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, worden de
kalibratierapporten automatisch door de printer
afgedrukt.
Roche Diagnostics Februari 2015
292 Handleiding · Versie 10.0
10 Kalibratie cobas b 123 POC system
Instellingen voor de kalibratie
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 293
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
Inhoudsopgave
Controle voor verificatie van de kalibratie 11
In dit hoofdstuk wordt de AutoCVC-werkstroom beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
11
Algemene informatie ........................................................................................................ 295
AutoCVC Pack plaatsen ................................................................................................... 296
Handmatige AutoCVC-meting ....................................................................................... 299
CVC-database .................................................................................................................... 301
Configuratie van het analytische meetbereik (AMB)................................................... 303
Roche Diagnostics Februari 2015
294 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 295
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
Algemene informatie
Algemene informatie
Verificatie van de kalibratie (CVC) is het testen van materialen met een bekende
concentratie om te waarborgen dat met het apparaat over het gehele ingestelde
meetbereik van te rapporteren numerieke resultaten nauwkeurige waarden worden
verkregen.
Om te voldoen aan CLIA-88-voorschriften onder 42CFR493.1255(b)(3) moet deze
CVC ten minste eens in de 6 maanden of vaker worden uitgevoerd, als het volgende
plaatsvindt:
o Fluid Pack en/of Sensor Cartridge worden vervangen door nieuwe
charge(lot)nummers, tenzij het laboratorium kan aantonen dat het wijzigen van
de charge(lot)nummers van het reagens geen invloed heeft op het voor
rapportage van de testresultaten van patiëntenmonsters gebruikte bereik en dat
controlewaarden niet negatief worden beïnvloed door wijzigingen van het
charge(lot)nummer van het reagens,
o er is groot preventief onderhoud gepleegd of er zijn belangrijke onderdelen
vervangen die de prestaties van het apparaat kunnen beïnvloeden,
o er heeft een depot-reparatie plaatsgevonden,
o controlematerialen laten een ongebruikelijke trend of verschuiving zien of liggen
buiten de gespecificeerde bereiken.
Roche Diagnostics Februari 2015
296 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
AutoCVC Pack plaatsen
AutoCVC Pack plaatsen
q
OPMERKING
Het AutoCVC Pack moet ten minste 24 uren vóór gebruik bij kamertemperatuur worden
bewaard.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Bewaar cobas b 123 AutoCVC Packs altijd rechtop.
Druk in het menu "Werkplek" op de volgende knop voor het plaatsen van het
AutoCVC Pack:
[AutoQC Pack wisselen]
p Volg de aanwijzingen op het scherm op.
1
Het apparaat bereidt automatisch de procedure voor het wisselen van het
AutoQC Pack voor. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
De deur aan de voorzijde wordt ontgrendeld en moet binnen 30 seconden worden
geopend.
u Raadpleeg de sectie De deur aan de voorzijde ontgrendelen (p. 365) voor details.
2
Open de deur aan de voorzijde.
3
Verwijder het AutoQC Pack.
Figuur 11-1 Verwijdering van het AutoQC Pack
q
OPMERKING
Gooi het AutoQC Pack weg conform de lokale voorschriften.
Bij het verwijderen van het AutoQC Pack kunnen er splinters van aangebroken ampullen uit
het AutoQC Pack komen. Er bestaat gevaar voor letsel. Om direct contact met biologische
stoffen te voorkomen, dient een geschikte beschermende uitrusting te worden gedragen. Een
geschikte beschermde uitrusting omvat laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en maskers. Bovendien is een veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van
spatten bestaat. Daarnaast moeten geschikte ontsmettingsprocedures worden toegepast. Gooi
het AutoQC Pack conform de lokaal geldende bepalingen en voorschriften weg. Voorzichtig!:
gevaar voor morsen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 297
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
AutoCVC Pack plaatsen
4
Plaats het AutoCVC Pack.
Figuur 11-2 Plaatsen van het AutoQC Pack
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als u vermoedt dat een nieuw AutoCVC Pack beschadigd is, mag u het defecte
AutoCVC Pack in geen geval in het apparaat plaatsen. Gebruik van een beschadigd
AutoCVC Pack kan de AutoQC-module onherstelbaar beschadigen.
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch geïmporteerd.
Als de AutoCVC Pack-chip is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldig AutoCVC Pack is geplaatst, verschijnt er een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
u Raadpleeg Oplossen van problemen (p. 369) voor een nauwkeurige beschrijving.
5
Sluit de deur aan de voorzijde. Het AutoCVC-materiaal is geplaatst en in plaats
van de AutoQC Pack-informatie verschijnt de tekst "AutoCVC" op het scherm.
u Zie Figuur 11-3 AutoCVC (p. 298).
Roche Diagnostics Februari 2015
298 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
AutoCVC Pack plaatsen
Figuur 11-3 AutoCVC
s
A AutoCVC
A
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 299
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
Handmatige AutoCVC-meting
Handmatige AutoCVC-meting
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[Verificatie kalibratie]
Figuur 11-4 Menu Werkplek - AutoCVC
Het volgende scherm verschijnt:
Figuur 11-5 Handmatige AutoCVC-meting
De CVC-meting wordt gestart door op het gewenste niveau te drukken, b.v. de knop
[Niveau 1], [Niveau 2] en [Niveau 6].
In de tabel worden alle uitgevoerde CVC-metingen en het resterende aantal ampullen
weergegeven.
q
OPMERKING
De functie [Start AutoCVC] zal in een toekomstige softwareversie beschikbaar worden
gesteld.
Zodra de CVC-meetprocedure is voltooid, worden de resultaten automatisch op het
scherm "Resultaat" weergegeven. Afhankelijk van de definitie van de weergave
verschijnen de resultaten in een lijst op het scherm.
A Knop "Verificatie kalibratie"
A
Roche Diagnostics Februari 2015
300 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
Handmatige AutoCVC-meting
Figuur 11-6 Het scherm Resultaten
Afhankelijk van de status worden de CVC-resultaten weergegeven met een
aanvullende tekst:
CVC-resultaten handmatig
bevestigen
Druk op de knop [Accepteren] om de CVC-resultaten handmatig te bevestigen.
CVC-resultaten handmatig
afkeuren
Om de CVC-resultaten niet te bevestigen, drukt u op de knop [Afkeuren].
q
OPMERKING
Als er niet op de knop [Accepteren] en ook niet op de knop [Afkeuren] is gedrukt, wordt
de CVC-meting na de time-out geaccepteerd. Als verplichte invoeren ontbreken, wordt
CVC-meting afgekeurd.
OK
CVC-resultaten liggen binnen het controlewaardenbereik
nOK
CVC-resultaten liggen buiten het controlewaardenbereik (de betreffende
regels hebben een rode achtergrond)
De CVC-resultaten worden handmatig bevestigd en opgeslagen.
CVC-resultaten worden niet bevestigd en niet in de database
opgeslagen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 301
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
CVC-database
CVC-database
Druk op de volgende knoppen om de database op te roepen:
[Werkplek] > [QC-database]
Figuur 11-7 Database met QC-resultaten
Er is direct een sorteeroptie beschikbaar door op de kop van de kolommen te tikken:
Starttijd, QC-type, Niveau of Lot.
In de eerste kolom wordt de totale status van alle parameters van een CVC-meting
samengevat. De volgende symbolen worden hiervoor gebruikt:
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste gegevens direct in
de lijst. De geselecteerde gegevens zijn gemarkeerd door een donkerblauwe
achtergrond.
De database bevat diverse functies zoals "Zoeken" of "Detail" om de CVC-resultaten
beter weer te geven.
Druk op de knop [Legenda] voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
functies.
p Gegevens naar USB exporteren
1
Selecteer de gegevens voor de export in de database.
Voor deze CVC-meting voldoen alle parameters aan de
controlewaardenbereiken.
Voor deze CVC-meting voldeden een of meer parameters niet aan de
controlewaardenbereiken.
Roche Diagnostics Februari 2015
302 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
CVC-database
2
Druk op deze knop om de gegevens naar een USB-opslagmedium te exporteren.
3
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
Figuur 11-8 USB-opslagmedium
4
Druk op de knop [Start] om de gegevensoverdracht te starten.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevenstransfer wordt afgebroken.
5
Trek na voltooiing van de gegevensoverdracht het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
u Raadpleeg voor meer informatie Softwarefuncties (p. 305), sectie USB-gegevensexport
(p. 337).
s
p Afdrukken uit de database
1
Selecteer de gewenste gegevens in de lijst.
2
Druk op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het scherm om de
afdrukprocedure te starten.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 303
cobas b 123 POC system 11 Controle voor verificatie van de kalibratie
Configuratie van het analytische meetbereik (AMB)
Configuratie van het analytische meetbereik (AMB)
Als de CVC-meting is voltooid en de resultaten zijn beoordeeld, kan het nodig zijn
om het analytische meetbereik (AMB) op basis van de resultaten van de CVC-meting
aan te passen.
Deze aanpassing kan worden uitgevoerd conform de berekening van de klant en
conform lokale voorschriften.
Druk op de volgende knoppen:
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Meting] > [Parameter] > [AMB]
Figuur 11-9 AMB
p Instellen van het AMB
1
Druk op de knop [Nieuw].
Figuur 11-10 Instellen van het AMB
2
Gebruik de pijlknoppen om de gewenste parameter te kiezen die moet worden
aangepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
304 Handleiding · Versie 10.0
11 Controle voor verificatie van de kalibratie cobas b 123 POC system
Configuratie van het analytische meetbereik (AMB)
3
Druk om de ondergrens te bewerken op de knop Pen.
Figuur 11-11 Waarden bewerken
4
Voer de nieuwe waarde in.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r De nieuwe waarde moet binnen het door Roche opgegeven meetbereik liggen.
5
Druk op de knop [OK] om de wijzigingen op te slaan.
6
Herhaal de procedure voor de bovengrens en voor aanvullende parameters.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 305
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Inhoudsopgave
Softwarefuncties 12
In dit hoofdstuk worden de afzonderlijke softwarefuncties beschreven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
12
Menu "Overzicht" .............................................................................................................. 307
Menu "Werkplek"............................................................................................................... 308
Database ....................................................................................................................... 308
Functies .................................................................................................................. 309
Afdrukken.............................................................................................................. 311
Menu "Apparaat" ............................................................................................................... 312
Status apparaat............................................................................................................. 312
Status verbruiksmaterialen ........................................................................................ 312
Status parameter.......................................................................................................... 312
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik ..................................................... 313
Ontsmetten van de touchscreen................................................................................ 313
Menu "Hulpmiddelen"...................................................................................................... 314
Configuratie ....................................................................................................................... 315
De instellingen opslaan .............................................................................................. 315
Systeem ............................................................................................................................... 316
Datum/tijd.................................................................................................................... 316
Taal................................................................................................................................ 319
Connectiviteit .............................................................................................................. 319
Netwerk.................................................................................................................. 320
ASTM ..................................................................................................................... 321
POCT1-A............................................................................................................... 322
cobas e-support ..................................................................................................... 323
Aanvragen.............................................................................................................. 323
Protocollen............................................................................................................. 324
Parameter............................................................................................................... 324
Apparaat ....................................................................................................................... 325
Volume ................................................................................................................... 325
Informatie .............................................................................................................. 326
Roche Diagnostics Februari 2015
306 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Time-outs............................................................................................................... 327
Printer..................................................................................................................... 328
Export/Import ............................................................................................................. 328
Gebruikers.......................................................................................................................... 330
Beveiliging.......................................................................................................................... 333
Software-update................................................................................................................. 335
Taalupdate .......................................................................................................................... 336
USB-gegevensoverdracht.................................................................................................. 337
USB-gegevensexport................................................................................................... 337
Configuratie exporteren/importeren ....................................................................... 338
Apparaatgegevens exporteren ................................................................................... 339
Rapport Oplossen problemen exporteren ............................................................... 339
Logbestanden exporteren........................................................................................... 339
Servicefuncties................................................................................................................... 341
Apparaat ....................................................................................................................... 341
Module voor sturing van vloeistofstromen (FCM) ................................................ 341
Meetkamermodule (MCM)....................................................................................... 341
Oxymetermodule ........................................................................................................ 342
AutoQC-module ......................................................................................................... 342
Hulpmiddelen.............................................................................................................. 342
Audit trail ........................................................................................................................... 343
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 307
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Menu "Overzicht"
Menu "Overzicht"
Alle gegevens (resultaten, bedieningsinstructies, alarmen, waarschuwingen, enz.)
worden in dit scherm weergegeven. De metingen worden eveneens in dit menu
gestart.
Figuur 12-1 Menu "Overzicht"
A Statusbereik H Weergave van de status van de
verbruiksmaterialen
B Menu I Inloggen (aanmelden)
C Volgende kalibratie J Annuleren
D Volgende AutoQC-meting K Afdrukken
E Parameterselectieveld L Info
F Meting starten M Legenda
G Alarmbereik en alarmknop N Online-help
G
F
E
D
C
B
A
H
I
J
K
N
M
L
Roche Diagnostics Februari 2015
308 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Menu "Werkplek"
Menu "Werkplek"
In dit menu kunnen de afzonderlijke vervangingsroutines, handmatige QC-metingen
en de afzonderlijke databases worden opgeroepen.
Figuur 12-2 Menu Werkplek
Database
Alle resultaten van metingen, kalibraties en kwaliteitscontroleprocedures alsmede de
gegevens van de laatste 90 dagen van de apparaat-database worden in de betreffende
databases opgeslagen, waaruit ze op ieder willekeurig moment kunnen worden
weergegeven en worden afgedrukt.
De volgende databases zijn in het menu "Werkplek" beschikbaar:
o Metingen database
o Kalibratie database
o QC database
o Apparaat-database
A Metingen database F Sensor Cartridge wisselen
B Kalibratie-database G AutoQC Pack wisselen
C QC-database H Printerpapier vervangen
D Apparaat-database I QC-meting
E Fluid Pack wisselen J Verificatie kalibratie
D
C
B
A
J
I
F
E
G
H
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 309
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Menu "Werkplek"
Figuur 12-3 Kalibratie database
Er is direct een sorteeroptie beschikbaar door op de kop van sommige kolommen
(b.v. Datum/tijd) te tikken.
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste gegevens direct in
de lijst. De geselecteerde gegevens zijn gemarkeerd door een donkerblauwe
achtergrond.
De database bevat diverse functies, zoals "Zoeken" of "Detail", om de gegevens beter
weer te geven.
Druk op de knop [Legenda] voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
functies.
Functies
Zoeken Met behulp van de zoekfunctie kan worden gezocht naar de volgende in de database
ingevoerde gegevens:
o Patiënten-ID o Achternaam
o Monster-ID o Vo or naam
o Order-ID o Geboortedatum
o Gebruikers-ID o Starttijd/Eindtijd
Roche Diagnostics Februari 2015
310 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Menu "Werkplek"
Figuur 12-4 Zoeken
p Zoekprocedure starten
1
Voer met behulp van de knop Pen een of meerdere zoekcriteria in.
2
Door op de knop [Zoeken] te drukken, wordt het zoeken gestart.
q
OPMERKING
Door op de knop [Zoekcriteria wissen] te drukken, worden alle in het zoekscherm
ingevoerde zoekcriteria gewist.
3
Als het zoeken sussesvol was, worden alleen die bestanden op het scherm
weergegeven die aan de zoekcriteria voldoen.
Detail:
Deze functie geeft alle gemeten- en berekende waarden van een geselecteerde
gegevensinvoer weer. Invoergegevens en patiëntengegevens kunnen hier worden
bewerkt.
Eén markeren:
Na inschakeling van deze functie kunnen meerdere gegevensinvoeren
tegelijkertijd worden gemarkeerd.
Alles markeren:
U kunt deze functie gebruiken om, b.v. na het uitvoeren van een zoekopdracht,
alle gegevensinvoeren te selecteren en eventueel te exporteren.
Levey-Jennings-diagram maken:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 311
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Menu "Werkplek"
Deze functie is alleen beschikbaar in de weergave Detail van een QC- of AutoQC-
meting.
u Raadpleeg Kwaliteitscontrole (p. 241), paragraaf Instellingen voor de kwaliteitscontrole
(p. 263) voor meer informatie.
Gegevens verzenden:
Door middel van deze functie kunnen geselecteerde gegevens opnieuw naar een
aangesloten IT-systeem worden verzonden.
u Raadpleeg sectie ASTM (p. 321) en sectie POCT1-A (p. 322) voor meer informatie.
Gegevens exporteren
u Raadpleeg sectie USB-gegevensexport (p. 337) voor meer informatie.
s
Afdrukken
p Afdrukken uit de database
1
Selecteer de gewenste gegevens in de lijst.
2
Druk op de knop Afdrukken aan de rechter kant van het scherm om de
afdrukprocedure te starten.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
312 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Menu "Apparaat"
Menu "Apparaat"
Alle het apparaat betreffende gegevens (b.v. weergave van de status) worden hier
weergegeven. Het is in dit menu ook mogelijk om handmatig kalibraties te starten en
diverse onderhoudswerkzaamheden op te vragen.
Figuur 12-5 Menu Apparaat
Status apparaat
De status van het apparaat geeft de versie van het apparaat, het serienummer en de
betreffende status van de module aan. Verder worden hier ook netwerk- en software-
informatie en de tellers van het aantal monsters weergegeven.
Status verbruiksmaterialen
Deze functie geeft de actuele status van de afzonderlijke verbruiksmaterialen aan.
u Raadpleeg voor meer informatie Onderdelen van het systeem (p. 135), sectie Weergave
van de status van de verbruiksmaterialen (p. 142).
Status parameter
Deze functie geeft de actuele status van de meetparameters aan.
A Kalibratie voor "Gereed" F Status apparaat
B 1 puntskalibratie G Status verbruiksmaterialen
C 2 puntskalibratie H Status parameter
D Systeemkalibratie I Ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik
E Oxymeterkalibratie J Ontsmetten van de touchscreen
D
C
B
A I
G
F
H
E
J
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 313
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Menu "Apparaat"
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
Deze functie maakt het mogelijk om het verbruiksmaterialenbereik te ontsmetten
(1)
.
u Raadpleeg voor details Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347), sectie Ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik (p. 352).
Ontsmetten van de touchscreen
Deze functie maakt het mogelijk om de touchscreen te ontsmetten door de
aanraakgevoelige laag van het beeldscherm gedurende korte tijd uit te schakelen.
u Raadpleeg voor details Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347), sectie Ontsmetten van het
beeldscherm van het apparaat (p. 350).
(1) Is pas op een later tijdstip na de introductie van het cobas b 123 POC system beschikbaar.
Roche Diagnostics Februari 2015
314 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Menu "Hulpmiddelen"
Menu "Hulpmiddelen"
In dit menu zijn behalve de hulpmiddelen (Routine voor oplossen van problemen,
Software-update, enz.) ook de functies voor de inbedrijfstelling en de
buitenbedrijfstelling te vinden. In dit menu kunnen eveneens diverse instellingen
worden geconfigureerd.
Figuur 12-6 Menu Hulpmiddelen
A Inbedrijfstelling F Sensor Cartridge bevochtigingsroutine
B Buitenbedrijfstelling G Sensor Cartridge interne
bevochtigingsroutine
C Uitzetten H Configuratie
D Software-update I Export/Import
E Taalupdate
C
B
A
I
H
E
D
F
G
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 315
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Configuratie
Configuratie
In dit menu kunt u de volgende instellingen configureren:
o Meting
o Kwaliteitscontrole
o Kalibratie
o Systeem
o Gebruikers
o Beveiliging
q
OPMERKING
Voor toelichtingen en aanwijzingen voor de instellingen voor meting, kalibratie en
kwaliteitscontrole wordt verwezen naar de desbetreffende hoofdstukken van deze
handleiding.
u Raadpleeg Meting (p. 191), paragraaf Instellingen voor de meting (p. 224),
Kwaliteitscontrole (p. 241), paragraaf Instellingen voor de kwaliteitscontrole (p. 263) en
Kalibratie (p. 281) paragraaf Instellingen voor de kalibratie (p. 290) voor meer informatie.
Aan de linker kant van het scherm verschijnt een menuboom om de diverse
instellingen te selecteren.
Selecteer het gegeven met de pijlknoppen of selecteer de gewenste instellingsfunctie
direct in de lijst.
De instellingen opslaan
Als er op de knop [Sluiten] is gedrukt, verschijnt er een extra meldingenvenster met
de aanwijzing om de wijzigingen van de instellingen te bevestigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
OK
De wijzigingen worden opgeslagen.
Verwerpen
De vorige instellingen worden weer teruggezet.
Annuleren
Ga terug naar de vorige instellingen om aanvullende wijzigingen
in te voeren.
Roche Diagnostics Februari 2015
316 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
Systeem
In dit menu kunt u de volgende instellingen configureren:
o Datum/tijd
o Taal
o Connectiviteit
o Apparaat
o Export/Import
Datum/tijd
In dit bereik kunt u de datum, de tijd en de weergave in het scherm definiëren.
Figuur 12-7 Datum en tijd instellen
p Instellen van de tijd
1
Druk om de tijd in te voeren op de knop Pen. Er verschijnt een extra invoerveld.
2
De tijd kan met de pijlknoppen worden gewijzigd.
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
s
p Instellen van de tijdweergave
1
Druk om de tijdweergave in te stellen op de knop Pen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 317
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
2
Er verschijnt een selectielijst op het scherm. Selecteer de betreffende tijdweergave.
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
Figuur 12-8 Instellen van de tijdweergave
s
p Instellen van de datum
1
Druk om de datum in te voeren op de knop Pen. Er verschijnt een extra
invoerveld.
2
De maand en het jaar kunnen met de pijlknoppen worden gewijzigd. Selecteer de
gewenste dag direct in de kalender.
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
s
p Invoeren van de datumweergave
1
Druk om de datumweergave in te stellen op de knop Pen.
2
Er verschijnt een selectielijst op het scherm. Selecteer de betreffende
datumweergave.
Roche Diagnostics Februari 2015
318 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
Figuur 12-9 Invoeren van de datumweergave
s
p De regio en de tijdzone definiëren
1
Druk om de gewenste tijdzone in te voeren op de knop Pen.
2
Er verschijnt een selectielijst op het scherm. Selecteer de betreffende regio en
tijdzone.
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
Figuur 12-10 Selecteren van de regio en de tijdzone
q
OPMERKING
Het apparaat moet na iedere wijziging van de tijdzone opnieuw worden gestart. Druk
op de knop [OK] om de procedure te starten.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 319
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
Taal
In dit bereik kunt u de taal definiëren waarmee het apparaat moet werken. De
beeldschermteksten, uitdraaien en Online-help (voor zover beschikbaar) worden in
deze taal weergegeven.
Figuur 12-11 Taal instellen
p Instellen van de taal
1
Selecteer de gewenste taal direct in de lijst.
2
Als er op de knop [Sluiten] is gedrukt, verschijnt er een extra meldingenvenster
met de aanwijzing om de wijzigingen van de instellingen te bevestigen.
s
Connectiviteit
In dit bereik kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd:
o Netwerk
o ASTM
o POCT1-A
o cobas e-support
o Aanvragen
o Protocollen
o Parameter
Roche Diagnostics Februari 2015
320 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
Netwerk
Door middel van deze functie kunnen de gewenste netwerkinstellingen worden
geconfigureerd.
Figuur 12-12 Configuratie van een netwerk
p De instellingen voor een netwerkverbinding handmatig configureren
1
Selecteer in het bereik "IP-adres" de optie [Handmatig].
2
Druk voor het invoeren van het gewenste IP-adres, Subnet mask en Gateway op
de knop Pen.
3
Voor elk van de invoeren wordt een extra invoervenster geopend. Voer de
vereiste gegevens in.
4
Bevestig de invoer met de knop [OK].
s
p Automatisch verkrijgen van de instellingen voor een netwerkverbinding
1
Selecteer in het bereik "IP-adres" de optie [DHCP].
2
Het IP-adres, Subnet mask en Gateway worden automatisch via het netwerk
toegewezen.
s
p De instellingen voor DNS handmatig configureren
1
Selecteer in het bereik "DNS" de optie [Handmatig].
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 321
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
2
Druk voor het invoeren van de gewenste DNS-servers 1 & 2 op de knop Pen.
3
Voor elk van de invoeren wordt een extra invoervenster geopend. Voer de
vereiste gegevens in.
4
Bevestig de invoer met de knop [OK].
s
p Automatisch verkrijgen van de instellingen voor DNS
1
Selecteer in het bereik "DNS" de optie [Automatisch].
2
De gegevens worden automatisch via het netwerk toegewezen.
s
ASTM
Door middel van deze functie kunnen de gegevens van uitgevoerde metingen worden
overgedragen.
Figuur 12-13 Configuratie van ASTM
p De instellingen voor ASTM configureren
1
Selecteer voor een verbinding met de ASTM-host de optie [Ingeschakeld].
q
OPMERKING
Selecteer in het bereik "Beveiliging" de optie "SSLv3/TLSv1" om een gecodeerd
overdrachtsprotocol over te brengen.
Roche Diagnostics Februari 2015
322 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
2
Druk voor het invoeren van het gewenste IP-adres en van de poort op de knop
Pen.
3
Voor elk van de invoeren wordt een extra invoervenster geopend. Voer de
vereiste gegevens in.
4
Bevestig de invoer met de knop [OK].
s
POCT1-A
Door middel van deze functie kunnen rapporten worden overgedragen.
Figuur 12-14 Configuratie van POCT1-A
p De instellingen voor POCT1-A configureren
1
Selecteer voor een verbinding met de POCT1-A-host de optie [Ingeschakeld].
q
OPMERKING
Selecteer in het bereik "Beveiliging" de optie "SSLv3/TLSv1" om een gecodeerd
overdrachtsprotocol over te brengen. Activeer "Keepalive" - dit is een bericht dat door
het apparaat naar het LIS wordt gezonden om te controleren of de verbinding tussen
de twee werkt of om te voorkomen dat deze verbinding wordt verbroken.
2
Druk voor het invoeren van het gewenste IP-adres en van de poort op de knop
Pen.
3
Voor elk van de invoeren wordt een extra invoervenster geopend. Voer de
vereiste gegevens in.
4
Bevestig de invoer met de knop [OK].
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 323
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
cobas e-support
Met behulp van deze functie kunnen de volgende gegevens tussen het
cobas b 123 POC system en cobas e-support worden overgedragen:
o Logbestanden
o Taalbestanden
o Rapport Oplossen problemen
o Software
o Configuratiegegevens
p cobas e-support inschakelen
1
Selecteer de optie [Ingeschakeld] om een verbinding met cobas e-support in te
schakelen.
s
Aanvragen
Figuur 12-15 Configuratie van Aanvragen
Door middel van deze functie kan het gewenste systeem worden geselecteerd,
waarmee in geval van een aanvraag de patiëntengegevens naar het
cobas b 123 POC system moet worden overgedragen.
Voor een aanvraag van patiëntengegevens kunnen de invoerparameters "Patiënten-
ID" of "Monster-ID" van het cobas b 123 POC system naar het
laboratoriuminformatiesysteem (LIS) worden overgedragen en door dit systeem als
referentie worden gebruikt.
u Raadpleeg voor de instelling van de gewenste invoergegevens Meting (p. 191), sectie
Invoergegevens (p. 230).
Vervolgens brengt het labororiuminformatiesysteem (LIS) de patiëntengegevens over
naar het cobas b 123 POC system.
q
OPMERKING
Om een aanvraag te kunnen starten, moet in de netwerkinstellingen ofwel ASTM of
POCT1-A ingeschakeld zijn.
Roche Diagnostics Februari 2015
324 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
Protocollen
Als het beheer door de gebruiker op afstand wordt ingeschakeld, wordt de
configuratie van gebruikers op het apparaat uitgeschakeld.
Druk om het beheer door de gebruiker op afstand uit te schakelen op de knop
[Beheer op afstand].
q
OPMERKING
Als het beheer door de gebruiker op afstand op het cobas b 123 POC system is
ingeschakeld, kunnen de instellingen van de configuratie van de gebruikers alleen via de
Roche IT-oplossingen (cobas IT 1000-, cobas bge link-software) worden gewijzigd.
Parameter
Door middel van deze functie kunnen de gemeten-, berekende- en ingevoerde
gegevens worden geselecteerd, die via ASTM en POCT1-A worden verstuurd.
Figuur 12-16 Configuratie van Parameter
In de kolom "Beschikbare gegevens" zijn alle gedefinieerde gegevens weergegeven.
p Gegeven selecteren
1
Selecteer het gewenste gegeven in de lijst.
2
Verplaats met behulp van de twee pijlknoppen in het midden het gemarkeerde
gegeven naar het bereik "Geselecteerde gegevens".
3
Druk voor de selectie van alle gegevens in de lijst in het midden op de twee
knoppen met dubbele pijl.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 325
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
4
Door op de knop [Sluiten] te drukken, zijn de geselecteerde gegevens beschikbaar.
Door middel van deze functie kunnen de geselecteerde gegevens van ASTM naar
POCT1-A en omgekeerd worden gekopieerd.
s
Apparaat
In dit bereik kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd:
o Volu me
o Informatie
o Time-outs
o Printer
Volume
Door middel van deze functie kunt u zowel akoestische signalen inschakelen of
uitschakelen als het volume van de akoestische signalen aanpassen.
Figuur 12-17 Configuratie van Volume
p Instellen van het volume
1
Stel met de beide pijlknoppen het volume voor elk signaaltype in.
De volgende instellingen van het volume zijn mogelijk:
s
UIT
Signaal is uitgeschakeld.
1, 2, 3, 4
Het signaal wordt bij ieder hoger cijfer harder.
max.
Max. volume
Roche Diagnostics Februari 2015
326 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
p Akoestische signalen instellen
1
Selecteer het gewenste signaaltype door hierop te klikken.
2
Het geselecteerde signaaltype wordt tegen een donkerblauwe achtergrond
weergegeven en wordt aangegeven door een vinkje.
3
Door op de knop [Test] te drukken, kunt u het geselecteerde signaaltype en het
volume testen.
De volgende signaaltypes zijn mogelijk:
o Toetstoon
o Informatiesignaal
o Alarmsignaal 1
o Alarmsignaal 2
s
p Akoestische signalen verwijderen
1
Verwijder het signaaltype door hier opnieuw op te klikken.
s
Informatie
In het bereik [Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Systeem] > [Apparaat] >
[Informatie] kunt u aan het cobas b 123 POC system een willekeurige
apparaatidentificatie toewijzen en informatie die betrekking heeft op het ziekenhuis
(b.v. de naam) invoeren.
Druk om de gewenste gegevens in te voeren op de knop Pen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 327
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
Time-outs
Door middel van deze functie kan een wachttijd ("time-out") voor de volgende acties
worden gedefinieerd.
Figuur 12-18 Configuratie van Time-out
p Bewerken van de time-out
1
Selecteer de gewenste actie in de lijst.
2
Druk om de time-out te wijzigen op de knop [Bewerken].
3
Er verschijnt een extra invoerveld. De time-out kan met de pijlknoppen worden
gewijzigd.
4
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
s
p Gewijzigde time-outs resetten
1
Selecteer de betreffende actie in de lijst.
2
Druk op de toets [Standaard].
De timeout van de desbetreffende actie wordt teruggezet naar de basisinstelling
van het apparaat.
s
Automatisch uitloggen
Als het apparaat niet wordt gebruikt, wordt de aangemelde
(ingelogde) gebruiker (wachtwoord) automatisch na de
ingevoerde tijd afgemeld (uitgelogd).
Algemeen terug naar
Gereed
Uit alle menu's terugkeren naar het scherm "Gereed“ in het menu
"Overzicht“.
Servicebereik verlaten
Uit het beveiligde servicebereik terugkeren naar het scherm
"Gereed" in het menu "Overzicht".
Voor toegang tot het servicebereik is aanmelding met een
wachtwoord vereist.
Meting - terug naar
Gereed
Terugkeren naar het scherm "Gereed" in het menu "Overzicht".
Roche Diagnostics Februari 2015
328 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Systeem
Printer
Door middel van deze functie kan het afdrukken met de interne printer worden
uitgeschakeld/ingeschakeld.
Figuur 12-19 Configuratie van de printer
Export/Import
Door middel van deze functie kunnen de voor de export van CSV-documenten (CSV
= comma separated values) te gebruiken begrenzings- en scheidingstekens worden
gedefinieerd. Hierdoor is het later gemakkelijker om CSV-documenten in een
gegevensverwerkend programma te importeren.
p Druk voor de instelling van het decimaalscheidingsteken en het
begrenzingsteken op de volgende knoppen:
1
Selecteer het gewenste begrenzings- en scheidingsteken met de twee pijlknoppen.
[Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Systeem] > [Export/Import] > [CSV export]
De volgende begrenzingstekens zijn mogelijk:
o Komma
o Puntkomma
o Spatie
o Tab
De volgende decimaaltekens zijn mogelijk:
o Komma
o Punt
Voorbeeld:
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 329
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Systeem
Figuur 12-20 CSV-export
s
A Begrenzingsteken: puntkomma B Decimaalteken: punt
B
A
Roche Diagnostics Februari 2015
330 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Gebruikers
Gebruikers
Gebruikers aanmaken, wijzigen &
wissen
Door middel van deze functie kunt u de verschillende gebruikers, die het apparaat
mogen bedienen, aanmaken.
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knoppen:
[Configuratie] > [Gebruikers]
De volgende gebruikersprofielen zijn mogelijk:
o Gebruiker in opleiding
o Normale gebruiker
o Vertrouwde gebruiker
o Servicegebruiker
o Hoofdgebruiker
o Supervisor
Supervisor Hoofdgebruike
r
Servicegebruik
er
Vertrouwde
gebruiker
Normale
gebruiker
Gebruiker in
opleiding
Meting
++++++
QC-meting
++++++
Ringonderzoektest
++++--
Kalibratie
+++---
Kalibratie voor "Gereed"
++++++
Verbruiksmaterialen wisselen
++++++
QC-blokkering opheffen
++++--
Meetresultaten bekijken
++++++
Meetresultaten bewerken
++- ---
QC-resultaten bekijken
++++++
QC-resultaten bewerken
++- ---
Kalibratie bekijken
+++---
Apparaatgegevens bekijken
+++---
Audit trail bekijken
+++---
Ontsmetten van de
touchscreen
++++++
Inbedrijfstelling &
buitenbedrijfstelling
+++---
Uitzetten
++++++
Software-update
+++---
Configuratie
+++---
Configuratie van
beveiligingsniveaus en
gebruikersprofielen
+ - - ---
Servicebereik voor gebruikers
+++---
Configuraties Export/Import
+ - - ---
Export CSV
+++---
Oplossen van problemen
++++++
Blokkering op afstand
+++---
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 331
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Gebruikers
p Een gebruiker aanmaken
1
Als op de knop [Nieuw] wordt gedrukt, wordt er een extra venster geopend.
2
Druk om de gegevens in te voeren op de knop Pen.
3
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
s
p Een gebruiker bewerken
1
Selecteer de betreffende gebruiker in de lijst.
2
Als op de knop [Bewerken] wordt gedrukt, wordt er een extra venster geopend.
3
Druk om de instellingen te wijzigen op de knop Pen.
4
Door op de knop [OK] te drukken, worden de instellingen geaccepteerd.
s
p Een gebruiker wissen
1
Selecteer de betreffende gebruiker in de lijst.
2
Als op de knop [Wissen] wordt gedrukt, wordt de gebruiker uit de lijst
verwijderd.
s
p Naar een gebruiker zoeken
1
Voer met behulp van de knop Pen een of meerdere zoekcriteria in.
2
Door op de knop [Zoeken] te drukken, wordt het zoeken gestart.
Knop [Verzenden]
++- ---
Knop [Annuleren]
++++++
QC-materiaal instellen
++++--
+ Deze functie kan door de gebruiker van dit profiel worden gebruikt.
- Deze functie is voor de gebruiker van dit profiel uitgeschakeld.
Tabel 12-1 Tabel bevoegdheden gebruikers
Roche Diagnostics Februari 2015
332 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Gebruikers
3
Als het zoeken sussesvol was, worden alleen die bestanden op het scherm
weergegeven die aan de zoekcriteria voldoen.
q
OPMERKING
Door op de knop [Zoekcriteria wissen] te drukken, worden alle in het zoekscherm
ingevoerde zoekcriteria gewist.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 333
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Beveiliging
Beveiliging
Door middel van deze functie kunnen verschillende beveiligingsniveaus worden
gedefinieerd. De afzonderlijke beveiligingsniveaus verschillen met betrekking tot de
vrij toegankelijke gebruikersfuncties, waarvoor geen aanmelding door de gebruiker
vereist is.
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knoppen:
[Configuratie] > [Beveiliging]
p Een beveiligingsniveau selecteren
1
Selecteer het gewenste beveiligingsniveau in de lijst.
2
Door op de knop [Sluiten] te drukken, wordt het beveiligingsniveau geaccepteerd.
De volgende beveiligingsniveaus zijn mogelijk:
Beveiliging
UIT
(1)
Beveiligingsniv
eau 1
(2)
Beveiligingsniv
eau 2
(3)
Beveiligingsniv
eau 3
(4)
Beveiligingsniv
eau 4
(5)
Meting
++++-
QC-meting
++++-
Ringonderzoektest
+++- -
Kalibratie
+++- -
Kalibratie voor "Gereed"
++++-
Verbruiksmaterialen wisselen
++++-
QC-blokkering opheffen
++++-
Meetresultaten bekijken
++++-
Meetresultaten bewerken
++---
QC-resultaten bekijken
++++-
QC-resultaten bewerken
++---
Kalibratie bekijken
+++- -
Apparaatgegevens bekijken
+++- -
Audit trail bekijken
+++- -
Ontsmetten van de
touchscreen
++++-
Inbedrijfstelling &
buitenbedrijfstelling
+++- -
Uitzetten
++++-
Software-update
+++- -
Configuratie
+++- -
Configuratie van
beveiligingsniveaus en
gebruikersprofielen
+----
Servicebereik voor gebruikers
+++- -
Configuraties Export/Import
+----
Export CSV
+++- -
Oplossen van problemen
++++-
Blokkering op afstand
+----
Tabel 12-2 Beveiligingsniveaus
Roche Diagnostics Februari 2015
334 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Beveiliging
q
OPMERKING
Om alle bereiken van het apparaat voor alle gebruikers vrij toegankelijk te maken, moet
de instelling [Beveiliging uit] worden geselecteerd. Als het systeem met
beveiligingsniveaus wordt gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat er ten minste één
gebruiker met het profiel "Supervisor" is aangemaakt.
s
Knop [Verzenden]
++---
Knop [Annuleren]
++++-
QC-materiaal instellen
++---
(1) Er wordt geen beveiliging gegeven
(2) Er wordt minimale beveiliging gegeven
(3) Er wordt gegevensbeveiliging gegeven
(4) Er wordt servicebeveiliging gegeven
(5) Er wordt volledige beveiliging gegeven
Beveiliging
UIT
(1)
Beveiligingsniv
eau 1
(2)
Beveiligingsniv
eau 2
(3)
Beveiligingsniv
eau 3
(4)
Beveiligingsniv
eau 4
(5)
Tabel 12-2 Beveiligingsniveaus
+ Deze functie is vrij toegankelijk.
- Deze functie is niet vrij toegankelijk, omdat een bevoegde gebruiker zich
verplicht aan moet melden.
Tabel 12-3 Tabel beveiligingsniveaus
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 335
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Software-update
Software-update
p Druk om een software-update te starten op de volgende knop:
1
[Software-update]
2
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
Figuur 12-21 Software-update
Als er een geldig USB-opslagmedium is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap.
Als er een USB-opslagmedium met ongeldige- of ontbrekende gegevens is
gebruikt, verschijnt een desbetreffende foutmelding op het scherm.
3
Druk op de knop [Start] om de gegevensoverdracht te starten.
4
Verwijder na beëindiging van de software-update het USB-opslagmedium weer
en druk op de knop [Rebooten].
q
OPMERKING
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
336 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Taa lu pdate
Taalupdate
p Druk om een taalupdate te starten op de volgende knop:
1
[Taalupdate]
2
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
3
Druk op de knop [Start] om de gegevensoverdracht te starten.
4
Verwijder na beëindiging van de taalupdate het USB-opslagmedium weer.
q
OPMERKING
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 337
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
USB-gegevensoverdracht
USB-gegevensoverdracht
De functies van het cobas b 123 POC system bieden de volgende mogelijkheden voor
gegevensoverdracht via een USB-opslagmedium:
o Export van gegevens uit de database
o Gegevensimport
o Configuratie exporteren/importeren (alle gegevens die niet via de database
kunnen worden overgedragen)
o Apparaatgegevens exporteren
USB-gegevensexport
p Gegevens exporteren
1
Selecteer de gegevens voor de export op het apparaat, b.v. in de database.
2
Druk op deze knop om de gegevens naar een USB-opslagmedium te exporteren.
3
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
Figuur 12-22 USB-gegevensexport
4
Druk op de knop [Start] om de gegevensoverdracht te starten.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevensoverdracht wordt
geannuleerd.
5
Trek na voltooiing van de gegevensoverdracht het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
338 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
USB-gegevensoverdracht
Configuratie exporteren/importeren
Door middel van deze functie kunnen diverse instellingen worden geëxporteerd en
geïmporteerd.
Figuur 12-23 Configuratie exporteren/importeren
p Configuratie exporteren
1
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
2
Druk op de knop [Start] om de gegevensexport te starten.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevensoverdracht wordt
geannuleerd.
3
Trek na voltooiing van de gegevensexport het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
s
p Configuratie importeren
1
Selecteer de gewenste instellingen voor de import met deze knop.
q
OPMERKING
Het is mogelijk meerdere instellingen te kiezen.
2
Druk vervolgens op de knop [Configuratie importeren].
3
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
4
Druk op de knop [Start] om de gegevensimport te starten.
5
Trek na voltooiing van de gegevensimport het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 339
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
USB-gegevensoverdracht
Apparaatgegevens exporteren
Door middel van deze functie kunnen de volgende apparaatgegevens worden
geëxporteerd:
o Rapport Oplossen problemen
o Logbestanden
Rapport Oplossen problemen exporteren
u Voor het opstellen van het Rapport Oplossen problemen zie Oplossen van problemen
(p. 369), sectie Het Rapport Oplossen problemen maken (p. 410).
p Rapport Oplossen problemen
1
Selecteer de knop [Rapport Oplossen problemen exporteren].
2
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
3
Druk op de knop [Start] om de gegevensexport te starten.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevensoverdracht wordt
geannuleerd.
4
Trek na voltooiing van de gegevensexport het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
s
Logbestanden exporteren
p Logbestanden
1
Selecteer de knop [Export logbestanden].
2
Om logbestanden te exporteren moet er een datumbereik worden ingevoerd.
Druk om de datum in te voeren op de knop Pen.
3
Druk om de gegevensexport te starten op de volgende knop:
4
[Start export naar USB]
5
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
6
Druk op de knop [Start] om de gegevensexport te starten. De gegevens worden
overgedragen.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevensoverdracht wordt
geannuleerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
340 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
USB-gegevensoverdracht
7
Trek na voltooiing van de gegevensexport het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 341
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Servicefuncties
Servicefuncties
q
OPMERKING
In het bereik van de beveiligde servicefuncties zijn er bepaalde acties die door een
getrainde gebruiker met behulp van de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics kunnen worden uitgevoerd.
Om in het bereik met de beveiligde servicefuncties te kunnen komen, is een
aanmelding op het niveau van servicegebruiker of hoger nodig.
u Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Gebruikers (p. 330).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De volgende servicefuncties dienen alleen door een speciaal opgeleide gebruiker (b.v:
op het niveau van servicegebruiker of hoger) te worden uitgevoerd.
r De aanwijzingen van de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging
van Roche Diagnostics dienen absoluut zorgvuldig te worden opgevolgd.
Apparaat
o Test barcodescanner
(1)
o Deur aan de voorzijde
o Controleren van de CF-kaart
(1)
o Controleren van de temperaturen
o Controleren van ventilatoren
Module voor sturing van vloeistofstromen (FCM)
o Zelfcontrole van printplaat voor sturing van vloeistofstromen
o Kleppen
o Peristaltische pompen
o Aandrijfmodule voor monsterinvoer
o Aansluiting Fluid Pack-chip
o Opzuigen & dichtheid
o Monstersensoren controleren/kalibreren
(1)
Meetkamermodule (MCM)
o Zelfcontrole MCM
o Sensorsimulator
o Aansluiting Sensor Cartridge-chip
o Eerste initialisatie MC
(1) Is pas op een later tijdstip na de introductie van het cobas b 123 POC system beschikbaar.
Roche Diagnostics Februari 2015
342 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Servicefuncties
Oxymetermodule
o Zelfcontrole oxymetermodule
o Kalibratie oxymetermodule
o Controle hemolyzer
o Reiniging cuvet
(1)
AutoQC-module
o Controle AutoQC-module
o Aansluiting AutoQC Pack-chip
Hulpmiddelen
o Rebooten
o Database wissen
o Software-update op afstand
(1)
o Monitoring stabiliteit
o Voorbereiden voor depot-reparatie
o Printer resetten
o Apparaat gebruiken zonder CF-kaart
(1) Is pas op een later tijdstip na de introductie van het cobas b 123 POC system beschikbaar.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 343
cobas b 123 POC system 12 Softwarefuncties
Audit trail
Audit trail
Met behulp van deze functie kunnen alle wijzigingen in de instellingen en in de
invoergegevens worden opgespoord.
De volgende invoeren worden in de lijst weergegeven:
o soort wijziging
O oude waarde
O nieuwe waarde
o tijdstip van wijziging
o gebruiker die de wijziging heeft uitgevoerd
Roche Diagnostics Februari 2015
344 Handleiding · Versie 10.0
12 Softwarefuncties cobas b 123 POC system
Audit trail
Februari 2015
Verbruiksmaterialen wisselen
13 Verbruiksmaterialen wisselen........................................................................................................ 347
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 347
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Inhoudsopgave
Verbruiksmaterialen wisselen 13
In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het wisselen van de verbruiksmaterialen
beschreven die een correcte werking van het apparaat mogelijk maken.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
13
Ontsmetten......................................................................................................................... 349
Ontsmetten van het beeldscherm van het apparaat ............................................... 350
Ontsmetten van de apparaatoppervlakken.................................................................... 351
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik............................................................ 352
Algemeen wisselen............................................................................................................ 353
Printerpapier vervangen............................................................................................. 353
Monsterafhankelijk wisselen............................................................................................ 355
Sensor Cartridge wisselen.......................................................................................... 355
Kwaliteitscontrole.................................................................................................. 357
Fluid Pack wisselen ..................................................................................................... 358
Kwaliteitscontrole.................................................................................................. 361
AutoQC Pack wisselen (optioneel)........................................................................... 361
Extra wisselen .............................................................................................................. 363
Extra verbruiksmaterialen wisselen.................................................................... 364
De status van een verbruiksmateriaal weergeven............................................. 364
De deur aan de voorzijde ontgrendelen................................................................... 365
Roche Diagnostics Februari 2015
348 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 349
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Ontsmetten
Ontsmetten
Het doel van deze procedure is om het infectierisico, dat bestaat bij het wisselen van
onderdelen die met bloed in contact zijn geweest, tot een minimum te beperken.
Deze ontsmetting dient regelmatig te worden uitgevoerd.
Deze ontsmetting dient regelmatig conform de specifiek voor laboratoria geldende
voorschriften te worden uitgevoerd om het risico van infectie tot een minimum te
beperken.
q
OPMERKING
Gebruik alleen vloeibare, alcoholhoudende (circa 70 %) ontsmettingsmiddelen voor
oppervlakken, zoals b.v. isopropanol 70% en/of ontsmettingsmiddelen die typisch 0,5 % tot
max. 1,0 % van het werkzame bestanddeel dimethylbenzylammoniumchloride bevatten.
Er mogen geen bleekmiddelen worden gebruikt.
De volgende gebruiksklare ontsmettingsmiddelen zijn door Roche getest en worden
aanbevolen:
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Spuit sprays niet direct op het apparaat, omdat hierdoor storingen van de elektronica
kunnen optreden.
r Niet-verwijderbare onderdelen en de binnenkant van het apparaat mogen niet worden
besproeid.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Na de ontsmetting van het apparaat moet een wachttijd van 15 minuten worden
aangehouden, zodat het ontsmettingsmiddel kan verdampen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar.
r Uit veiligheidsoverwegingen mag de netspanningadapter alleen door de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics worden
ontsmet.
De volgende delen van het apparaat moeten regelmatig worden ontsmet:
Om direct contact met biologisch werkzame stoffen te vermijden, moet een geschikte
beschermende uitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, maskers, worden gedragen. Bovendien is een
veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Er moeten geschikte
ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Naam
Fabrikant/distributeur Werkzame
bestanddelen
Inwerktijd
(min.)
Incidin liquid
(1)
(1) Incidin is een geregistreerd handelsmerk van Ecolab GmbH & Co OHG.
Ecolab GmbH & Co OHG Alcoholen 5
Meliseptol
(2)
(2) Meliseptol is een geregistreerd handelsmerk van B. Braun Medical AG.
B. Braun Medical AG
Distributie: B. Braun
Melsungen AG
Alcohol, aldehyde 5
Roche Diagnostics Februari 2015
350 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Ontsmetten
o touchscreen (beeldschermoppervlak)
o oppervlakken van het apparaat
o verbruiksmaterialenbereik
Ontsmetten van het beeldscherm van het apparaat
Ga naar het menu "Apparaat" en druk op de volgende knop:
[Touchscreen ontsmetten]
De aanraakgevoelige laag van het beeldscherm is nu gedurende 30 seconden
gedeactiveerd.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Ontsmetting dient uitsluitend met een vochtige doek (b.v. gedrenkt in
ontsmettingsmiddel) te worden uitgevoerd.
r Gebruik geen water of sprays.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 351
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Ontsmetten van de apparaatoppervlakken
Ontsmetten van de apparaatoppervlakken
Ontsmet alle oppervlakken aan de buitenkant van het apparaat, inclusief alle deksels
(b.v. printerdeksel, deur aan de voorzijde), regelmatig met ontsmettingsmiddel
conform de algemeen voor laboratoria geldende richtlijnen.
Sterk vervuilde oppervlakken moeten voor ontsmetting met in gedestilleerd water
gedrenkte deppers of celstofdoeken worden gereinigd.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Spuit sprays niet direct op het apparaat, omdat hierdoor storingen van de elektronica
kunnen optreden.
r Niet-verwijderbare onderdelen en de binnenkant van het apparaat mogen niet worden
besproeid.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Na de ontsmetting van het apparaat moet een wachttijd van 15 minuten worden
aangehouden, zodat het ontsmettingsmiddel kan verdampen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar.
Roche Diagnostics Februari 2015
352 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
Het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik mag alleen als onderdeel van het
verwisselen van het verbruiksmateriaal of tijdens de buitenbedrijfstellingsroutine
worden uitgevoerd.
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de betreffende
oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek.
Voor ontsmetting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
u Raadpleeg voor het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik de sectie Sensor
Cartridge wisselen (p. 355), de sectie Fluid Pack wisselen (p. 358) op pagina Fluid Pack
wisselen (p. 358) en de sectie AutoQC Pack wisselen (optioneel) (p. 361) op pagina
AutoQC Pack wisselen (optioneel) (p. 361).
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r De meetkamermodule en de Sensor Cartridge mogen niet worden ontsmet.
r Ter bescherming van het apparaat mogen niet-verwijderbare onderdelen en de
binnenkant van het apparaat niet worden besproeid.
r Gebruik geen water of sprays.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 353
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Algemeen wisselen
Algemeen wisselen
Printerpapier vervangen
q
OPMERKING
Het printerpapier is aan slechts één kant warmtegevoelig. Let erop dat de rol thermisch
papier correct wordt geplaatst.
Ga naar het menu "Werkplek" en druk op de volgende knop:
[Vervanging printerpapier]
Het volgende scherm verschijnt:
Figuur 13-1 Printerpapier vervangen
q
OPMERKING
U kunt de vervangingsprocedure op ieder willekeurig moment stoppen door op de knop
[Annuleren] te drukken.
Roche Diagnostics Februari 2015
354 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Algemeen wisselen
p Volg de aanwijzingen op het scherm op:
1
Open de printerdeksel.
Figuur 13-2 Printerpapier vervangen
2
Verwijder de lege papierrol.
3
Plaats de nieuwe papierrol in de houder.
Figuur 13-3 Printerpapier vervangen
4
Sluit de printerdeksel goed.
5
Druk op de knop [OK] om de vervanging in de database onder [Werkplek] >
[Apparaat-database] te registreren.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 355
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
Sensor Cartridge wisselen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens na het
wisselen van de Sensor Cartridge een kwaliteitscontrole op 3 niveaus (1 = laag, 2 =
normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd.
Druk in het menu "Werkplek" voor het wisselen van de Sensor Cartridge op de
volgende knop:
[Sensor Cartridge wisselen]
p Volg de aanwijzingen op het scherm op.
1
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van de Sensor
Cartridge. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
In de voorbereidingstijd wordt de Sensor Cartridge van het Fluid Pack
losgekoppeld.
Tijdens de normale werking is de Sensor Cartridge verbonden met het Fluid Pack.
Het rode gedeelte van de meetkamer is zichtbaar (Gereed-positie).
Om de meetkamermodule voor te bereiden op het wisselen van de Sensor
Cartridge, wordt de Sensor Cartridge losgekoppeld van het Fluid Pack. Het
groene gedeelte van de meetkamer wordt zichtbaar (wisselpositie).
Figuur 13-4 Meetkamermodule met Sensor Cartridge
De Sensor Cartridge bevat na gebruik biologische vloeistofresten die een infectiegevaar
kunnen vormen.
Met de Sensor Cartridge dient zorgvuldig, met inachtneming van de voorschriften voor de
omgang met potentieel infectieuze materialen, te worden omgegaan. Vermijd contact met de
huid. Om direct contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte
beschermende uitrusting te worden gedragen.
Een geschikte beschermde uitrusting omvat laboratoriumkleding, beschermende
handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is een veiligheidsvizier noodzakelijk,
als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten geschikte ontsmettingsprocedures
worden toegepast.
A Positie voor het wisselen (groen) B Positie tijdens normale werking (rood)
Roche Diagnostics Februari 2015
356 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
De deur aan de voorzijde wordt ontgrendeld en moet binnen 30 seconden worden
geopend.
u Raadpleeg de sectie De deur aan de voorzijde ontgrendelen (p. 365) voor details.
2
Open de deur aan de voorzijde.
3
Verwijder de Sensor Cartridge.
q
OPMERKING
Pak de Sensor Cartridge alleen vast aan de hiervoor bestemde handgreep.
Figuur 13-5 Verwijdering van de Sensor Cartridge
Als u de Sensor Cartridge niet wilt wisselen, kunt u de procedure annuleren door
op de knop [Annuleren] te drukken.
Ontsmetten van de Sensor Cartridge (optioneel)
Bij zichtbare vervuiling van de Sensor Cartridge mag alleen de handgreep van de
Sensor Cartridge voorzichtig met een vochtige doek worden ontsmet.
Er moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden genomen.
u Raadpleeg voor meer informatie over het ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik de sectie Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
(p. 352).
Ga voorzichtig om met de Sensor Cartridge om te voorkomen dat er eventueel vloeistof uit de
Sensor Cartridge naar buiten komt.
Gooi de Sensor Cartridge conform de lokaal geldende wettelijke voorschriften weg
(biologisch besmet materiaal - gevaarlijk afval).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 357
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r De meetkamermodule en de Sensor Cartridge mogen niet worden ontsmet.
r Ter bescherming van het apparaat mogen niet-verwijderbare onderdelen en de
binnenkant van het apparaat niet worden besproeid.
r Gebruik geen water of sprays.
4
Plaats de nieuwe Sensor Cartridge.
Figuur 13-6 Plaatsing van de Sensor Cartridge
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch geïmporteerd.
Als de chip van de Sensor Cartridge is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldige Sensor Cartridge is geplaatst, verschijnt een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
u Raadpleeg Oplossen van problemen (p. 369) voor een nauwkeurige beschrijving.
5
Sluit de deur aan de voorzijde. De Sensor Cartridge wordt weer met het Fluid
Pack verbonden.
Bij de stap [Sluit deur voorzijde] is het mogelijk om verdere verbruiksmaterialen
te wisselen of informatie over de geplaatste verbruiksmaterialen te laten
weergeven.
u Raadpleeg de paragraaf Extra wisselen (p. 363) voor details.
Vervolgens worden de automatische vervolgacties (b.v. systeemkalibratie) gestart.
s
Kwaliteitscontrole
Telkens als de Sensor Cartridge is gewisseld, moet er een QC-meting met alle
3 niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd. Hierbij moet erop
worden gelet dat de resultaten overeenstemmen met de controlewaarden (benoemde
waarden).
u Raadpleeg Kwaliteitscontrole (p. 241) voor meer informatie.
Roche Diagnostics Februari 2015
358 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
Fluid Pack wisselen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Om de kwaliteit van de meetresultaten te kunnen waarborgen, moet er telkens na het
wisselen van het Fluid Pack een kwaliteitscontrole op 3 niveaus (1 = laag, 2 = normaal,
3 = hoog) worden uitgevoerd.
q
OPMERKING
Afhankelijk van de snelheid van het aantal metingen en/of de houdbaarheid in het
apparaat dient het Fluid Pack ten minste elke 6 weken te worden vervangen. Een
aanwijzing met de desbetreffende informatie wordt op het scherm weergegeven.
Druk in het menu "Werkplek" voor het wisselen van het Fluid Pack op de volgende
knop:
[Fluid Pack wisselen]
p Volg de aanwijzingen op het scherm op.
1
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van het Fluid Pack.
Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
De deur aan de voorzijde wordt ontgrendeld en moet binnen 30 seconden worden
geopend.
u Raadpleeg de sectie De deur aan de voorzijde ontgrendelen (p. 365) voor details.
2
Open de deur aan de voorzijde.
3
Verwijder het Fluid Pack.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Let er bij het verwijderen van het Fluid Pack goed op, dat de kleppen niet worden
versteld. Verstelde kleppen leiden tot problemen bij het plaatsen van het Fluid
Pack.
Het Fluid Pack bevat na gebruik biologische vloeistoffen of vloeistofresten die een
infectiegevaar kunnen vormen.
Met het Fluid Pack dient zorgvuldig, met inachtneming van de voorschriften voor de omgang
met potentieel infectieuze materialen, te worden omgegaan. Vermijd contact met de huid.
Om direct contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte beschermende
uitrusting te worden gedragen. Een geschikte beschermde uitrusting omvat
laboratoriumkleding, beschermende handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is
een veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten
geschikte ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 359
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
Figuur 13-7 Verwijdering van het Fluid Pack
Als u het Fluid Pack niet wilt wisselen, kunt u de procedure annuleren door op de
knop [Annuleren] te drukken.
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik (optioneel)
Het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik is alleen mogelijk als
onderdeel van het verwisselen van het verbruiksmateriaal of tijdens de
buitenbedrijfstellingsroutine.
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de
betreffende oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek.
Ontsmetting van de linker zijwand (scheidingswand tussen de meetkamermodule
en de oxymetermodule met het cuvet) dient ter bescherming van de
Sensor Cartridge en van de hemolyzer te worden vermeden.
Voor ontsmetting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
u Raadpleeg voor meer informatie over het ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik de sectie Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
(p. 352).
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Ontsmetting dient uitsluitend met een vochtige doek (b.v. gedrenkt in
ontsmettingsmiddel) te worden uitgevoerd.
r Gebruik geen water of sprays.
Gooi het Fluid Pack conform de lokaal geldende wettelijke voorschriften weg (biologisch
besmet materiaal - gevaarlijk afval).
Ontsmet het verbruiksmaterialenbereik regelmatig met ontsmettingsmiddelen conform de
algemeen geldende laboratoriumvoorschriften.
Roche Diagnostics Februari 2015
360 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
Figuur 13-8 Fluid Pack
q
OPMERKING
Let er bij het ontsmetten goed op, dat de kleppen niet worden versteld. Verstelde
kleppen leiden tot problemen bij het plaatsen van het Fluid Pack.
4
Plaats het nieuwe Fluid Pack.
Figuur 13-9 Plaatsen van het Fluid Pack
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Raak het cuvet en de contacten van de monstersensor aan de zijkant van het Fluid
Pack niet aan.
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch geïmporteerd.
Als de chip van het Fluid Pack is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldig Fluid Pack is geplaatst, verschijnt er een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
u Raadpleeg Oplossen van problemen (p. 369) voor een nauwkeurige beschrijving.
q
OPMERKING
Als het Fluid Pack niet wordt gedetecteerd, moet de Smart Memory Chip op de
achterkant van het Fluid Pack op zichtbare vervuiling worden gecontroleerd en
eventueel voorzichtig droog worden gereinigd.
A Kleppen B Linker zijwand
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 361
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
5
Sluit de deur aan de voorzijde.
Bij de stap [Sluit deur voorzijde] is het mogelijk om verdere verbruiksmaterialen
te wisselen of informatie over de geplaatste verbruiksmaterialen te laten
weergeven.
u Raadpleeg de sectie Extra wisselen (p. 363) voor details.
Vervolgens worden de automatische vervolgacties (b.v. systeemkalibratie) gestart.
s
Kwaliteitscontrole
Telkens als het Fluid Pack is gewisseld, moet er een QC-meting met alle 3 niveaus (1
= laag, 2 = normaal, 3 = hoog) worden uitgevoerd. Hierbij moet erop worden gelet
dat de resultaten overeenstemmen met de controlewaarden (benoemde waarden).
u Raadpleeg Kwaliteitscontrole (p. 241) voor meer informatie.
AutoQC Pack wisselen (optioneel)
q
OPMERKING
Een nieuw AutoQC Pack moet ten minste 24 uren vóór het gebruik op kamertemperatuur
worden gebracht.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Bewaar cobas b 123 AutoQC Packs altijd rechtop.
Druk in het menu "Werkplek" voor het wisselen van het AutoQC Pack op de
volgende knop:
[AutoQC Pack wisselen]
p Volg de aanwijzingen op het scherm op.
1
Het apparaat bereidt zich automatisch voor op het wisselen van het AutoQC
Pack. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
De deur aan de voorzijde wordt ontgrendeld en moet binnen 30 seconden worden
geopend.
u Raadpleeg de sectie De deur aan de voorzijde ontgrendelen (p. 365) voor details.
2
Open de deur aan de voorzijde.
Bij het verwijderen van het AutoQC Pack kunnen splinters van aangebroken ampullen uit
het AutoQC Pack komen. Er bestaat gevaar voor letsel.
Om direct contact met biologische stoffen te voorkomen, dient een geschikte beschermende
uitrusting te worden gedragen. Een geschikte beschermde uitrusting omvat
laboratoriumkleding, beschermende handschoenen, veiligheidsbril en maskers. Bovendien is
een veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Daarnaast moeten
geschikte ontsmettingsprocedures worden toegepast.
Gooi het AutoQC Pack conform de lokaal geldende bepalingen en voorschriften weg.
Voorzichtig!: gevaar voor morsen.
Roche Diagnostics Februari 2015
362 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
3
Verwijder het AutoQC Pack.
Figuur 13-10 Verwijdering van het AutoQC Pack
Als u het AutoQC Pack niet wilt wisselen, kunt u de procedure annuleren door op
de knop [Annuleren] te drukken.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Draai een gedeeltelijk gebruikt AutoQC Pack niet ondersteboven, als het AutoQC
Pack opnieuw wordt geplaatst. Plaatsing van een ondersteboven gedraaid AutoQC
Pack kan de AutoQC-module onherstelbaar beschadigen.
q
OPMERKING
Gooi het AutoQC Pack weg conform de lokale voorschriften.
Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik (optioneel)
Het ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik is alleen mogelijk als
onderdeel van het verwisselen van het verbruiksmateriaal of tijdens de
buitenbedrijfstellingsroutine.
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de
betreffende oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek.
Voor ontsmetting moet een inwerktijd van circa 15 minuten in acht worden
genomen.
u Raadpleeg voor meer informatie over het ontsmetten van het
verbruiksmaterialenbereik de sectie Ontsmetten van het verbruiksmaterialenbereik
(p. 352).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Pas bij het ontsmetten van de AutoQC-module op bij het ontsmetten van het
bovenste gedeelte van de binnenzijde. Vanwege de ampullenopener bestaat er
gevaar voor letsel.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 363
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Ontsmetting dient uitsluitend met een vochtige doek (b.v. gedrenkt in
ontsmettingsmiddel) te worden uitgevoerd.
r Gebruik geen water of sprays.
4
Plaats het nieuwe AutoQC Pack.
Figuur 13-11 Plaatsen van het AutoQC Pack
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als u vermoedt dat een nieuw AutoQC Pack beschadigd is, mag u het defecte
AutoQC Pack in geen geval in het apparaat plaatsen. Gebruik van een beschadigd
AutoQC Pack kan de AutoQC-module onherstelbaar beschadigen.
De gegevens van de verbruiksmaterialen worden automatisch gescand.
Als de AutoQC Pack-chip is gedetecteerd, gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap.
Als er een ongeldig AutoQC Pack is geplaatst, verschijnt er een desbetreffende
foutmelding op het scherm.
u Raadpleeg Oplossen van problemen (p. 369) voor een nauwkeurige beschrijving.
5
Sluit de deur aan de voorzijde.
Bij de stap [Sluit deur voorzijde] is het mogelijk om verdere verbruiksmaterialen
te wisselen of informatie over de geplaatste verbruiksmaterialen te laten
weergeven.
u Raadpleeg de sectie Extra wisselen (p. 363) voor details.
6
Consequenties worden gestart.
s
Extra wisselen
Nadat afzonderlijke verbruiksmaterialen zijn geplaatst, heeft u de mogelijkheid om
verdere verbruiksmaterialen te wisselen.
Roche Diagnostics Februari 2015
364 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
Extra verbruiksmaterialen wisselen
Druk op de knop voor het verbruiksmateriaal dat moet worden gewisseld:
[Sensor Cartridge], [AutoQC Pack] of [Fluid Pack]
Voer de wisselroutine aan de hand van de aanwijzingen op het scherm uit.
Figuur 13-12 Extra verbruiksmaterialen wisselen
De status van een verbruiksmateriaal weergeven
De knop [Info] geeft de status van het betreffende verbruiksmateriaal in dezelfde
kleurcodering weer als in het scherm "Overzicht".
u Raadpleeg voor meer informatie over de statusweergave van de verbruiksmaterialen
Onderdelen van het systeem (p. 135), sectie Weergave van de status van de
verbruiksmaterialen (p. 142).
Door de functie op te vragen wordt de status gedetailleerd weergegeven.
Figuur 13-13 Informatie over verbruiksmaterialen
Het verbruiksmateriaal is in orde.
Waarschuwingsniveau bereikt:
Het verbruiksmateriaal is in orde, maar moet binnen 2 dagen worden
vervangen, aangezien de maximale gebruiksduur of het maximale aantal
testen binnenkort zal zijn bereikt.
Alarmniveau bereikt:
Het verbruiksmateriaal is niet meer in orde. Vervanging dient
onmiddellijk te worden uitgevoerd, aangezien de maximale gebruiksduur
of het maximale aantal testen is bereikt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 365
cobas b 123 POC system 13 Verbruiksmaterialen wisselen
Monsterafhankelijk wisselen
De deur aan de voorzijde ontgrendelen
Tijdens de diverse routines voor het wisselen van verbruiksmaterialen komt er een
aanwijzing om de deur aan de voorzijde te openen.
Als de deur aan de voorzijde niet binnen 30 seconden wordt geopend, wordt de deur
weer vergrendeld.
Druk op de knop [Ontgrendel deur voorzijde] om de deur aan de voorzijde te
ontgrendelen.
Als de deur aan voorzijde is geopend, gaat de gebruikersinterface automatisch naar
de volgende stap van de wisselroutine.
Roche Diagnostics Februari 2015
366 Handleiding · Versie 10.0
13 Verbruiksmaterialen wisselen cobas b 123 POC system
Monsterafhankelijk wisselen
Februari 2015
Oplossen van problemen
14 Oplossen van problemen................................................................................................................ 369
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 369
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Inhoudsopgave
Oplossen van problemen 14
In dit hoofdstuk worden de foutmeldingen en de oorzaken en het verhelpen ervan
beschreven. Deze worden ook direct op het scherm weergegeven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
14
Oplossen van problemen - algemeen.............................................................................. 371
Alarmbereik en alarmknop.............................................................................................. 372
Systeemstop........................................................................................................................ 374
Defecten.............................................................................................................................. 380
Waarschuwingen ............................................................................................................... 382
Informatiealarm................................................................................................................. 383
Acties om problemen op te lossen .................................................................................. 384
Parameter niet gekalibreerd....................................................................................... 384
Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing.......................................... 386
Sensor Cartridge-fout................................................................................................. 388
Fluid Pack-fout............................................................................................................ 392
AutoQC Pack-fout ...................................................................................................... 397
AutoQC-modulefout .................................................................................................. 399
Voorbeelden van blokkades van de AutoQC-module............................................ 401
Oxymetermodulefout ................................................................................................. 402
Fout printermodule..................................................................................................... 402
Apparaatfout ................................................................................................................ 403
Sensor Cartridge-bevochtigingsroutine ......................................................................... 406
Interne bevochtiging................................................................................................... 406
Externe bevochtiging.................................................................................................. 406
Controle van de klepstand ............................................................................................... 408
Barcodescanner ................................................................................................................. 409
Rapport Oplossen problemen.......................................................................................... 410
Het Rapport Oplossen problemen maken............................................................... 410
Depot-reparatie ................................................................................................................. 412
Algemene informatie - Omruilen van apparaat............................................................ 413
Buitenbedrijfstelling van het defecte apparaat ........................................................ 413
Roche Diagnostics Februari 2015
370 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Voorbereidingen voor het vervangende apparaat................................................... 415
Inbedrijfstelling van het vervangende apparaat...................................................... 416
Transportvoorbereiding voor het defecte apparaat ................................................ 419
Algemene informatie - Omruilen van apparaat............................................................ 421
Buitenbedrijfstelling van het leenapparaat .............................................................. 421
Voorbereidingen voor het gerepareerde apparaat .................................................. 423
Inbedrijfstelling van het gerepareerde apparaat...................................................... 424
Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat.................................................. 427
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 371
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Oplossen van problemen - algemeen
Oplossen van problemen - algemeen
Het cobas b 123 POC system kan het voorkomen van luchtbellen, bloedstolsels,
lekkages en verstoppingen in het apparaat vaststellen. Als het apparaat een van deze
problemen detecteert wordt er, afhankelijk van de situatie en als de problemen niet
automatisch kunnen worden opgelost, een melding van b.v. een systeemstop, een
foutmelding of een waarschuwing op het scherm weergegeven.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De onderdelen van het cobas b 123 POC system, inclusief slangverbindingen, afvalzakken,
vulopening, enz., kunnen biologische vloeistoffen bevatten en hierdoor een mogelijk
infectiegevaar vormen.
Met deze onderdelen dient zorgvuldig en conform de voorschriften met betrekking tot
potentieel infectieuze materialen te worden omgegaan.
Om direct contact met biologisch actieve materialen te vermijden, moet een geschikte
beschermde uitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, mondbescherming worden gedragen. Bovendien is een
gezichtsmasker noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Geschikte ontsmettings- en
sterilisatieprocedures moeten worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
372 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Alarmbereik en alarmknop
Alarmbereik en alarmknop
Tijdens normale werking is de alarmknop geblokkeerd en is het weergaveveld van het
alarmbereik aan de onderkant van het scherm leeg.
Figuur 14-1 Grijze alarmknop
Als er een fout optreedt, wordt de alarmknop ingeschakeld en wordt de naam van het
alarm (met datum, tijd en foutaanduiding) in het alarmbereik weergegeven.
Afhankelijk van de ernst van de fout verandert de kleur van de alarmknop.
Alarmscherm Door op de alarmknop te drukken wordt er een alarmscherm geopend, waarin details
over de waarschuwingen of fouten worden weergegeven en suggesties voor het
verhelpen van de problemen worden gegeven.
Figuur 14-2 Alarmscherm
Er is geen informatie over waarschuwingen of fouten beschikbaar. Het
alarmscherm kan niet worden geopend.
Informatie is beschikbaar. Het apparaat kan normaal worden gebruikt, maar
er zijn acties die nog moeten worden uitgevoerd.
Er zijn waarschuwingen afgegeven. Het apparaat kan met mogeijke
beperkingen worden gebruikt.
Er zijn fouten opgetreden. Het apparaat kan niet of slechts beperkt worden
gebruikt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 373
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Alarmbereik en alarmknop
Alarmlijst In het bovenste deel van het alarmscherm staat een lijst met de nog niet verholpen
fouten. De volgende gegevens worden in de alarmlijst weergegeven:
q
OPMERKING
Bij contact met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics altijd de fouten-ID aangeven.
In het onderste bereik van het alarmscherm worden gedetailleerde informatie over
het type fout en de bijbehorende actie om de fout te verhelpen weergegeven.
Direct selecteren van een actie om een fout te verhelpen:
Door op de knop [Sluiten] te drukken wordt het meldingenvenster zonder het
oproepen van een actie om de fout te verhelpen gesloten.
De alarmknop wordt net zolang in de betreffende kleur weergegeven tot de fout
verholpen is.
!
Type fout:
o SS = Systeemstop
o D = Defect
o W = Waarschuwing
o I = Informatie
Datum/tijd
Het tijdstip, waarop de fout is opgetreden, wordt
weergegeven.
Melding
Aanduiding van de fout:
b.v. Fluid Pack-fout
ID
Fouten-ID
Door op de betreffende knop te drukken kan de voor het
verhelpen van de fout benodigde functie direct worden
opgeroepen. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Roche Diagnostics Februari 2015
374 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Systeemstop
Systeemstop
Bij een systeemstop gaat het om een kritische fout, waardoor het apparaat wordt
gestopt.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Er kunnen geen metingen of kalibraties worden uitgevoerd.
Als deze fout optreedt, wordt er in het menu "Overzicht" een systeemstopvenster met
een rood kader weergegeven. Als de fout gerelateerd is aan een specifiek
verbruiksmateriaal, wordt het betreffende verbruiksmateriaal in de statusweergave
van de verbruiksmaterialen met een rode balk aangegeven.
Het systeemstopvenster bevat de volgende gegevens:
De foutmelding wordt net zolang weergegeven tot een actie om de fout te verhelpen
wordt uitgevoerd.
Categorie
(1)
(1) Categorie wordt niet weergegeven bij systeemstops die te verwachten zijn bij normale werking, zoals
bijvoorbeeld: een leeg Fluid Pack of een Sensor Cartridge zonder resterende testen.
Type fout, b.v. een Fluid Pack-fout.
Oorzaak Fluid Pack opgebruikt of vervallen.
Actie om fout te verhelpen Fluid Pack wisselen.
Door op de betreffende knop te drukken kan de voor het
verhelpen van de fout benodigde functie direct worden
opgeroepen.
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 375
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Systeemstop
p Systeemstop opheffen:
1
Roep de betreffende actie om de fout te verhelpen op.
2
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Figuur 14-3 Voorbeeld: een leeg Fluid Pack kan tot een systeemstop leiden.
De volgende typen systeemstops zijn mogelijk:
ID Categorie Oorzaak Type fout Actie
1 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
AutoQC-systeemstop 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
2 Apparaatfout Interne
controlemodule
reageert niet
Microcontroller-
systeemstop
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem herstarten]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
3 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect SIM-systeemstop Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
4 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Monstersensor-
systeemstop
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
5 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Klep-systeemstop Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
6 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Systeemstop
veroorzaakt door
wasfout
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
7 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Systeemstop
veroorzaakt door
onvoldoende vulling
met referentieoplossing
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
Tabel 14-1 Systeemstops
Roche Diagnostics Februari 2015
376 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Systeemstop
8 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Systeemstop
veroorzaakt door een
leeg systeem
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
9 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Systeemstop door
plaatsing van oplossing
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
10 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Systeemstop door
plaatsing van monster
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
11 Annulering door
gebruiker
Gebruiker
annuleerde de actie
Druk om de fout te verhelpen op de volgende functie:
[Accepteren]
12 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
Klephardware defect 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
13 Sensor
Cartridge-fout
Sensor Cartridge
defect
Vullen van Sensor
Cartridge niet mogelijk
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Sensor Cartridge wisselen]
14 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
Meetkamermodule
defect
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
15 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
Printplaat voor sturing
van vloeistofstromen
defect
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
16 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
Printplaat van
oxymetermodule defect
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
17 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
UIM-
hardware/netspanninga
dapter defect
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
ID Categorie Oorzaak Type fout Actie
Tabel 14-1 Systeemstops
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 377
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Systeemstop
18 Sensor
Cartridge-fout
Sensor Cartridge vuil 1. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Sensor Cartridge wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde en verwijder de
Sensor Cartridge.
3. Controleer de achterkant van de Sensor Cartridge
op zichtbare vervuilingen en reinig deze indien
nodig voorzichtig.
4. Plaats de Sensor Cartridge weer terug.
5. Roep de volgende functie op: [Fluid Pack wisselen].
6. Verwijder het Fluid Pack, controleer de
koppelingsdelen van het Fluid Pack op zichtbare
vervuilingen en reinig deze indien nodig
voorzichtig.
7. Plaats het Fluid Pack weer terug en sluit de deur aan
de voorzijde.
8. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u contact opnemen met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
19 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Lekkage van het
vloeistofsysteem
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
20 Fluid Pack-fout Fluid Pack defect Vloeistofsysteem
verstopt
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
21 Apparaatfout Vervangend
onderdeel niet
geïnitialiseerd
Onbekende C-
printplaat
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
22 Apparaatfout Vervangend
onderdeel is niet
compatibel
EEPROM-
gegevensconversiefout
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Software-update]
23 Apparaatfout Analyseapparaat
defect
C-
stroomaansluitingsfout
1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
24 Communicatiefo
ut Sensor
Cartridge-chip
Fout Sensor
Cartridge-chip
Lees-/schrijffout van
chip
1. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Sensor Cartridge wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde en verwijder de
Sensor Cartridge.
3. Controleer en reinig (indien noodzakelijk) de
Sensor Cartridge-chip.
4. Plaats de Sensor Cartridge weer terug en sluit de
deur aan de voorzijde.
5. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u contact opnemen met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
ID Categorie Oorzaak Type fout Actie
Tabel 14-1 Systeemstops
Roche Diagnostics Februari 2015
378 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Systeemstop
25 Communicatiefo
ut Fluid Pack-
chip
Fout Fluid Pack-chip Lees-/schrijffout van
chip
1. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Sensor Cartridge wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde en verwijder de
Sensor Cartridge.
3. Controleer en reinig (indien noodzakelijk) de Fluid
Pack-chip.
4. Plaats het Fluid Pack weer terug en sluit de deur aan
de voorzijde.
5. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u een nieuw Fluid Pack plaatsen.
1000 Apparaatfout Interne softwarefout Databaseserver niet
gestart
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem herstarten]
1001 Sensor
Cartridge-fout
Stroomonderbreking
tijdens wisselen
Sensor Cartridge
1. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Sensor Cartridge wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde en verwijder de
Sensor Cartridge.
3. Plaats de Sensor Cartridge weer terug en sluit de
deur aan de voorzijde.
4. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u contact opnemen met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
1002 Sensor
Cartridge-fout
Opgebruikt of
vervallen
Sensor Cartridge
ongeldig
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Sensor Cartridge wisselen]
1003 Fluid Pack-fout Opgebruikt of
vervallen
Fluid Pack ongeldig Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Fluid Pack wisselen]
1004 Apparaatfout Interne softwarefout Time-out van het
planningsprogramma
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem herstarten]
1005 Time-out Monsterhouder niet
verwijderd
1. Verwijder de spuit.
2. Druk om de fout te verhelpen op de volgende
functie: [Spuit verwijderd]
1006 Time-out Monsterhouder niet
verwijderd
1. Spuit verwijderen.
2. Druk om de fout te verhelpen op de volgende
functie: [Capillair verwijderd]
1007 Apparaatfout Geen toegang tot CF-
kaart
1. Plaats een geldige CF-kaart.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Druk om het cobas b 123 POC system te starten op
de Aan/Uit-toets op het achterpaneel van het
apparaat.
1008 Apparaatfout Software-update
mislukt
Software-versie komt
niet overeen
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem herstarten]
1009 Apparaatfout Interne softwarefout Gegevenssynchronisatie
fout op CF-kaart
Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem herstarten]
1010 Apparaatfout Interne softwarefout Database beschadigd 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te
verhelpen: [Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
ID Categorie Oorzaak Type fout Actie
Tabel 14-1 Systeemstops
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 379
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Systeemstop
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Voor het verhelpen van een hier niet vermelde systeemstop moet contact worden
opgenomen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging
van Roche Diagnostics.
u Raadpleeg voor meer informatie over de diverse acties om problemen op te lossen
paragraaf Acties om problemen op te lossen (pagina 369).
s
Roche Diagnostics Februari 2015
380 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Defecten
Defecten
q
OPMERKING
Defecten leiden niet tot een systeemstop. Metingen kunnen met enige beperkingen
worden uitgevoerd.
Defecten geven problemen aan, die alleen betrekking hebben op een bepaalde
module van het apparaat (b.v. AutoQC Pack leeg) en niet op de werking van het
apparaat in zijn geheel.
Het apparaat kan met beperkingen worden gebruikt. Alleen die bereiken of
parameters, die direct door het defect worden beïnvloed, worden uitgeschakeld.
p Defecten verhelpen:
1
Druk op de alarmknop om het alarmscherm te openen.
2
Lees de informatie in de alarmlijst.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
4
Roep de betreffende actie om het probleem op te lossen op.
De volgende typen defecten zijn mogelijk:
ID Categorie Oorzaak Actie
3000 AutoQC Pack-fout Opgebruikt of vervallen
u AutoQC Pack-fout (p. 397)
Roep de volgende functie op om het defect te verhelpen:
[AutoQC Pack wisselen]
3001 AutoQC-modulefout AutoQC-module defect
u Zie de gedetailleerde informatie
op p. 399
1. Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Recovery AutoQC]
2. Volg de weergegeven aanwijzigen op.
3. Plaats een nieuw AutoQC Pack en sluit de deur aan
de voorzijde.
4. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u contact opnemen met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
3002 Oxymetermodulefout Oxymetermodule defect 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
3003 Fout printermodule Printermodule defect 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem uitschakelen]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
Tabel 14-2 Defecten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 381
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Defecten
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Voor het verhelpen van een hier niet vermeld defect moet contact worden
opgenomen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging
van Roche Diagnostics.
u Raadpleeg voor meer informatie over de diverse acties om defecten te verhelpen
paragraaf Acties om problemen op te lossen (pagina 369).
s
3004 Fout printermodule Geen papier in printer Papier vervangen. Roep de volgende functie op om het
papier te vervangen: [Werkplek] > [Vervanging
printerpapier]
3005 AutoQC Pack-fout AutoQC Pack defect
u AutoQC Pack-fout (p. 397)
Roep de volgende functie op om het defect te verhelpen:
[AutoQC Pack wisselen]
3006 Communicatiefout
AutoQC Pack-chip
Fout AutoQC Pack-chip 1. Roep de volgende functie op om het defect te
verhelpen: [AutoQC Pack wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde en verwijder het
AutoQC Pack.
3. Controleer en reinig (indien noodzakelijk) de
AutoQC Pack-chip.
4. Plaats het AutoQC Pack weer terug en sluit de deur.
5. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,
moet u een nieuw AutoQC Pack plaatsen.
ID Categorie Oorzaak Actie
Tabel 14-2 Defecten
Roche Diagnostics Februari 2015
382 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Waarschuwingen
Waarschuwingen
Als er een waarschuwing in het alarmbereik wordt weergegeven, kan het apparaat
met mogelijke beperkingen worden gebruikt.
Een waarschuwing is hierbij een vroegtijdige kennisgeving, zoals b.v.:
Fluid Pack-waarschuwing - Kritisch vulniveau in Fluid Pack
Figuur 14-4 Alarm
p Waarschuwingen opheffen:
1
Druk op de alarmknop om het alarmscherm te openen.
2
Lees de informatie in de alarmlijst.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
4
Roep de betreffende actie om het probleem op te lossen op.
De volgende typen waarschuwingen zijn mogelijk:
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Voor het opheffen van een hier niet vermelde waarschuwing moet contact worden
opgenomen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging
van Roche Diagnostics.
s
ID Categorie Oorzaak Actie
5000 Fluid Pack-waarschuwing Kritisch vulniveau in Fluid Pack Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [Fluid Pack wisselen]
5001 Fluid Pack-waarschuwing Fluid Pack bijna vervallen Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [Fluid Pack wisselen]
5002 AutoQC Pack-
waarschuwing
Kritisch vulniveau in AutoQC Pack Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [AutoQC Pack wisselen]
5003 AutoQC Pack-
waarschuwing
AutoQC Pack bijna vervallen Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [AutoQC Pack wisselen]
5004 Sensor Cartridge-
waarschuwing
Totaal aantal testen dicht bij de
limiet
Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [Sensor Cartridge wisselen]
5005 Sensor Cartridge-
waarschuwing
Sensor Cartridge bijna vervallen Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen: [Sensor Cartridge wisselen]
5006 Temperatuurwaarschuwi
ng
Temperatuurbereik overschreden 1. Noteer de fouten-ID.
2. Roep de volgende functie op om de fout te verhelpen:
[Systeem herstarten]
3. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
5007 Apparaatwaarschuwing Magnetische schakeling is defect 1. Noteer de fouten-ID.
2. Neem contact op met de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
Tabel 14-3 Waarschuwingen
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 383
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Informatiealarm
Informatiealarm
Terwijl er een informatiealarm in het alarmbereik wordt weergegeven, kan het
apparaat normaal worden gebruikt, maar zijn er acties die nog moeten worden
uitgevoerd.
Een informatiealarm verwijst naar een reeds eerder aangegeven actie, die nog moet
worden uitgevoerd, b.v.:
Figuur 14-5 Informatiealarm
p Informatiealarm opheffen:
1
Druk op de alarmknop om het alarmscherm te openen.
2
Lees de informatie in de alarmlijst.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
4
Voer de betreffende actie uit.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Voor het opheffen van een hier niet vermeld informatiealarm moet contact worden
opgenomen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging
van Roche Diagnostics.
s
ID Categorie Oorzaak Actie
7000 Serviceactie Wissen van apparaat-database is
aangevraagd
Roep de volgende functie op om de waarschuwing op te
heffen:
1. [Systeem herstarten] - om alle databases en
configuraties te wissen.
2. [Annuleren] - om de wisprocedure te annuleren.
7001 Serviceactie Software-update moet nog worden
uitgevoerd
Roep een van de volgende functies op om de actie, die
nog moet worden uitgevoerd, uit te voeren of te
annuleren:
1. [Systeem herstarten] - om de software-
updateprocedure te voltooien.
2. [Annuleren] - om de software-updateprocedure te
annuleren.
7002 Serviceactie Configuratie van bestand moet nog
worden uitgevoerd
Roep een van de volgende functies op om de actie, die
nog moet worden uitgevoerd, uit te voeren of te
annuleren:
1. [Systeem herstarten] - om het geïmporteerde
configuratiebestand te installeren.
2. [Annuleren] - om de installatieprocedure te
annuleren.
Tabel 14-4 Informatiealarm
Roche Diagnostics Februari 2015
384 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Acties om problemen op te lossen
q
OPMERKING
Identificeer de betreffende parameters en het aantal ervan vóór het uitvoeren van de acties
en volg de bijbehorende aanwijzingen op.
Parameter niet gekalibreerd
Een of meer sensorparameters zijn niet gekalibreerd
Sensorparameters (BG - ISE - Glu - Lac)
De volgende parameters behoren tot de sensorparameters:
o pH
o PCO
2
o PO
2
o Hct
o Na
+
o K
+
o Ca
2+
o Cl
o Glu
o Lac
Oxymeterparameters (tHb - COOX)
De volgende parameters behoren tot de oxymeterparameters:
o tHb
o COOX (inclusief COHb, MetHb, O
2
Hb, HHb, SO
2
en bilirubine)
De actie om het probleem op te lossen was succesvol. Er zijn geen
aanvullende acties nodig. Tenslotte moet er eventueel een
kwaliteitscontrole op 3 niveaus worden uitgevoerd.
De actie om het probleem op te lossen was niet succesvol. Ga om het
probleem op te lossen verder met de volgende actie in de lijst.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Roep een "Kalibratie voor Gereed" op.
Druk op de volgende knoppen om de kalibratie op te roepen:
[Apparaat] > [Kalibratie voor Gereed]
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Voer de interne bevochtigingsroutine uit.
Druk op de volgende knoppen om de bevochtigingsroutine
op te roepen: [Hulpmiddelen] > [Sensor Cartridge interne
bevochtig.routine]
Roep vervolgens een andere Kalibratie voor Gereed op.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
Tabel 14-5 Parameter niet gekalibreerd
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 385
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Een of meer oxymeterparameters zijn niet gekalibreerd
3. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
4. Vervang de Sensor Cartridge.
Plaats een nieuwe Sensor Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Sensor Cartridge
wisselen (p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
5. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
Tabel 14-5 Parameter niet gekalibreerd
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Roep een "Kalibratie voor Gereed" op.
Druk op de volgende knoppen om de kalibratie op te roepen:
[Apparaat] > [Kalibratie voor Gereed]
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
2. Opnieuw plaatsen van het reeds geplaatste Fluid Pack.
1. Druk om het Fluid Pack te verwijderen op de volgende
knoppen: [Werkplek] > [Fluid Pack wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder het reeds geplaatste Fluid Pack.
4. Plaats hetzelfde Fluid Pack weer terug.
5. Sluit de deur aan de voorzijde.
6. Automatische follow-upacties worden gestart.
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
4. Vervang het Fluid Pack. Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
5. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-6 Parameter niet gekalibreerd
Roche Diagnostics Februari 2015
386 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing
q
OPMERKING
Identificeer de betreffende parameter en het niveau van het controlemateriaal dat het
probleem veroorzaakt vóór het uitvoeren van de actie. Het QC-probleem kan alleen worden
opgelost door een correcte, binnen het bereik liggende QC-meting uit te voeren, waarbij
hetzelfde QC-niveau moet worden gebruikt.
Bij een of meer sensorparameters is een QC-blokkering of QC-waarschuwing in
werking gesteld
Bij alle sensorparameters is een QC-blokkering of QC-waarschuwing in werking
gesteld
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Voer een handmatige QC-meting uit.
Druk om de handmatige QC-meting op te roepen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [QC-meting]
u Raadpleeg voor meer informatie over de handmatige
QC-meting hoofdstuk 9 Kwaliteitscontrole (p. 241),
sectie Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS
B (p. 248).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Roep een systeemkalibratie op.
Druk op de volgende knoppen om de kalibratie op te roepen:
[Apparaat] > [Systeemkalibratie]
Herhaal vervolgens de handmatige QC-meting.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Voer de interne bevochtigingsroutine uit.
Druk op de volgende knoppen om de bevochtigingsroutine
op te roepen: [Hulpmiddelen] > [Sensor Cartridge interne
bevochtig.routine]
Roep vervolgens een andere systeemkalibratie op en voer een
handmatige QC-meting uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
4. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
5. Vervang de Sensor Cartridge.
Plaats een nieuwe Sensor Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
6. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-7 Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 387
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Bij een of meer oxymeterparameters is een QC-blokkering of QC-waarschuwing in
werking gesteld
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Voer een handmatige QC-meting uit.
Druk om de handmatige QC-meting op te roepen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [QC-meting]
u Raadpleeg voor meer informatie over de handmatige
QC-meting hoofdstuk 9 Kwaliteitscontrole (p. 241),
sectie Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS
B (p. 248).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Voer de interne bevochtigingsroutine uit.
Druk op de volgende knoppen om de bevochtigingsroutine
op te roepen: [Hulpmiddelen] > [Sensor Cartridge interne
bevochtig.routine]
Roep vervolgens een andere systeemkalibratie op en voer een
handmatige QC-meting uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Tabel 14-8 Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Voer een handmatige QC-meting uit.
Druk om de handmatige QC-meting op te roepen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [QC-meting]
u Raadpleeg voor meer informatie over de handmatige
QC-meting hoofdstuk 9 Kwaliteitscontrole (p. 241),
sectie Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS
B (p. 248).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Roep een oxymeterkalibratie op.
Druk op de volgende knoppen om de kalibratie op te roepen:
[Apparaat] > [Oxymeterkalibratie]
Herhaal vervolgens de handmatige QC-meting.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Opnieuw plaatsen van het reeds geplaatste Fluid Pack.
1. Druk om het Fluid Pack te verwijderen op de volgende
knoppen: [Werkplek] > [Fluid Pack wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder het reeds geplaatste Fluid Pack.
4. Plaats hetzelfde Fluid Pack weer terug.
5. Sluit de deur aan de voorzijde.
6. Automatische follow-upacties worden gestart.
Herhaal vervolgens de handmatige QC-meting.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
Tabel 14-9 Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing
Roche Diagnostics Februari 2015
388 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Sensor Cartridge-fout
Type fout Sensor Cartridge defect
Type fout Sensor Cartridge vuil
4. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
5. Vervang het Fluid Pack.
Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
6. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
Tabel 14-9 Parameters met QC-blokkering of QC-waarschuwing
ID
FOUTMELDING
13
Vulling van Sensor Cartridge niet mogelijk
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-10 Sensor Cartridge-fouten
ID
FOUTMELDING
18
Sensor Cartridge vuil
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 389
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Type fout Stroomonderbreking tijdens wisselen Sensor Cartridge
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Verwijder de reeds geplaatste Sensor Cartridge.
1. Druk om de Sensor Cartridge te verwijderen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [Sensor Cartridge
wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder de reeds geplaatste Sensor Cartridge.
4. Controleer na het verwijderen van de Sensor Cartridge de
achterkant van de Sensor Cartridge op eventuele
vervuilingen. Reinig bij vervuiling voorzichtig met een
droge doek.
5. Plaats de gereinigde Sensor Cartridge vervolgens weer
terug.
6. Roep de volgende functie op: [Fluid Pack wisselen].
7. Verwijder het Fluid Pack, controleer de koppelingsdelen
van het Fluid Pack op zichtbare vervuilingen en reinig
deze indien nodig voorzichtig.
8. Plaats het Fluid Pack weer terug.
9. Sluit de deur aan de voorzijde.
10. Automatische follow-upacties worden gestart.
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
3. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
4. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-11 Sensor Cartridge-fouten
ID
FOUTMELDING
1001
Stroomonderbreking tijdens wisselen Sensor Cartridge
Roche Diagnostics Februari 2015
390 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Opgebruikt of vervallen
q
OPMERKING
Er kunnen verschillende redenen zijn, waarom een Sensor Cartridge als opgebruikt of
vervallen wordt aangemerkt. De onderstaande groepen geven de grondoorzaken van de
beschreven foutmeldingen weer.
Type fout
Sensor Cartridge-fouten - groep 1
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Verwijder de reeds geplaatste Sensor Cartridge.
1. Druk om de Sensor Cartridge te verwijderen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [Sensor Cartridge
wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder de reeds geplaatste Sensor Cartridge.
4. Plaats dezelfde Sensor Cartridge weer terug.
5. Sluit de deur aan de voorzijde.
6. Automatische follow-upacties worden gestart.
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
3. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
4. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-12 Sensor Cartridge-fouten
ID
FOUTMELDING
1002
Sensor Cartridge ongeldig
FOUTMELDING
Sensor Cartridge ontbreekt
REDEN
Er is geen Sensor Cartridge geplaatst.
FOUTMELDING
Sensor Cartridge vervallen
REDEN
De vervaldatum van de geplaatste Sensor Cartridge is overschreden.
FOUTMELDING
Geen resterende testen voor deze Sensor Cartridge
REDEN
Het maximale aantal voor de geplaatste Sensor Cartridge toegestane
testen is bereikt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 391
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Sensor Cartridge-fouten - groep 2
q
OPMERKING
Deze foutmeldingen worden veroorzaakt door onjuist gebruik van de Sensor Cartridge en
kunnen worden voorkomen. Ze geven geen slechte werking van een Sensor Cartridge of
van het apparaat aan.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-13 Sensor Cartridge-fouten
FOUTMELDING
Sensor Cartridge is niet correct vervangen.
REDEN
De Sensor Cartridge is vervangen zonder de correcte
vervangingsprocedure te volgen, b.v. vervangen terwijl het apparaat
uitgeschakeld was.
FOUTMELDING
Sensor Cartridge is te vaak gewisseld.
REDEN
Dezelfde Sensor Cartridge is meer dan 256 maal verwijderd en weer
teruggeplaatst.
FOUTMELDING
Sensor Cartridge is te lang buiten het apparaat geweest.
REDEN
De maximale ononderbroken periode (24 uren), dat een Sensor
Cartridge buiten het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is
bewaard en waarna opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden.
FOUTMELDING
Totale tijd van Sensor Cartridge buiten apparaat heeft toegestane
limiet overschreden.
REDEN
De maximale totale tijdsduur (tien dagen), dat een Sensor Cartridge
buiten het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is bewaard en
waarna opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden. De totale
tijd is de som van alle afzonderlijke gebeurtenissen, waarbij een
ononderbroken periode van 24 uren per gebeurtenis niet wordt
overschreden.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-14 Sensor Cartridge-fouten
Roche Diagnostics Februari 2015
392 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Sensor Cartridge-fouten - groep 3
q
OPMERKING
Foutmeldingen veroorzaakt door onverwachte problemen met de Sensor Cartridge. Neem
voor ondersteuning contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Verwijderen van Sensor Cartridge niet mogelijk
Fluid Pack-fout
Het Fluid Pack kan op verschillende manieren worden beschadigd. Deze kunnen
worden verdeeld in twee groepen.
Fluid Pack defect - groep 1
FOUTMELDING
Sensor Cartridge-chip bevat ongeldige gegevens.
REDEN
De Sensor Cartridge-chip bevat niet de verwachte gegevens.
FOUTMELDING
Versie van de Sensor Cartridge-chip wordt niet ondersteund door de
actuele software.
REDEN
De actueel geïnstalleerde versie van de apparatensoftware kan de
gegevens van de Sensor Cartridge-chip niet accepteren.
Maatregel voor verhelpen Resultaat en verdere actie
1. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Vervang de Sensor Cartridge. Plaats een nieuwe Sensor
Cartridge.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
de Sensor Cartridge hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Sensor Cartridge wisselen
(p. 355).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
Tabel 14-15 Sensor Cartridge-fouten
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
Tabel 14-16 Sensor Cartridge-fouten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 393
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Type fout:
Fluid Pack defect - groep 2
Type fout:
ID
FOUTMELDING
3
SIM-systeemstop
4
Monstersensor-systeemstop
5
Klep-systeemstop
6
Systeemstop veroorzaakt door wasfout
8
Systeemstop veroorzaakt door een leeg systeem
19
Lekkage van het vloeistofsysteem
20
Vloeistofsysteem verstopt
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Vervang het Fluid Pack. Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-17 Fluid Pack-fouten
ID
FOUTMELDING
7
Systeemstop veroorzaakt door onvoldoende vulling met referentieoplossing
9
Systeemstop door plaatsing van oplossing
10
Systeemstop door plaatsing van monster
Roche Diagnostics Februari 2015
394 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
u Raadpleeg voor meer informatie paragraaf Controle van de klepstand (p. 408).
Opgebruikt of vervallen
q
OPMERKING
Er kunnen verschillende redenen zijn, waarom een Fluid Pack als opgebruikt of vervallen
wordt aangemerkt. De onderstaande groepen geven de grondoorzaken van de beschreven
foutmeldingen weer.
Type fout:
Fluid Pack-fouten - groep 3
q
OPMERKING
Tijdens de normale werking zijn dit gebruikelijke en te verwachten foutmeldingen. Ze
geven geen slechte werking van een Fluid Pack of van het apparaat aan.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Voer de interne bevochtigingsroutine uit.
Druk op de volgende knoppen om de bevochtigingsroutine
op te roepen: [Hulpmiddelen] > [Sensor Cartridge interne
bevochtig.routine]
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Verwijder de reeds geplaatste verbruiksmaterialen.
1. Druk op de volgende knoppen om de
verbruiksmaterialen te verwijderen: [Werkplek] >
[Sensor Cartridge wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder de reeds geplaatste Sensor Cartridge.
4. Verwijder het reeds geplaatste Fluid Pack.
5. Plaats dezelfde Sensor Cartridge weer terug.
6. Plaats hetzelfde Fluid Pack weer terug.
7. Sluit de deur aan de voorzijde.
8. Automatische follow-upacties worden gestart.
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
4. Vervang het Fluid Pack. Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
5. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-18 Fluid Pack-fouten
ID
FOUTMELDING
1003
Zie de onderstaande groepen en de bijbehorende korte verklaringen.
FOUTMELDING
Fluid Pack ontbreekt
REDEN
Er is geen Fluid Pack geplaatst.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 395
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Fluid Pack-fouten - groep 4
q
OPMERKING
Deze foutmeldingen worden veroorzaakt door onjuist gebruik van het Fluid Pack en
kunnen worden voorkomen. Ze geven geen slechte werking van een Fluid Pack of van het
apparaat aan.
FOUTMELDING
Fluid Pack vervallen.
REDEN
De vervaldatum van het geplaatste Fluid Pack is overschreden.
FOUTMELDING
Fluid Pack is leeg.
REDEN
Het maximale aantal voor het geplaatste Fluid Pack toegestane
testen is bereikt.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang het Fluid Pack. Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-19 Fluid Pack-fouten
FOUTMELDING
Fluid Pack is niet correct vervangen.
REDEN
Het Fluid Pack is vervangen zonder de correcte
vervangingsprocedure te volgen, b.v. vervangen terwijl het apparaat
uitgeschakeld was.
FOUTMELDING
Fluid Pack is te vaak gewisseld.
REDEN
Hetzelfde Fluid Pack is meer dan 256 maal verwijderd en weer
teruggeplaatst.
FOUTMELDING
Fluid Pack is te lang buiten het apparaat geweest.
REDEN
De maximale ononderbroken periode (24 uren), dat een Fluid Pack
buiten het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is bewaard en
waarna opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden.
FOUTMELDING
Totale tijd van Fluid Pack buiten apparaat heeft toegestane limiet
overschreden.
REDEN
De maximale totale tijdsduur (40 dagen), dat een Fluid Pack buiten
het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is bewaard en waarna
opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden. De totale tijd is de
som van alle afzonderlijke gebeurtenissen, waarbij een
ononderbroken periode van 24 uren per gebeurtenis niet wordt
overschreden.
Roche Diagnostics Februari 2015
396 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Fluid Pack-fouten - groep 5
q
OPMERKING
Foutmeldingen veroorzaakt door onverwachte problemen met het Fluid Pack. Neem voor
ondersteuning contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Verwijderen van het Fluid Pack niet mogelijk
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang het Fluid Pack.
Plaats een nieuw Fluid Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-20 Fluid Pack-fouten
FOUTMELDING
Fluid Pack-chip bevat ongeldige gegevens.
REDEN
De Fluid Pack-chip bevat niet de verwachte gegevens, b.v. bij de
plaatsing van een type Fluid Pack zonder COOX in een apparaat met
COOX.
FOUTMELDING
Versie van de Fluid Pack-chip wordt niet ondersteund door de
actuele software.
REDEN
De actueel geïnstalleerde versie van de apparatensoftware kan de
gegevens van de Fluid Pack-chip niet accepteren.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Vervang het Fluid Pack. Plaats een nieuw Fluid Pack
(controleer of het het juiste type Fluid Pack is)
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het Fluid Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie Fluid Pack wisselen (p. 358).
Voer kwaliteitscontrole op 3 niveaus uit.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
Tabel 14-21 Fluid Pack-fouten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 397
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
AutoQC Pack-fout
Opgebruikt of vervallen
q
OPMERKING
Er kunnen verschillende redenen zijn, waarom een AutoQC Pack als opgebruikt of
vervallen wordt aangemerkt. De onderstaande groepen geven de grondoorzaken van de
beschreven foutmeldingen weer.
Type fout:
AutoQC Pack-fouten - groep 1
q
OPMERKING
Tijdens de normale werking zijn dit gebruikelijke en te verwachten foutmeldingen. Ze
geven geen slechte werking van een AutoQC Pack of van het apparaat aan.
AutoQC Pack-fouten - groep 2
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
Tabel 14-22 Fluid Pack-fouten
ID
FOUTMELDING
3000
Zie de onderstaande groepen en de bijbehorende korte verklaringen.
FOUTMELDING
AutoQC Pack vervallen
REDEN
De vervaldatum van het geplaatste AutoQC Pack is overschreden.
FOUTMELDING
AutoQC Pack is leeg
REDEN
Het voor het geplaatste AutoQC Pack maximale aantal ampullen is
bereikt.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang het AutoQC Pack.
Plaats een nieuw AutoQC Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het AutoQC Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie AutoQC Pack wisselen
(optioneel) (p. 361).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-23 AutoQC Pack-fouten
Roche Diagnostics Februari 2015
398 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
q
OPMERKING
Deze foutmeldingen worden veroorzaakt door onjuist gebruik van het AutoQC Pack en
kunnen worden voorkomen. Ze geven geen slechte werking van een AutoQC Pack of van
het apparaat aan.
AutoQC Pack defect
Type fout:
FOUTMELDING
AutoQC Pack is te vaak gewisseld.
REDEN
Hetzelfde AutoQC Pack is meer dan 256 maal verwijderd en weer
teruggeplaatst.
FOUTMELDING
AutoQC Pack is te lang buiten het apparaat geweest.
REDEN
De maximale ononderbroken periode (zeven dagen), dat een
AutoQC Pack buiten het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is
bewaard en waarna opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden.
FOUTMELDING
Totale tijd van AutoQC Pack buiten apparaat heeft toegestane limiet
overschreden.
REDEN
De maximale totale tijdsduur (zeven dagen), dat een AutoQC Pack
buiten het apparaat of in een uitgeschakeld apparaat is bewaard en
waarna opnieuw gebruik is toegestaan, is overschreden. De totale
tijd is de som van alle afzonderlijke gebeurtenissen, waarbij een
ononderbroken periode van zeven dagen per gebeurtenis niet wordt
overschreden.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang het AutoQC Pack.
Plaats een nieuw AutoQC Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het AutoQC Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie AutoQC Pack wisselen
(optioneel) (p. 361).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-24 AutoQC Pack-fouten
ID
FOUTMELDING
3005
Zie de onderstaande fouten en de bijbehorende korte verklaringen.
FOUTMELDING
AutoQC Pack ontbreekt
REDEN
Er is geen AutoQC Pack geplaatst.
FOUTMELDING
AutoQC Pack is niet correct vervangen
REDEN
Het AutoQC Pack is vervangen zonder de correcte
vervangingsprocedure te volgen, b.v. vervangen terwijl het apparaat
uitgeschakeld was.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 399
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
AutoQC-modulefout
AutoQC-module defect
q
OPMERKING
Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor een AutoQC-modulefout, zoals splinters van
ampullen die in de AutoQC-module terecht zijn gekomen en hierdoor de juiste
bewegingen van de AutoQC-module onmogelijk maken.
Type fout:
VOORZICHTIG!
Risico van snijwonden door glassplinters
Het niet opvolgen van de onderstaande aanwijzingen kan resulteren in snijwonden en/of
ernstig letsel.
r Draag goedgekeurde beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
r Gebruik een borstel om glassplinters of scherven te verwijderen.
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Het geplaatste AutoQC Pack verwijderen.
1. Druk om het AutoQC Pack te verwijderen op de
volgende knoppen: [Werkplek] > [AutoQC Pack
wisselen]
2. Open de deur aan de voorzijde.
3. Verwijder het geplaatste AutoQC Pack.
4. Plaats hetzelfde AutoQC Pack weer terug.
5. Sluit de deur aan de voorzijde.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Vervang het AutoQC Pack.
Plaats een nieuw AutoQC Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het AutoQC Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 347), sectie AutoQC Pack wisselen
(optioneel) (p. 361).
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
3. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Tabel 14-25 AutoQC Pack-fouten
ID
FOUTMELDING
3001
AutoQC-module defect
Roche Diagnostics Februari 2015
400 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Verwijder het defecte AutoQC Pack:
1. Druk op de alarmknop om het meldingenvenster te
openen.
2. Druk op [Recovery AutoQC] om de geleide werkstroom
te starten om het verwijderen van het beschadigde
AutoQC Pack te ondersteunen.
Opmerking: Terwijl het apparaat bezig is met het
voorbereiden van het verwijderen van het AutoQC Pack,
kunnen er vreemde geluiden worden gehoord.
3. Open de deur aan de voorzijde.
4. Verwijder het geplaatste (defecte) AutoQC Pack.
5. Druk op [Speel de video af] om de aanwijzingen van de
video te bekijken. Deze stap kan, indien noodzakelijk,
meerdere malen worden herhaald.
6. Gebruik een gewone borstel om de AutoQC-module te
reinigen en eventuele blokkades in de AutoQC-module,
zoals glassplinters, ampulkoppen of ampulbodies, te
verwijderen.
u Zie de AutoQC-veiligheidsinstructies beschreven in
hoofdstuk 13, AutoQC Pack wisselen (optioneel)
(p. 361)
u Zie Voorbeelden van blokkades van de AutoQC-
module op Voorbeelden van blokkades van de
AutoQC-module (p. 401)
7. Druk na het reinigen van de AutoQC-module op
[Verdergaan].
8. Sluit de deur aan de voorzijde.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
-
Herhaal de procedure om het defecte AutoQC Pack
nogmaals. Maak en verzend, als het AutoQC Pack na het
herhalen van de procedure niet kan worden verwijderd,
het Rapport Oplossen problemen en neem voor
ondersteuning contact op met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
Opmerking: Probeer het AutoQC Pack nooit met kracht
te verwijderen, omdat de AutoQC-module anders blijvend
kan worden beschadigd.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Wacht tot de lift van de AutoQC-module is geïnitialiseerd.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
-
Herhaal de bovenstaande stap nogmaals en maak de
AutoQC-module nog eens goed schoon, waarbij vooral
aandacht moet worden besteed aan het gedeelte onder de
lift. Maak en verzend, als na het herhalen van deze stap
opnieuw een fout is opgetreden, het Rapport Oplossen
problemen en neem voor ondersteuning contact op met
de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
3. Vervang het AutoQC Pack.
Plaats een nieuw AutoQC Pack.
u Raadpleeg voor meer informatie over het wisselen van
het AutoQC Pack hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen
wisselen (p. 3), sectie AutoQC Pack wisselen (optioneel)
(p. 17).
-
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
4. Neem voor verdere maatregelen contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Tabel 14-26 AutoQC Pack-fouten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 401
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Voorbeelden van blokkades van de AutoQC-module
Figuur 14-6 Ampulkop terechtgekomen onder de lift van de AutoQC-module
Figuur 14-7 De kop en body van een ampul terechtgekomen onder de lift van de AutoQC-
module
Figuur 14-8 Ampulbody terechtgekomen onder de lift van de AutoQC-module
Roche Diagnostics Februari 2015
402 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Oxymetermodulefout
Oxymetermodule defect
Type fout:
Fout printermodule
Printermodule defect
Type fout:
Geen papier in printer
Type fout:
ID
FOUTMELDING
3002
Oxymetermodule defect
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-27 Oxymetermodulefout
ID
FOUTMELDING
3003
Printermodule defect
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-28 Fout printermodule
ID
FOUTMELDING
3004
Geen papier in printer
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 403
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Apparaatfout
Analyseapparaat defect
Type fout:
Interne controlemodule reageert niet
Type fout:
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Vervang het printerpapier.
Plaats een nieuwe rol printerpapier.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Maak een Rapport Oplossen problemen en verzend dit.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Tabel 14-29 Fout printermodule
ID
FOUTMELDING
1
AutoQC-systeemstop
12
Klephardware defect
14
Meetkamermodule defect
15
Printplaat voor sturing van vloeistofstromen defect
16
Printplaat van oxymetermodule defect
17
UIM-hardware/netspanningadapter defect
23
C-stroomaansluitingsfout
Maatregel voor verhelpen Resultaat en verdere actie
1. Stel een Troubleshooting-Report op.
u Raadpleeg voor meer informatie over het
Troubleshooting-Report deel Rapport Oplossen
problemen (p. 410).
Druk daarna op de toets [Systeem uitschakelen].
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-30 Apparaatfouten
ID
FOUTMELDING
2
Microcontroller-systeemstop
Roche Diagnostics Februari 2015
404 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Acties om problemen op te lossen
Interne softwarefout
Type fout:
Geen toegang tot CF-kaart
Type fout:
Software-update mislukt
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Druk vervolgens op de knop [Systeem herstarten].
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-31 Apparaatfouten
ID
FOUTMELDING
1000
Databaseserver niet gestart
1004
Time-out van het planningsprogramma
1009
Gegevenssynchronisatiefout op CF-kaart
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Druk vervolgens op de knop [Systeem herstarten].
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-32 Apparaatfouten
ID
FOUTMELDING
1007
Geen toegang tot CF-kaart
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Druk vervolgens op de knop [Systeem uitschakelen].
Druk om het cobas b 123 POC system te starten op de
Aan/Uit-toets op het achterpaneel van het apparaat.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-33 Apparaatfouten
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 405
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Acties om problemen op te lossen
Type fout:
Vervangend onderdeel niet geïnitialiseerd
Type fout:
ID
FOUTMELDING
1008
Softwareversie komt niet overeen
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Druk daarna op de toets [Systeem herstarten].
Druk om het cobas b 123 POC system te starten op de
Aan/Uit-toets op het achterpaneel van het apparaat.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-34 Apparaatfouten
ID
FOUTMELDING
21
Onbekende C-printplaat
Actie om probleem op te lossen Resultaat en verdere actie
1. Maak een Rapport Oplossen problemen.
u Raadpleeg de paragraaf Rapport Oplossen problemen
(p. 410) voor meer informatie over het Rapport
Oplossen problemen.
Druk vervolgens op de knop [Systeem herstarten].
Druk om het cobas b 123 POC system te starten op de
Aan/Uit-toets op het achterpaneel van het apparaat.
Ga verder met de volgende actie om het probleem op te
lossen
2. Neem voor ondersteuning contact op met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Verzend een Rapport Oplossen problemen.
Tabel 14-35 Apparaatfouten
Roche Diagnostics Februari 2015
406 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Sensor Cartridge-bevochtigingsroutine
Sensor Cartridge-bevochtigingsroutine
Het cobas b 123 POC system voert de interne bevochtiging na het plaatsen van een
nieuwe, onbevochtigde Sensor Cartridge automatisch uit.
Na voltooiing van de interne bevochtiging wordt automatisch een 2P-kalibratie als
follow-upactie opgeroepen.
Als een extra bevochtiging van de Sensor Cartridge gewenst is, kan dit ofwel met een
bevochtigingsoplossing (interne bevochtiging) of bij voorkeur met een
volbloedmonster (externe bevochtiging) worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r Het gebruik van andere dan de door Roche aanbevolen bevochtigingsvloeistoffen kan
tot kalibratie- en meetfouten leiden.
Interne bevochtiging
De interne bevochtiging kan indien nodig ook handmatig worden opgeroepen.
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Sensor Cartridge interne bevochtig.routine]
Bij de interne bevochtigingsroutine wordt een bevochtigingsoplossing (WET) uit het
Fluid Pack gebruikt voor de bevochtiging van de Sensor Cartridge.
Na voltooiing van de interne bevochtiging wordt automatisch een 2P-kalibratie als
follow-upactie opgeroepen.
Externe bevochtiging
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Vóór het starten van een externe bevochtiging is het vereist om een
monsterafnamemateriaal (monsterhouder) met humaan volbloed voor te bereiden
(1)
.
Het volbloed mag niet ouder zijn dan 24 uren. Het dient heparine als anticoagulans te
bevatten.
o Voor deze bevochtiging in de spuitmodus is een monstervolume van ten minste
1 mL in een 2 mL-spuit nodig.
o Voor de bevochtiging in de capillaire modus is een monstervolume van ten
minste 180 μL nodig.
Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
[Sensor Cartridge bevochtigingsroutine]
De bevochtiging van de Sensor Cartridge kan zowel in de spuitmodus als in de
capillaire modus worden uitgevoerd.
Nadat de externe bevochtiging is afgesloten, wordt aanbevolen om handmatig een
"Kalibratie voor Gereed" te starten.
Druk om de gewenste invoermodus te selecteren op de betreffende knop.
(1) De bloedmonsters dienen uitsluitend conform de geldende wetgeving en ethische regels te worden
gebruikt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 407
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Sensor Cartridge-bevochtigingsroutine
p Voorbereiden van de bevochtiging
1
Vervolgens bereidt het apparaat automatisch de bevochtiging van de Sensor
Cartridge voor. Wacht tot de voorbereidingstijd is verstreken.
2
Bevestig het betreffende monsterafnamemateriaal (monsterhouder) stevig in de
vulopening en druk op [Monster opzuigen].
Figuur 14-9 Opzuigen van het monster
3
Het monster wordt opgezogen.
4
Verwijder het monsterafnamemateriaal (monsterhouder) en druk op
[Verwijderen van monsterhouder bevestigen].
Figuur 14-10 Verwijderen van het monster
5
De Sensor Cartridge wordt automatisch bevochtigd.
s
De bevochtiging wordt gestart in de capillaire
modus.
De bevochtiging wordt gestart in de spuitmodus.
Roche Diagnostics Februari 2015
408 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Controle van de klepstand
Controle van de klepstand
Als tijdens het verhelpen van een Fluid Pack-fout een reeds geplaatst Fluid Pack
opnieuw moet worden geplaatst, is het absoluut noodzakelijk vóór het plaatsen de
stand van de kleppen aan de achterkant van het Fluid Pack te controleren. Daarnaast
moet ook de klepstand in het apparaat worden gecontroleerd.
u Raadpleeg voor meer informatie over de initialisatie van de zakkleppen zonder Fluid Pack
hoofdstuk 12 Softwarefuncties (p. 305), sectie Module voor sturing van vloeistofstromen
(FCM) (p. 341) - Kleppen.
Figuur 14-11 Stand van de kleppen
Een verkeerde klepstand kan b.v. met behulp van een pen eenvoudig worden
verholpen.
Om de stand van een Fluid Pack-klep te corrigeren, moet u de punt van een pen in de
holte van de klep plaatsen en de stand van de klep aanpassen.
A Correcte stand van de kleppen B Onjuiste klepstand (3e klep, in het midden)
Om direct contact met biologisch werkzame stoffen te vermijden, moet een geschikte
beschermende uitrusting, zoals laboratoriumkleding, beschermende handschoenen,
veiligheidsbril en, indien nodig, maskers, worden gedragen. Bovendien is een
veiligheidsvizier noodzakelijk, als het risico van spatten bestaat. Geschikte
ontsmettingsprocedures moeten worden toegepast.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 409
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Barcodescanner
Barcodescanner
p Barcodescanner
q
Als er zich problemen voordoen bij het inlezen van barcodes met de bij de levering
inbegrepen barcodescanner (MS 180 PS2-handscanner met geïntegreerde decoder),
moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
1
Zorg ervoor, dat uw barcodescanner goed is verbonden met de
interfaceaansluiting van het apparaat.
2
Onderzoek de toestand van de kabel zorgvuldig en let op breuken of losse
kabeldelen.
3
Controleer de stroomvoorziening door te controleren of het LED-licht brandt
(permanent brandend of alleen knipperend). Daarnaast laat de scanner bij het
lezen van een barcode een pieptoon horen.
4
Gebruik de testfunctie op het apparaat om een barcode met bekende tekens in te
lezen. Als de tekens correct worden overgebracht en weergegeven, geeft de
barcodescanner dit aan door een knipperend licht en een pieptoon.
5
Bij problemen worden de tekens niet correct of zelfs helemaal niet overgebracht
en/of weergegeven. Ga verder met stap 6:
6
Koppel de kabel van de barcodescanner los van het apparaat.
7
Sluit de kabel van de barcodescanner opnieuw aan op het apparaat.
8
Herhaal stap 4 om het functioneren opnieuw te controleren. Als de scanner nog
steeds niet functioneert, moet u verdergaan met stap 9.
9
Stel de barcodescanner met behulp van de handleiding van de barcodescanner in
op de standaardinstellingen:
o Selecteer bij ontbrekende of verkeerde tekens groep 10 "Intercharacter Delay"
en lees de met "4mS" (B013$) of "16mS" (B014$) gelabelde barcode.
o Selecteer, als er geen tekens worden weergegeven, maar er wel LED-licht
zichtbaar is en de scanner bij het lezen van een barcode een pieptoon laat
horen, groep 1 "Computer type" en lees de met "Notebook*" (C007$) gelabelde
barcode. Denk eraan dat deze code een aangesloten toetsenbord
uitschakelt.
o Selecteer, als een bepaald codetype niet kan worden gelezen, groep 15 "Enable
symbologies" en lees de met "Enable all code" (A002$) gelabelde barcode.
Als het probleem hierdoor niet is opgelost, moet u contact opnemen met de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
410 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Rapport Oplossen problemen
Rapport Oplossen problemen
Het Rapport Oplossen problemen maken
Het Rapport Oplossen problemen is een automatisch door het apparaat gegenereerd
rapport dat bij een probleem met het apparaat of een verbruiksmateriaal door de de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics
of de serviceorganisaties wordt gebruikt voor een uitgebreide analyse.
Het Rapport Oplossen problemen wordt ook gebruikt voor de beoordeling van
klachten.
Druk om het Rapport Oplossen problemen te maken op de volgende knoppen:
[Hulpmiddelen] > [Export/import] > [Rapport Oplossen problemen exporteren]
p Een Rapport Oplossen problemen maken
1
Selecteer en markeer een of meerdere opgetreden problemen in de lijst en druk op
deze knop.
2
Ga verder met de knop [Volgende].
3
Selecteer en markeer een of meerdere uitgevoerde acties om de problemen op te
lossen in de lijst en druk op deze knop.
4
Druk op de knop [Volgende].
5
Druk om het Rapport Oplossen problemen te exporteren op de volgende knop:
[Export naar USB]
6
Steek het USB-opslagmedium in het apparaat.
Figuur 14-12 USB-opslagmedium
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 411
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Rapport Oplossen problemen
7
Druk op de knop [Start] om de gegevensexport te starten.
Het Rapport Oplossen problemen wordt onmiddellijk naar het eerder geplaatste
USB-opslagmedium geëxporteerd.
q
OPMERKING
Als het USB-opslagmedium niet voldoende geheugencapaciteit beschikbaar heeft,
verschijnt er een desbetreffende foutmelding. De gegevensoverdracht wordt
geannuleerd.
8
Trek na voltooiing van de gegevensexport het USB-opslagmedium uit het
apparaat.
q
OPMERKING
Aan de achterzijde van het cobas b 123 POC system bevinden zich nog twee USB-
interfaces.
s
Roche Diagnostics Februari 2015
412 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Depot-reparatie
Depot-reparatie
q
OPMERKING
De paragraaf "Depot-reparatie" is alleen van toepassing, als deze service wordt
aangeboden door de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics. Afhankelijk van nationale organisatie kan het beschreven proces
anders zijn of afwijken.
Bij onduidelijkheden of vragen over de paragraaf "Depot-reparatie" moet contact worden
opgenomen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 413
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Bij de "Depot-reparatie"-procedure gaat het om een reparatieprocedure voor defecte
apparaten van klanten die niet ter plaatse bij de klant maar in een reparatiecentrum
van Roche (lokaal of globaal) wordt uitgevoerd. Gedurende deze tijd krijgt de klant
een vervangend apparaat dat correct moet worden ingesteld om het apparaat van de
klant te vervangen.
Als een defect cobas b 123 POC system moet worden gerepareerd, wordt een
overeenkomstig vervangend apparaat ter beschikking gesteld. Het vervangende
apparaat wordt naar het adres van de klant verstuurd.
Met het vervangende apparaat worden aanwijzingen voor een ongecompliceerd
omwisselen van de apparaten geleverd.
q
OPMERKING
Lees om te beginnen de bijgeleverde controlelijst zorgvuldig door. Volg de aanwijzingen
stap voor stap op en vink de betreffende taken na elke stap af.
De Depot-reparatie-controlelijst is verdeeld in 4 onderdelen:
1. Buitenbedrijfstelling van het defecte apparaat
2. Voorbereidingen voor het vervangende apparaat
3. Inbedrijfstelling van het vervangende apparaat
4. Transportvoorbereidingen voor het defecte apparaat
De volgende onderdelen zijn bij de levering inbegrepen:
o Vervangend apparaat voor het cobas b 123 POC system (exclusief
verbruiksmaterialen, barcodescanner, CompactFlash-geheugenkaart,
printerpapier en netspanningadapter)
o Transportverpakking
o Kunststof zak
o Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst
o Adresseringsetiket
q
OPMERKING
Stuur de volledig ingevulde Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst met het defecte
apparaat naar de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
Buitenbedrijfstelling van het defecte apparaat
Om een correct transport te waarborgen, is het absoluut noodzakelijk dat een defect
apparaat correct door middel van de hiervoor op het apparaat beschikbare functie
wordt uitgezet.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een of meerdere stappen van de buitenbedrijfstellingsroutine niet kunnen worden
uitgevoerd, moet u onmiddellijk contact opnemen met de de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Roche Diagnostics Februari 2015
414 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
u Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347),
paragraaf Ontsmetten (p. 349).
q
OPMERKING
Tijdens de buitenbedrijfstellingsprocedure moeten alle verbruiksmaterialen worden
verwijderd. Als het verwijderen van een of meerdere verbruiksmaterialen niet mogelijk is,
neem dan onmiddellijk contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics. De procedure eindigt met het uitzetten van
het apparaat. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie hoofdstuk 7 In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Buitenbedrijfstelling (p. 185).
q
OPMERKING
Maak vóór de buitenbedrijfstelling onder [Hulpmiddelen] > [Export/Import] > [Rapport
Oplossen problemen exporteren] een Rapport Oplossen problemen en exporteer dit naar
een USB-opslagmedium.
u Voor gedetailleerde informatie zie paragraaf Rapport Oplossen problemen (p. 410).
q
OPMERKING
Als een anonimisering van de patiëntengegevens (patiëntennaam, enz.) gewenst is, moet
de servicefunctie [Voorbereiden voor Depot-reparatie] worden uitgevoerd:
h [Hulpmiddelen] > [Servicefuncties] > [Hulpmiddelen] > Voorbereiden voor Depot-
reparatie]
Om in het bereik met de beveiligde servicefuncties te kunnen komen, is een aanmelding
op het niveau van servicegebruiker of hoger nodig.
De functie [Voorbereiden voor Depot-reparatie] anonimiseert de patiëntengegevens
(bijvoorbeeld patiëntennamen). Bij het verlaten van het servicebereik wordt de
buitenbedrijfstellingsroutine automatisch gestart.
p Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
1
[Buiten bedrijf stellen]
2
Bevestig de waarschuwing met [OK].
3
Het verwijderen wordt voorbereid (automatische stap).
4
Open de deur aan de voorzijde.
5
Verwijder het Fluid Pack.
6
Verwijder de Sensor Cartridge en plaats deze op een schone, vlakke ondergrond.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een reeds gebruikt verbruiksmateriaal (b.v. Fluid Pack of Sensor Cartridge) niet
binnen 24 uren in het vervangende apparaat wordt geplaatst, kan het niet meer
opnieuw worden gebruikt. Er moet een nieuw verbruiksmateriaal worden geplaatst.
r Uitzondering: Een reeds gebruikt AutoQC Pack kan binnen 7 dagen opnieuw
worden gebruikt.
Roche adviseert om alle oppervlakken te ontsmetten, voordat het apparaat buiten werking
wordt gesteld.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 415
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
7
Verwijder het AutoQC Pack (optioneel).
8
Ontsmet bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de
betreffende oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek (optioneel).
9
Sluit de deur aan de voorzijde.
10
Druk om de buitenbedrijfstellingsroutine te beëindigen op de knop [Uitzetten].
11
Koppel de netspanningadapter eerst los van het elektriciteitsnet en vervolgens van
het apparaat.
12
Koppel de barcodescanner en de netwerkaansluiting (indien aanwezig) op het
achterpaneel van het apparaat los.
13
Verwijder het USB-opslagmedium (indien aanwezig).
14
Verwijder het printerpapier.
15
Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart uit de hiervoor bestemde
geheugenkaartsleuf aan de achterzijde van het defecte apparaat.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart nooit uit het apparaat, terwijl dit is
ingeschakeld.
Figuur 14-13 De CompactFlash-geheugenkaart verwijderen
s
Voorbereidingen voor het vervangende apparaat
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Let er goed op, dat de transportverpakking van het vervangende apparaat wordt
bewaard.
r Vernietig de transportverpakking niet.
Ga voorzichtig om met de Sensor Cartridge om te voorkomen dat er eventueel vloeistof uit de
Sensor Cartridge naar buiten komt.
A Druk met behulp van een pen op het uitwerpmechanisme. B Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart
Roche Diagnostics Februari 2015
416 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
p Uitpakken
1
Pak het vervangende apparaat helemaal uit.
Figuur 14-14 Uitpakken
2
Plaats het apparaat op een geschikte, vlakke locatie.
u Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk In- en buitenbedrijfstelling (p. 173), sectie
Locatie (p. 5).
3
Plaats de CompactFlash-geheugenkaart in de hiervoor bestemde sleuf aan de
achterzijde van het vervangende apparaat.
Figuur 14-15 CompactFlash-geheugenkaart plaatsen
s
Inbedrijfstelling van het vervangende apparaat
q
OPMERKING
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie hoofdstuk 7 In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Inbedrijfstelling (p. 175).
p Inbedrijfstelling
1
Sluit de barcodescanner en, indien nodig, de netwerkaansluiting aan op de
betreffende interface aan de achterzijde van het cobas b 123 POC system.
2
Verbind de externe netspanningadapter eerst met het apparaat en daarna pas met
het elektriciteitsnet.
A Verwijder de kunststof klemstukken van de
doos en open de transportverpakking.
B Kunststof klemstuk C Apparaat in de geopende
transportverpakking
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 417
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
3
Zet het apparaat aan.
4
Op het scherm verschijnt de vraag of de gegevens van de CF-kaart moeten
worden gekopieerd. Bevestig deze vraag met [Import].
q
OPMERKING
Een back-upkopie van alle instellingen (met uitzondering van het IP-adres) en de
metingen-database wordt automatisch van de CompactFlash-geheugenkaart in het
apparaat geladen.
LET OP!
r Druk in geen geval op de knop [Verwijderen]. Deze actie wist alle gegevens van de
CompactFlash-geheugenkaart.
r Door op de knop [Annuleren] te drukken, wordt het apparaat uitgezet.
5
Controleer de belangrijkste instellingen met behulp van de configuratiewizard en
pas ze indien noodzakelijk aan.
Druk om de configuratiewizard te openen op de knop [Configureren].
Figuur 14-16 Configuratiewizard
Door op de knop [Sluiten] te drukken, worden alle wijzigingen automatisch
opgeslagen.
Door op de knop [Verdergaan] te drukken gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap van de inbedrijfstellingsroutine.
6
De inbedrijfstelling wordt voorbereid (automatische stap).
7
Open de deur aan de voorzijde.
8
Plaats het gebruikte Fluid Pack uit het defecte apparaat in het vervangende
apparaat.
q
OPMERKING
Als het Fluid Pack niet correct kan worden geplaatst, is het mogelijk dat de kleppen
van het Fluid Pack zijn versteld.
u Raadpleeg Controle van de klepstand (p. 408) voor meer informatie over de instelling
van de kleppen van het Fluid Pack.
Bij zichtbare kristallen op de koppelingsdelen van het Fluid Pack moet u deze voorzichtig met
een licht bevochtigde doek (b.v. met gedestilleerd water) reinigen of verwijderen.
Roche Diagnostics Februari 2015
418 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Figuur 14-17 Koppelingsdelen van het Fluid Pack
9
Plaats de gebruikte Sensor Cartridge uit het defecte apparaat in het vervangende
apparaat.
Figuur 14-18 Sensor Cartridge
10
Plaats het gebruikte AutoQC Pack uit het defecte apparaat in het vervangende
apparaat (optioneel).
11
Sluit de deur aan de voorzijde.
12
Plaats het printerpapier uit het defecte apparaat in het vervangende apparaat.
13
Beëindig de inbedrijfstellingsroutine door op de knop [Voltooien] te drukken.
14
Voer een kwaliteitscontrole op alle 3 de niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
uit. Hierbij moet erop worden gelet dat de resultaten overeenstemmen met de
controlewaarden (benoemde waarden).
s
A Koppelingsdelen
A
A A
Bij zichtbare kristallen op de ingangen of de uitgang van de Sensor Cartridge moet u deze
voorzichtig met een licht bevochtigde doek (b.v. met gedestilleerd water) reinigen of
verwijderen.
A Uitgang (naar peristaltische pomp 1 en
afvalwaterzak)
C Ingang (voor kalibratieoplossingen, voor
standby-oplossing en voor het monster)
B Ingang (voor referentieoplossing)
AB C
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 419
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Transportvoorbereiding voor het defecte apparaat
p Transport
1
Vul het gedeelte "Klanteninformatie" in op het bijgevoegde
transportinformatiedocument (incl. verzendingsnummer).
q
OPMERKING
Fax het ingevulde transportinformatiedocument naar de afdeling Customer Service van
de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
2
Monteer de transportbeveiliging en pak het defecte apparaat (exclusief
verbruiksmaterialen, CompactFlash-geheugenkaart, netspanningadapter,
barcodescanner en printerpapier) in het met ontvangen verpakkingsmateriaal.
Figuur 14-19 Voorbereiding van het transport
A Montage van de transportbeveiliging B Plaatsing van het cobas b 123 POC system
in de verpakking
Roche Diagnostics Februari 2015
420 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Figuur 14-20 Transportverpakking
3
Voeg de ingevulde Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst bij het defecte
apparaat.
4
Sluit de transportverpakking en plak de verpakking dicht.
5
Plak het adresseringsetiket op de transportverpakking.
Figuur 14-21 Adresseringsetiket
6
Stuur het volledig ingepakte apparaat naar de afdeling Customer Service van de
betreffende lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
s
A Verpak het defecte apparaat overeenkomstig
de afbeelding. Sluit de transportverpakking.
B Plaats de kunststof klemstukken in de
hiervoor bestemde openingen van de
transportverpakking.
A Transportverpakking met het opgeplakte adresseringsetiket
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 421
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Als het defecte cobas b 123 POC system met succes in het reparatiecentrum is
gerepareerd, moet het vervangende apparaat weer terug worden gestuurd naar het
reparatiecentrum.
Aanwijzingen voor een gemakkelijke en efficiënte omruil van de apparaten zijn met
het gerepareerde apparaat geleverd.
q
OPMERKING
Lees om te beginnen de bijgeleverde controlelijst zorgvuldig door. Volg de aanwijzingen
stap voor stap op en vink de betreffende taken na elke stap af.
De Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst is verdeeld in 4 onderdelen:
1. Buitenbedrijfstelling van het leenapparaat
2. Voorbereidingen voor het gerepareerde apparaat
3. Inbedrijfstelling van het gerepareerde apparaat
4. Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat
De volgende onderdelen zijn bij de levering inbegrepen:
o Gerepareerd apparaat (exclusief verbruiksmaterialen, barcodescanner,
CompactFlash-geheugenkaart, printerpapier en netspanningadapter)
o Transportverpakking
o Kunststof zak
o Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst
o Adresseringsetiket
q
OPMERKING
Stuur de volledig ingevulde Depot-reparatie-gebruikerscontrolelijst met het leenapparaat
naar de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
Buitenbedrijfstelling van het leenapparaat
Voor een correct transport is het absoluut noodzakelijk, dat bij het leenapparaat een
buitenbedrijfstellingsprocedure wordt uitgevoerd.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een of meerdere stappen van de buitenbedrijfstellingsroutine niet kunnen worden
uitgevoerd, moet u onmiddellijk contact opnemen met de de afdeling Customer Service
van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
u Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 13 Verbruiksmaterialen wisselen (p. 347),
paragraaf Ontsmetten (p. 349).
Roche adviseert om alle oppervlakken te ontsmetten, voordat het apparaat buiten werking
wordt gesteld.
Roche Diagnostics Februari 2015
422 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
q
OPMERKING
Tijdens de buitenbedrijfstellingsprocedure moeten alle verbruiksmaterialen worden
verwijderd. Als het verwijderen van een of meerdere verbruiksmaterialen niet mogelijk is,
neem dan onmiddellijk contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
De procedure eindigt met het uitzetten van het apparaat.
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie hoofdstuk 7 In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Buitenbedrijfstelling (p. 185).
q
OPMERKING
Als een anonimisering van de patiëntengegevens (patiëntennaam, enz.) gewenst is, moet
de servicefunctie [Voorbereiden voor Depot-reparatie] worden uitgevoerd:
h [Hulpmiddelen] > [Servicefuncties] > [Hulpmiddelen] > Voorbereiden voor Depot-
reparatie]
Om in het bereik met de beveiligde servicefuncties te kunnen komen, is een aanmelding
op het niveau van servicegebruiker of hoger nodig.
De functie [Voorbereiden voor Depot-reparatie] anonimiseert de patiëntengegevens (b.v.
patiëntennamen). Bij het verlaten van het servicebereik wordt de
buitenbedrijfstellingsroutine automatisch gestart.
p Ga naar het menu "Hulpmiddelen" en druk op de volgende knop:
1
[Buiten bedrijf stellen]
2
Bevestig de waarschuwing met [OK].
3
Het verwijderen wordt voorbereid (automatische stap).
4
Open de deur aan de voorzijde.
5
Verwijder het Fluid Pack.
6
Verwijder de Sensor Cartridge en plaats deze op een schone, vlakke ondergrond.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Als een reeds gebruikt verbruiksmateriaal (b.v. Fluid Pack of Sensor Cartridge) niet
binnen 24 uren in het gerepareerde apparaat wordt geplaatst, kan het niet meer
opnieuw worden gebruikt. Er moet een nieuw verbruiksmateriaal worden geplaatst.
r Uitzondering: Een reeds gebruikt AutoQC Pack kan binnen 7 dagen opnieuw
worden gebruikt.
7
Verwijder het AutoQC Pack (optioneel).
8
Reinig bij zichtbare vervuiling van het verbruiksmaterialenbereik de betreffende
oppervlakken voorzichtig met een vochtige doek (optioneel).
9
Sluit de deur aan de voorzijde.
10
Druk om de buitenbedrijfstellingsroutine te beëindigen op de knop [Uitzetten].
11
Koppel de netspanningadapter eerst los van het elektriciteitsnet en vervolgens van
het apparaat.
Ga voorzichtig om met de Sensor Cartridge om te voorkomen dat er eventueel vloeistof uit de
Sensor Cartridge naar buiten komt.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 423
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
12
Koppel de barcodescanner en de netwerkaansluiting (indien aanwezig) op het
achterpaneel van het apparaat los.
13
Verwijder het USB-opslagmedium (indien aanwezig).
14
Verwijder het printerpapier.
15
Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart uit de hiervoor bestemde
geheugenkaartsleuf aan de achterzijde van het leenapparaat.
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart nooit uit het apparaat, terwijl dit is
ingeschakeld.
Figuur 14-22 De CompactFlash-geheugenkaart verwijderen
s
Voorbereidingen voor het gerepareerde apparaat
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
r Let er goed op, dat de transportverpakking van het gerepareerde apparaat wordt
bewaard.
r Vernietig de transportverpakking niet.
A Druk met behulp van een pen op het uitwerpmechanisme. B Verwijder de CompactFlash-geheugenkaart
Roche Diagnostics Februari 2015
424 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
p Voorbereiding
1
Pak het gerepareerde apparaat helemaal uit.
Figuur 14-23 Uitpakken
2
Plaats het apparaat op een geschikte, vlakke locatie.
u Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 7 In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Locatie (p. 175).
3
Plaats de CompactFlash-geheugenkaart in de hiervoor bestemde sleuf aan de
achterzijde van het gerepareerde apparaat.
Figuur 14-24 CompactFlash-geheugenkaart plaatsen
s
Inbedrijfstelling van het gerepareerde apparaat
u Raadpleeg voor gedetailleerde informatie hoofdstuk 7 In- en buitenbedrijfstelling (p. 173),
paragraaf Inbedrijfstelling (p. 176).
p Inbedrijfstelling
1
Sluit de barcodescanner en, indien nodig, de netwerkaansluiting aan op de
betreffende interface aan de achterzijde van het cobas b 123 POC system.
2
Verbind de externe netspanningadapter eerst met het apparaat en daarna pas met
het elektriciteitsnet.
3
Zet het apparaat aan.
A Verwijder de kunststof klemstukken van de doos en
open de transportverpakking.
B Kunststof klemstuk C Apparaat in de geopende
transportverpakking
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 425
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
4
Op het scherm verschijnt de vraag of de gegevens van de CompactFlash-
geheugenkaart moeten worden gekopieerd. Bevestig deze vraag met [Import].
q
OPMERKING
Een back-upkopie van alle instellingen (met uitzondering van het IP-adres) en de
metingen-database wordt automatisch van de CompactFlash-geheugenkaart in het
apparaat geladen.
LET OP!
r Druk in geen geval op de knop [Verwijderen]. Deze actie wist alle gegevens van de
CompactFlash-geheugenkaart.
r Door op de knop [Annuleren] te drukken, wordt het apparaat uitgezet.
5
Controleer de belangrijkste instellingen met behulp van de configuratiewizard en
pas ze indien noodzakelijk aan.
Druk om de configuratiewizard te openen op de knop [Configureren].
Figuur 14-25 Configuratiewizard
Door op de knop [Sluiten] te drukken, worden alle wijzigingen automatisch
opgeslagen.
Door op de knop [Verdergaan] te drukken gaat de gebruikersinterface
automatisch naar de volgende stap van de inbedrijfstellingsroutine.
6
De inbedrijfstelling wordt voorbereid (automatische stap).
7
Open de deur aan de voorzijde.
8
Plaats het gebruikte Fluid Pack uit het leenapparaat in het gerepareerde apparaat.
Bij zichtbare kristallen op de koppelingsdelen van het Fluid Pack moet u deze voorzichtig met
een licht bevochtigde doek (b.v. met gedestilleerd water) reinigen of verwijderen.
Roche Diagnostics Februari 2015
426 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Figuur 14-26 Koppelingsdelen van het Fluid Pack
9
Plaats de gebruikte Sensor Cartridge uit het leenapparaat in het gerepareerde
apparaat.
Figuur 14-27 Sensor Cartridge
10
Plaats het gebruikte AutoQC Pack uit het leenapparaat in het gerepareerde
apparaat (optioneel).
11
Sluit de deur aan de voorzijde.
12
Plaats het printerpapier uit het leenapparaat in het gerepareerde apparaat.
13
Beëindig de inbedrijfstellingsroutine door op de knop [Voltooien] te drukken.
14
Voer een kwaliteitscontrole op alle 3 de niveaus (1 = laag, 2 = normaal, 3 = hoog)
uit. Hierbij moet erop worden gelet dat de resultaten overeenstemmen met de
controlewaarden (benoemde waarden).
s
A Koppelingsdelen
A
A A
Bij zichtbare kristallen op de koppelingsdelen van het Fluid Pack moet u deze voorzichtig met
een licht bevochtigde doek (b.v. met gedestilleerd water) reinigen of verwijderen.
A Uitgang (naar peristaltische pomp 1 en
afvalwaterzak)
C Ingang (voor kalibratieoplossingen, voor
standby-oplossing en voor het monster)
B Ingang (voor referentieoplossing)
AB C
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 427
cobas b 123 POC system 14 Oplossen van problemen
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat
p Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat
1
Vul het gedeelte "Klanteninformatie" in op het bijgevoegde
transportinformatiedocument (incl. verzendingsnummer).
q
OPMERKING
Fax het ingevulde transportinformatiedocument naar de afdeling Customer Service van
de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
2
Monteer de transportbeveiliging en pak het leenapparaat (exclusief
verbruiksmaterialen, CompactFlash-geheugenkaart, netspanningadapter,
barcodescanner en printerpapier) in het met het gerepareerde apparaat
ontvangen verpakkingsmateriaal.
Figuur 14-28 Voorbereiding van het transport
A Montage van de transportbeveiliging B Plaatsing van het cobas b 123 POC system
in de verpakking
Roche Diagnostics Februari 2015
428 Handleiding · Versie 10.0
14 Oplossen van problemen cobas b 123 POC system
Algemene informatie - Omruilen van apparaat
Figuur 14-29 Transportverpakking
3
Voeg de ingevulde Depot-reparatie-controlelijst bij het leenapparaat.
4
Sluit de transportverpakking en plak de verpakking dicht.
5
Plak het adresseringsetiket op de transportverpakking.
Figuur 14-30 Adresseringsetiket
6
Stuur het volledig ingepakte apparaat naar de afdeling Customer Service van de
betreffende lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
s
A Verpak het leenapparaat overeenkomstig de
afbeelding. Sluit de transportverpakking.
B Plaats de kunststof klemstukken in de
hiervoor bestemde openingen van de
transportverpakking.
A Transportverpakking met het opgeplakte adresseringsetiket
Februari 2015
Appendix
15 Rapporten....................................................................................................................................... 431
16 Lijst van verbruiksmaterialen........................................................................................................ 441
17 Auteursrechtinformatie.................................................................................................................. 447
18 Verklarende woordenlijst ............................................................................................................... 451
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 431
cobas b 123 POC system 15 Rapporten
Inhoudsopgave
Rapporten 15
In dit hoofdstuk worden voorbeelden van alle rapporten weergegeven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
15
Rapporten........................................................................................................................... 433
Beschrijving van rapporten........................................................................................ 433
Meetrapport........................................................................................................... 433
Zuur-base-rapport ................................................................................................ 434
Patiëntentrendrapport.......................................................................................... 435
Rapport van een ringonderzoektest ................................................................... 436
QC-rapport............................................................................................................ 437
Levey-Jennings-rapport ....................................................................................... 438
Sensorstatusrapport.............................................................................................. 439
Roche Diagnostics Februari 2015
432 Handleiding · Versie 10.0
15 Rapporten cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 433
cobas b 123 POC system 15 Rapporten
Rapporten
Rapporten
Hieronder wordt gedetailleerde informatie over rapporten gegeven.
Beschrijving van rapporten
Meetrapport
De hieronder weergegeven rapporten zijn voorbeelden van standaardrapporten van
het cobas b 123 POC system.
Het meetrapport wordt afgedrukt op basis van de actuele lijst van invoergegevens en
de voor weergave geselecteerde resultaten. De identificatie van het apparaaat en de
naam van het ziekenhuis worden alleen afgedrukt, als deze informatie beschikbaar is
(van fabriekswege zijn deze velden leeg en worden deze gegevens niet afgedrukt). Het
meetrapport kan zo worden geconfigureerd, dat aan bepaalde behoeften van de klant
tegemoet wordt gekomen.
u Voor meer informatie, zie Gegevensinvoer (p. 230)
u Voor meer informatie, zie Resultatenweergave (p. 234)
u Voor meer informatie, zie Informatie (p. 326)
Roche Diagnostics Februari 2015
434 Handleiding · Versie 10.0
15 Rapporten cobas b 123 POC system
Rapporten
Figuur 15-1 Meetrapport
Zuur-base-rapport
Het zuur-base-diagram kan afhankelijk van de behoeften van de klant worden
weergegeven en/of afgedrukt.
u Voor meer informatie kunt u Zuur-base-diagram (p. 221) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 435
cobas b 123 POC system 15 Rapporten
Rapporten
Figuur 15-2 Zuur-base-rapport
Patiëntentrendrapport
De patiëntentrendgrafiek kan afhankelijk van de behoeften van de klant worden
weergegeven en/of afgedrukt.
u Voor meer informatie kunt u Patiëntentrendgrafiek (p. 222) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
436 Handleiding · Versie 10.0
15 Rapporten cobas b 123 POC system
Rapporten
Figuur 15-3 Patiëntentrendrapport
Rapport van een ringonderzoektest
u Voor meer informatie kunt u Rapport van een ringonderzoektest (p. 262) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 437
cobas b 123 POC system 15 Rapporten
Rapporten
Figuur 15-4 Rapport van een ringonderzoektest
QC-rapport
u Voor meer informatie kunt u Weergave van QC-resultaten (p. 251) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
438 Handleiding · Versie 10.0
15 Rapporten cobas b 123 POC system
Rapporten
Figuur 15-5 QC-rapport
Levey-Jennings-rapport
Het Levey-Jennings-diagram kan afhankelijk van de behoeften van de klant worden
weergegeven en/of afgedrukt.
u Voor meer informatie kunt u Levey-Jennings-diagram (p. 252) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 439
cobas b 123 POC system 15 Rapporten
Rapporten
Figuur 15-6 Levey-Jennings-rapport
Sensorstatusrapport
u Voor meer informatie kunt u Rapport (p. 291) raadplegen.
Roche Diagnostics Februari 2015
440 Handleiding · Versie 10.0
15 Rapporten cobas b 123 POC system
Rapporten
Figuur 15-7 Sensorstatusrapport
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 441
cobas b 123 POC system 16 Lijst van verbruiksmaterialen
Inhoudsopgave
Lijst van verbruiksmaterialen 16
In dit hoofdstuk wordt een lijst met alle benodigde verbruiksmaterialen en
bestelnummers weergegeven.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
16
Bestelinformatie................................................................................................................. 443
Sensor Cartridge-typen .............................................................................................. 443
Fluid Pack-typen ......................................................................................................... 443
QC-materiaal............................................................................................................... 444
Accessoires ................................................................................................................... 445
Roche Diagnostics Februari 2015
442 Handleiding · Versie 10.0
16 Lijst van verbruiksmaterialen cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 443
cobas b 123 POC system 16 Lijst van verbruiksmaterialen
Bestelinformatie
Bestelinformatie
Voor de meting van de betreffende parameters zijn de volgende producten nodig:
Sensor Cartridge-typen
Fluid Pack-typen
Parameter
Cl
-
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
cobas b 123 Sensor
Cartridge BG 05170397001
(1)
---- X XXX+ + + --
cobas b 123 Sensor
Cartridge BG/ISE
05170460001
(1)
XXXX X XXX + + + - -
cobas b 123 Sensor
Cartridge BG/ISE/Glu
05331781001
(1)
XXXX X XXX + + + X-
cobas b 123 Sensor
Cartridge BG/ISE/Glu/Lac
05170478001
(2)
XXXX X XXX + + + XX
Tabel 16-1 Sensor Cartridge-typen
(1) maximaal 28 dagen of maximaal 700 testen
(2) maximaal 21 dagen of maximaal 500 testen
- Parameter wordt niet gemeten.
X Parameter wordt gemeten.
+ Parameter wordt via de oxymetermodule gemeten. Alleen bij het
cobas b 123 <3> POC system en het cobas b 123 <4> POC system in combinatie
met een van de cobas b 123 Fluid Pack COOX-typen mogelijk.
Tabel 16-2 Verklaring symbolen tabel Sensor Cartridge-typen
Parameter
Cl
-
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
cobas b 123 Fluid Pack
COOX 200
(1)
05169992001
XXXXX XXXXXX XX
cobas b 123 Fluid Pack
COOX 400
(2)
05170036001
XXXXX XXXXXX XX
cobas b 123 Fluid Pack
COOX 700
(3)
05170052001
XXXXX XXXXXX XX
Tabel 16-3 Fluid Pack-typen
Roche Diagnostics Februari 2015
444 Handleiding · Versie 10.0
16 Lijst van verbruiksmaterialen cobas b 123 POC system
Bestelinformatie
u Raadpleeg Specificaties (p. 65), sectie cobas b 123 Fluid Pack (p. 101) en Onderdelen van
het systeem (p. 135), paragraaf cobas b 123 Fluid Pack (p. 155) voor meer informatie.
QC-materiaal
cobas b 123 Fluid Pack
200
(1)
05403308001
XXXX X XXX - - - XX
cobas b 123 Fluid Pack
400
(2)
05403154001
XXXX X XXX - - - XX
cobas b 123 Fluid Pack 700
(3)
05403286001
XXXX X XXX - - - XX
(1) Met dit Fluid Pack kunnen maximaal 200 testen worden uitgevoerd of het kan maximaal 42 dagen worden gebruikt.
(2) Met dit Fluid Pack kunnen maximaal 400 testen worden uitgevoerd of het kan maximaal 42 dagen worden gebruikt.
(3) Met dit Fluid Pack kunnen maximaal 700 testen worden uitgevoerd of het kan maximaal 42 dagen worden gebruikt.
Parameter
Cl
-
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
Tabel 16-3 Fluid Pack-typen
X Parameter is beschikbaar (afhankelijk van het gebruikte Sensor Cartridge-type).
- Parameter niet beschikbaar.
Tabel 16-4 Verklaring symbolen tabel Fluid Pack-typen
Parameter
Cl
-
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
cobas b 123 AutoQC Pack
Tri-Level 05169933001
+++++ ++++++ ++
cobas b 123 AutoCVC
Pack 05231183001
+++++ ++++++ ++
COMBITROL PLUS B
Level 1 03321193001
OOOOO OOOOOO OO
COMBITROL PLUS B
Level 2 03321207001
OOOOO OOOOOO OO
COMBITROL PLUS B
Level 3 03321215001
OOOOO OOOOOO OO
Tabel 16-5 QC-materiaal
+ Alleen voor het cobas b 123 <2> POC system en het
cobas b 123 <4> POC system met geïntegreerd AutoQC-module.
O Voor alle cobas b 123 POC systemen.
Tabel 16-6 Verklaring symbolen tabel QC-materiaal
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 445
cobas b 123 POC system 16 Lijst van verbruiksmaterialen
Bestelinformatie
Accessoires
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De Clot Catcher en de Clot Catcher PRO zijn niet geschikt voor de spuitmodus van het
cobas b 123 POC system.
Parameter
Cl
-
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
cobas b 123 Printer Paper
05082595001
OOOO O OOO O O O OO
Adapter for Capillaries
03069931001
OOOO O OOO O O O OO
Ampoule Adapter 03066762001 O O O O O O O O O O O O O
Adapter for Sample Containers
03112101180
OOOO O OOO O O O OO
Clot Catcher
(1)
03112012180
OOOO O OOO O O O OO
Clot Catcher PRO
(2)
05689856001
OOOO O OOO O O O OO
Caps for Roche
MICROSAMPLER 03112152180
OOOO O OOO O O O OO
Roche MICROSAMPLER
PROTECT, non sterile
05772494001 (200 stuks)
OOOO O OOO O O O OO
Roche MICROSAMPLER
PROTECT, sterile 05772583001
(50 stuks)
OOOO O OOO O O O OO
BS2 Blood Sampler 03113493035
(MC0028)
OOOO O OOO O O O OO
Capillary Tubes, ~ 200 L
03113477180 (MC0024)
OOOO O OOO O O O OO
Capillary Tubes, ~ 115 L
03113507035 (MG0002)
OOOO O OOO O O O OO
Plastic Capillary Tubes, ~140 L,
05174791001
OOOO O OOO O O O OO
Caps for Capillary Tubes
03113647035 (RE0410)
OOOO O OOO O O O OO
Sterile Capillary Holder
05174830001
OOOO O OOO O O O OO
Tabel 16-7 Accessoires
(1) De Clot Catcher is niet geschikt voor de spuitmodus van het cobas b 123 POC system.
(2) De Clot Catcher PRO is niet geschikt voor de spuitmodus van het cobas b 123 POC system.
O Kan worden gebruikt.
Tabel 16-8 Verklaring symbool tabel accessoires
Roche Diagnostics Februari 2015
446 Handleiding · Versie 10.0
16 Lijst van verbruiksmaterialen cobas b 123 POC system
Bestelinformatie
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 447
cobas b 123 POC system 17 Auteursrechtinformatie
Inhoudsopgave
Auteursrechtinformatie 17
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
17
Informatie over softwarelicenties.................................................................................... 449
Software van het cobas b 123 POC system.............................................................. 449
Openbronsoftware en software van derden............................................................. 449
Computerprogramma's van derden ................................................................... 449
Roche Diagnostics Februari 2015
448 Handleiding · Versie 10.0
17 Auteursrechtinformatie cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 449
cobas b 123 POC system 17 Auteursrechtinformatie
Informatie over softwarelicenties
Informatie over softwarelicenties
Software van het cobas b 123 POC system
De software van het cobas b 123 POC system wordt beschermd door het
contractenrecht, auteursrecht en internationale verdragen. Voor het gebruik van de
software van de cobas b 123 POC system software is door F. Hoffmann-La Roche Ltd
aan de licentienemer een licentie verleend en alleen gebruikers, die hiertoe op basis
van deze licentie geautoriseerd zijn, hebben toestemming voor toegang tot en gebruik
van de software. Onbevoegd gebruik en distributie kunnen tot civielerechtelijke- en
strafrechtelijke sancties leiden.
Openbronsoftware en software van derden
Delen van de software van het cobas b 123 POC system bevatten een of meer
openbronsoftwareprograma's of softwareprogramma's van derden. Raadpleeg voor
kennisgevingen, auteursrechten en licentievoorwaarden met betrekking tot
openbronsoftwareprograma's of softwareprogramma's van derden, die in de software
van het cobas b 123 POC system zijn inbegrepen, de sectie Third Party Licenses and
License Notifications in de software van het cobas b 123 POC system. ”Software,
software, ”Programma” of ”programma” refereren aan het van toepassing zijnde
open bronsoftwareprograma of softwareprogramma van derden. Deze voorwaarden
en kennisgeving hebben geen betrekking op de eigen software van het
cobas b 123 POC system.
Computerprogramma's van derden
o Qt GUI Toolkit - GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2.1
o Firebird RDBMS - INTERBASE PUBLIC LICENSE. Initial Developer's PUBLIC
LICENSE Version 1.0
o QuaZIP - GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2.1
o DejaVu TrueType-Fonts - zie auteursrechtkennisgeving
o FireFlySung TrueType-Font - ARPHIC PUBLIC LICENSE
o Sazanami TrueType-Font - zie auteursrechtkennisgeving
De broncode van de openbronsoftware kan op een standaard medium voor
gegevensoverdracht op het volgende adres worden aangevraagd:
Roche Diagnostics International Ltd
Forrenstrasse 2
6343 Rotkreuz
Switzerland
Roche Diagnostics Februari 2015
450 Handleiding · Versie 10.0
17 Auteursrechtinformatie cobas b 123 POC system
Informatie over softwarelicenties
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 451
cobas b 123 POC system
Alkalisch - Herkalibratie
Verklarende woordenlijst 18
Verklarende woordenlijst van de in de handleiding
gebruikte termen.
Alkalisch Basisch.
Arterieel bloed Uit een arterie afgenomen bloed.
AutoQC-module De AutoQC-module is een eenheid,
die automatisch door de gebruiker ingestelde
kwaliteitscontrolemetingen uitvoert.
Barcodescanner PS2-handscanner met geïntegreerde
decoder om op eenvoudige wijze QC-gegevens,
elektrodegegevens en patiënten- of gebruikers-ID in te
lezen.
Beoordeling van metingen Voordat er op grond van
de resultaten klinische beslissingen worden genomen,
moeten de meetresultaten altijd eerst door medisch
geschoold personeel op plausibiliteit worden
gecontroleerd, waarbij rekening wordt gehouden met het
klinische beeld van de patiënt.
BG Afkorting voor bloedgas.
BG-sensoren De BG-sensoren zijn onderdeel van de
cobas b 123 Sensor Cartridge en dienen niet alleen voor
de meting van de pH-waarde en de bloedgaswaarden
PO
2
en PCO
2
, maar ook voor de meting van de
hematocrietwaarde in het BG-deel van de Sensor
Cartridge.
Bilirubine is een galpigment dat resulteert uit de
afbraak van haem, een van de afbraakproducten van rode
bloedcellen. In relatie met neonatale geelzucht wordt het
als toxine beschouwd, vanwege het risico van hert
veroorzaken van permanente hersenbeschadiging.
Clot Catcher Stolselvanger voor gebruik met Roche
MICROSAMPLER PROTECT en capillairen.
Clot Catcher PRO Stolselvanger voor gebruik met
spuiten.
cobas b 123 AutoQC Pack
Multianalytcontrolemateriaal voor automatische
controle van BG, ISE, Glu, Lac, COOX/Bilirubine.
cobas b 123 Fluid Pack Is verkrijgbaar in
verschillende typen. Het Fluid Pack bevat alle voor het
gebruik benodigde vloeistoffen, 2 afvalwaterzakken, de
monsterinvoermodule, het cuvet voor de
oxymetermodule (optioneel), de slangen voor de 2
peristaltische pompen en de klepslangverbindingen.
cobas b 123 Sensor Cartridge De Sensor Cartridge
is een sensor met een dikke film voor de bepaling van alle
elektrochemisch- en elektrisch gemeten parameters. De
Sensor Cartridge is verkrijgbaar in verschillende typen.
COMBITROL PLUS B QC-materiaal voor de controle
van BG, ISE, Glu, Lac, COOX/Bilirubine.
Contacten van de monstersensor De contacten van
de monstersensor vormen de elektrische interface tussen
het Fluid Pack en de meetkamermodule.
COOX Zie Oxymetermodule (p. 452).
Defecten Geven problemen aan, die alleen betrekking
hebben op een bepaalde module van het apparaat (b.v.
AutoQC Pack leeg) en niet op de werking van het
apparaat in zijn geheel. Het apparaat kan met
beperkingen worden gebruikt. Alleen die bereiken of
parameters, die direct door het defect worden beïnvloed,
worden uitgeschakeld.
Depot-reparatie Bij de "Depot-reparatie"-procedure
gaat het om een reparatieprocedure voor defecte
apparaten van klanten die niet ter plaatse bij de klant
maar in een reparatiecentrum van Roche (lokaal of
globaal) wordt uitgevoerd. Gedurende deze tijd krijgt de
klant een vervangend apparaat dat correct moet worden
ingesteld om het apparaat van de klant te vervangen.
Gebruikersinterfacemodule Dient als grafische
gebruikersinterface. Alle informatie (resultaten,
bedieningsinstructies, fouten, waarschuwingen, enz.)
wordt op het scherm weergegeven. Het beeldscherm is
een LCD-kleurenscherm dat is bekleed met een
aanraakgevoelige folie ("touchscreen").
Glu/Lac-sensoren De Glu/Lac-sensoren zijn
onderdeel van de cobas b 123 Sensor Cartridge en
dienen voor de meting van de waarden van de
metabolieten glucose en lactaat
.
Hematocriet Afgekort Hct, is de verhouding van het
volume van de bloedcellen (voornamelijk rode
bloedlichaampjes) tot het totale volume van het bloed.
Hemoglobine Is het hoofdbestanddeel van de
erytrocyten en dient voor het transport van zuurstof.
Hemolyzer Het monster wordt aan een sterk ultrasoon
veld blootgesteld, waarbij de celwanden van de
erytrocyten kapot worden gemaakt en de hemoglobine
vrijkomt.
Heparinezouten Dit zijn de enige toegestane
anticoagulantia.
Herkalibratie Dit is een automatische kalibratie die na
iedere meting wordt uitgevoerd. Hierbij worden de
meetparameters met één oplossing (STDBY-oplossing)
gekalibreerd.
Roche Diagnostics Februari 2015
452 Handleiding · Versie 10.0
cobas b 123 POC system
IN GEBRUIK-tijd - QC-materiaal
IN GEBRUIK-tijd Is de tijd van begin van de INWERK-
fase tot het einde van de ”Stabiele fase” (einde van de
gebruiksduur van de Sensor Cartridge).
INWERK-fase Begint met de beëindiging van de
OPSTART-fase en eindigt na een op de Smart Memory
Chip van de Sensor Cartridge opgeslagen INWERK-tijd.
Gedurende deze tijd moet het systeem regelmatig
worden gekalibreerd.
ISE Afkorting voor ionselectieve elektrode.
ISE-sensoren De ISE-sensoren zijn onderdeel van de
cobas b 123 Sensor Cartridge en dienen voor de meting
van de elektrolytwaarden Na
+
, K
+
, Ca
2+
en Cl
-
.
Kalibratie voor "Gereed" Er wordt een kalibratie
geselecteerd om alle ingeschakelde parameters in de
toestand "Gereed" te brengen.
Kwaliteitscontrole De bekende
controlewaardenbereiken van de QC-materialen worden
vergeleken met de QC-resultaten van het apparaat.
Levey-Jennings-diagram Statistisch diagram van
QC-waarden.
Meetkamermodule Dient om contact te maken met
de Sensor Cartridge en om de temperatuur van de Sensor
Cartridge te regelen. De meetkamermodule koppelt de
Sensor Cartridge mechanisch aan het Fluid Pack.
Menu "Overzicht" Alle gegevens (resultaten,
bedieningsinstructies, alarmen, waarschuwingen, enz.)
worden in dit scherm weergegeven. De metingen worden
eveneens in dit menu gestart.
Menu Apparaat Alle het apparaat betreffende
gegevens (b.v. weergave van de status) worden hier
weergegeven. Het is in dit menu ook mogelijk om
handmatig kalibraties te starten en diverse
onderhoudswerkzaamheden op te vragen.
Menu Hulpmiddelen In dit menu zijn behalve de
hulpmiddelen (Routine voor oplossen van problemen,
Software-update, enz.) ook de functies voor de
inbedrijfstelling en de buitenbedrijfstelling te vinden. In
dit menu kunnen eveneens diverse instellingen worden
geconfigureerd.
Menu Werkplek In dit menu kunnen de afzonderlijke
vervangingsroutines, handmatige QC-metingen en de
afzonderlijke databases worden opgeroepen.
Monsterinvoermodule Bevat de vulopening en is
onderdeel van het cobas b 123 Fluid Pack. U kunt de
monsterinvoermodule alleen vervangen door het gehele
Fluid Pack te vervangen.
Monsterverwerkingssnelheid Aantal monsters per
uur.
Multirules De beoordeling van de QC-resultaten is
gebaseerd op de Westgard-regels en de interpretatie
hiervan voor de bloedgasanalyse. Hiervan is Multirule-
procedure afgeleid. Dit maakt het vroegtijdig herkennen
van een slechte werking van het apparaat mogelijk.
NIST-standaarden Definiëren precieze sera met
gecertificeerde benoemde waarden.
OPSTART-fase Na het plaatsen van een nieuwe
Sensor Cartridge moet een OPSTART-fase in acht
worden genomen. Gedurende deze tijd wordt de
Sensor Cartridge bevochtigd en wordt een kalibratie van
het systeem uitgevoerd.
Oxymetermodule De oxymetermodule bestaat uit de
hemolyzer en de COOX-meetkamer. Het is een optische
sensormodule voor de bepaling van totaalhemoglobine
(tHb), van de hemoglobinederivaten oxyhemoglobine
(O
2
Hb), desoxyhemoglobine (HHb),
carboxyhemoglobine (COHb), methemoglobine
(MetHb) en van bilirubine (Bili).
Patiëntentrendgrafiek Met behulp van deze grafiek
kan het verloop van afzonderlijke parameters (gemeten
en berekende waarden) van een patiënt gedurende een
willekeurige periode worden weergegeven en worden
afgedrukt.
Peristaltische pomp Het transport van het monster
en van de voor het gebruik benodigde vloeistoffen wordt
door maximaal twee peristaltische pompen uitgevoerd.
De peristaltische pompen en de pompkoppen zijn
onderdeel van het apparaat. De slangen van de
peristaltische pompen zijn onderdeel van het Fluid Pack.
Plasma Plasmamonsters krijgt men door centrifugeren
van gehepariniseerd volbloed, waarbij het cellulaire deel
van het bloed wordt gescheiden.
Polychromator Licht wordt gebroken en op het
oppervlak van een lichtgevoelige ontvanger (CCD)
gericht.
PP Afkorting voor peristaltische pomp.
Printer Is onderdeel van de gebruikersinterfacemodule.
Het is een geluidsarme thermische printer.
QC Afkorting voor quality control (kwaliteitscontrole).
QC-materiaal zie cobas b 123 AutoQC Pack (p. 451),
COMBITROL PLUS B (p. 451).
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 453
cobas b 123 POC system
Rapport Oplossen problemen - Zuur-base-diagram
Rapport Oplossen problemen Het Rapport
Problemen oplossen is een automatisch door het
apparaat gegenereerd rapport dat bij een probleem met
het apparaat of een verbruiksmateriaal door de de
afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics of de
serviceorganisaties wordt gebruikt voor een uitgebreide
analyse. Het Rapport Problemen oplossen wordt ook
gebruikt voor de beoordeling van klachten.
RiliBÄK (Richtlinie der Bundesärztekammer zur
Qualitätssicherung laboratoriumsmedizinischer
Untersuchungen) Doel van de "Richtlinie der
Bundesärztekammer zur Qualitätssicherung
laboratoriumsmedizinischer Untersuchungen"
(RiliBÄK) is het waarborgen van de kwaliteit van de
onderzoekingen en de gemeten parameters. Deze
richtlijn vormt een minimumeis voor de
kwaliteitsborging, waarvan de voorwaarden zich met
name richten op de meetnauwkeurigheid van
kwantitatieve analyses in medische laboratoria.
Ringonderzoektest Ook wel Proficiency Test,
External Quality Assurance, External Quality
Assessment of EQA genoemd. Een
interlaboratoriumprogramma dat de resultaten van
testen met onbekende monsters van het laboratorium
met die van andere laboratoria, die dezelfde of
vergelijkbare methoden gebruiken, vergelijkt. Deze
resultaten worden op regelmatige basis voor statistische
analyse aan de organisator van het programma
verstuurd.
Sensor Cartridge Zie cobas b 123 Sensor Cartridge
(p. 451).
SO
2
Zuurstofsaturatie
Stabiele fase De "Stabiele fase" begint nadat de
INWERK-fase is beëindigd. Vanaf dit moment werkt de
Sensor Cartridge op vol vermogen en is geheel gereed
voor gebruik. Dit duurt tot het einde van de
gebruiksduur van de Sensor Cartridge.
Systeemkalibratie Deze kalibratie wordt elke 24 uren
(vast interval, door gebruiker ingestelde starttijd)
uitgevoerd en bestaat uit een kalibratie van de golflengte
van de polychromator (optioneel), kalibratie van de lamp
van de oxymetermodule (optioneel), kalibratie van de
weglengte van het cuvet (optioneel), 2 puntskalibratie
van alle parameters, O
2
-lucht-kalibratie en de bepaling
van de actuele O
2
-waarde.
Systeemstop Hierbij gaat het om een kritische fout,
waardoor het apparaat wordt gestopt. Als deze fout
optreedt, wordt er in het menu "Overzicht" een
systeemstopvenster met een rood kader weergegeven.
Het betreffende verbruiksmateriaal wordt in de
statusweergave van de verbruiksmaterialen met een rode
balk aangegeven. De foutmelding wordt net zolang
weergegeven tot een actie om de fout te verhelpen wordt
uitgevoerd.
Tijdsduur tot apparaat weer gereed is Is de tijd
tussen de start van een meting en het tijdstip, dat het
apparaat weer beschikbaar is voor een nieuwe meting.
Tijdsduur voor weergave op het scherm Is de tijd
tussen de start van een meting en de weergave van de
resultaten op het scherm.
Tonometrie Instellen van de partiële PO
2
- en PCO
2
-
spanning van een vloeistof met behulp van precisiegas.
Tonometrisch bereid volbloed Volbloed wordt met
behulp van precisiegas ingesteld op de benoemde
waarden, die voor PO
2
en PCO
2
moeten worden
berekend.
Vulopening Is onderdeel van het cobas b 123 Fluid
Pack. De vulopening maakt het mogelijk om monsters op
te zuigen uit spuiten, Roche MICROSAMPLER
PROTECT, capillairen en ampuladapters.
Waarschuwingen Waarschuwingen worden in het
alarmbereik weergegeven. Het apparaat kan met
mogeijke beperkingen worden gebruikt. Een
waarschuwing is een vroegtijdige kennisgeving, zoals b.v.
"Kritisch vulniveau in Fluid Pack".
Zuur-base-diagram Dit diagram geeft de
fysiologische relatie tussen diverse zuur-base-variabelen
weer.
Roche Diagnostics Februari 2015
454 Handleiding · Versie 10.0
18 Verklarende woordenlijst cobas b 123 POC system
Februari 2015
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister ....................................................................................................................... 457
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 457
cobas b 123 POC system Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
A
Aanvragen, 323
Configuratie, 323
Achterpaneel, 163
Interfaces, 165
Toets (Aan/Uit), 163
Actieknoppen, 143
Afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics, 4
Afkortingen, 10
Alarmbereik en alarmknop, 142
Algemeen QC-concept, 244
Algemeen wisselen, 353
Printerpapier vervangen, 353
Algemene aanwijzingen, 55
Algemene beschrijving, 51
Inleiding, 53
AMB, 228
Apparaat
Configuratie
Informatie, 326
Time-outs, 327
Apparaatgegevens exporteren, 339
Logbestanden exporteren, 339
Rapport Oplossen problemen exporteren, 339
ASTM, 321
Configuratie, 321
Audit trail, 343
Auteursrechten, 3
Auteursrechtinformatie, 447
AutoCVC
Pack plaatsen, 296
AutoQC Pack wisselen, 39
Beknopte gebruiksaanwijzing, 39
AutoQC-meting, 247
B
Barcodescanner, 168
Oplossen van problemen, 409
Scannen van gegevens met de barcodescanner, 266
Specificaties, 106
Bedrijfsveiligheidsinformatie, 46
Beeldregistrerende scanner, 170
Specificaties, 107
Beeldscherm
Actieknoppen, 143
Inloggen (aanmelden), 144
Legenda, 145
Online-help, 145
Bereiken op het beeldscherm
Actieknoppen, 143
Meting starten, 141
Parameterselectieveld, 140
Selectie van het menu, 139
Statusbereik, 139
Volgende AutoQC-meting, 140
Volgende kalibratie, 140
– Weergave van de status van de verbruiksmaterialen,
142
Inloggen (aanmelden), 144
Legenda, 145
Online-help, 145
Beknopte gebruiksaanwijzing
Buitenbedrijfstelling, 24
Inbedrijfstelling, 21
Kwaliteitscontrole, 30
Meting, 26
Verbruiksmaterialen wisselen, 37, 38, 39
Sensor Cartridge wisselen, 37
Belangrijke informatie, 45
Beperkingen van de klinische analyse, 205
Algemeen, 205
Bloedgassen, 205
Elektrolyten, 205
Hemoglobinederivaten en bilirubine, 206
Metabolieten, 205
Bereiken
Configuratie, 226
Berekeningen, 112
BEVOCHTIGING-procedure, 61
Bevochtigingsroutine, 406
Externe bevochtiging, 406
Interne bevochtiging, 406
Bewaking, 286
BG/E - kritische waarden, 132
BG/E - Streefwaarden-/normale bereiken voor
handleiding en standaardwaarde, 129
Buitenbedrijfstelling, 185
Beknopte gebruiksaanwijzing, 24
Korter dan 24 uren, 185
Langer dan 24 uren, 185
Transportvereisten, 190
C
Capillaire meting, 211
Clot Catcher, 196
Clot Catcher PRO, 196
cobas b 123 AutoQC Pack
Temperatuur / luchtvochtigheid / stabiliteit, 101
cobas b 123 Fluid Pack
Contacten van de monstersensor, 157
Roche Diagnostics Februari 2015
458 Handleiding · Versie 10.0
Trefwoordenregister cobas b 123 POC system
Controle van de klepstand, 408
Cuvet, 158
Monsterinvoermodule, 158
Slangverbindingen, 157
Temperatuur / luchtvochtigheid / stabiliteit, 101
Voor gebruik benodigde vloeistoffen, 157
cobas b 123 Sensor Cartridge
Bevochtigingsroutine, 406
Externe bevochtiging, 406
Interne bevochtiging, 406
BG-sensoren, 152
Glu/Lac-sensoren, 154
ISE-sensoren, 153
Temperatuur / luchtvochtigheid / stabiliteit, 100
cobas® e-support, 323
Configuratie, 323
Configuratie, 315
Apparaat, 325
Informatie, 326
Time-outs, 327
Bereiken, 226
Beveiliging, 333
Connectiviteit, 319
Aanvragen, 323
ASTM, 321
cobas® e-support, 323
DNS, 320
Parameter, 324
POCT1-A, 322
Protocollen, 324
Correlaties, 232
CSV-export, 328
Datum en tijd, 316
Eenheden, 225
Export/Import, 328
Gebruikers, 330
Inschakelen/uitschakelen van parameters, 228
Invoergegevens, 230
Kalibratie, 290
Rapport, 291
Tijden en intervallen, 290
Kalibratierapport, 291
Kwaliteitscontrole, 263
Automatisch rapport, 269
AutoQC-metingen als follow-upactie, 266
Definitie materiaal, 266
Een bestaand QC-materiaal bewerken, 267
Een bestaande QC-tijd bewerken, 265
Een dagprofiel kopiëren, 265
Een nieuw QC-materiaal definiëren, 266
Een nieuwe QC-tijd aanmaken, 264
Fabrieks-QC-schema, 264
QC-herhalingen, 275
QC-rapport, 269
QC-regels & consequenties definiëren, 274
Resultatenweergave, 269
Meetrapport, 235
Meting, 224
Automatisch rapport, 235
Bereiken, 226
Correlaties, 232
Eenheden, 225
Inschakelen/uitschakelen van parameters, 228
Invoergegevens, 230
Parameterpanels bewerken, 224
Patiënten-ID, 232
pH / H+, 229
Resultatenweergave, 234
Standaardwaarden, 232
Ticketprinter, 236
Verplichte invoer, 231
Parameterpanels bewerken, 224
Signalen en volume, 325
Standaardwaarden, 232
Taal, 319
Verplichte invoer, 231
Volume, 325
Configuratie exporteren/importeren, 338
Configuratiewizard, 179
Connectiviteit, 319
Aanvragen, 323
ASTM, 321
cobas® e-support, 323
DNS, 320
Parameter, 324
POCT1-A, 322
Protocollen, 324
Contactadressen, 4
Contacten van de monstersensor, 157
Controle van het koppel, 61
COOX-meting, 213
Correlatie met andere methoden, 89
Correlaties, 232
Configuratie, 232
CSV-export, 328
Cuvet, 158
CVC
AutoCVC Pack plaatsen, 296
D
Database
Afdrukken, 221, 255, 302, 311
Functies, 309
Kalibratie, 288
Metingen-database, 220
QC-database, 254
Datum en tijd, 316
Depot-reparatie
Algemene informatie - Omruilen van apparaat, 413,
421
Buitenbedrijfstelling van het defecte apparaat, 413
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 459
cobas b 123 POC system Trefwoordenregister
Buitenbedrijfstelling van het leenapparaat, 421
Omruilen van apparaat, 413, 421
Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat, 427
Deur aan de voorzijde, 149
Ontgrendelen, 365
DNS, 320
Configuratie, 320
Draagpunten, 102
E
Editie, 4
Eenheden
Configuratie, 225
Externe bevochtiging, 406
F
Fluid Pack, 155
Contacten van de monstersensor, 157
Controle van de klepstand, 408
Cuvet, 158
Monsterinvoermodule, 158
Slangverbindingen, 157
Voor gebruik benodigde vloeistoffen, 157
Fluid Pack wisselen, 38
Beknopte gebruiksaanwijzing, 38
Formules, 112
G
Gebruik van deze handleiding, 7
Gebruikers, 330
Configuratie, 330
Gegevensinvoer tijdens de meting
Configuratie, 230
H
Handelsmerken, 4
Handleiding
Aanwijzingen voor het gebruik, 7
Afkortingen, 10
Andere symbolen, 9
gebruikte conventies, 7
IVD-symbolen, 8
Symbolen, 7
versie, 3
Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS B,
248
Herkalibratie, 285
I
IN GEBRUIK-tijd, 62
Inbedrijfstelling, 175
Accessoires, 176
Beknopte gebruiksaanwijzing, 21
Configuratiewizard, 179
Locatie, 175
Start van de inbedrijfstelling, 177
Voorbereidingen, 176
Inbedrijfstelling van het gerepareerde apparaat, 424
Inbedrijfstelling van het vervangende apparaat, 416
Informatiealarm, 383
Inleiding, 53
Inloggen (aanmelden), 144
Inschakelen/uitschakelen van parameters
Configuratie, 228
Interfaces, 165
Interne bevochtiging, 406
Invoergegevens
Configuratie, 230
INWERK-fase, 62
IT-beveiligingsadvies, 48
Beveiligingsvoorzorgsmaatregelen, 48
K
Kalibratie
1 puntskalibratie, 285
2 puntskalibratie, 285
Algemene informatie over kalibraties, 283
Automatische kalibraties, 284
Bewaking, 286
Configuratie, 290
Kalibratierapport, 291
Rapport, 291
Tijden en intervallen, 290
Door gebruiker ingeschakelde kalibraties, 287
Herkalibratie, 285
Kalibratie voor "Gereed", 287
Kalibratieschema, 283
Oxymeterkalibratie, 285
PO2-kalibratie, 285
Rapport afdrukken, 289
Resultatenweergave, 288
Specificaties, 99
Standby-kalibratie, 286
STDBY-beweging, 286
Systeemkalibratie, 284
Wascyclus, 286
Kalibratieschema, 283
Kalibratieverificatiemateriaal
AutoCVC Pack plaatsen, 296
Karakteristieken
Correlatie met andere methoden, 89
Lineariteit
Roche Diagnostics Februari 2015
460 Handleiding · Versie 10.0
Trefwoordenregister cobas b 123 POC system
Gebruikelijke monsters, 87
Micromonster, 88
Meetparameters, 69
Reproduceerbaarheid (onnauwkeurigheid van dag tot
dag)
Gebruikelijke monsters, 69
Micromonster, 81
Vergelijking van micromonsters met gebruikelijke
monsters, 94
Kwaliteitscontrole
Algemeen QC-concept, 244
AutoQC-meting, 247
Beknopte gebruiksaanwijzing, 30
Belangrijke informatie voor de beoordeling van QC-
resultaten, 246
Configuratie
Definitie materiaal, 266
QC-herhalingen, 275
QC-regels & consequenties definiëren, 274
Tijden en intervallen, 263
Database, 254
Een bestaand QC-materiaal bewerken, 267
Correctie van de grenswaarden van het bereik op
grond van nieuwe specificaties van de fabrikant, 268
Een bestaande QC-tijd bewerken, 265
Een dagprofiel kopiëren, 265
Een nieuw QC-materiaal definiëren, 266
Een nieuwe QC-tijd aanmaken, 264
Fabrieks-QC-schema, 264
Handmatige AutoQC-meting, 247
Instellen van afzonderlijke grenswaarden van het
bereik, 267
Instellingen voor de kwaliteitscontrole, 263
Automatisch rapport, 269
AutoQC-metingen als follow-upactie, 266
Definitie materiaal, 266
QC-rapport, 269
Resultatenweergave, 269
Tijden en intervallen, 263
Multirules, 270
Oplossen van QC-problemen, 278
Overzicht van de Multirules, 271
QC-consequenties opheffen, 277
QC-meting, 247
AutoQC-meting, 247
Handmatige AutoQC-meting, 247
Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS
B, 248
QC-regels & consequenties
Configuratie, 274
QC-regels en consequenties, 274
Weergave van QC-resultaten, 251
L
Legenda, 145
Levey-Jennings-diagram, 252
Lineariteit
Gebruikelijke monsters, 87
Micromonster, 88
Logbestanden, 339
M
Meetprocedure, 208
Capillaire meting
Micromonster, 211
COOX-meting, 213
Gegevensinvoer
Handmatige invoer van gegevens, 217
Scannen van gegevens met de barcodescanner, 217
Meettijden van de monsters, 96
Meting, 191
Beknopte gebruiksaanwijzing, 26
Configuratie, 224
Automatisch rapport, 235
Bereiken, 226
Correlaties, 232
Eenheden, 225
Inschakelen/uitschakelen van parameters, 228
Invoergegevens, 230
Meetrapport, 235
Parameterpanels bewerken, 224
Patiënten-ID, 232
pH / H+, 229
Resultatenweergave, 234
Standaardwaarden, 232
Ticketprinter, 236
Verplichte invoer, 231
Gegevensinvoer, 216
Verplichte invoer, 218
Metingen-database, 220
Patiëntentrendgrafiek, 222
Resultaat, 218
Afdrukken, 219
Storingen, 198
Stoffen met storende invloed, 201, 203
Stoffen zonder storende invloed, 198
Zuur-base-diagram, 221
Meting van monster uit spuit, 209
Micromonster, 211
Monsterafhankelijk wisselen
AutoQC Pack wisselen, 361
Extra wisselen, 363
Fluid Pack wisselen, 358
Sensor Cartridge wisselen, 355
Monsterafnamemateriaal, 195
Accessoires, 196
Accessoires Clot Catcher, 196
Accessoires Clot Catcher PRO, 196
Capillaire buisjes, 195
Roche MICROSAMPLER PROTECT, 195
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 461
cobas b 123 POC system Trefwoordenregister
Spuiten, 195
M
onsterneming, 193
Anticoagulantia, 193
Monsterneming, speciaal voor de glucose-
/lactaatmeting, 194
Monsterneming, speciaal voor de tHb-, SO2- en Hct-
meting, 194
Volbloed, 193
Multirules, 270
Overzicht van de Multirules, 271
N
Netspanningadapter, 164
Voedingskabel, 164
O
Omgang met monsters, 197
Volbloed, 197
Omgevingsparameters, 100
Temperatuur / luchtvochtigheid / stabiliteit, 100
Apparaat, 100
Onderdelen van het systeem, 135
Aanvullende knoppen, 145
Achterpaneel, 163
Toets (Aan/Uit), 163
Barcodescanner, 168
Beeldregistrerende scanner, 170
cobas b 123 AutoQC Pack, 159
cobas b 123 Fluid Pack, 155
Contacten van de monstersensor, 157
Cuvet, 158
Monsterinvoermodule, 158
Slangverbindingen, 157
Voor gebruik benodigde vloeistoffen, 157
cobas b 123 Sensor Cartridge, 151
Deur aan de voorzijde, 149
De deur aan de voorzijde ontgrendelen, 365
Gebruikersinterfacemodule, 138
Beeldscherm, 138
Bereiken op het beeldscherm, 139
Interfaces, 165
Busbezetting, 166
Meetkamermodule, 150
Netspanningadapter, 164
Voedingskabel, 164
Oxymetermodule, 161
Functieprincipe, 161
Printer, 148
USB-interface, 147
Waarschuwings- en identificatietekens, 167
Online-help, 145
Ontsmetten, 349
Apparaatoppervlak, 351
Beeldscherm van het apparaat, 350
Sensor Cartridge, 356
Verbruiksmateriaalbereik, 352
Verbruiksmaterialenbereik, 187, 189, 362
Oplossen van problemen, 369
Alarmbereik, 372
Barcodescanner, 409
Controle van klepstand, 408
Defecten, 380
Depot-reparatie
Buitenbedrijfstelling van het defecte apparaat, 413
Buitenbedrijfstelling van het leenapparaat, 421
Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat,
427
Omruilen van apparaat, 421
Oplossen van problemen - algemeen, 371
Rapport Oplossen problemen, 410
Systeemstop, 374
Waarschuwingen, 382
Oplossen van QC-problemen, 278
Beschrijving van het actuele probleem, 278
Classificatie van QC-problemen, 278
Oplossen van problemen - Groep A (probleem met
opzuigen of plaatsen), 278
Oplossen van problemen - Groep B (QC-resultaat ligt
buiten het controlewaardenbereik), 279
Opmerkingen bij deze uitgave, 3
OPSTART-fase, 61
BEVOCHTIGING-procedure, 61
Controle van het koppel, 61
Eerste kalibratie van het systeem, 62
Zwellingstijd, 61
Oxymeterkalibratie, 285
P
Parameter
Configuratie, 324
Parameters en berekeningen, 111
– Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende
gegevens, 237
Patiënten-ID, 232
PO2-kalibratie, 285
POCT1-A, 322
Configuratie, 322
Preanalytisch traject, 193
Printer, 148
Specificaties, 104
Protocollen
Configuratie, 324
Q
QC-consequenties
Automatische correctie, 277
Roche Diagnostics Februari 2015
462 Handleiding · Versie 10.0
Trefwoordenregister cobas b 123 POC system
Handmatige correctie, 277
QC-consequenties opheffen, 277
Automatische correctie, 277
Handmatige correctie, 277
QC-herhalingen, 275
QC-meting, 247
Handmatige AutoQC-meting, 247
Handmatige QC-meting met COMBITROL PLUS B,
248
QC-beoordeling, 270
Weergave van QC-resultaten, 251
QC-regels en consequenties, 274
R
Rapport Oplossen problemen, 410
Maken, 410
Rapport Oplossen problemen exporteren, 339
Rapport van een ringonderzoektest, 262
Rapporten, 431, 433
Reproduceerbaarheid (onnauwkeurigheid van dag tot
dag)
Gebruikelijke monsters, 69
Micromonster, 81
Resultaten van ringonderzoeken, 260
Ringonderzoektest, 33, 256
Roche MICROSAMPLER PROTECT
Meting, 211
S
Schrijfwijze van de gemeten-, ingevoerde- en berekende
gegevens, 237
Sensor Cartridge
Bevochtigingsroutine, 406
Externe bevochtiging, 406
Interne bevochtiging, 406
Sensor Cartridge wisselen
Beknopte gebruiksaanwijzing, 37
Sensorfases, 61
IN GEBRUIK-tijd, 62
INWERK-fase, 62
OPSTART-fase, 61
BEVOCHTIGING-procedure, 61
Controle van het koppel, 61
Eerste kalibratie van het systeem, 62
Zwellingstijd, 61
Stabiele fase, 62
Servicefuncties, 341
Apparaat, 341
Audit trail, 343
AutoQC-module, 342
Hulpmiddelen, 342
Meetkamermodule, 341
Module voor sturing van vloeistofstromen (FCM), 341
Oxymetermodule, 342
Signalen en volume, 325
Configuratie, 325
Software
versie, 3
Softwarefuncties, 305
Apparaatgegevens exporteren, 339
Logbestanden exporteren, 339
Rapport Oplossen problemen exporteren, 339
Audit trail, 343
Configuratie
Apparaat, 325
Configuratie exporteren/importeren, 338
Menu "Apparaat", 312
Menu "Hulpmiddelen", 314
Configuratie, 315
Menu "Overzicht", 307
Menu "Werkplek", 308
Databases, 308
Taalupdate, 336
USB-gegevensoverdracht, 337
Gegevensexport, 337
Software-update, 335
Specificaties
cobas b 123 Fluid Pack, 101
cobas b 123 Sensor Cartridge, 100
Kalibraties, 99
Karakteristieken, 69
Meetparameters, 69
Monstertypes, 98
Monsterverwerkingssnelheid, 95
Monstervolumes, 97
Printer, 104
QC-materiaal, 101
Stabiele fase, 62
Standaardwaarden
Configuratie, 232
Standaardwaarden en bereiken, 111
Standby-kalibratie, 286
Status apparaat, 312
Status parameter, 312
Status verbruiksmaterialen, 312
STDBY-beweging, 286
Storingen, 198
Stoffen met invloed op BG, pH, ISE, Glu, Lac en Hct,
201
Stoffen met storende invloed, 201
tHb, SO2, bilirubine en Hb-derivaten, 203
Stoffen zonder storende invloed, 198
Streefwaarden en kritische waarden, 129
Symbolen, 7
Systeemstop, 374
T
Taal, 319
Roche Diagnostics Februari 2015
Handleiding · Versie 10.0 463
cobas b 123 POC system Trefwoordenregister
Taalupdate, 336
T
abel voor de conversie van eenheden, 111
Ticketprinter, 236
Time-outs, 327
Toepassing, 15
Toets (Aan/Uit), 163
Transportvoorbereiding voor het defecte apparaat, 419
Transportvoorbereidingen voor het leenapparaat, 427
U
USB-gegevensoverdracht, 337
Apparaatgegevens exporteren, 339
Logbestanden exporteren, 339
Rapport Oplossen problemen exporteren, 339
Configuratie exporteren/importeren, 338
Gegevensexport, 337
V
Veiligheidsinformatie
IT-beveiligingsadvies, 48
Beveiligingsvoorzorgsmaatregelen, 48
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen, 59
Afvalverwijdering
weggooien van verbruiksmaterialen en het apparaat,
59
Ontsmetten, 59
Verbruiksmaterialen wisselen, 347, 441
Beknopte gebruiksaanwijzing, 37, 38, 39
Lijst van verbruiksmaterialen, 441
Monsterafhankelijk wisselen, 355
Vergelijking van micromonsters met gebruikelijke
monsters, 94
Vergelijkingen, 112
Verklarende woordenlijst, 451
Verplichte invoer
Configuratie, 231
Visuele identificatie, 137
Voedingskabel, 164
Volu me
Configuratie, 325
Voorbeelden van blokkades van de AutoQC-module,
401
Voorbereidingen voor het gerepareerde apparaat, 423
Voorbereidingen voor het vervangende apparaat, 415
W
Wascyclus, 286
Wat er nieuw is in deze versie, 15
Roche Diagnostics Februari 2015
464 Handleiding · Versie 10.0
cobas b 123 POC-systeem
September 2016
Herzieningen
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 467
cobas b 123 POC system Herzieningen
Inhoudsopgave
Herzieningen
Dit hoofdstuk bevat herzieningen van de handleiding van het
cobas b 123 POC system die noodzakelijk zijn geworden door een nieuwe software-
update, die een nieuwe functie voor de aannemelijkheidscontrole
(plausibiliteitscontrole) van metingen van neonatale bilirubine bevat. Tevens vindt u
in dit hoofdstuk informatie over wijzigingen van de conformiteitsinformatie, over de
stopzetting van de levering van de plastic capillary tubes en de steriele capillary
holders en informatie over de nieuwe barcodescanner.
In dit hoofdstuk
Hoofdstuk
Herzieningen van de handleiding van het cobas b 123 POC system ......................... 469
Herziening 1: Toevoeging van nieuwe sectie Goedkeuringen .................................... 470
Goedkeuringen............................................................................................................ 470
Herziening 2: Toevoeging van nieuwe symbolen.......................................................... 471
Symbolen...................................................................................................................... 471
Herziening 3: Specificaties van de nieuwe barcodescanner......................................... 474
Barcodescanner ........................................................................................................... 474
Herziening 4: Toevoeging nieuw naamplaatje............................................................... 475
Naamplaatje ................................................................................................................. 475
Herziening 5: Beschrijving van de nieuwe barcodescanner ........................................ 476
Barcodescanner ........................................................................................................... 476
Herziening 6: Nieuwe plausibiliteitscontrole voor het uitvoeren van metingen van
neonatale bilirubine .......................................................................................................... 478
Plausibiliteitscontrole voor metingen van neonatale bilirubine ........................... 478
Herziening 7: Nieuwe informatie m.b.t. de lengte van toegewezen apparaatnamen ......
480
Informatie..................................................................................................................... 480
Herziening 8: Aanwijzingen voor het oplossen van problemen met de nieuwe
barcodescanner.................................................................................................................. 481
Oplossen van problemen met de barcodescanner.................................................. 481
Herziening 9: Nieuwe informatie over verbruiksmaterialen....................................... 482
Accessoires ................................................................................................................... 482
Roche Diagnostics September 2016
468 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 469
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herzieningen van de handleiding van het cobas b 123 POC system
Herzieningen van de handleiding van het
cobas b 123 POC system
Roche raadt u aan zich vertrouwd te maken met de in dit hoofdstuk gepresenteerde
nieuwe- of herziene inhoud.
In de onderstaande afbeelding kunt u zien hoe deze inhoud in dit document wordt
weergegeven.
Figuur 18-1 Opbouw van een gewijzigd gegeven
q
Als u deze pagina's afdrukt, raadt Roche aan dit enkelzijdig te doen. Op deze wijze kunt u
eenvoudig de nieuwe- of herziene inhoud op de betreffende plaats(en) in het bestaande
document invoegen.
Versie van bijlage Softwareversie Herzieningsdatum Wijzigingen
10.1 4.8 September 2016 Software-update
Nieuwe conformiteitsinformatie
Informatie over de nieuwe barcodescanner
Informatie over de stopzetting van de levering van enige
verbruiksmaterialen
Tabel 18-1 Overzicht van herzieningen
A Identificatie van de wijziging C Betreffende pagina's
B Samenvatting van wijzigingen D Gewijzigd element
B
D
C
A
Roche Diagnostics September 2016
470 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 1: Toevoeging van nieuwe sectie Goedkeuringen
Herziening 1: Toevoeging van nieuwe sectie Goedkeuringen
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 4 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Goedkeuringen
Het cobas b 123 POC system voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in:
Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998
betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek.
Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011
betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische
en elektronische apparatuur.
Overeenstemming wordt aangegeven door middel van de conformiteitsverklaring.
De volgende markeringen geven overeenstemming aan:
Vo or in vitrodiagnostisch gebruik.
Voldoet aan de voorwaarden van de van toepassing zijnde EU-
richtlijnen.
Afgegeven door TÜV SÜD voor Canada en de VS.
Laboratory Equipment is de productidentificatie zoals weergegeven
op het naamplaatje
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 471
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 2: Toevoeging van nieuwe symbolen
Herziening 2: Toevoeging van nieuwe symbolen
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina's 8 t/m 10 van de
handleiding van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Symbolen
Op het apparaat gebruikte
symbolen
Symbool Beschrijving
Biologisch risico
Bij dit label worden materialen met een potentieel biologisch risico gebruikt.
Volg de van toepassing zijnde laboratoriumprocedures voor veilig gebruik
zorgvuldig op.
Artikelnummer
Serienummer
Global Trade Item Number
Fabrikant
Productiedatum
Direct current (gelijkstroom)
Voorzichtig!
Tabel 2 Op het apparaat gebruikte symbolen
Roche Diagnostics September 2016
472 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 2: Toevoeging van nieuwe symbolen
Op verbruiksmaterialen gebruikte
symbolen
Symbool Beschrijving
Artikelnummer
Lotnummer
Global Trade Item Number
Houdbaar tot
Temperatuurlimiet
Niet gebruiken bij beschadigde verpakking
Inhoud verbruiksmateriaal
Controlemateriaal
Breekbaar, voorzichtig behandelen
Rechtop bewaren
Voor eenmalig gebruik
Fabrikant
Gesteriliseerd d.m.v. bestraling
Gesteriliseerd met ethyleenoxide
Tabel 3 Op verbruiksmaterialen gebruikte symbolen
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 473
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 2: Toevoeging van nieuwe symbolen
Voldoende voor <n > testen
Handleiding/gebruiksaanwijzing
Voorzichtig, raadpleeg de bijgevoegde documentatie!
Voorzichtig behandelen
Softwaresymbool voor het Fluid Pack
Softwaresymbool voor het AutoQC Pack
Softwaresymbool voor de Sensor Cartridge
Symbool Beschrijving
Tabel 3
Op verbruiksmaterialen gebruikte symbolen
Roche Diagnostics September 2016
474 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 3: Specificaties van de nieuwe barcodescanner
Herziening 3: Specificaties van de nieuwe barcodescanner
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 106 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Barcodescanner
Datalogic Touch 90
Type: TD1170-90 PS2-handheldscanner met geïntegreerde
decoder
Resolutie: 0,13 mm
Afleesvenster: 90 mm
Afleesafstand
(a)
:
(a) afhankelijk van de lengte van het symbool, de scanhoek, de afdrukresolutie, het contrast en de
lichtomstandigheden van de omgeving
maximaal 18,5 cm
Voorgeprogrammeerde
barcodesystemen:
(b)
:
(b) Onder toepassing van de standaardinstellingen van Roche. Verdere beschikbare barcodesystemen
kunnen conform de Reference Guide van de PS2-barcodescanner worden geprogrammeerd. De
Reference Guide is op aanvraag verkrijgbaar bij de lokale vertegenwoordiging van Roche.
o UPC-A
o UPC-E
o EAN-8
o EAN-13
o EAN-128
o Interleaved 2 of 5
o Code 39
o Code 93
o Code 128
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 475
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 4: Toevoeging nieuw naamplaatje
Herziening 4: Toevoeging nieuw naamplaatje
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 167 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Naamplaatje
Figuur 6-37 Naamplaatje van het cobas b 123 POC system
Roche Diagnostics September 2016
476 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 5: Beschrijving van de nieuwe barcodescanner
Herziening 5: Beschrijving van de nieuwe barcodescanner
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 168 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Barcodescanner
Figuur 6-38 Barcodescanner
De barcodescanner wordt gebruikt voor het gemakkelijk handmatig scannen van
QC-materiaal (charge(lot)nummer, benoemde waarden, enz.) en patiënten- of
gebruikers-ID's.
q
Als u met succes een barcode heeft gescand, hoort u een pieptoon en ziet u het LED-licht
aan de bovenkant van de barcodescanner kort oplichten.
q
o Als handmatig QC-materiaal wordt gebruikt, is omprogrammeren van de
barcodesystemen "Code 39" en "Interleaved 2 of 5" (zonder controlecijfers) niet
toegestaan. De betreffende gegevens kunnen niet meer worden gescand.
o Als het noodzakelijk is om een van de beide barcodes met controlecijfers te gebruiken,
moet contact worden opgenomen met de afdeling Customer Service van Roche
Diagnostics.
Kwaliteit van de afgedrukte
barcode
Om een optimale prestatie bij het scannen van een barcode te waarborgen, dienen
barcodes van de monsters van afdrukkwaliteit ISO/IEC 15416 kwaliteit 2.5 to 4.0
(komt overeen met ANSI X3.182 kwaliteit A of B) te zijn.
Om de prestaties bij het scannen van een barcode te verhogen, dienen de volgende
aanbevelingen te worden opgevolgd:
o Het etiket of het vel papier met de afgedrukte barcode moet vlak en ongevouwen
zijn.
o De afgedrukte barcode mag tijdens het afdrukken niet vervormd zijn. Zorg ervoor
dat een goede kwaliteit inkt, printerlint en/of toner wordt gebruikt.
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 477
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 5: Beschrijving van de nieuwe barcodescanner
o Wees voorzichtig met het gebruik van speciale, gekleurde inkt en niet-wit papier
of etiketten, aangezien deze het functioneren van de barcodescanner kunnen
beïnvloeden. Vermijd bijvoorbeeld het gebruik van rode inkt of rood papier,
omdat de lichtbron van de barcodescanner rood is.
o Gebruik geen drukmaterialen met glanzende of reflecterende oppervlakken.
Raadpleeg de Reference Guide van de fabrikant voor meer informatie. De Reference Guide is
op aanvraag verkrijgbaar bij de lokale vertegenwoordiging van Roche.
Roche Diagnostics September 2016
478 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 6: Nieuwe plausibiliteitscontrole voor het uitvoeren van metingen van neonatale bilirubine
Herziening 6: Nieuwe plausibiliteitscontrole voor het uitvoeren
van metingen van neonatale bilirubine
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina's 206 en 207 van de
handleiding van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Plausibiliteitscontrole voor metingen van neonatale bilirubine
WAARSCHUWING
Onjuiste bilirubineresultaten door onjuiste monsterneming en onjuiste omgang
met het monster
Het niet uitvoeren van de juiste monsterneming en onjuiste omgang met het monster
kunnen tot de aanwezigheid van cellulaire deeltjes in bloedmonsters leiden. Deze cellulaire
deeltjes kunnen tot fouten en verschillen in de bilirubinemeetresultaten leiden.
r Knijp vóór de afname van het bloedmonster niet in de prikplaats.
r Het bloedmonster moet onmiddellijk na afname zorgvuldig worden gemengd. Dit kan
door het monster tussen beide handen te rollen en het monsterafnamemateriaal af en
toe om te draaien of door gebruik te maken van een mechanisch apparaat dat het
monster om twee assen draait. Verwijder vervolgens alle luchtbellen uit het
monsterafnamemateriaal.
r Analyseer de bloedmonsters zo spoedig mogelijk na de monsterneming. Als u de
bloedmonsters vóór de meting op moet slaan, moet u deze in een geschikt
monsterafnamemateriaal (monsterhouder) bij de juiste temperatuur opslaan.
u Raadpleeg voor meer informatie over de juiste omgang met monsters in het
hoofdstuk Meting van de Handleiding Omgang met monsters in de paragraaf
Preanalytisch traject.
Cellulaire deeltjes in bloedmonsters kunnen leiden tot onjuiste, verhoogde
neonatalebilirubineresultaten. Hierom wordt bij bilirubinemetingen een
aannemelijkheidscontrole (plausibiliteitscontrole) uitgevoerd om onjuiste resultaten
aan te tonen. Deze aannemelijkheidscontrole (plausibiliteitscontrole) wordt
automatisch uitgevoerd als het bilirubineresultaat hoger is dan 15 mg/dL (256,5
mol/L). Om de bilirubineresultaten te valideren vergelijkt de
aannemelijkheidscontrole (plausibiliteitscontrole) de tHB- en/of MCHC-resultaten
van hetzelfde bloedmonster met hun respectievelijke medische besliswaarden.
q
Kritische waarden worden ingesteld op standaardwaarden die gebaseerd zijn op
referentiewaardenbereiken uit handboeken voor klinische chemie en moleculaire
diagnostiek. U dient kritische waarden echter zodanig te configureren dat deze
tegemoetkomen aan uw eigen eisen. Gebruik tabel 8-5 om uw neonatale MCHC-
referentiewaardenbereiken vast te stellen.
Leeftijd MCHC (g/dL) MCHC (mmol/L)
1
ste
dag
31,0 - 35,0 4,805 - 5,425
2
e
t/m 6
e
dag
24,0 - 36,0 3,720 - 5,580
7
e
t/m 13
e
dag
n.v.t. n.v.t.
14
e
t/m 23
ste
dag
26,0 - 34,0 4,030 - 5,270
24
ste
t/m 37
ste
dag
25,0 - 34,0 3,875 - 5,270
Tabel 8-5 MCHC-referentiewaardenbereiken voor pasgeborenen (tabel is aangepast)
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 479
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 6: Nieuwe plausibiliteitscontrole voor het uitvoeren van metingen van neonatale bilirubine
p Neonatale bilirubine meten
1
Selecteer in het menu Configuratie Meting > Resultatenweergave > Weergave.
Controleer of bilirubine in de kolom Geselecteerde gegevens wordt weergegeven.
u Raadpleeg voor meer informatie over het selecteren van parameters voor weergave in
meetrapporten in het hoofdstuk Meting van de Handleiding Resultatenweergave in de
paragraaf Instellingen voor de meting.
2
Meet het monster in het menu Overzicht.
Als het bilirubineresultaat lager is dan 15 mg/dL (256,5 mol/L), wordt het
blirubineresultaat weergegeven.
Als het bilirubineresultaat hoger is dan 15 mg/dL (256,5 mol/L), wordt de
aannnemelijkheidscontrole (plausibiliteitscontrole) uitgevoerd.
o Als tHb en als Hct wordt gemeten en de MCHC-resultaten zijn lager dan ieder
van de respectievelijke medische besliswaarden (22 g/dL of 13,64 mmol/L
voor tHb en 36 g/dL of 5,58 mmol/L voor MCHC), wordt het
bilirubineresultaat weergegeven.
o Als Hct wordt gemeten en de tHb- en/of MCHC-resultaten zijn hoger dan
hun respectievelijke medische besliswaarden (22 g/dL of 13,64 mmol/L voor
tHb en 36 g/dL of 5,58 mmol/L voor MCHC), wordt het bilirubineresultaat
niet weergegeven. Als er geen resultaat voor tHb beschikbaar is, wordt het
bilirubineresultaat ook niet weergegeven.
Figuur 8-A Schermweergave van een meting nadat de aannemelijkheidscontrole
(plausibiliteitscontrole) van een bilirubinemeting negatief is uitgevallen.
U dient een nieuw bloedmonster af te nemen en bilirubine opnieuw te meten.
s
Roche Diagnostics September 2016
480 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 7: Nieuwe informatie m.b.t. de lengte van toegewezen apparaatnamen
Herziening 7: Nieuwe informatie m.b.t. de lengte van toegewezen
apparaatnamen
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 326 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Informatie
In het bereik [Hulpmiddelen] > [Configuratie] > [Systeem] > [Apparaat] >
[Informatie] kunt u aan het cobas b 123 POC system een willekeurige
apparaatidentificatie toewijzen en informatie die betrekking heeft op het ziekenhuis
(b.v. de naam) invoeren.
q
Als u apparaatnamen met meer dan 30 tekens toewijst, kunnen er d.m.v. cobas bge link
geen POCT1-A-verbindingen tot stand worden gebracht.
Druk om de gewenste gegevens in te voeren op de knop Pen.
Roche Diagnostics September 2016
Handleiding · Versie 10.1 481
cobas b 123 POC system Herzieningen
Herziening 8: Aanwijzingen voor het oplossen van problemen met de nieuwe barcodescanner
Herziening 8: Aanwijzingen voor het oplossen van problemen met
de nieuwe barcodescanner
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 409 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Oplossen van problemen met de barcodescanner
Als er problemen zijn met uw barcodescanner moet u de onderstaande stappen
opvolgen:
p Mogelijke problemen met uw barcodescanner opsporen
1
Probeer de geselecteerde barcode te scannen door verschillende afstanden en
hoeken tussen uw barcodescanner en de geselecteerde barcode toe te passen.
2
Controleer of uw barcodescanner goed is verbonden met de interfaceaansluiting
van het apparaat.
u Raadpleeg om de locatie van de interfaceaansluiting op het achterpaneel van het
apparaat te vinden in het hoofdstuk Onderdelen van het systeem van de Handleiding
Interfacesin de paragraaf Achterpaneel.
3
Controleer de conditie van de kabel van uw barcodescanner. Als deze beschadigd
is, moet u contact opnemen met de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
4
Controleer of de lens van de barcodescanner niet beschadigd is en vrij is van stof
en vingerafdrukken. Als u beschadigingen aan de lens van uw barcodescanner
constateert, moet u contact opnemen met de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics. Als de lens van uw barcodescanner niet schoon is, moet u een
zacht brillendoekje gebruiken om de lens schoon te maken.
5
Controleer of er in de barcodescanner een LED-licht zichtbaar is en of de
barcodescanner een pieptoon afgeeft, als er barcodes worden gescand.
6
Als uw problemen hierdoor niet zijn opgelost, moet u contact opnemen met de
afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics.
s
Roche Diagnostics September 2016
482 Handleiding · Versie 10.1
Herzieningen cobas b 123 POC system
Herziening 9: Nieuwe informatie over verbruiksmaterialen
Herziening 9: Nieuwe informatie over verbruiksmaterialen
Nummers herziene pagina's In deze sectie wordt de herziening van de inhoud van pagina 445 van de handleiding
van het cobas b 123 POC system, versie 10.0 weergegeven.
Accessoires
De levering van plastic capillary tubes (artikelnummer 05174791001) en sterile
capillary holders (artikelnummer 05174830001) is stopgezet.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
r De Clot Catcher en Clot Catcher PRO zijn niet geschikt voor de spuitmodus van het
cobas b 123 POC system.
Parameter
Na
+
K
+
Ca
2+
PCO
2
PO
2
pH Hct tHb SO
2
COOX Glu Lac
cobas b 123 Printer Paper
05082595001
OOOOOOOOOO OO
Adapter for Capillaries 03069931001 O O O OOOOOOO OO
Ampoule Adapter 03066762001 O O O OOOOOOO OO
Adapter for Sample Containers
03112101180
OOOOOOOOOO OO
Clot Catcher
(a)
03112012180
OOOOOOOOOO OO
Clot Catcher PRO
(b)
05689856001
OOOOOOOOOO OO
Caps for Roche MICROSAMPLER
03112152180
OOOOOOOOOO OO
Roche MICROSAMPLER, non
sterile 05772494001 (200 stuks)
OOOOOOOOOO OO
Roche MICROSAMPLER, sterile
05772583001 (50 stuks)
OOOOOOOOOO OO
BS2 Blood Sampler 03113493035
(MC0028)
OOOOOOOOOO OO
Capillary Tubes, ~ 200 L
03113477180 (MC0024)
OOOOOOOOOO OO
Capillary Tubes, ~ 115 L
03113507035 (MG0002)
OOOOOOOOOO OO
Caps for Capillary Tubes
03113647035 (RE0410)
OOOOOOOOOO OO
Tabel 16-7 Accessoires
(a) De Clot Catcher is niet geschikt voor de spuitmodus van het cobas b 123 POC system.
(b) De Clot Catcher PRO is niet geschikt voor de spuitmodus van het cobas b 123 POC system.
O Kan worden gebruikt.
Tabel 16-8 Verklaring in tabel accessoires gebruikte symbolen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482

Roche cobas b 123 <2> Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor