Lees deze veiligheidsinstructies zorgvuldig naast de aanwijzingen voor het gebruik, de bediening en het onderhoud. Bewaar dit instructieformulier op een makkelijk te vinden
plaats want u hebt het misschien nog eens nodig. Deze krik is bedoeld om auto’s en vrachtauto’s op te tillen.
Elke andere toepassing buiten de voorwaarden die voor het gebruik van deze krik zijn opgesteld, zal als niet juist worden beschouwd.
Hanteer de krik op de juiste manier en zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren voordat u de krik gebruikt.
Alleen bevoegd personeel dient de krik te gebruiken nadat het deze handleiding zorgvuldig heeft gelezen en de inhoud ervan heeft begrepen.
Breng op geen enkele manier wijzigingen aan de krik aan.
Als u deze regels niet naleeft, kan dat leiden tot verwondingen of schade bij de gebruiker, de krik of het voertuig dat opgetild moet worden.
De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid voor het onjuist gebruik van de krik.
1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1.1 Het voertuig dat moet worden opgetild, dient nooit de berekende capaciteit van de krik te overschrijden.
1.2 De maximumslag van de krik die op het label staat aangegeven, dient nooit te worden overschreden.
1.3 De krik dient te worden geschraagd op een massief, vlak en horizontaal oppervlak dat goed is verlicht en vrij van obstakels. Plaats de krik nooit op een oppervlak dat kan
wegzakken.
1.4 Zorg dat er geen mensen in het voertuig zitten dat moet worden opgetild. Zet de motor uit en zet het voertuig op de rem. Zorg dat het voertuig of het element dat moet
worden opgetild op geen enkele manier kan wegglijden. Gebruik als dat nodig is blokken (1) Stap niet in het voertuig, en start de motor niet zolang het op de krik steunt
of op dergelijke standaards. De krik is alleen een hefwerktuig en mag nooit worden gebruikt om het voertuig te verplaatsen.
1.5 Plaats de krik onder de het hefpunt dat door de fabrikant voor het voertuig werd aanbevolen en zorg dat het niet verroest is, smerig is of vet. Dit punt dient in het midden
van het krikzadel te blijven. Alle niet-gecentreerde lasten kunnen slippen en tot ongelukken leiden.
1.6 Bij het optillen en laten zakken van de last dienen alle voorzorgen te worden genomen om te voorkomen dat de last van het voertuig beweegt. Verkeer kan er de oorzaak
van zijn dat het opgetilde voertuig wankelt, indien de krik langs de kant van de weg wordt gebruikt.
1.7 De krik dient zo geplaatst te worden dat de gebruiker met geen enkel deel van zijn lichaam onder de auto hoeft te komen. Werk nooit onder een opgetild voertuig zonder
dit tevoren met mechanische standaards of met behulp van andere methoden te hebben geschraagd (3) Laat geen enkel deel van uw lichaam ooit in de buurt van de
beweegbare elementen van de krik komen.
1.8 Bij alle bewegingen dient degene die het bedient, het heftuig met zijn last te allen tijde in de gaten kunnen houden. Als er sprake is van gevaarlijke situa ties zoals
beweging van het voertuig etc. dient het tilproces te worden onderbroken.
1.9 Zorg dat er zich geen personen of obstakels onder het voertuig bevinden voordat u het laat zakken.
1.10 Als extra beveiligingsmaatregel tegen overbelasting, is de krik af fabriek voorzien van een overbelastingsklep die in geen geval mag worden bijgesteld.
Als de nominale capaciteit van de krik wordt overschreden zal de overbelastingsklep de hefoperatie stopzetten.
2. GEBRUIK EN BEDIENING
2.1. Voordat u de krik bedient, dient u alle opgehoopte lucht uit het systeem te verwijderen, en wel als volgt:
- Steek de hendel in het gat en zet deze vast met de bijgeleverde schroef.
- Trek aan de hendel en draai deze met de klok mee en pomp, terwijl u deze op zijn plaats houdt, de krik enkele keren om ervoor te zorgen dat deze aan de binnenkant
wordt gesmeerd en dat de opgehoopte lucht uit het systeem verdwijnt.
2.2. Laat de hendel los en deze zal automatisch naar zijn beginpositie terugkeren (“dodemansprincipe”). De krik kan nu worden gebruikt. Belangrijk: Zorg ervoor dat, voordat
u de last optilt, alle hierboven genoemde veiligheidsinstructies zijn opgevolgd.
2.3. Het wiel van de krikken moet altijd vrij kunnen draaien.
2.4. Deze krikken zijn uitgerust met een voetpedaal dat ervoor zorgt dat de last sneller kan worden ondersteund.
2.5. Voor het optillen beweegt u de hendel op en neer (2) waarbij u de volledige slag van de zuiger benut voor meer snelheid (2). Een belangrijke veiligheids maatregel is dat u
de opgetilde last vastzet met een adequate asstandaard (3).
2.6. Voordat u hem laat zakken dient u het voertuig op te tillen om de asstandaards te verwijderen, en ervoor te zorgen dat er zich geen personen of obs takels bevinden onder
het voertuig dat u wilt laten zakken. Trek aan de hendel en draai deze met de klok mee (4).
2.7. Onze krikken zijn uitgerust met een LCS-beveiliging die automatisch in werking treedt en zorgt voor een soepele en gelijkmatige daling.
2.8. Laat de hendel los zodra het voertuig is gezakt en de hendel zal automatisch naar zijn beginpositie terugkeren.
DL.200 SECU Krikken uitgerust met een mechanische veiligheidsvoorziening die automatisch ingeschakeld wordt op een hoogte van 320 mm.
Het kleine pedaal links wordt op de hoge stand geplaatst (hoogteverschil tussen de twee pedalen) en geeft aan dat het
mechanische blokkeersysteem ingeschakeld is.
Om de mechanische veiligheid uit te schakelen, moet de krik enigszins verhoogd worden met behulp van het rechter pedaal
of de handgreep.
De krik kan verlaagd worden door de handgreep naar boven te trekken en vervolgens met de klok mee te draaien
(zie tekening B).
3. ONDERHOUD
Belangrijk: Zowel het onderhoud als de reparatie van de krik mag alleen worden uitgevoerd door gekwaliceerde personen die op grond van hun opleiding en ervaring
voldoende kennis hebben van de hydraulische systemen die bij dergelijke apparatuur wordt gebruikt.
3.1. Houd de krik schoon en smeer alle bewegende delen op geregelde tijden (5). De onderdelen dienen te allen tijde schoon te zijn en beschermd tegen schadelijke invloeden.
3.2. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt.
3.3. Controleer voor ieder gebruik of er onderdelen verbogen, gebroken, of gebarsten zijn en of ze loszitten, en verhelp het probleem als dat het geval is.
Als vermoedt dat de krik aan abnormale lasten heeft blootgestaan of stoten heeft gekregen, gebruik hem dan niet langer totdat het probleem is verholpen.
3.4. Als het oliepeil moet worden gecontroleerd of de olie moet worden bijgevuld, verwijder dan, met een volledig teruggetrokken zuiger, de lterplug en laat de inhoud ervan
weglopen in een container. Ga, met de krik in horizontale positie, door met het bijvullen van de olie tot het noodzakelijke volume, zoals dat voor elk model in deze
instructies staat aangegeven.
De onderdelentabel ernaast laat zien hoeveel olie er nodig is. Zorg dat er met de nieuwe olie geen vuil binnenkomt.
Na een periode van aanhoudend intensief gebruik, verdient het aanbeveling de olie te verversen teneinde het nuttig leven van de krik te verlengen.
Belangrijk: Als er meer olie wordt toegevoegd dan nodig is, kan het gebeuren dat de krik niet meer functioneert.
3.5. Gebruik alleen hydraulische olie van het type HL of HM, met een ISO-grade van kinematische viscositeit 30 cST bij 40º, of een Engler-viscositeit van 3 bij 50ºC. Uiterst
(FACOM WA.22).
belangrijk: Gebruik nooit remvloeistof.
3.6. Zorg dat de hefarm volledig is teruggetrokken als de krik niet in gebruik is, teneinde corrosie te vermijden.
Breng een anti-corrosieproduct aan op de zuigers, indien nodig.
3.7. Bewaar de krik op een schone, droge plek en buiten het bereik van kinderen. Verwijder de bedieningshendel.
3.8. Laat, als de krik aan het eind van zijn nuttig leven is gekomen, de olie weglopen en geef dit aan een bevoegde persoon en verwijder de krik conform lokale regelgeving.
3.9. Zowel de reparatiekit, die uitsluitend de o-ringen en pakkingen van de krik bevat, alsmede de reserveonderdelen, dienen te worden besteld met behulp van de in de tabel
aangegeven referentie.
NL
NU-DL.200PORT DL.200SECU_0615.indd 9 6/17/2015 8:06:51 AM