Reely 1310036 Handleiding

Type
Handleiding
$ Afstandsbediening „HT-4“ 2,4 GHz
Bestelnr. 1310036
Versie 03/15
7
2
Inhoudsopgave
Pagina
1. Inleiding ...............................................................................................................................................................3
2. Verklaring van symbolen ......................................................................................................................................3
3. Voorgeschreven gebruik ......................................................................................................................................4
4. Productomschrijving ............................................................................................................................................4
5. Leveringsomvang ................................................................................................................................................4
6. Veiligheidsaanwijzingen .......................................................................................................................................5
a) Algemeen ......................................................................................................................................................5
b) Werking .........................................................................................................................................................5
7. Voorschriften voor batterijen en accu´s ...............................................................................................................7
8. Accu‘s laden ........................................................................................................................................................7
9. Bedieningselementen van de zender ..................................................................................................................8
10. Ingebruikneming van de zender ..........................................................................................................................9
a) Batterijen plaatsen .........................................................................................................................................9
b) Zender inschakelen .......................................................................................................................................9
c) Instellen van de stuurknuppellengte ............................................................................................................10
11. In gebruik nemen van de ontvanger ..................................................................................................................10
a) Ontvangeraansluiting ...................................................................................................................................10
b) Montage van de ontvanger .......................................................................................................................... 11
12. Montage van de servo‘s .....................................................................................................................................12
13. Instelling van de trimming ..................................................................................................................................13
14. Controleren van de draairichtingen van de servo ..............................................................................................14
15. Omschakelen van de draairichtingen van de servo ...........................................................................................16
16. Veranderen van de stuurknuppelbzetting ..........................................................................................................17
17. Delta-mixer ........................................................................................................................................................18
18. Omschakelen van de digitale codering ..............................................................................................................19
19. Binding-functie ...................................................................................................................................................20
20. Simulator-/leerlingzenderfunctie ........................................................................................................................21
21. Onderhoud en verzorging ..................................................................................................................................21
22. Verklaring van overeenstemming (DOC) ...........................................................................................................21
23. Verwijderen ........................................................................................................................................................22
a) Algemeen ....................................................................................................................................................22
b) Batterijen en accu´s .....................................................................................................................................22
24. Verhelpen van storingen ....................................................................................................................................23
25. Technische gegevens ........................................................................................................................................24
a) Zender .........................................................................................................................................................24
b) Ontvanger ....................................................................................................................................................24
$
3
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese normen.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke
werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en
bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing om haar achteraf te raadplegen!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voor-
behouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
2. Verklaring van symbolen
Een uitroepteken in een driehoek wijst op speciale gevaren bij gebruik, ingebruikneming of bediening.
Het „pijl“-symbool wijst op speciale tips en bedieningsvoorschriften.
4
3. Voorgeschreven gebruik
De 4-kanaals afstandsbediening „HT-4“ is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik in de modelbouw en de bij-
behorende gebruikstijden. Voor industriële toepassingen, bijv. voor het besturen van machines of installaties, is dit
apparaat niet geschikt.
Een andere toepassing dan hiervoor beschreven, leidt tot beschadiging van het product en is bovendien verbonden
met gevaren, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schokken enz. Het product mag technisch niet worden veran-
derd, resp. omgebouwd! De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op. Deze bevat belangrijke informatie voor het
gebruik van het product.
U alleen bent verantwoordelijk voor een gevaarloos gebruik van de afstandsbediening en het model!
4. Productomschrijving
Met de 4-kanaals afstandsbediening „HT-4“ heeft u een draadloze afstandsbediening, die in de eerste plaats ide-
aal voor modelvliegtuigen geschikt is. Er kunnen echter indien nodig ook modelvoertuigen, -schepen of gewone
4-kanaals modelhelikopters (toerentalgestuurd) met deze afstandsbediening worden gebruikt.
Via de vier proportionele stuurkanalen kunnen de verschillende stuurfuncties onafhankelijk van elkaar op afstand be-
diend worden. De ergonomisch gevormde behuizing ligt comfortabel in de hand en zorgt voor een handige en veilige
besturing van de zender en het model.
Voor het gebruik van de zender heeft u nog 4 AA-/mignonbatterijen (b.v. Conrad bestelnr. 652507, verpakt per 4 stuks,
1x bestellen) nodig.
Als er geen vliegregelaar met BEC-schakeling wordt gebruikt, hebt u voor de ontvanger eveneens 4 AA-/mignonbat-
terijen (vb. Conradbestelnr. 652507, pak van 4, 1 x bestellen) of 4 AA-/mignonaccu‘s met overeenkomstige batteri-
jhouder nodig. Anders kunnen ook 4- of 5-cellige NiMH-ontvangeraccu‘s (nominale spanning 4,8 - 6,0 V) met scha-
kelaarkabel worden gebruikt. De ontvanger kan ook met een 2-cellige LiPo-accu (nominale spanning 7,4 V) worden
gebruikt; alleszins moeten de aangesloten servo‘s eveneens geschikt zijn voor hoge voltage.
5. Leveringsomvang
• Afstandsbediening
• Afstandsbedieningsontvanger
• Bindingstekker
• Gebruiksaanwijzingopcd
5
6. Veiligheidsaanwijzingen
Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt ieder
recht op garantie. Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet op-
volgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In zulke gevallen
vervalt de garantie.
Gewone slijtage bij het gebruik en beschadigingen door een ongeval (bijv. afgebroken antenne van de
ontvanger en gebroken behuizing van de ontvanger enz.) vallen niet onder de garantie.
Geachte klant: deze veiligheidsvoorschriften hebben niet enkel de bescherming van het product, maar ook
de bescherming van uw gezondheid en die van andere personen tot doel. Lees daarom dit hoofdstuk zeer
aandachtig door voordat u het product gebruikt!
a) Algemeen
• Omveiligheids-enkeuringsredenen(CE)isheteigenhandigombouwenen/ofwijzigenvanhetproductniettoege-
staan.
• Hetproductisgeenspeelgoed.Hetisnietgeschiktvoorkinderenonderde14jaar.
• Hetproductmagnietvochtigofnatworden.
• WijradenaanomeenWA-verzekeringaftesluiten.Indienureedseendergelijkeverzekeringheeft,moetunagaan
of uw verzekering ook bescherming biedt bij schade of ongevallen door een op afstand bestuurd model.
•Sluitbijelektromodellendeaandrijfmotorpasaannadathetontvangstsysteemvolledigisingebouwd.Zovoorkomt
u dat de aandrijfmotor plotseling onbedoeld begint te lopen.
•Umaghetverpakkingsmateriaalnietzomaarlatenrondslingeren.Ditisgevaarlijkspeelgoedvoorkinderen.
•Controleervóórelkgebruik detechnischeveiligheid vanuwmodel envandeafstandsbediening. Lethierbijop
zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen
moeten soepel werken en er mag geen speling in de lagers aanwezig zijn.
•Debedieningenhetgebruikvanopafstandbediendemodellenmoetgeleerdworden!Alsunognooiteenmodel
bestuurd heeft, moet u heel voorzichtig beginnen en u eerst vertrouwd maken met de reacties van het model op de
commando´s van de afstandsbediening. Wees geduldig!
• Wenduzichtotons(ziehoofdstuk1voordecontactgegevens)ofeenanderevakmanindienuvragenheeftwaarop
u in deze gebruiksaanwijzing geen antwoord vindt.
b) Gebruik
• Gelieveutoteenervarenmodelsporterofeenmodelbouwclubtewendenalsunognietgenoegkennisheeftvoor
het gebruik van op afstand bediende modellen.
• Schakelbijdeingebruiknamesteedseerstdezenderin.Pasdaarnamagdeontvangerinhetmodelingeschakeld
worden. Dit kan anders tot onvoorziene reacties van het voertuig leiden!
• Vermijdomdeanntennetopnaarhetmodelte„richten“.Daardoorontstaateensterkverminderdereikwijdte.
6
• Controleervóórhetgebruikenterwijlhetmodelstilstaatofhetzoalsverwachtopdecommando´svandeafstands-
bediening reageert.
• Leterbijhetgebruikvaneenmodelaltijdop,daterzichnooitlichaamsdelenofvoorwerpenindegevarenzonevan
motoren of andere draaiende aandrijfonderdelen bevinden.
• Eenverkeerdgebruikvanhetproductkanzwareletselsenbeschadigingentotgevolghebben!Letaltijdopeen
direct zichtcontact met het model en gebruik het daarom ook niet ’s nachts.
• Umaghetmodelalleenbesturenalsuwreactievermogennietverminderdis.Vermoeidheidofbeïnvloedingdoor
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Gebruikhetmodelopeenplaatswaarhetgeengevaarvormtvooranderepersonen,dierenofvoorwerpen.Gebruik
het alleen op privéterrein of op speciaal daarvoor bestemde plaatsen.
• Schakelingevalvanstoringhetmodeldirectuitenzorgdatdestoringgeheelisverholpenvoordatuhetmodelweer
in gebruik neemt.
• Gebruikuwafstandsbedieningnietbijonweer,onderhoogspanningsleidingenofindebuurtvanzendmasten.
• Laatdeafstandsbediening(zender)steedsingeschakeldzolanghetmodelingebruikis.Omeenmodelaftezetten,
moet u steeds eerst de motor uitschakelen en daarna het ontvangstsysteem. Pas daarna mag de afstandsbediening
of zender uitgeschakeld worden.
• Beschermdeafstandsbedieningtegenvochtensterkevervuiling.
• Steldezendernietlangdurigblootaandirectzonlichtofextremehitte.
• Bijzwakkebatterijenindeafstandsbedieningzaldereikwijdteverminderen.Alsdeontvangerbatterijenofdeont-
vangeraccu zwak worden, zal het model niet meer correct op de afstandsbediening reageren.
In dit geval moet u het gebruik onmiddellijk stopzetten. Vervang de batterijen door nieuwe of laad de ontvangeraccu
op.
• Neemgeenrisicobijhetgebruikvanhetmodel!Uweigenveiligheidendievanuwomgevingisafhankelijkvanuw
verantwoord gebruik van het model.
7
7. Voorschriften voor batterijen en accu´s
• Houdbatterijen/accu´sbuitenhetbereikvankinderen.
• Umagbatterijen/accu´snietzomaarlatenrondslingerenwegenshetgevaardatkinderenofhuisdierenzeinslikken.
In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadplegen!
• Zorgdatbatterijen/accu´snietwordenkortgesloten,doorboordofinvuurwordengeworpen.Erbestaatexplosiege-
vaar!
• Lekkendeofbeschadigdebatterijen/accu´skunnenbijhuidcontactbijtendewondenveroorzaken;draaginditgeval
veiligheidshandschoenen.
• Gewonebatterijenmogennietopgeladenworden.Erbestaatbrand-enexplosiegevaar!Umagalleenaccu´sopla-
den die hiervoor geschikt zijn. Gebruik geschikte opladers.
• Letbijhetplaatsenvandebatterijen/accu‘sopdejuistepoolrichting(kijkgoednaarplus/+enmin/-).
• Alsuhetproductlangeretijdnietgebruikt(bijv.alsuhetopbergt),moetudebatterijen(ofaccu´s)uitdeafstands-
bediening en het modelvoertuig nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen.
• Laaddeaccu´songeveeromde3maandenop,aangezienandersdoorzelfontladingeenzogehetendiepontlading
kan optreden waardoor de accu´s onbruikbaar worden.
• Vervangsteedsdevolledigesetbatterijenofaccu’s.Umaggeenvolleenhalfvollebatterijenofaccu´sdoorelkaar
gebruiken. Gebruik steeds batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• Umagnooitbatterijenenaccu´sdoorelkaargebruiken!
• Gebruikuitsluitendbatterijenengeenaccu‘svoordeafstandsbedieningszenderomwillevanredeneninzakebedri-
jfsveiligheid.
8. Accu‘s laden
Als u accu‘s gebruikt voor de stroomverzorging van de ontvanger, zijn deze bij levering doorgaans leeg en moeten
worden opgeladen.
Let op:
Voordat een accu zijn maximale capaciteit zal leveren, moet deze meerdere keren worden ontladen en
opgeladen.
U moet de accu´s regelmatig ontladen daar anders het memory effect kan optreden als u meermaals een
„halfvolle“ accu oplaadt, waardoor het zgn. Lazy Battery effect (batterijtraagheidseffect) kan ontstaan. Dit
betekent dat de accu zijn capaciteit zal verliezen. De accu zal niet meer de volledig opgeladen energie
leveren waardoor de bedrijfstijd van het modelvoertuig zal verminderen.
Als u meerdere accu´s gebruikt, kan het voordelig zijn om een hoogwaardige oplader te kopen. Deze kan
de accu´s doorgaans ook snelladen.
8
9. Bedieningselementen van de zender
Afbeelding 1
1 Zenderantenne
2 Handvat
3 Trimtoetsen voor de hoogteroerfunctie
4 Stuurknuppel voor hoogteroer- en rolroerfunctie
5 Trimtoetsen voor de rolroerfunctie
6 LED-indicator
7 Aan-/uitschakelaar
8 Reverse-schakelaar
9 Delta-mixerschakelaar
10 Binding toetsen
11 Trimtoetsen voor de richtingsroerfunctie
12 Stuurknuppel voor de richtingsroer- en de motor-
functie
13 Trimtoetsen voor de motorfunctie
14 Draagriemoog
9
10. Ingebruikneming van de zender
In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de afbeeldingen die er naast of midden in
hethoofdstukstaan.Dwarsverwijzingennaarandereafbeeldingenwordenmetdeovereenkomstigeguur-
nummers aangeduid.
a) Batterijen plaatsen
Voor de stroomvoorziening van de zender zijn 4 alkalinebatte-
rijen (b.v. Conrad bestelnr. 652507, 4 stuks per verpakking, 1x
bestellen) van het formaat AA/Mignon nodig.
Plaats de batterijen als volgt:
Het batterijdeksel (1) bevindt zich aan de achterkant van de zen-
der. Druk op het geribbelde vlak (2) en schuif het deksel naar
onder.
Let bij het plaatsen van de 4 batterijen op de juiste polariteit van
de cellen. Op de bodem van het batterijvak staat een aanwijzing
(3) voor de poolrichting.
Schuif daarna het deksel van het batterijvak opnieuw van onder
af en laat de vergrendeling inschakelen.
b) Zender inschakelen
Als er nieuwe batterijen geplaatst werden, schakelt u voor test-
doeleinden de zender in met behulp van de aan-/uitschakelaar
(zie afb. 1, positie 7). Schuif daartoe de bedieningsknop van
onder (uit) schuin naar boven (aan).
De zender geeft een kort geluidssignaal en de LED-indicator
(zie ook afbeelding 1, pos. 6) licht permanent groen op.
Als de spanningsverzorging onder de 5 V daalt, verandert de kleur van de LED-indicator van groen via oranje naar
rood en duidt zo het dreigende tekort aan spanning van de zender aan. Het gebruik van het model moet dan worden
stopgezet.
Wanneer de spanning onder de 4,2 V daalt, begint de LED-indicator rood te knipperen en geeft de zender regelmatig
akoestische waarschuwingssignalen weer. In dit geval moet u het gebruik van het model zo snel mogelijk worden
stopgezet. Om de zender verder te gebruiken moeten nieuwe batterijen worden geplaatst.
Nadat u de correcte werking van de zender heeft gecontroleerd, schakelt u deze opnieuw uit.
Afbeelding 2
Afbeelding 3
10
c) Instellen van de stuurknuppellengte
Al naar stuurgewoonten bestaat de mogelijkheid, de lengte van
de knuppels individueel in te stellen.
Houd daarvoor het onderste deel van de greep (1) vast en draai
het bovenste deel (2) tegen de richting van de wijzers van de
klok in naar boven.
Nu kunt u door de onderste greep te verdraaien de gewenste
lengte van de stuurknuppel instellen.
Tot slot wordt de bovenste greep opnieuw vastgeschroefd.
11. In gebruik nemen van de ontvanger
a) Ontvangeraansluiting
De ontvanger biedt u aansluitmogelijkheid voor 4 servo‘s (ont-
vangeruitgang „CH1“, „CH2“, „CH3“, „CH4“) die later in het mo-
del de volgende stuurfuncties toegewezen krijgen:
„CH1“ = rolroer-/rolservo
„CH2“ = hoogteroer-/nick-servo
„CH3“ = gasservo of vlieg-/rijregelaar
„CH4“ = richtingroer-/heck-servo
De ontvangeruitgang „CH5“ en „CH6“ wordt niet gebruikt aange-
zien de zender alleen de eerste vier kanalen doorgeeft.
Aan de aansluiting „BAT“ wordt een batterijbox (1) of een ont-
vangeraccu met schakelaarkabel (2) aangesloten als er geen
vlieg-/rijregelaar met een BEC-schakeling wordt gebruikt.
Belangrijk!
Bij gebruik van servo‘s met hoog stroomverbruik raden wij u aan om in elk geval een ontvangeraccu met
hoog vermogen te gebruiken en geen batterijen!
Afbeelding 5
Afbeelding 4
11
De aansluitingen zijn voor JR-steekverbinders ontworpen. Indien nodig kunnen ook Futaba-stekkers worden gebruikt
wanneer de smalle geleidingsbrug aan de stekker met een sleutelvijl of een scherp mes wordt verwijderd.
Let bij het aansluiten van servo‘s en rijregelaars altijd op de juiste polariteit van de connectoren. Het steekcontact
voor de impulsleiding (afhankelijk van de fabrikant geel, wit of oranje) moet worden aangesloten op het binnenste
(linkse) pencontact. Het steekcontact voor de minleiding (afhankelijk van de fabrikant zwart of bruin) moet worden
aangesloten op het buitenste (rechtse) pencontact.
Schakel eerst de zender in en vervolgens de ontvanger. Bij een correcte binding-functie licht de rode controle-LED in
de ontvanger (zie afbeelding 5, pos. 3) en de vier servo‘s reageren op de bewegingen van de stuurknuppel. Contro-
leer de correcte werking van de ontvanger en schakel deze aansluitend opnieuw uit.
Als de servo‘s niet reageren en de LED‘s in de ontvanger niet oplicht, voert u de binding-functie uit (zie
hoofdstuk 19).
b) Montage van de ontvanger
De montage van de ontvanger is in principe altijd afhankelijk van het model. Daarom dient u zich voor wat betreft de
montage aan de aanwijzingen van de modelfabrikant te houden.
Los daarvan dient u altijd te proberen de ontvanger zo te monteren dat deze optimaal beschermd is tegen stof, vuil,
vocht, hitte en trillingen.
Houd voldoende afstand tot motoren en elektronische vlieg- of rijregelaars. Metalen of koolstofonderdelen hebben
een afschermende werking en kunnen daardoor de ontvangstprestaties aanzienlijk benadelen. In dit geval is het
zinvol om de antenne door een boorgat in de romp naar buiten te verleggen.
Voor het bevestigen zijn dubbelzijdig klevend schuimstof (servo-tape) of rubberringen geschikt, die de in schuimstof
verpakte ontvanger goed op zijn plaats houden.
Let op!
De antennedraad (1) heeft een nauwkeurig afgemeten
lengte.
Daarom mag de antennedraad niet worden opgerold,
in lussen gelegd of zelfs afgesneden. Dit zou het be-
reik enorm beperken en brengt bovendien aanzienlijke
veiligheidsrisico´s met zich mee.
Afbeelding 6
12
12. Montage van de servo‘s
De montage van een servo (1) is altijd afhankelijk van het be-
treffende model.
Uitvoerige informatie hierover kunt u vinden in de bij het model
geleverde documentatie.
In principe dient u echter te proberen de servo´s tegen trillingen
gedempt vast te schroeven. Daartoe worden met de servo‘s in
de regel rubberen tules (2) met metalen bussen (3) meegele-
verd.
Bij zwaar lopende besturingen kunnen de servo‘s niet naar de vereiste positie gaan. Ze verbruiken daardoor onnodig
stroom en het model gaat een onzuiver stuurgedrag vertonen. De besturingen moeten zo makkelijk mogelijk werken
zonder daarbij speling in de lagers of afbuigingen te vertonen.
Voor u de servohendel monteert, neemt u de zender en ver-
volgens de ontvanger in bedrijf en controleert u de correcte
middelste stand van de trimming aan de afstandsbedienings-
zender (zie volgend hoofdstuk).
Monteer de servo-hefbomen dan steeds in een hoek van 90° ten
opzichte van de stuurstangen (zie afbeelding 8, schets A).
Bij een schuin ten opzichte van de stuurstang staande servo-
hefboom (zie afbeelding 8, schets B) zullen de stuurwegen in
beide richtingen niet even groot zijn.
Een lichte mechansiche schuine stand die door de vertanding
van de servohendel is bepaald, kan later met de trimming wor-
den gecorrigeerd.
Afbeelding 8
Afbeelding 7
13
13. Instelling van de trimming
De tirmming dient in de eerste plaats om een door de vertanding bepaalde lichte schuine stand van de servohendel
en de daarmee verbonden ongelijkmatige stuurbewegingen te corrigeren.
Bovendienheeftmennogdemogelijkheidomhetmodeltijdenshetbedrijfjnaftestellen,wanneerhetvb.nietrecht
vliegt of rijdt hoewel de stuurknuppel zich in het midden bevindt.
Vervolgens moet de stuur- of roerstangen zo worden afgesteld dat de trimming opnieuw de oorspronkelijke waarde
(hoek van 90° tussen servohendel en stang) vertoont en het model toch recht vliegt of rijdt.
De afstandsbediening „HT-4“ beschikt over een jngevoelige
digitale trimming, bij dewelke elk stuurkanaal met telkens een
trimtoets (zie ook afbeelding 1, pos. 3, 5, 11 en 13) afzonderlijk
kan worden ingesteld.
De trimtoetsen hebben daarbij de volgende stuurfuncties:
3 Trimtoetsen voor hoogteroerservo „CH2“
5 Trimtoetsen voor rolroerservo „CH1“
11 Trimtoetsen voor richtingsroerservo „CH4“
13 Trimtoets gasservo „CH3“
Om de instelling van de digitale trimming te controleren schakelt u eerst de zender en vervolgens de ontvanger in.
Wanneer een trimtoets opzij of naar boven of onder beweegt en wordt gehouden, geeft de zender korte, snel opeen-
volgende geluidssignalen weer. De servo van het respectievelijk stuurkanaal verandert in kleine stasppen de stand
van de servohendel.
Wanneer het einde van het trimbereik bereikt is, verstommen de geluidssignalen en draait de servohendel niet meer
verder. Als de trimtoets vervolgens in de tegenovergestelde richting wordt gestuurd en gehouden, weerklinken de
geluidssignalen opnieuw en draait de servohendel stapsgewijs terug naar het midden.
Wanneer het midden van het trimbereik is bereikt, geeft de afstandsbediening een lang geluidssignaal weer.
Stel nu aan alle vier kanalen de middenpositie van de trimming in en monteer de servohendel zo dat deze in een
hoek van 90° tegenover de stangen staat. Aangezien de servohendel en -as getand zijn, kunnen minimale schuine
standen van de servohendel niet worden vermeden. In dit geval moet de trimming van het respectievelijk kanaal een
klein beetje uit het midden worden verplaatst om de hoek van 90° van de servohendel naar de stuurstangen (zie
afbeelding 8) opnieuw te verkrijgen.
De ingestelde trimwaarde wordt automatisch in de afstandsbediening opgeslagen en blijft ook na het uit- en
inschakelen behouden.
Bij het gebruik van een elektrisch model met vliegregelaar moet de trimming voor kanaal 3 eveneens op de
middelste waarde worden ingesteld.
Afbeelding 9
14
14. Controleren van de draairichtingen van de servo
Sluit de in het model gebruikte servo‘s aan de ontvanger aan. Hou u daarbij aan de hoger beschreven bezetting van
de ontvangeruitgangen.
Als uw model met twee rolroerservo‘s is uitgerust, is het mogelijk om beide servo‘s met behulp van een
V-kabel aan de ontvangeruitgang „CH1“ te gebruiken.
Neem de zender en vervolgens de ontvanger in bedrijf. Bij een correcte aansluiting moeten de servo‘s aan de uit-
gangen1,2,3en4inovereenstemmingmetdeafbeeldingeninguur10opdebewegingenvandestuurknuppelin
de juiste richting reageren. De stuurstangen van de roeren moeten zo zijn afgesteld dat de roeren allemaal precies
in het midden zijn afgesteld als de stuurknuppel en trimming zich in het midden bevinden (zie ook bovenste schets
in afbeelding 10).
Op de volgende pagina vindt u in afbeelding 10 een schematische voorstelling van de roeruitslagen bij de respectie-
velijke stuurknuppelbewegingen.
De linker stuurknuppel voor de motorregeling kan naar voor en achter worden geschoven zonder dat hij
door veerkracht in de middelste stand terug wordt gezet. Hij blijft altijd in de positie staan, waarin hij het
laatst werd gezet.
Een elektrische motorregelaar die aan ontvangeruitgang „CH3“ aangesloten is, moet zo zijn ingesteld dat een elekt-
romotor uit is als de linker stuurknuppel zich in de onderste stand bevindt. Als het model met een verbrandingsmotor
wordt gebruikt, moet de stang van de gasservo zo worden afgesteld dat de motor bij een vast gesloten carburateur
stationair loopt. Pas als de trimregelaar voor de motorfunctie eveneens helemaal naar beneden wordt geplaatst, moet
de carburateur volledig sluiten zodat de verbrandingsmotor wordt afgesteld.
Als de stuurknuppel in de bovenste stand wordt geschoven, moet de smoorklep in de carburateur volledig geopend
zijn zodat de motor op vol vermogen kan lopen.
Bij elektrische modellen bieden de vliegregelaars vaak de mogelijkheid die de respectievelijke standen voor motor uit
en maximaal vermogen in te leren. Verdere informatie hierover kunt u in de gebruiksaanwijzing over de vliegregelaar
vinden.
Let op!
Voer bij een elektromodel de motortest uitsluitend uit als het model veilig tegen wegrollen is beveiligd. Let
bij de motortest ook op dat er zich geen voorwerpen of lichaamsdelen in het draai- of aanzuigbereik van de
propeller bevinden.
Als de servo‘s of roeren precies in tegengestelde richting, zoals getoond in afbeelding 10 reageren, kan met behulp
van de reverse-schakelaar (zie volgend hoofdstuk) de draairichting van de respectievelijke servo‘s worden omge-
keerd.
Belangrijk!
Schakel bij het inschakelen eerst de zender en vervolgens de ontvanger in. Bij het uitschakelen wordt altijd
eerst de ontvanger van de stroomvoorziening afgekoppeld, en pas daarna wordt de zender uitgeschakeld.
Schakel de zender nooit uit, terwijl de ontvanger nog in bedrijf is. Dit kan leiden tot onvoorziene reacties van
het model!
15
Afbeelding 10
16
15. Omschakelen van de draairichtingen van de servo
Als de roerbewegingen niet met afbeelding 10 overeenkomen,
hebt u de mogelijkheid om met behulp van de reverse-scha-
kelaar (zie ook afbeelding 1, pos. 8) de draairichting van elke
afzonderlijke servo om te schakelen. De schakelaars zijn als
volgt toegewezen:
„AIL“ = rolroerservo
„ELE“ = hoogteroerservo
‚THR“ = gasservo/vliegregelaar
„RUD“ = richtingroerservo
Als de schakelaar zich in de onderste stand bevindt, is de „nor-
male“ draairichting ingesteld. Als de schakelaar in de bovenste
stand wordt geschoven, is de „omgekeerde“ looprichting geac-
tiveerd.
Let op dat na het omschakelen van de draairichting de middelste stand van de servo/het roer eventueel
moet worden bijgesteld.
Afbeelding 11
17
16. Veranderen van de stuurknuppelbzetting
Als u uw modelvliegtuig wilt besturen zoals getoond in het schema (modus II) in afbeelding 10, kunt u dit hoofdstuk
overslaan. Als u de gasfunctie liever op de rechter en de hoogteroerfunctie liever op de linker stuurknuppel wenst
(modus I), bestaat de mogelijkheid om de zender overeenkomstig om te bouwen.
Voordedaartoevereistebezighedenisenigeervaringindeomgangmetradiograschbestuurdeafstandsbedienin-
gen vereist. Daarom moeten u zich tot een ervaren modelbouwer of modelbouwvereniging wenden als u voelt dat u
de hieronder beschreven stappen niet kunt uitvoeren.
Ga als volgt te werk:
• Verwijderdezenderbatterijen.
• Maaknumeteenkruiskopschroevendraaierdevierschroevenaandeachterkantvandezenderlosenhaalde
achterwand voorzichtig weg.
• Nadatudestekkervandeleerlingbus(1)hebtafgekoppeld,kuntudeachterzijdevandezendernaarbeneden
klappen.
Afbeelding 12
• Maaktelkensdevierschroevenaandestuurknuppelaggregaten (2)losenverwisselbeideaggregaten.Daarbij
moeten de stuurknuppelaggregaten telkens 180° worden gedraaid zodat de aansluitingen van de stuurknuppelpotis
(3) opnieuw naar binnen zijn afgesteld.
• Schroefdestuurknuppelaggregatenopnieuwvast.
• Trekmeteenspitsetangofpincetdesteekbrug(4)vandepositie„L“afenplaatszeindepositie„R“terug.
• Sluitdaarnadeaansluitstekkervandeleerlingbusopnieuwaanenplaatsderugwandopdezenderbehuizing.
• Draaidevierbevestigingsschroevenin.
• Installeerdezenderbatterijenencontroleerdecorrectewerkingvandeafstandsbediening.
18
17. Delta-mixer
De afstandsbediening „HT-4“ beschikt over een deltamixer die met behulp van de menger-schakelaar (zie ook afbe-
elding 1, pos. 9) kan worden geactiveerd. Als de schuifschakelaar zich in de onderste stand bevindt, is de normale
gebruiksmodus zonder mengfunctie geactiveerd. Als de schuifschakelaar naar boven wordt geplaatst, is de delta-
mixer geactiveerd.
Bij een deltamodelvliegtuig met driehoekige vleugels moeten de rolroeren ook de hoogteroerfunctie mee overnemen.
Daarom worden bij de delta-mixer de kanalen „CH1“ (rolroer) en „CH2“ (hoogteroer) met elkaar gemengd. Ongeacht
of dan aan de zender de rol- of hoogteroerfunctie wordt bestuurd, reagearden beide servo‘s aan de ontvangeruitgan-
gen „CH1“ en „CH2“ immers tegelijk.
De servo van de rechter vleugel moet aan ontvangeruitgang „CH1“ en de servo in de linker vleugel aan ontvangeru-
itgang „CH2“ worden aangesloten. De uitslagen van de beide roerkleppen moeten dan in overeenstemming met de
afbeeldingen in afbeelding 13 gebeuren.
Indien nodig kunnen de servo-looprichtingen met behulp van de reverse-schakelaar (zie hoofdstuk 15) worden ge-
corrigeerd.
Afbeelding 13
19
18. Omschakelen van de digitale codering
Uw afstandsbedieningszender geeft u de mogelijkheid om de ontvanger met de digitale codering „AFHDS“ en
„AFHDS2A“ aan te sturen. Af fabriek is de zender op de meegeleverde „AFHDS2A“ gecodeerde ontvanger inge-
steld.
Als u een REELY-ontvanger met de digitale codering „AFHDS“ wilt gebruiken, moet eerst de zender worden omge-
steld en vervolgens de ontvanger aan de zender worden gekoppeld (zie volgend hoofdstuk).
Om de digitale codering aan de zender om te schakelen, gaat u als volgt te werk:
• Schakeldezenderuit.
• Beweeg beide stuurknuppels naar de linker onderhoek en
houd ze in deze positie vast.
• Schakeldezendermetdeaan-/uitschakelaarinmetuitgestu-
urde aan-/uitschakelaar in.
• Laatbeidestuurknuppelsloszodatzenaarhetmiddenbewe-
gen.
• Wanneer de LED-indicator knippert, is de zender naar de
digitale codering „AFHDS“ omgeschakeld. Wanneer de LED-
indicator knippert en de afstandsbediening bovendien nog
korte geluidssignalen laat horen, is de zender naar de digitale
codering „AFHDS2A“ omgeschakeld.
• Schakel de zender uit zodat de huidig ingestelde digitale
codering wordt opgeslagen.
Belangrijk!
De bij de afstandsbedieningsinstallatie „HT-4“ meegeleverde ontvanger werkt met de codering „AFHDS2A“.
Let daarom altijd op altijd de juiste codering op de zender te programmeren!
Afbeelding 14
20
19. Binding-functie
Opdat de zender en ontvanger met elkaar functioneren, moeten deze door dezelfde digitale codering met elkaar
worden verbonden. In de leveringstoestand zijn zender en ontvanger op elkaar afgestemd en kunnen onmiddellijk
worden ingezet. De vernieuwing van de bindingsinstelling is in de eerste plaats na een vervanging van de zender of
ontvanger of voor het verhelpen van storingen wenselijk.
Voor u den ontvanger aan de zender kunt koppelen, controleert u of de zender in de juiste digitale codering (zie vorig
hoofdstuk) werkt.
Ga als volgt te werk om de binding-functie uit te voeren:
• Zenderenontvangermoetenzichindeonmiddellijkeomge-
ving van elkaar (max. 50 cm afstand) bevinden.
• Schakeldezenderuit.
• Ontkoppeldeeventueelaangeslotenservo‘svandeontvan-
ger.
• Sluitdemeegeleverdeprogrammeerstekker(1)aande„BAT“-
uitgang van de ontvanger aan.
• Destroomverzorgingvandeontvanger(ontvangeraccuofrij-
regelaar met BEC) wordt aan een willekeurige uitgang van de
ontvanger aangesloten.
• Schakeldeontvangerin.DeLEDopdeontvanger(2)begint
snel te knipperen.
• Drukdebinding-toetsopdezender(zieookafbeelding1,pos.
10) in en houdt deze toets ingedrukt.
• Schakel bij een ingedrukte binding-toets de zender met de
aan-/uitschakelaar in. De LED-indicator in de zender begint te
ikkeren.
• VanzodradeLEDindeontvanger(2)naeenpaarseconden
langzaam knippert, is de binding-procedure voltooid.
• Laatdebinding-toetsopdezenderlos.
• Schakeldeontvangerendezenderuitenverwijderdepro-
grammeerstekker.
• Sluitdeservo‘s/regelaarsopnieuwaandeontvangeraan.
• Controleerdewerkingvandeinstallatie.Alsdeinstallatienietcorrectwerkt,voertudeprocedureopnieuwuitof
controleert u de digitale codering van de zender.
Als u de zender op de digitale codering „AFHDS“ hebt omgeschakeld en een „AFHDS“-ontvanger bindt, zal
de LED in de ontvanger niet langzaam knipperen na een geslaagde binding, maar permanent branden.
Afbeelding 15
21
20. Simulator-/leerlingzenderfunctie
Desgewenst kunt u de zender op de pc voor simulatiedoeleinden of spelletjes gebruiken. In dit geval heeft u de
optioneel verkrijgbare USB-kabel (Conrad bestelnr. 517956) en de geschikte software voor de computer (vb. vliegsi-
mulatorspelletjes) nodig.
De aansluiting van de USB-kabel gebeurt aan de achterkant van
de zender aan de PS/2-interfacebus (16).
Bij een correcte aansluiting en correcte installatie wordt de in-
geschakelde zender door het besturingssysteem (vb. minstens
Windows XP of hoger nodig) herkend en kan zoals een traditio-
nele joystick worden gebruikt.
Alle verdere informatie hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing
van de USB-kabel.
Anders kan de signaaluitgang van de afstandsbediening ook
worden gebruikt om een leraarzender te besturen. In dit geval
werkt afstandsbediening „HT-4“ als leerlingzender. Verdere in-
formatie hierover kunt u in de gebruiksaanwijzing van de leraar-
zender vinden.
21. Onderhoud en verzorging
De buitenkant van de afstandsbediening dient slechts met een zachte, droge doek of borstel te worden gereinigd.
U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat hierdoor het
oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden.
22. Verklaring van overeenstemming (DOC)
Hiermee verklaart de fabrikant dat dit product in overeenstemming is met de geldende richtlijnen en andere relevante
voorschriften van richtlijn 1999/5/EG.
De bij dit product behorende verklaring van conformiteit kunt u vinden op www.conrad.com.
Afbeelding 16
22
23. Verwijderen
a) Algemeen
Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval!
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke voorschriften.
Verwijder evt. geplaatste batterijen of accu‘s en gooi deze afzonderlijk van het product weg.
b) Batterijen en accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren;
verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool. Deze mogen
niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn:
Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (betekenis staat op de batterij/accu, bijv. onder de hiernaast afgebeelde
containersymbolen).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente,
onzelialenofandereverkooppuntenvanbatterijenenaccu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
23
24. Verhelpen van storingen
Ondanks het feit dat dit afstandsbesturingssysteem volgens de huidige stand van de techniek is ontwikkeld, kunnen
zich storingen of problemen voordoen. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om
eventuele storingen op te lossen.
Probleem Hulp
De zender reageert niet • Controleerdebatterijenvandezender.
• Polariteitvandebatterijencontroleren.
• Accucontactenvandezendercontroleren.
• Controleerdefunctietoets.
De servo´s reageren niet • Controleerdebatterijenofaccu´svandeontvanger.
• Testdeschakelkabel.
• TestdeBEC-functievanderegelaar
• Controleerdepoolrichtingvandeservostekkers.
• Controleerdedigitalecodering.
• Voerdebinding-functieuit.
• Voortestdoeleindenontvangervervangenenopnieuwverbinden.
De servo´s trillen • Controleerdebatterijenofaccu´svandezenderenontvanger.
• Controleerdestekkerverbindingenopdeontvanger.
• Droogeventuelevochtigheidindeontvangermeteenhaardroger.
• Ontvangerantenneopbeschadigingtesten.
• Richtdeantennevandeontvangertercontroleandersinhetmodel.
Een servo bromt • Controleerdebatterijenofaccu´svandeontvanger.
• Controleerofdestuurstangengemakkelijkbewegen.
• Gebruikdeservozonderservohendelomdewerkingtetesten.
Het toestel heeft enkel geringe
reikwijdte
• Controleerdebatterijenofaccu´svandeontvanger.
• Ontvangerantenneopbeschadigingtesten.
• Legdeantennevandeontvangertercontroleandersinhetmodelaan.
Zender schakelt onmiddellijk of
na korte tijd vanzelf uit
• Controleerdebatterijenvandezenderofvervangze.
24
25. Technische gegevens
a) Zender
Frequentiebereik ...................................2,4 GHz
Aantal kanalen ......................................4
Codering ...............................................AFHDS / AFHDS2A (Automatic Frequency Hopping Digital System)
Signaaluitgang ......................................PS/2-bus (PPM)
Bedrijfsspanning ...................................6 V/DC via 4 AA/Mignon-batterijen
Afmetingen (B x H x D) .........................174 x 187 x 80 mm
Gewicht zonder batterijen .....................ca. 330 g
b) Ontvanger
Frequentiebereik ...................................2,4 GHz
Aantal kanalen ......................................6
Codering ...............................................AFHDS2A
Stekkersysteem ....................................Graupner JR
Bedrijfsspanning ...................................4,0 tot 8,4 V/DC
Afmetingen (B x H x D) .........................45 x 23,5 x 13,5 mm
Gewicht .................................................ca. 8 g
25
26
27
$ Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microver-
lmingofderegistratieinelektronischegegevensverwerkingsapparatuur,vereisendeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.
Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V1_0315_01_DT
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Reely 1310036 Handleiding

Type
Handleiding