Roche cobas Liat Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
cobas
®
Liat
®
System
Gebruikersgids
Publicatieversie 10.0
Softwareversie 3.3
2
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Publicatiegegevens
Publicatieversie Softwareversie Revisiedatum Beschrijving van wijziging
4.0 2.0 Maart 2015 Redactionele updates, herziening van tekst.
5.0 2.1 December 2015 Eerste publicatie in Roche-indeling voor gebruikersinformatie.
6.0 2.1.1 Februari 2016 Automatische blokkeerfunctie.
Wijzigingen in branding.
Wijzigingen in adres en beoogd gebruik.
7.0 3.0 Mei 2016 Liat-afbeeldingen bijgewerkt.
7.1 3.0 September 2016 Toevoeging van adviessymbool Raadpleeg gebruiksinstructies.
Toevoeging van waarschuwingslabel voor lasertransmissie.
Verwijdering van afbeelding uit het gedeelte Labels op het
analyseapparaat.
7.2 3.1 April 2017 Audit trail.
Extensies voor installeren van printer.
Aanvullende functies voor aanmeldingsprocedures en gebrui-
kersbeheer.
Aanmelden met barcode van badge.
Aanbevelingen voor inspectie van afgedrukte barcodelabels.
Extensies voor controleren van resultaten.
Extensies voor exporteren en verwijderen van resultaten.
Extensies voor DMS-connectiviteit.
Kleurafdrukken.
Gegevensmigratie.
Extensies voor foutcodes. Differentiatie tussen software, hard-
ware/firmware en testcodes.
Extensies voor probleemoplossing.
Aanvullende omgevingsfactoren.
Aanvullende 'Voorzichtig'-meldingen.
Updates van screenshots en tekst voor wijzigingen in de ge-
bruikersinterface.
8.0 3.2 December 2017 Veiligheidsinstructies bijgewerkt. Verwijzing naar plaatselijke
regelgeving toegevoegd aan verklaring betreffende afvoer.
Gedeeltelijke blokkering van het analyseapparaat toegevoegd.
Blokkeren en deblokkeren van het analyseapparaat geher-
structureerd.
Barcodestandaarden toegevoegd. Systeeminstellingen bijge-
werkt.
Controleren, exporteren en verwijderen van resultaten bijge-
werkt.
Scannen van activeringscodes toegevoegd.
Netwerkbronnen bijgewerkt.
Informatie voor het verbindingsinterval toegevoegd.
Workflows voor wachtwoordwijzigingen uitgelijnd.
Testen installeren en bijwerken geherstructureerd.
Informatie over gegevensmigratie verwijderd.
Lijst van foutmeldingen bijgewerkt.
Bladeren door het gebeurtenislog per pagina toegevoegd.
Screenshots bijgewerkt.
y Revisiegeschiedenis
3
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Publicatieversie Softwareversie Revisiedatum Beschrijving van wijziging
9.0 3.3 Oktober 2019
• Naam van publicatie gewijzigd naar Gebruikersgids.
• Licentiegegevens toegevoegd. Informatie over opensource-
en commerciële software toegevoegd.
• TÜV SÜD toegevoegd aan goedkeuringen.
• Maximaal uitgangsvermogen van de laser-barcodelezer bij-
gewerkt.
• Informatie over gegevensbeveiliging en elektrostatische
ontlading toegevoegd.
• De functies van de Advanced Tools Key (ATK) zijn vervan-
gen door de Advanced Tools. De gids voor de Advanced
Tools Key is vervangen door de gebruikershandleiding voor
de Advanced Tools.
• Toegevoegde/bijgewerkte informatie:
Symbolen en afkortingen
Het analyseapparaat installeren
Opslagcapaciteit
De status van het analyseapparaat
Aan/uit-knop
Titelbalk
Gegevensversleuteling
Het analyseapparaat opstarten
Aanmelden
Uw wachtwoord wijzigen
Vooraf gedefinieerde waarden selecteren
Tekst en cijfers invoeren
Het analyseapparaat afsluiten
Een test uitvoeren
Resultaten verwerken
Runstatus
De verzendstatus van resultaten
Testen installeren en bijwerken
Systeeminstellingen
y Revisiegeschiedenis
4
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Publicatieversie Softwareversie Revisiedatum Beschrijving van wijziging
9.0 (vervolg) 3.3 Oktober 2019
• Toegevoegde/bijgewerkte informatie (vervolg):
De systeemtaal wijzigen
Instellingen voor barcodes configureren
Gebruikers beheren
De printer instellen
De software bijwerken
Systeeminformatie weergeven
Over de Advanced Tools
Gegevens archiveren
Gegevens uitwisselen
Probleemrapporten
Het USB-flashstation reinigen
Netwerkconfiguratie
Configuratie van het externe serviceplatform van Roche
Verbinden met een hostsysteem
Patiëntverificatie
Configuratie van gedeelde locaties
Kwaliteitscontrole
Het analyseapparaat reinigen
Over probleemoplossing
Lijst van foutmeldingen
Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard beheerders-
account ADMIN
Het scherm van de barcodelezer reinigen
Een analyseapparaat die niet reageert opnieuw opstarten
Standaardbenodigdheden
Specificaties van barcodes
Printers
USB-apparaten
y Revisiegeschiedenis
5
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Publicatieversie Softwareversie Revisiedatum Beschrijving van wijziging
10.0 3.3 Februari 2021
Wijzigingen voor softwareversie 3.3 patch 1:
• De niet-geassocieerde introductiezin verwijderd uit het ge-
deelte Beoogd gebruik. Het Beoogd gebruik zelf is verder
ongewijzigd.
• Tabel met symbolen op product bijgewerkt.
• Informatie over het gebruik van de gebruikersondersteu-
ning bijgewerkt.
• Informatie over de software van het analyseapparaat toe-
gevoegd.
• Kanteldetectie is altijd ingeschakeld.
• Configuratie-optie voor automatische vrijgave van resulta-
ten.
• Vrijgegeven resultaten worden altijd automatisch verzon-
den naar de host.
• Controletestresultaten van een lot testbuisjes zijn alleen
zichtbaar op het analyseapparaat waarop het lot testbuisjes
werd toegevoegd en gevalideerd.
• Aanvullende informatie voor het oplossen van problemen
en berichten kan worden geregistreerd.
• Het wordt aanbevolen om een vergrendelbaar USB-flash-
station te gebruiken voor archiveren.
• Informatie over het lot testbuisjes wordt opgenomen in
probleemrapporten.
• Geldige en ongeldige resultaten, Ct-waarden en informatie
over afgebroken runs worden verzonden naar een host.
• Netwerkshares maken gebruik van het SMBv2.1-netwerk-
protocol of hoger.
• Lijst van foutmeldingen bijgewerkt.
• Alleen de laatste 100 invoergegevens van het gebeurtenis-
logbestand worden weergegeven. Het volledige gebeurte-
nislogbestand wordt uitsluitend in probleemrapporten
weergegeven.
• Procedure toegevoegd voor geforceerde wijziging van het
ADMIN-wachtwoord.
• Mislukte verzending van resultaten naar host wordt aange-
geven op het analyseapparaat.
u Nieuw in publicatieversie 10.0 (17)
y Revisiegeschiedenis
Mededeling bij de uitgave
Deze publicatie is bedoeld voor gebruikers van de
cobas
®
Liat
®
Analyzer.
Alles is in het werk gesteld om te garanderen dat alle
informatie in deze publicatie correct is op het moment
van publicatie. In het kader van productbewaking kan de
fabrikant genoodzaakt zijn om de publicatie te moeten
wijzigen, wat resulteert in een nieuwe versie van deze
publicatie.
6
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Waar kan ik informatie vinden?
De gebruikersgids voor het cobas
®
Liat
®
System bevat
alle informatie over het product, met inbegrip van het
volgende:
• Veiligheid
• Installatie
• Normale werking
• Onderhoud en kalibratie
• Informatie over probleemoplossing
• Configuratie-informatie
• Achtergrondinformatie
De snelstartgids van de cobas
®
Liat
®
Analyzer is
bedoeld als referentie bij de installatie van de
cobas
®
Liat
®
Analyzer.
De gebruikershandleiding voor de Cleaning Tool van
de cobas
®
Liat
®
Analyzer is bedoeld als handleiding voor
het gebruik van de cobas
®
Liat
®
Cleaning Tool in
combinatie met de cobas
®
Liat
®
Analyzer.
Degebruikershandleiding voor Advanced Tools voor
de cobas
®
Liat
®
Analyzer is bedoeld als een referentie
voor het uitvoeren van verscheidene functies, waaronder
archivering van gegevens en synchronisatie van lots
testbuisjes tussen cobas
®
Liat
®
Analyzers.
De handleiding voor de hostinterface HL7 van
cobas
®
Liat
®
Analyzer bevat alle noodzakelijke
informatie over de HL7-interface.
De handleiding voor de hostinterface POCT1-A
(DML) van cobas
®
Liat
®
Analyzer bevat alle
noodzakelijke informatie over de DML-interface.
De gebruikersgids van het cobas
®
Liat
®
Systemis de
Online Help-versie van de gebruikersgids voor het
cobas
®
Liat
®
System.
Privacyverklaring
Het gebruik van de online Gebruikersondersteuning, de
bekeken gegevens (bekeken onderwerpen en
uitgevoerde zoekopdrachten) en de IP-adressen worden
vastgelegd.
De verzamelde gegevens zijn uitsluitend voor intern
gebruik bij Roche en worden nooit gedeeld met derden.
De gegevens worden geanonimiseerd en na één jaar
automatisch verwijderd.
De bekeken gegevens worden geanalyseerd om de
inhoud en de zoekfunctie van de
Gebruikersondersteuning te verbeteren. IP-adressen
worden gebruikt om regionaal gedrag in te delen.
7
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Algemene aandachtspunten
Zorg ervoor dat u bekend bent met de systeem- en
veiligheidsinformatie voordat u het systeem gebruikt om
ernstig of dodelijk letsel te voorkomen.
r Schenk in het bijzonder aandacht aan alle veilig-
heidsmaatregelen.
r Volg altijd de instructies in deze publicatie.
r Gebruik geen instrument dat niet in deze publicatie
wordt beschreven.
r Bewaar alle publicaties op een veilige en gemakkelijk
bereikbare plaats.
Afbeeldingen
De screenshots en afbeeldingen in deze publicatie,
inclusief zichtbare softwareversies erin, zijn uitsluitend
toegevoegd ter illustratie. Configureerbare en variabele
gegevens in screenshots, zoals testen, resultaten of
padnamen, mogen niet worden gebruikt voor
laboratoriumtoepassingen.
Garantie
Door elke aanpassing aan het analyseapparaat door de
klant en het gebruik van ongeautoriseerde testbuisjes of
accessoires, komt de garantie te vervallen.
Open de cobas
®
Liat
®
Analyzer niet, wijzig geen
componenten en installeer geen niet-geautoriseerde
software.
Licentiegegevens
De software van de cobas
®
Liat
®
wordt beschermd door
contractwet, auteursrecht en internationale verdragen.
Het cobas
®
Liat
®
System bevat een gebruikerslicentie
tussen F. Hoffmann-La Roche Ltd. en een licentiehouder,
en uitsluitend geautoriseerde gebruikers hebben
toegang tot de software en mogen deze gebruiken.
Ongeautoriseerd gebruik en ongeautoriseerde distributie
kunnen ernstige civielrechtelijke en strafrechtelijke
straffen tot gevolg hebben.
Opensource- en commerciële software
Het cobas
®
Liat
®
System kan componenten of modules
van commerciële of opensourcesoftware bevatten.
Raadpleeg voor meer informatie over het intellectuele
eigendom en andere waarschuwingen, evenals licenties
die betrekkingen hebben op de softwareprogramma's die
in de cobas
®
Liat
®
Analyzer zijn opgenomen, de
distributie op het USB-flashstation van deze
cobas
®
Liat
®
Analyzer-software.
8
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze opensource- en commerciële software en het
cobas
®
Liat
®
System als geheel kunnen een apparaat
vormen waarop toepasselijk recht van toepassing is.
Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie de
bijbehorende gebruikersdocumentatie en labels.
Houd er rekening mee dat de respectievelijke autorisatie
in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving
komt te vervallen indien niet-toegestane wijzigingen in
het cobas
®
Liat
®
System worden aangebracht.
Copyright
© 2014-2021, Roche Molecular Systems, Inc.
Handelsmerken
De volgende handelsmerken worden erkend:
COBAS en LIAT zijn handelsmerken van Roche.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de
respectievelijke eigenaren.
Patenten
Raadpleeg http://www.roche-diagnostics.us/patents
Ondersteuning
Mocht u verder nog vragen hebben, neem dan contact
op met de Roche-vertegenwoordiger met de
systeeminformatie die is verzameld zoals beschreven in
het hoofdstuk Probleemoplossing in de gebruikersgids
voor het cobas
®
Liat
®
System.
Feedback
Alles is in het werk gesteld om te garanderen dat deze
publicatie aan het beoogde gebruik voldoet. Alle
feedback met betrekking tot aspecten van deze
publicatie is welkom en wordt beschouwd wanneer de
publicatie wordt bijgewerkt. Neem contact op met uw
Roche-vertegenwoordiger als u dergelijke feedback hebt.
Bel in de VS het volgende nummer: 1-800-800-5973.
Goedkeuringen
De cobas
®
Liat
®
Analyzer voldoet aan de vereisten die
zijn beschreven in:
Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 27 oktober 1998 betreffend medische
hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek.
9
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Richtlijn 2011/65/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 8 juni 2011 betreffende de beperking van het
gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische
en elektronische apparatuur.
Naleving van de toepasselijke richtlijn(en) wordt
bevestigd door middel van de Conformiteitsverklaring.
De volgende symbolen duiden naleving aan:
MEDISCH HULPMIDDEL VOOR IN-VITRODIAGNOSTIEK
Naleving van de bepalingen van de toepasselijke EU-
richtlijnen.
Verstrekt door TÃœV Rheinland voor Canada en de VS.
(a)
Verstrekt door TÃœV SÃœD voor Canada en de VS.
(a)
‘Laboratoriumapparatuur’ verwijst naar de productiden-
tificatie zoals weergegeven op het typeplaatje.
(a) Het analyseapparaat bevat een van de markeringen.
Contactgegevens
Roche Molecular Systems, Inc.
1080 US Highway 202 South
Branchburg, NJ 08876
VS
Vervaardigd in Zwitserland
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 116
68305 Mannheim
Duitsland
10
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
11Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Inhoudsopgave
Publicatiegegevens 2
Contactgegevens 9
Beoogd gebruik 13
Symbolen en afkortingen 13
Nieuw in publicatieversie 10.0 17
Veiligheid
1 Algemene veiligheidsinformatie
Veiligheidsinstructies 27
Werking
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
Over de gebruikersondersteuning 39
Overzicht van functies voor
gebruikersondersteuning 41
De gebruikersondersteuning online
gebruiken 44
De gebruikersondersteuning offline
gebruiken 46
Zoeken in de gebruikersondersteuning 47
3 Installatie
Het analyseapparaat installeren 51
4 Over het analyseapparaat
Over de werking van het analyseapparaat 59
Overzicht van de bedieningselementen van
het analyseapparaat 63
Over testen 65
Overzicht van het aanraakscherm 66
Over gegevensversleuteling 68
5 Veelvoorkomende
gebruikershandelingen
Het analyseapparaat opstarten 73
Aanmelden 74
Uw wachtwoord wijzigen 77
De barcode van uw badge toewijzen of
wijzigen 80
Items selecteren op het scherm 82
Vooraf gedefinieerde waarden selecteren 83
Tekst en cijfers invoeren 84
Barcodes scannen 86
Het analyseapparaat blokkeren 87
Het analyseapparaat deblokkeren 89
Het analyseapparaat afsluiten 91
6 Een run uitvoeren
Veiligheid 95
Een test uitvoeren 97
Een run afbreken 102
Resultaten verwerken 104
7 Instellen
Over het analyseapparaat installeren 115
Testen installeren en bijwerken 116
Informatie over een lot testbuisjes bekijken
en afdrukken 133
Systeeminstellingen vaststellen 135
Gebruikers beheren 147
De printer instellen 156
De software bijwerken 168
Software registreren 171
Software- en hardware-informatie bekijken 173
8 Functies van Advanced Tools
Over de Advanced Tools 179
Archiveringsdatum 180
Uitwisseling van gegevens 190
Probleemrapporten 201
Een USB-flashstation opschonen 210
9 Connectiviteit
Netwerkconfiguratie 213
Configuratie van het externe serviceplatform
van Roche 216
Verbinden met een hostsysteem 220
Configuratie van gedeelde locaties 233
10 Onderhoud
Kwaliteitscontrole (Quality Control) 243
Onderhoud en kalibratie 244
11 Probleemoplossing
Over probleemoplossing 253
Lijst met foutmeldingen 254
Gebeurtenislogs bekijken en afdrukken 264
Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN 265
Het scherm van de barcodelezer reinigen 271
Fout voor ingangsklep voor buisjes
verhelpen voordat een run wordt gestart 272
Resultaten handmatig opnieuw verzenden 273
Een analyseapparaat die niet reageert
opnieuw opstarten 274
12 Specificaties
Technische gegevens 277
Trefwoordenregister
12
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
13
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Beoogd gebruik
De cobas
®
Liat
®
Analyzer is een geautomatiseerd
instrument voor nucleïnezuurtesten dat het
cobas
®
Liat
®
System wordt genoemd wanneer het wordt
gebruikt in combinatie met cobas
®
Liat
®
-testbuisjes voor
het uitvoeren van in-vitro diagnostische testen. In
combinatie met een cobas
®
Liat
®
-testbuisje voert het
instrument voorbereiding van de reagentia, de beoogde
verrijking, verwijdering van inhibitoren,
nucleïnezuurextractie, amplificatie middels
polymerasekettingreactie (PCR), real-time detectie en
beoordeling van resultaten uit om de detectie van
kwantificatie van targetnucleïnezuur in een biologisch
monster te automatiseren.
Symbolen en afkortingen
Productnamen
Behalve wanneer in de context duidelijk anders wordt
aangegeven, worden de volgende productnamen en
beschrijvingen gebruikt.
Productnaam Beschrijving
cobas
®
Liat
®
System
systeem
cobas
®
Liat
®
Analyzer
analyseapparaat
cobas
®
Liat
®
Assay Tube
testbuisje
cobas
®
Liat
®
Cleaning Tool
Cleaning Tool
cobas
®
Liat
®
Quality Control Kit
Quality Control Kit
y Productnamen
Symbolen gebruikt in deze publicatie
Symbool Verklaring
o
Lijstitem.
u
Verwante onderwerpen die meer informatie
bevatten.
q
Tip. Extra informatie over juist gebruik of nutti-
ge aanwijzingen.
r
Begin van een taak.
I
Extra informatie binnen een taak.
f
Resultaat van een handeling binnen een taak.
c
Frequentie van een taak.
y Symbolen gebruikt in deze publicatie
14
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Symbool Verklaring
n
Duur van een taak.
d
Materialen die vereist zijn voor een taak.
j
Voorwaarden voor een taak.
u
Onderwerp. Gebruikt in verwijzingen naar on-
derwerpen.
p
Taak. Gebruikt in verwijzingen naar taken.
w
Afbeelding. Gebruikt in titels van afbeeldingen
en verwijzingen naar afbeeldingen.
y
Tabel. Gebruikt in titels van tabellen en verwij-
zingen naar tabellen.
z
Vergelijking. Gebruikt in verwijzingen naar ver-
gelijkingen.
k
Voorbeeld van code. Gebruikt in titels van co-
des en verwijzingen naar codes.
y Symbolen gebruikt in deze publicatie
Symbolen gebruikt op producten
Symbool Verklaring
Catalogusnummer.
Global Trade Item Number.
Serienummer.
Hoeveelheid in de verpakking.
Fabrikant.
Productiedatum.
Erkende vertegenwoordiger in de Europese
Gemeenschap.
Geeft de entiteit aan die het medische hulp-
middel in de Europese Unie importeert.
Hulpmiddel voor patiëntnabije tests.
y Symbolen gebruikt op producten
15
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Symbool Verklaring
Hulpmiddel niet voor zelftests.
Geeft aan dat de apparatuur uitsluitend ge-
schikt is voor gelijkstroom; identificeer ge-
schikte contactdozen.
Temperatuurgrenzen.
Luchtvochtigheidsgrenzen.
Rechtop houden.
Deze zijde naar boven.
Breekbaar, voorzichtig hanteren.
Droog bewaren.
Niet blootstellen aan zonlicht.
Stapellimiet op massa.
Stapellimiet op nummer.
Recyclebaar.
Raadpleeg gebruiksinstructies.
Voorzichtig.
y Symbolen gebruikt op producten
Afkortingen
De volgende afkortingen worden gebruikt.
Afkorting Definitie
AD
Amplificatie en detectie
ANSI
American National Standards Institute
CFR
Code of Federal Regulations
y Afkortingen
16
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Afkorting Definitie
CISPR
Comité International Spécial des Perturbations
Radioélectriques
Ct
Cyclusdrempel
CSA
Canadian Standards Association
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
DML
Device Messaging Layer (apparaatberichten-
laag) zoals gedefinieerd in de POCT1-A-norm
DMS
Gegevensbeheersysteem
DNS
Domain Name System
DOB
Geboortedatum
EG
Europese Gemeenschap
EN
Europese norm
FTP
File transfer protocol
ZIS
Ziekenhuisinformatiesysteem
HL7
Health Level 7
IEC
International Electrical Commission
IP
Internetprotocol
IPC
Interne procescontrole
IVD
In-vitro diagnostiek
LAN
Local area network
LIS
Laboratoriuminformatiesysteem
MD5
Message Digest Algorithm 5
N.v.t.
Niet van toepassing
N.v.t.
Not available (niet beschikbaar)
NAT
Nucleic acid test (nucleïnezuurtest)
PCR
Polymerase chain reaction (polymeraseketting-
reactie)
POCT
Point of Care-testen
QC
Kwaliteitscontrole (Quality Control)
RF
Radiofrequentie
SD
Standard deviation (standaardafwijking)
SL
Share lot (gedeeld lot)
SMB
Server message block (serverberichtblok)
SNTP
Simple network time protocol (eenvoudig net-
werktijdprotocol)
TCP/IP
Transmission Control Protocol/Internet Proto-
col.
TLS
Transport Layer Security (transportlaagbeveili-
ging)
UPS
Uninterruptible Power Supply (niet-onder-
breekbare stroomvoorziening)
URL
Uniform resource identifier
USS
Uniform Symbology Specification (uniforme
specificatie van symbolen)
y Afkortingen
17
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Afkorting Definitie
UTC
Coordinated Universal Time (gecoördineerde
universele tijd)
WEEE
Waste Electrical and Electronic Equipment (af-
gedankte elektrische en elektronische appara-
tuur)
WLAN
Wireless LAN (Draadloos LAN)
WPA2
Wi-Fi Protected Access 2 (door Wi-Fi be-
schermde toegang 2)
y Afkortingen
Nieuw in publicatieversie 10.0
Beoogd gebruik
De niet-geassocieerde introductiezin verwijderd uit het
gedeelte Beoogd gebruik. Het Beoogd gebruik zelf is
verder ongewijzigd.
u Beoogd gebruik (13)
Symbolen gebruikt op producten
De tabel met symbolen is bijgewerkt.
u Symbolen gebruikt op producten (14)
De gebruikersondersteuning gebruiken
De informatie over het gebruik van de
gebruikersondersteuning is bijgewerkt.
u Over de gebruikersondersteuning (39)
u Overzicht van functies voor gebruikersondersteuning
(41)
u De gebruikersondersteuning online gebruiken (44)
u De gebruikersondersteuning offline gebruiken (46)
u Zoeken in de gebruikersondersteuning (47)
Analyseapparaat-software
Informatie over de software van het analyseapparaat is
toegevoegd.
u Over de software van het analyseapparaat (61)
Kanteldetectie
Het configuratie-item voor kanteldetectie is verwijderd
uit de systeeminstellingen. Kanteldetectie is nu altijd in-
geschakeld op het analyseapparaat. Het volgende is van
toepassing:
• Als het analyseapparaat tien graden of meer is ge-
kanteld, kunt u geen run en geen validatie van een lot
testbuisjes starten.
18
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Als het analyseapparaat tien graden of meer is ge-
kanteld tijdens een run, wordt de gebruiker hiervan
op de hoogte gesteld. De run is voltooid.
u Systeeminstellingen (135)
Automatische vrijgave van resultaten
Het is nu mogelijk om automatische vrijgave van
resultaten in te schakelen op het analyseapparaat.
Nadat automatische vrijgave van resultaten is ingescha-
keld, is het volgende van toepassing:
• Resultaten worden onmiddellijk na afloop van een run
vrijgegeven.
• U kunt geen resultaten goedkeuren (d.w.z. vrijgeven
of afwijzen) op het analyseapparaat.
(Dit geldt niet voor resultaten die reeds aanwezig wa-
ren op het analyseapparaat voordat automatische vrij-
gave werd ingeschakeld.)
• Het systeem wordt geregistreerd als goedkeurder van
de resultaten.
De nieuwe instelling van Resultaatinstell. > Autom.
vrijgave werd toegevoegd in Instellingen > Systeem
om de automatische vrijgave van resultaten te
configureren.
Als het analyseapparaat wordt aangesloten op een host,
vervangt de functionaliteit voor automatische vrijgave
van resultaten de functionaliteit voor automatisch
verzenden van resultaten met dezelfde uitwerking.
u Resultaten verwerken (104)
u Systeeminstellingen (135)
u Configuratie van automatische vrijgave van resulta-
ten (145)
u Het analyseapparaat met een hostsysteem verbinden
(223)
Automatisch verzenden van resultaten
De configuratie-items voor automatisch verzenden van
resultaten naar een host zijn nu altijd ingeschakeld
(alleen-lezen).
De functionaliteit voor automatisch verzenden van resul-
taten naar een host is vervangen door de functionaliteit
voor automatische vrijgave van resultaten met dezelfde
uitwerking.
1. Als het analyseapparaat is verbonden met een host,
worden alle vrijgegeven resultaten altijd automatisch
verzonden naar de host.
19
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2. Als het analyseapparaat is geconfigureerd voor auto-
matische vrijgave van resultaten en is verbonden met
een host, worden resultaten na afloop van een run
zodoende automatisch vrijgegeven en verzonden naar
de host.
3. Evaluatie van resultaten wordt vervolgens niet uitge-
voerd op het analyseapparaat.
Dit geldt voor zowel geldige als ongeldige resultaten en
omvat de Ct-waarden.
Als het analyseapparaat is verbonden met de host via het
HL7-protocol en de overdracht mislukt, probeert het
analyseapparaat automatisch tweemaal om de resultaten
opnieuw te verzenden. Als de overdracht blijft mislukken
geeft het analyseapparaat een foutmelding en moet u de
resultaten handmatig opnieuw verzenden.
u Over de verzendstatus van resultaten (105)
u Systeeminstellingen (135)
u Configuratie-items voor hostverbindingen (221)
u Over gegevensuitwisseling met een DMS (226)
Informatie over lot testbuisjes
U kunt controletestresultaten van een lot testbuisjes
alleen op het analyseapparaat waarop het lot testbuisjes
werd toegevoegd en gevalideerd weergeven en
afdrukken.
Als het lot testbuisjes is geïmporteerd, gedeeld of
gesynchroniseerd, wordt alleen informatie van het
testscript weergegeven op het analyseapparaat.
u Informatie over een lot testbuisjes bekijken en af-
drukken (133)
Registratie van aanvullende informatie voor
het oplossen van problemen
De nieuwe instelling Logbestandniv. is toegevoegd in
Instellingen > Systeem voor het registreren van
aanvullende informatie voor het oplossen van problemen.
Als dit wordt verzocht door uw Roche-vertegenwoordiger
voor doeleinden van probleemoplossing, zet u het item
Logbestandniv. op de waarde Uitgebreid voor opname
van aanvullende informatie voor het oplossen van
problemen en berichten in de logbestanden.
Het logbestandniveau wordt na 48 uur automatisch
teruggezet naar de standaardwaarde Normaal of als de
datum en tijd worden gewijzigd op het analyseapparaat.
20
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Als het item Logbestandniv. is ingesteld op de waarde
Uitgebreid, wordt het pictogram weergegeven in de
titelbalk van het aanraakscherm en wordt de resterende
tijd weergegeven op het scherm Logbestandniv..
u Titelbalk (67)
u Systeeminstellingen (135)
u Het logbestandniveau configureren (143)
Archiveren
Voor het garanderen van gegevensprivacy wordt het
aanbevolen om voor het archiveren een vergrendelbaar
USB-flashstation te gebruiken.
u Over archivering (180)
Inhoud van probleemrapporten
Probleemrapporten bevatten nu de informatie over het lot
testbuisjes.
Dit geldt voor alle testbuisjeslots die aanwezig zijn op
het analyseapparaat, onafhankelijk van hoe deze ontvan-
gen zijn:
• Rechtstreeks toegevoegd
• Geïmporteerd
• Gedeeld via de map met gedeelde lots
• Uitgewisseld met een DMS
u Over de inhoud van probleemrapporten (201)
Hostverbindingen
Het analyseapparaat verzendt nu geldige en ongeldige
resultaten, Ct-waarden en informatie over afgebroken
runs naar een verbonden host.
u Over hostverbindingen (220)
Configuratie van gedeelde locaties
Netwerkshares maken gebruik van het SMBv2.1-
netwerkprotocol of hoger.
u Configuratie van gedeelde locaties (233)
Meldingen
De berichtenlijst is bijgewerkt.
u Lijst met foutmeldingen (254)
Gebeurtenislog
Als het gebeurtenislogbestand te groot is, worden alleen
de laatste 100 items weergegeven. Om het volledige
gebeurtenislogbestand te verkrijgen, moet u handmatig
een probleemrapport maken.
u Gebeurtenislogs bekijken en afdrukken (264)
21
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Vergeten wachtwoord van de ADMIN-
account
Een tweede procedure is toegevoegd voor het wijzigen
van het vergeten wachtwoord van de ADMIN-account
als gebruikers worden beheerd op een DMS.
u Het ADMIN-wachtwoord geforceerd wijzigen (ge-
bruikersbeheer op een DMS) (267)
Opnieuw verzenden van resultaten
Als het analyseapparaat is verbonden met de host via het
HL7-protocol en het verzenden van een resultaat mislukt
drie maal, dan verschijnt er een foutmelding en moet u
het resultaat handmatig opnieuw verzenden.
u Over de verzendstatus van resultaten (105)
u Resultaten handmatig opnieuw verzenden (273)
22
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Veiligheid
1 Algemene veiligheidsinformatie ..............................................................25
24
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
25
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Algemene veiligheidsinformatie
In dit hoofdstuk
1
Veiligheidsinstructies............................................................ 27
1 Algemene veiligheidsinformatie
26
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
1 Algemene veiligheidsinformatie
27Algemene veiligheidsinformatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsclassificatie
De veiligheidsmaatregelen en belangrijke
gebruikersopmerkingen zijn ingedeeld volgens de norm
ANSI Z535.6-2011. Maak uzelf vertrouwd met de
volgende betekenissen en pictogrammen:
Veiligheidswaarschuwingssymbool
r Het veiligheidswaarschuwingssymbool wordt gebruikt
om u te wijzen op potentiële gevaren voor lichamelijk
letsel. Houd u aan alle veiligheidsmeldingen na dit
symbool om mogelijk schade aan het systeem, letsel
of overlijden te voorkomen.
Deze symbolen en signaalwoorden worden gebruikt voor
specifieke gevaren:
WAARSCHUWING!
Waarschuwing...
r ...duidt op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot
overlijden of ernstig letsel als deze niet wordt verme-
den.
VOORZICHTIG!
Voorzichtig...
r ...duidt op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot
licht of middelzwaar letsel als deze niet wordt verme-
den.
LET OP!
Kennisgeving...
r ...duidt op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot
beschadiging van het analyseapparaat als deze niet
wordt vermeden.
Belangrijke informatie die niet aan veiligheid is
gerelateerd, wordt aangeduid met het volgende
pictogram:
i
Tip...
...duidt op aanvullende informatie over juist
gebruik of handige tips.
Veiligheidssamenvatting
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en neem deze
in acht om ernstig letsel te voorkomen.
1 Algemene veiligheidsinformatie
28 Veiligheidsinstructies
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
WAARSCHUWING!
Onvoldoende kennis en vaardigheden
Als gebruiker moet u ervoor zorgen dat u bekend bent
met de relevante richtlijnen en normen voor
veiligheidsmaatregelen en de informatie en procedures
in deze instructies.
r Volg zorgvuldig de procedures voor de werking en
het onderhoud die in deze publicatie zijn beschreven.
r Laat het onderhoud, de installatie of de service uit de-
ze publicatie over aan uw servicevertegenwoordiger
van Roche.
WAARSCHUWING!
Biologisch gevaarlijk materiaal
Er bestaat een potentieel infectiegevaar. Personeel dat
gebruikmaakt van de cobas
®
Liat
®
Analyzer voor het
uitvoeren van testen op monsters van patiënten, moet
zich ervan bewust zijn dat elk object dat in contact komt
met biologische monsters een potentiële infectiebron
vormt.
r Gebruik handschoenen voor eenmalig gebruik.
r Gebruik voor elk monster een nieuw transferpipet
(meegeleverd).
r Volg alle gezondheids- en veiligheidsvoorschriften die
van toepassing zijn in uw instelling.
Lasertransmissie
Label Verklaring
Er bestaat gevaar op contact met
laserlicht of ernstig letsel aan de
ogen. Kijk niet in de laserlichtbron.
y Waarschuwingslabels voor de laserlichtbron
1 Algemene veiligheidsinformatie
29Algemene veiligheidsinformatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
WAARSCHUWING!
Blindheid als gevolg van intens licht van barcode-
lezer
Het intense licht van de barcodelezer kan ernstige letsel
toebrengen aan uw ogen of leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
r Kijk niet in de bundel van een laser-barcodelezer.
r Verwijder geen afdekkingen van barcodelezers.
r Voer geen onderhoudshandelingen uit op barcodele-
zers. Neem contact op met uw Roche-vertegenwoor-
diger als u problemen ondervindt met de barcodele-
zers.
r Voer alleen de procedures uit die in deze publicatie
zijn beschreven. Het uitvoeren van ongeautoriseerde
procedures kan leiden tot blootstelling aan gevaarlij-
ke straling.
BC1
Bundellokali-
satie barco-
delezer
Golf-
lengte
Pulsduur Max.
uitvoer
Opmerking
BC1 650 nm 720 µs 2,5 mW Klasse 2 laser
IEC 60825-1
CFR 21
Deel 1040.10
y Laser-barcodelezer in de cobas
®
Liat
®
Analyzer
1 Algemene veiligheidsinformatie
30 Veiligheidsinstructies
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Gegevensbeveiliging
VOORZICHTIG!
Gegevensverlies, onbeschikbaarheid van het ana-
lyseapparaat of ongeautoriseerde toegang tot per-
soonsgegevens door schadelijke software, onjuist
gebruik of ongeautoriseerde toegang
Infectie door schadelijke software, onjuist gebruik van
het analyseapparaat of ongeautoriseerde toegang
kunnen resulteren in gegevensverlies,
onbeschikbaarheid van het analyseapparaat of
ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens.
r Installeer en/of voer geen andere software uit op het
analyseapparaat.
r Zorg ervoor dat de verbonden netwerken beveiligd
zijn en worden gecontroleerd op beveiligingsinbreu-
ken. Klanten zijn verantwoordelijk voor de beveiliging
van hun lokale netwerk, met name voor de bescher-
ming tegen schadelijke software en aanvallen. Tot de-
ze bescherming kunnen maatregelen als een firewall
behoren om het apparaat te scheiden van niet-be-
heerde netwerken, evenals maatregelen die ervoor
zorgen dat er geen schadelijke code aanwezig is op
het aangesloten netwerk.
r Zorg ervoor dat andere computers en diensten op het
netwerk op juiste wijze zijn beveiligd en beschermd
tegen schadelijke software en ongeautoriseerde toe-
gang.
r Beperk fysieke toegang tot het analyseapparaat en al-
le verbonden IT-infrastructuur (computer, kabels, net-
werkapparatuur etc.).
r Zorg ervoor dat het WLAN wordt beschermd door
middel van een WPA2-versleuteling wanneer delen
van het netwerk, die door het analyseapparaat wor-
den gebruikt voor het uitwisselen van gegevens, zijn
verbonden met het WLAN.
1 Algemene veiligheidsinformatie
31Algemene veiligheidsinformatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
VOORZICHTIG!
Gegevensverlies, onbeschikbaarheid van het ana-
lyseapparaat of ongeautoriseerde toegang tot per-
soonsgegevens door schadelijke software, onjuist
gebruik of ongeautoriseerde toegang (vervolg)
Infectie door schadelijke software, onjuist gebruik van
het analyseapparaat of ongeautoriseerde toegang
kunnen resulteren in gegevensverlies,
onbeschikbaarheid van het analyseapparaat of
ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens.
r Zorg ervoor dat externe opslagapparaten (zoals USB-
flashstations) die zijn verbonden met het analyseap-
paraat vrij zijn van schadelijke software.
r Zorg ervoor dat externe opslagapparaten (zoals USB-
flashstations) die export- en archiefbestanden bevat-
ten, zijn beschermd tegen ongeautoriseerde toegang.
r Gebruik een Kensington-slot om diefstal van het ana-
lyseapparaat te voorkomen.
r Stel een korte automatische blokkeertijd op het ana-
lyseapparaat in (bijv. de standaardwaarde van 3mi-
nuten).
r Voorkom diefstal van inloggegevens:
• Gebruik sterke wachtwoorden.
• Deel geen wachtwoorden.
• Schrijf wachtwoorden niet op.
• Deel geen gebruikersaccounts.
r Als u het analyseapparaat met een host verbindt,
schakel dan TLS-versleuteling in om de verbinding te
beveiligen.
r Zorg ervoor dat de export- en archiefbestanden op
een veilige locatie zijn opgeslagen en worden be-
schermd tegen ongeautoriseerde toegang en rampen.
Elektromagnetische interferentie
VOORZICHTIG!
Storing van systemen en onjuiste resultaten als ge-
volg van verstoring in elektromagnetische velden
Het systeem is bedoeld en getest conform norm CISPR
11 klasse A. In een huishoudelijke omgeving kan het
radio-interferentie veroorzaken. In dit geval moet u
maatregelen nemen om de interferentie te beperken.
r De elektromagnetische omgeving moet worden geë-
valueerd voordat het apparaat wordt gebruikt.
r Gebruik dit systeem niet dicht bij een bron van sterke
elektromagnetische velden (bijvoorbeeld niet-afge-
schermde bronnen van opzettelijk RF), aangezien de-
ze interfereren met de juiste werking.
1 Algemene veiligheidsinformatie
32 Veiligheidsinstructies
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Apparatuur van klasse A is geschikt voor elk gebruik in
alle instellingen behalve huishoudelijke omgevingen en
omgevingen die direct zijn aangesloten op het
laagspanningsnet dat gebouwen voor huishoudelijke
doeleinden van stroom voorziet (CISPR 11, 4.2).
Dit instrument is ontworpen en getest conform IEC
61326-2-6 en voldoet aan de vereisten voor emissie en
immuniteit.
Afvoeren
Het analyseapparaat moet worden afgevoerd in
overeenstemming met relevante lokale regelgeving en in
samenwerking met lokale instanties, zoals van
toepassing. Het analyseapparaat is mogelijk besmet met
potentieel infectieus materiaal. Deze moet daarom
worden ontsmet voorafgaand aan het afvoeren.
Veiligheidslabels op het analyseapparaat
Veiligheidslabels worden op het analyseapparaat
geplaatst om uw aandacht te vestigen op potentieel
gevaarlijke gebieden.
wVeiligheidslabels op het analyseapparaat (achteraanzicht)
Hieronder worden de labels en definities vermeld
overeenkomstig de locatie op het analyseapparaat.
De veiligheidslabels op het analyseapparaat zijn in
overeenstemming met de volgende normen: ANSIZ535,
IEC 61010-1, IEC/EN 61010-2-101 of ISO 15223-1.
Naast de veiligheidslabels op het analyseapparaat
worden er in de overeenkomstige delen van deze
publicatie ook veiligheidsopmerkingen vermeld.
i
Neem voor vervangende labels contact op met
uw Roche-vertegenwoordiger.
1 Algemene veiligheidsinformatie
33Algemene veiligheidsinformatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Waarschuwing biologisch gevaar
Dit label duidt op potentiële biologische gevaren nabij
dit label. De gebruiker is verantwoordelijk voor het reini-
gen van het gebied als biologisch gevaarlijk materiaal is
gemorst. Volg goede laboratoriumpraktijken voor het
werken met biologisch gevaarlijk materiaal.
Algemene waarschuwing
Potentiële gevaren nabij dit label kunnen leiden tot over-
lijden of ernstig letsel.
Laserlichtbron
Er bestaat gevaar op contact met laserlicht of ernstig
letsel aan de ogen.
Kijk niet in de laserlichtbron.
1 Algemene veiligheidsinformatie
34 Veiligheidsinstructies
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
1 Algemene veiligheidsinformatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Werking
2 De gebruikersondersteuning gebruiken ..............................................37
3 Installatie .......................................................................................................... 49
4 Over het analyseapparaat ..........................................................................57
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen..........................................71
6 Een run uitvoeren..........................................................................................93
7 Instellen...........................................................................................................113
8 Functies van Advanced Tools.................................................................177
9 Connectiviteit................................................................................................211
10 Onderhoud.....................................................................................................241
11 Probleemoplossing .....................................................................................251
12 Specificaties ..................................................................................................275
36 Veiligheidsinstructies
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Algemene veiligheidsinformatie
37
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De gebruikersondersteuning
gebruiken
In dit hoofdstuk
2
Over de gebruikersondersteuning................................... 39
Overzicht van functies voor gebruikersondersteu-
ning ............................................................................................. 41
De gebruikersondersteuning online gebruiken ......... 44
De gebruikersondersteuning offline gebruiken ......... 46
Zoeken in de gebruikersondersteuning........................ 47
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
38
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
39De gebruikersondersteuning gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over de gebruikersondersteuning
De gebruikersondersteuning ondersteunt u bij uw
dagelijkse werkzaamheden. Het is beschikbaar in
verschillende formaten (d.w.z. online, offline, ...). De
functionaliteiten van de gebruikersinterface zijn voor alle
vormen vergelijkbaar.
Het venster Gebruikersondersteuning is opgedeeld in
een hoofdvenster en een venster met details.
A
B
C
D
E
F
A Tabbladen voor selectieve toegang tot informatie
(tabbladen beschikbaar afhankelijk van configuratie)
D Algemene informatie
B Hoofdvenster E Knoppen voor navigatie en andere functies
C Venstersplitter F Venster met details
wOverzicht van het venster Gebruikersondersteuning
Tabbladen in het hoofdpanel
Home
Voor weergave van de omschrijving van de beschikbare
tabbladen: Vanaf hier hebt u direct toegang tot elk tab-
blad.
Contextgevoelige help
Voor weergave van context-gerelateerde onderwerpen
wanneer u de gebruikersondersteuning rechtstreeks
vanaf de gebruikersinterface van uw systeem opent:
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
40 Over de gebruikersondersteuning
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Zoeken in Gebruikersondersteuning
Zoeken naar informatie in de volledige gebruikersonder-
steuning.
Inhoudsopgave
Een overzicht ontvangen van de gebruikersondersteu-
ning.
Onlangs bekeken
Een lijst ontvangen van de meest recente onderwerpen
die u heeft bekeken.
Favorieten
Opslag van uw veelgebruikte onderwerpen voor recht-
streekse toegang op elk willekeurig moment.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
41De gebruikersondersteuning gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Overzicht van functies voor gebruikerson-
dersteuning
Beelden vergroten
U kunt een beeld vergroten door de knop ernaast te
selecteren. Het beeld wordt in een pop-upvenster
weergegeven waarin u verder kunt inzoomen met behulp
van de zoomschuifregelaar.
Video’s afspelen
De gebruikersondersteuning bevat video’s die u
assisteren bij het uitvoeren van bepaalde handelingen. U
kunt een video afspelen door de knop te selecteren.
U kunt een video nogmaals bekijken door de knop te
selecteren.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
42 Overzicht van functies voor gebruikersondersteuning
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Hulpfilms afspelen
Een hulpfilm bestaat uit verschillende aparte videoclips.
Elke clip behandelt één stap.
U kunt elke videoclip rechtstreeks en op volgorde
bekijken in het detailpanel. U kunt als alternatief ook de
weergave vergroten en vervolgens elke stap individueel
openen.
Browsegeschiedenis
U kunt de navigatieknoppen en gebruiken om
uw browsergeschiedenis te doorzoeken.
Verwante onderwerpen
Gerelateerde onderwerpen
Aan het einde van bepaalde onderwerpen vindt u een
lijst met links naar andere onderwerpen met gerelateerde
informatie. U kunt de knop gebruiken om terug te
gaan naar het oorspronkelijke onderwerp.
Een PDF downloaden
PDF downloaden
U kunt de publicatie in PDF-formaat downloaden naar
uw computer met behulp van de knop PDF
downloaden.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
43De gebruikersondersteuning gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Feedback geven
Was deze pagina nuttig?
Ja
Nee
Was niet het onderwerp dat ik zocht
Onderwerp was niet duidelijk/begrijpelijk
Voer een e-mailadres in
Voer een opmerking in (optioneel). Dit veld is bedoeld voor
feedback over de inhoud van de Gebruikersondersteuning en
niet voor het verstrekken van informatie over defecten in uw
systeem.
Annuleren Verzenden
In de gebruikersondersteuning online, onderaan elk
onderwerp, kunt u feedback geven op dat onderwerp.
We gebruiken uw feedback om de volgende update van
onze publicaties te verbeteren.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
44 De gebruikersondersteuning online gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De gebruikersondersteuning online gebrui-
ken
In de online gebruikersondersteuning is de meest
recente inhoud altijd beschikbaar.
i
Neem contact op met uw Roche-
vertegenwoordiger voor een offline versie van de
gebruikersondersteuning als u geen toegang tot
het internet hebt.
d
m Pc, tablet of smartphone (iOS of Android)
m Verbinding met internet
m Internetbrowser (Safari of Chrome)
j
m Toegang tot de Roche DiaLog-portal, verstrekt door
uw Roche-vertegenwoordiger
r De online gebruikersondersteuning
gebruiken
1 Voer de link naar de Roche DiaLog-portal in uw
browser in (dialog.roche.com).
2 Druk op de knop Log in (Aanmelden) en voer uw
gebruikersnaam en wachtwoord in.
Gebruikersondersteuning
Starten
3 Zoek in de lijst met eServices de kaart
Gebruikersondersteuning en selecteer vervolgens
de knop Launch op de kaart.
f De publicatiekiezer van de
gebruikersondersteuning wordt weergegeven.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
45De gebruikersondersteuning gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Publicaties toevoegen
Systeem
Taal
Onderdeel Softwareversie
Annuleren
4 Met behulp van de filterinstellingen kunt u de
gewenste publicatie zoeken.
5 Selecteer de gewenste publicatie en selecteer
vervolgens de knop Publicatie toevoegen en
vervolgens de knop Toevoegen aan lijst.
6 Als u een gebruikersondersteuning wilt openen,
selecteert u de gewenste publicatie en selecteert u
vervolgens, op het detailpanel, de knop Publicatie
openen.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
46 De gebruikersondersteuning offline gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De gebruikersondersteuning offline gebrui-
ken
U kunt de aparte offline gebruikersondersteuning
gebruiken op uw pc. Hiervoor is geen internetverbinding
nodig.
i
Om het installatieprogramma voor de offline
gebruikersondersteuning te verkrijgen, neemt u
contact op met uw Roche-vertegenwoordiger.
d
m pc
m Installatieprogramma voor offline
Gebruikersondersteuning
r Gebruik van de gebruikersondersteu-
ning offline
1 Kopieer het installatieprogramma voor de offline
Gebruikersondersteuning naar uw pc.
2 Dubbelklik op het installatiebestand en volg
vervolgens de instructies in de installatiewizard.
3 Zodra het geïnstalleerd is, start u de
gebruikersondersteuning door te dubbelklikken op
het Gebruikersondersteuning-pictogram op uw
bureaublad.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
47De gebruikersondersteuning gebruiken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Zoeken in de gebruikersondersteuning
Met de zoekfunctie in de gebruikersondersteuning kunt
u snel informatie zoeken.
Zoekopties
Er zijn twee zoekopties in de gebruikersondersteuning:
• Zoeken op tekst: Zoekt de tekst die wordt ingevoerd
in het zoekveld.
• Geavanceerd zoeken: Beperkt het aantal zoekresulta-
ten met behulp van filters.
U kunt beide zoekopties combineren.
A
B
Zoeken in Gebruikersondersteuning
Zoekresultaten
Type Onderwerp
Zoeken in Gebruikersondersteuning
Zoekresultaten
Type Onderwerp
A Tekstzoekfunctie B Geavanceerde zoekfunctie
wZoekopties
Zoekresultaten
De tabel met Zoekresultaten geeft de 20 onderwerpen
met de hoogste rangorde weer.
De door u gezochte term is gemarkeerd. Als u heeft
gezocht naar een verouderde term, wordt de
voorkeursterm gemarkeerd.
Type onderwerpen
Het pictogram links van de resultaten van de
zoekopdracht geeft het type onderwerp weer:
Beschrijving
Geeft uitleg over concepten en biedt achtergrondinfor-
matie.
Procedure
Geeft uitleg over het stap voor stap uitvoeren van een
taak.
Referentie
Biedt naslaginformatie.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
48 Zoeken in de gebruikersondersteuning
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een zoekopdracht uitvoeren in de ge-
bruikersondersteuning
1 Kies in de gebruikersondersteuning het tabblad .
Zoeken in Gebruikersondersteuning
Zoekresultaten
Type Onderwerp
2 Als u een eenvoudige zoekopdracht wilt uitvoeren,
voert u volledige of gedeeltelijke tekst in en selecteert
u vervolgens de knop .
Zoeken in Gebruikersondersteuning
Zoekresultaten
Type Onderwerp
3 Om een uitgebreide zoekopdracht uit te voeren,
selecteert u de knop .
f De vervolgkeuzelijsten met filters worden
weergegeven.
4 Kies één of meer zoekfilters in de vervolgkeuzelijst.
2 De gebruikersondersteuning gebruiken
49
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Installatie
In dit hoofdstuk
3
Het analyseapparaat installeren....................................... 51
3 Installatie
50
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
3 Installatie
51Installatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat installeren
Plaats het analyseapparaat op een geschikt vlak
oppervlak en sluit deze aan op de stroomtoevoer. Sluit
het analyseapparaat indien noodzakelijk aan op een
printer en een netwerk.
Wanneer het analyseapparaat wordt opgestart, worden
automatisch een reeks diagnostische initialisatietesten
uitgevoerd.
VOORZICHTIG!
Onjuiste resultaten of storingen als gevolg van on-
juiste installatie
Het uitvoeren van andere handelingen voor installatie
dan de handelingen beschreven in deze publicatie, kan
leiden tot storingen en onjuiste resultaten.
r Voer geen handelingen voor installatie uit die niet in
deze publicatie zijn beschreven.
VOORZICHTIG!
Letsel door struikelen over kabels
Kabels tussen het analyseapparaat en de contactdozen
vormen een potentieel risico op struikelen.
r Plaats het analyseapparaat zo dicht mogelijk bij de
contactdoos, maar zorg ervoor dat er voldoende ruim-
te blijft voor ventilatie (ten minste 10centimeter).
r Pas op dat u niet struikelt als u achter langs het ana-
lyseapparaat moet lopen.
VOORZICHTIG!
Stroomstoring
Een stroomstoring of tijdelijke spanningsdaling kan het
systeem beschadigen of leiden tot gegevensverlies.
r Het wordt aanbevolen een niet-onderbreekbare
stroomvoorziening (UPS) te gebruiken.
r Zorg voor periodiek onderhoud van de UPS.
LET OP!
Storingen als gevolg van ongeschikte voedings-
eenheid
Het gebruik van een ongeschikte voedingseenheid kan
tot storing leiden.
r Gebruik uitsluitend de meegeleverde voedingseen-
heid.
3 Installatie
52 Het analyseapparaat installeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Controleer of de verpakking de volgende onderdelen be-
vat:
m cobas
®
Liat
®
Analyzer
m Voedingseenheid
m Stroomkabel
m Stylus voor aanraakscherm
m User ID Card Kit
m cobas
®
Liat
®
Cleaning Tool Kit
m Snelstartgids cobas
®
Liat
®
Analyzer
m Gebruikershandleiding voor de cobas
®
Liat
®
Analyzer
Cleaning Tool
m Gebruikershandleiding voor de cobas
®
Liat
®
Analyzer
Advanced Tools
i
Als de verpakking is beschadigd of een item mist
of is beschadigd, neemt u direct contact op met
uw Roche-vertegenwoordiger.
i
Bewaar de transportverpakking en het andere
verpakkingsmateriaal voor het geval het
analyseapparaat voor onderhoud moet worden
teruggestuurd naar Roche.
d
m cobas
®
Liat
®
Analyzer
m Voedingseenheid
m Stroomkabel
m Ethernet-gegevenskabel met RJ-45-connectors, als u
van plan bent het analyseapparaat met een
gegevensnetwerk te verbinden
m USB-kabel, als u van plan bent het analyseapparaat
met een USB-printer te verbinden
m Kensington-slot, als u van plan bent het
analyseapparaat te beveiligen
j
m Als het analyseapparaat koud is ten gevolge van
transport of opslag, laat u deze op
omgevingstemperatuur komen voordat u de
verpakking opent en het analyseapparaat opstart om
condensatie in het apparaat te voorkomen.
r Het analyseapparaat installeren
1 Plaats het analyseapparaat binnen op een stevig, vlak,
trillingsvrij en niet-reflecterend oppervlak uit de buurt
van direct zonlicht.
3 Installatie
53Installatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Houd aan de achterzijde van het analyseapparaat
een vrije ruimte van ten minste 10cm aan voor de
ventilatie. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
aan de achter- en onderzijde van het
analyseapparaat niet worden geblokkeerd.
Houd aan de voorzijde van het analyseapparaat
een vrije ruimte van ten minste 6cm aan om
gemakkelijk barcodes te kunnen scannen.
Plaats het analyseapparaat vlakbij een geaarde
wandcontactdoos om struikelgevaar door de
stroomkabel te voorkomen.
2 U kunt het analyseapparaat desgewenst met een
Kensington-slot beveiligen.
3 Sluit de stroomvoorziening aan op het
analyseapparaat.
I
Gebruik uitsluitend een voedingsspanning van
100-240VAC, 50-60Hz.
4 Sluit de stroomvoorziening aan op een goed geaarde
wandcontactdoos met de meegeleverde
voedingskabel.
5 Druk kortstondig op de aan/uit-knop om het
analyseapparaat in te schakelen.
6 Sluit het analyseapparaat desgewenst aan op het
lokale gegevensnetwerk. Gebruik een standaard
ethernet-gegevenskabel en verbind de ethernetpoort
van het analyseapparaat met een geschikte
netwerkpoort of geschikte netwerkswitch.
I
Het analyseapparaat probeert standaard
verbinding te maken met een DHCP-server in uw
netwerk om de netwerkinstellingen automatisch
te configureren.
3 Installatie
54 Het analyseapparaat installeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
7 Selecteer de knop Aanmelden.
8 Voer "ADMIN" handmatig als gebruikers-ID in.
Selecteer de knop Invoeren.
I
Wanneer u zich voor het eerst aanmeldt op het
analyseapparaat, dient u zich met het standaard
beheerdersaccount ADMIN aan te melden.
9 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
I
Wanneer een standaard gebruikersaccount voor
het eerst wordt gebruikt, moet het wachtwoord
tijdens het aanmelden worden gewijzigd.
10 Voer het nieuwe wachtwoord voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN in en selecteer de knop
Toepassen. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals
in en selecteer knop Toepassen om het nieuwe
wachtwoord te bevestigen.
I
Onthoud uw nieuwe wachtwoord. Het
analyseapparaat gebruikt het wachtwoord van het
standaard beheerdersaccount om alle gevoelige
gegevens op het analyseapparaat tijdens de
eerste aanmelding te versleutelen.
f Het analyseapparaat initialiseert de
gegevensversleuteling. Dit kan even duren.
11 Selecteer Instellingen > Systeem > Datum en tijd.
Controleer of de ingestelde tijdzone, datum en tijd
correct zijn. Stel, indien nodig, de juiste tijdzone,
datum en tijd in zoals beschreven in
Systeeminstellingen (135).
12 Als u het analyseapparaat in stap 6 met een netwerk
heeft verbonden, maar de netwerkinstellingen niet
automatisch werden geconfigureerd, configureert u
de netwerkinstellingen handmatig zoals beschreven
in Netwerkconfiguratie (213).
3 Installatie
55Installatie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
13 U kunt desgewenst een printer verbinden of
configureren zoals beschreven in De printer instellen
(156).
14 LET OP! Risico op gegevensverlies als het ADMIN-
wachtwoord is kwijtgeraakt.
Het wordt aanbevolen om onmiddellijk een tweede
beheerdersaccount te maken zoals beschreven in
Gebruikers maken (149).
I
Als het nieuwe wachtwoord voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN is kwijtgeraakt en u
het wachtwoord niet op een andere manier kunt
wijzigen, dient u het analyseapparaat te resetten
voordat u het account opnieuw kunt gebruiken.
Door het analyseapparaat te resetten, worden de
gebruikersaccounts, wachtwoorden, monster-ID's,
patiënt-ID's, opdracht-ID's, bezoek-ID's en
resultaten van het analyseapparaat verwijderd.
15 Het wordt aanbevolen om de optionele inhoud in
probleemrapporten op te nemen zoals beschreven in
De inhoud van probleemrapporten configureren (204)
ter bevordering van de diagnostiek.
u Verwante onderwerpen
• Aanmelden (74)
• Uw wachtwoord wijzigen (77)
• Systeeminstellingen (135)
• Over gegevensversleuteling (68)
• Netwerkconfiguratie (213)
3 Installatie
56 Het analyseapparaat installeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
3 Installatie
57
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over het analyseapparaat
In dit hoofdstuk
4
Over de werking van het analyseapparaat................... 59
Overzicht van de bedieningselementen van het
analyseapparaat ..................................................................... 63
Over testen ............................................................................... 65
Overzicht van het aanraakscherm................................... 66
Elementen van aanraakscherm ............................. 66
Over gegevensversleuteling............................................... 68
4 Over het analyseapparaat
58
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
4 Over het analyseapparaat
59Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over de werking van het analyseapparaat
Het analyseapparaat en de bijbehorende testbuisjes voor
eenmalig gebruik zijn bedoeld voor gebruik bij in-vitro
diagnostiek. Het analyseapparaat identificeert genetisch
materiaal en/of meet de aanwezigheid van genetisch
materiaal in een biologisch monster. Het analyseapparaat
automatiseert alle processen van de nucleïnezuurtest
(NAT), met inbegrip van voorbereiding van reagentia,
verrijking van targets, verwijdering van inhibitoren,
nucleïnezuurextractie, amplificatie, real-time detectie, en
beoordeling van resultaten, op snelle wijze.
Overzicht
Het testbuisje is een flexibel buisje dat gebruikt wordt om
het volledige testproces uit te voeren. In het buisje zijn
alle testreagentia reeds aanwezig, voorverpakt in
segmenten van het buisje die worden gescheiden door
afsluitingen. Een aantal monsterbewerkingsactuators in
het analyseapparaat zorgt voor het samendrukken van
het testbuisje zodat er selectief reagentia vrijkomen, het
verplaatsen van het monster naar een ander segment en
het regelen van de reactieomstandigheden. Een
detectiemodule bewaakt de reactie in real-time, terwijl
een ingebouwde computer de verzamelde gegevens
analyseert en een geïnterpreteerd resultaat levert.
In een standaardtest wordt een monster eerst gemengd
met een interne controle en vervolgens met lysis-
reagentia. Magnetische glasdeeltjes worden geïncubeerd
met het gelyseerde monster voor verrijking met
nucleïnezuur en worden vervolgens gevangen en
gewassen om mogelijke inhibitoren te verwijderen.
Vervolgens wordt het nucleïnezuur van de magnetische
glasdeeltjes geëlueerd en wordt het in stappen tussen de
segmenten van het buisje bij verschillende temperaturen
overgebracht, waardoor snelle PCR-amplificatie en real-
time detectie mogelijk is.
Automatisering van plaatsing en testen
Het cobas
®
Liat
®
System automatiseert alle
testprocessen van het bereiden van het monster tot aan
amplificatie en real-time detectie. Door complexe
nucleïnezuurtesten te reduceren tot drie eenvoudige
handelingen, stelt het cobas
®
Liat
®
System niet-
gespecialiseerd personeel in staat om deze
geavanceerde testen uit te voeren.
Wanneer het monster wordt toegevoegd aan het
monstersegment van het testbuisje, wordt het buisje
afgesloten met een dop en blijft deze gedurende het
gehele testproces gesloten. Er hoeft verder geen
materiaal meer te worden toegevoegd aan, of verwijderd
4 Over het analyseapparaat
60 Over de werking van het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
te worden uit, het testbuisje. Met deze aanpak wordt
kruiscontaminatie voorkomen, worden biologische
risico's verminderd en wordt monsterintegriteit
behouden.
Snelle testen
Deze technologie maakt op unieke wijze gebruik van
beweging en menging van vloeistof ter verhoging van
reactiesnelheden, waarbij tegelijkertijd relatief grote
reactievolumes mogelijk zijn. Zo neemt de cobas
®
-
nucleïnezuurtest voor influenza A/B voor gebruik met het
cobas
®
Liat
®
System op basis van een nasofaryngeale
uitstrijkje ongeveer 20minuten in beslag, gerekend vanaf
de monsterafname tot aan de resultaten.
i
Testbuisjes kunnen slechts éénmalig worden
gebruikt.
LET OP!
Schade aan het analyseapparaat als gevolg van het
gebruik van ongeautoriseerde testbuisjes
Bij gebruik van niet-geautoriseerde of niet-
goedgekeurde testbuisjes of accessoires kan het
analyseapparaat beschadigd raken. De garantie van het
analyseapparaat vervalt indien er schade veroorzaakt is
door gebruik van niet-geautoriseerde buisjes of
accessoires.
r Gebruik uitsluitend testbuisjes die in deze publicatie
worden vermeld in de tabel met standaardbenodigd-
heden.
Zelfcontroles
Wanneer het analyseapparaat wordt opgestart, worden
automatisch een reeks diagnostische initialisatietesten
uitgevoerd. Verder bewaakt het analyseapparaat zijn
werking tijdens het verwerken van testen en voert het
periodiek een geautomatiseerde kalibratie uit. Indien er
een fout optreedt, wordt op het scherm een melding
weergegeven en wordt de gebeurtenis geregistreerd.
i
Wanneer tijdens de initialisatie een probleem
optreedt met betrekking tot de hardware, wordt
het analyseapparaat gedeeltelijk vergrendeld:
U kunt bepaalde handelingen nog steeds in de
software uitvoeren. Zo kunt u zich bijvoorbeeld
aanmelden en een probleemrapport genereren. U
kunt echter geen handelingen met betrekking tot
de hardware uitvoeren (bijvoorbeeld een test
uitvoeren of een lot testbuisjes toevoegen).
4 Over het analyseapparaat
61Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Testen uitvoeren
Het testproces is geconsolideerd in een aantal simpele
stappen:
• Een patiëntenmonster voorbereiden.
• Het monster overbrengen naar een testbuisje.
• Het barcodelabel van het testbuisje scannen.
• Het testbuisje in het analyseapparaat plaatsen.
• Het analyseapparaat voert automatisch alle vereiste
teststappen uit en rapporteert de testresultaten.
• Het testbuisje afvoeren.
• De resultaten bekijken.
i
Voordat het analyseapparaat voor het eerst wordt
gebruikt, moet u ervoor zorgen dat deze juist is
ingesteld en dat de vereiste testen zijn
geïnstalleerd en geactiveerd.
Over de software van het analyseapparaat
De cobas
®
Liat
®
-software biedt workflowmanagement
voor het medische hulpmiddel voor in-vitro diagnostiek
cobas
®
Liat
®
Analyzer.
Over de opslagcapaciteit
Het analyseapparaat kan ten minste 5000 resultaten
opslaan, waaronder alle gerelateerde rungegevens.
Over de audit trail
Het systeem legt elke gebruikershandeling die een
systeemwijziging activeert, vast door deze samen met
gebruikersinformatie en een tijdstempel (in UTC) in een
invoer van een audit trail op te slaan.
U kunt de audit trail archiveren.
u Audit trails archiveren (185)
Over de status van het analyseapparaat
Het analyseapparaat kan de volgende status hebben:
• Gereed:
– Een gebruiker is aangemeld.
– Er wordt momenteel geen bewerking uitgevoerd
op het analyseapparaat.
• In werking:
– Er wordt momenteel een bewerking uitgevoerd
op het analyseapparaat.
u Verwante onderwerpen
• Over het analyseapparaat installeren (115)
• Een test installeren of bijwerken vanaf een USB-
flashstation (116)
4 Over het analyseapparaat
62 Over de werking van het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Een test vanaf het externe serviceplatform van Roche
installeren en bijwerken (119)
• Een test vanaf een lokale bron installeren (121)
• Een lot testbuisjes toevoegen (125)
4 Over het analyseapparaat
63Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Overzicht van de bedieningselementen van
het analyseapparaat
B
C
D
A
E
F
G
A Functieknoppen D Ingangsklep voor buisjes G Aan/uit-knop
B Navigatieknoppen E Aanraakscherm
C Barcodelezer F Voedingsindicatorlampje
wAnalyseapparaatcomponenten.
Functieknoppen
De functieknoppen bevinden zich onder het
aanraakscherm en zijn uitgelijnd met de knoppen op het
aanraakscherm.
Door op een knop te drukken, wordt dezelfde functie
uitgevoerd als door selectie van de ermee uitgelijnde
knop op het aanraakscherm.
Navigatieknoppen
Gebruik de 4knoppen (links, rechts, omhoog en omlaag)
om een item voor selectie te markeren, door schermen te
bladeren, de cursor te positioneren en tussen selecties te
schakelen.
4 Over het analyseapparaat
64 Overzicht van de bedieningselementen van het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Barcodelezer
De barcodescanner richt de scanbundel omlaag aan de
voorzijde van het analyseapparaat. Door de knop Scan
op het scherm te selecteren, wordt de lezer ongeveer
5seconden geactiveerd om barcodes te lezen.
Ingangsklep voor buisjes
Wordt automatisch geopend en gesloten tijdens een run
zodat u het testbuisje kunt plaatsen en verwijderen.
i
Open of sluit de ingangsklep voor buisjes nooit
handmatig, tenzij u op het scherm wordt
geïnstrueerd dit te doen.
Aanraakscherm
Tik op de items op het scherm met uw vinger (ook
wanneer u handschoenen voor eenmalig gebruik draagt)
of met de stylus die met het analyseapparaat wordt
meegeleverd.
Aan/uit-knop
Schakel het analyseapparaat aan en uit.
Volg altijd de afsluitprocedure om het analyseapparaat af
te sluiten. Schakel het analyseapparaat alleen uit met de
aan/uit-knop wanneer het analyseapparaat volledig is
afgesloten.
u Het analyseapparaat afsluiten (91)
4 Over het analyseapparaat
65Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over testen
Het analyseapparaat voert een specifieke test uit zoals
bepaald aan de hand van de gescande barcode van een
testbuisje.
Het analyseapparaat vereist een programma dat een
testscript wordt genoemd om een specifieke test uit te
voeren.
Via installatie van testscripts kunnen nieuwe testen aan
het analyseapparaat worden toegevoegd. U hebt de
gebruikersrol van toezichthouder of beheerder nodig om
een testscript te installeren.
De reeds geïnstalleerde testen worden weergegeven in
het scherm Testmenu.
u Verwante onderwerpen
• Een test vanaf een lokale bron installeren (121)
• Een lot testbuisjes toevoegen (125)
• Een test uitvoeren (97)
4 Over het analyseapparaat
66 Overzicht van het aanraakscherm
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Overzicht van het aanraakscherm
Om het aanraakscherm te bedienen, kunt u uw vinger
gebruiken (zelfs als u handschoenen voor eenmalig
gebruik draagt) of de stylus die met het analyseapparaat
wordt meegeleverd.
LET OP!
Beschadiging van het aanraakscherm als gevolg
van scherpe voorwerpen
Het gebruik van scherpe voorwerpen op het
aanraakscherm kan het scherm beschadigen of leiden
tot storingen.
r Gebruik geen scherpe voorwerpen voor het bedienen
van het aanraakscherm.
Elementen van aanraakscherm
Het aanraakscherm is verdeeld in verschillende gebieden
voor informatie en bediening.
A
C
D
E
F
B
A Titelbalk D Functieknoppen
B Subtitelbalk E Navigatieknoppen
C Knoppen van aanraakscherm F Schuifbalk
wOverzicht van het aanraakscherm.
4 Over het analyseapparaat
67Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
i
Om een item te selecteren, tikt u er direct op of
gebruikt u de overeenkomstige functieknop.
Titelbalk
Schermen
• Pictogram gebruikersrol:
 Beheerder
 Toezichthouder
 Gebruiker
• Huidige schermnaam of testnaam.
• Gebruikers-ID
Gebruikers-ID's die in screenshots in deze publicatie
worden gebruikt, zijn uitsluitend toegevoegd ter
illustratie.
Als er een DML- of HL7-verbinding is geconfigureerd,
kunt u de verbindingsstatus ook in het aanraakscherm
controleren.
Als de map voor gedeelde lots is ingeschakeld, wordt
ook de verbindingsstatus van de map voor gedeelde lots
in de titelbalk van het aanraakscherm aangegeven.
Als het logbestandniveau is ingesteld op de waarde
Uitgebreid, staat dat ook aangegeven in de titel van het
aanraakscherm.
u Systeeminstellingen (135)
u Hostverbinding bewaken (225)
u Verbindingsstatus van map voor gedeelde lots (236)
Knoppen van aanraakscherm
De knoppen van het aanraakscherm veranderen
afhankelijk van de huidige inhoud van het scherm.
Functieknoppen
Voert dezelfde functie uit als de overeenkomstige knop
van het aanraakscherm.
Navigatieknoppen
Gebruik deze om een item te markeren voor selectie,
door menu's te bladeren, de cursor te positioneren en
tussen selecties te schakelen.
4 Over het analyseapparaat
68 Over gegevensversleuteling
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over gegevensversleuteling
Alle gevoelige gegevens op het analyseapparaat worden
versleuteld.
De versleuteling van gegevens wordt geïnitialiseerd
wanneer u zich tijdens de installatie voor het eerst
aanmeldt op het analyseapparaat en dit kan enige tijd
duren. De versleuteling maakt gebruik van het nieuwe
wachtwoord voor het standaard beheerdersaccount
ADMIN, wat u bij de eerste aanmelding dient in te
voeren.
De volgende gegevens worden versleuteld:
• Gebruikersaccounts en wachtwoord
• Monster-ID's, patiënt-ID's, opdracht-ID's en bezoek-
ID's
Alle niet-gevoelige gegevens worden niet versleuteld, zo-
als:
• Testen
• Lots testbuisjes
• Systeeminstellingen
• Resultaten
• Logbestanden
• Audit trails
Vanwege de versleuteling van gegevens kan de
gebruiker die het wachtwoord bij het aanmelden moet
wijzigen, niet de eerste gebruiker zijn die zich aanmeldt
na het opstarten van het analyseapparaat. Eerst moet
een gebruiker zonder verzoek tot wachtwoordwijziging
zich aanmelden en weer afmelden.
Dit geldt ook voor de standaardaccounts SUPERVISOR,
USER1 en USER2 die hun wachtwoord bij de eerste
aanmelding moeten wijzigen.
4 Over het analyseapparaat
69Over het analyseapparaat
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
LET OP!
Risico op gegevensverlies
Als het wachtwoord voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN is kwijtgeraakt en u het
wachtwoord niet op een andere manier kunt wijzigen,
dient u het analyseapparaat te resetten voordat u het
account opnieuw kunt gebruiken. Door te resetten,
worden de gebruikersaccounts, wachtwoorden,
monster-ID's, patiënt-ID's, opdracht-ID's, bezoek-ID's en
resultaten van het analyseapparaat verwijderd.
r U moet het wachtwoord van het standaard beheer-
dersaccount ADMIN wijzigen tijdens installatie van
het analyseapparaat. Noteer het nieuwe wachtwoord
en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig
gebruik.
r Als er een ander gebruikersaccount met de gebrui-
kersrol van beheerder op het analyseapparaat be-
staat, kunt u voorkomen dat het analyseapparaat
moet worden gereset. Het wordt daarom aanbevolen
om onmiddellijk een tweede beheerdersaccount te
maken nadat het analyseapparaat is geïnstalleerd.
r Controleer altijd of u het wachtwoord van het stan-
daard beheerdersaccount ADMIN kunt wijzigen voor-
dat u het analyseapparaat reset.
r Als het analyseapparaat moet worden gereset, maak
dan een back-up van het analyseapparaat (met be-
hulp van een gebruikersaccount met de gebruikersrol
van toezichthouder) voordat u deze reset. Herstel het
analyseapparaat nadat deze is gereset.
u Verwante onderwerpen
• Het analyseapparaat installeren (51)
• Gebruikers maken (149)
• Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard be-
heerdersaccount ADMIN (265)
4 Over het analyseapparaat
70 Over gegevensversleuteling
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
4 Over het analyseapparaat
71
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Veelvoorkomende
gebruikershandelingen
In dit hoofdstuk
5
Het analyseapparaat opstarten......................................... 73
Aanmelden ............................................................................... 74
Uw wachtwoord wijzigen.................................................... 77
De barcode van uw badge toewijzen of wijzigen...... 80
Items selecteren op het scherm....................................... 82
Vooraf gedefinieerde waarden selecteren ................... 83
Tekst en cijfers invoeren ..................................................... 84
Barcodes scannen................................................................. 86
Het analyseapparaat blokkeren........................................ 87
Het analyseapparaat deblokkeren................................... 89
Het analyseapparaat afsluiten........................................... 91
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
72
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
73Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat opstarten
Door het analyseapparaat in te schakelen, wordt een
initialisatieproces gestart dat zorgt voor de juiste werking
van het analyseapparaat.
LET OP!
Beschadiging van het analyseapparaat als gevolg
van onjuiste hantering
Wanneer een testbuisje in het analyseapparaat wordt
geplaatst voordat de initialisatie is voltooid, resulteert dit
in schade aan het buisje en mogelijke beschadiging van
het analyseapparaat, en levert het testbuisje geen
resultaat op.
r Plaats tijdens opstarten geen testbuisjes of andere
objecten in de buisjeskamer.
n
Tot een aantal minuten
r Het analyseapparaat opstarten
1 Druk op de aan/uit-knop.
I
Als de temperatuur in het analyseapparaat laag is,
warmt het analyseapparaat op tot de inwendige
temperatuur de drempelwaarde bereikt. Dit kan
even duren.
f Voedingsindicatorlampje licht op
f Het aanraakscherm licht op
f De ingangsklep voor buisjes gaat open en dicht
f Actuators in het analyseapparaat bewegen
f Zelfcontroles worden uitgevoerd
2 Wacht tot het scherm Aanmelden wordt
weergegeven.
I
De stappen tijdens de initialisatie kunnen
verschillen in tijd en weerspiegelen niet het
percentage van gereedheid van het
analyseapparaat.
Initialisering kan een aantal minuten duren.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
74 Aanmelden
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Aanmelden
Bij aanmelden vraagt het analyseapparaat om uw
gebruikers-ID en wachtwoord, om uw de barcode en het
wachtwoord van uw badge, of alleen om de barcode van
uw badge.
De barcode van een gebruikers-ID is een barcode die uw
gebruikers-ID aangeeft (bijv. de barcode op de met de
User ID Card Kit meegeleverde kaart). Een barcode van
een badge kan elke barcode zijn die voldoet aan de
systeemnormen.
Het type verificatie dat wordt gevraagd bij het
aanmelden, is afhankelijk van de instellingen voor de
aanmeldingsmodus op het analyseapparaat.
i
Ongeacht de instellingen voor de
aanmeldingsmodus op het analyseapparaat, kunt
u zich altijd aanmelden met uw gebruikers-ID en
wachtwoord.
u Raadpleeg Tekst en cijfers invoeren (84) voor meer
informatie over het invoeren van informatie.
u Barcodes scannen (86)
u Over aanmeldingsmodi (139)
Eerste aanmelding na het opstarten van het
analyseapparaat
Elke keer dat u het analyseapparaat (opnieuw) opstart,
zijn de volgende beperkingen op de eerste aanmelding
van toepassing:
• U dient zich aan te melden met uw gebruikers-ID en
wachtwoord, ongeacht de op het analyseapparaat in-
gestelde aanmeldingsmodus.
• U dient uw gebruikers-ID handmatig in te voeren. Het
is niet mogelijk om de barcode van een gebruikers-ID
te scannen.
• U kunt zich alleen aanmelden als u uw wachtwoord
bij het aanmelden niet hoeft te wijzigen.
Een gebruiker die zijn wachtwoord bij het aanmelden
moet wijzigen, kan niet de eerste gebruiker zijn die
zich aanmeldt na het opstarten van het analyseappa-
raat. Eerst moet een gebruiker zonder verzoek tot
wachtwoordwijziging zich aanmelden en weer afmel-
den.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
75Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Aanmelden met gebruikers-ID
1 Selecteer de knop Aanmelden in het scherm
Aanmelden.
2 Voer een van de volgende handelingen uit om uw
gebruikers-ID uit te voeren:
• Voer handmatig uw gebruikers-ID in en selecteer
de knop Invoeren.
• Plaats de barcode van uw gebruikers-ID parallel
aan het analyseapparaat direct onder de
barcodelezer. Selecteer de knop Scan.
I
De eerste gebruiker die zich aanmeldt na het
opstarten van het analyseapparaat moet zijn
gebruikers-ID handmatig invoeren. Het is niet
mogelijk om de barcode van een gebruikers-ID te
scannen.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
f In de titelbalk worden uw gebruikersrol en
gebruikers-ID aangegeven.
r Aanmelden met barcode van badge
1 Selecteer de knop Aanmelden in het scherm
Aanmelden.
I
De eerste gebruiker die zich aanmeldt na het
opstarten van het analyseapparaat moet zich
aanmelden met zijn gebruikers-ID en
wachtwoord, ongeacht de op het analyseapparaat
ingestelde aanmeldingsmodus.
Als een aanmeldingsmodus voor aanmelding
middels de barcode van een badge is ingesteld op
het analyseapparaat, wordt de barcodelezer
automatisch ingeschakeld.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
76 Aanmelden
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Scan de barcode van uw badge.
I
Als u in plaats daarvan wilt aanmelden met uw
gebruikers-ID, wacht u totdat de tijd voor het
scannen van de barcode van badge is verstreken.
Selecteer de knop Handmatig in het
dialoogvenster van de melding.
3 Voer indien noodzakelijk uw wachtwoord in en
selecteer de knop Invoeren.
f In de titelbalk worden uw gebruikers-ID en
gebruikersrol aangegeven.
u Verwante onderwerpen
• Barcodes scannen (86)
• Over aanmeldingsmodi (139)
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
77Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Uw wachtwoord wijzigen
Alle gebruikers kunnen hun eigen wachtwoord wijzigen.
Als gebruikers niet worden uitgewisseld met een
verbonden DMS, kunt u uw wachtwoord op elk moment
wijzigen.
i
Als gebruikers worden uitgewisseld met een
verbonden DMS, kunnen gebruikers alleen hun
wachtwoord wijzigen op basis van een verzoek
van de DSM.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
Wanneer het analyseapparaat dit vraagt, moet u uw
wachtwoord wijzigen tijdens aanmelden. Nieuwe
gebruikers moeten hun wachtwoord standaard wijzigen
wanneer ze zich voor het eerst aanmelden.
i
Wanneer een standaard gebruikersaccount voor
het eerst wordt gebruikt, moet het wachtwoord
tijdens het aanmelden worden gewijzigd.
u Uw wachtwoord wijzigen bij aanmelden (79)
Wanneer u uw wachtwoord bij het aanmelden moet
wijzigen, kunt u niet de eerste gebruiker zijn die zich
aanmeldt na het (opnieuw) opstarten van het
analyseapparaat. Eerst moet een gebruiker zonder
verzoek tot wachtwoordwijziging zich aanmelden en
weer afmelden.
u Over gebruikers-ID's en wachtwoorden (148)
u Het analyseapparaat resetten (268)
Het wachtwoord van een andere gebruiker
wijzigen
Als gebruikers niet worden uitgewisseld met een verbon-
den DMS, kunnen gebruikers met de gebruikersrol van
toezichthouder of beheerder het volgende doen:
• Het wachtwoord wijzigen van een andere gebruiker
met een lagere of dezelfde gebruikersrol.
• Een wachtwoordwijziging aanvragen bij de volgende
aanmelding voor een andere gebruiker met een lage-
re of dezelfde gebruikersrol.
u Gebruikersinformatie wijzigen (152)
r Uw wachtwoord op elk moment wij-
zigen
1 Selecteer Instellingen > Gebruikersbeheer.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
78 Uw wachtwoord wijzigen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Als u bent aangemeld met de gebruikersrol van
gebruiker, wordt alleen uw eigen
gebruikersaccount weergegeven.
2 Selecteer de knop Selecteren.
3 Selecteer het item Wachtwoord en de knop
Bewerken.
I
Als u bent ingelogd als gebruiker, hebt u
uitsluitend toegang tot de items Wachtwoord en
Badgebarcode.
4 Voer uw huidige wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
I
Uw gebruikersaccount wordt weergegeven in het
wachtwoordveld.
5 Voer uw nieuwe wachtwoord in en selecteer de knop
Toepassen.
I
Voor wachtwoorden kunt u alfanumerieke tekens,
symbolen en/of spaties gebruiken.
Wachtwoorden hebben een lengterestrictie van
4-20 tekens.
6 Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in en
selecteer knop Toepassen om uw nieuwe
wachtwoord te bevestigen.
f Uw wachtwoord is gewijzigd.
7 Selecteer de knop Gebruikersinfo in het scherm
Opslaan.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
79Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Uw wachtwoord wijzigen bij aanmel-
den
1 Selecteer de knop Bevestig. wanneer u wordt
gevraagd uw wachtwoord te wijzigen.
2 Voer uw nieuwe wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
I
Voor wachtwoorden kunt u alfanumerieke tekens,
symbolen en/of spaties gebruiken.
Wachtwoorden hebben een lengterestrictie van
4-20 tekens.
Uw gebruikersaccount wordt weergegeven in het
wachtwoordveld.
3 Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in en
selecteer knop Invoeren om uw nieuwe wachtwoord
te bevestigen.
f Uw wachtwoord is gewijzigd.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
80 De barcode van uw badge toewijzen of wijzigen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De barcode van uw badge toewijzen of wij-
zigen
Alle gebruikers kunnen de barcode van hun eigen badge
toewijzen en wijzigen.
Als gebruikers niet worden uitgewisseld met een
verbonden DMS, kunt u de barcode van uw badge op elk
moment toewijzen of wijzigen.
i
Als gebruikers worden uitgewisseld met een
verbonden DMS, kunnen gebruikers de barcode
van hun badge niet direct op het analyseapparaat
toewijzen of wijzigen.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
De barcode van de badge van een andere
gebruiker wijzigen
Als gebruikers niet worden uitgewisseld met een
verbonden DMS, kunnen gebruikers met de
gebruikersrol van toezichthouder of beheerder de
barcode van een badge van andere gebruikers met een
lagere of dezelfde gebruikersrol toewijzen of wijzigen.
u Gebruikersinformatie wijzigen (152)
r De barcode van uw badge toewijzen
of wijzigen
1 Selecteer Instellingen > Gebruikersbeheer.
I
Als u bent aangemeld met de gebruikersrol van
gebruiker, wordt alleen uw eigen
gebruikersaccount weergegeven.
2 Selecteer de knop Selecteren.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
81Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Selecteer het item Badgebarcode en de knop
Bewerken.
I
Als u bent ingelogd als gebruiker, hebt u
uitsluitend toegang tot de items Wachtwoord en
Badgebarcode.
4 Scan de barcode van uw badge twee keer om een
barcode voor een badge toe te wijzen.
5 Voer een van de volgende handelingen uit om de
barcode van uw badge te wijzigen:
• Selecteer de knop Verwijder om een toegewezen
barcode van een badge te verwijderen.
• Selecteer de knop Vervangen om een
toegewezen barcode van een badge te vervangen.
Scan de barcode van uw badge twee keer.
u Verwante onderwerpen
• Barcodes scannen (86)
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
82 Items selecteren op het scherm
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Items selecteren op het scherm
r Een item selecteren met behulp van
de knoppen
1 Gebruik de navigatieknoppen en om het
gewenste item te selecteren.
I
U kunt ook tikken op het item op het scherm.
2 Selecteer de knop Selecteren.
f Er wordt gedetailleerde informatie van het
geselecteerde item of een nieuw scherm
weergegeven, of er wordt een handeling
bevestigd.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
83Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Vooraf gedefinieerde waarden selecteren
Bepaalde items kunnen één of meerdere vooraf
gedefinieerde waarden hebben.
De vooraf gedefinieerde waarden die tussen groene
pijlen worden weergeven, kunnen worden gekozen.
r Een vooraf gedefinieerde waarde se-
lecteren
1 Gebruik de navigatieknoppen en om het
item dat u wilt wijzigen te selecteren.
2 Selecteer indien vereist de knop Bewerken.
3 Gebruik de navigatieknoppen links en
rechts om de gewenste waarde te selecteren.
I
De vooraf gedefinieerde waarden die tussen
groene pijlen worden weergeven, kunnen worden
gekozen, bijvoorbeeld .
4 Selecteer de knop Toepassen of Opslaan,
afhankelijk van welke knop beschikbaar is.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
84 Tekst en cijfers invoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Tekst en cijfers invoeren
Wanneer u tekst of cijfers moet invoeren, wordt een
alfanumeriek of numeriek toetsenbord weergegeven.
Toets Functie
ABC
Voer hoofdletters in.
abc
Voer kleine letters in.
123
Schakel naar invoeren van cijfers/symbolen.
abc
ABC
Schakel naar invoeren van letters.
Verwijder het teken links van de cursor.
y Geselecteerde toetsen op het alfanumerieke toetsenbord
Selecteer de knop Invoeren om de ingevoerde
informatie te bevestigen.
Toets Functie
CLR
Verwijder het teken links van de cursor.
Caps
Schakel naar invoeren van letters.
Symb
Schakel naar invoeren van symbolen.
Enter
Bevestig de ingevoerde informatie en sluit het nu-
merieke toetsenbord.
y Geselecteerde toetsen op het numerieke toetsenbord
Selecteer de knop Invoeren of de knop Volgende om
de ingevoerde informatie te bevestigen.
r Tekst invoeren
1 Gebruik de navigatieknoppen en om het
item te selecteren.
2 Selecteer de geschikte knop, gewoonlijk knop
Selecteren.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
85Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Gebruik de navigatieknoppen en om het
specifieke item te selecteren dat moet worden
vastgesteld. Selecteer de geschikte knop, gewoonlijk
knop Bewerken.
f Het alfanumerieke toetsenbord en het numerieke
toetsenbord worden weergegeven.
4 Voer de informatie in en selecteer de knop Invoeren
om te bevestigen.
f Het scherm wordt opnieuw weergegeven op de
plaats waar het laatste item is gekozen.
f Een melding wordt weergegeven als de
ingevoerde informatie ongeldig is.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
86 Barcodes scannen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Barcodes scannen
U gebruikt de barcodelezer voor het scannen van
barcodelabels, zoals barcodes van testbuisjes, monsters,
bijsluiters, controles, gebruikers-ID's of badges.
i
Gebruik geen beschermde gezondheidsinformatie
(bijvoorbeeld patiëntnaam of sofinummer) als
monster-ID, om de vertrouwelijkheid en privacy
van patiëntgegevens volgens de normen te
waarborgen.
r De barcode van een testbuisje scan-
nen
1 Selecteer de knop Scan.
2 LET OP! Het onjuist plaatsen van de barcode kan
leiden tot fouten en storingen.
Plaats de barcode parallel aan het analyseapparaat
direct onder de barcodelezer en zorg ervoor dat het
licht van de scanner aan beide zijden van de barcode
uitsteekt.
3 Probeer het opnieuw als de barcode om een
bepaalde reden niet kan worden gelezen.
4 Als de barcode niet kan worden gelezen, selecteert u
de knop Invoeren en voert u de tekst van de barcode
handmatig in.
u Verwante onderwerpen
• Specificaties van barcodes (279)
• Instellingen voor barcodes configureren (140)
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
87Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat blokkeren
Het blokkeren van het analyseapparaat zorgt ervoor dat
deze beveiligd is wanneer het analyseapparaat inactief of
onbewaakt is.
Het analyseapparaat wordt automatisch geblokkeerd of u
kunt het analyseapparaat handmatig blokkeren. In beide
gevallen wordt het walk-byscherm weergegeven.
Het analyseapparaat handmatig blokkeren
Blokkeer het analyseapparaat om deze te beveiligen
wanneer u het analyseapparaat onbeheerd achterlaat.
U kunt het analyseapparaat handmatig op elk moment
blokkeren, met uitzonderingen van de volgende situaties:
• Wanneer een meldingsvenster wordt weergegeven
• Wanneer een proces wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld
een run)
u Het analyseapparaat handmatig blokkeren (88)
Automatische blokkering en testruns
Met de automatische blokkeerfunctie wordt het
analyseapparaat automatisch geblokkeerd na een vooraf
vastgestelde periode van inactiviteit die de automatische
blokkeertijd wordt genoemd. U kunt de automatische
blokkeertijd instellen in Instellingen > Systeem > Tijd
voor autoblok. Deze moet worden ingesteld tussen
1-1440minuten. De standaardwaarde is 3minuten.
LET OP!
Ongeautoriseerde toegang
Een gedeblokkeerde analyseapparaat kan door
ongeautoriseerde personen worden geopend.
r Stel de automatische blokkeertijd kort in om ongeau-
toriseerde toegang tot het analyseapparaat te voorko-
men.
r Het wordt aangeraden om voor de automatische
blokkeertijd de standaardwaarde van 3minuten te
behouden.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
88 Het analyseapparaat blokkeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Tijdens een testrun wordt de automatische
blokkeerfunctie onderbroken totdat de
monstervoorbereiding, amplificatie en detectie zijn
voltooid. Het analyseapparaat kan pas handmatig worden
geblokkeerd wanneer de run is voltooid.
Er wordt een melding weergegeven wanneer het
testbuisje uit het analyseapparaat kan worden
verwijderd. De automatische blokkeerfunctie wordt op dit
moment opnieuw ingeschakeld.
Als het testbuisje langer in het analyseapparaat blijft dan
de automatische blokkeertijd, wordt het analyseapparaat
geblokkeerd en wordt het walk-byscherm weergegeven.
Om aan te melden en het analyseapparaat te gebruiken
wanneer een buisje is geplaatst, moet het testbuisje eerst
worden verwijderd.
Een knipperend rood melding boven aan het scherm
duidt aan dat afronding van de run wordt uitgevoerd. De
run is voltooid kort nadat het testbuisje is verwijderd en u
kunt nu aanmelden.
Als wordt geprobeerd aan te melden voordat de run is
voltooid, wordt aangegeven dat het systeem bezet is.
Bevestig de melding en meld u aan.
u Het analyseapparaat deblokkeren (89)
r Het analyseapparaat handmatig
blokkeren
1 Selecteer het pictogram van de gebruikersrol in de
linkerbovenhoek van het scherm.
f Het walk-byscherm wordt weergegeven.
u Verwante onderwerpen
• Aanmelden (74)
• Het analyseapparaat deblokkeren (89)
• Een test uitvoeren (97)
• Systeeminstellingen (135)
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
89Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat deblokkeren
Het walk-byscherm wordt weergegeven wanneer het
analyseapparaat is geblokkeerd.
Het analyseapparaat deblokkeren
Wanneer uw eigen account is geblokkeerd, moet u deze
deblokkeren om verder te kunnen werken. Het systeem
keert terug naar het scherm dat actief was op het
moment dat het analyseapparaat werd geblokkeerd.
u Het analyseapparaat deblokkeren door uw wacht-
woord in te voeren (89)
u Het analyseapparaat deblokkeren door de barcode
van uw badge te scannen (90)
Aanmelden om het analyseapparaat te
gebruiken
Wanneer het account van een andere gebruiker is
geblokkeerd, moet u zich aanmelden om het
analyseapparaat te gebruiken. Als de vorige gebruiker
gegevens niet heeft opgeslagen, gaan deze verloren
wanneer u zich aanmeldt.
u Het analyseapparaat deblokkeren door aan te mel-
den als een andere gebruiker (90)
j
m Het walk-byscherm wordt weergegeven.
r Het analyseapparaat deblokkeren
door uw wachtwoord in te voeren
1 Selecteer de knop Deblok. in het walk-byscherm.
2 Voer uw wachtwoord in en selecteer vervolgens de
knop Invoeren.
f Het systeem keert terug naar het scherm dat
actief was op het moment dat het analyseapparaat
werd geblokkeerd.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
90 Het analyseapparaat deblokkeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Het analyseapparaat deblokkeren
door de barcode van uw badge te
scannen
1 Selecteer de knop Deblok. in het walk-byscherm.
I
Als de aanmeldingsmodus Barcode en wachtw.
of Barcode is ingesteld op het analyseapparaat,
wordt de barcodelezer automatisch ingeschakeld.
2 Scan de barcode van uw badge.
f Het systeem keert terug naar het scherm dat
actief was op het moment dat het analyseapparaat
werd geblokkeerd.
r Het analyseapparaat deblokkeren
door aan te melden als een andere
gebruiker
1 Selecteer de knop Aanmelden in het walk-byscherm.
f Er wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven.
2 Selecteer de knop Ja om verder te gaan met
aanmelden.
I
Door de knop Nee te selecteren, keert het
systeem terug naar het walk-byscherm.
3 Volg de normale aanmeldingsprocedure Aanmelden
(74).
u Verwante onderwerpen
• Het analyseapparaat blokkeren (87)
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
91Veelvoorkomende gebruikershandelingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat afsluiten
Door het analyseapparaat af te sluiten, worden de
software en de stroom uitgeschakeld.
Schakel de stroom niet uit met behulp van de aan/uit-
knop en koppel de stroomkabel niet los voordat het
analyseapparaat volledig is afgesloten.
VOORZICHTIG!
Stroomuitval
r Schakel de voeding niet uit wanneer het analyseap-
paraat bezig is met het uitvoeren van een test.
r Indien de stroom uitvalt terwijl er een test wordt uit-
gevoerd, mag niet worden getracht het testbuisje te
verwijderen.
r Wanneer de stroomtoevoer weer is hersteld, schakelt
u het analyseapparaat in en verwijdert u het testbuis-
je pas wanneer de melding Verwijder de testbuis
langzaam en voorzichtig. wordt weergegeven.
j
m Er is geen activiteit op het analyseapparaat.
r Het analyseapparaat afsluiten
1 Selecteer de knop Aanmelden in het scherm
Afsluiten. Selecteer de knop Ja om het afsluiten te
bevestigen.
2 Wacht tot een afbeelding wordt weergegeven waarin
wordt aangegeven dat het analyseapparaat mag
worden uitgeschakeld of wacht tot het scherm leeg is.
I
Vanwege de afsluiting kan het analyseapparaat
de afbeelding niet langer dan ongeveer
90seconden weergeven. De afbeelding wordt
vervolgens vervangen door een leeg scherm.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
92 Het analyseapparaat afsluiten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Druk op de aan/uit-knop en houd deze gedurende
ongeveer 5seconden ingedrukt totdat de
voedingsindicator en het aanraakscherm donker
worden.
5 Veelvoorkomende gebruikershandelingen
93
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een run uitvoeren
In dit hoofdstuk
6
Veiligheid................................................................................... 95
Een test uitvoeren .................................................................. 97
Een run afbreken.................................................................... 102
Resultaten verwerken........................................................... 104
Over resultaten ............................................................ 104
Resultaten controleren.............................................. 106
Resultaten sorteren en filteren .............................. 110
6 Een run uitvoeren
94
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
6 Een run uitvoeren
95Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Veiligheid
u Zorg ervoor dat u bekend bent met de veiligheidsin-
structies in Veiligheidsinstructies (27).
VOORZICHTIG!
Onjuiste resultaten als gevolg van ongeschikte
testbuisjes
Het gebruik van niet-gecertificeerde testbuisjes kan
leiden tot onjuiste resultaten.
r Gebruik uitsluitend cobas
®
Liat
®
-testbuisjes.
r Gebruik testbuisjes nooit opnieuw.
VOORZICHTIG!
Onjuiste resultaten of storingen als gevolg van het
onjuist hanteren van testbuisjes
Onjuist hanteren van testbuisjes kan leiden tot onjuiste
resultaten of storingen.
r Verwijder of plaats geen testbuisje wanneer een test
wordt uitgevoerd door het analyseapparaat.
r Gebruik altijd de barcode van de koker van het test-
buisje dat hoort bij het testbuisje dat wordt gebruikt.
r Verbreek de afsluitingen van het testbuisje niet. Wees
met name voorzichtig wanneer monster wordt toege-
voegd.
r Forceer of draai het testbuisje niet wanneer u het
plaatst.
r Gebruik een gebruikt testbuisje niet opnieuw.
LET OP!
Storing als gevolg van onjuist gebruik van het ana-
lyseapparaat
Onjuist gebruik van het analyseapparaat kan leiden tot
storingen.
r Open of sluit de ingangsklep voor buisjes niet hand-
matig, tenzij u op het scherm wordt geïnstrueerd dit
te doen.
6 Een run uitvoeren
96 Veiligheid
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
A
B
A Connectorplaat aan de achterzijde van het
analyseapparaat
B Metalen plaat bij de monsterinvoer
LET OP!
Fout in het instrument vanwege elektrostatische
ontlading
Door elektrostatische ontlading op de connectorplaat
aan de achterzijde van het analyseapparaat (A) kan een
fout in het instrument optreden.
Bij de modellen van het analyseapparaat waarbij de
ingangsklep voor buisjes een metalen plaat (B) bevat,
kan elektrostatische ontlading op de metalen plaat van
de ingangsklep voor buisjes tot een fout in het
instrument leiden.
r Raak tijdens het uitvoeren van een test de connector-
plaat aan de achterzijde van het analyseapparaat (A)
of de metalen plaat bij de ingangsklep voor buisjes
(voor modellen waarbij de ingangsklep voor buisjes
een metalen plaat [B] bevat) niet aan.
6 Een run uitvoeren
97Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een test uitvoeren
Het analyseapparaat voert een specifieke test uit zoals
bepaald aan de hand van de gescande barcode van een
testbuisje.
Een test uitvoeren bestaat uit de volgende handelingen:
• Monster naar een testbuisje overbrengen en het test-
buisje afsluiten met een dop.
• De barcodes van een testbuisje en een ID (monster-
ID, patiënt-ID, opdracht-ID of bezoek-ID, afhankelijk
van de configuratie van het analyseapparaat) scan-
nen:
– Gebruik geen beschermde gezondheidsinformatie
(bijvoorbeeld patiëntnaam of sofinummer) als
monster-ID, om de vertrouwelijkheid en privacy
van patiëntgegevens volgens de normen te waar-
borgen.
– Gebruik geen spaties als u de barcode van een ID
handmatig moet invoeren.
• Het testbuisje in het analyseapparaat plaatsen.
• Het analyseapparaat voert de vereiste teststappen uit
en rapporteert de testresultaten.
i
Raadpleeg de instructies in de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de test die u uitvoert voor
informatie over het overbrengen van monster
naar het testbuisje.
i
Zorg ervoor dat het juiste monstertype wordt
gebruikt, zoals aangeduid op het scherm.
i
De automatische blokkeerfunctie wordt tijdens
een testrun onderbroken. De functie wordt weer
ingeschakeld wanneer de melding wordt
weergegeven waarin wordt gevraagd het
testbuisje te verwijderen.
u Het analyseapparaat blokkeren (87)
d
m Testbuisje
m Transferpipet meegeleverd met het testbuisje
m Barcode monster-ID
r Een test uitvoeren
1 Scheur de verpakking van het testbuisje open.
6 Een run uitvoeren
98 Een test uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Volg de instructies in de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de test.
Zorg ervoor dat de eerste afsluiting bovenaan het
testbuisje niet wordt verbroken.
Verwijder de koker van het testbuisje niet voordat
u het testbuisje in het analyseapparaat plaatst.
2 Controleer het testbuisje op mogelijke schade, zoals
lekken of verbroken afsluitingen.
3 Selecteer het item Test uitvoeren en selecteer de
knop Selecteren op het scherm Menu.
4 Selecteer de knop Scan.
5 Scan de barcode van het testbuisje.
I
Verwijder de koker van het testbuisje niet.
6 Selecteer de knop Scanopnieuw en scan vervolgens
de barcode van de monster-ID.
I
Indien noodzakelijk kunt u de monster-ID
handmatig invoeren. Bij het invoeren van de
waarden moeten geen spaties worden gebruikt.
6 Een run uitvoeren
99Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
7 Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden
en patiëntverificatie is ingeschakeld, kunt u ook de
barcode van de vereiste ID scannen:
• Barcode monster-ID
• Barcode patiënt-ID
• Barcode opdracht-ID
• Barcode bezoek-ID
I
Indien noodzakelijk, kunt u de ID handmatig
invoeren. Bij het invoeren van de waarden moeten
geen spaties worden gebruikt.
f De ID wordt met behulp van het DMS geverifieerd.
f Of u een mislukte patiëntverificatie teniet kunt
doen, hangt af van de configuratie van het
analyseapparaat en uw gebruikersrol.
8 Selecteer indien nodig de knop Bevestig. om de
ontvangen patiëntgegevens te bevestigen.
9 Het juiste monstertype overdragen:
• Gebruik het monstertype dat wordt aangeduid op
het scherm.
• Verwijder de dop van het testbuisje.
• Draag monster over naar het testbuisje.
• Plaats de dop terug op het testbuisje.
I
Verwijder de koker van het testbuisje niet.
Verdeel het monster tot de eerste afsluiting aan
de bovenkant van het testbuisje, zonder
luchtspleet zodat grote luchtbellen worden
voorkomen.
Verbreek de eerste afsluiting bovenaan het
testbuisje niet.
10 Voer alle gebruikte transferpipetten af in
overeenstemming met het hiervoor geldende beleid
van uw instelling en de plaatselijke regelgeving.
6 Een run uitvoeren
100 Een test uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
11 Selecteer de knop Scan.
12 Scan nogmaals de barcode van het testbuisje.
I
Als de koker van het testbuisje per ongeluk
volledig wordt verwijderd, moet u ervoor zorgen
dat de serienummers en de lotnummers op het
testbuisje en de koker overeenkomen voordat u
de barcode scant.
13 Verwijder de koker van het testbuisje en plaats het
testbuisje in het analyseapparaat totdat het buisje op
zijn plaats klikt.
I
Het testbuisje kan slechts op één manier worden
geplaatst.
f De ingangsklep voor buisjes sluit automatisch en
de verwerking begint.
14 Controleer indien noodzakelijk de voortgang.
I
In de subtitelbalk wordt een runnummer
(bijvoorbeeld 00053) en de monster-ID
weergegeven.
Selecteer de knop Runlog om meldingen weer te
geven.
Selecteer de knop Afbreken om een testrun af te
breken.
6 Een run uitvoeren
101Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
15 Wanneer de run is voltooid, gaat de ingangsklep voor
buisjes open. U wordt in een melding gevraagd het
testbuisje te verwijderen. Verwijder het testbuisje en
voer het af in overeenstemming met het hiervoor
geldende beleid van uw instelling en de plaatselijke
regelgeving.
f Indien geconfigureerd, worden resultaten
vrijgegeven en automatisch naar een host
verzonden.
16 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Selecteer de knop Rapport om het rapport van de
resultaten weer te geven.
• Selecteer de knop Menu om terug te keren naar
het scherm Menu en om bijvoorbeeld een andere
test te starten.
• Selecteer de knop Runlog om meldingen weer te
geven.
u Verwante onderwerpen
• Resultaten controleren (106)
• Over testen (65)
• Barcodes scannen (86)
• Een run afbreken (102)
6 Een run uitvoeren
102 Een run afbreken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een run afbreken
r Een run afbreken
1 Selecteer de knop Afbreken in het statusscherm van
de run.
2 Selecteer de knop Ja in de bevestigingsmelding.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
• Afhankelijk van de instellingen van het
analyseapparaat, scant u de barcode van uw
badge om de run af te breken.
I
De knop Terug kan worden geselecteerd om
terug te keren naar het vorige scherm.
f Het verwerken van testen wordt door het
analyseapparaat stopgezet.
f Het analyseapparaat stelt een resultatenrapport
op.
f Indien geconfigureerd, wordt informatie over de
afgebroken run automatisch verzonden naar een
host.
4 Verwijder het testbuisje wanneer dit wordt gevraagd.
5 Voer het testbuisje af in overeenstemming met het
hiervoor geldende beleid van uw instelling en de
plaatselijke regelgeving.
6 Een run uitvoeren
103Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
6 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Selecteer de knop Rapport om het rapport van de
resultaten weer te geven.
• Selecteer de knop Menu om terug te keren naar
het scherm Menu.
• Selecteer de knop Runlog om meldingen weer te
geven.
6 Een run uitvoeren
104 Resultaten verwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Resultaten verwerken
In dit gedeelte
Over resultaten(104)
Resultaten controleren(106)
Resultaten sorteren en filteren(110)
Over resultaten
De manier waarop resultaten worden weergegeven is
afhankelijk van het beoogde gebruik van elke individuele
test.
Resultaatrapporten
Resultaatrapport
Afgedrukt resultaatrapport
cobas
®
Liat
®
System
Resultaatrapport
Test:
Liat Influenza Assay (FABA)
Gebruik:
Datum/tijd:
2019-12-04, 12:34:52 PM
Monster-ID:
Sample
Resultaatrapport:
Influenza A Niet gedetecteerd
Influenza B Gedetecteerd
Runstatus:
OK
Gebruiker:
USER1
Goedgekeurd door:
ADMIN
S/N analyseapp.:M1-E-00003
Testversie:1.31
Softwareversie:3.3.0
Runnummer:00001
S/N buis:7A8B-04B80
Buislot:71108B
Vervaldatum buis:2029-12-31
6 Een run uitvoeren
105Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en
patiëntverificatie is geconfigureerd, zijn de rijen en
kolommen met ID-gegevens voorzien van het label ID in
plaats van het label Monster-ID.
Over de runstatus
De runstatus wordt door de software bepaald en is niet
gekoppeld aan het testscript of de interpretatie van een
testresultaat.
Een run kan de volgende status hebben:
• OK
Run is voltooid zonder fouten.
• Waarschuwing
Run is voltooid met waarschuwingen, maar het resul-
taat van de run is nog steeds geldig.
• Afgebroken
Run werd afgebroken door het systeem, het script of
de gebruiker.
De runstatus wordt op het scherm Resultaatrapport
weergegeven en in het rapport van de resultaten
opgenomen.
Raadpleeg de bijsluiter of de gebruiksaanwijzing van de
uit te voeren test voor informatie over de interpretatie van
testresultaten, d.w.z. de resultaatsymbolen die op het
scherm Resultaten worden weergegeven.
Over de verzendstatus van resultaten
Als het analyseapparaat met een host is verbonden,
wordt de verzendstatus van resultaten op het scherm
Resultaten aangegeven:
Pictogram Beschrijving
Geen pictogram:
Niet verzonden (d.w.z.: nooit verzonden of
verzenden en opnieuw verzenden via HL7-
protocol mislukt)
Verzonden naar host, maar nog niet beves-
tigd door de host
Naar de host verzonden
y Verzendstatus van resultaten
6 Een run uitvoeren
106 Resultaten verwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Resultaten controleren
Gebruikers in de rol van toezichthouder of beheerder
kunnen resultaten aanvaarden of afwijzen, behalve
wanneer automatische vrijgave van resultaten is
ingeschakeld aan het einde van de respectieve runs.
Resultaten worden doorgaans gecontroleerd als
onderdeel van het verwerken van testen. U kunt ook
resultaten ter controle selecteren op het scherm
Resultaten.
U kunt het rapport van de resultaten ook rechtstreeks
vanuit het scherm Resultaten archiveren.
Alle resultaten van de laatste zeven dagen worden op het
scherm Resultaten standaard per datum in aflopende
volgorde weergegeven.
i
Als het analyseapparaat is geconfigureerd voor
automatische vrijgave van resultaten en is
verbonden met een host, wordt de beoordeling
niet op het analyseapparaat uitgevoerd.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
d
m Om het resultaatrapport op een USB-flashstation te
archiveren:
USB-flashstation
j
m Om het resultaatrapport op een gedeelde locatie te
archiveren:
Geconfigureerde netwerkshare of FTP-share
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Resultaten in het teststatus-scherm
bekijken
1 In het teststatus-scherm kunnen de volgende
handelingen worden uitgevoerd:
• Gegevens over de runstatus weergeven en
afdrukken (raadpleeg stappen 2 en 3 ).
• Het resultaatrapport controleren en afdrukken
(raadpleeg stappen 4 t/m 9 ).
I
Deze handelingen kunnen worden uitgevoerd
wanneer de run is voltooid.
2 Selecteer de knop Runlog in het teststatus-scherm
om gegevens over de runstatus weer te geven.
3 Doe het volgende op het scherm Melding:
6 Een run uitvoeren
107Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Selecteer de knop Afdrukken om de meldingen
af te drukken.
• Selecteer de knop Terug om terug te keren naar
het teststatus-scherm.
4 Selecteer de knop Rapport in het teststatus-scherm
om het rapport van de resultaten weer te geven.
5 Gebruik de navigatieknoppen en op het
scherm Resultaatrapport om de resterende
informatie weer te geven als de resultaatgegevens
niet op één scherm passen.
6 In het scherm Resultaatrapport kunnen de volgende
handelingen worden uitgevoerd:
• Keur het resultaat goed of wijs het af (zie stappen
7 en 8 ), behalve als automatische vrijgave van
resultaten is ingeschakeld.
• Het resultaatrapport afdrukken (raadpleeg stap
9 ).
7 Selecteer de knop Goedkrn. in het scherm
Resultaatrapport om het resultaat goed te keuren of
af te wijzen.
I
De knop Goedkrn. is alleen beschikbaar als
automatische vrijgave van resultaten is
uitgeschakeld.
8 Selecteer in de melding Goedkeuring de knop
Vrijgeven om de resultaten te accepteren of de knop
Afwijzen om de resultaten af te wijzen.
f Uw gebruikers-ID wordt in het rapport van de
resultaten toegevoegd aan de regel Goedgek.
door:.
9 Selecteer de knop Resultaatrapport in het scherm
Afdrukken om het rapport van de resultaten af te
drukken.
I
Als het analyseapparaat is ingesteld voor
automatisch afdrukken van de resultaten, is deze
stap overbodig.
6 Een run uitvoeren
108 Resultaten verwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
10 Als een melding wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd een printer te selecteren, voert u de
volgende handelingen uit:
• Selecteer de knop Thermisch om het rapport van
de resultaten met de gekoppelde thermische
printer af te drukken.
• Selecteer de knop Ink/Laser om het rapport van
de resultaten met de gekoppelde inkjet- of
laserprinter af te drukken.
11 Selecteer de knop Bevestig. in de melding Afdruk in
wachtrij geplaatst.
r Resultaten in het scherm Resultaten
bekijken
1 Selecteer het item Resultaten en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
f Het scherm Resultaten wordt weergegeven. Alle
resultaten van de afgelopen zeven dagen worden
standaard per datum in aflopende volgorde
weergegeven.
2 Sorteer en/of filter desgewenst alle resultaten zoals
beschreven in Resultaten sorteren en filteren (110).
3 Selecteer de gewenste resultaatinvoer op het scherm
Resultaten.
• Dubbeltik op een invoer om een resultaat te
selecteren en om de tabel aan de hand van de
betreffende kolom te sorteren.
• De gesorteerde kolom wordt aangegeven door
een sorteerindicator.
I
Raadpleeg de instructies in de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de bijbehorende test voor
informatie over de resultaatsymbolen.
4 In het scherm Resultaten kunnen de volgende
handelingen worden uitgevoerd:
• Het resultaatrapport controleren en afdrukken
(raadpleeg stappen 5 t/m 11 ).
• Archiveer het resultaat op een gedeelde locatie of
een USB-flashstation of verzend het resultaat naar
een host (raadpleeg stappen 14 t/m 16 ).
5 Selecteer de knop Weergev. in het scherm
Resultaten om het rapport van de resultaten te
controleren.
6 Een run uitvoeren
109Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
6 Gebruik de navigatieknoppen en op het
scherm Resultaatrapport om de resterende
informatie weer te geven als de resultaatgegevens
niet op één scherm passen.
7 In het scherm Resultaatrapport kunnen de volgende
handelingen worden uitgevoerd:
• Keur het resultaat goed of wijs het af (zie stappen
8 t/m 10 ), behalve als automatische vrijgave van
resultaten was ingeschakeld aan het einde van de
run.
• Het rapport van de resultaten afdrukken
(raadpleeg stappen 11 t/m 13 ).
8 Selecteer de knop Goedkrn. in het scherm
Resultaatrapport om het resultaat goed te keuren of
af te wijzen.
I
De knop Goedkrn. is alleen beschikbaar als
automatische vrijgave van resultaten was
uitgeschakeld aan het einde van de respectieve
run.
9 Selecteer in de melding Goedkeuring de knop
Vrijgeven om de resultaten te accepteren of de knop
Afwijzen om de resultaten af te wijzen.
10 Selecteer de knop Ja in de bevestigingsmelding.
f Uw gebruikers-ID wordt in het rapport van de
resultaten toegevoegd aan de regel Goedgek.
door:.
11 Selecteer de knop Resultaatrapport in het scherm
Afdrukken om het rapport van de resultaten af te
drukken.
I
Als het analyseapparaat is ingesteld voor
automatisch afdrukken van de resultaten, is deze
stap overbodig.
12 Als een melding wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd een printer te selecteren, voert u een van de
volgende handelingen uit:
• Selecteer de knop Thermisch om het rapport van
de resultaten met de gekoppelde thermische
printer af te drukken.
• Selecteer de knop Ink/Laser om het rapport van
de resultaten met de gekoppelde inkjet- of
laserprinter af te drukken.
13 Selecteer de knop Bevestig. in de melding Afdruk in
wachtrij geplaatst.
6 Een run uitvoeren
110 Resultaten verwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
14 Selecteer de knop Bestand op het scherm
Resultaten om het rapport van de resultaten te
archiveren of om het resultaat naar een host te
verzenden. In het scherm Bestand kunnen de
volgende handelingen worden uitgevoerd:
• Archiveer het resultaatrapport op een gedeelde
locatie of een USB-flashstation (raadpleeg stap
15 ).
• Verzend het resultaat naar een host (raadpleeg
stap 16 ).
15 Om het rapport van de resultaten op een gedeelde
locatie of een USB-flashstation te archiveren,
selecteert u het item Archiveren op het scherm
Bestand. Selecteer een van de waarden voor het
item Archiveren naar, selecteer de knop
Selecteren en volg de instructies op het scherm.
• USB-flashstation
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
16 Selecteer het item Verzenden en volg de instructies
op het scherm om het resultaat naar de host te
verzenden.
Resultaten sorteren en filteren
U kunt sorteren en/of filteren welke resultaten op het
scherm Resultaten worden weergegeven.
Alle resultaten van de afgelopen zeven dagen
(overeenkomstig de filters Alle bestanden en
Afgelopen 7 dagen) worden op het scherm Resultaten
standaard per opeenvolgend(e) datum en runnummer in
aflopende volgorde (nieuwste tot oudste) weergegeven.
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en
patiëntverificatie is geconfigureerd, zijn de rijen en
kolommen met ID-gegevens voorzien van het label ID in
plaats van het label Monster-ID.
De volgende regels zijn van toepassing voor sorteren:
6 Een run uitvoeren
111Een run uitvoeren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Onder de kolomkop van de te sorteren kolom wordt
een witte streep weergegeven als sorteerindicator.
• De sorteervolgorde is gebaseerd op Unicode en is
hoofdlettergevoelig.
• Wanneer op de kolom Result. wordt gesorteerd, kunt
u door de statuskolommen bladeren.
• Indien er meer dan één resultaat voor het sorteercri-
terium is, worden de resultaten nog verder gesor-
teerd:
– Wanneer op de kolom Datum wordt gesorteerd,
worden de resultaten met dezelfde datum gesor-
teerd op opeenvolgend(e) datum en runnummer.
– Wanneer op de kolom Monster-ID, respectieve-
lijk de kolom ID, wordt gesorteerd, worden de re-
sultaten met dezelfde ID gesorteerd op opeenvol-
gend(e) datum en runnummer, bijv.
12345620201126.
– Wanneer op de kolom Test wordt gesorteerd,
worden de resultaten van dezelfde test gesor-
teerd op opeenvolgend(e) datum en runnummer,
bijv, 2020-11-29 22222.
– Wanneer op de kolom Result. wordt gesorteerd,
worden de resultaten met dezelfde status gesor-
teerd op opeenvolgend(e) datum en runnummer.
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Resultaten op het scherm Resultaten
sorteren en filteren
1 Selecteer het item Resultaten en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
f Het scherm Resultaten wordt weergegeven.
2 Voer de volgende stappen uit om op het scherm
Resultaten de resultaten te sorteren:
• Dubbeltik in een kolom om op deze kolom te
sorteren.
• Dubbeltik nogmaals in deze kolom om tussen
oplopende en aflopende volgorde te wisselen.
• Dubbeltik herhaaldelijk in de kolom Result. om te
bladeren door en sorteren per kolomstatus.
f De gesorteerde kolom wordt aangegeven door
een sorteerindicator.
3 Selecteer de knop Filteren op het scherm
Resultaten om de resultaten te filteren.
6 Een run uitvoeren
112 Resultaten verwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Selecteer het filter.
Gebruik de navigatieknoppen en om een
specifiek filter te selecteren.
• Alle bestanden
• Monster-ID: of ID:
• Test:
• Gebruiker-ID:
• Te verzenden (naar de host)
• Goedkeuring in behandeling
I
Een waarde zoals een ID of naam moet worden
ingevoerd wanneer filteritems eindigen op een
dubbele punt.
5 Selecteer de knop Volgende.
6 Stel in het volgende filterscherm de tijdsperiode vast
waarvoor de resultaten moeten worden inbegrepen.
I
Gebruik de navigatieknoppen en om
een specifieke periode te selecteren.
Afgelopen 7 dagen (Resultaten van de
afgelopen zeven dagen)
Alle (resultaten van alle data)
Vandaag (resultaten van vandaag)
Afgelopen 2 dagen (resultaten van gisteren en
vandaag)
Afgelopen 30 dagen (resultaten van de
afgelopen 30 dagen)
YYMMDD-YYMMDD (resultaten van de
gespecificeerde periode)
7 Selecteer de knop Bevestig..
f Als 1-500 resultaten overeenkomen met de
filtercriteria, worden de gefilterde resultaten op
het scherm Resultaten weergegeven.
f Als er geen of te veel (>500) resultaten
overeenkomen met de filtercriteria, wordt een
melding weergegeven. Selecteer de knop Filteren
om terug te keren naar het filterscherm.
6 Een run uitvoeren
113
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Instellen
In dit hoofdstuk
7
Over het analyseapparaat installeren............................. 115
Testen installeren en bijwerken........................................ 116
Een test installeren of bijwerken vanaf een
USB-flashstation ......................................................... 116
Een test vanaf het externe serviceplatform
van Roche installeren en bijwerken..................... 119
Een test vanaf een lokale bron installeren ........ 121
Testen registreren....................................................... 123
Een lot testbuisjes toevoegen................................. 125
Lots testbuisjes verwijderen ................................... 130
Testen verwijderen ..................................................... 131
Informatie over een lot testbuisjes bekijken en af-
drukken...................................................................................... 133
Systeeminstellingen vaststellen........................................ 135
Systeeminstellingen ................................................... 135
De systeemtaal wijzigen........................................... 138
Over aanmeldingsmodi............................................. 139
Instellingen voor barcodes configureren........... 140
Het logbestandniveau configureren .................... 143
Configuratie van automatische vrijgave van
resultaten ....................................................................... 145
Gebruikers beheren .............................................................. 147
Overzicht van gebruikersrollen voor
gebruikersaccount...................................................... 147
Over gebruikers-ID's en wachtwoorden ............ 148
Gebruikers maken ...................................................... 149
Gebruikersinformatie wijzigen ............................... 152
Een gebruiker verwijderen ...................................... 154
De printer instellen................................................................ 156
Over het instellen van de printer........................... 156
Verbindingsitems voor printers.............................. 158
Een printer verbinden................................................ 159
7 Instellen
114
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Afdrukken van rapporten configureren.............. 165
Afdrukken van resultaten configureren ............. 166
De software bijwerken ......................................................... 168
Software registreren ............................................................. 171
Software- en hardware-informatie bekijken ............... 173
Informatie over het analyseapparaat en
software bekijken........................................................ 173
Systeeminformatie weergeven............................... 174
7 Instellen
115Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over het analyseapparaat installeren
Installatietaken worden uitgevoerd in het scherm
Instellingen.
i
U kunt met de gebruikersrol van beheerder alle
installatietaken uitvoeren. U kunt met de
gebruikersrol van toezichthouder alle
installatietaken uitvoeren behalve die voor de
netwerkdefinities.
i
Alle opgeslagen gegevens worden op het
analyseapparaat bewaard, zelfs als deze niet is
aangesloten op de netvoeding.
7 Instellen
116 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Testen installeren en bijwerken
Testen worden doorgaans geïnstalleerd wanneer Roche
nieuwe testen of een nieuwe versie van een test
uitbrengt.
Voer de volgende stappen uit om een nieuwe of bijge-
werkte test te gebruiken:
1. Installeer het testscript op een van de volgende ma-
nieren:
– Vanaf een USB-flashstation dat door uw Roche-
vertegenwoordiger is geleverd
– Vanaf het externe serviceplatform van Roche
– Vanaf een lokale bron (uitsluitend voor nieuwe
testen)
2. Voeg de lot testbuisjes toe.
Bij een bijgewerkte test is deze stap niet altijd vereist.
Een melding wordt weergegeven wanneer validatie
van een lot testbuisjes noodzakelijk is.
3. Sta gebruikers toe runs uit te voeren met behulp van
de nieuw test (d.w.z. de gebruikersinformatie wijzi-
gen).
i
Koppel de stroomtoevoer naar het
analyseapparaat niet los terwijl een test wordt
geïnstalleerd of bijgewerkt.
In dit gedeelte
Een test installeren of bijwerken vanaf een USB-
flashstation(116)
Een test vanaf het externe serviceplatform van Roche
installeren en bijwerken(119)
Een test vanaf een lokale bron installeren(121)
Testen registreren(123)
Een lot testbuisjes toevoegen(125)
Lots testbuisjes verwijderen(130)
Testen verwijderen(131)
Een test installeren of bijwerken vanaf een USB-
flashstation
U kunt een test installeren of bijwerken vanaf een door
uw Roche-vertegenwoordiger geleverd USB-flashstation.
7 Instellen
117Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Nadat u een test hebt bijgewerkt, is de versie van de
bijgewerkte test mogelijk niet compatibel met de versie
van de test die wordt gebruikt voor validatie van de
gebruikte lots testbuisjes. U ontvangt alleen in dit geval
een melding en u moet de lots testbuisjes opnieuw
valideren voordat u ze opnieuw kunt gebruiken.
d
m Door uw Roche-vertegenwoordiger geleverd USB-
flashstation dat de nieuwe of bijgewerkte testscripts
bevat
j
m Gebruikersrol van beheerder
r Een test installeren of bijwerken van-
af een USB-flashstation
1 Plaats het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat wanneer u zich op het scherm
Menu bevindt.
2 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
7 Instellen
118 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de knop Ja om te bevestigen dat u de
weergegeven testen wilt installeren of bijwerken.
f Er wordt een voortgangsscherm weergegeven.
Alle beschikbare testen of updates zijn
geïnstalleerd.
5 Volg de instructies in het dialoogvenster op:
Verwijder het USB-flashstation. Wacht 5
seconden. Kies vervolgens 'Bevestigen' om door
te gaan.
f Het installeren of bijwerken van het script is
voltooid. Dit proces neemt enkele minuten in
beslag.
6 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Wanneer in de kolom Status wordt aangegeven
dat het script is geïnstalleerd of bijgewerkt,
selecteert u de knop Bevestig..
• Wanneer in de kolom Status wordt aangegeven
dat het script is geïnstalleerd of bijgewerkt,
selecteert u de knop Bevestig. om naar het
scherm Menu terug te keren.
Herhaal stappen 1 t/m 5 .
I
De versie van het testscript wordt in de kolom
Versie weergegeven.
7 Een melding wordt weergegeven wanneer na het
bijwerken van een test een lot testbuisjes opnieuw
moet worden gevalideerd. Selecteer de knop
Bevestig. om naar het scherm Menu terug te keren.
8 Nadat een test is geïnstalleerd, dient u een van de
volgende handelingen uit te voeren voordat
gebruikers de test kunnen uitvoeren:
• Voeg een lot testbuisjes toe zoals beschreven in
Een lot testbuisjes toevoegen (125).
• Voeg de test toe aan de voor gebruikers
toegestane testen zoals beschreven in
Gebruikersinformatie wijzigen (152).
9 De test moet mogelijk handmatig worden
geregistreerd.
7 Instellen
119Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat automatisch de test te
registreren. U moet de test alleen handmatig
registreren als automatische registratie is mislukt.
u Verwante onderwerpen
• Een test vanaf het externe serviceplatform van Roche
installeren en bijwerken (119)
• Een lot testbuisjes toevoegen (125)
• Testen registreren (123)
Een test vanaf het externe serviceplatform van Roche
installeren en bijwerken
U kunt een test vanaf het externe serviceplatform van
Roche installeren en bijwerken.
Tijdens aanmelden wordt een melding weergegeven op
het scherm van het analyseapparaat wanneer een
nieuwe test of test-update beschikbaar is. Voordat u een
test aan de hand van deze methode installeert of
bijwerkt, dient u toegang tot het externe serviceplatform
van Roche te configureren.
u Over toegang tot het externe serviceplatform van Ro-
che (216)
Als u bent aangemeld met de gebruikersrol van
gebruiker, wordt een melding weergegeven waarin u
wordt gevraagd contact op te nemen met uw
toezichthouder of de systeembeheerder.
Nadat u een test hebt bijgewerkt, is de versie van de
bijgewerkte test mogelijk niet compatibel met de versie
van de test die wordt gebruikt voor validatie van de
gebruikte lots testbuisjes. U dient alleen in dit geval de
lots testbuisjes opnieuw te valideren.
j
m De verbinding met het externe serviceplatform van
Roche is geconfigureerd.
m De gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
voor installatie
De gebruikersrol van beheerder voor updates
7 Instellen
120 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een test vanaf het externe service-
platform van Roche installeren en bij-
werken
1 Tijdens aanmelden wordt een melding weergegeven
op het scherm van het analyseapparaat wanneer een
update voor een test beschikbaar is.
2 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de knop Ja in het dialoogvenster van de
melding.
f Er wordt een voortgangsscherm weergegeven.
5 Wanneer in de kolom Status wordt aangegeven dat
het script is geïnstalleerd of bijgewerkt, selecteert u
de knop Bevestig..
I
De versie van het testscript wordt in de kolom
Versie weergegeven.
7 Instellen
121Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
6 Een melding wordt weergegeven wanneer na het
bijwerken van een test een lot testbuisjes opnieuw
moet worden gevalideerd. Selecteer de knop
Bevestig. om naar het scherm Menu terug te keren.
7 Nadat een test is geïnstalleerd, dient u een van de
volgende handelingen uit te voeren voordat
gebruikers de test kunnen uitvoeren:
• Voeg een lot testbuisjes toe zoals beschreven in
Een lot testbuisjes toevoegen (125).
• Voeg de test toe aan de voor gebruikers
toegestane testen zoals beschreven in
Gebruikersinformatie wijzigen (152).
8 De test moet mogelijk handmatig worden
geregistreerd.
I
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat automatisch de test te
registreren. U moet de test alleen handmatig
registreren als automatische registratie is mislukt.
u Verwante onderwerpen
• Een lot testbuisjes toevoegen (125)
• Testen registreren (123)
Een test vanaf een lokale bron installeren
U kunt een test installeren vanaf een USB-flashstation,
netwerkshare of FTP-share.
Voordat een test vanaf een lokale bron kan worden
geïnstalleerd, moet het testscript op de juiste locatie
worden opgeslagen.
u Configuratie van gedeelde locaties (233)
j
m Een test installeren vanaf een USB-flashstation:
Testscript is opgeslagen in de hoofdmap van een
USB-flashstation
m Een test vanaf een netwerkshare of FTP-share
installeren:
De locatie is op juiste wijze geconfigureerd
Testscript is opgeslagen in de hoofdmap van de
gedeelde locatie
m Gebruikersrol van beheerder of toezichthouder
7 Instellen
122 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een test van een lokale bron installe-
ren
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
f Alle momenteel geïnstalleerde testen worden
weergegeven.
2 Selecteer het item [Nieuwe test].
I
Het is mogelijk noodzakelijk om omlaag te
bladeren om dit item weer te geven.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de knop Scan.
5 Plaats de barcode van de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de test onder de
barcodelezer.
f Het veld 2. Download software van: wordt
beschikbaar.
6 Stel vast vanaf welke bron de software moet worden
gedownload:
• Selecteer de waarde USB-flashstation als de
installatie plaatsvindt vanaf een USB-flashstation.
• Selecteer de juiste waarde als u een andere
gedeelde locatie heeft gedefinieerd.
7 Instellen
123Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
7 Zorg ervoor dat het ondertekende zip-bestand van de
te installeren test in de hoofdmap van de
downloadlocatie (USB-flashstation of gedeelde
locatie) is opgeslagen.
8 Als u een USB-flashstation gebruikt, plaatst u dit aan
de achterzijde van het analyseapparaat.
9 Selecteer de knop Volgende.
10 Als de installatie vanaf een USB-flashstation heeft
plaatsgevonden, volgt u de instructies in het
dialoogvenster op: Verwijder het USB-flashstation.
Wacht 5 seconden. Kies vervolgens 'Bevestigen'
om door te gaan.
11 Bepaal of u nu of later een lot testbuisjes wilt
valideren (een lot testbuisjes toevoegen):
• Selecteer de knop Bevestig. om nu een lot
testbuisjes te valideren.
• Selecteer de knop Annuleren om door te gaan
zonder nu een lot testbuisjes te valideren.
12 De test moet mogelijk handmatig worden
geregistreerd.
I
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat automatisch de test te
registreren. U moet de test alleen handmatig
registreren als automatische registratie is mislukt.
u Verwante onderwerpen
• Een lot testbuisjes toevoegen (125)
• Testen registreren (123)
• Systeeminstellingen (135)
• Netwerkconfiguratie (213)
Testen registreren
Nieuw geïnstalleerde en bijgewerkte testen moeten
binnen 30dagen worden geregistreerd.
U kunt testen die niet zijn geregistreerd tijdens de
registratieperiode gebruiken. Als deze periode is
verlopen, kunnen testen niet langer worden gebruikt
totdat de activering is voltooid.
7 Instellen
124 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
i
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat automatisch de test te
registreren. Wanneer de automatische registratie
mislukt, wordt een melding weergegeven en moet
de test handmatig door een gebruiker worden
geregistreerd.
j
m Gebruikersrol van beheerder
r Een test handmatig registreren
1 Het registratieproces starten.
• Selecteer de knop Activeren als een melding
wordt weergegeven.
• Selecteer het item Testmenu op het scherm
Menu als er geen melding wordt weergegeven.
I
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat de test automatisch te
registreren. U moet de test alleen handmatig
registreren als automatische registratie is mislukt.
2 Selecteer de test die moet worden geregistreerd en
selecteer de knop Selecteren.
I
Niet-geregistreerde testen worden aangeduid met
een getal en het pictogram in de kolom Dag.
rest..
Als er geen getal wordt weergegeven, is de
registratieperiode verlopen.
3 Selecteer de knop Rapport in het scherm Activeren.
4 Noteer de registratiecode die in het dialoogvenster
van de melding wordt weergegeven.
5 Neem contact op met uw Roche-vertegenwoordiger
en verstrek de registratiecode.
6 De Roche-vertegenwoordiger verstrekt een
activeringscode.
7 Instellen
125Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
7 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
8 Voer de activeringscode in of scan de activeringscode
en selecteer de knop Invoeren.
9 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
Een lot testbuisjes toevoegen
Lots testbuisjes hebben een beperkte houdbaarheid. Elke
nieuwe lot testbuisjes moet aan het analyseapparaat
worden toegevoegd en wordt gevalideerd door een
negatieve en positieve controle uit te voeren.
Een lot testbuisjes toevoegen omvat de volgende hande-
lingen:
1. Gegevens van het nieuwe lot scannen
2. QC uitvoeren (het lot testbuisjes valideren)
i
Ingeschakelde patiëntverificatie heeft geen
invloed op de runs voor het valideren van lots
testbuisjes.
u Over patiëntverificatie (228)
7 Instellen
126 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Lots testbuisjes delen
In plaats van hetzelfde lot testbuisjes op verschillende
analyseapparaaten toevoegen en valideren, kunnen lots
testbuisjes op de volgende manieren tussen analyseap-
paraaten worden gedeeld:
• Door lot testbuisjes te exporteren en importeren.
• Door de map voor gedeelde lots in te schakelen.
• De analyseapparaaten met een DMS verbinden en
het uitwisselen van lots inschakelen.
Als u lots testbuisjes via een DMS tussen analyseap-
paraaten met verschillende softwareversies (bijv. soft-
wareversie 3.3 en softwareversie 3.2) wilt delen, moet
u de lots testbuisjes toevoegen op het analyseappa-
raat met de laagste softwareversie.
i
Gebruik niet meerdere manieren voor het delen
van lots testbuisjes tegelijkertijd.
u Raadpleeg voor meer informatie over het exporteren
en importeren van lots testbuisjes Lots testbuisjes
exporteren (193) en Lots testbuisjes importeren
(194).
u Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van
de map voor gedeelde lots De map voor gedeelde
lots gebruiken (235) en De map voor gedeelde lots
configureren (236).
u Raadpleeg voor informatie over verbinding met een
DMS Het analyseapparaat met een hostsysteem ver-
binden (223).
c
• Voordat het eerste testbuisje van een nieuwe lot
wordt gebruikt.
• Wanneer opnieuw valideren voor een lot testbuisjes
noodzakelijk is.
d
m Testbuisje van nieuwe lot
m Bijsluiter of gebruiksaanwijzing van lot testbuisjes
voor de specifieke test
m Transferpipetten
j
m Test geïnstalleerd
7 Instellen
127Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een lot testbuisjes toevoegen
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
2 Selecteer het item [Nieuwe lot] en de knop
Selecteren.
• Assay: 4-letterige naam van de geïnstalleerde
testen
• Lot#: Nummers van gevalideerde lots testbuisjes
• Validated: Datum van validering
• Expiration: Vervaldatum van lot
• Days left: Resterende dagen voor de activering
van de test
3 Verkrijg de bijsluiter of de gebruiksaanwijzing van het
nieuwe lot. Selecteer de knop Scan. Scan de barcode
op de eerste pagina van de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de lot die wordt toegevoegd.
4 U moet mogelijk bevestigen dat u de bijsluiter hebt
gelezen.
5 Selecteer de knop Scan en plaats de barcode van de
negatieve controle onder de barcodelezer.
6 Volg de instructies in de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de testbuisjes voor het
toevoegen van het monster voor negatieve controle
aan een testbuisje van deze lot.
7 Voer alle gebruikte transferpipetten af in
overeenstemming met het hiervoor geldende beleid
van uw instelling en de plaatselijke regelgeving.
8 Selecteer de knop Scan.
7 Instellen
128 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
9 Plaats het voorbereide testbuisje onder de
barcodelezer.
10 Plaats het voorbereide testbuisje binnen de tijdslimiet
voor het plaatsen van testbuisjes in het
analyseapparaat.
f Verwerking wordt automatisch gestart.
11 Wacht tot een melding wordt weergegeven dat de
resultaten van de negatieve controle zijn
geaccepteerd. Selecteer de knop Bevestig. om de
melding te bevestigen.
I
Herhaal de meting van de negatieve controle als
de QC niet is voltooid.
12 Verwijder het testbuisje uit het analyseapparaat
wanneer dit wordt gevraagd. Voer het testbuisje af in
overeenstemming met het hiervoor geldende beleid
van uw instelling en de plaatselijke regelgeving.
13 Wacht tot de informatie in de titelbalk niet meer
knippert en selecteer vervolgens de knop Terug.
7 Instellen
129Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
14 Selecteer de knop Scan en plaats de barcode van de
positieve controle onder de barcodelezer.
15 Volg de instructies in de bijsluiter of de
gebruiksaanwijzing van de testbuisjes voor het
toevoegen van het monster voor positieve controle
aan een testbuisje van deze lot.
16 Voer alle gebruikte transferpipetten af in
overeenstemming met het hiervoor geldende beleid
van uw instelling en de plaatselijke regelgeving.
17 Selecteer de knop Scan.
18 Plaats het voorbereide testbuisje onder de
barcodelezer.
19 Plaats het voorbereide testbuisje binnen de tijdslimiet
voor het plaatsen van testbuisjes in het
analyseapparaat.
f Verwerking wordt automatisch gestart.
20 Wacht tot een melding wordt weergegeven dat de
resultaten van de positieve controle zijn
geaccepteerd. Selecteer de knop Bevestig. om de
melding te bevestigen.
I
Herhaal de meting van de positieve controle als
de QC niet is voltooid.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de controle
voor meer informatie.
7 Instellen
130 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
21 Verwijder het testbuisje uit het analyseapparaat
wanneer dit wordt gevraagd. Voer het testbuisje af in
overeenstemming met het hiervoor geldende beleid
van uw instelling en de plaatselijke regelgeving.
22 Wacht tot de informatie in de titelbalk niet meer
knippert en selecteer vervolgens de knop Terug.
23 Controleer de invoer van het nieuwe lot testbuisjes.
Lots testbuisjes verwijderen
Als het lot testbuisjes wordt verwijderd, kunt u de aan
deze lot gekoppelde testen niet langer uitvoeren, tenzij
een andere lot testbuisjes voor deze testen is gevalideerd
of het verwijderde lot testbuisjes opnieuw wordt
toegevoegd en gevalideerd.
Het wordt aanbevolen om lots testbuisjes te archiveren
voordat u ze verwijdert.
u Lots testbuisjes archiveren (187)
i
Als lots testbuisjes worden uitgewisseld met een
DMS, kunt u de lots testbuisjes niet verwijderen
op het analyseapparaat.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Een lot testbuisjes verwijderen
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
7 Instellen
131Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Selecteer de invoer van het lot testbuisjes.
3 Selecteer de knop Verwijder.
4 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de bevestigingsmelding.
f De lotinvoer N.v.t. in het scherm Testmenu duidt
aan dat er geen gevalideerde lots bestaan voor
deze test.
Testen verwijderen
Door testen te verwijderen, worden testscripts van het
analyseapparaat verwijderd.
i
Het verwijderen van testen wordt niet aangeraden
door Roche.
j
m Gebruikersrol van beheerder
r Een test verwijderen
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
2 Selecteer de testinvoer.
I
Er kunnen meerdere invoeren bestaan voor de
test wanneer meerdere lots testbuisjes zijn
gevalideerd voor deze test.
3 Als de test die u wilt verwijderen lots testbuisjes
bevat, moeten deze eerst worden verwijderd:
• Selecteer de invoer van het lot testbuisjes.
• Selecteer de knop Verwijder.
I
Wanneer alle lots testbuisjes zijn verwijderd, blijft
één invoer over voor de test en wordt in de kolom
Lot de waarde N.v.t. weergegeven.
4 Selecteer de knop Verwijder.
7 Instellen
132 Testen installeren en bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de bevestigingsmelding.
6 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
u Verwante onderwerpen
• Lots testbuisjes verwijderen (130)
7 Instellen
133Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Informatie over een lot testbuisjes bekijken
en afdrukken
De details van alle toegevoegde lots testbuisjes kunnen
worden bekeken en afgedrukt.
Als het lot testbuisjes is geïmporteerd, gedeeld of
gesynchroniseerd, wordt alleen informatie van het
testscript weergegeven op het analyseapparaat. U kunt
controletestresultaten van een lot testbuisjes alleen op
het analyseapparaat waarop het lot testbuisjes werd
toegevoegd en gevalideerd weergeven en afdrukken.
r Lots testbuisjes bekijken en afdruk-
ken
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
2 Selecteer de knop Afdrukken om de lijst met
geïnstalleerde testen en lots testbuisjes af te drukken.
f De lijst met geïnstalleerde testen en lots
testbuisjes wordt naar de printer verzonden.
7 Instellen
134 Informatie over een lot testbuisjes bekijken en afdrukken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Controletestresultaten van een lot
bekijken en afdrukken
1 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu.
2 Selecteer het gewenste lot testbuisjes en selecteer de
knop Selecteren.
3 Voer een van de volgende handelingen uit op het
rapportagescherm van de bediening:
• Selecteer de knop Afdrukken om de resultaten af
te drukken.
• Selecteer de knop Volgende om het
rapportagescherm van andere controles weer te
geven.
I
U kunt controletestresultaten van een lot
testbuisjes alleen op het analyseapparaat waarop
het lot testbuisjes werd toegevoegd en
gevalideerd weergeven en afdrukken.
4 Selecteer de knop Terug om terug te keren naar de
lijst met lots testbuisjes.
7 Instellen
135Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Systeeminstellingen vaststellen
De algemene gebruiksomgeving vaststellen.
In dit gedeelte
Systeeminstellingen(135)
De systeemtaal wijzigen(138)
Over aanmeldingsmodi(139)
Instellingen voor barcodes configureren(140)
Het logbestandniveau configureren(143)
Configuratie van automatische vrijgave van
resultaten(145)
Systeeminstellingen
Voer de vereiste informatie in door Instellingen >
Systeem te selecteren om de algemene
gebruiksomgeving vast te stellen.
Voor het bewerken van de systeeminstellingen is de
gebruikersrol van toezichthouder of beheerder vereist.
i
De systeem- en gebruikersinstellingen kunnen
voor uw administratie worden afgedrukt met
behulp van de knop Afdrukken.
Systeemitem Configuratie-item Opmerking
Datum en tijd Datum en tijd
Geeft de datum en tijd in de huidig ingestelde indelingen weer.
Selecteer om een andere datum en tijd in te stellen.
y Systeemconfiguratie-items
7 Instellen
136 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Systeemitem Configuratie-item Opmerking
Notatie
Selecteer de indeling waarin de datum en tijd op het analyse-
apparaat worden weergegeven (dd = dag, mm = maand, yyyy
= jaar):
Waarden van Datumnotatie:
• yyyy-mm-dd
• mm-dd-yyyy
• dd.mm.yyyy
• dd/mm/yyyy
• dd-mm-yyyy
Waarden van Tijdnotatie:
• 12 uur
• 24 uur
SNTP
Als het analyseapparaat is verbonden met een SNTP-server,
worden de datum en tijd automatisch bijgewerkt:
• Om het analyseapparaat te verbinden met een SNTP-ser-
ver, selecteert u het item Server, voert u de servergege-
vens in en selecteert u de knop Opslaan.
• Om de automatische updates tijdelijk uit te schakelen,
maar de servergegevens te behouden, selecteert u het item
SNTP en stelt u deze in op de waarde Uitgeschakeld.
• Om de automatische updates weer in te schakelen, selec-
teert u het item SNTP en stelt u deze in op de waarde In-
geschakeld.
• Om de verbinding tussen het analyseapparaat en de SNTP-
server permanent te verbreken, selecteert u het item Ser-
ver, verwijdert u de servergegevens en selecteert u de
knop Bevestig..
Wijzig niet handmatig de tijd en datum wanneer SNTP is inge-
schakeld.
Server
IP-adres of DNS-naam van de SNTP-server die wordt gebruikt
voor het verkrijgen van tijd en datum. Deze server kan elk
werkstation in het netwerk of een SNTP-server op afstand zijn.
i
Het analyseapparaat past de datum en tijd aan naar de
laatst bekende waarden als verbinding met de SNTP-
server mislukt.
Tijdzone
Selecteer de tijdzone waarin uw analyseapparaat zich bevindt.
Als de geconfigureerde tijdzone zomertijd ondersteunt, wordt
de tijd op het analyseapparaat automatisch aangepast.
Helderheid
Schermhelderheid.
Selecteer een waarde tussen 0 (donkerste) en 7 (helderste).
Geluid Initialisatie, Barcodescan,
Buisinvoer, De run is vol-
tooid, Aanraakscherm,
Toetsgeluiden
Selecteer de waarde Uit om het geluidssignaal voor de gese-
lecteerde gebeurtenis uit te schakelen.
Selecteer een van de beschikbare signaaltypen om een ge-
luidssignaal vast te stellen dat moet klinken aan het einde van
de geselecteerde gebeurtenis.
y Systeemconfiguratie-items
7 Instellen
137Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Systeemitem Configuratie-item Opmerking
Volume
Selecteer een waarde tussen 0 (uit) en 5 (hardst).
De volume-instelling is van toepassing op alle geluidssignalen.
Tijd buisinvoer
1-20 seconden De maximale tijd in seconden die is toegestaan voor het invoe-
ren van het testbuisje nadat de barcode is gescand.
Door een korte tijdsperiode vast te stellen, zorgt u ervoor dat
het geplaatste testbuisje dat zojuist is gescand hetzelfde is en
wordt de kans op verontreiniging van de reactiekamer ver-
kleind.
Naam analyseap.
Tot 15 alfanumerieke tekens. Dit is standaard het serienummer van het analyseapparaat.
Taal
Selecteer de taal van de gebruikersinterface.
De standaardtaal is Engels.
u De systeemtaal wijzigen (138)
Tijd voor autoblok
1-1440 minuten Tijd in minuten waarna de automatische blokkeerfunctie wordt
ingeschakeld.
Standaardtijd is 3minuten.
i
Ter voorkoming van ongeautoriseerde toegang wordt
aangeraden een korte automatische blokkeertijd in te
stellen, zoals de standaardwaarde van 3minuten.
Tijd auto herstart Uur, Minuten
Stel de tijd in waarop het analyseapparaat dagelijks automa-
tisch opnieuw wordt opgestart.
Standaardtijd: 3:00
u Over automatische bewaking (244)
Aanmeldmodus > Authenti-
catie
Gebr.-ID en wachtw., Bar-
code en wachtw. of Barco-
de
Selecteer de aanmeldingsmodus voor aanmelden op het analy-
seapparaat.
u Over aanmeldingsmodi (139)
i
Neem het beveiligingsniveau dat door de verschillende
aanmeldingsmodi wordt geleverd in overweging.
Barcode-instel. Codabar, Code 39, Code 93,
Code 128, EAN-8, EAN-13,
GS1 DataBar, Interleaved 2
of 5
Hiermee schakelt u alle ondersteunde barcodestandaarden in/
uit en kunt u deze wijzigen.
Alle barcodestandaarden met uitzondering van Interlea-
ved2of5 zijn standaard ingeschakeld.
Code 128 is de barcodestandaard voor labels van systeembar-
codes (bijvoorbeeld op testbuisjes) en kan niet worden uitge-
schakeld.
u Instellingen voor barcodes configureren (140)
y Systeemconfiguratie-items
7 Instellen
138 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Systeemitem Configuratie-item Opmerking
Logbestandniv. Normaal of Uitgebreid
Schakel de uitgebreide registratie in of uit.
Standaard staat uitgebreide registratie uitgeschakeld (stan-
daardwaarde Normaal) en registreert het analyseapparaat al-
leen fouten, waarschuwingen en informatie in de logbestan-
den.
Als dit wordt verzocht door uw Roche-vertegenwoordiger voor
doeleinden van probleemoplossing, schakelt u uitgebreide re-
gistratie in (waarde Uitgebreid) voor opname van aanvullende
informatie voor het oplossen van problemen en berichten in de
logbestanden.
u Het logbestandniveau configureren (143)
Probleemrapport > Inhoud Comm. logbest., Gebrui-
kers, Gegevensbereik, Run-
logbestand, Monsterresul-
taten, Monster-ID
Selecteer of de optionele inhoud voor zowel handmatig als au-
tomatisch gemaakte probleemrapporten al dan niet wordt op-
genomen.
Alle optioneel inhoud wordt standaard uitgesloten.
u De inhoud van probleemrapporten configureren (204)
Probleemrapport > Schema Aanmaken, Frequentie, Dag,
Tijd, Bestemming
Behoud uitsluitend de waarde Op verzoek voor het handmatig
maken van probleemrapporten.
Om het automatisch maken van probleemrapporten in te plan-
nen, selecteert u de waarde Automatisch en configureert u de
andere items.
u Automatische probleemrapporten inplannen (208)
Resultaatinstell. > Autom.
vrijgave
Ja of Nee
Schakel de automatische vrijgave van resultaten in of uit.
Als automatische vrijgave is uitgeschakeld (standaardwaarde
Nee), moet een gebruiker in de rol van beheerder of toezicht-
houder resultaten handmatig goedkeuren (vrijgeven of afwij-
zen).
u Configuratie van automatische vrijgave van resultaten
(145)
Standaardinstellingen Met de knop Selecteren kunt u alle op het scherm Instellin-
gen gedefinieerde waarden terugzetten naar de fabriekswaar-
den, met uitzondering van de waarden Datum en tijd, Naam
analyseap. en Taal.
y Systeemconfiguratie-items
De systeemtaal wijzigen
U kunt de taal van de gebruikersinterface wijzigen.
De taalinstelling bepaalt de taal van de
gebruikersinterface voor alle gebruikers van het
analyseapparaat. Het is niet mogelijk voor elke gebruiker
een andere taal in te stellen.
De taalinstelling bepaalt ook de sorteervolgorde op het
scherm Resultaten en het scherm Gebruiker.
De volgende talen zijn beschikbaar:
7 Instellen
139Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Tsjechisch
• Deens
• Duits
• Engels
• Spaans
• Frans
• Italiaans
• Hongaars
• Nederlands
• Noors (Bokmål)
• Pools
• Portugees
• Zweeds
j
m Gebruikersrol van beheerder of toezichthouder.
r De systeemtaal wijzigen
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Taal.
f Alle beschikbare systeemtalen worden hier
vermeld.
2 Gebruik de navigatieknoppen en om een
taal te selecteren. Selecteer de knop Bevestig. in het
dialoogvenster van de melding.
I
De huidig ingestelde systeemtaal is niet
beschikbaar.
3 Selecteer de knop Afmelden in het dialoogvenster
van de melding.
f De gewijzigde systeemtaal wordt toegepast bij de
volgende aanmelding.
Over aanmeldingsmodi
De aanmeldingsmodus bepaalt de aanmeldingsmethode.
Selecteer een van de volgende aanmeldingsmodi:
• Gebr.-ID en wachtw.:
U moet uw gebruikers-ID en wachtwoord invoeren
om op het analyseapparaat aan te melden. U kunt de
barcode van een gebruikers-ID (de barcode die uw
gebruikers-ID aangeeft, zoals de barcode op de met
de User ID Card Kit meegeleverde kaart) scannen in
plaats van handmatig uw gebruikers-ID in te voeren.
• Barcode en wachtw.:
7 Instellen
140 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
U moet de toegewezen barcode van uw badge
scannen en het wachtwoord invoeren om op het
analyseapparaat aan te melden.
• Barcode:
U moet uitsluitend de toegewezen barcode van uw
badge scannen om op het analyseapparaat aan te
melden.
Deze aanmeldingsmodus biedt het laagste
beveiligingsniveau.
i
Ongeacht de ingestelde aanmeldingsmodus kunt
u zich altijd aanmelden met uw gebruikers-ID en
wachtwoord.
De eerste gebruiker die zich aanmeldt na het
(opnieuw) opstarten van het analyseapparaat
moet zich altijd aanmelden met zijn gebruikers-ID
en wachtwoord, ongeacht de op het
analyseapparaat ingestelde aanmeldingsmodus.
De eerste gebruiker die zich aanmeldt na het
(opnieuw) opstarten van het analyseapparaat
moet zijn gebruikers-ID handmatig invoeren. Het
is niet mogelijk om de barcode van een
gebruikers-ID te scannen.
u Verwante onderwerpen
• Aanmelden (74)
• Gebruikers beheren (147)
Instellingen voor barcodes configureren
U kunt alle ondersteunde barcodestandaarden in-/
uitschakelen en wijzigen.
Alle barcodestandaarden met uitzondering van
Interleaved2of5 zijn standaard ingeschakeld.
Code128 is de barcodestandaard voor labels van
systeembarcodes (bijvoorbeeld op testbuisjes) en kan
niet worden geconfigureerd.
i
Het kan even duren om de instellingen voor
barcodes te wijzigen. Wacht tot het
analyseapparaat weer reageert.
Over instellingen voor barcodes
U kunt de volgende instellingen voor barcodes
configureren:
7 Instellen
141Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Barcodestandaard Min. lengte
[tekens]
Max. lengte
[tekens]
Waarden Aanpasbare item Waarden
Codabar
5 55
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
Start/stop-teken
• Verzending la-
ten
(a)
• Verzenden
Code 39
2 55
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
Controlesom
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
Code 93
4 55
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
N.v.t. N.v.t.
Code 128
1 55
• Barcodestandaard van de systeem
• Niet-configureerbaar
EAN-8
8
(b)
8
(b)
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
N.v.t. N.v.t.
EAN-13
13
(b)
13
(b)
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
N.v.t. N.v.t.
GS1 DataBar
14
(b)
(16 met voor-
voegsel 01)
14
(b)
(16 met voor-
voegsel 01)
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
N.v.t. N.v.t.
Interleaved 2 of 5
2 26
• Ingeschakeld
• Uitgeschakeld
(a)
Controlesom
(c)
• Ingeschakeld
(a)
• Uitgeschakeld
Vaste lengte
• Eén discrete leng-
te
(a)
• Uitgeschakeld
Barcodelengte
• 2–26
(d)
(in stappen van 2)
(a) Standaardwaarde
(b) Vaste lengte met controlecijfer
(c) Algoritme voor cijferberekening van controlesom: Uniforme specificatie van symbolen (USS)
(d) Standaardwaarde: 10
y Configuratie van instellingen voor barcodes
Het risico op een niet-gedetecteerde leesfout van de bar-
code neemt toe in de volgende situaties:
• Bij gebruik van de barcodestandaard Code39 met
controlesom uitgeschakeld.
• Bij gebruik van de barcodestandaard Interleaved 2 of
5 met controlesom en/of vaste lengte uitgeschakeld.
i
Ter voorkoming van fouten tijdens het scannen
van barcodes met de barcodestandaard Code39,
wordt aanbevolen de controlesom in te
schakelen.
Ter voorkoming van fouten tijdens het scannen
van barcodes met de barcodestandaard
Interleaved2of5, wordt aanbevolen de
controlesom en vaste lengte in te schakelen.
7 Instellen
142 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
j
m Gebruikersrol van beheerder of toezichthouder
r Instellingen voor barcodes configure-
ren
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Barcode-instel.. Selecteer de knop
Selecteren.
f Op het scherm Barcode-instellingen worden
alle ondersteunde standaarden voor barcodes
weergegeven.
2 Gebruik de navigatieknoppen en om een
barcodestandaard te selecteren. Selecteer de knop
Selecteren.
f De instellingen voor barcodes van de
geselecteerde barcodestandaard worden
weergegeven.
Indien ondersteund, bevatten de instellingen voor
barcodes aangepaste items.
3 Gebruik de navigatieknoppen links en rechts
en selecteer de gewenste waarde om een
barcodestandaard in/uit te schakelen.
• Selecteer om de barcodestandaard Interleaved 2
of 5 in de bevestigingsmelding in te schakelen de
knop Ja.
4 Gebruik de navigatieknoppen en en
selecteer het aanpasbare item (bijvoorbeeld het item
Controlesom) om een barcodestandaard aan te
passen.
5 Gebruik de navigatieknoppen links en rechts
en selecteer de gewenste waarde.
• Selecteer de knop Ja in de bevestigingsmelding
om de barcodestandaard Interleaved 2 of 5 te
wijzigen.
6 Selecteer de knop Opslaan. Wacht tot het
analyseapparaat de gewijzigde instellingen heeft
toegepast en opnieuw reageert.
I
Het kan even duren om de instellingen voor
barcodes toe te passen.
u Verwante onderwerpen
• Barcodes scannen (86)
• Specificaties van barcodes (279)
7 Instellen
143Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het logbestandniveau configureren
Als dit wordt verzocht door uw Roche-vertegenwoordiger
voor doeleinden van probleemoplossing, configureert u
het logniveau voor uitgebreide registratie voor opname
van aanvullende informatie voor het oplossen van
problemen, en berichten in de logbestanden.
Over registratie op het analyseapparaat
Standaard staat uitgebreide registratie uitgeschakeld en
registreert het analyseapparaat alleen fouten,
waarschuwingen en informatie in de logbestanden.
Als uitgebreide registratie is ingeschakeld, registreert het
analyseapparaat bovendien aanvullende informatie voor
het oplossen van problemen, en verzonden en ontvangen
berichten in de logbestanden.
De logbestanden worden opgenomen in
probleemrapporten (afhankelijk van de inhoud die is
geconfigureerd voor probleemrapporten).
i
Als u een potentiële verkorting van de levensduur
van het analyseapparaat wilt voorkomen,
configureert u uitgebreide registratie alleen als dit
wordt verzocht door uw Roche-
vertegenwoordiger.
Als uitgebreide registratie is ingeschakeld, wordt het
pictogram weergegeven in de titelbalk en wordt de
resterende tijd van uitgebreide registratie weergegeven
op het scherm Logbestandniv..
Uitgebreide registratie wordt na 48 uur, of als de datum
en tijd worden gewijzigd op het analyseapparaat,
automatisch uitgeschakeld.
j
m Gebruikersrol van beheerder of toezichthouder
r Uitgebreide registratie inschakelen
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Logbestandniv.. Selecteer de knop
Selecteren.
f Het scherm Logbestandniv. wordt weergegeven.
7 Instellen
144 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Optioneel kunt u het volgende doen om een
omschrijving van de logbestandniveaus weer te
geven:
• Selecteer de knop Help.
• Selecteer de knop Logbestandniv. om terug te
keren naar het scherm Bevestig..
3 Als u uitgebreide registratie wilt inschakelen en
aanvullende informatie voor het oplossen van
problemen wilt opnemen in de logbestanden,
selecteert u het item Logbestandniv. en wijzigt u de
waarde in Uitgebreid.
4 Selecteer de knop Opslaan.
5 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
f Het analyseapparaat registreert gedurende de
volgende 48 uur aanvullende informatie voor het
oplossen van problemen.
f Het pictogram wordt weergegeven in de
titelbalk.
f In het scherm Logbestandniv. wordt de
resterende tijd van uitgebreide registratie
weergegeven.
r Uitgebreide registratie uitschakelen
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Logbestandniv.. Selecteer de knop
Selecteren.
f Het scherm Logbestandniv. wordt weergegeven.
2 Optioneel kunt u het volgende doen om een
omschrijving van de logbestandniveaus weer te
geven:
• Selecteer de knop Help.
• Selecteer de knop Logbestandniv. om terug te
keren naar het scherm Bevestig..
3 Als u uitgebreide registratie wilt uitschakelen en
aanvullende informatie voor het oplossen van
problemen wilt uitsluiten uit de logbestanden,
selecteert u het item Logbestandniv. en wijzigt u het
in de waarde Normaal.
4 Selecteer de knop Opslaan.
7 Instellen
145Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
f Het analyseapparaat stopt met het registreren van
aanvullende informatie voor het oplossen van
problemen.
u Verwante onderwerpen
• Probleemrapporten (201)
Configuratie van automatische vrijgave van resultaten
U kunt het analyseapparaat configureren voor
automatische vrijgave van resultaten.
Als automatische vrijgave is ingeschakeld, worden
resultaten automatisch vrijgegeven aan het einde van
een run. Het systeem wordt geregistreerd als
goedkeurder van de resultaten.
Als automatische vrijgave is ingeschakeld en het
analyseapparaat is verbonden met een host, worden
resultaten automatisch vrijgegeven en verzonden naar de
host aan het einde van een run (omdat vrijgegeven
resultaten altijd automatisch worden verzonden). In dit
geval wordt de evaluatie van resultaten niet uitgevoerd
op het analyseapparaat.
Als automatische vrijgave is uitgeschakeld wanneer u het
analyseapparaat verbindt met een host, wordt u
gevraagd of u automatische vrijgave van resultaten wilt
inschakelen. Na bevestiging wordt automatische vrijgave
van resultaten ingeschakeld in de systeeminstellingen.
u Verbinden met een hostsysteem (220)
j
m Gebruikersrol van beheerder of toezichthouder
r Configuratie van automatische vrij-
gave van resultaten
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Resultaatinstell.. Selecteer de knop
Selecteren.
f Het scherm Resultaat wordt weergegeven.
7 Instellen
146 Systeeminstellingen vaststellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Selecteer het item Autom. vrijgave en voer een van
de volgende handelingen uit:
• Selecteer de waarde Ja om automatische vrijgave
van resultaten in te schakelen.
• Selecteer de waarde Nee om automatische
vrijgave van resultaten uit te schakelen.
3 Selecteer de knop Opslaan.
7 Instellen
147Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Gebruikers beheren
U kunt gebruikers maken, gebruikersinformatie wijzigen
en volledige gebruikersaccounts verwijderen.
Zorg ervoor dat elke gebruiker een eigen
gebruikersaccount heeft op het analyseapparaat. Gebruik
geen gedeelde gebruikersaccounts.
i
Gebruikersbeheer is uitgeschakeld op het
analyseapparaat als het analyseapparaat
gebruikersgegevens uitwisselt met een DMS.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
In plaats van elke gebruiker afzonderlijk op verschillende
analyseapparaaten te beheren, kunt u de gebruiker ook
exporteren van de ene analyseapparaat en importeren op
een andere analyseapparaat.
u Gebruikers exporteren en importeren (196)
In dit gedeelte
Overzicht van gebruikersrollen voor
gebruikersaccount(147)
Over gebruikers-ID's en wachtwoorden(148)
Gebruikers maken(149)
Gebruikersinformatie wijzigen(152)
Een gebruiker verwijderen(154)
Overzicht van gebruikersrollen voor gebruikersaccount
De gebruikersrol bepaalt welke handelingen een
gebruiker op het analyseapparaat kan uitvoeren.
Picto-
gram
Gebruikersrol Toegestane handelingen
Gebruiker Voer geautoriseerde testen uit en
bekijk lots testbuisjes. Voeg lots
testbuisjes toe. Het eigen wacht-
woord en de barcode van de ei-
gen badge wijzigen.
y Gebruikersrollen
7 Instellen
148 Gebruikers beheren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Picto-
gram
Gebruikersrol Toegestane handelingen
Toezichthouder Als gebruiker, inclusief: resultaten
controleren, gebruikers beheren
(met de gebruikersrol van toe-
zichthouder of gebruiker), het
analyseapparaat instellen (met uit-
zondering van netwerkinstellin-
gen), lots testbuisjes beheren, tes-
ten installeren, gegevens archive-
ren en verwijderen, gegevens ex-
porteren, lots testbuisjes importe-
ren, een back-up van het analyse-
apparaat maken, probleemrappor-
ten beheren en USB-flashstations
opschonen.
Beheerder Als toezichthouder, inclusief: net-
werkconfiguratie instellen, alle ge-
bruikers beheren, testen en soft-
ware bijwerken, testen en softwa-
re registreren, instellingen en ge-
bruikers importeren en het analy-
seapparaat herstellen.
y Gebruikersrollen
i
Standaard gebruikersaccounts worden
meegeleverd wanneer het analyseapparaat aan
de klant wordt geleverd.
i
De gebruikers-ID's die in de screenshots in deze
publicatie worden gebruikt, zijn uitsluitend
toegevoegd ter illustratie. De gebruikers-ID duidt
niet noodzakelijkerwijs de gebruikersrol van de
gebruiker aan.
Over gebruikers-ID's en wachtwoorden
Voor gebruikers-ID's en wachtwoorden gelden op het
analyseapparaat beperkingen voor lengte en/of
toegestane tekens.
De volgende regels zijn van toepassing voor gebruikers-
ID's:
• De gebruikers-ID is niet hoofdlettergevoelig.
• Een gebruikers-ID moet tussen 1 en 20 tekens lang
zijn.
Het wordt aangeraden korte gebruikers-ID's in te
stellen om het afkappen van gebruikers-ID's in de ti-
telbalk te voorkomen.
• De gebruikers-ID mag niet de volgende tekens bevat-
ten:
– [Space] (ASCII: Spatie)
7 Instellen
149Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
– |
– ^
– &
– \
– ~
– [CR] (ASCII: Enter-teken)
– [VT] (ASCII: verticaal tabteken)
– [FS] (ASCII: veldscheidingsteken)
De volgende regels zijn van toepassing voor wachtwoor-
den:
• Voor wachtwoorden zijn alfanumerieke tekens, sym-
bolen en/of spaties toegestaan.
• Een wachtwoord moet tussen de 4 en 20 tekens lang
zijn.
Over gebruikersbeheer op een DMS
De volgende regels zijn daarnaast van toepassing als het
analyseapparaat gebruikersgegevens uitwisselt met een
DMS:
• Zorg ervoor dat de regels voor gebruikers-ID's en
wachtwoorden op het analyseapparaat en DMS over-
eenkomen.
• Gebruikers-ID's en wachtwoorden die op het DMS
zijn vastgesteld, kunnen uitsluitend bestaan uit ASCII
afdrukbare tekens (33-126) zonder #96 (accent gra-
ve).
u Over gegevensuitwisseling met een DMS (226)
Gebruikers maken
Gebruikersaccounts regelen toegang tot het
analyseapparaat en bepalen welke functies kunnen
worden uitgevoerd op het analyseapparaat, inclusief de
testen die de gebruiker kan uitvoeren.
U kunt gebruikers met de gebruikersrol van gebruiker of
toezichthouder maken als u de gebruikersrol van
toezichthouder hebt.
U kunt gebruikers met de gebruikersrol van beheerder,
toezichthouder en gebruiker beheren als u de
gebruikersrol van beheerder hebt.
7 Instellen
150 Gebruikers beheren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
LET OP!
Risico op gegevensverlies
Als het wachtwoord voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN is kwijtgeraakt en u het
wachtwoord niet op een andere manier kunt wijzigen,
dient u het analyseapparaat te resetten voordat u het
account opnieuw kunt gebruiken. Door te resetten,
worden de gebruikersaccounts, wachtwoorden,
monster-ID's, patiënt-ID's, opdracht-ID's, bezoek-ID's en
resultaten van het analyseapparaat verwijderd.
r Het wordt aanbevolen om onmiddellijk een tweede
beheerdersaccount te maken nadat het analyseappa-
raat is geïnstalleerd.
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Een gebruiker maken
1 Voer een van de volgende handelingen uit om het
scherm Gebruiker te openen:
• Selecteer de knop Menu in het scherm
Gebruiker.
• Selecteer Instellingen > Gebruikersbeheer.
f Op het scherm Gebruiker verschijnt een lijst met
alle ingestelde gebruikers. Het pictogram vóór de
gebruikers-ID duidt de gebruikersrol van de
gebruiker aan.
2 Selecteer de knop Maak.
3 Selecteer het item Gebruiker-ID en voer de
volgende handeling uit:
• Selecteer de knop Bewerken. Voer de
gebruikers-ID in en selecteer de knop
Toepassen.
• U kunt ook de knop Scan selecteren. Scan de
barcode van de gebruikers-ID.
I
Het wordt aangeraden korte gebruikers-ID's in te
stellen om het afkappen van gebruikers-ID's in de
titelbalk te voorkomen.
4 Selecteer het item Wachtwoord. Voer het
wachtwoord in en selecteer de knop Toepassen.
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in en
selecteer de knop Toepassen om het wachtwoord te
bevestigen.
I
Het overeenkomstige gebruikersaccount wordt
weergegeven in het wachtwoordveld.
7 Instellen
151Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Wijs de barcode van een badge toe en scan deze als
het analyseapparaat is ingesteld op een
aanmeldingsmodus waarbij de barcode van een
badge kan worden gescand:
• Selecteer het item Badgebarcode in het scherm
Gebruikersinfo. Selecteer de knop Bewerken.
• Scan de barcode van de badge twee keer.
I
Nieuwe gebruikers kunnen de barcode van hun
badge niet toewijzen terwijl ze zich aanmelden.
Dit is alleen mogelijk wanneer de gebruiker is
aangemeld.
6 Wijzig desgewenst de volgende standaardwaarden:
• Selecteer het item Ww wijzigen en selecteer de
waarde Nee.
• Selecteer het item Gebruikersrol en de knop
Bewerken. Selecteer een gebruikersrol en
selecteer de knop Toepassen.
• Selecteer het item Vergrendeld en selecteer de
waarde Ja.
I
Standaard moeten nieuwe gebruikers hun
wachtwoord wijzigen wanneer ze zich voor het
eerst aanmelden, hebben ze de gebruikersrol van
gebruiker en zijn ze niet geblokkeerd.
Geblokkeerde gebruikers kunnen zich niet
aanmelden op het analyseapparaat.
7 Voer de volgende handelingen uit om in te stellen
welke testen de gebruiker kan uitvoeren:
• Selecteer het item Testen en de knop Bewerken.
• Selecteer de test die de gebruiker moet kunnen
uitvoeren op het scherm Testmachtigingen.
Wijzig de waarde in Toegestaan.
• Selecteer de knop Alle om in te schakelen dat de
gebruiker alle op het analyseapparaat
geïnstalleerde testen mag uitvoeren.
• Selecteer een test en wijzig de warde in Niet
toegestaan om in te stellen dat een gebruiker
deze test niet mag uitvoeren.
• Selecteer de knop Toepassen.
I
Nieuwe gebruikers mogen standaard geen testen
uitvoeren.
8 Selecteer desgewenst het item Gebruikersnaam,
Afdeling en/of Contact. Selecteer de knop
Bewerken. Voer de informatie in en selecteer de
knop Toepassen.
7 Instellen
152 Gebruikers beheren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
9 Selecteer de knop Gebruikersinfo op het scherm
Opslaan om de gebruiker aan te maken.
I
Een nieuwe gebruiker die zijn wachtwoord bij het
aanmelden moet wijzigen, kan niet de eerste
gebruiker zijn die zich aanmeldt na het opstarten
van het analyseapparaat. Eerst moet een
gebruiker zonder verzoek tot wachtwoordwijziging
zich aanmelden en weer afmelden.
Gebruikersinformatie wijzigen
Gebruikersaccounts regelen toegang tot het
analyseapparaat en bepalen welke functies kunnen
worden uitgevoerd op het analyseapparaat, inclusief de
testen die de gebruiker kan uitvoeren.
U kunt uw eigen wachtwoord en de barcode van uw
badge wijzigen als u de gebruikersrol van gebruiker hebt.
U kunt de gebruikersinformatie van de gebruikersrollen
van gebruiker en toezichthouder wijzigen als u de
gebruikersrol van toezichthouder hebt.
U kunt de gebruikersinformatie van de gebruikersrollen
van beheerder, toezichthouder en gebruiker wijzigen als
u de gebruikersrol van beheerder hebt.
Over blokkeren van gebruikersaccounts
Blokkeer de gebruikersaccount om te voorkomen dat
een gebruiker zich kan aanmelden. Deblokkeer een
gebruikersaccount om de toegang tot het
analyseapparaat te herstellen.
Gebruikersaccounts blokkeren en deblokkeren is
onderdeel van het wijzigen van gebruikersinformatie. U
kunt uw account niet blokkeren.
i
U kunt het standaard beheerdersaccount niet
blokkeren.
j
m Gebruikersrol van gebruiker, toezichthouder of
beheerder
7 Instellen
153Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Gebruikersinformatie wijzigen
1 Voer een van de volgende handelingen uit om het
scherm Gebruiker te openen:
• Selecteer de knop Menu in het scherm
Gebruiker.
• Selecteer Instellingen > Gebruikersbeheer.
2 Selecteer een gebruikersinvoer.
I
Wanneer u bent aangemeld met de gebruikersrol
van beheerder of toezichthouder, worden alle
gebruikers met dezelfde of een lagere
gebruikersrol weergegeven.
Wanneer u bent aangemeld met de gebruikersrol
van gebruiker, wordt alleen uw eigen
gebruikersaccount weergegeven.
Het pictogram vóór de gebruikers-ID duidt de
gebruikersrol van de gebruiker aan.
3 Voer de volgende stappen uit om het wachtwoord te
wijzigen:
• Selecteer het item Wachtwoord en de knop
Bewerken.
• Voer uw eigen wachtwoord in (d.w.z. het
wachtwoord van de te wijzigen gebruiker) en
selecteer de knop Invoeren.
• Voer het wachtwoord van de te wijzigen gebruiker
in en selecteer de knop Toepassen. Voer het
nieuwe wachtwoord nogmaals in en selecteer de
knop Toepassen om het wachtwoord te
bevestigen.
I
Het overeenkomstige gebruikersaccount wordt
weergegeven in het wachtwoordveld.
4 Selecteer het item Vergrendeld om een gebruiker te
blokkeren. Selecteer de waarde Ja.
I
Geblokkeerde gebruikers kunnen zich niet
aanmelden op het analyseapparaat.
Wijzig het item Vergrendeld in de waarde Nee
om een gebruiker te deblokkeren.
7 Instellen
154 Gebruikers beheren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Selecteer het item en voer de gegevens in om een
gebruikersdetail te veranderen. Selecteer indien
vereist de knop Toepassen.
I
Als de waarde Bij volg. aanmelding is ingesteld
voor het itemWw wijzigen, moet de gebruiker het
wachtwoord wijzigen bij de eerstvolgende
inlogpoging.
Een gebruiker die zijn wachtwoord bij de
eerstvolgende aanmelding moet wijzigen, kan niet
de eerste gebruiker zijn die zich aanmeldt na het
opstarten van het analyseapparaat. Eerst moet
een gebruiker zonder verzoek tot
wachtwoordwijziging zich aanmelden en weer
afmelden.
6 Selecteer de knop Opslaan.
u Verwante onderwerpen
• Gebruikers maken (149)
• Uw wachtwoord wijzigen (77)
Een gebruiker verwijderen
Gebruikersaccounts regelen toegang tot het
analyseapparaat en bepalen welke functies kunnen
worden uitgevoerd op het analyseapparaat, inclusief de
testen die de gebruiker kan uitvoeren.
Als u de gebruikersrol van beheerder of toezichthouder
hebt, kunt u gebruikers met dezelfde of een lagere
gebruikersrol verwijderen.
U kunt het standaard beheerdersaccount ADMIN niet
verwijderen. Dit is niet van toepassing op alle andere
gebruikersaccounts met de gebruikersrol van beheerder.
i
Verwijdering van een gebruiker heeft geen
invloed op resultaten.
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
7 Instellen
155Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een gebruiker verwijderen
1 Voer een van de volgende handelingen uit om het
scherm Gebruiker te openen:
• Selecteer de knop Menu in het scherm
Gebruiker.
• Selecteer Instellingen > Gebruikersbeheer.
2 Selecteer een gebruikersinvoer.
I
Als u bent aangemeld met de gebruikersrol van
beheerder of toezichthouder, kunt u gebruikers
met dezelfde of een lagere gebruikersrol
verwijderen.
3 Selecteer de knop Verwijder.
4 Selecteer de knop Verwijder in het dialoogvenster
van de melding om de verwijdering te bevestigen.
7 Instellen
156 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De printer instellen
In dit gedeelte
Over het instellen van de printer(156)
Verbindingsitems voor printers(158)
Een printer verbinden(159)
Afdrukken van rapporten configureren(165)
Afdrukken van resultaten configureren(166)
Over het instellen van de printer
Het analyseapparaat kan naar verbonden USB-printers
en/of gedeelde netwerkprinters afdrukken.
Het instellen van de printer bestaat uit de volgende han-
delingen:
1. Sluit een printer aan op het analyseapparaat.
2. Configureer de printer voor het afdrukken van rap-
porten en/of resultaten.
Er kan tegelijkertijd een thermische printer voor het
afdrukken van resultaten en een laser- of inkjetprinter
voor het afdrukken van rapporten worden
geconfigureerd op het analyseapparaat.
Over laser- en inkjetprinters
Een laser- of inkjetprinter kan worden geconfigureerd
voor het afdrukken van resultaten en rapporten. U kunt
vervolgens het volgende afdrukken met behulp van een
laser- of inkjetprinter:
• Indien geconfigureerd voor het afdrukken van resul-
taten:
– Resultaten van monsters
– Resultaten van controles
– Validatieresultaten van lots testbuisjes
• Indien geconfigureerd voor het afdrukken van rappor-
ten:
– Geïnstalleerde testen en lots testbuisjes en test-
details
– Systeeminstellingen
– Gebruikersinstellingen
– Gebeurtenislog
7 Instellen
157Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Rapporten en resultaten die met een inkjetprinter zijn
afgedrukt, kunnen beschadigd raken door vocht of
vloeistoffen. Het wordt daarom aanbevolen een
laserprinter te gebruiken.
De printer moet ten minste PCL4 ondersteunen om een
laser- of inkjetprinter te kunnen aansluiten.
De printerstuurprogramma's voor de ondersteunde laser-
en inkjetprinters maken onderdeel uit van de software
van het analyseapparaat. U kunt een niet-ondersteunde
laser- of inkjetprinter aansluiten, indien deze compatibel
is met een dergelijk printerstuurprogramma. Dit wordt
echter niet aangeraden.
Als u een niet-ondersteunde laser- of inkjetprinter
aansluit, kan de indeling van de afdruk onjuist zijn
uitgelijnd en/of niet compleet zijn (bijv. het IVD-symbool
ontbreekt).
u Een ondersteunde laser- of inkjetprinter aansluiten
(159)
u Een niet-ondersteunde laser- of inkjetprinter aanslui-
ten (163)
Over thermische printers
Een thermische printer kan zo worden geconfigureerd
dat er alleen resultaten kunnen worden afgedrukt. U
kunt het volgende afdrukken met behulp van een thermi-
sche printer:
• Resultaten van monsters
• Resultaten van controles
• Validatieresultaten van lots testbuisjes
Resultaten die met een thermische printer zijn afgedrukt,
kunnen beschadigd raken door blootstelling aan warmte,
licht of vloeistoffen. Het wordt daarom afgeraden om
uitsluitend de afdrukken van een thermische printer te
gebruiken voor het bewaren van resultaten.
Uitsluitend de volgende thermische printers en gedrukte
media worden ondersteund en kunnen worden
aangesloten bij gebruik van een thermische printer:
Thermische printer Printmedium Papierbreedte Papierlengte
Brother QL-820NWB Die-cut-labels DK-11202
(a)
62 cm 100 cm
Citizen CT-S281L
(b)
- 58 cm Endless
Martel MCP 1860X - 58 cm 100 cm
(a) De papieren voorbeelden (DK-1201, DK-22251) die met de printer worden meegeleverd, zijn niet compatibel met het
analyseapparaat.
(b) Alleen het printermodel met een USB-poort wordt ondersteund.
y Ondersteunde thermische printers
7 Instellen
158 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De printerstuurprogramma's van de ondersteunde
thermische printers maken deel uit van de software van
het analyseapparaat.
u Een thermische printer aansluiten (161)
u Verwante onderwerpen
• Printers (281)
Verbindingsitems voor printers
De verbindingsitems op het scherm Printers bepalen de
verbinding met de printers.
f Instellingen > Printers
De meeste verbindingsitems voor printers worden
automatisch geconfigureerd wanneer het
analyseapparaat de beschikbare printers detecteert en
deze kunnen niet worden aangepast.
Verbindingsitem Opmerking
Naam
Naam van de gedetecteerde printer (indien beschikbaar).
Omschrijving
Beschrijving van de gedetecteerde printer (indien beschikbaar).
Locatie
Fysieke locatie van de gedetecteerde printer (indien beschikbaar).
Afdrukmodus
Het analyseapparaat ondersteunt geen kleurafdrukken. U kunt dus altijd de stan-
daardwaarde Grijstinten ingesteld laten.
Type
Het verbindingstype van de gedetecteerde printer:
• USB
• Netwerk
Verbinding
Adres van de gedetecteerde printer.
Voor netwerkprinters start het adres met het netwerkprotocol.
y Verbindingsitems voor printers
7 Instellen
159Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een printer verbinden
U moet een printer met het analyseapparaat verbinden,
voordat u deze kunt configureren voor het afdrukken van
resultaten en/of rapporten.
i
Automatische detectie van gedeelde
netwerkprinters kan door uw lokale
netwerkinfrastructuur en -configuratie worden
beperkt. Neem contact op met uw lokale
netwerkbeheerder als een gedeelde
netwerkprinter niet wordt gedetecteerd.
d
m USB-kabel (voor USB-printer)
m Standaard ethernet-gegevenskabel (voor gedeelde
netwerkprinter indien het analyseapparaat nog niet
met het plaatselijke gegevensnetwerk is verbonden)
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Optioneel: gebruikersnaam en wachtwoord voor het
gebruikersspecifieke account op de printer of
printerserver
r Een ondersteunde laser- of inkjet-
printer aansluiten
1 Om een USB-printer aan te sluiten, gebruikt u een
USB-kabel en sluit u de USB-printer aan op een USB-
poort van het analyseapparaat.
2 Om een gedeelde netwerkprinter aan te sluiten, voert
u de volgende handelingen uit als het
analyseapparaat nog niet met het plaatselijke
gegevensnetwerk is verbonden:
• Gebruik een standaard ethernet-gegevenskabel
en verbind de ethernetpoort van het
analyseapparaat met een geschikte netwerkpoort
of geschikte netwerkswitch.
• Het analyseapparaat probeert standaard
verbinding te maken met een DHCP-server in uw
netwerk om de netwerkinstellingen automatisch te
configureren.
7 Instellen
160 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Indien de netwerkinstellingen niet automatisch
worden geconfigureerd, configureert u de
netwerkinstellingen handmatig zoals beschreven
in Netwerkconfiguratie (213).
3 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Printers > Geconfigureerd. Selecteer de knop
Selecteren.
4 Selecteer het item Inkjet/Laser en de knop
Detecteren. Wacht tot de lijst van beschikbare
printers wordt weergegeven.
I
Er worden mogelijk niet-ondersteunde printers
gedetecteerd, maar het wordt afgeraden deze te
gebruiken.
5 Om er zeker van te zijn dat alle beschikbare printers
worden gedetecteerd, kunt u de knop Vernieuw
selecteren.
I
Automatische detectie van gedeelde
netwerkprinters kan door uw lokale
netwerkinfrastructuur en -configuratie worden
beperkt. Neem contact op met uw lokale
netwerkbeheerder als een gedeelde
netwerkprinter niet wordt gedetecteerd.
6 Selecteer de laser- of inkjetprinter in de lijst en
selecteer de knop Selecteren.
7 Selecteer de knop Test om een testpagina af te
drukken. Wacht tot de melding wordt weergegeven
dat de testpagina naar de printer is verzonden.
Selecteer de knop Bevestig..
8 Controleer of de testpagina is afgedrukt en of de
inhoud op de testpagina correct is.
I
Als u een niet-ondersteunde printer gebruikt, kan
de indeling van de afdruk onjuist zijn uitgelijnd
en/of niet compleet zijn (bijv. het IVD-symbool
ontbreekt).
9 Als de testpagina correct is afgedrukt, selecteert u de
knop Opslaan op het scherm Inkjet/Laserprinter.
f De laser- of inkjetprinter is met het
analyseapparaat verbonden.
f Op het scherm Printers wordt de naam van de
printer weergegeven.
7 Instellen
161Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
f Op het scherm Inkjet/Laserprinters wordt de
naam van de printer gemarkeerd met het
pictogram .
f De laser- of inkjetprinter kan worden
geconfigureerd voor het afdrukken van resultaten
en/of rapporten.
r Een thermische printer aansluiten
1 Om een USB-printer aan te sluiten, gebruikt u een
USB-kabel en sluit u de USB-printer aan op een USB-
poort van het analyseapparaat.
2 Om een gedeelde netwerkprinter aan te sluiten, voert
u de volgende handelingen uit als het
analyseapparaat nog niet met het plaatselijke
gegevensnetwerk is verbonden:
• Gebruik een standaard ethernet-gegevenskabel
en verbind de ethernetpoort van het
analyseapparaat met een geschikte netwerkpoort
of geschikte netwerkswitch.
• Het analyseapparaat probeert standaard
verbinding te maken met een DHCP-server in uw
netwerk om de netwerkinstellingen automatisch te
configureren.
• Indien de netwerkinstellingen niet automatisch
worden geconfigureerd, configureert u de
netwerkinstellingen handmatig zoals beschreven
in Netwerkconfiguratie (213).
3 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Printers > Geconfigureerd. Selecteer de knop
Selecteren.
7 Instellen
162 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Selecteer het item Thermisch en de knop
Detecteren. Wacht tot de lijst van beschikbare
printers wordt weergegeven.
I
Niet-ondersteunde thermische printers kunnen
niet worden aangesloten.
5 Desgewenst kunt u een lijst van ondersteunde
printers weergegeven door de knop Help te
selecteren. Selecteer de knop Bevestig..
6 Om er zeker van te zijn dat alle beschikbare printers
worden gedetecteerd, kunt u de knop Vernieuw
selecteren.
I
Automatische detectie van gedeelde
netwerkprinters kan door uw lokale
netwerkinfrastructuur en -configuratie worden
beperkt. Neem contact op met uw lokale
netwerkbeheerder als een gedeelde
netwerkprinter niet wordt gedetecteerd.
7 Selecteer de thermische printer in de lijst en selecteer
de knop Selecteren.
8 Selecteer de knop Test om een testpagina af te
drukken. Wacht tot de melding wordt weergegeven
dat de testpagina naar de printer is verzonden.
Selecteer de knop Bevestig..
9 Controleer of de testpagina is afgedrukt en of de
inhoud op de testpagina correct is.
10 Als de testpagina correct is afgedrukt, selecteert u de
knop Opslaan op het scherm Thermische printer.
f De thermische printer is met het analyseapparaat
verbonden.
f Op het scherm Printers wordt de naam van de
printer weergegeven.
f Op het scherm Thermische printers wordt de
naam van de printer gemarkeerd met het
pictogram .
f De thermische printer kan worden geconfigureerd
voor het afdrukken van resultaten.
7 Instellen
163Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een niet-ondersteunde laser- of in-
kjetprinter aansluiten
1 Om een USB-printer aan te sluiten, gebruikt u een
USB-kabel en sluit u de USB-printer aan op een USB-
poort van het analyseapparaat.
2 Om een gedeelde netwerkprinter aan te sluiten, voert
u de volgende handelingen uit als het
analyseapparaat nog niet met het plaatselijke
gegevensnetwerk is verbonden:
• Gebruik een standaard ethernet-gegevenskabel
en verbind de ethernetpoort van het
analyseapparaat met een geschikte netwerkpoort
of geschikte netwerkswitch.
• Het analyseapparaat probeert standaard
verbinding te maken met een DHCP-server in uw
netwerk om de netwerkinstellingen automatisch te
configureren.
• Indien de netwerkinstellingen niet automatisch
worden geconfigureerd, configureert u de
netwerkinstellingen handmatig zoals beschreven
in Netwerkconfiguratie (213).
3 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Printers > Geconfigureerd. Selecteer de knop
Selecteren.
4 Selecteer het item Inkjet/Laser en de knop
Detecteren. Wacht tot de lijst van beschikbare
printers wordt weergegeven.
7 Instellen
164 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Om er zeker van te zijn dat alle beschikbare printers
worden gedetecteerd, kunt u de knop Vernieuw
selecteren.
I
Automatische detectie van gedeelde
netwerkprinters kan door uw lokale
netwerkinfrastructuur en -configuratie worden
beperkt. Neem contact op met uw lokale
netwerkbeheerder als een gedeelde
netwerkprinter niet wordt gedetecteerd.
6 Selecteer de niet-ondersteunde laser- of inkjetprinter
in de lijst en selecteer de knop Selecteren.
7 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
f Het analyseapparaat controleer de compatibiliteit
van de printerstuurprogramma's met de niet-
ondersteunde printer.
8 Wacht tot een lijst van printerstuurprogramma's wordt
weergegeven. Selecteer een printerstuurprogramma
in de lijst en selecteer de knop Selecteren.
9 Selecteer de knop Test om een testpagina af te
drukken. Wacht tot de melding wordt weergegeven
dat de testpagina naar de printer is verzonden.
Selecteer de knop Bevestig..
I
Druk altijd een testpagina af wanneer u een niet-
ondersteunde printer aansluit.
10 Controleer of de testpagina is afgedrukt en of de
inhoud op de testpagina correct is.
I
Als u een niet-ondersteunde printer gebruikt, kan
de indeling van de afdruk onjuist zijn uitgelijnd
en/of niet compleet zijn (bijv. het IVD-symbool
ontbreekt).
11 Als de testpagina correct is afgedrukt, selecteert u de
knop Opslaan op het scherm Inkjet/Laserprinter.
f De laser- of inkjetprinter is met het
analyseapparaat verbonden.
f Op het scherm Printers wordt de naam van de
printer weergegeven.
f Op het scherm Inkjet/Laserprinters wordt de
naam van de printer gemarkeerd met het
pictogram .
f De laser- of inkjetprinter kan worden
geconfigureerd voor het afdrukken van resultaten
en/of rapporten.
7 Instellen
165Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
u Verwante onderwerpen
• Verbindingsitems voor printers (158)
Afdrukken van rapporten configureren
Als u rapporten met het analyseapparaat wilt afdrukken,
dient u eerst een verbonden laser- of inkjetprinter voor
het afdrukken van rapporten te configureren.
Een thermische printer kan niet worden geconfigureerd
voor het afdrukken van rapporten.
j
m Met het analyseapparaat verbonden laser- of
inkjetprinter
u Een ondersteunde laser- of inkjetprinter aansluiten
(159)
r Afdrukken van rapporten configure-
ren
1 Selecteer Instellingen > Printers.
2 Selecteer het item Geconfigureerd als u de namen
van de printers die met het analyseapparaat zijn
verbonden, wilt weergeven. Selecteer de knop
Printers om terug te keren naar het scherm Terug.
3 Selecteer op het scherm Printers Rapport afdr. >
Printer. Selecteer een waarde voor het afdrukken van
rapporten:
• Selecteer de waarde Inkjet/Laser om het
afdrukken van rapporten in te schakelen.
• Selecteer de waarde Niet geconfigureerd om
het afdrukken van rapporten uit te schakelen.
7 Instellen
166 De printer instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Selecteer de knop Opslaan.
f De verbonden laser- of inkjetprinter is
geconfigureerd voor het afdrukken van rapporten.
f Op het scherm Printers wordt de waarde Inkjet/
Laser weergegeven voor het item Rapport afdr..
Afdrukken van resultaten configureren
Als u resultaten met het analyseapparaat wilt afdrukken,
dient u eerst een verbonden laser-, inkjet- of thermische
printer voor het afdrukken van resultaten te configureren.
Voor het afdrukken van resultaten kunt u dezelfde laser-
of inkjetprinter configureren als voor het afdrukken van
rapporten of u kunt een thermische printer configureren.
j
m Met het analyseapparaat verbonden laser-, inkjet- en/
of thermische printer
u Een ondersteunde laser- of inkjetprinter aansluiten
(159)
u Een thermische printer aansluiten (161)
r Afdrukken van resultaten configure-
ren
1 Selecteer Instellingen > Printers.
2 Selecteer het item Geconfigureerd als u de namen
van de printers die met het analyseapparaat zijn
verbonden, wilt weergeven. Selecteer de knop
Printers om terug te keren naar het scherm Terug.
7 Instellen
167Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Selecteer op het scherm Printers Resultaat afdruk.
> Auto. afdrukken. Selecteer een waarde voor het
automatisch afdrukken van resultaten:
• Selecteer de waarde Ja om de resultaten
automatisch af te drukken zodra een
testprocedure voltooid is.
• Selecteer de waarde Nee om het automatisch
afdrukken van rapporten uit te schakelen.
4 Selecteer het item Printer en selecteer een waarde
voor het afdrukken van resultaten en de
standaardprinter hiervoor:
• Selecteer de waarde Thermisch om het
afdrukken van resultaten met de thermische
printer in te schakelen.
• Selecteer de waarde Inkjet/Laser om het
afdrukken van resultaten met de laser- of
inkjetprinter in te schakelen.
• Selecteer de waarde Niet geconfigureerd om
het afdrukken van resultaten uit te schakelen.
5 Selecteer het item Handm. afdrukken en selecteer
een waarde voor het handmatig afdrukken van
resultaten:
• Om resultaten handmatig met de in stap 4
geconfigureerde standaardprinter af te drukken,
selecteert u de waarde Gebruik standaardprint.
• Selecteer de waarde Inkjet/Laserprinter om
resultaten handmatig met de laser- of inkjetprinter
af te drukken.
• Selecteer de waarde Thermische printer om
resultaten handmatig met de thermische printer af
te drukken.
• Selecteer de waarde Aangepast om telkens
wanneer u handmatig resultaten afdrukt een
printer te selecteren.
6 Selecteer de knop Opslaan.
f De verbonden laser-, inkjet- of thermische printer
is geconfigureerd voor het afdrukken van
rapporten.
f Op het scherm Printers wordt de waarde Inkjet/
Laser of Thermisch weergegeven voor het item
Resultaat afdruk..
7 Instellen
168 De software bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De software bijwerken
Als onderdeel van verdere productontwikkeling kan
Roche op afstand of via een door uw Roche-
vertegenwoordiger verstrekt USB-flashstation updates
uitbrengen voor de software van het analyseapparaat.
i
Als u bent aangemeld met de gebruikersrol van
gebruiker of toezichthouder en er wordt een
melding weergegeven met daarin de boodschap
dat een software-update beschikbaar is, moet u
contact opnemen met uw systeembeheerder.
Om de software van het analyseapparaat op afstand bij
te werken, dient u toegang tot het externe
serviceplatform van Roche te configureren.
u Over toegang tot het externe serviceplatform van Ro-
che (216)
d
m Voor bijwerken vanaf een USB-flashstation:
Door uw Roche-vertegenwoordiger verstrekt USB-
flashstation dat de update van de software van het
analyseapparaat bevat
j
m Gebruikersrol van beheerder
r De software vanaf het externe servi-
ceplatform van Roche installeren en
bijwerken
1 VOORZICHTIG! Koppel de stroomtoevoer van het
analyseapparaat niet los terwijl software wordt
bijgewerkt.
Een melding wordt weergegeven op het scherm van
het analyseapparaat wanneer een software-update
beschikbaar is.
2 Selecteer de knop Doorgaan in het dialoogvenster
van de melding.
f Als het analyseapparaat detecteert dat er te
weinig opslagruimte op het analyseapparaat
aanwezig is, wordt een melding weergegeven.
Maak opslagruimte vrij door audit trails en/of
resultaten te archiveren en te verwijderen of door
lots testbuisjes te verwijderen.
7 Instellen
169Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Selecteer de knop Updaten wanneer een melding
wordt weergegeven met de boodschap dat het
analyseapparaat kan worden bijgewerkt.
f Er wordt een voortgangsscherm weergegeven.
4 Wacht tot het scherm Updaten wordt weergegeven
en u wordt gevraagd om het analyseapparaat
opnieuw te starten.
I
De update van de software van het
analyseapparaat kan lang duren (tot 60minuten).
5 Selecteer de knop Updaten in het scherm
Herstarten.
I
Nadat het analyseapparaat opnieuw is opgestart,
tracht het analyseapparaat de software
automatisch te registreren.
6 Registreer de software handmatig wanneer
automatische registratie is mislukt.
r Software vanaf een USB-flashstation
bijwerken
1 VOORZICHTIG! Koppel de stroomtoevoer van het
analyseapparaat niet los terwijl software wordt
bijgewerkt.
Plaats het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat wanneer u zich op het scherm
Menu bevindt.
2 Selecteer de knop Doorgaan in het dialoogvenster
van de melding.
f Als het analyseapparaat detecteert dat er te
weinig opslagruimte op het analyseapparaat
aanwezig is, wordt een melding weergegeven.
Maak opslagruimte vrij door audit trails en/of
resultaten te archiveren en te verwijderen of door
lots testbuisjes te verwijderen.
3 Volg de instructies in het dialoogvenster op:
Verwijder het USB-flashstation. Wacht 5
seconden. Kies vervolgens 'Sluiten'.
7 Instellen
170 De software bijwerken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Selecteer de knop Updaten wanneer een melding
wordt weergegeven met de boodschap dat het
analyseapparaat kan worden bijgewerkt.
f Er wordt een voortgangsscherm weergegeven.
5 Wacht tot het scherm Updaten wordt weergegeven
en u wordt gevraagd om het analyseapparaat
opnieuw te starten.
I
De update van de software van het
analyseapparaat kan lang duren (tot 60minuten).
6 Selecteer de knop Updaten in het scherm
Herstarten.
7 Na opnieuw opstarten wordt gevraagd het scherm te
kalibreren voordat de instructies op het scherm
worden opgevolgd.
8 Meld u aan op het analyseapparaat.
I
Het analyseapparaat tracht de software
automatisch te registreren.
Registreer de software handmatig wanneer
automatische registratie is mislukt.
9 Selecteer Instellingen > Over het systeem >
Versies vanaf het scherm Menu om de versie van de
bijgewerkte software te controleren.
u Verwante onderwerpen
• Software registreren (171)
• Lots testbuisjes verwijderen (130)
7 Instellen
171Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Software registreren
Bijgewerkte software moeten binnen 30dagen worden
geregistreerd.
De niet-geregistreerde software kan gedurende de
registratieperiode worden gebruikt, maar het
analyseapparaat wordt geblokkeerd voor testen nadat
deze periode is verstreken.
i
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat automatisch de software te
registreren. Wanneer de automatische registratie
mislukt, wordt een melding weergegeven en moet
de software handmatig door een gebruiker
worden geregistreerd.
j
m Gebruikersrol van beheerder
r Software handmatig registreren
1 Het registratieproces starten.
• Selecteer de knop Activeren als een melding
wordt weergegeven.
• Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeeminformatie als er geen melding wordt
weergegeven.
I
Als het analyseapparaat is verbonden met het
externe serviceplatform van Roche, tracht het
analyseapparaat de software automatisch te
registreren. U moet de software alleen handmatig
registreren als automatische registratie is mislukt.
2 Noteer de registratiecode van het scherm
Systeeminformatie.
3 Neem contact op met Roche Support en verstrek de
registratiecode.
4 Roche Support verstrekt een activeringscode.
5 Selecteer de knop Systeeminformatie in het scherm
Activeren.
7 Instellen
172 Software registreren
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
6 Voer de activeringscode in of scan de activeringscode
en selecteer de knop Invoeren.
7 Selecteer de knop Bevestig. wanneer een melding
voor een voltooide software-activering wordt
weergegeven.
7 Instellen
173Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Software- en hardware-informatie bekij-
ken
Het kan voor probleemoplossing noodzakelijk zijn versies
en ID's van de geïnstalleerde hardware- en software-
elementen te controleren.
In dit gedeelte
Informatie over het analyseapparaat en software
bekijken(173)
Systeeminformatie weergeven(174)
Informatie over het analyseapparaat en software bekijken
Voor probleemoplossing en om andere redenen wordt
mogelijk gevraagd informatie te verstrekken over het
analyseapparaat en geïnstalleerde software.
Selecteer Instellingen > Over het systeem om
informatie over het analyseapparaat te bekijken.
Selecteer een item op het scherm en selecteer de knop
Selecteren.
Schermitems Opmerking
Versies
U wordt mogelijk gevraagd de versie
van de geïnstalleerde software en
testen te controleren.
Screenshots in deze publicatie zijn
uitsluitend toegevoegd ter illustratie.
Copyright
Copyright-informatie over het analy-
seapparaat en software, inclusief in-
formatie over handelsmerken.
y Over het systeem schermitems
7 Instellen
174 Software- en hardware-informatie bekijken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Schermitems Opmerking
Beoogd gebruik
Het beoogd gebruik van de software
en het analyseapparaat.
Opensource
Informatie over opensource-software
en commerciële software.
Productie-informatie
Informatie over fabricage van het
analyseapparaat.
y Over het systeem schermitems
Systeeminformatie weergeven
Wanneer de software wordt geïnstalleerd of bijgewerkt of
voor het oplossen van problemen, kan het noodzakelijk
zijn te beschikken over het serienummer en de
installatie- en activeringsdatums van uw
analyseapparaat. Selecteer Instellingen >
Systeeminformatie om deze gegevens weer te geven.
Versie en ID-item Opmerking
Serienummer
Gedefinieerd door Roche.
Het serienummer van het analyseapparaat staat ook op het
productlabel aan de achter- of onderzijde van het analyseap-
paraat.
MAC-adres
Netwerkinterfacekaart gedefinieerd door fabrikant of hoofd-
kaart.
y Systeemelementen
7 Instellen
175Instellen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Versie en ID-item Opmerking
Laatste installatie
Datum van de laatste software-installatie/-update.
yyyy-mm-dd
Registratiecode
Softwareregistratiecode is noodzakelijk voor software-active-
ring.
(Deze informatie wordt alleen weergegeven als de reeds geïn-
stalleerde software niet is geactiveerd.)
Activeringsdatum
Datum waarop de software is geactiveerd.
Totale resultaten
Het totale aantal door het analyseapparaat gegenereerde re-
sultaten.
Beschik. ruimte
De beschikbare opslagruimte op het analyseapparaat.
y Systeemelementen
7 Instellen
176 Software- en hardware-informatie bekijken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
7 Instellen
177
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Functies van Advanced Tools
In dit hoofdstuk
8
Over de Advanced Tools ..................................................... 179
Archiveringsdatum ................................................................ 180
Over archivering.......................................................... 180
Resultaten archiveren ............................................... 182
Audit trails archiveren............................................... 185
Lots testbuisjes archiveren...................................... 187
Uitwisseling van gegevens ................................................. 190
Over uitwisseling van gegevens............................ 190
Lot testbuisjes exporteren en importeren.......... 193
Instellingen exporteren en importeren ............... 195
Gebruikers exporteren en importeren................. 196
Een back-up van een analyseapparaat
maken en herstellen .................................................. 198
Probleemrapporten................................................................ 201
Over probleemrapporten.......................................... 201
De inhoud van probleemrapporten
configureren ................................................................. 204
Handmatig probleemrapporten maken.............. 206
Automatische probleemrapporten inplannen.. 208
Een USB-flashstation opschonen .................................... 210
8 Functies van Advanced Tools
178
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
8 Functies van Advanced Tools
179Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over de Advanced Tools
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de
Advanced Tools op het scherm Hulpmiddelen de
functies van de Advanced Tools Key (ATK).
i
De Advanced Tools worden uitsluitend gebruikt
voor het overdragen en toestaan van opslag van
medische gegevens, die niet zijn bedoeld voor
analyse of interpretatie van klinische resultaten.
Het analyseapparaat moet zich in de status 'gereed'
bevinden om een functie van de Advanced Tools uit te
voeren.
Sluit voor de Advanced Tools niet meer dan éénUSB-
flashstation tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
Over compatibiliteit
Gegevens die op de Advanced Tools Key (ATK) met
softwareversie 3.2 of lager zijn opgeslagen, zijn niet
compatibel met de Advanced Tools op het scherm
Hulpmiddelen.
u Verwante onderwerpen
• Archiveringsdatum (180)
• Uitwisseling van gegevens (190)
• Probleemrapporten (201)
• Een USB-flashstation opschonen (210)
8 Functies van Advanced Tools
180 Archiveringsdatum
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Archiveringsdatum
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de
Advanced Tools voor archivering de overeenkomende
functies van de Advanced Tools Key (ATK).
In dit gedeelte
Over archivering(180)
Resultaten archiveren(182)
Audit trails archiveren(185)
Lots testbuisjes archiveren(187)
Over archivering
Met archiveren kunt u de gegevens van het
analyseapparaat extern opslaan, zodat opslagruimte op
het analyseapparaat vrijkomt.
Roche raadt aan regelmatig alle gegevens te archiveren.
Archiveer en verwijder gegevens regelmatig, ten minste
één keer per maand, om optimale prestatie van het
analyseapparaat te garanderen.
De gebruikersrol van toezichthouder of beheerder is
vereist voor archivering.
i
Gegevens die met de Advanced Tools Key (ATK)
met softwareversie 3.2 of lager zijn gearchiveerd,
zijn niet compatibel met de Advanced Tools voor
archivering.
VOORZICHTIG!
Gegevensbeveiliging
Gearchiveerde gegevens worden als tekstbestanden
zonder opmaak opgeslagen, waardoor de inhoud
toegankelijk kan zijn voor ongeautoriseerde personen.
r Zorg ervoor dat archiefbestanden veilig en zorgvuldig
worden opgeslagen, zodat deze niet toegankelijk zijn
voor ongeautoriseerde personen.
r Het wordt aanbevolen om een vergrendelbaar USB-
flashstation te gebruiken dat u moet ontgrendelen
voor gebruik om gegevensprivacy te garanderen in
het geval dat een USB-flashstation met archiefbe-
standen verloren gaat.
8 Functies van Advanced Tools
181Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over de inhoud van archiefbestanden
Archiefbestanden bevatten de volgende gegevens:
• Voor resultaten:
– Patiëntresultaten
– QC-resultaten
– Validatieresultaten van lots testbuisjes
– Pdf's van rapporten van de resultaten
– Ct-waarden
• Voor audit trails:
– Invoeren van audit trails
• Voor lots testbuisjes:
– Informatie over lot testbuisjes
– Pdf's van rapporten over lot testbuisjes
Over archieflocaties
Voor archivering dient het analyseapparaat te zijn
verbonden met een archieflocatie voor het archief.
U kunt archieven op de volgende archieflocaties opslaan:
• Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
• USB-flashstation
De archieven worden in de hoofdmap van de
archieflocatie opgeslagen.
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in de status
'gereed' bevindt. Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
Over archiefbestandsindeling en -
naamgeving
Resultaten worden als een csv-bestand gearchiveerd.
Het csv-bestand en de pdf's van de rapporten van de
resultaten worden gecomprimeerd en als één zip-
bestand geëxporteerd.
De archiefbestanden van resultaten hebben de volgende
naam:
ResultArchive_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.csv
ResultArchive_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Audit trails worden als een csv-bestand gearchiveerd.
Het csv-bestand wordt gecomprimeerd en als een zip-
bestand geëxporteerd.
De archiefbestanden van audit trails hebben de volgende
8 Functies van Advanced Tools
182 Archiveringsdatum
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
naam:
AuditTrailArchive_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.csv
AuditTrailArchive_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Lots testbuisjes worden gearchiveerd, gecomprimeerd
en geëxporteerd als een zip-bestand.
De archiefbestanden van lots testbuisjes hebben de
volgende naam:
AssayLotArchive_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Met:
• Serial# = Serienummer van het analyseapparaat
• YYYY = het jaar in vier cijfers
• MM = de maand in twee cijfers met voorloopnul
• DD = de dag in twee cijfers met voorloopnul
• hh = het uur in twee cijfers met voorloopnul in 24-
uursindeling
• mm = de minuten in twee cijfers met voorloopnul
• ss = de seconden in twee cijfers met voorloopnul
• De tijd in de bestandsnaam is de tijdstempel (lokale
tijd) waarop het archiefbestand werd gemaakt (ISO
8601-indeling).
Als u naar een gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-
share) archiveert, wordt het zip-archiefbestand samen
met een MD5-bestand opgeslagen. Het MD5-bestand
bevat de MD5-controlesom van het zip-bestand. U kunt
een MD5-controlehulpmiddel gebruiken om de integriteit
van het zip-bestand te verifiëren.
Resultaten archiveren
Archiveer resultaten om ze extern van het
analyseapparaat op te slaan.
Als u resultaten archiveert, blijven ze op het
analyseapparaat staan.
Als u resultaten archiveert en verwijdert, worden ze van
het analyseapparaat verwijderd. Selecteer deze optie om
opslagruimte op het analyseapparaat vrij te maken.
u Systeeminformatie weergeven (174)
U kunt het rapport van de resultaten ook rechtstreeks
vanuit het scherm Resultaten archiveren.
u Resultaten in het scherm Resultaten bekijken (108)
8 Functies van Advanced Tools
183Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
n
Afhankelijk van het aantal resultaten
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
m Toegang tot een archieflocatie:
Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
USB-flashstation
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
r Resultaten archiveren
1 Als u naar een USB-flashstation wilt archiveren,
plaatst u het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens archiveren > Resultaten archiveren.
Selecteer de knop Selecteren.
3 Selecteer het criterium voor archivering:
• Ouder dan 365 dagen (standaard)
• Ouder dan 180 dagen
• Ouder dan 90 dagen
• Ouder dan 60 dagen
• Ouder dan 30 dagen
• Ouder dan 7 dagen
• Alle resultaten
4 Selecteer de archieflocatie:
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
8 Functies van Advanced Tools
184 Archiveringsdatum
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de archivering is voltooid.
6 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de archivering is voltooid.
Selecteer de knop Bevestig..
f De gearchiveerde resultaten blijven op het
analyseapparaat staan.
7 Als u naar een USB-flashstation hebt gearchiveerd,
verwijdert u het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
r Resultaten archiveren en verwijderen
1 Als u naar een USB-flashstation wilt archiveren,
plaatst u het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens archiveren > Resultaten archiveren en
verwijderen. Selecteer de knop Selecteren.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer het criterium voor archivering:
• Ouder dan 365 dagen (standaard)
• Ouder dan 180 dagen
• Ouder dan 90 dagen
• Ouder dan 60 dagen
• Ouder dan 30 dagen
• Ouder dan 7 dagen
• Alle resultaten
8 Functies van Advanced Tools
185Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 Selecteer de archieflocatie:
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
6 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de archivering is voltooid.
7 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de archivering is voltooid.
Selecteer de knop Bevestig..
f De gearchiveerde resultaten worden van het
analyseapparaat verwijderd.
8 Als u naar een USB-flashstation hebt gearchiveerd,
verwijdert u het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
Audit trails archiveren
Archiveer audit trails om ze extern van het
analyseapparaat op te slaan.
Als u audit trails archiveert, blijven ze op het
analyseapparaat staan.
Als u audit trails archiveert en verwijdert, worden ze van
het analyseapparaat verwijderd. Selecteer deze optie om
opslagruimte op het analyseapparaat vrij te maken.
u Systeeminformatie weergeven (174)
n
Afhankelijk van het aantal audit trails
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
m Toegang tot een archieflocatie:
Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
USB-flashstation
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
8 Functies van Advanced Tools
186 Archiveringsdatum
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Audit trails archiveren
1 Als u naar een USB-flashstation wilt archiveren,
plaatst u het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens archiveren > Audit trails archiveren.
Selecteer de knop Selecteren.
3 Selecteer de archieflocatie:
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
4 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de archivering is voltooid.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de audit trails zijn
gearchiveerd. Selecteer de knop Bevestig..
f De gearchiveerde audit trails blijven op het
analyseapparaat staan.
6 Als u naar een USB-flashstation hebt gearchiveerd,
verwijdert u het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
r Audit trails archiveren en verwijderen
1 Als u naar een USB-flashstation wilt archiveren,
plaatst u het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
187Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens archiveren > Audit trails archiveren
en verwijderen. Selecteer de knop Selecteren.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de archieflocatie:
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
5 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de archivering is voltooid.
6 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de audit trails zijn
gearchiveerd. Selecteer de knop Bevestig..
f De gearchiveerde audit trails worden van het
analyseapparaat verwijderd.
7 Als u naar een USB-flashstation hebt gearchiveerd,
verwijdert u het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
Lots testbuisjes archiveren
Archiveer lots testbuisjes om ze extern van het
analyseapparaat op te slaan.
Als het analyseapparaat met een map voor gedeelde lots
is verbonden, worden lots testbuisjes van de map voor
gedeelde lots gearchiveerd.
8 Functies van Advanced Tools
188 Archiveringsdatum
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Gearchiveerde lots testbuisjes blijven op het
analyseapparaat of in de map voor gedeelde lots staan.
n
Afhankelijk van het aantal lots testbuisjes
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
m Toegang tot een archieflocatie:
Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
USB-flashstation
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
r Lots testbuisjes archiveren
1 Als u naar een USB-flashstation wilt archiveren,
plaatst u het USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens archiveren > Testlots archiveren.
Selecteer de knop Selecteren.
3 Selecteer de archieflocatie:
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
4 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de archivering is voltooid.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de lots testbuisjes zijn
gearchiveerd. Selecteer de knop Bevestig..
8 Functies van Advanced Tools
189Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
f De gearchiveerde lots testbuisjes blijven op het
analyseapparaat of in de map voor gedeelde lots
staan.
6 Als u naar een USB-flashstation hebt gearchiveerd,
verwijdert u het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
190 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Uitwisseling van gegevens
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de
Advanced Tools voor uitwisseling van gegevens de
overeenkomende functies van de Advanced Tools Key
(ATK).
In dit gedeelte
Over uitwisseling van gegevens(190)
Lot testbuisjes exporteren en importeren(193)
Instellingen exporteren en importeren(195)
Gebruikers exporteren en importeren(196)
Een back-up van een analyseapparaat maken en
herstellen(198)
Over uitwisseling van gegevens
Met uitwisseling van gegevens kunt u lots testbuisjes,
instellingen en/of gebruikers tussen verschillende
analyseapparaaten synchroniseren of de gegevens op
dezelfde analyseapparaat herstellen.
Uitwisseling van gegevens bestaat uit de volgende stap-
pen:
1. Gegevens exporteren vanaf het analyseapparaat
2. Gegevens op dezelfde of een andere analyseapparaat
importeren
Wanneer een back-up van een analyseapparaat wordt
gemaakt, wordt de export van lots testbuisjes,
instellingen en gebruikers gecombineerd en worden
tevens de gebruikte lots testbuisjes opgenomen.
Uitwisseling van gegevens is uitsluitend mogelijk met
een USB-flashstation.
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in de status
'gereed' bevindt. Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
Het wordt aanbevolen om het USB-flashstation te legen,
voordat u gegevens ernaar exporteert.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Een USB-flashstation opschonen (210)
8 Functies van Advanced Tools
191Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
i
Als het analyseapparaat met een DMS is
verbonden en gegevenssynchronisatie is
ingeschakeld, worden de Advanced Tools voor
het importeren van instellingen, het importeren
van gebruikers en het herstellen van het
analyseapparaat uitgeschakeld.
i
Gegevens die met de Advanced Tools Key (ATK)
met softwareversie 3.2 of lager zijn geëxporteerd,
zijn niet compatibel met de Advanced Tools voor
importeren.
Over de inhoud van exportbestanden
Exportbestanden bevatten de volgende gegevens:
• Voor lots testbuisjes:
– Deelbare informatie over lot testbuisjes
– Handtekening
• Voor instellingen:
– Systeeminstellingen
– Printerinstellingen
– Configuratie van gedeelde locaties
– Netwerkinstellingen
– Instellingen van hostverbindingen
• Voor gebruikers:
– Gebruikers-ID
– Wachtwoord (beveiligd)
– Gebruikersrol
– Toestemmingen voor testen
– Barcode van badge (beveiligd)
– Blokkeerstatus
– Wachtwoord wijzigen
– Gebruikersnaam
– Afdeling
– Contact
• Voor back-up van analyseapparaat:
– Lots testbuisjes
– Instellingen
– Gebruikers
– Gebruikte testbuisjes
Over exportbestandsindelingen en -
naamgeving
Lots testbuisjes worden geëxporteerd als een zip-
bestand.
Het exportbestand van lots testbuisjes heeft de volgende
8 Functies van Advanced Tools
192 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
naam:
AssayLotExport.zip
Indien er al een exportbestand op het USB-flashstation
aanwezig is, kunt u de gegevens op het USB-flashstation
samenvoegen of vervangen. Voor lots testbuisjes kan er
slechts één exportbestand op het USB-flashstation
aanwezig zijn.
Instellingen worden samengevoegd in een xml-bestand.
Het xml-bestand wordt gecomprimeerd en als een zip-
bestand geëxporteerd.
De exportbestanden van instellingen hebben de
volgende naam:
LiatSettings_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.xml
LiatSettings_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Gebruikers worden samengevoegd in een csv-bestand.
Het csv-bestand wordt gecomprimeerd en als een zip-
bestand geëxporteerd.
De exportbestanden van gebruikers hebben de volgende
naam:
Users_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.csv
Users_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Een back-up van het analyseapparaat wordt
geëxporteerd als een zip-bestand.
Het exportbestand van de back-up heeft de volgende
naam:
InstrumentBackup_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss.zip
Met:
• Serial# = Serienummer van het analyseapparaat
• YYYY = het jaar in vier cijfers
• MM = de maand in twee cijfers met voorloopnul
• DD = de dag in twee cijfers met voorloopnul
• hh = het uur in twee cijfers met voorloopnul in 24-
uursindeling
• mm = de minuten in twee cijfers met voorloopnul
• ss = de seconden in twee cijfers met voorloopnul
• De tijd in de bestandsnaam is de tijdstempel (lokale
tijd) waarop het exportbestand werd gemaakt (ISO
8601-indeling).
De exportbestanden worden in de hoofdmap van het
USB-flashstation opgeslagen.
Het analyseapparaat controleert de integriteit van de
gegevens van de exportbestanden tijdens het importeren.
Indien de controle mislukt, worden de gegevens niet
geïmporteerd.
8 Functies van Advanced Tools
193Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Lot testbuisjes exporteren en importeren
Om lots testbuisjes te herstellen of te synchroniseren,
exporteert u lots testbuisjes vanaf een analyseapparaat
en importeert u ze vervolgens op dezelfde of een andere
analyseapparaat.
De volgende regels zijn van toepassing bij het exporteren
en importeren van lots testbuisjes:
• Uitsluitend gevalideerde lots testbuisjes kunnen wor-
den geëxporteerd en geïmporteerd.
• U kunt lots testbuisjes tijdens de export en import sa-
menvoegen of vervangen.
• Lots testbuisjes worden niet geïmporteerd als de bij-
behorende test niet is geïnstalleerd op het analyseap-
paraat.
• Als het analyseapparaat met een map voor gedeelde
lots is verbonden, worden lots testbuisjes vanaf de
map voor gedeelde lots geëxporteerd en in de map
voor gedeelde lots geïmporteerd.
d
m USB-flashstation
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
u Over de status van het analyseapparaat (61)
r Lots testbuisjes exporteren
1 Plaats een USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Schoon het USB-flashstation desgewenst op zoals
beschreven in Een USB-flashstation opschonen (210).
3 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens exporteren > Testlots exporteren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de export is voltooid.
4 Indien er al een exportbestand aanwezig is op het
USB-flashstation, voert u een van de volgende
handelingen uit:
• Selecteer de knop Vervangen om het
exportbestand te vervangen.
8 Functies van Advanced Tools
194 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Selecteer de knop Samenv. om het exportbestand
samen te voegen.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de lots testbuisjes zijn
geëxporteerd. Selecteer de knop Bevestig..
f Als het analyseapparaat niet met een map voor
gedeelde lots is verbonden, worden de lots
testbuisjes geëxporteerd die lokaal op het
analyseapparaat zijn opgeslagen.
f Als het analyseapparaat met een map voor
gedeelde lots is verbonden, worden lots
testbuisjes vanaf de map voor gedeelde lots
geëxporteerd.
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
r Lots testbuisjes importeren
1 Plaats het USB-flashstation met de exportbestanden
aan de achterzijde van het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens importeren > Testlots importeren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de import is voltooid.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de importoptie:
• Selecteer de knop Samenv. om de bestaande lots
testbuisjes te behouden en andere lots testbuisjes
hieraan toe te voegen.
• Selecteer de knop Vervangen om alle bestaande
lots testbuisjes te vervangen.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de lots testbuisjes zijn
geïmporteerd. Selecteer de knop Bevestig..
f Als het analyseapparaat niet met een map voor
gedeelde lots is verbonden, worden de lots
testbuisjes lokaal op het analyseapparaat
opgeslagen.
f Als het analyseapparaat met een map voor
gedeelde lots is verbonden, worden lots
testbuisjes in de map voor gedeelde lots
opgeslagen.
8 Functies van Advanced Tools
195Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
Instellingen exporteren en importeren
Om instellingen te herstellen of te synchroniseren,
exporteert u instellingen vanaf een analyseapparaat en
importeert u ze vervolgens op dezelfde of een andere
analyseapparaat.
De volgende regels zijn van toepassing bij het exporteren
en importeren van instellingen:
• Indien er meer dan één bestand aanwezig is op het
USB-flashstation, wordt het laatste exportbestand ge-
ïmporteerd na bevestiging van de gebruiker.
• Het importeren van instellingen overschrijft alle instel-
lingen op het analyseapparaat.
• Het importeren van instellingen is uitgeschakeld op
het analyseapparaat als het analyseapparaat instellin-
gen uitwisselt met een DMS.
d
m USB-flashstation
j
m Om instellingen te exporteren:
Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Om instellingen te importeren:
Gebruikersrol van beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
u Over de status van het analyseapparaat (61)
r Instellingen exporteren
1 Plaats een USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Schoon het USB-flashstation desgewenst op zoals
beschreven in Een USB-flashstation opschonen (210).
8 Functies van Advanced Tools
196 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens exporteren > Instellingen exporteren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de export is voltooid.
4 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de instellingen zijn
geëxporteerd. Selecteer de knop Bevestig..
5 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
r Instellingen importeren
1 Plaats het USB-flashstation met de exportbestanden
aan de achterzijde van het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens importeren > Instellingen importeren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de import is voltooid.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Desgewenst kunt u het laatste exportbestand
importeren wanneer er meer dan één exportbestand
aanwezig is op het USB-flashstation door de knop
Bevestig. te selecteren.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de instellingen zijn
geïmporteerd. Selecteer de knop Herstarten.
f Het analyseapparaat wordt opnieuw opgestart.
f De geïmporteerde instellingen worden toegepast
op het analyseapparaat.
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
Gebruikers exporteren en importeren
Om gebruikersaccounts te herstellen of te
synchroniseren, exporteert u gebruikers vanaf een
analyseapparaat en importeert u ze vervolgens op
dezelfde of een andere analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
197Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
De volgende regels zijn van toepassing bij het exporteren
en importeren van gebruikers:
• Indien er meer dan één bestand aanwezig is op het
USB-flashstation, wordt het laatste exportbestand ge-
ïmporteerd na bevestiging van de gebruiker.
• Het standaard beheerdersaccount ADMIN wordt niet
geëxporteerd en geïmporteerd.
• Door gebruikers te importeren, worden alle bestaan-
de gebruikers op het analyseapparaat verwijderd, met
uitzondering van de gebruiker die momenteel is aan-
gemeld en het standaard beheerdersaccount ADMIN.
• Het importeren van gebruikers is uitgeschakeld op
het analyseapparaat als het analyseapparaat gebrui-
kersgegevens uitwisselt met een DMS.
d
m USB-flashstation
j
m Om gebruikers te exporteren:
Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Om gebruikers te importeren:
Gebruikersrol van beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
u Over de status van het analyseapparaat (61)
r Gebruikers exporteren
1 Plaats een USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Schoon het USB-flashstation desgewenst op zoals
beschreven in Een USB-flashstation opschonen (210).
3 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens exporteren > Gebruikers exporteren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de export is voltooid.
4 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de gebruikers zijn
geëxporteerd. Selecteer de knop Bevestig..
5 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
198 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Gebruikers importeren
1 Plaats het USB-flashstation met de exportbestanden
aan de achterzijde van het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens importeren > Gebruikers importeren.
Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de import is voltooid.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Desgewenst kunt u het laatste exportbestand
importeren wanneer er meer dan één exportbestand
aanwezig is op het USB-flashstation door de knop
Bevestig. te selecteren.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat de gebruikers zijn
geïmporteerd. Selecteer de knop Bevestig..
f Alle eerder bestaande gebruikers op het
analyseapparaat zijn verwijderd, met uitzondering
van de gebruiker die momenteel is aangemeld en
het standaard beheerdersaccount ADMIN.
f Alle geïmporteerde gebruikers zijn toegevoegd
aan het analyseapparaat.
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
Een back-up van een analyseapparaat maken en
herstellen
Om een Analyseapparaat te klonen, maakt u een back-
up van het analyseapparaat en herstelt u de back-up op
dezelfde of een andere Analyseapparaat.
De volgende regels zijn van toepassing bij het maken en
herstellen van een back-up van analyseapparaaten:
• Wanneer een back-up van een analyseapparaat
wordt gemaakt, wordt de export van lots testbuisjes,
instellingen en gebruikers gecombineerd en worden
tevens de gebruikte lots testbuisjes opgenomen.
8 Functies van Advanced Tools
199Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Indien er meer dan één bestand aanwezig is op het
USB-flashstation, wordt het laatste exportbestand ge-
ïmporteerd na bevestiging van de gebruiker.
• Alle lots testbuisjes, instellingen, gebruikers en ge-
bruikte testbuisjes op de herstelde analyseapparaat
worden overschreven met de inhoud van het export-
bestand.
• Lots testbuisjes worden niet geïmporteerd tijdens het
herstellen als de bijbehorende test niet is geïnstal-
leerd op het analyseapparaat.
• Het herstellen van het analyseapparaat is uitgescha-
keld op het analyseapparaat als het analyseapparaat
instellingen en/of gebruikers uitwisselt met een DMS.
d
m USB-flashstation
j
m Om een back-up van een analyseapparaat te maken:
Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Om een analyseapparaat te herstellen:
Gebruikersrol van beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
u Over de status van het analyseapparaat (61)
r Een back-up van een analyseappa-
raat maken
1 Plaats een USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Schoon het USB-flashstation desgewenst op zoals
beschreven in Een USB-flashstation opschonen (210).
3 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens exporteren > Maak back-up
analyseapparaat. Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de back-up is voltooid.
4 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat een back-up van het
analyseapparaat is gemaakt.
5 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
200 Uitwisseling van gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Een analyseapparaat herstellen
1 Plaats het USB-flashstation met de back-
upbestanden aan de achterzijde van het
analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Gegevens importeren > Analyseapparaat
herstellen. Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat de back-up is voltooid.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Desgewenst kunt u het laatste exportbestand
importeren wanneer er meer dan één exportbestand
aanwezig is op het USB-flashstation door de knop
Bevestig. te selecteren.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat het analyseapparaat is
hersteld. Selecteer de knop Herstarten.
f Het analyseapparaat wordt opnieuw opgestart.
f Alle lots testbuisjes, instellingen, gebruikers en
gebruikte testbuisjes worden overschreven op het
analyseapparaat.
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
201Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Probleemrapporten
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de
Advanced Tools voor probleemrapporten de functie
Diagnostic Backup van de Advanced Tools Key (ATK).
In dit gedeelte
Over probleemrapporten(201)
De inhoud van probleemrapporten configureren(204)
Handmatig probleemrapporten maken(206)
Automatische probleemrapporten inplannen(208)
Over probleemrapporten
Als u problemen ervaart, raadt Roche aan een
probleemrapport te genereren dat u vervolgens naar uw
Roche-vertegenwoordiger kunt versturen.
Roche beoordeelt uw probleemrapport uitsluitend op uw
verzoek.
De gebruikersrol van toezichthouder of beheerder is
vereist voor het configureren, inplannen en maken van
probleemrapporten.
Over de inhoud van probleemrapporten
Probleemrapporten bevatten relevante gegevens die door
Roche zijn vereist voor het uitvoeren van een diagnose.
Probleemrapporten bevatten altijd de volgende gege-
vens:
• Systeemconfiguratie
• Systeemlogbestanden
• Instellingen
• Gebeurtenislogs
• Audit trail
• QC-resultaten
• Informatie over lot testbuisjes
• Validatieresultaten van lots testbuisjes
• Vrije en gebruikte opslagruimte op het analyseappa-
raat
Probleemrapporten bevatten desgewenst de volgende
aanvullende gegevens:
• Communicatielogbestanden
• Gebruikers (zonder wachtwoorden)
8 Functies van Advanced Tools
202 Probleemrapporten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Runlogbestanden (gefilterd op datumbereik)
• Resultaten van monsters (gefilterd op datumbereik)
• Monster-ID's
Het wordt aanbevolen om de optionele inhoud in
probleemrapporten op te nemen ter bevordering van de
diagnostiek.
u De inhoud van probleemrapporten configureren
(204)
Over de opslaglocaties van
probleemrapporten
Om een probleemrapport te maken, dient het
analyseapparaat te zijn verbonden met een opslaglocatie
voor het probleemrapport.
U kunt probleemrapporten op de volgende opslagloca-
ties opslaan:
• Het externe serviceplatform van Roche
• Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
• USB-flashstation (uitsluitend voor handmatig ge-
maakte probleemrapporten)
De probleemrapporten worden in de hoofdmap van de
gedeelde locaties of van het USB-flashstation
opgeslagen.
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in de status
'gereed' bevindt. Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Over toegang tot het externe serviceplatform van Ro-
che (216)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
Over bestandsindeling, naamgeving en
versleuteling van probleemrapporten
Wanneer een probleemrapport wordt gemaakt, worden
alle opgenomen gegevens gecomprimeerd en als één
zip-bestand opgeslagen.
De bestanden van probleemrapporten hebben de
volgende naam:
ProblemReport_Serial#_YYYYMMDD_hhmmss_
[ABCDEF].zip
Met:
• Serial# = Serienummer van het analyseapparaat
• YYYY = het jaar in vier cijfers
• MM = de maand in twee cijfers met voorloopnul
• DD = de dag in twee cijfers met voorloopnul
8 Functies van Advanced Tools
203Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• hh = het uur in twee cijfers met voorloopnul in 24-
uursindeling
• mm = de minuten in twee cijfers met voorloopnul
• ss = de seconden in twee cijfers met voorloopnul
• [ABCDEF] = indicatie of optionele gegevens al dan
niet zijn opgenomen (zie hieronder)
• De tijd in de bestandsnaam is de tijdstempel (lokale
tijd) waarop het bestand werd gemaakt (ISO 8601-in-
deling).
De waarden van de tijdelijke aanduidingen ABCDEF in
de bestandsnaam geven aan of optionele gegevens al
dan niet in het probleemrapport zijn opgenomen. De
mogelijke waarden van de tijdelijke aanduidingen komen
overeen met de opties die in de software beschikbaar
zijn tijdens het configureren van de inhoud van
probleemrapporten:
Tijdelijke aanduiding Geeft aan Waarden Verklaring
A Communicatielogbestanden C Opgenomen
- Uitgesloten
B Gebruikers U Opgenomen
- Uitgesloten
C Datumbereik D Afgelopen 24 uur
W Afgelopen 7 dagen
M Afgelopen 30 dagen
A Alle
D Runlogbestanden L Opgenomen
- Uitgesloten
E Resultaten van monsters S Opgenomen
- Uitgesloten
F Monster-ID's I Opgenomen
- Uitgesloten
y Tijdelijke aanduidingen in bestandsnamen van probleemrapporten
Het zip-bestand van het probleemrapport wordt
versleuteld. Hierdoor kan alleen Roche
probleemrapporten openen en heeft alleen Roche
toegang tot de inhoud ervan.
U kunt echter aan de hand van de bestandsnaam nog
steeds de inhoud van probleemrapporten controleren,
zonder dat het bestand dient te worden ontsleuteld.
Voorbeelden:
• [C-W-SI]
– Opgenomen:
Communicatielogbestanden
Resultaten van monsters van de afgelopen 7da-
gen
Monster-ID's
8 Functies van Advanced Tools
204 Probleemrapporten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
– Uitgesloten:
Gebruikers
Runlogbestanden
• [-UALS-]
– Opgenomen:
Gebruikers
Alle runlogbestanden
Alle resultaten van monsters
– Uitgesloten:
Communicatielogbestanden
Gebruikers
Monster-ID's
Over het maken van probleemrapporten
Als het analyseapparaat zich niet in de status 'in werking'
bevindt, kunt u op elk gewenst moment handmatig een
probleemrapport maken.
Daarnaast kunt u het automatisch maken van
probleemrapporten inplannen. Als het analyseapparaat
zich in de status 'gereed' bevindt op de geplande tijd,
krijgt de gebruiker een melding over het aanstaande
probleemrapport. Als de gebruiker de handeling niet
binnen 30seconden van het krijgen van de melding
annuleert, gaat het analyseapparaat verder met het
automatisch maken van het probleemrapport.
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat het probleemrapport is gemaakt.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
u Handmatig probleemrapporten maken (206)
u Automatische probleemrapporten inplannen (208)
u Verwante onderwerpen
• Het logbestandniveau configureren (143)
• Systeeminstellingen vaststellen (135)
De inhoud van probleemrapporten configureren
U kunt optionele aanvullende inhoud in
probleemrapporten al dan niet opnemen en het filter
voor het datumbereik instellen.
De configuratie van de inhoud en het filter voor het
datumbereik zijn van toepassing op zowel handmatig als
automatisch gemaakte probleemrapporten.
8 Functies van Advanced Tools
205Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
i
Het wordt aanbevolen om de
communicatielogbestanden, runlogbestanden en
de gebruikers in probleemrapporten op te nemen
ter bevordering van de diagnostiek.
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r De inhoud van probleemrapporten
configureren
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Probleemrapport > Inhoud. Selecteer
de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Comm. logbest. en selecteer de
waarde Ja om de communicatielogs te selecteren.
I
Het wordt aanbevolen om het
communicatielogbestand op te nemen.
3 Selecteer het item Gebruikers en selecteer de
waarde Ja om de gebruikers te selecteren.
I
Het wordt aanbevolen om de gebruikers op te
nemen.
4 Selecteer het item Gegevensbereik en selecteer een
waarde:
• Alle
• Afgelopen 30 dagen
• Afgelopen 7 dagen
• Afgelopen 24 uur
I
De gekozen waarde is van toepassing op de
runlogbestanden en de resultaten van monsters
(indien opgenomen).
5 Selecteer het item Runlogbestand en selecteer de
waarde Ja om de runlogs te selecteren.
I
Het wordt aanbevolen om het runlogbestand op
te nemen.
6 Selecteer het item Monsterresultaten en selecteer
de waarde Ja om de resultaten van monsters te
selecteren.
7 Als resultaten geselecteerd zijn, selecteert u het item
Monster-ID en selecteert u de waarde Ja om de
monster-ID's op te nemen.
8 Functies van Advanced Tools
206 Probleemrapporten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
8 Selecteer de knop Opslaan.
f De configuratie van de inhoud is van toepassing
op zowel handmatig als automatisch gemaakte
probleemrapporten.
u Verwante onderwerpen
• Het logbestandniveau configureren (143)
• Systeeminstellingen vaststellen (135)
Handmatig probleemrapporten maken
Maak handmatig een probleemrapport wanneer er een
probleem optreedt.
Zelfs indien automatische probleemrapporten zijn
ingepland op het analyseapparaat, kunt u op elk gewenst
moment handmatig een probleemrapport maken.
Handmatig gemaakte probleemrapporten bevatten de
optionele inhoud zoals geconfigureerd. U kunt het
geconfigureerde datumbereik voor opgenomen
resultaten echter overschrijven.
u Over de inhoud van probleemrapporten (201)
u De inhoud van probleemrapporten configureren
(204)
n
Afhankelijk van de inhoud van probleemrapporten (bijv.
het aantal opgenomen resultaten)
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Toegang tot een opslaglocatie voor het
probleemrapport:
Extern serviceplatform van Roche
Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
USB-flashstation
u Over toegang tot het externe serviceplatform van Ro-
che (216)
u Netwerkshares configureren (238)
u FTP-shares configureren (238)
r Een probleemrapport handmatig ma-
ken
1 Als u het probleemrapport op een USB-flashstation
wilt opslaan, plaatst u het aan de achterzijde van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
207Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
Probleemrapport maken. Selecteer de knop
Selecteren.
3 Selecteer het datumbereik voor opgenomen
resultaten als u hierom wordt gevraagd:
• Afgelopen 24 uur
• Afgelopen 7 dagen
• Afgelopen 30 dagen
• Alle
I
Het geconfigureerde datumbereik wordt hier
vooraf als waarde geselecteerd.
4 Stel de opslaglocatie voor het probleemrapport in:
• Externe service (extern serviceplatform van
Roche)
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• USB-flashstation
I
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
5 Selecteer de knop Selecteren.
I
U kunt pas een andere handeling uitvoeren op het
analyseapparaat nadat het probleemrapport is
gemaakt.
6 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat het probleemrapport is
gemaakt. Selecteer de knop Bevestig..
7 Als het probleemrapport op een USB-flashstation
hebt opgeslagen, verwijdert u het USB-flashstation
van het analyseapparaat.
u Verwante onderwerpen
• Het logbestandniveau configureren (143)
• Systeeminstellingen vaststellen (135)
8 Functies van Advanced Tools
208 Probleemrapporten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Automatische probleemrapporten inplannen
Plan automatische probleemrapporten in om er zeker van
te zijn dat u een recent probleemrapport hebt in het
geval u problemen ondervindt.
Automatische probleemrapporten kunnen niet op een
USB-flashstation worden opgeslagen.
Automatische probleemrapporten bevatten de optionele
inhoud zoals geconfigureerd.
u Over de inhoud van probleemrapporten (201)
u De inhoud van probleemrapporten configureren
(204)
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Toegang tot een opslaglocatie voor het
probleemrapport:
Extern serviceplatform van Roche
Gedeelde locatie (netwerkshare of FTP-share)
u Over toegang tot het externe serviceplatform van Ro-
che (216)
u Netwerkshares configureren (238)
r Automatische probleemrapporten in-
plannen
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Probleemrapport > Schema. Selecteer
de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Aanmaken en selecteer de
waarde Automatisch.
I
Behoud uitsluitend de waarde Op verzoek voor
het handmatig maken van probleemrapporten.
3 Selecteer de frequentie waarmee en de dag en het
tijdstip waarop probleemrapporten automatisch
worden gemaakt.
4 Selecteer het item Bestemming en stel de
opslaglocatie van de probleemrapporten in:
• Externe service (extern serviceplatform van
Roche)
8 Functies van Advanced Tools
209Functies van Advanced Tools
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3)
• Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3)
I
Automatische probleemrapporten kunnen niet op
een USB-flashstation worden opgeslagen.
De netwerkshares en de FTP-shares worden
weergegeven met de namen die zijn
geconfigureerd in Instellingen > Gedeelde
locaties.
5 Selecteer de knop Opslaan.
f Probleemrapporten worden op het ingeplande
tijdstip gemaakt en op de geconfigureerde
opslaglocatie opgeslagen.
r Het automatisch maken van pro-
bleemrapporten uitschakelen
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Systeem > Probleemrapport > Schema. Selecteer
de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Aanmaken en selecteer de
waarde Op verzoek.
3 Selecteer de knop Opslaan.
f Het maken van probleemrapporten op een
ingepland tijdstip is uitgeschakeld.
u Verwante onderwerpen
• Het logbestandniveau configureren (143)
• Systeeminstellingen vaststellen (135)
8 Functies van Advanced Tools
210 Een USB-flashstation opschonen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een USB-flashstation opschonen
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de
Advanced Tools voor het opschonen van een USB-
flashstation de overeenkomende functie van de
Advanced Tools Key (ATK).
Alle bestanden op het USB-flashstation worden
verwijderd wanneer deze wordt opgeschoond.
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in de status
'gereed' bevindt.
De gebruikersrol van toezichthouder of beheerder is
vereist voor het opschonen van een USB-flashstation.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
d
m USB-flashstation
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
m Analyseapparaat in de status 'gereed'
u Over de status van het analyseapparaat (61)
r Een USB-flashstation opschonen
1 Plaats een USB-flashstation aan de achterzijde van
het analyseapparaat.
I
Sluit een USB-flashstation alleen aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in
de status 'gereed' bevindt.
Sluit niet meer dan één USB-flashstation
tegelijkertijd aan op het analyseapparaat.
2 Selecteer op het scherm Menu Hulpmiddelen >
USB-flashstation opschonen. Selecteer de knop
Selecteren.
3 Voer uw wachtwoord in en selecteer de knop
Invoeren.
4 Selecteer de knop Bevestig. om het USB-flashstation
op te schonen.
5 Wacht tot een melding wordt weergegeven waarin u
wordt geïnformeerd dat het USB-flashstation is
opgeschoond. Selecteer de knop Bevestig..
f Alle bestanden zijn verwijderd van het USB-
flashstation.
6 Verwijder het USB-flashstation van het
analyseapparaat.
8 Functies van Advanced Tools
211
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Connectiviteit
In dit hoofdstuk
9
Netwerkconfiguratie ............................................................. 213
Over netwerkconfiguratie ........................................ 213
Netwerkconfiguratie-items ..................................... 214
Verbinden met het netwerk .................................... 214
Configuratie van het externe serviceplatform van
Roche.......................................................................................... 216
Over toegang tot het externe serviceplatform
van Roche...................................................................... 216
Configuratie-items voor extern
serviceplatform van Roche...................................... 217
Toegang tot het externe serviceplatform van
Roche configureren ................................................... 218
Verbinden met een hostsysteem...................................... 220
Over hostverbindingen.............................................. 220
Configuratie-items voor hostverbindingen ....... 221
Over beveiliging........................................................... 222
Het analyseapparaat met een hostsysteem
verbinden ....................................................................... 223
Hostverbinding bewaken ......................................... 225
Over gegevensuitwisseling met een DMS......... 226
Patiëntverificatie.......................................................... 228
Over patiëntverificatie.................................... 228
Configuratie-items voor
patiëntverificatie............................................... 230
Patiëntverificatie configureren.................... 231
Configuratie van gedeelde locaties................................. 233
Configuratie-items voor gedeelde locaties ....... 234
De map voor gedeelde lots gebruiken................ 235
De map voor gedeelde lots configureren.......... 236
Netwerkshares configureren.................................. 238
FTP-shares configureren.......................................... 238
9 Connectiviteit
212
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
9 Connectiviteit
213Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Netwerkconfiguratie
In dit gedeelte
Over netwerkconfiguratie(213)
Netwerkconfiguratie-items(214)
Verbinden met het netwerk(214)
Over netwerkconfiguratie
U kunt het analyseapparaat verbinden met een 10/100-
ethernet-netwerk.
Wanneer het analyseapparaat met het netwerk is
verbonden, probeert deze standaard verbinding te maken
met een DHCP-server in uw netwerk om de
netwerkinstellingen automatisch te configureren. Een
DHCP-server wijst automatisch een IP-adres en andere
netwerkinstellingen toe aan het analyseapparaat. Als er
geen DHCP-server beschikbaar is, kunt u de
netwerkinstellingen van het analyseapparaat handmatig
configureren.
Het analyseapparaat bevat een geïntegreerde firewall die
standaard alle inkomende netwerkverbindingen afwijst.
Deze firewall kan niet worden geconfigureerd. De firewall
staat automatisch de vereiste verbindingen toe wanneer
een nieuw verbindingsitem wordt ingeschakeld.
i
Het analyseapparaat kan niet worden gepingd.
VOORZICHTIG!
Schending van vertrouwelijkheid en privacy
Onbeveiligde netwerkverbindingen kunnen toegang
door ongeautoriseerde personen mogelijk maken en
vertrouwelijke persoonlijke informatie kan worden
verkregen.
r Zorg ervoor, wanneer het analyseapparaat met een
netwerk wordt verbonden, dat de verbinding beveiligd
is en dat deze wordt gecontroleerd op beveiligingsin-
breuken.
r Zorg ervoor dat het WLAN wordt beschermd door
middel van een WPA2-versleuteling wanneer delen
van het netwerk, die door het analyseapparaat wor-
den gebruikt voor het uitwisselen van gegevens, zijn
verbonden met het WLAN.
9 Connectiviteit
214 Netwerkconfiguratie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Netwerkconfiguratie-items
De configuratie-items op het scherm Netwerk bepalen
de verbinding met het netwerk.
f Instellingen > Verbindingen > Netwerk
i
Voor IP-adressen interpreteert het
analyseapparaat cijfers met een voorloopnul als
octaal en cijfers met het voorvoegsel 0x als
hexadecimaal.
Netwerkitem Configuratiewaarde Opmerking
DHCP Ja Wanneer u de waarde Ja selecteert, worden netwerkdefinities
automatisch verkregen van uw DHCP-server.
Nee Wanneer u de waarde Nee selecteert, kunt u de andere confi-
guratie-items selecteren en de juiste waarden invoeren.
IP-adres
Stel het IP-adres van het analyseapparaat in.
Subnet mask
Stel het gebruikte subnetmasker in.
Gateway
Stel het IP-adres van de gatewayserver in.
DNS-server
Stel het IP-adres van de DNS-server in.
y Netwerkconfiguratie-items
Verbinden met het netwerk
Het analyseapparaat configureert automatisch zijn
netwerkinstellingen met behulp van een DHCP-server. U
kunt de netwerkinstellingen ook handmatig configureren.
d
m Verbind de netwerkpoort van het analyseapparaat
middels een netwerkkabel met de geschikte
netwerkpoort.
j
m Gebruikersrol van beheerder
9 Connectiviteit
215Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
r Verbinden met het netwerk
1 Selecteer Instellingen > Verbindingen > Netwerk.
Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer de knop Ja om netwerkinstellingen met
behulp van een DHCP-server te configureren.
3 Selecteer de waarde Nee om de netwerkinstellingen
handmatig te configureren. Voet het IP-adres en de
gegevens van het subnetmasker van het
analyseapparaat in.
I
Het analyseapparaat interpreteert cijfers met een
voorloopnul als octaal en cijfers met het
voorvoegsel 0x als hexadecimaal.
4 Voer de gateway en de DNS-informatie in.
5 Selecteer de knop Opslaan.
u Verwante onderwerpen
• Netwerkconfiguratie-items (214)
9 Connectiviteit
216 Configuratie van het externe serviceplatform van Roche
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie van het externe serviceplat-
form van Roche
In dit gedeelte
Over toegang tot het externe serviceplatform van
Roche(216)
Configuratie-items voor extern serviceplatform van
Roche(217)
Toegang tot het externe serviceplatform van Roche
configureren(218)
Over toegang tot het externe serviceplatform van Roche
U kunt het analyseapparaat met het externe
serviceplatform van Roche verbinden middels een
internetverbinding.
Met het externe serviceplatform van Roche kunt u
automatisch:
• De software van het analyseapparaat bijwerken;
• Testscripts installeren en bijwerken;
• De software van het analyseapparaat en testscripts
registeren en activeren;
• Probleemrapporten opslaan.
Wanneer het analyseapparaat is verbonden, controleert
deze regelmatig het externe serviceplatform van Roche
op updates.
Wanneer nieuwe software of een nieuw testscript
beschikbaar is, downloadt het analyseapparaat deze
update op de achtergrond. Wanneer de update kan
worden geïnstalleerd, kunt u de update accepteren of
afwijzen.
i
Bij toegang tot het externe serviceplatform van
Roche worden geen patiëntgegevens
overgedragen.
U kunt het analyseapparaat alleen met het externe servi-
ceplatform van Roche verbinden indien aan de volgende
twee vereisten is voldaan:
• Het analyseapparaat is verbonden met het netwerk en
het internet.
9 Connectiviteit
217Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• De firewall van uw netwerk is zo geconfigureerd dat
communicatie is toegestaan met:
– Host: remoteservice.roche.com
– IP: 62.209.44.11
– Poort: 443
– Protocol: TCP / SSL
u Verwante onderwerpen
• Een test vanaf het externe serviceplatform van Roche
installeren en bijwerken (119)
• De software bijwerken (168)
Configuratie-items voor extern serviceplatform van
Roche
De configuratie-items op het scherm Externe service
bepalen de toegang tot het externe serviceplatform van
Roche.
f Instellingen > Verbindingen > Externe service
i
Gebruik als veiligheidsmaatregel een specifiek
account op uw server voor het analyseapparaat.
Configuratie-item voor externe service Opmerking
HTTP proxy
Schakel toegang tot het externe serviceplatform van Roche in.
Deze is standaard uitgeschakeld.
Server
Hostnaam of IP-adres:
• remoteservice.roche.com
• 62.209.44.11
Poort
443
Authenticatie
Schakel verplichte gebruikersverificatie in bij gebruik van het externe serviceplatform
van Roche.
Als u verificatie voor het externe serviceplatform van Roche inschakelt, worden de
items Gebruikersnaam en Wachtwoord verplicht.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam van de het specifieke account voor het analyseapparaat op de ser-
ver.
y Configuratie-items voor Externe service
9 Connectiviteit
218 Configuratie van het externe serviceplatform van Roche
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie-item voor externe service Opmerking
Wachtwoord
Wachtwoord van de het specifieke account voor het analyseapparaat op de server.
y Configuratie-items voor Externe service
Toegang tot het externe serviceplatform van Roche
configureren
Om de software van het analyseapparaat en de
testscripts via het externe serviceplatform van Roche bij
te werken, dient u de toegang ertoe te configureren.
j
m Het analyseapparaat is verbonden met het netwerk en
het internet.
m De firewall is geconfigureerd voor toegang tot het
externe serviceplatform van Roche
m Optioneel: gebruikersnaam en wachtwoord van het
analyseapparaat-specifieke account op de server
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Toegang tot het externe serviceplat-
form van Roche inschakelen
1 Selecteer Instellingen > Verbindingen > Externe
service. Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer het item HTTP proxy en wijzig dit in de
waarde Ingeschakeld.
3 Selecteer de items Server en Poort en voer de
volgende informatie in:
• Server: "remoteservice.roche.com" of
"62.209.44.11"
• Poort: "443"
4 Selecteer desgewenst het item Authenticatie en
wijzig dit in de waarde Ingeschakeld. Selecteer de
items Gebruikersnaam en Wachtwoord en voer de
vereiste informatie in.
5 Selecteer de knop Opslaan.
r Toegang tot het externe serviceplat-
form van Roche uitschakelen
1 Selecteer Instellingen > Verbindingen > Externe
service. Selecteer de knop Selecteren.
9 Connectiviteit
219Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Selecteer het item HTTP proxy en wijzig dit in de
waarde Uitgeschakeld.
3 Selecteer de knop Opslaan.
u Verwante onderwerpen
• Configuratie-items voor extern serviceplatform van
Roche (217)
9 Connectiviteit
220 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Verbinden met een hostsysteem
In dit gedeelte
Over hostverbindingen(220)
Configuratie-items voor hostverbindingen(221)
Over beveiliging(222)
Het analyseapparaat met een hostsysteem
verbinden(223)
Hostverbinding bewaken(225)
Over gegevensuitwisseling met een DMS(226)
Patiëntverificatie(228)
Over hostverbindingen
U kunt het analyseapparaat verbinden met een host.
Het analyseapparaat kan verbinding maken met hosts
door middel van de volgende twee protocollen:
• DML: Wordt gebruikt voor verbinding met DMS.
Deze communicatie ondersteunt de synchronisatie
van:
– Instellingen van het analyseapparaat
– Gebruikers
– Patiëntgegevens (indien patiëntverificatie is inge-
schakeld)
– Resultaten (geldig en ongeldig)
– Ct-waarden
– Informatie over afgebroken runs
– Gevalideerde lots
– Fouten en waarschuwingen
• HL7: Wordt gebruikt voor verbinding met LIS, ZIS of
CIS.
Met gebruik van dit protocol kan het analyseapparaat
resultaten (geldige en ongeldige), Ct-waarden,
informatie over afgebroken runs en QC-gegevens
verzenden.
i
Communicatie door middel van het DML-protocol
staat ook bekend als de POC-workflow.
Communicatie door middel van het HL7-protocol
staat ook bekend als de Lab-workflow.
9 Connectiviteit
221Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie-items voor hostverbindingen
Met de gebruikersrol van beheerder kunt u het scherm
Instellingen van het analyseapparaat openen en de
items voor hostverbindingen configureren.
f Instellingen > Verbindingen > Host
Het apparaat start alle communicatie. Selecteer de items
die relevant zijn voor de communicatie. In de volgende
tabel worden de items vermeld die vereist zijn voor
verbinding met een DMS of LIS. De meeste
verbindingsitems zijn gangbaar.
Configuratie-item voor host Is van toepassing op Beschrijving
Type
-
Selecteer:
• POCT1-A (DML). Selecteer deze waarde om de hostverbinding door
middel van het DML-protocol in te schakelen.
• HL7. Selecteer deze waarde om de hostverbinding door middel van
het HL7-protocol in te schakelen.
• Geen. Selecteer deze waarde om de hostverbinding uit te schakelen.
Serverdetails > Server
DML en HL7 IP-adres van host (bijv. 192.168.10.69) of de hostnaam (bijv. LISHOST of
host.customer.net).
Serverdetails > Poort
DML en HL7 Poort waarop de DML- of HL7-toepassing toegankelijk is op de host.
i
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over
het hostadres en de poort.
Serverdetails > Time-out
DML en HL7 Time-out van de toepassing (in seconden) die door alle deelnemers tij-
dens een conversatie worden gebruikt.
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en patiëntverificatie
is ingeschakeld, dan wacht het analyseapparaat gedurende de geconfigu-
reerde time-out voor verificatie van de gescande ID-barcode. Om een lan-
ge wachttijd bij verbindingsproblemen te voorkomen, wordt het aangera-
den om de time-out te gebruiken die het kortst is en met uw netwerkpres-
tatie compatibel is.
Serverdetails > TLS-ver-
sleuteling
DML en HL7 Bepaalt of er al dan niet een TLS-versleuteling voor de communicatie
wordt gebruikt.
Serverdetails > Beveiligde
communicatie configure-
ren
DML en HL7 Wanneer TLS-versleuteling is ingeschakeld, moet de beheerder het host-
certificaat op dit scherm vertrouwen.
Resul. auto. verz.
HL7 Alleen-lezen configuratie-items (altijd ingeschakeld).
y Configuratie-items voor Host-verbindingen
9 Connectiviteit
222 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie-item voor host Is van toepassing op Beschrijving
Gegevenssynchronisatie
> Autom. verzenden
DML Vrijgegeven resultaten (geldige en ongeldige, inclusief de Ct-waarden)
worden altijd automatisch verzonden naar de host.
Als automatische vrijgave is ingeschakeld op het analyseapparaat, worden
resultaten automatisch vrijgegeven en verzonden aan het einde van een
run.
u Systeeminstellingen (135)
i
Raadpleeg voor meer informatie over de items Resul. auto. verz.
en Autom. verzenden de handleiding voor de hostinterface van
de cobas
®
Liat
®
Analyzer.
Gegevenssynchronisatie
DML
Selecteert welke gegevensonderwerpen met een DMS kunnen worden
uitgewisseld. U kunt de volgende onderwerpen in- of uitschakelen:
• Gebruikers
• Testlots
• Apparaatconfiguratie
• Logboekvermelding. (Informatie en Waarsch./fouten)
Patiëntverificatie
DML
Configureert patiëntverificatie op het analyseapparaat. U kunt de volgen-
de items configureren:
• Verificatie
• Verificatietype
• ID is anders
• Getoonde gegev.
• Bevestig handm.
u Patiëntverificatie (228)
Verbindingsinterval
DML Bepaalt het interval (in uren en minuten) voor periodieke verbinding met
het DMS, d.w.z. de tijd tussen gegevenssynchronisaties.
i
Om ervoor te zorgen dat het analyseapparaat en een verbonden
DMS gesynchroniseerd blijven, stelt u het verbindingsinterval in
op zo kort mogelijk als uw netwerkprestaties toestaan.
y Configuratie-items voor Host-verbindingen
Over beveiliging
Het analyseapparaat kan een beveiligde verbinding tot
stand brengen met hosts die het TLS-protocol (Transport
Layer Security) met versie 1.2 ondersteunen.
Met de gebruikersrol van beheerder kunt u het scherm
Serverdetails openen (Instellingen > Verbindingen >
Host) en TLS in- of uitschakelen.
i
TLS is standaard ingeschakeld, maar dit is niet
verplicht.
9 Connectiviteit
223Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
TLS met een eerdere versie dan 1.2 wordt door het
analyseapparaat afgewezen. Het TLS-protocol stond
eerder bekend als het SSL-protocol.
Het analyseapparaat met een hostsysteem verbinden
Het item Type op het scherm Host bepaalt of het
analyseapparaat door middel van een DML- of een HL7-
protocol verbinding maakt met de host. Het is ook
mogelijk om alle analyseapparaat-communicaties uit te
schakelen door dit item op de waarde Geen in te stellen.
Afhankelijk van de gekozen waarde wijzigt het scherm
Host de voor configuratie beschikbare items.
j
m Met het netwerk verbonden analyseapparaat
m Configuratie-informatie voor het hostsysteem
m Gebruikersrol van beheerder
m Voor een beveiligde verbinding middels TLS:
Hostserver ondersteunt TLS met versie 1.2
r Het analyseapparaat met een host
verbinden
1 Selecteer Instellingen > Verbindingen > Host.
Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Type en voer de volgende
handeling uit:
• Selecteer de waarde POCT1-A (DML) om
verbinding te maken met een DMS.
• Selecteer de waarde HL7 om verbinding te maken
met een LIS.
3 Selecteer het item Serverdetails en voer de
volgende handeling uit:
• Selecteer het item Server. Voer de vereiste
informatie in en selecteer de knop Toepassen.
• Selecteer het item Poort. Voer de vereiste
informatie in en selecteer de knop Toepassen.
• Selecteer het item Time-out. Voer de vereiste
informatie in en selecteer de knop Toepassen.
9 Connectiviteit
224 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Indien u TLS wilt inschakelen, voert u de volgende
handelingen uit:
• Houd het item TLS-versleuteling ingesteld op de
standaardwaarde Ja.
• Selecteer het item Beveiligde communicatie
configureren.
• Selecteer de knop Aanvragen op het scherm
Beveiligde communicatie.
• Wanneer het certificaat wordt weergegeven,
selecteert u het item Vertrouwniv. en wijzigt u
het in de waarde Vertrouwd.
• Selecteer de knop Toepassen.
I
Als er geen certificaat wordt weergegeven,
ondersteunt de hostserver de minimale
beveiligingsconfiguratie (TLS met versie 1.2) niet.
U dient voor elke host slechts eenmalig het
certificaat van de server te vertrouwen. Als het
certificaat of de server wijzigt, dient u het
certificaatvertrouwen opnieuw te valideren.
5 Indien gewenst, kunt u TLS uitschakelen door het
item TLS-versleuteling te selecteren en dit in de
waarde Nee te wijzigen.
6 Selecteer de knop Opslaan op het scherm
Serverdetails.
f Het analyseapparaat is verbonden met het
hostsysteem.
7 U kunt ook op het scherm Host de items
Gegevenssynchronisatie, Patiëntverificatie en
Verbindingsinterval configureren voor een DMS-
verbinding.
I
Als het analyseapparaat is verbonden met een
host, worden vrijgegeven resultaten altijd
automatisch verzonden naar de host.
8 Selecteer de knop Opslaan op het scherm Host.
9 Als automatische vrijgave van resultaten is
uitgeschakeld in Systeem > Resultaatinstell. >
Autom. vrijgave, wordt er een melding
weergegeven. Voer een van de volgende handelingen
uit:
• Selecteer de knop Ja om automatische vrijgave
van resultaten in te schakelen.
• Selecteer de knop Nee om automatische vrijgave
van resultaten uitgeschakeld te houden.
I
Alleen vrijgegeven resultaten worden automatisch
verzonden naar de host.
f Indien deze ingeschakeld is, wordt de instelling in
Systeem > Resultaatinstell. > Autom. vrijgave
automatisch gewijzigd in de waarde Ja.
9 Connectiviteit
225Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
10 Als u het analyseapparaat met een DMS hebt
verbonden en gegevenssynchronisatie is
ingeschakeld, voert u de volgende handelingen uit:
• Meld u aan op het analyseapparaat.
• Meld u weer af op het analyseapparaat.
• Wacht gedurende ten minste het
verbindingsinterval voordat u zich weer op het
analyseapparaat aanmeldt.
I
Zonder deze stap kan het analyseapparaat de
eerste keer geen gegevens, zoals de lijst van
gebruikers, van het DMS ontvangen.
r De verbinding van het analyseappa-
raat met het hostsysteem verbreken
1 Selecteer Instellingen > Verbindingen > Host.
Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Type en selecteer de waarde
Geen.
3 Selecteer de knop Opslaan.
f De verbinding tussen het analyseapparaat en de
host is verbroken.
u Verwante onderwerpen
• Configuratie-items voor hostverbindingen (221)
• Patiëntverificatie configureren (231)
Hostverbinding bewaken
Het analyseapparaat biedt een manier om de
verbindingsstatus op de grafische gebruikersinterface te
bewaken.
Wanneer een verbinding met een hostsysteem tot stand
wordt gebracht, worden de volgende pictogrammen in
de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven:
Pictogram Beschrijving
Er is nu geen verbinding of er is een fout
opgetreden tijdens de laatste verbinding.
Laatste verbinding is geslaagd.
Verbinding waarbij gegevens worden ver-
zonden.
y Pictogrammen verbindingsstatus
Selecteer het pictogram om details over de laatste
verbinding weer te geven.
9 Connectiviteit
226 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het analyseapparaat maakt niet voortdurend verbinding
met de host. De verbinding wordt in de volgende geval-
len tot stand gebracht:
• Tijdens de geconfigureerde intervallen (bij verbinding
met het DMS)
• Tijdens het verzenden van gegevens (bij verbinding
met het DMS of LIS)
• Tijdens het verifiëren van patiëntgegevens (bij verbin-
ding met het DMS)
i
Nadat het analyseapparaat opnieuw is opgestart,
vindt er geen communicatie met het DMS plaats
totdat een gebruiker zich op het analyseapparaat
heeft aangemeld.
Over gegevensuitwisseling met een DMS
De verbinding met een gegevensbeheersysteem (DMS)
en ingeschakelde gegevenssynchronisatie is van invloed
op de functionaliteit van het analyseapparaat.
i
De verbinding met een
laboratoriuminformatiesysteem (LIS) is niet van
invloed op de functionaliteit van het
analyseapparaat.
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en
gegevenssynchronisatie is ingeschakeld, worden
sommige functies van het analyseapparaat overschreven
door het DMS en op het analyseapparaat uitgeschakeld.
De volgende functies worden hierdoor beïnvloed:
Functie Wijziging
Automatische blokkering Bepaalde gegevens die van het DMS worden ontvangen (zoals lots testbuisjes en ap-
paraatconfiguratie) kunnen alleen worden toegepast wanneer het analyseapparaat is
geblokkeerd of wanneer er geen gebruiker is aangemeld. Het analyseapparaat kan
worden gedeblokkeerd terwijl dergelijke gegevens worden ontvangen en toegepast.
Resultaten controleren Als het analyseapparaat automatisch resultaten vrijgeeft, worden deze rechtstreeks
naar een DMS of HL7-host verzonden. U kunt geen resultaten beoordelen op het ana-
lyseapparaat.
y Functies van het analyseapparaat die door de DMS-verbinding worden beïnvloed
9 Connectiviteit
227Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Functie Wijziging
Gebruikersbeheer Gebruikersbeheer is uitgeschakeld op het analyseapparaat als het analyseapparaat ge-
bruikersgegevens uitwisselt met een DMS.
U kunt het standaard beheerdersaccount ADMIN niet via een DMS van het analyseap-
paraat verwijderen. Dit is niet van toepassing op alle andere gebruikersaccounts met
de gebruikersrol van beheerder.
Nadat u het analyseapparaat hebt geïnstalleerd en met een DMS hebt verbon-
den, voert u de volgende handelingen uit om voor het eerst gebruikersgege-
vens te ontvangen op het analyseapparaat:
1. Zet het analyseapparaat uit en aan.
2. Meld u aan op het analyseapparaat.
3. Meld u weer af op het analyseapparaat.
4. Wacht gedurende ten minste het verbindingsinterval voordat u zich weer op het
analyseapparaat aanmeldt.
i
Op het DMS vastgestelde gebruikers-ID's en wachtwoorden kunnen uitsluitend
bestaan uit ASCII afdrukbare tekens (33-126) zonder #96 (accent grave) om
toegang tot het analyseapparaat in te schakelen.
Lotbeheer Lots testbuisjes kunnen tussen analyseapparaaten worden gedeeld als het uitwisselen
van lots testbuisjes is ingeschakeld.
Als lots testbuisjes worden uitgewisseld met de DMS, kunt u de lots testbuisjes niet
verwijderen op het analyseapparaat.
Als lots testbuisjes met een DMS worden uitgewisseld en op het DMS worden goedge-
keurd, zijn lots testbuisjes uitsluitend na goedkeuring op het DMS beschikbaar op de
analyseapparaaten, zelfs op het analyseapparaat waarop de lots testbuisjes als eerste
zijn toegevoegd.
Als u lots testbuisjes via een DMS tussen analyseapparaaten met verschillende softwa-
reversies (bijv. softwareversie 3.3 en softwareversie 3.2) wilt delen, moet u de lots test-
buisjes toevoegen op het analyseapparaat met de laagste softwareversie.
Instellingen van het analyseapparaat De lokale instellingen worden overschreven door ontvangen instellingen als het analy-
seapparaat de systeeminstellingen van de DMS accepteert. Lokale veranderingen van
de instellingen zijn alleen van kracht zolang deze niet worden overschreven vanaf de
DMS.
Netwerkinstellingen kunnen niet worden overschreven door de DMS.
Gebeurtenislogs Indien geconfigureerd, worden gebeurtenissen door het analyseapparaat verzonden
naar de verbonden DMS.
Uw wachtwoord wijzigen Als het analyseapparaat gebruikersgegevens uitwisselt met een DMS, kunnen gebrui-
kers alleen hun wachtwoord wijzigen op basis van een verzoek van de DSM.
Wanneer de DMS dit vraagt, moet u uw wachtwoord wijzigen tijdens het aanmelden.
In dit geval verwacht het analyseapparaat een wachtwoord, ongeacht welke aanmel-
dingsmodus op het analyseapparaat is ingesteld.
i
Zorg ervoor dat de regels voor wachtwoorden op het analyseapparaat en de
DMS overeenkomen om problemen bij aanmelden te voorkomen.
y Functies van het analyseapparaat die door de DMS-verbinding worden beïnvloed
9 Connectiviteit
228 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Functie Wijziging
De barcode van uw badge wijzigen Als het analyseapparaat gebruikersgegevens uitwisselt met een DMS, kunnen gebrui-
kers de barcode van hun badge niet direct op het analyseapparaat toewijzen of wijzi-
gen.
i
Een DMS ondersteunt mogelijk geen afzonderlijke barcode van een badge,
maar alleen een gebruikers-ID. Als een aanmeldingsmodus voor aanmelding
middels de barcode van een badge is ingesteld op het analyseapparaat, wijst
het analyseapparaat de van het DMS ontvangen gebruikers-ID toe aan de
barcode van de badge van de gebruiker.
y Functies van het analyseapparaat die door de DMS-verbinding worden beïnvloed
Patiëntverificatie
In dit gedeelte
Over patiëntverificatie(228)
Configuratie-items voor patiëntverificatie(230)
Patiëntverificatie configureren(231)
Over patiëntverificatie
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en
patiëntverificatie is geconfigureerd, verzendt het
analyseapparaat gescande ID's naar het DMS voor
verificatie van de patiëntgegevens.
9 Connectiviteit
229Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over een test uitvoeren met patiëntverificatie
A B
C
A ID geconfigureerd als verificatietype
B Patiëntverificatiestatus
C Weergegeven patiëntgegevens (indien
geconfigureerd)
Patiëntverificatie wijzigt de vorm van het scherm Test
wanneer een test wordt uitgevoerd.
• Het analyseapparaat vraagt u om de ID te scannen
die als verificatietype is geconfigureerd.
• De patiëntverificatiestatus wordt aangeduid met een
pictogram.
• Indien geconfigureerd, worden de patiëntgegevens
weergegeven nadat de patiënt is geverifieerd.
De patiëntgegevens worden niet op het analyseappa-
raat opgeslagen, maar worden slechts tijdelijk weer-
gegeven.
Patiëntverificatie heeft geen invloed op de runs voor het
valideren van lots testbuisjes of voor aanvullende QC's.
u Een test uitvoeren (97)
Over de patiëntverificatiestatus
Patiëntverificatie kan de volgende status bevatten die op
het scherm Test wordt weergegeven:
Pictogram Beschrijving
• Patiëntverificatie is geslaagd.
• Patiëntverificatie is mislukt.
• Een mislukte patiëntverificatie kan
worden overschreven.
• De test kan worden voortgezet zon-
der geslaagde patiëntverificatie.
• Patiëntverificatie is mislukt.
• Een mislukte patiëntverificatie kan
niet worden overschreven.
• De test kan alleen worden voortge-
zet na een geslaagde patiëntverifi-
catie.
y Pictogrammen patiëntverificatiestatus
Mislukte patiëntverificaties worden in een invoer van een
audit trail genoteerd.
Een patiëntverificatie kan om een van de volgende rede-
nen mislukken:
• De ingevoerde ID bestaat niet op de host.
• De geconfigureerde time-out is te kort voor uw net-
werkprestatie.
• De verbinding met het hostsysteem is verbroken.
9 Connectiviteit
230 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Als een patiëntverificatie mislukt terwijl u een bestaande
ID hebt ingevoerd, configureer dan een langere time-out
en controleer de hostverbinding. Neem contact op met
uw lokale netwerkbeheerder als het probleem aanhoudt.
u Configuratie-items voor hostverbindingen (221)
u Hostverbinding bewaken (225)
Over niet-overeenkomende ID's
Het configuratie-item ID is anders en uw gebruikersrol
bepalen of u een testrun kunt voortzetten wanneer de
patiëntverificatie mislukt:
• De waarde Run toegestaan:
U kunt de mislukte patiëntverificatie overschrijven en
de testrun voortzetten.
Overschreven patiëntverificaties worden in een invoer
van een audit trail opgenomen.
• De waarde Run niet toegestaan:
Afhankelijk van uw gebruikersrol kunt u al dan niet
de testrun voortzetten:
– De gebruikersrol van gebruiker kan geen misluk-
te patiëntverificaties overschrijven. U dient een
bestaande ID op te geven om de testrun voor te
zetten.
– De gebruikersrol van toezichthouder of hoger kan
de mislukte patiëntverificatie overschrijven en de
testrun voortzetten.
Over resultaten met patiëntverificatie
Als patiëntverificatie is geconfigureerd, bevatten rijen en
kolommen met ID-gegevens het label ID in plaats van
het label Monster-ID op het scherm Resultaten, op het
scherm Resultaatrapport en in de resultaatfilters.
Configuratie-items voor patiëntverificatie
De configuratie-items op het scherm Patiëntverificatie
bepalen het gebruik van de patiëntverificatie indien het
analyseapparaat is verbonden met een DMS.
9 Connectiviteit
231Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
f Instellingen > Verbindingen > Host > Patiëntve-
rificatie
De configuratie van patiëntverificatie maakt deel uit van
de configuratie van hostverbindingen voor het DML-
protocol.
Item voor patiëntverificatie Configuratie-item Opmerking
Verificatie
• Niet geverifieerd
• Vorige run
Schakel patiëntverificatie al dan niet in.
Verificatietype
• Patiënt-ID
• Monster-ID
• Opdrachtnummer
• Bezoek-ID
Selecteer het type ID dat bij de monsters wordt gebruikt.
Wanneer een test wordt uitgevoerd, vraagt het analyseap-
paraat op het scherm Test om de barcode van de geconfi-
gureerde ID te scannen. De ID wordt vervolgens middels
het DMS geverifieerd.
ID is anders
• Run toegestaan
• Run niet toegestaan
Selecteer of u de test wilt voortzetten wanneer de patiënt-
verificatie mislukt.
u Over niet-overeenkomende ID's (230)
Getoonde gegev.
• Geen gegevens
• Naam
• Naam, m/v, Geb.dat.
Selecteer de op het analyseapparaat-scherm weer te ge-
ven patiëntgegevens na een geslaagde patiëntverificatie.
Bevestig handm.
• Niet verplicht
• Verplicht
Indien handmatige bevestiging is vereist, dient u de via het
DMS ontvangen patiëntgegevens te bevestigen voordat u
de testrun kunt voortzetten.
y Configuratie-items voor Patiëntverificatie
u Configuratie-items voor hostverbindingen (221)
u Patiëntverificatie configureren (231)
Patiëntverificatie configureren
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden,
kunt u patiëntverificatie configureren.
Configuratie van de patiëntverificatie is van invloed op de
gegevens die tijdens het uitvoeren van een testrun
worden weergegeven.
u Een test uitvoeren (97)
u Resultaten verwerken (104)
u Configuratie-items voor patiëntverificatie (230)
9 Connectiviteit
232 Verbinden met een hostsysteem
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
j
m Analyseapparaat die door middel van een DML-
protocol met een hostsysteem is verbonden
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Patiëntverificatie configureren
1 Selecteer op het scherm Menu Instellingen >
Verbindingen > Host > Patiëntverificatie.
Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Verificatie en selecteer de waarde
Vorige run om patiëntverificatie in te schakelen.
f De andere items voor patiëntverificatie worden
weergegeven en kunnen worden gewijzigd.
3 Om het type ID te selecteren dat op monsters wordt
toegepast, selecteert u het item Verificatietype en
selecteert u een waarde:
• Monster-ID
• Patiënt-ID
• Opdrachtnummer
• Bezoek-ID
4 Om de workflow bij mislukte patiëntverificaties in te
stellen, selecteert u het item ID is anders en
selecteert u een waarde:
• Run toegestaan
• Run niet toegestaan
5 Om de patiëntgegevens in te stellen die op het
scherm van het analyseapparaat worden
weergegeven na een geslaagde patiëntverificatie,
selecteert u het item Getoonde gegev. en selecteert
u een waarde:
• Geen gegevens
• Naam
• Naam, m/v, Geb.dat.
6 Om vereiste handmatige bevestiging in te stellen,
selecteert u het item Bevestig handm. en selecteert
u een waarde:
• Niet verplicht
• Verplicht
7 Selecteer de knop Toepassen.
8 Selecteer de knop Opslaan op het scherm Host.
9 Connectiviteit
233Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie van gedeelde locaties
Gedeelde locaties zijn mappen op uw netwerk, d.w.z.
netwerkbronnen.
Voor softwareversie 3.3 en hoger vervangen de gedeelde
locaties de netwerkbronnen Installatiebron van
softwareversie 3.2 en later, u kunt deze op dezelfde wijze
gebruiken.
U kunt de volgende gedeelde locaties op het analyseap-
paraat definiëren:
• 1 map voor gedeelde lots
• 3 netwerkshares
• 3 FTP-shares
i
De netwerkshares maken gebruik van het
SMBv2.1-netwerkprotocol of hoger.
Configureer de map voor gedeelde lots om de volgende
gegevens tussen analyseapparaaten te delen:
• Lots testbuisjes
• Gebruikte testbuisjes
Configureer de netwerkshares en/of FTP-shares voor de
volgende taken:
• Nieuwe testen installeren
• Archiveringsdatum
• Probleemrapporten opslaan
De gebruikersrol van toezichthouder of beheerder is
vereist voor het definiëren van gedeelde locaties.
Voordat u gedeelde locaties kunt definiëren, moet het
analyseapparaat eerst met een netwerk worden
verbonden.
In dit gedeelte
Configuratie-items voor gedeelde locaties(234)
De map voor gedeelde lots gebruiken(235)
De map voor gedeelde lots configureren(236)
Netwerkshares configureren(238)
FTP-shares configureren(238)
9 Connectiviteit
234 Configuratie van gedeelde locaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Configuratie-items voor gedeelde locaties
De configuratie-items op het scherm Gedeelde locaties
configureren de toegang tot de gedeelde locaties.
f Instellingen > Gedeelde locaties
Verzamel de volgende informatie voordat u de gedeelde
locaties kunt definiëren:
m Mappad voor de gedeelde locatie
m Servernaam (IP-adres als u van plan bent FTP te
gebruiken)
m Gebruikersnaam en wachtwoord voor het specifieke
account
i
Gebruik als veiligheidsmaatregel een specifiek
account op uw server voor het analyseapparaat.
Voor FTP-shares kunt u uitsluitend IP-adressen
gebruiken.
Voor netwerkshares kunt u zowel IP-adressen als
hostnamen gebruiken.
U kunt de volgende configuratie-items voor de gedeelde
locaties definiëren:
Item voor gedeelde locatie Configuratie-item Opmerking
Ged. lotnr.map Ged. lotnrs. gebr.
• Selecteer de waarde Ja om de map voor gedeelde lots in te
schakelen.
• Selecteer de waarde Nee om de map voor gedeelde lots uit
te schakelen.
Naam
Naam van de map voor gedeelde lots (niet configureerbaar).
Servernaam
URL van de server voor gedeelde lots.
Als de DNS-omzetting niet mogelijk is, werkt de servernaam
mogelijk niet. Probeer in plaats daarvan het IP-adres van de
server voor gedeelde lots.
Mappad
Voer het volledige pad in met behulp van de syntaxis van de
server.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam van de het specifieke account voor het analy-
seapparaat op de server.
Wachtwoord
Wachtwoord van de het specifieke account voor het analyse-
apparaat op de server.
Gedeeld netwerk {0}
(met {0} = 1 t/m 3)
Naam
Naam van de netwerkshare.
Servernaam
URL van de server voor de netwerkshare.
Mappad
Voer het volledige pad in met behulp van de syntaxis van de
server.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam van de het specifieke account voor het analy-
seapparaat op de server.
y Configuratie-items voor gedeelde locaties
9 Connectiviteit
235Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Item voor gedeelde locatie Configuratie-item Opmerking
Wachtwoord
Wachtwoord van de het specifieke account voor het analyse-
apparaat op de server.
Gedeelde FTP {0}
(met {0} = 1 t/m 3)
Naam
Naam van de FTP-share.
Type
FTP of beveiligde FTP.
Server-IP adres
IP-adres van de FTP-server.
Poort
Poort waarop de FTP-share toegankelijk is.
Mappad
Voer het volledige pad in met behulp van de syntaxis van de
server.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam van de het specifieke account voor het analy-
seapparaat op de server.
Wachtwoord
Wachtwoord van de het specifieke account voor het analyse-
apparaat op de server.
Wanneer u een gebruikersnaam voor de FTP-share configu-
reert, is het item Wachtwoord verplicht.
y Configuratie-items voor gedeelde locaties
De map voor gedeelde lots gebruiken
De map voor gedeelde lots maakt bepaalde informatie
toegankelijk voor alle analyseapparaaten die ermee zijn
verbonden.
Wanneer u de map voor gedeelde lots configureert, kunt
u de volgende informatie delen tussen analyseapparaat-
en die met dezelfde map voor gedeelde lots zijn verbon-
den:
• Lots testbuisjes
Als een lot is gevalideerd op één analyseapparaat, is
het lot tevens beschikbaar op andere analyseappa-
raaten en is validatie op de andere analyseapparaaten
niet noodzakelijk.
• Gebruikte buisjes
De map voor gedeelde lots slaat informatie over ge-
bruikte buisjes op. Deze informatie is tevens beschik-
baar op de andere analyseapparaaten.
De in de map voor gedeelde lots opgeslagen informatie
wordt opgenomen wanneer u lots testbuisjes archiveert,
exporteert en/of importeert met behulp van de Advanced
Tools op het scherm Hulpmiddelen.
Overweeg de volgende informatie wanneer u de map
voor gedeelde lots gebruikt:
• U kunt alleen informatie delen die met het analyseap-
paraat is gegenereerd nadat de map voor gedeelde
lots werd ingeschakeld. Als een lot bijvoorbeeld is ge-
valideerd en u schakelt vervolgens de map voor ge-
9 Connectiviteit
236 Configuratie van gedeelde locaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
deelde lots in, dan is het lot niet beschikbaar voor de
rest van de analyseapparaaten die met de map voor
gedeelde lots zijn verbonden.
• Lotbeheer met behulp van de map voor gedeelde lots
en lotbeheer met behulp van een DMS sluiten elkaar
uit.
Verbindingsstatus van map voor gedeelde
lots
Als de map voor gedeelde lots is ingeschakeld, geeft het
pictogram voor gedeelde lots in de titelbalk van het
aanraakscherm de verbindingsstatus aan:
Pictogram Beschrijving
Verbonden en gesynchroniseerd
Verbinding verbroken
y Verbindingsstatus van map voor gedeelde lots
De map voor gedeelde lots configureren
Configureer de map voor gedeelde lots om lots
testbuisjes en gebruikte testbuisjes te delen.
j
m Analyseapparaat is met het netwerk verbonden.
m Serverdetails voor de map voor gedeelde lots.
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder.
r De map voor gedeelde lots configu-
reren
1 Selecteer Instellingen > Gedeelde locaties > Ged.
lotnr.map. Selecteer de knop Selecteren.
2 Stel het item Ged. lotnrs. gebr. in op de waarde Ja.
Selecteer het item Serverdetails.
9 Connectiviteit
237Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
3 Voer voor de items Servernaam, Mappad,
Gebruikersnaam en Wachtwoord de volgende
handelingen uit:
• Selecteer het item.
• Voer de serverdetails voor de map voor gedeelde
lots in.
• Selecteer de knop Toepassen
I
Als de servernaam niet werkt, probeer dan het IP-
adres van de server voor gedeelde lots.
4 U kunt ook de knop Test selecteren om de
verbinding met de map voor gedeelde lots te testen.
5 Selecteer de knop Toepassen. Selecteer de knop
Opslaan.
f Op de titelbalk wordt weergegeven.
6 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu. Bekijk de
geïnstalleerde testen en beschikbare lots testbuisjes.
r De map voor gedeelde lots uitscha-
kelen
1 Selecteer Instellingen > Gedeelde locaties > Ged.
lotnr.map. Selecteer de knop Selecteren.
2 Selecteer het item Ged. lotnrs. gebr. en selecteer de
waarde Nee.
3 Selecteer de knop Opslaan.
f De map voor gedeelde lots is uitgeschakeld.
f Op de titelbalk wordt niet langer
weergegeven.
f De serverdetails worden bewaard en de map voor
gedeelde lots kan weer worden ingeschakeld
zonder opnieuw de serverdetails op te hoeven
geven.
4 Selecteer het item Testmenu en selecteer de knop
Selecteren op het scherm Menu. Bekijk de
geïnstalleerde testen en beschikbare lots testbuisjes.
I
U moet lots testbuisjes mogelijk opnieuw
valideren die waren gevalideerd toen de map voor
gedeelde lots was ingeschakeld (d.w.z. lots
testbuisjes die niet langer op het scherm
Testmenu worden weergegeven).
9 Connectiviteit
238 Configuratie van gedeelde locaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
u Verwante onderwerpen
• Configuratie-items voor gedeelde locaties (234)
Netwerkshares configureren
Configureer netwerkshares om ze te gebruiken als
bronlocatie voor het installeren van nieuwe testen en als
opslaglocatie voor gearchiveerde gegevens en
probleemrapporten.
U kunt maximaal 3 netwerkshares definiëren.
j
m Analyseapparaat is met het netwerk verbonden.
m Configuratie-informatie voor de netwerkshares.
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder.
r Een netwerkshare configureren
1 Selecteer Instellingen > Gedeelde locaties >
Gedeeld netwerk {0} (met {0} = 1 t/m 3). Selecteer
de knop Selecteren.
2 Selecteer desgewenst het item Naam en voer een
andere naam in voor de netwerkshare. Selecteer de
knop Toepassen.
3 Voer voor de items Servernaam, Mappad,
Gebruikersnaam en Wachtwoord de volgende
handelingen uit:
• Selecteer het item.
• Voer de informatie voor de netwerkshare in.
• Selecteer de knop Toepassen.
4 U kunt ook de knop Test selecteren om de
verbinding met de netwerkshare te testen.
5 Selecteer de knop Opslaan.
u Verwante onderwerpen
• Configuratie-items voor gedeelde locaties (234)
FTP-shares configureren
Configureer FTP-shares om ze te gebruiken als
bronlocatie voor het installeren van nieuwe testen en als
opslaglocatie voor gearchiveerde gegevens en
probleemrapporten.
U kunt maximaal 3 FTP-shares definiëren.
9 Connectiviteit
239Connectiviteit
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
j
m Analyseapparaat is met het netwerk verbonden.
m Configuratie-informatie voor de FTP-shares.
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder.
r Een FTP-share configureren
1 Selecteer Instellingen > Gedeelde locaties >
Gedeelde FTP {0} (met {0} = 1 t/m 3). Selecteer de
knop Selecteren.
2 Selecteer desgewenst het item Naam en voer een
andere naam in voor de FTP-share. Selecteer de knop
Toepassen.
3 Voer voor de items Type, Server-IP adres, Poort,
Mappad, Gebruikersnaam en Wachtwoord de
volgende handelingen uit:
• Selecteer het item.
• Voer de informatie voor de FTP-share in.
• Selecteer de knop Toepassen.
I
Wanneer u een Gebruikersnaam voor de FTP-
share configureert, is het item Wachtwoord
verplicht.
Zorg ervoor dat de geconfigureerde gebruiker
schrijfmachtiging heeft op de FTP-share.
4 U kunt ook de knop Test selecteren om de
verbinding met de FTP-share te testen.
I
Als de verbindingstest slaagt, betekent dit
uitsluitend dat een geconfigureerde gebruiker
toegang heeft tot de FTP-share. Er wordt niet
getest of de geconfigureerde gebruiker over
schrijfmachtiging beschikt voor de FTP-share.
5 Selecteer de knop Opslaan.
u Verwante onderwerpen
• Configuratie-items voor gedeelde locaties (234)
9 Connectiviteit
240 Configuratie van gedeelde locaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
9 Connectiviteit
241
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Onderhoud
In dit hoofdstuk
10
Kwaliteitscontrole (Quality Control)................................ 243
Onderhoud en kalibratie ..................................................... 244
Over zelfcontroles....................................................... 244
Over automatische bewaking................................. 244
Over automatisch afstellen...................................... 245
Over service .................................................................. 245
Het aanraakscherm kalibreren .............................. 246
Het analyseapparaat reinigen ................................ 246
De buitenkant van het analyseapparaat
reinigen................................................................ 248
Reiniging na lekken van testbuisjes of
morsen................................................................. 249
10 Onderhoud
242
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
10 Onderhoud
243Onderhoud
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Kwaliteitscontrole (Quality Control)
Interne controle
In elk testbuisje is een interne procescontrole (IPC)
opgenomen. Hiermee wordt de adequate verwerking van
het monster gecontroleerd.
De Ct-waarden worden voor informatie over
targetamplificatie in de archiefbestanden voor resultaten
opgenomen. IPC Ct-waarden worden niet opgenomen.
u Archiveringsdatum (180)
Quality Control Kits
Voor elke cobas
®
Liat
®
Assay is bij Roche een Quality
Control Kit verkrijgbaar. De Quality Control Kit bevat
monstermateriaal voor positieve en negatieve controles.
De procedure voor het uitvoeren van positieve en
negatieve controles is vergelijkbaar met die voor het
toevoegen van lots.
u Raadpleeg Een lot testbuisjes toevoegen (125) en de
bijsluiter of de gebruiksaanwijzing van de
cobas
®
Liat
®
Assay voor gedetailleerde instructies.
LET OP!
Aanvullende QC-testen
Aanvullende QC-testen worden niet vereist door de
fabrikant. Een aanvullende QC moet worden uitgevoerd
door de controle te testen als een patiëntenmonster.
10 Onderhoud
244 Onderhoud en kalibratie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Onderhoud en kalibratie
Behalve voor de kalibratie van het aanraakscherm is er
geen gebruiker vereist voor het uitvoeren van onderhoud.
In dit gedeelte
Over zelfcontroles(244)
Over automatische bewaking(244)
Over automatisch afstellen(245)
Over service(245)
Het aanraakscherm kalibreren(246)
Het analyseapparaat reinigen(246)
Over zelfcontroles
Het analyseapparaat voert tijdens het opstarten (de
initialisatie) een zelfdiagnose uit en maakt gebruik van
een geavanceerd foutdiagnosesysteem om de werking
van het analyseapparaat tijdens een test te controleren.
Bij normale werking waarschuwt het analyseapparaat de
gebruiker wanneer er een storing of fout wordt
waargenomen.
Het analyseapparaat hoeft niet door de gebruiker te
worden afgesteld of gekalibreerd.
Over automatische bewaking
Het analyseapparaat wordt dagelijks (op de in het
systeem geconfigureerde tijd) automatisch opnieuw
opgestart, zodat de technische staat kan worden
gewaarborgd.
Het analyseapparaat beschikt over een ingebouwd
bewakingssysteem om ervoor te zorgen dat het altijd
optimaal functioneert. Tijdens bewaking worden mogelijk
informatiemeldingen weergegeven.
10 Onderhoud
245Onderhoud
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Selecteer de knop Nee om het proces voor opnieuw
opstarten te starten. Selecteer de knop Ja om een
vertraging van 60seconden te activeren. Na 60seconden
wordt een volgende melding weergegeven, waarmee
nogmaals een vertraging van 60seconden kan worden
ingezet alvorens het analyseapparaat automatisch
opnieuw wordt opgestart. Volg de instructies op het
scherm en het analyseapparaat wordt opnieuw gestart.
u Verwante onderwerpen
• Systeeminstellingen (135)
Over automatisch afstellen
Het analyseapparaat voert periodiek een automatische
afstelling uit.
Tijdens automatisch afstellen wordt (automatische
kalibratie) weergegeven in de titelbalk. Als het item
Test uitvoeren wordt geselecteerd, wordt de melding
Automatisch kalibreren is in behandeling. Dit kan
een minuut duren. weergegeven. Selecteer de knop
Bevestig. om de melding te sluiten. Wacht tot
(automatische kalibratie) niet langer in de titelbalk
wordt weergegeven.
Over service
Neem contact op met uw plaatselijke Roche-
vertegenwoordiger als u vragen hebt over het
analyseapparaat, de servicebehoeften ervan of als u
andere vragen hebt.
10 Onderhoud
246 Onderhoud en kalibratie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
VOORZICHTIG!
Elektrisch gevaar
Alleen een gekwalificeerde Roche-vertegenwoordiger
kan service aan het analyseapparaat uitvoeren.
Demontage van het analyseapparaat kan een elektrisch
gevaar opleveren.
r Probeer nooit het analyseapparaat zelf te repareren of
af te stellen.
r Neem contact op met uw plaatselijke Roche-verte-
genwoordiger als het analyseapparaat niet naar be-
horen werkt.
Het aanraakscherm kalibreren
Als het analyseapparaat een ander item activeert dan u
hebt aangetikt, moet het aanraakscherm worden
gekalibreerd.
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Het aanraakscherm kalibreren
1 Selecteer Hulpmiddelen > Kalibratie >
Aanraakscherm.
2 Selecteer de knop Selecteren.
3 Volg de instructies op het scherm.
4 Wanneer de kalibratie is voltooid, tikt u op het scherm
om de nieuwe instellingen te bevestigen of wacht u
30seconden om de wijziging te annuleren.
Het analyseapparaat reinigen
• Zorg ervoor dat er niet te veel vingerafdrukken op het
aanraakscherm komen en dat het aanraakscherm
droog is door het voorzichtig af te vegen met een
zachte, pluisvrije doek.
• De buitenkant van het analyseapparaat en de knop-
pen op het voorpaneel kunnen ook worden gereinigd
met een zachte, niet-pluizende doek bevochtigd met
70% isopropanol of 5-10% bleekmiddel. Als bleek-
10 Onderhoud
247Onderhoud
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
middel wordt gebruikt, moet het paneel tweemaal
worden afgeveegd met 70% isopropanol om alle res-
ten bleekmiddel te verwijderen.
• Gebruik geen isopropanol of een bleekmiddel om het
aanraakscherm te reinigen.
• Controleer de achterste ventilatieopening en de on-
derzijde van het analyseapparaat regelmatig op over-
matige hoeveelheden stof en vuil.
• Wanneer de melding "Use cleaning tool" op het
scherm verschijnt, gebruik dan het meegeleverde rei-
nigingshulpmiddel en houd u aan de bijgesloten in-
structies bij de Cleaning Tool Kit.
• Reinig het scherm van de barcodelezer alleen indien
het lezen van barcodes herhaaldelijk mislukt. Gebruik
geen bleekmiddel om het scherm van de barcodele-
zer te reinigen.
u Het scherm van de barcodelezer reinigen (271)
Veiligheid
u Zorg ervoor dat u bekend bent met de veiligheidsin-
structies in Veiligheidsinstructies (27).
VOORZICHTIG!
Elektrische schok
Vloeistof op het analyseapparaat of de voedingseenheid
spuiten of aanbrengen kan het analyseapparaat
beschadigen of een elektrisch gevaar vormen.
r Spuit vloeistof niet rechtstreeks op het analyseappa-
raat of de voedingseenheid en breng er ook niet
rechtstreeks vloeistof op aan.
r Probeer niet het inwendige van het analyseapparaat
te reinigen via de ventilatieopeningen.
r Gebruik voor het reinigen van de buisjeskamer alleen
de cobas
®
Liat
®
Cleaning Tool wanneer het analyse-
apparaat daar om vraagt.
LET OP!
Schade aan het analyseapparaat als gevolg van
gebruik van ongeschikte reinigingsmaterialen
Het gebruik van ongeschikte reinigingsmaterialen kan
het aanraakscherm en andere oppervlakken
beschadigen.
r Gebruik alleen de meegeleverde Cleaning Tool wan-
neer de melding dit aangeeft. Probeer niet de buisjes-
kamer van het analyseapparaat te reinigen met ande-
re middelen dan de Cleaning Tool Kit.
r Gebruik nooit ruwe, schurende reinigingsmiddelen of
-doekjes.
10 Onderhoud
248 Onderhoud en kalibratie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
In dit gedeelte
De buitenkant van het analyseapparaat reinigen(248)
Reiniging na lekken van testbuisjes of morsen(249)
De buitenkant van het analyseapparaat reinigen
Het analyseapparaat schoonhouden voorkomt
verontreiniging en zorgt voor een probleemloze werking.
j
m Zachte, pluisvrije doek
m Alleen voor het reinigen van de knoppen op het
voorpaneel en de buitenkant van het
analyseapparaat:
70% isopropanol of 5-10% bleekmiddel
r Het aanraakscherm reinigen
1 Veeg het aanraakscherm voorzichtig af met een
zachte, pluisvrije doek.
I
Gebruik geen isopropanol of een bleekmiddel om
het aanraakscherm te reinigen.
r De knoppen op het voorpaneel en de
buitenkant van het analyseapparaat
reinigen
1 Bevochtig een niet-pluizende doek met 70%
isopropanol of 5-10% bleekmiddel.
2 Veeg de oppervlakken zo nodig voorzichtig af.
3 Als bleekmiddel is gebruikt, moet het betreffende
oppervlak twee keer met een schone, niet-pluizende
doek bevochtigd met 70% isopropanol worden
afgeveegd om alle resten bleekmiddel te verwijderen.
10 Onderhoud
249Onderhoud
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Reiniging na lekken van testbuisjes of morsen
In het onwaarschijnlijke geval van lekken van een
testbuisje of morsen, zijn speciale maatregelen van
toepassing aangezien het buisje verschillende potentieel
gevaarlijke biologische materialen en gevaarlijke
chemicaliën bevat.
VOORZICHTIG!
Verontreiniging van de Cleaning Tool
Gebruik de Cleaning Tool niet voor biologische
verontreiniging. De Cleaning Tool ontsmet het
analyseapparaat niet, maar raakt zelf verontreinigd.
r In geval van lekken van een testbuisje of morsen,
moet onderstaande procedure worden gevolgd.
r Omgaan met lekken van een test-
buisje
1 Voer het testbuisje af in overeenstemming met het
hiervoor geldende beleid van uw instelling en de
plaatselijke regelgeving.
2 Als het lek heeft plaatsgevonden in het
analyseapparaat, stopt u het gebruik van het
analyseapparaat onmiddellijk en neemt u contact op
met uw Roche-vertegenwoordiger voor verdere
instructies.
3 Volg goede laboratoriumpraktijken.
• Volg goede laboratoriumpraktijken voor het
werken met biologisch gevaarlijk materiaal en
gevaarlijke chemicaliën.
• Raadpleeg het juiste veiligheidsinformatieblad en
de juiste bijsluiter of gebruiksaanwijzing van
testbuisje voor informatie over een specifieke test.
10 Onderhoud
250 Onderhoud en kalibratie
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
10 Onderhoud
251
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Probleemoplossing
In dit hoofdstuk
11
Over probleemoplossing ..................................................... 253
Lijst met foutmeldingen....................................................... 254
Gebeurtenislogs bekijken en afdrukken ....................... 264
Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard be-
heerdersaccount ADMIN.................................................... 265
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het
ADMIN-account wijzigen (gebruikersbeheer
op het analyseapparaat)........................................... 265
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het
ADMIN-account wijzigen (gebruikersbeheer
op een DMS) ................................................................ 266
Het analyseapparaat resetten ................................ 268
Het scherm van de barcodelezer reinigen ................... 271
Fout voor ingangsklep voor buisjes verhelpen
voordat een run wordt gestart .......................................... 272
Resultaten handmatig opnieuw verzenden.................. 273
Een analyseapparaat die niet reageert opnieuw
opstarten ................................................................................... 274
11 Probleemoplossing
252
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
11 Probleemoplossing
253Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Over probleemoplossing
Het analyseapparaat controleert zijn eigen werking en
legt afwijkende gebeurtenissen vast in logbestanden. Al
naar gelang de ernst probeert het analyseapparaat
tijdens bedrijf de fout te herstellen of op te lossen. Als de
situatie niet kan worden verholpen, stopt het
analyseapparaat.
In veel situaties worden foutmeldingen weergegeven op
het scherm. Lees de foutmeldingen zorgvuldig en volg de
instructies op die in de meldingen worden gegeven.
Roche Support
Mocht u nog vragen of problemen hebben, neem dan
contact op met uw Roche-vertegenwoordiger en zorg dat
u de volgende informatie bij de hand hebt:
m Serienummer analyseapparaat.
Dit nummer staat op het productlabel aan de achter-
of onderzijde van het analyseapparaat. Om het
serienummer van het analyseapparaat in de software
weer te geven, selecteert u Instellingen >
Systeeminformatie.
m Testnaam
m Runnummer
Als er geen runnummer beschikbaar is, noteert u de
datum en het tijdstip waarop de fout optrad.
m Foutmelding en -code (indien weergegeven)
m Onderhoudscontractnummer (indien van toepassing)
m Diagnostische systeeminformatie, met behulp van de
functie Probleemrapport maken op het scherm
Hulpmiddelen
u De inhoud van probleemrapporten configureren
(204)
Bel in de VS het volgende nummer voor Roche Support:
1-800-800-5973.
11 Probleemoplossing
254 Lijst met foutmeldingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Lijst met foutmeldingen
Foutmeldingen worden in uitzonderlijke situaties
gegenereerd. Deze meldingen beschrijven het probleem
en bieden informatie over hoe de situatie kan worden
verholpen.
De in de onderstaande tabel vermelde meldingen bevat-
ten tijdelijke aanduidingen; deze worden vervangen door
de volgende informatie wanneer de melding op het ana-
lyseapparaat wordt weergegeven:
• {0}
Eén cijfer met daaromheen accolades wordt vervan-
gen door een specifieke waarde, zoals een alfanume-
rieke waarde, een runnummer, een barcode of een
bestandsnaam.
• Foutcode: (0x{0:x})
De tijdelijke aanduiding (0x{0:x}) wordt vervangen
door een foutcode met betrekking tot de software,
hardware of firmware. Foutcodes worden in het hexa-
decimale systeem weergegeven, in een bereik van
"0xB01" t/m "0xBF6".
Als de fout na de aanbevolen actie aanhoudt, noteert
u de foutcode en neemt u contact op met uw Roche-
vertegenwoordiger.
Melding Aanbevolen actie
{0} bestaat niet. Er is geen update uitgevoerd.
Neem contact op met Roche.
{0}: bijwerken is mislukt: {1}.
Neem contact op met Roche.
Toegang geweigerd. Controleer of u de juiste gebrui-
kersnaam en het juiste wachtwoord hebt ingevoerd en
probeer het opnieuw.
Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord correct
zijn en probeer het opnieuw. Neem contact op met uw lokale
netwerkbeheerder als het probleem aanhoudt
De activeringscode is verlopen. Neem contact op met
Roche om een nieuwe activeringscode te krijgen.
Neem contact op met Roche en vraag een nieuwe activerings-
code aan.
Activeringscode is verlopen. Neem contact op met Ro-
che om een nieuwe activeringscode te krijgen. Registra-
tiecode: {0}
Neem contact op met Roche en vraag een nieuwe activerings-
code aan.
De activeringscode is ongeldig.
Voer de juiste activeringscode in.
Actuators niet geopend. Probeer het systeem opnieuw
op te starten.
Start het analyseapparaat opnieuw.
Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken. Foutco-
de: (0x{0:x})
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en met het analyse-
apparaat is verbonden. Zorg ervoor dat de printer klaar is om
af te drukken.
Er is een oud of beschadigd instellingenbestand gede-
tecteerd tijdens het opstarten. De instellingen moeten
worden gecontroleerd door een toezichthouder. Foutco-
de: (0x{0:x})
De toezichthouder dient de instellingen op het analyseappa-
raat te controleren.
Er is een onverwachte fout opgetreden en het systeem
moet opnieuw worden opgestart. Neem contact op met
Roche als het probleem aanhoudt.
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
255Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Er is een onverwachte fout opgetreden tijdens het con-
troleren van de schijfruimte op een gedeeld apparaat.
Controleer uw verbinding.
Controleer uw netwerk en de beschikbare schijfruimte op de
netwerkshare.
Er is een onverwachte fout opgetreden tijdens het con-
troleren van de opslagruimte. Neem contact op met Ro-
che als de fout aanhoudt.
Start het analyseapparaat opnieuw. Archiveer en verwijder en-
kele gegevens om interne opslag op het analyseapparaat vrij
te maken. Neem contact op met Roche als de fout blijft optre-
den.
Er is een onbekende communicatiefout opgetreden.
Neem contact op met Roche.
Neem contact op met Roche.
Het analyseapparaat is niet met succes geïnitialiseerd. U
kunt geen testrun uitvoeren.
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
Temperatuur analyseapparaat: {0:00.00} °C. Schakel het
analyseapparaat uit en wacht totdat de temperatuur zich
stabiliseert.
Sluit het analyseapparaat af en wacht enkele ogenblikken tot-
dat de temperatuur in het analyseapparaat stabiliseert.
{0}' is geen geldige ID. ID kan geen testbuis of invoer-ID
en kan niet verlopen of leeg zijn. Probeer het opnieuw.
Foutcode: (0x{1:x})
Probeer het nogmaals met een andere monster-ID; volg hierbij
de richtlijnen voor monster-ID's.
Testrun nr. {0} gestart op {1} voor monster-ID {2} is niet
voltooid. Herhaal de testrun als deze nog niet is her-
haald. Foutcode: (0x{3:x})
Als deze testrun nog niet is herhaald, voert u deze opnieuw uit.
Neem anders contact op met Roche.
Testscriptbestand {0} bestaat niet. Foutcode: (0x{1:x})
Selecteer een andere test of neem contact op met Roche.
Testscriptbestand {0} ontbreekt. Neem contact op met
Roche. Foutcode: (0x{1:x})
Selecteer een andere test en neem contact op met Roche.
De testbuis komt niet overeen met de test/lot in stap 1.
Controleer de testbuis en probeer het opnieuw. Foutco-
de: (0x{0:x})
Controleer het testbuisje en probeer het opnieuw.
De testbuis is al gebruikt. Gebruik een nieuwe testbuis.
Gebruik een nieuw testbuisje voor de test.
De testbuis is al gebruikt. Gebruik een nieuwe testbuis.
Foutcode: (0x{0:x})
Gebruik een nieuw testbuisje.
Badgebarcode komt niet overeen met een bekende ge-
bruiker.
Wijs de barcode van een badge toe aan de bijbehorende ge-
bruiker.
Barcode kan niet worden gelezen. Probeer het opnieuw.
Zorg ervoor dat de barcode leesbaar is. Probeer het opnieuw.
Barcode is ongeldig: {0}. Foutcode: (0x{1:x})
Zorg ervoor dat de barcode leesbaar is. Probeer het opnieuw.
Barcode is geen testbuisbarcode. Foutcode: (0x{0:x})
Scan de barcode van het testbuisje.
Voordat u gegevens kunt archiveren, moet u een USB-
flashstation aansluiten of een gedeelde locatie configu-
reren.
Zorg ervoor dat u de opslaglocatie voor het archief correct
heeft geconfigureerd. Afhankelijk van uw configuratie, moet u
mogelijk een USB-flashstation plaatsen.
Voordat u gegevens kunt importeren, moet u een USB-
flashstation op het analyseapparaat aansluiten.
Sluit een USB-flashstation op het analyseapparaat aan.
Kan het updatepakket niet vinden.
Neem contact op met Roche.
De fotometer moet worden gereinigd. Schakel het analy-
seapparaat uit en volg de instructies in de gids voor de
cobas® Liat® Cleaning Tool.
Sluit het analyseapparaat af en volg de instructies in de hand-
leiding voor de Cleaning Tool om de fotometer te reinigen.
Er is een uitzondering gegenereerd bij het opschonen
van de updatemap:
Neem contact op met Roche.
Configuratiegegevens komen niet overeen. Wilt u de
configuratiegegevens synchroniseren?
Bevestig om de configuratiegegevens te synchroniseren.
Tijdens de laatste run kwamen de configuratiegegevens
niet overeen. Start het analyseapparaat opnieuw op.
Start het analyseapparaat opnieuw.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
256 Lijst met foutmeldingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Tijdens de laatste run kwamen de configuratiegegevens
niet overeen. Start het analyseapparaat opnieuw op.
Foutcode: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw.
Kan geen verbinding maken. Controleer de instellingen
en probeer het opnieuw.
Controleer de instellingen en uw netwerkinfrastructuur. Neem
contact op met uw lokale netwerkbeheerder als het probleem
aanhoudt
Neem contact op met uw beheerder om uw systeem bij
te werken.
Neem contact op met uw beheerder om uw systeem bij te
werken.
Er is een uitzondering geretourneerd bij het kopiëren van
de updatebestanden naar de opslag:
Neem contact op met Roche.
Controleer of de testbuis juist is ingevoerd. Run is afge-
broken. Foutcode: (0x{0:x})
Probeer het opnieuw. Plaats het testbuisje op de juiste wijze.
Fout bij het verbinden met de {0} printer. Controleer of
de printer verbonden en ingeschakeld is. Foutcode: {1}
Zorg ervoor dat de printer is verbonden en is ingeschakeld.
Fout bij lezen van badgebarcode
Zorg ervoor dat de barcode van de badge leesbaar is. Probeer
nogmaals de barcode van de badge te scannen.
Fout bij lezen van barcode
Zorg ervoor dat de instellingen voor barcodes correct zijn en
dat de barcode leesbaar is.
De ethernetkabel is niet gedetecteerd.
Zorg voor een fysieke netwerkverbinding en controleer uw
netwerkinfrastructuur. Neem contact op met uw lokale net-
werkbeheerder als het probleem aanhoudt.
Kan geen resultaten archiveren en verwijderen. Probeer
het opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt
u contact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals de resultaten te archiveren en te verwijde-
ren. Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan bestand niet archiveren. Controleer de instellingen
voor gedeelde locaties en probeer het opnieuw.
Controleer de instellingen voor de gedeelde locatie en probeer
het opnieuw.
Kan geen resultaten archiveren. Probeer het opnieuw.
Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact op-
nemen met Roche.
Probeer nogmaals de resultaten te archiveren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan geen back-up van het analyseapparaat maken. Pro-
beer het opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen,
kunt u contact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals een back-up van het analyseapparaat te
maken. Neem contact op met Roche als het probleem aan-
houdt.
Kan het wachtwoord niet wijzigen. Probeer het opnieuw.
Probeer nogmaals het wachtwoord te wijzigen.
Kan het USB-flashstation niet opschonen.
Gebruik een ander USB-flashstation.
Kan geen verbinding maken met de server. Configureer
beveiligde communicatie en probeer het opnieuw.
Configureer de beveiligde communicatie en probeer het op-
nieuw.
Kan updatebestanden niet kopiëren.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag vrij
te maken. Probeer het opnieuw. Neem contact op met Roche
als de fout blijft optreden.
Kan het testlotbestand niet verwijderen.
Probeer het opnieuw. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
Kan geen assaylots exporteren. Probeer het opnieuw. Als
het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact opne-
men met Roche.
Probeer nogmaals de lots testen te exporteren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan geen instellingen exporteren. Probeer het opnieuw.
Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact op-
nemen met Roche.
Probeer nogmaals de instellingen te exporteren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan testlots niet exporteren omdat integriteit importbe-
stand niet is gewaarborgd. Probeer opnieuw en neem
contact op met Roche als het probleem zich blijft voor-
doen.
Probeer nogmaals de lots testen te exporteren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
257Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Kan de audit trail niet exporteren. Probeer het opnieuw
en neem contact op met Roche als het probleem aan-
houdt.
Probeer nogmaals de audit trail te exporteren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan het probleemrapport niet exporteren. Probeer het
opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u
contact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals het probleemrapport te exporteren. Neem
contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan geen gebruikers exporteren. Probeer het opnieuw.
Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact op-
nemen met Roche.
Probeer nogmaals de gebruikers te exporteren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan testlots niet importeren omdat integriteit importbe-
stand niet is gewaarborgd. Probeer opnieuw met nieuw
importbestand. Neem contact op met Roche indien dit
niet werkt.
Exporteer een andere lot testen om een nieuw bestand te ge-
nereren. Probeer vervolgens nogmaals de lots testen te impor-
teren. Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan de testlots niet importeren omdat er geen impor-
teerbaar bestand op het USB-flashstation staat.
Zorg ervoor dat het USB-flashstation het exportbestand van de
lot testen bevat.
Kan geen testlots importeren vanwege een probleem
met het importbestand.
Importeer de lots van een ander exportbestand van lots.
Importeren instel. mislukt doordat integriteit van import-
bestand niet is gewaarborgd. Probeer opnieuw met
nieuw importbestand. Neem contact op met Roche in-
dien dit niet werkt.
Exporteer andere instellingen om een nieuw bestand te gene-
reren. Probeer vervolgens nogmaals de instellingen te importe-
ren. Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan de instellingen niet importeren omdat er geen im-
porteerbaar bestand op het USB-flashstation staat.
Zorg ervoor dat het USB-flashstation een geldig bestand met
instellingen bevat.
Importeren gebruikers mislukt doordat integriteit van
importbestand niet is gewaarborgd. Probeer opnieuw
met nieuw importbestand. Neem contact op met Roche
indien dit niet werkt.
Exporteer andere gebruikers om een nieuw bestand te genere-
ren. Probeer vervolgens nogmaals de gebruikers te importeren.
Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan geen gebruikers importeren omdat er geen impor-
teerbaar bestand op het USB-flashstation staat.
Zorg ervoor dat het USB-flashstation een exportbestand van
gebruikers bevat.
Kan geen gebruikers importeren. Probeer het opnieuw.
Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact op-
nemen met Roche.
Probeer nogmaals de gebruikers te importeren. Neem contact
op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan het BEHEERDER-wachtwoord niet resetten.
Start het proces om het wachtwoord van de ADMIN opnieuw
in te stellen.
Analyseappherstel mislukt doordat integriteit herstelde
bestand niet is gewaarborgd. Probeer met correct her-
stelbestand. Neem anders contact op met Roche indien
dit niet lukt.
Verstrek een ander bestand voor herstel en probeer het op-
nieuw. Neem contact op met Roche als het probleem aan-
houdt.
Kan het analyseapparaat niet herstellen. Er staat geen
importeerbaar bestand op het USB-flashstation.
Plaats een USB-flashstation met een back-upbestand waar-
mee het instrument kan worden hersteld.
Kan de back-up niet herstellen. De versie van de geïm-
porteerde instellingen komt niet overeen met de versie
van de huidige instellingen.
Systeeminstellingen tussen verschillende softwareversies zijn
niet altijd compatibel. De geïmporteerde systeeminstellingen
zijn niet compatibel met deze softwareversie. Configureer de
systeeminstellingen handmatig.
u Systeeminstellingen vaststellen (135)
Het herstellen van de back-up mislukt. Probeer het op-
nieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u con-
tact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals het analyseapparaat te herstellen. Neem
contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
Kan barcode-instellingen niet opslaan. Probeer opnieuw
op te slaan. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
Probeer nogmaals de instellingen voor barcodes op te slaan.
Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
258 Lijst met foutmeldingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Kan {0} niet verzenden door een probleem met de FTP.
Zorg ervoor dat de FTP-server toegankelijk is en correct is ge-
configureerd.
Kan {0} niet verzenden door een probleem met de ge-
deelde map.
Zorg ervoor dat de gedeelde map toegankelijk is en correct is
geconfigureerd.
Kan {0} niet verzenden door een probleem met het USB-
flashstation.
Verwijder het USB-flashstation en gebruik een ander.
Kan {0} niet verzenden.
Zorg ervoor dat het geselecteerde opslagmedium beschikbaar
en toegankelijk is.
Kan SNTP niet instellen. Foutcode: (0x{0:x})
Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn en controleer de
verbinding met de SNTP-server. Neem contact op met uw lo-
kale netwerkbeheerder als het probleem aanhoudt.
Kan tijdzone en datum niet instellen.
Controleer de instellingen voor de datum en de tijd.
Kan de gebruiker niet opslaan op het systeem.
De gebruikersnaam bevat mogelijk niet-toegestane tekens.
Probeer een andere gebruikersnaam. Neem contact op met
Roche als het probleem aanhoudt
Kan {0} niet bijwerken: {1}
Neem contact op met Roche.
De map is niet gevonden. Controleer het pad naar de
map.
Controleer de instellingen en uw netwerkinfrastructuur. Neem
contact op met uw lokale netwerkbeheerder als het probleem
aanhoudt.
Er is een hardwarefout opgetreden tijdens de initialisatie.
Foutcode: 0x{0:x}
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Controlesom identificatienummer is mislukt
Zorg ervoor dat de instellingen voor barcodes overeenkomen
met de gebruikte barcode en probeer het opnieuw.
Illegaal testscriptbestand geselecteerd. Foutcode:
(0x{0:x})
Selecteer een ander testscript of neem contact op met Roche.
Interne opslag is vol. Archiveer en verwijder gegevens
om ruimte vrij te maken.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag op
het analyseapparaat vrij te maken. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Interne opslag is bijna vol of ontoegankelijk. Mogelijk is
er onvoldoende ruimte beschikbaar om een testrun te
voltooien. Verwijder gegevens om ruimte vrij te maken.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag op
het analyseapparaat vrij te maken. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Ongeldige activeringscode. Probeer het opnieuw.
Voer de juiste activeringscode in.
Ongeldige testbuis
Gebruik een ander testbuisje.
Ongeldige barcode: {0}
Zorg ervoor dat de instellingen voor barcodes zo zijn ingesteld
dat de gebruikte barcode kan worden gescand. Probeer nog-
maals de barcode te scannen.
Ongeldige barcode: {0} Foutcode: (0x{1:x})
Zorg ervoor dat de instellingen voor barcodes zo zijn ingesteld
dat de gebruikte barcode kan worden gescand. Probeer nog-
maals de barcode te scannen.
Ongeldige printerinstellingen. Foutcode: (0x{0:x})
Controleer de printerinstellingen en zorg ervoor dat de printer
met het analyseapparaat is verbonden.
Ongeldige code voor resetten. Probeer het opnieuw.
Voer de juiste resetcode in.
Ongeldige looptijd in testscriptbestand. Bewerking is af-
gebroken.
Probeer het opnieuw. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
Ongeldige looptijd in testscriptbestand. Bewerking is af-
gebroken. Foutcode: (0x{0:x})
Neem contact op met Roche.
Er kan geen testrun worden uitgevoerd. Start het softwa-
re-updateproces opnieuw. Neem contact op met Roche
als de fout aanhoudt.
Start de software-update opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
259Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Het Liat Analyzer is niet geïnitialiseerd, de functie Lot
toevoegen is niet toegestaan. Code: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw.
De lijst met gebruikte testbuizen kan niet worden geo-
pend. Foutcode: (0x{0:x})
Controleer de netwerkverbinding met de map voor gedeelde
lots.
De instellingen kunnen niet worden geladen. De stan-
daardwaarden zijn toegepast.
De geleverde systeeminstellingen kunnen niet worden toege-
past. Controleer de systeeminstellingen en werk deze handma-
tig bij.
u Systeeminstellingen vaststellen (135)
Het geheugen is vol. Kies 'Opnieuw opstarten' om het
analyseapparaat nu opnieuw op te starten of 'Wachten'
als u wilt dat het systeem het over 60 seconden opnieuw
vraagt.
Start het analyseapparaat opnieuw.
Het geheugen is vol. Kies 'Bevestigen' om het analyseap-
paraat opnieuw op te starten.
Start het analyseapparaat opnieuw.
Berichttekenreeks onjuist uit script.
Neem contact op met Roche.
De migratie van de instellingen kan niet worden uitge-
voerd. De standaardwaarden zijn toegepast.
De geleverde systeeminstellingen kunnen niet worden toege-
past. Controleer de systeeminstellingen en werk deze handma-
tig bij.
u Systeeminstellingen vaststellen (135)
Bewegingscompensatie is uitgeschakeld.
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Motorstatus: 0x{0:X4}
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
Negatieve-controleproces is geslaagd, maar er kan geen
lot aan de lijst worden toegevoegd. Foutcode: (0x{0:x})
Neem contact op met Roche.
Resultaat negatieve controle afgewezen. Volg de in-
structies in de bijsluiter in de QC-kit om een negatieve-
controlemonster te bereiden en probeer het opnieuw.
Foutcode: (0x{0:x})
Volg de instructies in de bijsluiter van de QC Kit voor het voor-
bereiden van een monster voor de negatieve controle en pro-
beer het opnieuw.
Resultaat neg. contr. afgewezen. Volg instr. in bijsl. QC-
kit om neg. contr.monster te bereiden en probeer op-
nieuw. Neem contact op met Roche als dit niet werkt.
Foutcode: (0x{0:x})
Volg de instructies in de bijsluiter van de QC Kit voor het voor-
bereiden van een monster voor de negatieve controle en pro-
beer het opnieuw. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
Er is geen testbuis ingevoerd. Foutcode: (0x{0:x})
Probeer het opnieuw. Plaats het testbuisje op de juiste wijze.
Er zijn geen netwerkverbindingen gedetecteerd. Contro-
leer uw netwerkverbindingen en probeer het opnieuw.
Controleer de instellingen en probeer het opnieuw. Controleer
uw netwerkinfrastructuur als de fout blijft optreden.
Er zijn geen updatebestanden gevonden. Het updatepro-
ces wordt geannuleerd.
Neem contact op met Roche.
Er is geen USB-flashstation gedetecteerd. Sluit het USB-
flashstation aan en probeer het opnieuw.
Sluit een USB-flashstation aan en probeer het opnieuw.
Niet alle actuators zijn open. Start het systeem opnieuw
op. Foutcode: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw.
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar voor de
software-update.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag vrij
te maken. Probeer de software-update nogmaals uit te voeren.
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar voor de up-
date. Het bijgewerkte proces wordt geannuleerd.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag vrij
te maken. Probeer de software-update nogmaals uit te voeren.
Fotometerbaseline is buiten bereik. Start het analyseap-
paraat opnieuw op en probeer het opnieuw. Neem con-
tact op met Roche als de fout aanhoudt. Foutcode:
(0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw op en probeer het opnieuw.
Neem contact op met Roche als de fout blijft optreden.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
260 Lijst met foutmeldingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
LUT-waarde(n) fotometer buiten bereik. Start het analy-
seapparaat opnieuw op en probeer het opnieuw. Neem
contact op met Roche als de fout aanhoudt. Foutcode:
(0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw op en probeer het opnieuw.
Neem contact op met Roche als de fout blijft optreden.
Fotometerstatus: 0x{0:X4}
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
Positieve-controleproces is geslaagd, maar er kan geen
lot aan de lijst worden toegevoegd. Foutcode: (0x{0:x})
Neem contact op met Roche.
Resultaat positieve controle afgewezen. Volg de instruc-
ties in de bijsluiter in de QC-kit om een positieve-contro-
lemonster te bereiden en probeer het opnieuw. Foutco-
de: (0x{0:x})
Volg de instructies in de bijsluiter van de QC Kit voor het voor-
bereiden van een monster voor de positieve controle en pro-
beer het opnieuw.
Resultaat pos. controle afgewezen. Volg instr. in bijslui-
ter QC-kit om pos. controlemonster te bereiden en pro-
beer opnieuw. Neem contact op met Roche als dit niet
werkt. Foutcode: (0x{0:x})
Volg de instructies in de bijsluiter van de QC Kit voor het voor-
bereiden van een monster voor de positieve controle en pro-
beer het opnieuw. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
De afdruktaak kan niet aan de wachtrij van de geconfi-
gureerde printer worden toegevoegd. Controleer of de
printer verbonden is of start het analyseapparaat op-
nieuw op.
Controleer de printeraansluiting.
Er is een probleem gedetecteerd tijdens de laatste her-
kalibratie. Start het analyseapparaat opnieuw op.
Start het analyseapparaat opnieuw.
Er is een probleem gedetecteerd tijdens de laatste her-
kalibratie. Start het analyseapparaat opnieuw op. Fout-
code: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw.
Er is een probleem gedetecteerd tijdens de laatste her-
synchronisatie. Start het analyseapparaat opnieuw op.
Start het analyseapparaat opnieuw.
Er is een probleem gedetecteerd tijdens de laatste her-
synchronisatie. Start het analyseapparaat opnieuw op.
Foutcode: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw.
Monster-ID overschrijdt maximale lengte (tekens: {0})
Gebruik een monster-ID die korter is.
Resultaat verzenden mislukt. {0} Foutcode: (0x{1:x})
Neem contact op met Roche.
Kan het probleemrapport niet verzenden door een pro-
bleem met FTP.
Zorg ervoor dat de FTP-instellingen op het analyseapparaat
correct zijn en dat de FTP-server toegankelijk is. Neem contact
op met uw lokale netwerkbeheerder als het probleem aan-
houdt.
Kan het probleemrapport niet verzenden door een pro-
bleem met de gedeelde map.
Zorg ervoor dat de instellingen voor gedeelde mappen op het
analyseapparaat correct zijn en dat de gedeelde map toegan-
kelijk is. Neem contact op met uw lokale netwerkbeheerder als
het probleem aanhoudt.
Kan het probleemrapport niet verzenden door een pro-
bleem met het USB-flashstation.
Verwijder het USB-flashstation en probeer het opnieuw met
een ander.
Kan het probleemrapport niet verzenden door een pro-
bleem bij het verzenden.
Zorg ervoor dat het analyseapparaat toegang heeft tot het in-
ternet. Neem contact op met uw lokale netwerkbeheerder als
het probleem aanhoudt.
Kan het probleemrapport niet verzenden.
Zorg ervoor dat de instellingen voor opslagmedia correct zijn
en dat het geconfigureerde opslagmedium toegankelijk is.
Server niet gevonden. Controleer de servernaam en pro-
beer het opnieuw.
Controleer de servernaam voor de netwerkshare en probeer
het opnieuw.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
261Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Kan de instellingen niet importeren. De versie van de ge-
ïmporteerde instellingen komt niet overeen met de ver-
sie van de huidige instellingen.
Systeeminstellingen tussen verschillende softwareversies zijn
niet altijd compatibel. De geïmporteerde systeeminstellingen
zijn niet compatibel met deze softwareversie. Configureer de
systeeminstellingen handmatig.
u Systeeminstellingen vaststellen (135)
Software-update is niet voltooid. Start het systeem op-
nieuw op en probeer de update opnieuw te voltooien.
Start het analyseapparaat opnieuw op en probeer nogmaals de
update te voltooien.
Software-update is niet voltooid. Start het systeem op-
nieuw op en probeer de update opnieuw te voltooien.
Foutcode: (0x{0:x})
Start het systeem opnieuw op en probeer nogmaals de update
te voltooien.
De systeemdatum is onjuist. De barcode geeft aan dat
de fabricagedatum in de toekomst ligt: '{0:yyyy-MM-
dd}'.Corrigeer de datum en probeer het opnieuw. Foutco-
de: (0x{1:x})
Stel de correcte datum, tijd en tijdzone in op het analyseappa-
raat. Probeer het opnieuw.
De systeemtijd is onjuist. Corrigeer de tijd en start het
proces opnieuw.
Stel de correcte datum, tijd en tijdzone in op het analyseappa-
raat. Probeer het opnieuw.
De naam van het analyseapparaat is gewijzigd, maar kan
niet als netwerkhostnaam worden ingesteld. Probeer
met andere naam of herstart het analyseapparaat.
Start het analyseapparaat opnieuw. Configureer een andere
naam voor de netwerkhost als het probleem aanhoudt.
Het archiefbestand kan niet worden geverifieerd. Er is
mogelijk een probleem met het USB-flashstation.
Probeer het nogmaals met een ander USB-flashstation.
De audit trail is vol. Er kunnen geen verdere testruns
worden uitgevoerd. Neem onmiddellijk contact op met
uw beheerder.
Neem onmiddellijk contact op met uw beheerder. De beheer-
der dient enkele gegevens van het analyseapparaat te archive-
ren en te verwijderen om interne opslag vrij te maken.
De barcode bevat ongeldige tekens. Volg de aanbevelin-
gen in de gebruikershandleiding.
Gebruik uitsluitend ondersteunde tekens in barcodes.
Het door de server geretourneerde certificaat heeft een
onjuiste hostnaam.
Zorg ervoor dat het servercertificaat de juiste hostnaam
draagt. Neem contact op met uw lokale netwerkbeheerder als
het probleem aanhoudt.
Het door de server geretourneerde certificaat is verlo-
pen.
Controleer de datum en tijd op het analyseapparaat en zorg
ervoor dat het servercertificaat niet is verlopen. Neem contact
op met uw lokale netwerkbeheerder als het probleem aan-
houdt.
De verbinding met het USB-flashstation is onderbroken.
Sluit het USB-flashstation opnieuw aan om de update
opnieuw te starten.
Plaats het USB-flashstation terug en probeer het opnieuw.
Het exportbestand kan niet worden geverifieerd. Er is
mogelijk een probleem met het USB-flashstation.
Probeer het nogmaals met een ander USB-flashstation.
De wachtperiode voor deze test is verlopen. Neem con-
tact op met Roche om de test te activeren.
Neem contact op met Roche om de test te activeren.
De wachtperiode voor deze test is verlopen. Vraag een
beheerder contact op te nemen met Roche om de test te
activeren.
Vraag een beheerder om contact op te nemen met Roche om
de test te activeren.
Het laatst geplande probleemrapport kan niet worden
gemaakt. Neem contact op met uw beheerder.
Neem contact op met uw beheerder om de instellingen voor
probleemrapporten te controleren.
Het laatst geplande probleemrapport kan niet worden
gemaakt. Probeer het opnieuw. Als het probleem zich
blijft voordoen, kunt u contact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals een ingepland probleemrapport te maken.
Neem contact op met Roche als het probleem aanhoudt.
De initialisatie van de magneetmotor is mislukt. Foutco-
de: 0x{0:x}
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
262 Lijst met foutmeldingen
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Het probleemrapport kan niet worden geverifieerd. Er is
mogelijk een probleem met het USB-flashstation.
Probeer het nogmaals met een ander USB-flashstation.
Het probleemrapport kan niet worden gemaakt. Probeer
het opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt
u contact opnemen met Roche.
Probeer nogmaals een probleemrapport te maken. Neem con-
tact op met Roche als het probleem aanhoudt.
De door u opgegeven code voor resetten is verlopen.
Start het proces opnieuw om het BEHEERDER-wacht-
woord te resetten.
Start het proces om het wachtwoord van de ADMIN opnieuw
in te stellen.
De initialisatie van de monsterinvoer is mislukt. Foutco-
de: 0x{0:x}
Sluit het analyseapparaat af. Probeer de ingangsklep van het
buisje voorzichtig handmatig te bewegen. Start het analyseap-
paraat opnieuw. Neem contact op met Roche als het probleem
aanhoudt.
Het software-updatepakket is beschadigd. Neem contact
op met Roche.
Neem contact op met Roche.
Het systeem kan geen testscriptbestand vinden.
Neem contact op met Roche.
De systeemtijd is onjuist. Corrigeer de systeemtijd om de
software te kunnen bijwerken.
Stel de correcte datum, tijd en tijdzone in op het analyseappa-
raat. Probeer de software-update nogmaals uit te voeren.
Bijwerken is mislukt. Het systeem wordt hersteld naar de
vorige versie. Neem contact op met Roche.
Neem contact op met Roche.
Het updateproces heeft een uitzondering geretourneerd:
Neem contact op met Roche.
De validatie van het software-updatepakket is mislukt.
Neem contact op met Roche.
Er is onvoldoende interne opslagruimte om een testup-
date uit te voeren.
Archiveer en verwijder enkele gegevens om interne opslag op
het analyseapparaat vrij te maken. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Thermische status: 0x{0:X4}
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als het probleem aanhoudt.
Deze server ondersteunt geen beveiligde connectiviteit
die compatibel is met het analyseapparaat.
Maak verbinding met een server die TLS ondersteunt.
Fout ingangsklep voor buisjes. Controleer de klep en
probeer het opnieuw of kies 'Handmatig' om de deur
handmatig te bedienen.
Bedien de ingangsklep voor buisjes handmatig.
Kan geen verbinding maken met de FTP-server. Contro-
leer de gebeurtenislogbestanden voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de FTP-server correct is geconfigureerd. Con-
troleer uw netwerk.
Kan geen verbinding maken met de gedeelde map.
Zorg ervoor dat de gedeelde map correct is geconfigureerd.
Controleer uw netwerk.
Kan geen verbinding maken met de gedeelde lotnum-
mermap. Controleer de gebeurtenislogbestanden voor
meer informatie.
Zorg ervoor dat de map voor gedeelde lots correct is geconfi-
gureerd. Controleer uw netwerk. Het gebeurtenisbestand van
het analyseapparaat kan u meer informatie geven over het ver-
bindingsprobleem.
Kan de goedkeuringsstatus niet bijwerken. Foutcode:
(0x{0:x})
Neem contact op met Roche.
Onbekende gebruiker-ID: {0}
Voer een geldige gebruikers-ID in.
Onbekende inzet-ID.
Scan de juiste barcode.
Er is een uitzondering geretourneerd bij het uitpakken
van het updatepakket:
Neem contact op met Roche.
Bijwerken geannuleerd.
Neem contact op met Roche.
Updatecontrole is mislukt. Controleer de documentatie
en corrigeer uw gegevens. Probeer het opnieuw.
Controleer de documentatie en bereid het analyseapparaat
dienovereenkomstig voor. Probeer de software-update nog-
maals uit te voeren. Neem contact op met Roche als het pro-
bleem aanhoudt.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
263Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Melding Aanbevolen actie
Bijwerken is mislukt.
Neem contact op met Roche.
Updatebestanden niet gevonden.
Neem contact op met Roche.
Updatemap {0} bestaat niet.
Neem contact op met Roche.
Bijwerken naar versie '{0}' is niet mogelijk. Neem voor
meer informatie contact op met Roche.
Neem contact op met Roche.
Validatie is mislukt
Neem contact op met Roche.
Er is een uitzondering geretourneerd tijdens het contro-
leren van het updatepakket:
Neem contact op met Roche.
Versiecontr. mislukt
Neem contact op met Roche.
U kunt geen tests meer uitvoeren. Neem contact op met
een beheerder om de software te activeren.
Neem contact op met uw beheerder om de software te active-
ren.
U kunt geen tests meer uitvoeren. Neem contact op met
Roche om de software te activeren. Registratiecode: {0}
Neem contact op met Roche en verstrek de registratiecode.
U kunt maar 1 USB-flashstation per keer opschonen.
Verwijder het extra USB-flashstation en probeer het op-
nieuw.
Verwijder het extra USB-flashstation en probeer het opnieuw.
U kunt maar 1 USB-flashstation gebruiken om gegevens
te archiveren. Verwijder het aanvullende USB-flashstati-
on en probeer het opnieuw.
Verwijder het extra USB-flashstation en probeer het opnieuw.
U kunt maar 1 USB-flashstation gebruiken om een test
te installeren. Verwijder het aanvullende USB-flashstati-
on en probeer het opnieuw.
Verwijder het extra USB-flashstation en probeer het opnieuw.
U kunt geen tests uitvoeren. Start het analyseapparaat
opnieuw op. Neem contact op met Roche als de fout
aanhoudt. Foutcode: (0x{0:x})
Start het analyseapparaat opnieuw. Neem contact op met Ro-
che als de fout blijft optreden.
Uw account is geblokkeerd. U kunt niet aanmelden.
Neem contact op met uw beheerder om uw account te de-
blokkeren.
y Lijst met foutmeldingen
11 Probleemoplossing
264 Gebeurtenislogs bekijken en afdrukken
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Gebeurtenislogs bekijken en afdrukken
Bepaalde foutmeldingen worden vastgelegd in een
logboekbestand dat kan worden bekeken en afgedrukt.
Als het gebeurtenislogbestand te groot is, worden alleen
de laatste 100 items weergegeven. Om het volledige
gebeurtenislogbestand te verkrijgen, moet u een
probleemrapport maken.
i
Indien geconfigureerd, worden gebeurtenissen
door het analyseapparaat verzonden naar een
verbonden DMS.
u Over gegevensuitwisseling met een DMS
(226)
j
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Het logboekbestand bekijken
1 Selecteer Hulpmiddelen >
Gebeurtenislogbestand. Selecteer de knop
Selecteren.
2 U kunt ook de knop Bevestig. selecteren als een
melding wordt weergegeven.
I
Bij grote gebeurtenislogs kan het even duren
voordat deze zijn geladen.
3 Voer de volgende handelingen uit om door het
gebeurtenislog te bladeren:
• Gebruik de navigatieknoppen en om
continu te bladeren.
• Gebruik de linker navigatieknop en de
rechter navigatieknop om per pagina te
bladeren.
4 Selecteer de knop Afdrukken om het
gebeurtenislogbestand af te drukken.
11 Probleemoplossing
265Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Wachtwoord kwijtgeraakt voor het stan-
daard beheerdersaccount ADMIN
Als u het wachtwoord van het standaard
beheerdersaccount ADMIN bent kwijtgeraakt, dient u
over een manier te beschikken waarop u het kunt
veranderen of u dient het analyseapparaat te resetten.
In dit gedeelte
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het ADMIN-account
wijzigen (gebruikersbeheer op het
analyseapparaat)(265)
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het ADMIN-account
wijzigen (gebruikersbeheer op een DMS)(266)
Het analyseapparaat resetten(268)
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het ADMIN-account
wijzigen (gebruikersbeheer op het analyseapparaat)
Als het analyseapparaat niet met een DMS is verbonden
of als het analyseapparaat geen gebruikers uitwisselt met
een verbonden DMS, dient een ander
beheerdersaccount op het analyseapparaat aanwezig te
zijn om het resetten van het analyseapparaat te
voorkomen.
i
Het wordt aanbevolen om onmiddellijk een
tweede beheerdersaccount te maken nadat het
analyseapparaat is geïnstalleerd.
u Gebruikers maken (149)
j
m Het analyseapparaat is niet met een DMS verbonden
of wisselt geen gebruikers uit met een verbonden
DMS.
r Het ADMIN-wachtwoord wijzigen
(gebruikersbeheer op het analyseap-
paraat)
1 Meld u met een ander beheerdersaccount aan op het
analyseapparaat.
11 Probleemoplossing
266 Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard beheerdersaccount ADMIN
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
2 Bewerk het standaard beheerdersaccount ADMIN
zoals beschreven in Gebruikersinformatie wijzigen
(152):
• Wijzig het wachtwoord.
• U kunt het item Ww wijzigen ook instellen op Bij
volg. aanmelding.
• Selecteer de knop Opslaan.
3 Meld u af op het analyseapparaat.
4 Meld u aan op het analyseapparaat met het ADMIN-
account. Wijzig het wachtwoord wanneer dit wordt
gevraagd.
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het ADMIN-account
wijzigen (gebruikersbeheer op een DMS)
Als het analyseapparaat met een DMS is verbonden en
gebruikers met het DMS worden uitgewisseld, kunt u
altijd het resetten van het analyseapparaat voorkomen,
zelfs zonder een extra beheerdersaccount.
j
m Analyseapparaat is verbonden met een DMS.
m Het analyseapparaat wisselt gebruikersgegevens uit
met het DMS (d.w.z. het gebruikersbeheer is
uitgeschakeld op het analyseapparaat).
u Over gegevensuitwisseling met een DMS (226)
r Het ADMIN-wachtwoord wijzigen
(gebruikersbeheer op een DMS)
1 Maak een andere gebruiker met de gebruikersrol van
beheerder op het DMS.
2 Verstuur de lijst van gebruikers van het DMS naar het
analyseapparaat.
3 Meld u aan op het analyseapparaat met het nieuwe
beheerdersaccount.
4 Om de verbinding van het analyseapparaat met het
lokale gegevensnetwerk te verbreken, maakt u de
ethernetkabel van het analyseapparaat los.
11 Probleemoplossing
267Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
5 De uitwisseling van gebruikersgegevens met het
DMS uitschakelen:
• Selecteer Instellingen > Verbindingen > Host
> Gegevenssynchronisatie. Selecteer de knop
Selecteren.
• Selecteer het item Gebruikers en wijzig dit in de
waarde Nee.
• Selecteer de knop Toepassen.
• Selecteer de knop Host in het scherm Opslaan.
• Ga terug naar het scherm Menu.
6 Bewerk het standaard beheerdersaccount ADMIN
zoals beschreven in Gebruikersinformatie wijzigen
(152):
• Wijzig het wachtwoord.
• U kunt het item Ww wijzigen ook instellen op Bij
volg. aanmelding.
• Selecteer de knop Opslaan.
• Ga terug naar het scherm Menu.
7 De uitwisseling van gebruikersgegevens met het
DMS weer inschakelen:
• Selecteer Instellingen > Verbindingen > Host
> Gegevenssynchronisatie. Selecteer de knop
Selecteren.
• Selecteer het item Gebruikers en wijzig dit in de
waarde Ja.
• Selecteer de knop Toepassen.
• Selecteer de knop Host in het scherm Opslaan.
• Selecteer de knop Terug.
8 Om het analyseapparaat weer met het lokale
gegevensnetwerk te verbinden, maakt u de
ethernetkabel van het analyseapparaat weer vast.
9 Wacht gedurende ten minste het verbindingsinterval
voordat u zich met het standaard beheerdersaccount
ADMIN aanmeldt. Wijzig het wachtwoord wanneer dit
wordt gevraagd.
r Het ADMIN-wachtwoord geforceerd
wijzigen (gebruikersbeheer op een
DMS)
1 Stel het item Ww wijzigen op het DMS in op de
waarde Bij volg. aanmelding voor het standaard
beheerdersaccount ADMIN.
2 Verstuur de volledige lijst van gebruikers van het
DMS naar het analyseapparaat.
11 Probleemoplossing
268 Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard beheerdersaccount ADMIN
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
I
Verstuur niet alleen het ADMIN-account. Hierdoor
worden alle andere gebruikers van het
analyseapparaat verwijderd.
3 Wacht totdat het analyseapparaat de gebruikerslijst
heeft ontvangen.
4 Meld u aan met het standaard beheerdersaccount
ADMIN. Wijzig het wachtwoord wanneer hierom
wordt gevraagd.
Het analyseapparaat resetten
Als u het wachtwoord van het standaard
beheerdersaccount ADMIN bent kwijtgeraakt en het
wachtwoord niet op een andere manier kunt wijzigen,
kunt u uw Roche-vertegenwoordiger vragen om het
analyseapparaat te resetten.
i
Controleer altijd voordat u het analyseapparaat
reset of u het wachtwoord van het standaard
beheerdersaccount ADMIN kunt wijzigen.
u Het kwijtgeraakte wachtwoord van het AD-
MIN-account wijzigen (gebruikersbeheer op
het analyseapparaat) (265)
Het kwijtgeraakte wachtwoord van het AD-
MIN-account wijzigen (gebruikersbeheer op
een DMS) (266)
Omdat het wachtwoord van het standaard beheerdersac-
count ADMIN wordt gebruikt voor de versleuteling van
gevoelige gegevens op het analyseapparaat, worden bij
het resetten van het analyseapparaat de volgende gege-
vens van het analyseapparaat gewist:
• Gebruikersaccounts en wachtwoorden, met uitzonde-
ring van standaard gebruikersaccounts
• Monster-ID's, patiënt-ID's, opdracht-ID's en bezoek-
ID's
• Resultaten
Overige gegevens (bijv. testen, lots testbuisjes en
systeeminstellingen) blijven op het analyseapparaat
staan.
11 Probleemoplossing
269Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
i
Om verlies van gegevens te voorkomen, wordt het
aangeraden om een back-up van het
analyseapparaat te maken (met behulp van een
gebruikersaccount met de gebruikersrol van
toezichthouder) voordat u deze reset. Herstel het
analyseapparaat nadat deze is gereset.
u Een back-up van een analyseapparaat maken
en herstellen (198)
j
m Wachtwoord voor het standaard beheerdersaccount
ADMIN is kwijtgeraakt.
m Er bestaat geen ander account met de gebruikersrol
van beheerder op het analyseapparaat.
m Het analyseapparaat is niet met een DMS verbonden,
of het analyseapparaat is met een DMS verbonden,
maar er worden geen gebruikersgegevens
uitgewisseld met het DMS.
r Het analyseapparaat resetten
1 Optioneel kunt u als volgt een back-up van het
analyseapparaat maken:
• Meld u aan op het analyseapparaat met de
gebruikersrol van toezichthouder.
• Maak een back-up van het analyseapparaat zoals
beschreven in Een back-up van een
analyseapparaat maken en herstellen (198).
• Meld u weer af.
I
Als u geen back-up van het analyseapparaat
maakt en geen herstel uitvoert, moet u ten minste
alle gebruikersaccounts opnieuw maken, met
uitzondering van de standaard
gebruikersaccounts, nadat het analyseapparaat is
gereset.
2 Selecteer de knop Aanmelden in het scherm
Resetten.
3 Selecteer de knop Ja in het dialoogvenster van de
melding om te bevestigen dat u geen toegang meer
hebt tot het wachtwoord van de beheerder.
f Een code van 8tekens wordt weergegeven en is
24uur geldig.
11 Probleemoplossing
270 Wachtwoord kwijtgeraakt voor het standaard beheerdersaccount ADMIN
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
4 Noteer de code die in de melding wordt
weergegeven.
I
Tik niet op het aanraakscherm totdat u de
resetcode hebt ontvangen.
5 Neem contact op met uw Roche-vertegenwoordiger
om een reset van het analyseapparaat aan te vragen.
I
U moet uw identiteit bewijzen en de door het
analyseapparaat gegenereerde code van acht
tekens verstrekken.
6 Nadat verificatie is voltooid, ontvangt u een resetcode
van 8tekens. Deze code is 24uur geldig.
7 Selecteer de knop Bevestig. in het dialoogvenster
van de melding.
8 Selecteer de knop Resetten om het resetten van het
analyseapparaat te bevestigen.
9 Voer in het scherm Code voor resetten invoeren de
code in die door de Roche-vertegenwoordiger is
verstrekt.
10 Selecteer de knop Invoeren.
f Het scherm Wachtwoord invoeren wordt
weergegeven wanneer de code juist is.
11 Voer een nieuw wachtwoord voor beheerder.
12 Selecteer de knop Invoeren.
f Er wordt een succesmelding weergegeven.
13 U kunt desgewenst het analyseapparaat weer
herstellen met behulp van het back-upbestand dat u
in stap 1 hebt gemaakt.
• Meld u aan op het analyseapparaat met de
gebruikersrol van beheerder.
• Herstel het analyseapparaat zoals beschreven in
Een back-up van een analyseapparaat maken en
herstellen (198).
11 Probleemoplossing
271Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Het scherm van de barcodelezer reinigen
Gedroogde resten op de buitenkant van het scherm van
de barcodelezer kunnen ervoor zorgen dat het scannen
van barcodes herhaaldelijk mislukt. Reinig het scherm
om een probleemloze werking te garanderen.
VOORZICHTIG!
Elektrische schok
r Spuit vloeistof niet rechtstreeks op het analyseappa-
raat en breng ook geen vloeistof rechtstreeks aan.
LET OP!
Schade aan het analyseapparaat als gevolg van
gebruik van ongeschikte reinigingsmaterialen
Het gebruik van ongeschikte reinigingsmaterialen kan
het scherm van de barcodelezer beschadigen.
r Gebruik nooit ruwe, schurende reinigingsmiddelen
(zoals een bleekmiddel) of reinigingsdoekjes.
d
m Zachte, pluisvrije doek
m 70% isopropanol
j
m Herhaaldelijk mislukken van scannen van barcodes.
r Het scherm van de barcodelezer rei-
nigen
1 Sluit het analyseapparaat af.
2 Bevochtig een pluisvrije doek met 70% isopropanol.
3 LET OP! Risico op beschadiging van het scherm van
de barcodelezer.
Gebruik geen bleekmiddel.
Veeg de buitenkant van het scherm van de
barcodelezer voorzichtig af.
11 Probleemoplossing
272 Fout voor ingangsklep voor buisjes verhelpen voordat een run wordt gestart
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Fout voor ingangsklep voor buisjes verhel-
pen voordat een run wordt gestart
Wanneer het testbuisje vlak voor het verlopen van de tijd
voor het plaatsen van buisjes wordt geplaatst, kan een
fout voor ingangsklep voor buisjes optreden.
j
m Testbuisje is in het analyseapparaat geplaatst.
m De foutmelding Fout ingangsklep voor buisjes.
Controleer de klep en probeer het opnieuw of
kies 'Handmatig' om de deur handmatig te
bedienen. verschijnt.
r Fout voor ingangsklep voor buisjes
verhelpen voordat een run wordt ge-
start
1 Verwijder de testbuisjes handmatig uit het
analyseapparaat.
2 Selecteer de knop Handmatig in het dialoogvenster
van de melding. Selecteer de knop Bevestig..
3 Ga verder met stap 12 van Een test uitvoeren (97) om
de test uit te voeren.
11 Probleemoplossing
273Probleemoplossing
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Resultaten handmatig opnieuw verzenden
Als het analyseapparaat is ingesteld om resultaten vrij te
geven en automatisch naar een host te verzenden maar
dit mislukt, moet u de resultaten op het analyseapparaat
controleren en handmatig opnieuw verzenden.
Als het analyseapparaat is verbonden met de host via het
HL7-protocol en de overdracht mislukt, probeert het
analyseapparaat automatisch tweemaal om de resultaten
opnieuw te verzenden. Als de overdracht blijft mislukken
geeft het analyseapparaat een foutmelding en moet u de
resultaten handmatig opnieuw verzenden.
Op het scherm Resultaten worden resultaten die op-
nieuw moeten worden verzonden als volgt aangeduid:
• Resultaten die het analyseapparaat niet heeft kunnen
verzenden, hebben geen pictogram.
• Resultaten die zijn verzonden naar de host maar niet
door de host zijn ontvangen, worden aangeduid met
.
u Over de verzendstatus van resultaten (105)
j
m Automatisch verzenden van resultaten mislukt.
m Gebruikersrol van toezichthouder of beheerder
r Resultaten handmatig opnieuw ver-
zenden
1 Selecteer het item Menu op het scherm Resultaten.
2 Op het scherm Resultaten kunt u de resultaten
controleren en verzenden zoals beschreven in
Resultaten controleren (106).
11 Probleemoplossing
274 Een analyseapparaat die niet reageert opnieuw opstarten
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Een analyseapparaat die niet reageert op-
nieuw opstarten
Als het analyseapparaat niet langer reageert en niet kan
worden afgesloten, schakelt u het analyseapparaat uit en
start u deze opnieuw op.
i
Sluit het analyseapparaat altijd af met behulp van
de afsluitprocedure voordat u het
analyseapparaat opnieuw start.
u Het analyseapparaat afsluiten (91)
j
m Analyseapparaat reageert niet
m Analyseapparaat kan niet worden afgesloten
r Een analyseapparaat die niet rea-
geert opnieuw opstarten
1 Druk als het analyseapparaat niet reageert op de aan/
uit-knop en houd deze gedurende 5-10seconden
ingedrukt totdat het analyseapparaat uitschakelt.
2 Wacht ongeveer 10seconden.
3 Druk op de aan/uit-knop om het analyseapparaat
opnieuw op te starten.
11 Probleemoplossing
275
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Specificaties
In dit hoofdstuk
12
Technische gegevens........................................................... 277
Technische kenmerken ............................................ 277
Gebruiksomstandigheden ....................................... 278
Opslag- en transportvoorwaarden ....................... 278
Standaardbenodigdheden....................................... 278
Specificaties van barcodes...................................... 279
Printers............................................................................ 281
USB-apparaten ............................................................ 282
12 Specificaties
276
Inhoudsopgave
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
12 Specificaties
277Specificaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Technische gegevens
Voor probleemloze werking moet u ervoor zorgen dat de
componenten uit onderstaande lijst worden gebruikt en
dat de gebruiksomstandigheden voldoen aan de
beschrijving in dit gedeelte.
In dit gedeelte
Technische kenmerken(277)
Gebruiksomstandigheden(278)
Opslag- en transportvoorwaarden(278)
Standaardbenodigdheden(278)
Specificaties van barcodes(279)
Printers(281)
USB-apparaten(282)
Technische kenmerken
Het analyseapparaat heeft de volgende technische
kenmerken:
Analyseapparaat
Gebruikersinterface
Ingebouwd aanraakscherm en toetsenbord
Interne opslagruimte
Er kunnen ongeveer 20.000testresultaten met datum en tijd
worden opgeslagen op het analyseapparaat (afhankelijk van
de grootte van het resultaatbestand)
Barcodelezer
Klasse 2-laserproduct
Poortconnectiviteit
Ethernet, RJ-45, TCP/IP
2Universal Serial Bus (USB)
(maximale belasting van 250mA)
Voedingsaansluiting
Voedingsadapter: Ingang 100-240V AC/50-60Hz
Uitgang: 15V DC/8,6A
Energieverbruik
bij netvoeding 130W
Veiligheidsklasse
II
Afmetingen (l x b x h)
24,1cm x 11,4cm x 19,0cm
Gewicht
3,76kg
y Technische gegevens
12 Specificaties
278 Technische gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Gebruiksomstandigheden
Voor gebruik moet aan de volgende
gebruiksomstandigheden worden voldaan:
Analyseapparaat
Temperatuurbereik
+15°C tot +32°C aanbevolen
Relatieve vochtigheid
15% tot 80% (niet-condenserend)
Maximale hoogte
2000m boven zeeniveau
y Gebruiksomstandigheden
Andere gebruiksomstandigheden
• Uitsluitend voor gebruik binnen
• Horizontale installatieruimte
• Stofvrije omgeving met voldoende ventilatie
• Geen direct zonlicht
• Geen waarneembare trillingen
• Geen apparatuur die elektromagnetische golven ge-
nereert in de directe omgeving
• Geen machines die ultrahoge frequenties uitstoten
(bijvoorbeeld elektrische ontlader)
Opslag- en transportvoorwaarden
Voor opslag en transport moet aan de volgende
omgevingsomstandigheden worden voldaan:
Analyseapparaat
Temperatuurbereik
-20°C tot +60°C
Relatieve vochtigheid bij opslag
10% tot 95% (niet-condenserend)
y Opslag- en transportvoorwaarden
Standaardbenodigdheden
Gebruik de volgende standaardbenodigdheden voor
probleemloze werking:
Naam
cobas
®
Liat
®
Analyzer
Vergrendelbaar USB-flashstation
Voedingseenheid
Stroomkabel
y Standaardbenodigdheden
12 Specificaties
279Specificaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Naam
cobas
®
Liat
®
Assay Tube
Lees de bijsluiter of de gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde
productinformatie en gebruikslimieten.
cobas
®
Liat
®
Cleaning Tool Kit
y Standaardbenodigdheden
Het wordt aanbevolen om een vergrendelbaar USB-
flashstation te gebruiken, d.w.z. een USB-flashstation dat
u dient te ontgrendelen voordat u het in het
analyseapparaat plaatst.
Het is niet mogelijk om via het analyseapparaat een
ontgrendelingscode in te voeren voor een USB-
flashstation.
De testbuisjes zijn specifiek voor elke test. De Roche-
catalogus met testen wordt voortdurend uitgebreid.
Neem contact op met uw Roche-vertegenwoordiger voor
een complete lijst van cobas
®
Liat
®
-testen die
beschikbaar zijn voor IVD-gebruik.
Specificaties van barcodes
i
Gebruik geen beschermde gezondheidsinformatie
(bijvoorbeeld patiëntnaam of sofinummer) als
monster-ID, om de vertrouwelijkheid en privacy
van patiëntgegevens volgens de normen te
waarborgen.
Over barcodestandaarden
De barcode van het monster-ID moet voldoen aan een
van de volgende normen:
• Code 39
De barcode dient te worden gemaakt door middel
van de standaardtekenset.
• Code 93
De barcode dient te worden gemaakt door middel
van de volledige tekenset.
• Code 128
De barcode van de monster-ID mag niet beginnen
met de tekens&of=.
• Codabar
• GS1 DataBar:
– Omnidirectional
– Truncated
– Stacked
12 Specificaties
280 Technische gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
– Stacked Omnidirectional
– Limited
• EAN-8
• EAN-13
• Interleaved 2 of 5
Over ondersteunde tekens
De volgende tekens worden niet ondersteund voor bar-
codes van monster-ID's of gebruikers-ID's:
• [Space] (ASCII: Spatie)
• |
• ^
• &
• \
• ~
• [CR] (ASCII: Enter-teken)
• [VT] (ASCII: verticaal tabteken)
• [FS] (ASCII: veldscheidingsteken)
i
Om leesfouten van barcodes te voorkomen, dient
u ervoor te zorgen dat het hulpprogramma voor
het maken van barcodes gebruikmaakt van de
volgende tekensets:
• Standaardtekenset met Code 39-barcodestan-
daard.
• Volledige tekenset met Code 93-barcodestan-
daard.
Over de lengte van barcodes
Barcodes (met uitzondering van barcodes van
testbuisjes) kunnen een maximale lengte 54mm hebben,
met inbegrip van lichte zones links en rechts.
Over het afdrukken van barcodes
Aanbevelingen van Roche voor visuele inspectie van af-
gedrukte barcodes:
• De afdruk moet voldoende contrast vertonen (donker
zwart op witte achtergrond).
• De achtergrond moet effen wit zijn (niet transparant,
geen patroon, geen kleur) op niet-reflecterend mate-
riaal.
• Controleer de scherpte van de randen en duidelijk-
heid van de streepjes in de barcode (geen onscherpe
lijnen).
• De lichte zone van de barcode moet worden geres-
pecteerd (witte ruimte links en rechts van de streep-
jes).
12 Specificaties
281Specificaties
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
• Wanneer met een vinger of nagel over de barcode
wordt geveegd of gekrast, mag de inkt niet uitvegen,
zelfs niet wanneer lichaamsoliën, desinfectiemiddelen
of andere vloeistoffen worden gebruikt. Pas op voor
kreukels.
Alle barcodes van monsters moeten worden afgedrukt
conform ISO/IEC 15416 Klasse 2.5-4.0 (voorheen ANSI
X3, 182-1990 Klasse A of B) voor betrouwbaar lezen van
barcodes.
Printers
Compatibele printers (laser, inkjet of thermisch) kunnen
met het analyseapparaat worden verbonden via de USB-
poort of via het gegevensnetwerk.
Het analyseapparaat detecteert automatisch verbonden
printers en voegt deze aan de lijst van beschikbare
printers toe.
Er kan tegelijkertijd een thermische printer voor het
afdrukken van resultaten en een laser- of inkjetprinter
voor het afdrukken van rapporten worden
geconfigureerd op het analyseapparaat.
Rapporten en resultaten die met een inkjetprinter zijn
afgedrukt, kunnen beschadigd raken door vocht of
vloeistoffen. Het wordt daarom aanbevolen een
laserprinter te gebruiken.
Resultaten die met een thermische printer zijn afgedrukt,
kunnen beschadigd raken door blootstelling aan warmte,
licht of vloeistoffen. Het wordt daarom afgeraden om
uitsluitend de afdrukken van een thermische printer te
gebruiken voor het bewaren van resultaten.
Over ondersteunde protocollen
Printers kunnen met het analyseapparaat worden ver-
bonden door middel van de volgende protocollen:
• Netwerk
• IPP (Internet Printing Protocol)
• IPPS (Internet Printing Protocol Secured)
• http (Hypertext Transfer Protocol)
• https (Hypertext Transfer Protocol Secure)
• LPD/Socket (Line Printer Daemon)
• Lokaal (voor verbinding via een USB-poort)
u Verwante onderwerpen
• De printer instellen (156)
12 Specificaties
282 Technische gegevens
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
USB-apparaten
Het systeem ondersteunt bepaalde verbonden USB-
apparaten.
De volgende USB-apparaten worden ondersteund:
• USB-flashstation
• USB-printer
• USB-hub
Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Sluit alleen een USB-apparaat aan op het
analyseapparaat als het analyseapparaat zich in de status
'gereed' bevindt.
u Over de status van het analyseapparaat (61)
Over USB-flashstations
De volgende beperkingen zijn van toepassing op USB-
flashstations:
• Grootte: minder dan 2TB
• Alleen USB-flashstations met MBR (Master Boot Re-
cord) worden ondersteund
(GPT [GUID Partition Table] wordt niet ondersteund)
• Ondersteunde bestandssystemen:
– fat16 (vfat)
– fat32 (vfat)
– ext2/3/4
– exfat
• NTFS (New Technology File System) wordt niet on-
dersteund.
Het wordt aanbevolen om een vergrendelbaar USB-
flashstation te gebruiken, d.w.z. een USB-flashstation dat
u dient te ontgrendelen voordat u het in het
analyseapparaat plaatst.
Het is niet mogelijk om via het analyseapparaat een
ontgrendelingscode in te voeren voor een USB-
flashstation.
12 Specificaties
283
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Trefwoordenregister
A
Aan/uit-knop, 64
Aanmelden, 74
– Met barcode van badge, 75
– met gebruikers-ID, 75
Aanmeldingsmodi, 139
Aanraakscherm
– items selecteren, 82
– kalibreren, 246
– overzicht, 66
– reiniging, 248
– vooraf gedefinieerde items selecteren, 83
ADMIN-account
– kwijtgeraakt wachtwoord wijzigen (geen DMS), 265
– kwijtgeraakt wachtwoord wijzigen (met DMS), 266
Afdrukken
– configuratie voor printers, 165
– configureren voor resultaten, 166
– controleresultaten van een lot testbuisjes, 134
– gebeurtenislog, 264
– gebruikerslijst, 135
– informatie over lot testbuisjes, 133
– resultaten, 106
– systeeminstellingen, 135
Afkortingen, 15
Afstellen, automatisch, 245
Afvoeren
– analyseapparaat, 32
– pipetten, 97
– testbuisjes, 97
Analyseapparaat
– afsluiten, 91
– back-up maken, 198
– bedieningselementen, 63
– buitenkant reinigen, 248
– herstellen, 198
– hostverbinding bewaken, 225
– installeren, 115
– opstarten, 73
– reageert niet, 274
– resetten, 268
– verbinden met een netwerk, 214
– verbinden met extern serviceplatform van
Roche, 218
– verbinden met FTP-shares, 238
– verbinden met host, 223
– verbinden met map voor gedeelde lots, 236
– verbinden met netwerkshares, 238
– werking, 59
Archiveren
– Audit trails, 185
– bestandsindeling, 181
– inhoud, 181
– locaties, 181
– lots testbuisjes, 187
– naamgeving, 181
– over, 180
– resultaten, 182
Audit trail, 61
Automatisch afstellen, 245
Automatisch opnieuw starten, 244
Automatische bewaking, 244
automatische blokkeerfunctie, 87
B
Barcode van badge
– toewijzen, 80
– vervangen, 80
– verwijderen, 80
– wijzigen, 80
Barcodelezer, overzicht, 64
284
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Barcodes
– ondersteunde, 86
– scannen, 86
Barcodes lezen, 86
Barcodes scannen, 86
Barcodestandaarden
– configureren, 140
– ondersteunde, 86
Bedieningselementen, 63
Benodigdheden, 278
Beoogd gebruik, 13
Bewaking, 244
Blokkering, gedeeltelijk, 60
C
Cijfers, invoeren, 84
Contact, 9
Controles, 134
Controles, automatisch, 60
Conventies gebruikt in deze publicatie
– afkortingen, 15
– productnamen, 13
– symbolen, 13
Copyright, 8
D
Definities
– systeem, 135
Disclaimer screenshots, 7
DMS
– configuratie-items, 221
– configuratie-items voor patiëntverificatie, 231
– over, 220
– over gegevensuitwisseling, 226
– over patiëntverificatie, 228
– patiëntverificatie configureren, 231
Documenten, ondersteunend, 6
E
Exporteren
– back-up, 198
– gebruikers, 196
– instellingen, 195
– lots testbuisjes, 193
Extern serviceplatform van Roche
– configuratie-items, 217
– over, 216
– toegang configureren, 218
– toegang inschakelen, 218
– toegang uitschakelen, 218
externe serviceplatform, 119
F
Feedback, 8
Filteren van resultaten, 110
Flap, voor testbuisjes, 64
Fout
– Ingangsklep voor buisjes, 272
Fout ingangsklep voor buisjes, oplossen, 272
Fouten
– firmware, 254
– hardware, 254
– meldingen, 254
– software, 254
FTP-shares
– configuratie-items, 234
– configureren, 238
– over, 233
Functieknoppen, 63
G
Garantie, 7
Gebeurtenislog, 264
Gebruikers
– blokkeren, 152
– deblokkeren, 152
– exporteren, 196
285
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
– importeren, 196
– informatie wijzigen, 152
– maken, 149
– verwijderen, 154
Gebruikers blokkeren, 152
Gebruikers deblokkeren, 152
Gebruikers-ID's, 148
Gebruikersinformatie wijzigen, 152
Gebruikersrollen, rechten, 147
Gebruiksomstandigheden, 278
Gedeelde locaties
– configuratie-items, 234
– FTP-shares configureren, 238
– map voor gedeelde lots configureren, 236
– netwerkshares configureren, 238
– over, 233
Gedeeltelijke blokkering, 60
Gegevens, 9
Goedkeuringen, 8
H
Handelsmerken, 8
Het analyseapparaat deblokkeren, 89
Het analyseapparaat handmatig blokkeren, 87
Het analyseapparaat uitschakelen, 91
Host
– automatische vrijgave van resultaten, 145
– beveiligde verbinding, 222
– configuratie-items, 221
– over, 220
– over gegevensuitwisseling, 226
– verbinden, 223
– verbinding bewaken, 225
I
Importeren
– gebruikers, 196
– herstellen, 198
– instellingen, 195
– lots testbuisjes, 193
Informatie
– aanvullend, 6
– ondersteunend, 6
Ingangsklep voor buisjes, 64
Inschakelen, 73
Installatie, 51
Instellen
– analyseapparaat, 115
– barcodestandaarden, 140
– systeem, 135
– taal, 138
– waarden, 84
Instellingen
– configuratie-items, 135
– exporteren, 195
– importeren, 195
Instrument
– Raadpleeg analyseapparaat, 59
Instrumentgoedkeuringen, 8
Items selecteren, op het scherm, 82
K
Kalibratie, aanraakscherm, 246
Kenmerken, technisch, 277
Knoppen
– functie, 63
– navigatie, 63
Kwaliteitscontrole (Quality Control), 243
L
Labels op het analyseapparaat, 32
LIS
– configuratie-items, 221
– over, 220
Logbestanden, 264
286
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Logbestandniveau
– configureren, 143
– uitgebreid, 143
Lots
– raadpleeg Lots testbuisjes, 133
Lots testbuisjes
– delen, 126
– exporteren, 193
– importeren, 193
– informatie, 133
– resultaten controle, 134
– toevoegen, 125
– valideren, 125
– verwijderen, 130
M
Maken, gebruikers, 149
Map voor gedeelde lots
– configuratie-items, 234
– configureren, 236
– gebruiken, 235
– over, 233
Mededeling bij de uitgave, 5
Meldingen, 254
Morsen, 249
N
Navigatieknoppen, 63
Netwerk
– over, 213
– verbinden, 214
Netwerkshares
– configuratie-items, 234
– configureren, 238
– over, 233
Normale registratie, 143
O
Onderhoud, 244
Ondersteunende documenten, 6
Ondersteuning, 8
Opslagvoorwaarden, 278
Opstarten, analyseapparaat, 73
Overzicht
– aanraakscherm, 66
– barcodelezer, 64
– resultaten, 104
– testen, 65
P
Patenten, 8
Patiëntverificatie
– configuratie-items, 231
– configureren, 231
– niet-overeenkomende ID's, 230
– over, 228
– resultaten, 230
– status, 229
– test uitvoeren, 229
Printers
– afdrukken van rapporten, 165
– afdrukken van resultaten, 166
– compatibiliteit, 281
– inkjet, 156
– laser, 156
– over, 156
– specificaties, 281
– thermisch, 157
– verbinden, 159
– verbindingsitems, 158
Probleemoplossing, 253
– probleemrapporten, 201
– probleemrapporten maken, 206
Probleemrapporten
– automatisch inplannen, 208
– bestandsindeling, 202
– handmatig maken, 206
– inhoud, 201
287
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
– inhoud configureren, 204
– maken, 204
– naamgeving, 202
– opslaglocatie, 202
– over, 201
– versleuteling, 202
Productnamen, 13
R
Rapporten, 104
– printers configureren, 165
Registratie
– uitgebreid inschakelen, 143
– uitgebreid uitschakelen, 143
Registreren
– software, 171
– testen, 123
Reiniging
– aanraakscherm, 248
– buitenkant van analyseapparaat, 248
– morsen, 249
– USB-flashstation, 210
Resetten
– analyseapparaat, 268
– kwijtgeraakt wachtwoord voor ADMIN-account
(geen DMS), 265
– kwijtgeraakt wachtwoord voor ADMIN-account
(met DMS), 266
Resultaten
– automatische vrijgave, 145
– controleren, 106
– controles van een lot testbuisjes, 134
– filteren, 110
– overzicht, 104
– printers configureren, 166
– sorteren, 110
Resultaten controleren, 106
Revisiegeschiedenis, 2
S
Scherm
– Raadpleeg aanraakscherm, 82
Service, 245
Software
– bijwerken, 168
– foutmeldingen, 254
– geïnstalleerde versie, 173
– registreren, 171
Software bijwerken, 168
Sorteren van resultaten, 110
Specificaties, 277
Symbolen gebruikt in deze publicatie, 13
Systeemelementen, versies, 174
Systeeminstellingen, 135
T
Taal
– gebruikersinterface, 138
– wijzigen, 138
Technische gegevens, 277
Tekst en cijfers invoeren, 84
Tekst, invoeren, 84
Testbuisjes, 59
Testen
– afbreken, 102
– bijwerken vanaf het externe serviceplatform, 119
– bijwerken vanaf USB-flashstation, 116
– installeren vanaf het externe serviceplatform, 119
– installeren vanaf lokale bron, 121
– installeren vanaf USB-flashstation, 116
– lots buisjes toevoegen, 125
– lots buisjes verwijderen, 130
– lots testbuisjes valideren, 125
– overzicht, 65
– registreren, 123
– uitvoeren, 97
– verwijderen, 131
Testen afbreken, 102
288
Roche Diagnostics
cobas
®
Liat
®
System · Softwareversie 3.3 · Gebruikersgids · Publicatieversie 10.0
Testen bijwerken
– Vanaf het externe serviceplatform, 119
– vanaf USB-flashstation, 116
Testen installeren
– Vanaf het externe serviceplatform, 119
– vanaf lokale bron, 121
– vanaf USB-flashstation, 116
Testen uitvoeren, 97
Testen verwijderen, 131
Toevoegen, lots testbuisjes, 125
Transportvoorwaarden, 278
U
Uitgebreide registratie, 143
USB-apparaten
– compatibiliteit, 282
– over, 282
USB-flashstation
– beperkingen, 282
– vergrendelbaar, 282
– voor bijwerken van test, 116
– voor installeren van test, 116
V
Valideren, lots testbuisjes, 125
Veiligheid
– afvoeren, 32
– classificatie, 27
– elektromagnetische interferentie, 31
– gegevensbeveiliging, 30
– labels, 32
– lasertransmissie, 28
– samenvatting, 27
Verificatie, 139
Versies
– software, 173
– systeemelementen, 174
Versleuteling, gegevens, 68
Verwijderen
– gebruikers, 154
– lots testbuisjes, 130
Voorwaarden
– omgeving, 278
– Opslag, 278
– transport, 278
– voor gebruik, 278
W
Wachtwoord
– kwijtgeraakt voor ADMIN, 265
– kwijtgeraakt voor ADMIN (geen DMS), 265
– kwijtgeraakt voor ADMIN (met DMS), 266
Wachtwoorden
– op elk moment wijzigen, 77
– over, 148
– wijzigen, 77
– wijzigen bij aanmelden, 79
Werking, analyseapparaat, 59
Z
Zelfcontroles, 60, 244
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Published by:
Roche Diagnostics International Ltd
CH-6343 Rotkreuz
Switzerland
www.roche.com
P/N 09424288001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290

Roche cobas Liat Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding