NL
41
Voorbeeld 1 geheugenopslag Modus II
Toets 1 ON/OFF op TT1L 1
Toets 2 TIMER1 op TT1L 1
Toets 3 TIMER2 op TT1L 1
Toets 4 DODEMANSKNOP op TT1L 2
Wanneer het geheugen geen enkele zender bevat, kunt u de eerste zender in Modus II in het geheugen opslaan, en wel op de volgende manier:
Voorbeeld 2 geheugenopslag Modus II
Toets 1 ON/OFF op TT1L 1
Toets 2 ON/OFF op TT1L 2
Toets 3 ON/OFF op TT1L 3
Toets 4 TIMER1 op TT1L 3
1. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, zult u 2 lange
geluidssignalen (beeeep) horen
2. Druk binnen 5 seconden op de toets van de zender die in het geheugen moet worden opgeslagen,
en houd die ingedrukt tot na afloop van alle 3 de geluidssignalen en laat hem daarna los 5s
3.
Begin binnen 3 seconden zoveel maal op diezelfde toets van de zender te drukken als voorde gewenste
bedieningsopdracht nodig is: 1 = “ON/OFF” 2 = “DODEMANSKNOP” 3 = “TIMER1” 4 = “TIMER2”
1-4 3s
4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal
van de geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 3s
5. Druk binnen 2 seconden opnieuw op dezelfde toets om de programmering te bevestigen,
en laat hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los.. 2s
N.B.: Als de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen zult u 3 lange geluidssignalen horen. Als u op punt 4 niet het juiste aantal geluidssignalen hoort dat
overeenkomt met de gewenste bedieningsopdracht, dient u enkele seconden te wachten alvorens de procedure te verlaten, zonder de geheugenopslag te bevestigen.
Tabel “A6” Geheugenopslag van de eerste zender in Modus II Voorbeeld
1. Houd de nieuwe in het geheugen te bewaren toets ingedrukt totdat u (na ongeveer 5
seconden) een geluidssignaal hoort en laat hem daarna los
Nieuw 5s
2.
Druk binnen 5 seconden op de toets van een reeds in het geheugen opgeslagen (oude) zender en houd
die ongeveer 5 seconden ingedrukt tot u 2 korte geluidssignalen hoort, en laat hem daarna weer los. Oud 5s
3.
Druk binnen 5 seconden zoveel maal als voor de gewenste bedieningsopdracht nodig is op dezelfde
toets van de (oude) zender: 1 = “ON/OFF” 2 = “DODEMANSKNOP” 3 = “TIMER1” 4 = “TIMER2” Oud
1-4
3s
4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal
van de zojuist geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 3s
5.
Druk binnen 2 seconden opnieuw op de nieuwe toets die in het geheugen van de zender opgeslagen moet worden
om de programmering te bevestigen, en laat hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los.
Nieuw
2s
N.B.: Als de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen, zult u 3 lange geluidssignalen horen. Wanneer het geheugen vol is (30
zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen.
Tabel “A7” Geheugenopslag van andere zenders in Modus II Voorbeeld
1. Druk op de toets van de nieuwe zender die u in het geheugen wilt opslaan, houd die
tenminste 3 seconden ingedrukt en laat hem daarna weer los
Nieuw 3s
2. Druk tenminste 3 seconden op de toets van de reeds werkzaam gemaakte (oude)
zender en laat hem vervolgens los.
Oud 3s
3. Druk opnieuw tenminste 3 seconden op de toets van de nieuwe zender en laat hem daarna los
Nieuw 3s
4. Druk opnieuw op de toets van de oude zender totdat 3 geluidssignalen zullen bevestigen
dat de nieuwe zender in het geheugen is opgeslagen
Oud 3s
N.B.: Wanneer het geheugen vol is (30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen.
Tabel “A8” Geheugenopslag van andere zenders Voorbeeld
4.2.2) Modus II
Bij deze modus kunt u aan elke toets van de zender één van de volgen-
de bedieningsopdrachten koppelen:
1 “ON/OFF” (dezelfde toets zorgt voor inschakelen en uitschakelen etc.)
2 “DODEMANSKNOP” (inschakelen alleen zolang de toets ingedrukt
wordt gehouden)
3 “TIMER1” inschakelen en uitschakelen met behulp van een tijdschakel-
klok (in de fabriek afgesteld na 1 minuut)
4 “TIMER2” inschakelen en uitschakelen met behulp van tijdschakelklok
(in de fabriek afgesteld na 10 minuten).
Voor elke toets van de zender dient u in de besturingseenheid de fase van
geheugenopslag uit te voeren; in deze fase dient u die knop in te druk-
ken welke u aan de bedieningsopdracht wilt koppelen. Als u aan een
andere toets van de zender een andere bedieningsopdracht wenst te
koppelen dient u nogmaals een fase van geheugenopslag uit te voeren.
De toetsen van dezelfde zender kunnen aan meerdere bedieningsop-
drachten van dezelfde bedieningseenheid gekoppeld worden of aan
bedieningsopdrachten van verschillende bedieningseenheden.
Er bestaat een eenvoudige manier om een nieuwe zender in het geheugen op te slaan waarbij de kenmerken van de oude zender behouden blijven;
u volgt hiervoor de procedure van tabel “A8”. De op die manier in het geheugen opgeslagen nieuwe zender zal de kenmerken van de oude erven, dat
wil zeggen, als de oude in Modus I in het geheugen was opgeslagen, dan zal ook de nieuwe in Modus I functioneren; als de oude in Modus II in het
geheugen was opgeslagen, dan zal ook de toets van de nieuwe zender aan dezelfde bedieningsopdracht van de oude gekoppeld worden.
Wanneer er reeds één of meerdere zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders met onderstaande procedure in Modus II in het geheugen opslaan: