ASO Safety Solutions ELmon SK 31 de handleiding

Type
de handleiding
SK 31
Betriebsanleitung (Original)
SK 31 Sicherheitsschaltgerät
Seite 3-12
Manuel d’ulisaon
SK 31 Relais de sécurité
Operang Manual
SK 31 Safety RelayRelay
Manuale di istruzione
SK 31 SK 31 Relè di sicure��aSK 31 Relè di sicure��a
Page 13-22
Page 23-32
Pagina 33-42
Gebruiksaanwij�ing
SK 31 Veiligheidsrelais
Pagina 43-52
Deutsch
EnglishFrançaisItalianoNederlands
EnglishFrançaisItaliano
Nederlands
Deutsch
43
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheids
maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
3. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.1 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.2 Aansluitklemmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
5.3 Uitvoeringen en mechanische bevesging. . . . . . . . . . . . . . . 46
6. Inbedrijstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
6.1 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
6.2 Elektrische aansluing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
6.3 Test 47
6.4 Bedradingsmogelijkheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
6.5 Toepassingsvoorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
6.6 Aansluiten van meerdere signaalgevers per
signaalgevercircuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
7. Buitenbedrijfstelling en afvoer. . . . . . . . . . . . . . . 49
8. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
10. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . 52
Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en
toestellen in deze documentae zijn ten allen jde, ook zonder vooraankondiging,
voorbehouden.
Nederlands
44
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
Fabrikant en gebruiker van de installae / machine, waarop de veiligheidsinrichng wordt gebruikt, zijn
ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschrien en -regels op eigen verantwoordeli-
jkheid af te stemmen en te respecteren.
De veiligheidsinrichng garandeert in combinae met de bovengeschikte besturing een funconele
veiligheid, maar niet de veiligheid van de complete installae / machine. Voordat de machine wordt
gebruikt, is daarom een veiligheidsobservae van de complete installae / machine conform de machi-
nerichtlijn 2006/42/EG of de betreende productnorm noodzakelijk.
De bedieningshandleiding moet permanent op de installatieplaats van de veiligheidsinrichting
beschikbaar �ijn.
Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van
de veiligheidsinrichng, grondig worden gelezen en toegepast.
De installae en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichng mag enkel door vakpersoneel gebeuren,
dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschrien over arbeidsveiligheid
en ongevallenprevene. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd.
De veiligheidsvoorschrien betreende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht
worden genomen.
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
Als het potenaalvrije contact van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed wordt, dan
moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld wordt.
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garane en aansprakelijkheid van de fabrikant.
Het beveiligingssysteem dient met passende jdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
jde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
Met het relais is zowel werking op 230 V als met 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning op de verkeerde
klemmen aan te sluiten kan het relais kapot gaan.
Niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren.
Bij capacieve en induceve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden.
Het gebruik van het veiligheidsrelais met een geopende behuizing is niet toegestaan.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteen volgens de norm EN ISO 13849-
1:2008 categorie 2, moet vóór elke gevaarlijke beweging van de installatie /
machine een test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of het
bedraden van het veiligheidsrelais SK 31 zonder testen, voldoet niet aan deze
veiligheidseisen.
In geval van het niet in acht nemen of opzeelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid van de
fabrikant.
Nederlands
45
Power
12
OUT
Test
Signal
12-24 V PE L1 N
Actuate
Fault
13 14 X1 X2
IN
AC/DC
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
3. Algemeen
Het eenkanaals relais SK 31 wordt toegepast bij de analyse van veiligheidscontactmaen, evenals bij het
beveiligen van knel- en klemplaatsen door veiligheidscontactlijsten en veiligheidsbumpers (sigaalgevers).
Het relais SK 31 is bedoeld voor gebruik bij installaes/machines die via een bovengeschikte besturing vóór
iedere gevaarlijke beweging een testsignaal ter beschikking stelt. In combinae met het testsignaal voldoet
het veiligheidsrelais aan veiligheidscategorie 2 volgens EN ISO 13849-1:2008 "Onderdelen van besturings-
systemen met een veiligheidsfunce".
De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaal-
gever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan is het uitgangsrelais aangestuurd en het
schakelcontact gesloten. Wordt de signaalgever geacveerd of het signaalgevercircuit onderbroken, opent
het relaisschakelcontact. De bewakingstoestand van de signaalgever en de voorhanden bedrijfsspanning
worden door LED's weergegeven.
4. Correct gebruik
Het relais SK 31 kan deze veiligheidsrelevante taak alleen vervullen als het correct wordt toegepast.
Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichng in combinae met veiligheids-
contactmaen, veiligheidsbumpers en veiligheidscontactlijsten.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair
gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk.
Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen.
5. Toesteloverzicht
5.1 Signaalweergaven
LED Power groen
Voedingsspanning
LED Actuate geel
Signaalgever geacveerd
LED Fault rood
Veiligheidscircuit onderbroken
5.2 Aansluitklemmen
PE, L1, N Voedingsspanning 230 V 50/60 Hz
12-24 V AC/DC Voedingsspanning 12-24 V AC/DC
X1 X2 Aansluing signaalgever
Out 13 14 Veiligheidsrelais
Out 12 13 14 Veiligheidsrelais (versie SK 31-31W)
Test Signal Testsignaalingang
Nederlands
46
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
5.3 Uitvoeringen en mechanische bevesging
Uitvoering SK 31-31
Polycarbonaat-behuizing met schroefverbindingen 1 x M12 en 2 x M16 voor opbouwmontage in omgeving
met ruwe omstandigheden.
Het relais dient vakkundig gemonteerd te worden op een geschikte montageplek. Na verwijdering van het
deksel kan de behuizing met vier schroeven worden bevesgd.
De inbouwposie van het relais kan vrij gekozen worden, maar dient ter bescherming tegen binnendringend
vocht zo te worden gemonteerd, dat de kabelinvoeren naar beneden wijzen.
Uitvoering SK 31-31 W
Als versie SK 31-31, echter met wisselcontactuitgang (uitgangen 12 13 14).
Technisch komt de toewijzing van de uitgangen niet overeen met de versie SK 31-31
(�ie pagina 50).
Uitvoering SK 31-33
Klikrailversie voor bevesging op 35 mm DIN-rail in de schakelkast.
6. Inbedrijstelling
6.1 Voorwaarden
Bij voeding met 12-24 V AC/DC moet de spanning aan de voorwaarden voor funconele laagspanning
met veilige scheiding beantwoorden.
Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomsg beschermd
worden.
De voor het toestel aangegeven beschermingsklasse is pas gegarandeerd, wanneer de toevoerleidingen
correct in de schroefverbindingen geklemd zijn en het behuizingdeksel goed dichtgeschroefd is.
6.2 Elektrische aansluing
Voedingsspanning 12-24 V AC/DC op de klemmen12 24 V AC/DC of 230 V AC op de klemmen PE L1 N
aansluiten.
Signaalgever op klemmenX1 X2 aansluiten.
Het te beveiligen stuurstroomkring op de klemmen 13 14 aansluiten resp. bij de versie SK 31-31W volgens
de eisen op klemmen 12 13 14 aansluiten.
Het door de bovengeschikte besturing ter beschikking gestelde testsignaal op de klemmen Testsignaal
aansluiten en de signaalvorm via de DIP-schuifschakelaar S1 selecteren.
Na succesvolle inbedrijstelling is de veiligheidsuitgang 13 14 (SK 31-31W 12 13) aangestuurd (relaiscontact
"gesloten"). Het bedienen van de signaalgever zorgt voor het openen van het relaiscontact 13 14 (SK 31-31W
12 13).
Nederlands
47
Power
12
OUT
Test
Signal
12-24 V PE L1 N
Actuate
Fault
13 14 X1 X2
IN
AC/DC
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
A
S1
Test Signal
S1
B
AC/DC
OUT
Test
Signal
13 14 X1 X
IN
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
OUT
Test
Signal
13 14 X1 X
IN
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
DC
OUT
Test
Signal
13 14 X1 X
IN
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
AC/DC
OUT
Test
Signal
13 14 X1 X
IN
S1
A
S1
Test Signal
S1
B
DC
U
Test
12 V ... 28 V AC/DC
6.3 Test
Voor een ontwerp van de veiligheidsinrichng volgens de norm, moet de bovenliggende machinebesturing
vóór elke gevaarlijke beweging of in de ongevaarlijke fase / beweging, een test uitvoeren. Na het aanbieden
van het testsignaal moet het uitgangscontact van het relais openen. Deze schakeltoestandverandering moet
door de bovenliggende machinebesturing worden geanalyseerd. Bij een correcte testsituae leidt de machi-
nebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap in. Anders moet de besturing
een foutmelding geven en het krachtaangedreven arbeidsmiddel (bijv. motor) een uitschakelsignaal ont-
vangen van de machinebesturing. Met de DIP-schuifschakelaar kan het ter beschikking staande testsignaal
geselecteerd worden.
Signaalverloop
Testsignaal S1 pos. A
Testsignaal S1 pos. B
Schakeluitgangen
DIP-schuifschakelaar S1 Aansluitklemmen testsignaal
6.4 Bedradingsmogelijkheden
In combinae met het testen door de besturing voldoet het SK 31-systeem aan veilig-
heidscategorie 2 volgens EN ISO 13849-1:2008 "Onderdelen van besturingssystemen
met een veiligheidsfunce".
Het gebruik of het bedraden van de SK 31 zonder testen, voldoet niet aan enige
veiligheidseisen.
Nederlands
48
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
X1
X2
SK 31-31
8,2 Κ
A1
A2
K1
14
A1
A2
24VDC
0VDC
M
1
2
K1
3
4
5
6
L1 L2 L3
L1
N PE A2
A1
Q1.1 Q1.2
K2
A1
A2
13
1
2
K2
I1.1
PLC
Test-
signaal
Signaalgever
CH1
6.5 Toepassingsvoorbeeld
Op veiligheid gerichte bewaking van een signaalgevercircuit met bovengeschikte PLC of machine bestu-
ring.
Als funcecontrole van de veiligheidsinrichng voert de PLC/machinebesturing vóór elke gevaarlijke bewe-
ging of in de ongevaarlijke fase / beweging van de machine een test uit. Bij een correcte testsituae leidt de
PLC/machinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap in.
Nederlands
49
7. Buitenbedrijfstelling en afvoer
De producten die door ASO gemaakt zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de
producten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voor-
schrien te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de
voorschrien zorg te dragen.
6.6 Aansluing van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit
ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld.
Het relais SK 31 beschikt over slechts één ingang voor signaalgevers, desondanks is het mogelijk twee of
meerdere signaalgevers aan te sluiten op het relais. Hiertoe dienen de afzonderlijke signaalgevers als in
aeelding 1 achter elkaar geschakeld te worden.
Veiligheidscontactlijsten SKL:
Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet
groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidsbumpers ASB:
Er kunnen maximaal vijf ASB in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de ASB mag niet
groter zijn dan 15 meter. De lengte van een ASB kan tot 3 m. De maximale totale kabellengte van in serie
geschakelde ASB mag niet groter zijn dan 25 m.
Veiligheidscontactmaen ASK:
Er kunnen maximaal en ASK in serie geschakeld worden. De maximale totale oppervlakte bedraagt niet
meer dan 10 m
2
. Maximale grooe van een ASK is 1350 x 2350 mm. De maximale totale kabellengte van in
serie geschakelde ASK mag niet groter zijn dan 25 m.
Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde
van de schakeling te meten. Bij niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kW
± 500 W bedragen.
Als de signaalgever geacveerd is, mag de weerstand 500 W niet overschrijden.
Signaalgever 1
Signaalgever 2
Signaalgever „n
Aeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst
O
C
2
222
Nederlands
50
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
8. Foutendiagnose
Bij een correcte bedrading en aansluing van de voedingsspanning mag enkel de Power groene LED branden.
Wanneer één van de andere LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's kan
worden opgespoord.
LED Fout Verhelping van de fout
LED's branden niet Voedingsspanning ontbreekt, te
laag of fout aangesloten
Aansluingen en
voedingsspanning controleren:
A1 A2: 12-24 V AC/DC toleranebereik: +10 %
L1,N,PE: 230 V AC 50-60 Hz
LED Actuate brandt Toevoerleiding signaalgever of
signaalgever defect
Aansluingen, bedrading en toevoerleidingen
van de signaalgever controleren (beschadigde
toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen
etc.). Signaalgever controleren*
Testen werkt niet Instelling DIP-schuifschakelaar controleren.
Testsignaal van de bovengeschikte PLC/
besturing aanpassen resp. controleren en DIP-
schuifschakelaar correct bedraden.
LED Fault brandt Toevoerleiding signaalgever of
signaalgever defect
Aansluingen, bedrading en toevoerleidingen
van de signaalgever controleren (beschadigde
toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen
etc.). Signaalgever controleren*
Ligt de fout niet in de bedrading, kan de funce van de elektronica door het aansluiten van een 8,2
weerstand op de betreende ingang X1 X2 van het relais worden gecontroleerd. Als de elektronica
daarna correct werkt, moeten de signaalgevers met een weerstandsmeeoestel gecontroleerd worden.
Daarvoor moet de verbinding van de signaalgever naar de veiligheidsrelais losgemaakt en met een weer-
standsmeeoestel verbonden worden. Bij niet-geacveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 ±500 Ω
bedragen. Als de signaalgever geacveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden.
*
Nederlands
51
Principeschema SK 31
Principeschema SK 31-31 W
9. Technische gegevens
Voedingsspanning
Netspanning: U
Net
230 V AC 50/60 Hz
Laagspanning: U
E
12-24 V AC/DC +10%
Vermogensopname
P
max
0,5 VA 230 V AC
P
max
0,5-1 VA 12-24 V AC/DC
Afsluitweerstand signaalgever
nominale waarde R
Nom
= 8,2 kΩ
bovenste schakelwaarde R
AO
> 12,7 kΩ
onderste schakelwaarde R
AU
< 4,6 kΩ
Relais trappen
nominale stroom DC 1 ,5 A 30 V DC
nominale stroom AC 0,5 A 250 V AC
mech. levensduur > 10
5
acveringen
Schakeljden veiligheidsrelais
Reacejd < 5 ms
Vrijschakeljd ca. 100 ms
Test-ingangsspanning
Ingangsspanning U
Test
12 V ... 28 V AC/DC
Behuizing
Polycarbonaat met transparant deksel
Afmengen (HxBxD)
Behuizing 120 x 80 x 57 mm
incl. schroefverbindingen 120 x 100 x 57 mm
bij montage in klemrail 97 x 75 x 35 mm
Beschermingsklasse
met schroefverbindingen IP65
IP54 met afsluitdop IP54
Gewicht 280 g
Temperatuurbereik -20 °C tot +55 °C
Diameter aansluitleidingen
een-, of jndradige leiding 0,75-1,5 mm
2
Veiligheidscategorie
EN ISO 13849-1:2008 categorie 2 PL d
MTTFd 110 jaar, DC 90%
(Electronics)
MTTFd 3477 jaar
(Electromechaniek)
B10d 200000
MTTFd 114 jaar (Nop 17520)
Testrapportnr.
10 205 384655-001
Certicaat nr.
44 205 10 384655-001
X2
A1
A2
+Ub
Rre f
X2
X1
Ure f
14
13
Voeding
Relais
Test-
opstelling
Test-
signaal
X2
A1
A2
+Ub
Rre f
X2
X1
Ure f
12
13
14
Test-
signaal
Test-
opstelling
Relais
Voeding
Nederlands
52
SK 31 Veiligheidsrelais31 Veiligheidsrelais VeiligheidsrelaisVeiligheidsrelais
10. EG-verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaren wij dat de hieronder genoemde producten uit de serie:
SK 31-31 (arkelnummer 203122, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 31-31 W (arkelnummer 203126, formaat serienummer yymmnnnnn)
SK 31-33 (arkelnummer 203123, formaat serienummer yymmnnnnn)
Veiligheidsrelais voor combinae met schakellijsten, schakelmaen en schakelbumpers
voor het vermijden van gevaar op knel- en klemplaatsen bij poortsystemen op basis
van het ontwerp en construce en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering
voldoet aan de desbetreende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de
volgende EG-richtlijnen en normen:
EG - machinerichtlijn 2006/42/EG
EN ISO 13849-1:2008
EN ISO 13849-2:2008
EN 61000-6-2:2002
EN 61000-6-3:2002
EG - typeonderzoek
Noed Body 0044
TÜV NORD CERT GmbH
Langemarckstraße 20
D-45141 Essen
EG typegoedkeuringscercaatnr.: 44 205 10 384655-001
Deze verklaring van overeenstemming ontbindt de constructeur/fabrikant van de machine
niet van zijn plicht om de conformiteit van de totale machine waarop dit product wordt
aangebracht in overeenstemming met de EG-richtlijn te waarborgen.
Fabrikant en documentae-gevolmachgde:
ASO, Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH,
Am Grarock 8, D-33154 Salzkoen
Salzkoen, XX-XX-2010
Helmut Friedrich
(directeur en documentae-gevolmachgde)
Nederlands
55
- - Leerseite - -
56
11.DB.08.001 Technische Daten Rev 10
Technische Änderungen vorbehalten.
Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haung übernommen werden.
11.DB.08.001 Technical Specicaons Rev 10
Subject to technical modicaons.
No liability can be assumed for errors or misprints.
11.DB.08.001 Données techniques Rév 10
Sous réserve de modicaons techniques.
Nous déclinons toute responsabilité en cas d‘erreurs et de fautes d‘impression.
11.DB.08.001 Da tecnici Rev 10
Con riserva di modiche tecniche.
Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa.
11.DB.08.001 Technische gegevens Rev 10
Technische wijzigingen voorbehouden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten.
Deutsch
English
Français
Italiano
Nederlands
Antriebs- und Steuerungstechnik
Am Grarock 8 • D-33154 Salzkoen
Tel.: +49 (0) 52 58/93 27-0 • Fax: +49 (0) 52 58/34 48
www.asosafety.com • e-mail: info@asosafety.com

Documenttranscriptie

Manuel d’utilisation SK 31 Relais de sécurité Page 23-32 Manuale di istruzione SK 31 SK ����������� 31 Relè di ������������ sicurezza Pagina 33-42 Italiano Italiano Page 13-22 Gebruiksaanwijzing SK 31 Veiligheidsrelais Pagina 43-52 Nederlands Nederlands Operating Manual SK 31 Safety ����� Relay English English Seite 3-12 Français Français Betriebsanleitung (Original) SK 31 Sicherheitsschaltgerät Deutsch Deutsch SK 31 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheids maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 3. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 4. Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 5. Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 5.1 Signaalweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 5.2 Aansluitklemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 5.3 Uitvoeringen en mechanische bevestiging . . . . . . . . . . . . . . 46 Inbedrijstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Test 47 Bedradingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Toepassingsvoorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Aansluiten van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 7. Buitenbedrijfstelling en afvoer . . . . . . . . . . . . . . . 49 8. Foutendiagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 10. EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . 52 Technische en bedrijfsrelevante wijzigingen met betrekking tot de producten en toestellen in deze documentatie zijn ten allen tijde, ook zonder vooraankondiging, voorbehouden. Nederlands 6. 43 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen • Fabrikant en gebruiker van de installatie / machine, waarop de veiligheidsinrichting wordt gebruikt, zijn ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschriften en -regels op eigen verantwoordelijkheid af te stemmen en te respecteren. • De veiligheidsinrichting garandeert in combinatie met de bovengeschikte besturing een functionele veiligheid, maar niet de veiligheid van de complete installatie / machine. Voordat de machine wordt gebruikt, is daarom een veiligheidsobservatie van de complete installatie / machine conform de machinerichtlijn 2006/42/EG of de betreffende productnorm noodzakelijk. • De bedieningshandleiding moet permanent op de installatieplaats van de veiligheidsinrichting beschikbaar zijn. Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van de veiligheidsinrichting, grondig worden gelezen en toegepast. • De installatie en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting mag enkel door vakpersoneel gebeuren, dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden. Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd. • De veiligheidsvoorschriften betreffende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht worden genomen. • Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden. • Als het potentiaalvrije contact van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed wordt, dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld wordt. • Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen aan het relais vervalt elke garantie en aansprakelijkheid van de fabrikant. • Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen tijde inzichtelijk gedocumenteerd te worden. Veiligheidsaanwijzingen Nederlands • Met het relais is zowel werking op 230 V als met 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning op de verkeerde klemmen aan te sluiten kan het relais kapot gaan. • Niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren. • Bij capacitieve en inductieve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden. • Het gebruik van het veiligheidsrelais met een geopende behuizing is niet toegestaan. Voor een ontwerp van het beveiligingssysteen volgens de norm EN ISO 138491:2008 categorie 2, moet vóór elke gevaarlijke beweging van de installatie / machine een test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of het bedraden van het veiligheidsrelais SK 31 zonder testen, voldoet niet aan deze veiligheidseisen. In geval van het niet in acht nemen of opzettelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant. 44 3. Algemeen Het eenkanaals relais SK 31 wordt toegepast bij de analyse van veiligheidscontactmatten, evenals bij het beveiligen van knel- en klemplaatsen door veiligheidscontactlijsten en veiligheidsbumpers (sigaalgevers). Het relais SK 31 is bedoeld voor gebruik bij installaties/machines die via een bovengeschikte besturing vóór iedere gevaarlijke beweging een testsignaal ter beschikking stelt. In combinatie met het testsignaal voldoet het veiligheidsrelais aan veiligheidscategorie 2 volgens EN ISO 13849-1:2008 "Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie". De ruststroombewaking van de signaalgever wordt door een geïntegreerde afsluitweerstand in de signaalgever mogelijk gemaakt. Als de gewenste ruststroom stroomt, dan is het uitgangsrelais aangestuurd en het schakelcontact gesloten. Wordt de signaalgever geactiveerd of het signaalgevercircuit onderbroken, opent het relaisschakelcontact. De bewakingstoestand van de signaalgever en de voorhanden bedrijfsspanning worden door LED's weergegeven. 4. Correct gebruik Het relais SK 31 kan deze veiligheidsrelevante taak alleen vervullen als het correct wordt toegepast. Het correct gebruik van het relais is de toepassing als veiligheidsinrichting in combinatie met veiligheidscontactmatten, veiligheidsbumpers en veiligheidscontactlijsten. Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet correct. Voor schade die door een niet reglementair gebruik ontstaat, is de fabrikant niet aansprakelijk. Voor het gebruik in speciale toepassingen moet de fabrikant toestemming verlenen. 5. Toesteloverzicht Power Actuate 5.1 Signaalweergaven LED Power Voedingsspanning Fault groen LED Fault rood Veiligheidscircuit onderbroken S1 12 13 14 OUT Test Signal Test Signal 5.2 Aansluitklemmen PE, L1, N Voedingsspanning 230 V 50/60 Hz 12‑24 V AC/DC Voedingsspanning 12‑24 V AC/DC X1 X2 Aansluiting signaalgever Out 13 14 Veiligheidsrelais Out 12 13 14 Veiligheidsrelais (versie SK 31‑31W) Test Signal Testsignaalingang S1 A S1 B X1 X2 IN 12-24 V PE L1 AC/DC N Nederlands LED Actuate geel Signaalgever geactiveerd 45 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 5.3 Uitvoeringen en mechanische bevestiging Uitvoering SK 31‑31 Polycarbonaat-behuizing met schroefverbindingen 1 x M12 en 2 x M16 voor opbouwmontage in omgeving met ruwe omstandigheden. Het relais dient vakkundig gemonteerd te worden op een geschikte montageplek. Na verwijdering van het deksel kan de behuizing met vier schroeven worden bevestigd. De inbouwpositie van het relais kan vrij gekozen worden, maar dient ter bescherming tegen binnendringend vocht zo te worden gemonteerd, dat de kabelinvoeren naar beneden wijzen. Uitvoering SK 31‑31 W Als versie SK 31‑31, echter met wisselcontactuitgang (uitgangen 12 13 14). Technisch komt de toewijzing van de uitgangen niet overeen met de versie SK 31‑31 (zie pagina 50). Uitvoering SK 31‑33 Klikrailversie voor bevestiging op 35 mm DIN-rail in de schakelkast. 6. Inbedrijstelling 6.1 Voorwaarden • Bij voeding met 12‑24  V AC/DC moet de spanning aan de voorwaarden voor functionele laagspanning met veilige scheiding beantwoorden. • Leidingen, die buitenshuis of buiten de schakelkast gelegd worden, moeten overeenkomstig beschermd worden. • De voor het toestel aangegeven beschermingsklasse is pas gegarandeerd, wanneer de toevoerleidingen correct in de schroefverbindingen geklemd zijn en het behuizingdeksel goed dichtgeschroefd is. Nederlands 6.2 Elektrische aansluiting • Voedingsspanning 12‑24 V AC/DC op de klemmen12 24 V AC/DC of 230 V AC op de klemmen PE L1 N aansluiten. • Signaalgever op klemmenX1 X2 aansluiten. • Het te beveiligen stuurstroomkring op de klemmen 13 14 aansluiten resp. bij de versie SK 31‑31W volgens de eisen op klemmen 12 13 14 aansluiten. • Het door de bovengeschikte besturing ter beschikking gestelde testsignaal op de klemmen Testsignaal aansluiten en de signaalvorm via de DIP-schuifschakelaar S1 selecteren. Na succesvolle inbedrijstelling is de veiligheidsuitgang 13 14 (SK 31‑31W 12 13) aangestuurd (relaiscontact "gesloten"). Het bedienen van de signaalgever zorgt voor het openen van het relaiscontact 13 14 (SK 31‑31W 12 13). 46 6.3 Test Voor een ontwerp van de veiligheidsinrichting volgens de norm, moet de bovenliggende machinebesturing vóór elke gevaarlijke beweging of in de ongevaarlijke fase / beweging, een test uitvoeren. Na het aanbieden van het testsignaal moet het uitgangscontact van het relais openen. Deze schakeltoestandverandering moet door de bovenliggende machinebesturing worden geanalyseerd. Bij een correcte testsituatie leidt de machinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap in. Anders moet de besturing een foutmelding geven en het krachtaangedreven arbeidsmiddel (bijv. motor) een uitschakelsignaal ontvangen van de machinebesturing. Met de DIP-schuifschakelaar kan het ter beschikking staande testsignaal geselecteerd worden. Signaalverloop Power Test Signal Actuate S1 Fault A S1 B Testsignaal S1 pos. A S1 12 13 14 OUT Test Signal X1 X2 IN 12-24 V PE L1 AC/DC Testsignaal S1 pos. B N Test Signal S1 A S1 B DIP-schuifschakelaar S1 Schakeluitgangen Aansluitklemmen testsignaal 6.4 Bedradingsmogelijkheden A S1 B Test Signal Test Signal A S1 B S1 B S1 S1 Test Signal 13 14 OUT S1 13 14 OUT A Test Signal Test Signal Test Signal X1 X IN X1 X IN 12 V ... 28 V AC/DC DC Nederlands X1 X IN X1 X IN S1 UTest S1 S1 Test Signal S1 B AC/DC 13 14 OUT S1 A Test Signal 13 14 OUT S1 DC AC/DC In combinatie met het testen door de besturing voldoet het SK 31-systeem aan veiligheidscategorie 2 volgens EN ISO 13849-1:2008 "Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie". Het gebruik of het bedraden van de SK 31 zonder testen, voldoet niet aan enige veiligheidseisen. 47 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 6.5 Toepassingsvoorbeeld Op veiligheid gerichte bewaking van een signaalgevercircuit met bovengeschikte PLC of machine besturing. Als functiecontrole van de veiligheidsinrichting voert de PLC/machinebesturing vóór elke gevaarlijke beweging of in de ongevaarlijke fase / beweging van de machine een test uit. Bij een correcte testsituatie leidt de PLC/machinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging of de volgende bewerkingsstap in. A1 L1 8,2 ΚΩ Signaalgever CH1 24VDC L1 L2 L3 X2 X1 SK 31-31 A2 N PE 13 K1 1 14 Nederlands K1 A2 Q1.1 Q1.2 K2 A1 A2 48 I1.1 PLC 2 0VDC A1 Testsignaal K2 A1 A2 1 3 5 2 4 6 M 6.6 Aansluiting van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld. Het relais SK 31 beschikt over slechts één ingang voor signaalgevers, desondanks is het mogelijk twee of meerdere signaalgevers aan te sluiten op het relais. Hiertoe dienen de afzonderlijke signaalgevers als in afbeelding 1 achter elkaar geschakeld te worden. Veiligheidscontactlijsten SKL: Er kunnen maximaal vijf SKL in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de SKL mag niet groter zijn dan 100 meter. De lengte van een SKL kan tot 25 m. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde SKL mag niet groter zijn dan 25 m. Veiligheidsbumpers ASB: Er kunnen maximaal vijf ASB in serie geschakeld worden. De maximale totale lengte van de ASB mag niet groter zijn dan 15 meter. De lengte van een ASB kan tot 3 m. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASB mag niet groter zijn dan 25 m. Veiligheidscontactmatten ASK: Er kunnen maximaal tien ASK in serie geschakeld worden. De maximale totale oppervlakte bedraagt niet meer dan 10 m2. Maximale grootte van een ASK is 1350 x 2350 mm. De maximale totale kabellengte van in serie geschakelde ASK mag niet groter zijn dan 25 m. Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen om de weerstandswaarde van de schakeling te meten. Bij niet-geactiveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kW ± 500 W bedragen. Als de signaalgever geactiveerd is, mag de weerstand 500 W niet overschrijden. Signaalgever 2 Signaalgever 1 O 2 2 Signaalgever „n“ 2 2 7. Buitenbedrijfstelling en afvoer De producten die door ASO gemaakt zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in bedrijven (B2B). Als de producten niet meer gebruikt worden, dienen deze volgens alle plaatselijke, regionale en landelijke voorschriften te worden afgevoerd. ASO neemt de producten ook graag terug om voor de afvoer volgens de voorschriften zorg te dragen. Nederlands C Afbeelding 1: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst 49 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 8. Foutendiagnose Bij een correcte bedrading en aansluiting van de voedingsspanning mag enkel de Power groene LED branden. Wanneer één van de andere LED's oplicht, zit er in het systeem een fout, die met behulp van de LED's kan worden opgespoord. LED Fout Verhelping van de fout LED's branden niet Voedingsspanning ontbreekt, te laag of fout aangesloten Aansluitingen en voedingsspanning controleren: A1 A2: 12-24 V AC/DC tolerantiebereik: +10 % L1,N,PE: 230 V AC 50-60 Hz LED Actuate brandt Toevoerleiding signaalgever of signaalgever defect Aansluitingen, bedrading en toevoerleidingen van de signaalgever controleren (beschadigde toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen etc.). Signaalgever controleren* Testen werkt niet Instelling DIP-schuifschakelaar controleren. Testsignaal van de bovengeschikte PLC/ besturing aanpassen resp. controleren en DIPschuifschakelaar correct bedraden. Toevoerleiding signaalgever of signaalgever defect Aansluitingen, bedrading en toevoerleidingen van de signaalgever controleren (beschadigde toevoerleidingen, brokkelige toevoerleidingen etc.). Signaalgever controleren* LED Fault brandt Nederlands * 50 Ligt de fout niet in de bedrading, kan de functie van de elektronica door het aansluiten van een 8,2 kΩ weerstand op de betreffende ingang X1 X2 van het relais worden gecontroleerd. Als de elektronica daarna correct werkt, moeten de signaalgevers met een weerstandsmeettoestel gecontroleerd worden. Daarvoor moet de verbinding van de signaalgever naar de veiligheidsrelais losgemaakt en met een weerstandsmeettoestel verbonden worden. Bij niet-geactiveerde signaalgever moet de weerstand 8,2 kΩ ±500 Ω bedragen. Als de signaalgever geactiveerd is, mag de weerstand 500 Ω niet overschrijden. 9. Technische gegevens Voedingsspanning Netspanning: Laagspanning: UNet 230 V AC 50/60 Hz UE 12-24 V AC/DC +10% Vermogensopname Pmax 0,5 VA 230 V AC Pmax 0,5-1 VA 12-24 V AC/DC A1 Afsluitweerstand signaalgever nominale waarde RNom = 8,2 kΩ bovenste schakelwaarde RAO > 12,7 kΩ onderste schakelwaarde RAU < 4,6 kΩ 1 ,5 A 30 V DC 0,5 A 250 V AC > 105 activeringen Schakeltijden veiligheidsrelais Reactietijd < 5 ms Vrijschakeltijd ca. 100 ms Test-ingangsspanning Ingangsspanning Rref +Ub Relais X1 14 13 X2 U ref Testsignaal Testopstelling Principeschema SK 31 UTest 12 V ... 28 V AC/DC Behuizing Polycarbonaat met transparant deksel Afmetingen (HxBxD) Behuizing 120 x 80 x 57 mm incl. schroefverbindingen 120 x 100 x 57 mm bij montage in klemrail 97 x 75 x 35 mm Beschermingsklasse met schroefverbindingen IP54 met afsluitdop Voeding A1 A2 Voeding Rref +Ub Relais X1 IP65 IP54 Gewicht 280 g Temperatuurbereik -20 °C tot +55 °C Diameter aansluitleidingen een-, of fijndradige leiding 0,75-1,5 mm2 Veiligheidscategorie EN ISO 13849-1:2008 categorie 2 PL d MTTFd 110 jaar, DC 90% (Electronics) MTTFd 3477 jaar (Electromechaniek) B10d 200000 MTTFd 114 jaar (Nop 17520) 14 12 13 X2 U ref Testsignaal Testopstelling Principeschema SK 31-31 W Nederlands Relais trappen nominale stroom DC nominale stroom AC mech. levensduur A2 Certificaat nr. 44 205 10 384655-001 Testrapportnr. 10 205 384655-001 51 SK 31������������������ �������������������� ����������������� Veiligheidsrelais 10. EG-verklaring van overeenstemming Hierbij verklaren wij dat de hieronder genoemde producten uit de serie: SK 31-31 (artikelnummer 203122, formaat serienummer yymmnnnnn) SK 31-31 W (artikelnummer 203126, formaat serienummer yymmnnnnn) SK 31-33 (artikelnummer 203123, formaat serienummer yymmnnnnn) Veiligheidsrelais voor combinatie met schakellijsten, schakelmatten en schakelbumpers voor het vermijden van gevaar op knel- en klemplaatsen bij poortsystemen op basis van het ontwerp en constructie en in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet aan de desbetreffende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de volgende EG-richtlijnen en normen: EG - machinerichtlijn 2006/42/EG EN ISO 13849-1:2008 EN ISO 13849-2:2008 EN 61000‑6‑2:2002 EN 61000‑6‑3:2002 EG - typeonderzoek Notified Body 0044 TÜV NORD CERT GmbH Langemarckstraße 20 D‑45141 Essen EG typegoedkeuringscertificaatnr.: 44 205 10 384655-001 Nederlands Deze verklaring van overeenstemming ontbindt de constructeur/fabrikant van de machine niet van zijn plicht om de conformiteit van de totale machine waarop dit product wordt aangebracht in overeenstemming met de EG-richtlijn te waarborgen. Fabrikant en documentatie-gevolmachtigde: ASO, Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH, Am Grarock 8, D‑33154 Salzkotten Salzkotten, XX-XX-2010 Helmut Friedrich (directeur en documentatie-gevolmachtigde) 52 - - Leerseite - - 55 Deutsch 11.DB.08.001 Technische Daten Rev 10 Technische Änderungen vorbehalten. Für Irrtümer und Druckfehler kann keine Haftung übernommen werden. English 11.DB.08.001 Technical Specifications Rev 10 Subject to technical modifications. No liability can be assumed for errors or misprints. Français 11.DB.08.001 Données techniques Rév 10 Sous réserve de modifications techniques. Nous déclinons toute responsabilité en cas d‘erreurs et de fautes d‘impression. Italiano 11.DB.08.001 Dati tecnici Rev 10 Con riserva di modifiche tecniche. Si declina qualsiasi responsabilità per errori ed errori di stampa. Nederlands 11.DB.08.001 Technische gegevens Rev 10 Technische wijzigingen voorbehouden. Wij zijn niet aansprakelijk voor vergissingen en drukfouten. Antriebs- und Steuerungstechnik Am Grarock 8 • D-33154 Salzkotten Tel.: +49 (0) 52 58/93 27-0 • Fax: +49 (0) 52 58/34 48 www.asosafety.com • e-mail: [email protected] 56
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

ASO Safety Solutions ELmon SK 31 de handleiding

Type
de handleiding