NL 23
C
Nederlands
Gebruik van het toestel
1. Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
2. Veeg het toestel af met een vochtige doek.
3. Plaats het toestel op een stabiel, vlak
en droog oppervlak en zorg hierbij dat er
voldoende ruimte vrij is rond het toestel.
4. Steek de stekker in een stopcontact
dat voldoet aan de aanwijzingen op het
typeplaatje.
Wanneer u kookt op een inductiekookplaat,
kunt u tot 50% besparen op uw
elektriciteitsverbruik. De kookduur wordt
met ongeveer 30% ingekort.
Wanneer u door middel van inductie kookt,
wordt niet de kookplaat warm, maar de
ferromagnetische bodem van de kookpan.
De warmte wordt geproduceerd door een
magnetisch veld met wisselstroom onder de
plaat.
Voordelen van inductiekookplaten:
• Erg korte reactietijd, waardoor er snel
opgewarmd wordt en maaltijden bijgevolg
snel en nauwkeurig bereid kunnen worden.
• Snelle opwarming, aangezien de energie
onmiddellijk beschikbaar is.
• Koude kookplaat, die enkel opgewarmd
wordt door de warmte die door de kookpan
weerkaatst wordt.
• Grote besparing op het energieverbruik,
tot wel 50%.
• Eenvoudige reiniging, zonder aangebrande
voedingsmiddelen wanneer die zouden
overkoken.
• Verhoogde veiligheid: automatische
uitschakeling wanneer de kookpan van de
plaat genomen wordt.
1. Beschermingtegen overspanning:
Wanneer de spanning te hoog of te laag is,
zal het toestel de spanning en het vermogen
automatisch compenseren.
2. Beschermingtegen oververhitting:
Indien de temperatuur van de kookplaat
te hoog wordt, zal het toestel de werking
onderbreken en een alarm laten
weerklinken tot de temperatuur zich terug
op een normaal niveau bevindt (fout E5).
3. Bescherming tegen transiënte
overspanning:
Indien er tijdens de werking een transiënte
overspanning zou plaatsvinden (bijvoorbeeld
als gevolg van een blikseminslag), zal het
toestel automatisch uitgeschakeld worden
en na één minuut opnieuw in werking treden.
4. Beschermingtegen metalen voorwerpen:
Indien er zich metalen voorwerpen met een
diameter kleiner dan 8 cm op de kookplaat
bevinden, kan het toestel niet ingeschakeld
worden.
5. Geschikte kookpannen:
Het toestel kan zelf aanvoelen of de
gebruikte kookpannen geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Wanneer dit niet het
geval is, zal er een alarm weerklinken (fout
E0).
6. Weergave van de resterende warmte:
Na elk gebruik zal het toestel automatisch
aanvoelen of de kookplaat nog warm is.
Indien dat het geval is, zal de weergave rood
blijven om aan te geven dat het oppervlak
van de plaat niet aangeraakt mag worden.
Voor het eerste gebruik
Gebruik